Ondergrondsewerkzaamheid een der symptomen van vergaande modernisering mm Eeuwige stad krijgt eindelijk haar „Metro" en een lang verbeid gigantisch stadion BEVAARBAARMAKING VAN DE MOEZEL Ook morgen nog droog zonnig weer De Nederlandse humor beleeft sinds kort een rijke bloei m0m9St Nieuwbouw naast ruïnes Zaterdagse mijmeringen Krullen en kronkels van S. Carmiggelt HUMORIST 1 i i ZATERDAG 11 APRIL 1953 PAGINA 5 Rome, de Eeuwige Stad, verandert van aanschijn. Het is niet de eerste keer. Onder de bodem van het huidige Rome sluimeren vele andere Rome's: dat van de Middeleeuwen, van de latere Romeinse tijd, van de eerste Romeinse tijden, van het tijdperk vóór de Caesars. Wanneer er in Rome opgravingen worden gedaan, stuit het pikhouweel telkens op overblijfselen uit geheel verschil lende perioden. Maar zoals Rome thans verandert, zo is het in duizenden jaren niet veranderd. Mussolini's erfenis De Melropolitana Rome kan het moeilijk geloven In 1954 een feit? Reeds in vorige eeuw Het project dateert niet van vandaag of gisteren. Al in de vorige eeuw vroeg een Franse maatschappij een concessie aan, om in Rome een ondergrondse spoorweg te mogen bouwen en exploiteren. Er wer den toen de nodige plannen uitgewerkt en aan de betrokken instanties voorge legd. Het vooronderzoek duurde zo lang, dat de buitenlandse maatschappij zich ten slotte terugtrok. Ze zag er geen heil meer in. Groter dan het Colosseum Voorzien in lang gevoelde behoefte llPSpfpS Observator BONN ZIET ER WEINIG HEIL IN Storings front bereikt Zondagavojid ons land 1 f s. carmiggelt Scherfjes waarheid Carmiggelt, een eerlijke kijker Het bijzondere van het gewone W aarheid-W oede Waarheid-icoede (2) Waarheid-tranen Stemmen hij volmacht ZIJ, DIE WEGENS lichamelijke toe stand of verblijf buiten hun woonge- meente vermoedelijk niet in staat zuilen zijn aan de verkiezing deel te nemen, kunnen gelijk bekend een ander laten stemmen bij volmacht. Men weet dat al lemaal wel, doch laat men niet verge ten bijtijds een formulier te halen op het secretarie der gemeente. Uiterlijk op IS Mei moet datdesbetreffende waar depapier worden ingeleverd. Elke stem is goud waard. Doe dus de moeite. Nog En morgen? HOUWELEN ONTSLUITEN EEN NIEUW ROME De Eeuwige Stad uordt gemoderniseerd. In de oude stad blijft veed behouden en menige ruïnedie elders reeds lang *011 zijn opgeruim stam er achter een keurig hek. W aarom zo n hek er om heen v af gebracht, begrijpt men eigenlijk niet. Want welke Romein zou het n ,,jn hoofd halen, zo n oud stuk Rome aan te tasten! Toch valt ook m de oude stad telkens weer een brok verleden aan de nieuwe tijd ten offer en zo pas viel weer het. verdwijnen van de beroemde tuin van de befaamde Villa Ludovisi te betreuren. Het was de mooiste tuin van Rome en dat wil heel wat zeggen. Maar vooruitstrevende Romeinen wensen er niet om te treuren. Ze zeggen terecht, dat indien b.v. in de Middeleeuwen en tijdens de Renaissance niet heel wat oude en gammele gebouwen waren afgebroken, Rome thans eenvoudig onbewoonbaar zou zijn: een labyrinth van steegjes en sloppen. Dus ook de binnenstad wordt steeds moderner. Intussen, het moderne Rome mani festeert zich vooral in de nieuwe Mijken. Een aantal ervan dateert uit de tijd van Mussolini. Doch na de jongste oorlog is er veel bijgebouwd. Talrijke openbare gebouwen zijn daar verrezen en er werden vele kerken gebouM'd, dank zij 's Pausen onvermoeibare streven, om het mo derne Rome te dien aanzien niet ten achter te doen raken bij het oude. Temidden van al het nieuwe trek ken inmiddels twee projecten de aandacht, die wel bijzonder aan tonen, hoezeer Rome meegaat in de moderne tijd. Rome krijgt een ondergrondse ofwel een ,,sub", zoals de Engelsen zeggen, of een Untergrundbahn (U), zoals bijv. de Ber- lijners hun ondergrondse tramnet noe men, ofwel een Metro, om met de Parij- zenaars te spreken. De Romeinen hebben het over hun „Metropolitana". Het is