Ondergrondsewerkzaamheid een der
symptomen van vergaande modernisering
mm
Eeuwige stad krijgt eindelijk haar „Metro"
en een lang verbeid gigantisch stadion
BEVAARBAARMAKING
VAN DE MOEZEL
Ook morgen nog droog
zonnig weer
De Nederlandse humor beleeft
sinds kort een rijke bloei
m0m9St
Nieuwbouw naast ruïnes
Zaterdagse
mijmeringen
Krullen en kronkels van S. Carmiggelt
HUMORIST
1 i i
ZATERDAG 11 APRIL 1953
PAGINA 5
Rome, de Eeuwige Stad, verandert van aanschijn. Het is niet de eerste keer. Onder de bodem van
het huidige Rome sluimeren vele andere Rome's: dat van de Middeleeuwen, van de latere Romeinse
tijd, van de eerste Romeinse tijden, van het tijdperk vóór de Caesars. Wanneer er in Rome
opgravingen worden gedaan, stuit het pikhouweel telkens op overblijfselen uit geheel verschil
lende perioden. Maar zoals Rome thans verandert, zo is het in duizenden jaren niet veranderd.
Mussolini's erfenis
De Melropolitana
Rome kan het moeilijk
geloven
In 1954 een feit?
Reeds in vorige eeuw
Het project dateert niet van vandaag of
gisteren. Al in de vorige eeuw vroeg een
Franse maatschappij een concessie aan,
om in Rome een ondergrondse spoorweg
te mogen bouwen en exploiteren. Er wer
den toen de nodige plannen uitgewerkt
en aan de betrokken instanties voorge
legd. Het vooronderzoek duurde zo lang,
dat de buitenlandse maatschappij zich ten
slotte terugtrok. Ze zag er geen heil
meer in.
Groter dan het Colosseum
Voorzien in lang gevoelde
behoefte
llPSpfpS
Observator
BONN ZIET ER WEINIG
HEIL IN
Storings front bereikt Zondagavojid ons land
1 f
s. carmiggelt
Scherfjes waarheid
Carmiggelt, een eerlijke
kijker
Het bijzondere van
het gewone
W aarheid-W oede
Waarheid-icoede (2)
Waarheid-tranen
Stemmen hij volmacht
ZIJ, DIE WEGENS lichamelijke toe
stand of verblijf buiten hun woonge-
meente vermoedelijk niet in staat zuilen
zijn aan de verkiezing deel te nemen,
kunnen gelijk bekend een ander laten
stemmen bij volmacht. Men weet dat al
lemaal wel, doch laat men niet verge
ten bijtijds een formulier te halen op
het secretarie der gemeente. Uiterlijk
op IS Mei moet datdesbetreffende waar
depapier worden ingeleverd. Elke stem is
goud waard. Doe dus de moeite. Nog
En morgen?
HOUWELEN ONTSLUITEN
EEN NIEUW ROME
De Eeuwige Stad uordt gemoderniseerd. In de oude stad blijft veed
behouden en menige ruïnedie elders reeds lang *011 zijn opgeruim
stam er achter een keurig hek. W aarom zo n hek er om heen v af
gebracht, begrijpt men eigenlijk niet. Want welke Romein zou het n ,,jn
hoofd halen, zo n oud stuk Rome aan te tasten! Toch valt ook m de oude
stad telkens weer een brok verleden aan de nieuwe tijd ten offer en zo pas
viel weer het. verdwijnen van de beroemde tuin van de befaamde Villa
Ludovisi te betreuren. Het was de mooiste tuin van Rome en dat wil heel
wat zeggen. Maar vooruitstrevende Romeinen wensen er niet om te treuren.
Ze zeggen terecht, dat indien b.v. in de Middeleeuwen en tijdens de
Renaissance niet heel wat oude en gammele gebouwen waren afgebroken,
Rome thans eenvoudig onbewoonbaar zou zijn: een labyrinth van steegjes
en sloppen. Dus ook de binnenstad wordt steeds moderner.
Intussen, het moderne Rome mani
festeert zich vooral in de nieuwe
Mijken. Een aantal ervan dateert uit
de tijd van Mussolini. Doch na de
jongste oorlog is er veel bijgebouwd.
Talrijke openbare gebouwen zijn
daar verrezen en er werden vele
kerken gebouM'd, dank zij 's Pausen
onvermoeibare streven, om het mo
derne Rome te dien aanzien niet ten
achter te doen raken bij het oude.