al een aantal jaren geleden, dat met de bouw er van begonnen werd en zo langzamer hand raakt de voltooiing ervan in 't zicht. De Romeinse ondergrondse zal het Ter mini Station, dat geheel gemoderniseerd is en een bijzonder imposante indruk maakt, met de wijk rond de „Esposizione" verbinden. Deze „Esposizione" had inder tijd de glorie van Mussolini's regering moeten worden, maar men heeft de bouw mooeten stopzetten en door de oorlog en Mussolini s val is er lange tijd niets meer van gekomen. De wijk van de „Esposizione" ligt ten Zuid-Westen van Rome en men zal haar, wanneer de „Metropolitana" klaar is, bin nen tien minuten kunnen bereiken, dwars onder heel Rome door. Slechts over een klein gedeelte, ongeveer driehonderd me ter, rijdt de „ondergrondse" dan in de open 'lucht, maar hij is door een beton- wand van de rijweg afgescheiden. Een kijkje in het reeds gereed zijnd gedeelte van Rome's ondergrondse „la Metropolitana", waardoor in Juni de treinen zullen daveren. De Romeinen kunnen het eigenlijk nog steeds niet goed geloven, dat de „Metro politana" ooit klaar zal komen. Want kort voor het uitbreken van de Tweede We reldoorlog hebben ze er al over horen pra ten, alsof hij ieder ogenblik in gebruik zou kunnen worden gesteld. In 1945 kre gen ze te horen, dat toch in ieder geval na een jaar het grootste project gereed zou zijn en men met een gerust hart zijn biljetten zou kunnen kopen. Rome zou dan wat ondergrondse vervoermiddelen betreft niet onderdoen voor Parijs, Lon den New-York, Berlijn en Moskou. Maar men hoorde opeens niets meer. In 1951 werd het gemoderniseerde lermini- Station in gebruik genomen en er weer klonken wederom optimistische klanken over de „Metropolitana". De Romeinen zijn goedhartig van nature en graag be reid, gunstige berichten te geloven, ook na het ondervinden van enkele teleurstellin gen. Ze zagen zich reeds ondergronds door Rome vliegen en hoorden de verschillende stations afroepen „Piazza Esquilino", „Via Lanza", „Colosseum", „Aventino" en „San Paolo". Iedereen raakte door het officiële opti misme er van overtuigd nog slechts en kele maanden. Toenwederom een diep stilzwijgen van hogerhand en niemand kon te welen komen, wanneer de „Metropolita na" dan toch eindelijk zijn poorten zou openen. Thans gaat Rome binnenkort een grote landbouwtentoonstelling houden. Bij de opening daarvan zal ook de „Metropo litana" in gebruik worden genomen, al dus de officiële optimisten. Maar de Ro meinen zijn nog een beetje ongelovig. Ze hebben te veel leergeld betaald. Toch moet het nu werkelijk waar zijn. Overi gens, ook weer niet helemaal waar. Im mers, in Juni, wanneer de landbouwten toonstelling geopend wordt, zal alleen nog maar het gedeelte van de „Metropolitana" in gebruik worden genomen, dat van het Station te Ostia naar het beginpunt bij de „.Esposizione" loopt. Het station bij Ostia is in de open lucht. De Romeinen kunnen daar echter reeds zien, dat er werkelijk schot in het enorme karwei komt. Trou wens, op tal van plaatsen dalen reeds trappen in de bodem van Rome af, naar een grote, onderaardse ruimte leidend. Het zijn weer de officiële optimisten, van wie de mededeling is, dat in de loop van dit jaar de trajecten tussen de verschillende Rome's nieuwe stadion aan de voet van de Monte Mario: het Stadio Olimpico, dat 80000 toeschouwers kan bevatten, die door 61 ingangen binnen kunnen komen. Het is groter dan het vermaarde Colosseum. stations stuk voor stuk in gebruik zullen worden genomen, zodat in 1954 Rome's on dergrondse absoluut werkelijkheid zal zijn. Belangrijke rol in stadsuitbreiding Rome's ondergrondse zal voor lopig slechts een lengte van zes kilo- i'men. Er komt dus geen wijdvertakt net, zoals in andere wereldsteden. Daartegenover gaat de „Metropolitana" in de stadsuitbrei ding een heel belangrijke rol spelen. Immers, Rome heeft zich tot nu toe naar alle kanten uitgebreid, behalve in de richting van de zee. Om de een of andere geheimzinnige reden leek een uitleg van de stad naar het Westen toe tot de onmogelijkheden te behoren. Mussolini hoopte met de bouw van een groot complex ten toonstellingsgebouwen voor zijn in ternationale exposilie, die in 1942 gehouden had moeten worden, de reeds genoemde „Esposizione", de grondslag voor een aantal nieuwe wijken te kunnen leggen. Hij vond het merkwaardig, dat de heuvels bij Rome werden volgebouwd, terwijl j op vlakke terreinen geen huis ver rees. De twee kilometer, die de men sen van de stad naar de wijken op de heuvels moesten afleggen, waren een heel wat moeilijker route dan de zes kilometer naar het vlakke veld. Hij liet ten behoeve van de expo sitie kilometers straat aanleggen, als- nede leidingen voor Mater en elec- 'nciteit. Tientallen milliarden wer den hieraan ten koste gelegd. En de ondergrondse zou de snelle verbin ding met de nieuwe woongelegen heid worden. Men hoopt nu, dat de voor de gebouwen van de expositie uitgegeven milliarden geen weggegooid geld zijn geweest. En inderdaad blijkt, dat verschillende grote ondernemingen thans belangstelling voor de grond bij het eindpunt van de onder grondse koesteren. Een tweetal publiceer de reeds plannen voor de bouw van enor me kantoren. De mensen, die daar wer ken, zullen er graag in de buurt wonen. Met de opening van de „Metropolitana" viert de Eeuwige Stad tevens haar uit breiding naar het Westen, naar de zee.. Het andere symptoom van het moderne Rome is het nieuwe „Stadio Olimpico" aan de voet van de Monte Mario. Het zal in totaal tachtig duizend toeschouwers kunnen her bergen: 55.000 zitplaatsen en 25.000 staanplaatsen. Het uitzicht is wij- wel onbelemmerd, de tribunes zijn drie verdiepingen hoog en het is groter dan het Colosseum! Eeii flink gedeelte van de zitplaatsen is over dekt. De tribune voor de eregasten en die voor de pers zijn ware sportieve paleizen. De pers krijgt o.a. de be schikking over een schrijfkamer met 200 schrijftafels. Er zijn voorts 100 telefoontoestellen. Ook voor het ge rief van het publiek is gezorgd. Tus sen de tribunes in bevinden zich niet minder dan 39 bars en voorts zijn er stands voor rookwaren en eet waren. De Romeinen zullen over enkele maan den, wanneer het Olympische Stadion in gebruik zal worden genomen, niet meer 's morgens om tien uur in de rij behoe ven te gaan staan, om bijtijds binnen te zijn en tevens verzekerd van een behoor lijke plaats,, in zoverre ze althans geen ge reserveerde plaatsen gekocht hebben. Niet minder dan 61 ingangen staan het publiek ter beschikking. Het stadion aan de Viale Tiziano is veel te klein en sinds lang werd er voor Rome gevraagd om een stadion, dat een verge lijking zou kunnen doorstaan met die van Florence, Milaan en Turijn en met buiten landse. Al in 1930 werd met de aanleg er van begonnen. Het zou heel groot, maar erg eenvoudig worden, zonder stenen of betonnen constructies. Aangezien het te midden van geboomte was geprojecteerd, kreeg het al direct de naam „Stadion der Cipressen". Maar het bleef noodzakelijk bij een plan. Het tempo van de uitvoering van dit plan begon veel op dat voor de „Metropolitana" te lijken. Mussolini begon met de bouw van een stadion, waarbij echter niet in de eerste plaats gelet werd op de mogelijkheid, om zoveel mogelijk toeschouwers te herber gen. Na de oorlog kwam er een project tot uitbreiding van dit stadion en daaruit is het huidige Olympische Stadion ge groeid, echter niet dan nadat verschillen de beloften weer ij del waren gebleken. Zo zou in het enorme Romeinse stadion de wedstrijd ItaliëEngeland plaats vinden. Maar in 1952 werd deze te Florence ge speeld en moesten de trotse Romeinen naar de bloemenstad trekken, teneinde deze vol spanning verbeide ontmoeting te kunnen aanschouwen. Nu zal Rome zelfs de Olympische Spe len kunnen herbergen, alhoewel daarvan nog lang geen sprake kan zijn. Het voelt zich thans echter ook in