Temidden van al het nieuwe trek
ken inmiddels twee projecten de
aandacht, die wel bijzonder aan
tonen, hoezeer Rome meegaat in de
moderne tijd.
Rome krijgt een ondergrondse ofwel een
,,sub", zoals de Engelsen zeggen, of een
Untergrundbahn (U), zoals bijv. de Ber-
lijners hun ondergrondse tramnet noe
men, ofwel een Metro, om met de Parij-
zenaars te spreken. De Romeinen hebben
het over hun „Metropolitana". Het is al
een aantal jaren geleden, dat met de bouw
er van begonnen werd en zo langzamer
hand raakt de voltooiing ervan in 't zicht.
De Romeinse ondergrondse zal het Ter
mini Station, dat geheel gemoderniseerd
is en een bijzonder imposante indruk
maakt, met de wijk rond de „Esposizione"
verbinden. Deze „Esposizione" had inder
tijd de glorie van Mussolini's regering
moeten worden, maar men heeft de bouw
mooeten stopzetten en door de oorlog en
Mussolini s val is er lange tijd niets meer
van gekomen.
De wijk van de „Esposizione" ligt ten
Zuid-Westen van Rome en men zal haar,
wanneer de „Metropolitana" klaar is, bin
nen tien minuten kunnen bereiken, dwars
onder heel Rome door. Slechts over een
klein gedeelte, ongeveer driehonderd me
ter, rijdt de „ondergrondse" dan in de
open 'lucht, maar hij is door een beton-
wand van de rijweg afgescheiden.
Een kijkje in het reeds gereed zijnd
gedeelte van Rome's ondergrondse
„la Metropolitana", waardoor in
Juni de treinen zullen daveren.
De Romeinen kunnen het eigenlijk nog
steeds niet goed geloven, dat de „Metro
politana" ooit klaar zal komen. Want kort
voor het uitbreken van de Tweede We
reldoorlog hebben ze er al over horen pra
ten, alsof hij ieder ogenblik in gebruik
zou kunnen worden gesteld. In 1945 kre
gen ze te horen, dat toch in ieder geval
na een jaar het grootste project gereed
zou zijn en men met een gerust hart zijn
biljetten zou kunnen kopen. Rome zou
dan wat ondergrondse vervoermiddelen
betreft niet onderdoen voor Parijs, Lon
den New-York, Berlijn en Moskou.
Maar men hoorde opeens niets meer. In
1951 werd het gemoderniseerde lermini-
Station in gebruik genomen en er weer
klonken wederom optimistische klanken
over de „Metropolitana". De Romeinen
zijn goedhartig van nature en graag be
reid, gunstige berichten te geloven, ook na
het ondervinden van enkele teleurstellin
gen. Ze zagen zich reeds ondergronds door
Rome vliegen en hoorden de verschillende
stations afroepen „Piazza Esquilino",
„Via Lanza", „Colosseum", „Aventino" en
„San Paolo".
Iedereen raakte door het officiële opti
misme er van overtuigd nog slechts en
kele maanden. Toenwederom een diep
stilzwijgen van hogerhand en niemand kon
te welen komen, wanneer de „Metropolita
na" dan toch eindelijk zijn poorten zou
openen. Thans gaat Rome binnenkort een
grote landbouwtentoonstelling houden. Bij
de opening daarvan zal ook de „Metropo
litana" in gebruik worden genomen, al
dus de officiële optimisten. Maar de Ro
meinen zijn nog een beetje ongelovig. Ze
hebben te veel leergeld betaald. Toch
moet het nu werkelijk waar zijn. Overi
gens, ook weer niet helemaal waar. Im
mers, in Juni, wanneer de landbouwten
toonstelling geopend wordt, zal alleen nog
maar het gedeelte van de „Metropolitana"
in gebruik worden genomen, dat van het
Station te Ostia naar het beginpunt bij de
„.Esposizione" loopt. Het station bij Ostia
is in de open lucht. De Romeinen kunnen
daar echter reeds zien, dat er werkelijk
schot in het enorme karwei komt. Trou
wens, op tal van plaatsen dalen reeds
trappen in de bodem van Rome af, naar
een grote, onderaardse ruimte leidend. Het
zijn weer de officiële optimisten, van wie
de mededeling is, dat in de loop van dit
jaar de trajecten tussen de verschillende
Rome's nieuwe stadion aan de voet
van de Monte Mario: het Stadio
Olimpico, dat 80000 toeschouwers
kan bevatten, die door 61 ingangen
binnen kunnen komen. Het is groter
dan het vermaarde Colosseum.
stations stuk voor stuk in gebruik zullen
worden genomen, zodat in 1954 Rome's on
dergrondse absoluut werkelijkheid zal zijn.