sportief opzicht de modernste stad van Italië. Bij het Termini Station is reeds een ingang voor de ondergrondse gereed. Hier vandaan zal men eerlang in tien minuten ondergronds door Rome kunnen snellen. De handelskamers van Trier en Koblenz hebben thans een krachtig pleidooi ge houden voor de bevaarbaarmaking van de Moezel, M'aardoor een scheepvaartweg van de Rijn naar het industriebekken van Lotharingen zou worden verkregen. Van Franse zijde is de Bondsregering uitgenodigd tot een overleg over de uit voering van zulk een kanalisering, doch in Bonn ziet men weinig heil in het plan, vooral nu overeenstemming is bereikt over een electrificatie van de spoorweg tus sen het Ruhrgebied en Lotharingen. De argumenten der tegenstanders van het ka naal zijn echter volgens de opvatting van de handelskamer van Trier gebaseerd op onjuiste verwachtingen over 't transport, dat op een bevaarbare Moezel kan wor den verwacht. In Trier gelooft men, dat de Moezel jaarlfjks 1,4 millioen ton vracht zou kun nen verzetten, aangenomen dat de eco nomische grenzen zullen komen te ver vallen en dat de Moezelscheepvaart het gehele jaar door volledig in emplooi zou zijn. De handelskamers van Trier en Ko blenz hebben de mening geuit, dat in de officiële Duitse beoordeling te weinig aandacht wordt geschonken aan de mo gelijkheden tot energiewinning en tot ont wikkeling der Moezelstreek, die het plan zou bieden. Zo zou alleen het gebied van Koblenz voor een jaarlijks transport van 600.000 ton op het kanaal kunnen zorgen. Met de werkzaamheden tot bevaarma- king van de middenloop van de Wezer zal spoedig worden begonnen. In de loop van dit jaar zullen aan dit werk achttien mil lioen mark worden ten koste gelegd. De voor de uitvoering van het werk gestich te maatschappij Middenwezer is dezer dagen in het handelsregister van Hanno ver ingeschreven. Het K. N. M. I. deelt mede NA het wisselvallige en buiige weer type van de Paasdagen, kwam ons land meer en meer onder invloed te staan van hogedrukgebieden, waardoor het weer een geleidelijke verbetering on derging. Weliswaar veroorzaakte een sto ring boven Frankrijk Donderdag veel be wolking en in het Zuid-Oosten van het land zelfs enige regen, maar deze trok gisteren snel weg naar het Middellandse Zeegebied, zodat gistermiddag in het gehele land de zon weer scheen. De tem peraturen bleven echter nog vrij laag ten gevolge van de schrale Noord-Oosten wind, die koude lucht van Scandinavië uit aanvoerde. Tegen de avond ging de wind liggen, zo dat bij heldere hemel een flinke daling van de temperatuur optrad en plaatselijk zelfs 1 a 2 graden vorst voorkwam. Het gebied van hoge luchtdruk, dat ons zich een nu fraai weer bezorgt, verplaatste vannacht naar Duitsland, hetgeen draaiing van de wind naar Zuid-Oost of Zuid tengevolge had. Hierdoor komt aan de aanvoer van koude lucht tijdelijk een einde, zodat de temperaturen weer gelei delijk hoger worden. HET mooie weer M'ordt echter bedreigd door een actieve depressie ten Wes ten van de Britse eilanden, die in de richting van midden-Noorwegen trekt. De storingsfouten van deze depressie be reikten vanmorgen de Ierse kust. Zii zullen in de loop van vandaag en mor gen over de Britse eilanden naar 't Oosten trekken, maar ons land naar alle waar- schjjnljjkheid niet vóór morgenavond be reiken, zodat ook voor morgen nog droog weer verwacht mag worden. De wind zal echter uit het Zuiden gaan aanwakkeren en ook de beu'olking zal geleidelijk toe nemen. Wanneer men de boekenproductie van de laatste jaren overziet, is men bijna geneigd, met een variant op een bekende spreekwijze, te zeggen: „Élke tijd krijgt de schrijvers die bij nodig beeft". Want op elke lijst van te verschijnen boeken kwamen romans, novellen en gedichten met humoristi sche inslag voor. In deze dagen van onzekerheid en spanning ontbloeide in ons land een rijke, bijna 011-Nedcrlandse humor, die niets meer van doen beeft met de overdreven Hollandse lol van vroeger. De spanning bleek zich voor een goed deel te ontladen in een wijze en speelse luchthartigheid. We hebben geleerd een beetje met ons zelf te spotten en al onze gewichtig heid goedmoedig in bet belachelijke te trekken. Nu is bet ook weer niet zo, dat de Nederlandse literatuur opeens 'n speels karakter beeft gekregen er zijn nog genoeg zwaarwichtige en in enkele gevallen zelfs moerassige voortbrengselen over om haar in de plooi te houden. Het is lang een echt Nederlands trekje geweest, dat de schrijvers toch vooral serieus genomen wilden worden. Er kon nauwelijks een lachje op overschieten. Thans bestaat er tenminste een zeer gunstig tegenwicht. Sinds de zogenaamde „Falklandjes" van Herman Heijermans zijn we al een beetje anders gaan denken over 't ongeschreven axioma, dat het humoristische genre geen kunst met een grote K zou kunnen zijn. Nu was hét wel zo. dat slechts heel weinig prestaties van Nederlandse schrij vers aanleiding gaven om daarvan af te stappen. Maar in de sombere jaren, die aan de tweede wereldoorlog voorafgingen, meldde zich opeens Hertriëtte van Eyk met haar onweerstaanbare humor. Haar „De kleine parade" bracht een volkomen nieuw geluid. Henriëtte van Eyk, die een jaar of tien de alleen-vertegenwoordigster van een superieure klasse van humor is gebleven, heeft werkelijk het Spits afgebeten voor haar latere broeders en zusters in de kunst maar zij heeft het hun tevens niet gemakkelijk gemaakt, met haar eigen werk van zulk een hoog gehalte als toetssteen Deze schrijfster heeft afdoende afge rekend^ met de uitbundige grappen makerij, die lange tijd ais het toppunt van Hollandse humor werd beschouwd. Zij heeft met haar fijnzinnige, vaak subtiele geestigheid zowel in de gang van haar verhaal, in de situaties die ze schiep, als in de wijze van uitdrukking Ik schets maar voort een genre in onze letteren gebracht, dat er niet meer uit weg te denken zou zijn zonder een opvallende leegte achter te laten. Graag gebruikt mevrouw Van Eyk een vertelvorm, die aan het sprookje doet denken dat wonderlijke grensgebied tussen werkelijkheid en droom, die ee.n geheimzinnige wisselwerking op elkaar uitoefenen, zodat 't onmogelijke als reali teit aanvaard kan worden en het „ge- M'one" een tikje geheimzinnigheid krijgt. Ook haar laatste roman. „De jacht op de spiegel" (Arb. Pers. Amsterdam) is zulk een verhaal. Men stelle zich de kostelijke situatie voor, die de schrijfster schept. „Er was eens een land zonder spiegels", zo begint ze. De bewoners van dit land hadden „kijkers", dat waren mannen, die naar hun opdrachtgevers kenen en vertel den wat ze zagen. Of liever: wat ze wis ten, dat hun opdrachtgevers graag wilden, dat ze zagen Hoe rijker de mensen wa ren, hoe meer „kijkers" ze in dienst had den. Men begrijpt de gevolgen: vleipartijen zonder einde; vooral de koning, die de meeste „kijkers" in dienst nad, werd van minuut tot minuut misleid door deze „ogendienaren". Maar opeens dreigde dit hele wereldje ineen te zullen storten, want er was een jongen van de maan naar beneden gekomen en die had een spiegel bij zich een spiegel, dat betekende in dit land: de zuivere, onverbloemde waar heid. Natuurlijk ontspon zich een strijd om de spiegel tussen hen, die iets van het bestaan ervan te vrezen hadden en de genen, die de waarheid onder ogen kon den en durfden zien. De spiegel ging -enslotte aan scherven, maar deze von- ien haar weg door het land en er kwam een einde aan de heerschappij van de vleierij en de onwaarachtigheid. Een boeiende fantastische roman zin vol als het goede sprookje behoort te zijn. Want niet alleen de bewoners van „dat verre land" wordt om in de termen te blijven een spiegel voorgehouden, maar ook ons! Wie zien wil, zal een wijs lesje opsteken. Maar ook wie niet zien wil, zal van dit charmante boek genieten. Overigens: er zijn behalve lieden die niet willen zien, ook mensen die zelf