Belangrijke rol in
stadsuitbreiding
Rome's ondergrondse zal voor
lopig slechts een lengte van zes kilo-
i'men. Er komt dus geen
wijdvertakt net, zoals in andere
wereldsteden. Daartegenover gaat de
„Metropolitana" in de stadsuitbrei
ding een heel belangrijke rol spelen.
Immers, Rome heeft zich tot nu toe
naar alle kanten uitgebreid, behalve
in de richting van de zee. Om de een
of andere geheimzinnige reden leek
een uitleg van de stad naar het
Westen toe tot de onmogelijkheden
te behoren. Mussolini hoopte met de
bouw van een groot complex ten
toonstellingsgebouwen voor zijn in
ternationale exposilie, die in 1942
gehouden had moeten worden, de
reeds genoemde „Esposizione", de
grondslag voor een aantal nieuwe
wijken te kunnen leggen. Hij vond
het merkwaardig, dat de heuvels bij
Rome werden volgebouwd, terwijl j
op vlakke terreinen geen huis ver
rees. De twee kilometer, die de men
sen van de stad naar de wijken op
de heuvels moesten afleggen, waren
een heel wat moeilijker route dan de
zes kilometer naar het vlakke veld.
Hij liet ten behoeve van de expo
sitie kilometers straat aanleggen, als-
nede leidingen voor Mater en elec-
'nciteit. Tientallen milliarden wer
den hieraan ten koste gelegd. En de
ondergrondse zou de snelle verbin
ding met de nieuwe woongelegen
heid worden.
Men hoopt nu, dat de voor de gebouwen
van de expositie uitgegeven milliarden
geen weggegooid geld zijn geweest. En
inderdaad blijkt, dat verschillende grote
ondernemingen thans belangstelling voor
de grond bij het eindpunt van de onder
grondse koesteren. Een tweetal publiceer
de reeds plannen voor de bouw van enor
me kantoren. De mensen, die daar wer
ken, zullen er graag in de buurt wonen.
Met de opening van de „Metropolitana"
viert de Eeuwige Stad tevens haar uit
breiding naar het Westen, naar de zee..
Het andere symptoom van het
moderne Rome is het nieuwe „Stadio
Olimpico" aan de voet van de Monte
Mario. Het zal in totaal tachtig
duizend toeschouwers kunnen her
bergen: 55.000 zitplaatsen en 25.000
staanplaatsen. Het uitzicht is wij-
wel onbelemmerd, de tribunes zijn
drie verdiepingen hoog en het is
groter dan het Colosseum! Eeii flink
gedeelte van de zitplaatsen is over
dekt. De tribune voor de eregasten en
die voor de pers zijn ware sportieve
paleizen. De pers krijgt o.a. de be
schikking over een schrijfkamer met
200 schrijftafels. Er zijn voorts 100
telefoontoestellen. Ook voor het ge
rief van het publiek is gezorgd. Tus
sen de tribunes in bevinden zich niet
minder dan 39 bars en voorts zijn
er stands voor rookwaren en eet
waren.
De Romeinen zullen over enkele maan
den, wanneer het Olympische Stadion in
gebruik zal worden genomen, niet meer
's morgens om tien uur in de rij behoe
ven te gaan staan, om bijtijds binnen te
zijn en tevens verzekerd van een behoor
lijke plaats,, in zoverre ze althans geen ge
reserveerde plaatsen gekocht hebben.
Niet minder dan 61 ingangen staan het
publiek ter beschikking.
Het stadion aan de Viale Tiziano is veel
te klein en sinds lang werd er voor Rome
gevraagd om een stadion, dat een verge
lijking zou kunnen doorstaan met die van
Florence, Milaan en Turijn en met buiten
landse. Al in 1930 werd met de aanleg er
van begonnen. Het zou heel groot, maar
erg eenvoudig worden, zonder stenen of
betonnen constructies. Aangezien het te
midden van geboomte was geprojecteerd,
kreeg het al direct de naam „Stadion der
Cipressen". Maar het bleef noodzakelijk
bij een plan. Het tempo van de uitvoering
van dit plan begon veel op dat voor de
„Metropolitana" te lijken.
Mussolini begon met de bouw van een
stadion, waarbij echter niet in de eerste
plaats gelet werd op de mogelijkheid, om
zoveel mogelijk toeschouwers te herber
gen. Na de oorlog kwam er een project
tot uitbreiding van dit stadion en daaruit
is het huidige Olympische Stadion ge
groeid, echter niet dan nadat verschillen
de beloften weer ij del waren gebleken. Zo
zou in het enorme Romeinse stadion de
wedstrijd ItaliëEngeland plaats vinden.
Maar in 1952 werd deze te Florence ge
speeld en moesten de trotse Romeinen
naar de bloemenstad trekken, teneinde
deze vol spanning verbeide ontmoeting te
kunnen aanschouwen.
Nu zal Rome zelfs de Olympische Spe
len kunnen herbergen, alhoewel daarvan
nog lang geen sprake kan zijn. Het
voelt zich thans echter ook in sportief
opzicht de modernste stad van Italië.
Bij het Termini Station is reeds een
ingang voor de ondergrondse gereed.
Hier vandaan zal men eerlang in
tien minuten ondergronds door
Rome kunnen snellen.
De handelskamers van Trier en Koblenz
hebben thans een krachtig pleidooi ge
houden voor de bevaarbaarmaking van
de Moezel, M'aardoor een scheepvaartweg
van de Rijn naar het industriebekken van
Lotharingen zou worden verkregen.
Van Franse zijde is de Bondsregering
uitgenodigd tot een overleg over de uit
voering van zulk een kanalisering, doch
in Bonn ziet men weinig heil in het plan,
vooral nu overeenstemming is bereikt over
een electrificatie van de spoorweg tus
sen het Ruhrgebied en Lotharingen. De
argumenten der tegenstanders van het ka
naal zijn echter volgens de opvatting van
de handelskamer van Trier gebaseerd op
onjuiste verwachtingen over 't transport,
dat op een bevaarbare Moezel kan wor
den verwacht.
In Trier gelooft men, dat de Moezel
jaarlfjks 1,4 millioen ton vracht zou kun
nen verzetten, aangenomen dat de eco
nomische grenzen zullen komen te ver
vallen en dat de Moezelscheepvaart het
gehele jaar door volledig in emplooi zou
zijn.
De handelskamers van Trier en Ko
blenz hebben de mening geuit, dat in de
officiële Duitse beoordeling te weinig
aandacht wordt geschonken aan de mo
gelijkheden tot energiewinning en tot ont
wikkeling der Moezelstreek, die het plan
zou bieden. Zo zou alleen het gebied van
Koblenz voor een jaarlijks transport van
600.000 ton op het kanaal kunnen zorgen.
Met de werkzaamheden tot bevaarma-
king van de middenloop van de Wezer zal
spoedig worden begonnen. In de loop van
dit jaar zullen aan dit werk achttien mil
lioen mark worden ten koste gelegd. De
voor de uitvoering van het werk gestich
te maatschappij Middenwezer is dezer
dagen in het handelsregister van Hanno
ver ingeschreven.
Het K. N. M. I. deelt mede
NA het wisselvallige en buiige weer
type van de Paasdagen, kwam ons
land meer en meer onder invloed te
staan van hogedrukgebieden, waardoor
het weer een geleidelijke verbetering on
derging. Weliswaar veroorzaakte een sto
ring boven Frankrijk Donderdag veel be
wolking en in het Zuid-Oosten van het
land zelfs enige regen, maar deze trok
gisteren snel weg naar het Middellandse
Zeegebied, zodat gistermiddag in het
gehele land de zon weer scheen. De tem
peraturen bleven echter nog vrij laag ten
gevolge van de schrale Noord-Oosten
wind, die koude lucht van Scandinavië uit
aanvoerde.
Tegen de avond ging de wind liggen, zo
dat bij heldere hemel een flinke daling
van de temperatuur optrad en plaatselijk
zelfs 1 a 2 graden vorst voorkwam.
Het gebied van hoge luchtdruk, dat ons
zich
een
nu fraai weer bezorgt, verplaatste
vannacht naar Duitsland, hetgeen
draaiing van de wind naar Zuid-Oost of
Zuid tengevolge had. Hierdoor komt aan
de aanvoer van koude lucht tijdelijk een
einde, zodat de temperaturen weer gelei
delijk hoger worden.
HET mooie weer M'ordt echter bedreigd
door een actieve depressie ten Wes
ten van de Britse eilanden, die in de
richting van midden-Noorwegen trekt. De
storingsfouten van deze depressie be
reikten vanmorgen de Ierse kust. Zii
zullen in de loop van vandaag en mor
gen over de Britse eilanden naar 't Oosten
trekken, maar ons land naar alle waar-
schjjnljjkheid niet vóór morgenavond be
reiken, zodat ook voor morgen nog droog
weer verwacht mag worden. De wind zal
echter uit het Zuiden gaan aanwakkeren
en ook de beu'olking zal geleidelijk toe
nemen.
Wanneer men de boekenproductie van de laatste jaren overziet, is men
bijna geneigd, met een variant op een bekende spreekwijze, te zeggen:
„Élke tijd krijgt de schrijvers die bij nodig beeft". Want op elke lijst van te
verschijnen boeken kwamen romans, novellen en gedichten met humoristi
sche inslag voor. In deze dagen van onzekerheid en spanning ontbloeide in
ons land een rijke, bijna 011-Nedcrlandse humor, die niets meer van doen
beeft met de overdreven Hollandse lol van vroeger. De spanning bleek
zich voor een goed deel te ontladen in een wijze en speelse luchthartigheid.
We hebben geleerd een beetje met ons zelf te spotten en al onze gewichtig
heid goedmoedig in bet belachelijke te trekken.
Nu is bet ook weer niet zo, dat de Nederlandse literatuur opeens 'n speels
karakter beeft gekregen er zijn nog genoeg zwaarwichtige en in enkele
gevallen zelfs moerassige voortbrengselen over om haar in de plooi te
houden. Het is lang een echt Nederlands trekje geweest, dat de schrijvers
toch vooral serieus genomen wilden worden. Er kon nauwelijks een lachje
op overschieten. Thans bestaat er tenminste een zeer gunstig tegenwicht.
Sinds de zogenaamde „Falklandjes" van
Herman Heijermans zijn we al een beetje
anders gaan denken over 't ongeschreven
axioma, dat het humoristische genre geen
kunst met een grote K zou kunnen zijn.
Nu was hét wel zo. dat slechts heel
weinig prestaties van Nederlandse schrij
vers aanleiding gaven om daarvan af te
stappen. Maar in de sombere jaren, die
aan de tweede wereldoorlog voorafgingen,
meldde zich opeens Hertriëtte van Eyk
met haar onweerstaanbare humor. Haar
„De kleine parade" bracht een volkomen
nieuw geluid.
Henriëtte van Eyk, die een jaar of tien
de alleen-vertegenwoordigster van een
superieure klasse van humor is gebleven,
heeft werkelijk het Spits afgebeten voor
haar latere broeders en zusters in de
kunst maar zij heeft het hun tevens
niet gemakkelijk gemaakt, met haar eigen
werk van zulk een hoog gehalte als
toetssteen
Deze schrijfster heeft afdoende afge
rekend^ met de uitbundige grappen
makerij, die lange tijd ais het toppunt
van Hollandse humor werd beschouwd.
Zij heeft met haar fijnzinnige, vaak
subtiele geestigheid zowel in de gang
van haar verhaal, in de situaties die ze
schiep, als in de wijze van uitdrukking
Ik schets maar voort
een genre in onze letteren gebracht,
dat er niet meer uit weg te denken zou
zijn zonder een opvallende leegte achter
te laten.
Graag gebruikt mevrouw Van Eyk een
vertelvorm, die aan het sprookje doet
denken dat wonderlijke grensgebied
tussen werkelijkheid en droom, die ee.n
geheimzinnige wisselwerking op elkaar
uitoefenen, zodat 't onmogelijke als reali
teit aanvaard kan worden en het „ge-
M'one" een tikje geheimzinnigheid krijgt.
Ook haar laatste roman. „De jacht op de
spiegel" (Arb. Pers. Amsterdam) is zulk
een verhaal. Men stelle zich de kostelijke
situatie voor, die de schrijfster schept.
„Er was eens een land zonder spiegels",
zo begint ze. De bewoners van dit land
hadden „kijkers", dat waren mannen, die
naar hun opdrachtgevers kenen en vertel
den wat ze zagen. Of liever: wat ze wis
ten, dat hun opdrachtgevers graag wilden,
dat ze zagen Hoe rijker de mensen wa
ren, hoe meer „kijkers" ze in dienst had
den.
Men begrijpt de gevolgen: vleipartijen
zonder einde; vooral de koning, die de
meeste „kijkers" in dienst nad, werd van
minuut tot minuut misleid door deze
„ogendienaren". Maar opeens dreigde dit
hele wereldje ineen te zullen storten,
want er was een jongen van de maan naar
beneden gekomen en die had een spiegel
bij zich een spiegel, dat betekende in
dit land: de zuivere, onverbloemde waar
heid.
Natuurlijk ontspon zich een strijd om
de spiegel tussen hen, die iets van het
bestaan ervan te vrezen hadden en de
genen, die de waarheid onder ogen kon
den en durfden zien. De spiegel ging
-enslotte aan scherven, maar deze von-
ien haar weg door het land en er kwam
een einde aan de heerschappij van de
vleierij en de onwaarachtigheid.
Een boeiende fantastische roman zin
vol als het goede sprookje behoort te zijn.
Want niet alleen de bewoners van „dat
verre land" wordt om in de termen te
blijven een spiegel voorgehouden, maar
ook ons! Wie zien wil, zal een wijs lesje
opsteken. Maar ook wie niet zien wil, zal
van dit charmante boek genieten.
Overigens: er zijn behalve lieden die
niet willen zien, ook mensen die zelf niet
kunnen zien die niet het bijzondere
kunnen zien in de doodgewone dingen om
hen heen, in de kleine feiten van alledag.
Dat is niet iedereen gegeven en het is
nochtans een hebbelijkheid, die tenmin
ste „krullen en kronkels" aan het leven
geeft en het wat plezieriger maakt.
Voor de mensen, die deze gave niet be
zitten, zou een eerlijke „kijker" niet eens
zo gek zijn. In een wereld vol spiegels
(ma,ar helaas evenzeer vol vleierij) zou
zulk een „kijker" een verre van gernax-
kelijke taak hebben: hij gaat spreken da
waar het zwijgen van de spiegel 4
„fotografisch realisme"begint. Hij1 is
niet een soofj lachspiegel, die ons doet
lachen om onze eigen caricaturen, ™aar
méér nog om die van onze lieve mede
mensen! O neen, de ideale ..hjker va
vandaag vertekent de waaiheid niet n j
„verschuift haar alleen maar een tikje
Dit laatste woord is van S. Carmig
gelt onze ideale Nederlandse „kijker
die ermee zijn eigen werkwijze volledig
he°ft aangeduid. Carmiggelt heeft het
bestaan (en doet het nog) om dag-m,
dag-uit een stukje te schrijven een
geestigheidje, een kleine waarheid, een
simpele wijsheid, een plagerij, een spot
ternijaltijd raak en fris. Zijn stof
blijkt onuitputtelijk, niet omdat hij zo
veel méér beleeft dan andere mensen,
maar omdat hij zo héél veel meer ziet.
Wie „Poespas" (Arb. Pers) leest, wordt
op vermakelijke wijze beziggehouden met
de „belevenissen" van de schrijver met
zijn poezen. Bijzondere belevenissen? Ach
neen, maar wel bijzonder is de wijze
waarop ze gezien en verteld zijn. Zijn het
bijzondere poezen soms? Ook niet, want
„DE WAARHEID" gaat dik doen,
want ze zit met de Russische politieke
manoeuvres wel wat te kijken. Volgens
het blad is er niets aan de hand. Het
blad merkt op: Bladen hebben de
schurkachtige brutaliteit om, geheel in
de lijn van hun weerzinwekkende schrij
verij bij Stalins dood, een tegenstelling
te verzinnen tussen de politiek van deze
grote strijder voor vrijheid en gelijkheid
en die van zijn strijdmakkers die nu de
Sovjet-Unie zonder hem besturen."
Dat is dus zoveel te erger voor de
enthousiastelingen, die hoge verwach
tingen durven koesteren.
DE SCHRIJVER van bovengenoemde
verklaring Marcus Bakker raasde verder
nog Het teas Stalin, die de grondwet
der USSR schiep, dat prachtige docu
ment dat de vrijheid waarborgt. En het
was Stalin die de partij en de arbeiders
klasse leerde, de critiek en de zelfcritiek
te hanteren in het belang van de voor
uitgang zonder aanzien des persoous.
De vredespolitiek van de Sovjet-Unie
en de ivaakzaamheid voor de ontplooi
ing van recht en democratie in het land
ze zijn schitterende voorbeelden van
de toepassing van de theorie van het
communisme.
Recht en democratie schitterende
voorbeelden van toepassing van de theo
rie. Bakker bakt ze nu teel erg bruin.
DE P.v.d.A.-MINISTER Mansholt heeft
in Zierikzee verklaard, dat Schouwcn-
Duiveland herkaveld moet worden en dat
de kleine onrendabelebedrijven dienen
te verdwijnen.
Minister-hereboer Mansholt heeft er
dus geen twijfel aan laten bestaan, dat
hij van de watersnoodramp gebruik wil
maken om het landbouwbedrijf te ..sa
neren", zoals dit.met een mooi woord
in het. PvdA-program „De weg naar de
Vrijheid" wordt genoemd
Voor de kleine boeren van Schouwen-
Duivéland is deze weg naar de vrijheid
de weg naar de verbanning. Aldus huilt
„De Waarheid in een ander bericht. Sta
linisten of Malenkovisten zijn toch wel
de laatsten, die gezien de Russische
..herkaveling" in het boerenland der sov
jets. waarbij elke boer staatsambtenaar
'werd op dit beleid aanmerking zou
den mogen maken.
dat zwartje van Carmiggelt doet ons tel
kens denken aan Mollie, onze witte poes.
Alleen.wij zagen dat zo niet allemaal
en zouden het zeker niet zó kunnen ver
tellen.
Met kinderen is het precies eender, dat
bewijst het verrukkelijke boekje „Klein
beginnen". Dit bundeltje schetsen^ is te
zamen met „Honderd dwaasheden", „Al
lemaal onzin" en „Het jammerhout" uit
gegeven onder de titel Carmiggelt-omm-
bus bij de Arb. Pers te Amsterdam- Het
boek werd ingeleid door Wim Kan en
door Charles Boost geïllustreerd met vele
en rake tekeningen, die goed by de tekst
aansluiten. Deze lijvige bundei ziet er zeer H vandaag dan
fraai uit en werd dan ook tot een van de
vijftig best verzorgde boeken van 1951 ge
rekend
Méér dan honderd en vijftig schetsen
plus nog een dertigtal verzen, die men
niet moe wordt te lezen en te herlezen.
Dat komt niet alleen door de verrassende
en verkwikkende „grappigheid die de
mppste ervan zo onweerstaanbaar maakt;
immers, ook tragische en bittere dingen
vallen maar al te vaak buiten wat de
nuchtere spiegel ons te zeggen heeft en
die dus aan de „kijker" overgelaten, door
Carmiggelt ook verteld worden als on
vermijdelijke en onwegdenkbare facet
ten van het gewone dagelijkse leven, dat
in zijn werk is samengebald.
MORGEN IS het weer Zondag. Der
halve offeren voor de nieuwe kerken
ten bate van het geloof, dat overeen
komstig St. Joannes' woord in het
epistel de zegevierende macht is, tcaar
door de wereld overwonnen wordt. Het
evangelie brengt de geschiedenis van de
ongelovige Thomas. Nog actueel. Want
er zijn nog genoeg van die lieden.
Overigens een heerlijke Zondag met een
gelaat van iemand, die gelooft in de
Zoon van God. Let wel, dat zulks niet
zó eenvoudig is.
Als kttaap heb ik mijn eerste grap verzonnen.
Mijn moeder riep: „Dat wordt een humorist!"
De brave vrouw, zij heeft zich niet vergist:
een schelmse carrière was begonnen.
O, in de aanvang ging 't somtijds stroef
en viel de kwinkslag tvel eens in 't water.
Die vroege gein! 'k Moest er om lachen, later,
want zelfs herinnering stemt mij niet droef.
Al schaterend schiep ik een klein bedrijfje,
waar de cliënt een mopje kan bestellen.
Ik schets maar voort. Ik kan ze niet meer tellen.
Bij dag of nacht ik bak een vrolijk schrijf je.
Al mijn agressies kan ik in dit vak
profijtelijk tot jeuk-poeder vermalen.
Maar zou ik daarbij wel de tachtig halen
Als dat gelukt, ben ik een monter wrak.
S. CARMIGGELT.
Uit: „Het jammerhout door Karei Bral-
leput", opgenomen in de Carmiggelt-
omnibus, Uitg. Arb. Pers, A'dam.
,l