niet kunnen zien die niet het bijzondere kunnen zien in de doodgewone dingen om hen heen, in de kleine feiten van alledag. Dat is niet iedereen gegeven en het is nochtans een hebbelijkheid, die tenmin ste „krullen en kronkels" aan het leven geeft en het wat plezieriger maakt. Voor de mensen, die deze gave niet be zitten, zou een eerlijke „kijker" niet eens zo gek zijn. In een wereld vol spiegels (ma,ar helaas evenzeer vol vleierij) zou zulk een „kijker" een verre van gernax- kelijke taak hebben: hij gaat spreken da waar het zwijgen van de spiegel 4 „fotografisch realisme"begint. Hij1 is niet een soofj lachspiegel, die ons doet lachen om onze eigen caricaturen, ™aar méér nog om die van onze lieve mede mensen! O neen, de ideale ..hjker va vandaag vertekent de waaiheid niet n j „verschuift haar alleen maar een tikje Dit laatste woord is van S. Carmig gelt onze ideale Nederlandse „kijker die ermee zijn eigen werkwijze volledig he°ft aangeduid. Carmiggelt heeft het bestaan (en doet het nog) om dag-m, dag-uit een stukje te schrijven een geestigheidje, een kleine waarheid, een simpele wijsheid, een plagerij, een spot ternijaltijd raak en fris. Zijn stof blijkt onuitputtelijk, niet omdat hij zo veel méér beleeft dan andere mensen, maar omdat hij zo héél veel meer ziet. Wie „Poespas" (Arb. Pers) leest, wordt op vermakelijke wijze beziggehouden met de „belevenissen" van de schrijver met zijn poezen. Bijzondere belevenissen? Ach neen, maar wel bijzonder is de wijze waarop ze gezien en verteld zijn. Zijn het bijzondere poezen soms? Ook niet, want „DE WAARHEID" gaat dik doen, want ze zit met de Russische politieke manoeuvres wel wat te kijken. Volgens het blad is er niets aan de hand. Het blad merkt op: Bladen hebben de schurkachtige brutaliteit om, geheel in de lijn van hun weerzinwekkende schrij verij bij Stalins dood, een tegenstelling te verzinnen tussen de politiek van deze grote strijder voor vrijheid en gelijkheid en die van zijn strijdmakkers die nu de Sovjet-Unie zonder hem besturen." Dat is dus zoveel te erger voor de enthousiastelingen, die hoge verwach tingen durven koesteren. DE SCHRIJVER van bovengenoemde verklaring Marcus Bakker raasde verder nog Het teas Stalin, die de grondwet der USSR schiep, dat prachtige docu ment dat de vrijheid waarborgt. En het was Stalin die de partij en de arbeiders klasse leerde, de critiek en de zelfcritiek te hanteren in het belang van de voor uitgang zonder aanzien des persoous. De vredespolitiek van de Sovjet-Unie en de ivaakzaamheid voor de ontplooi ing van recht en democratie in het land ze zijn schitterende voorbeelden van de toepassing van de theorie van het communisme. Recht en democratie schitterende voorbeelden van toepassing van de theo rie. Bakker bakt ze nu teel erg bruin. DE P.v.d.A.-MINISTER Mansholt heeft in Zierikzee verklaard, dat Schouwcn- Duiveland herkaveld moet worden en dat de kleine onrendabelebedrijven dienen te verdwijnen. Minister-hereboer Mansholt heeft er dus geen twijfel aan laten bestaan, dat hij van de watersnoodramp gebruik wil maken om het landbouwbedrijf te ..sa neren", zoals dit.met een mooi woord in het. PvdA-program „De weg naar de Vrijheid" wordt genoemd Voor de kleine boeren van Schouwen- Duivéland is deze weg naar de vrijheid de weg naar de verbanning. Aldus huilt „De Waarheid in een ander bericht. Sta linisten of Malenkovisten zijn toch wel de laatsten, die gezien de Russische ..herkaveling" in het boerenland der sov jets. waarbij elke boer staatsambtenaar 'werd op dit beleid aanmerking zou den mogen maken. dat zwartje van Carmiggelt doet ons tel kens denken aan Mollie, onze witte poes. Alleen.wij zagen dat zo niet allemaal en zouden het zeker niet zó kunnen ver tellen. Met kinderen is het precies eender, dat bewijst het verrukkelijke boekje „Klein beginnen". Dit bundeltje schetsen^ is te zamen met „Honderd dwaasheden", „Al lemaal onzin" en „Het jammerhout" uit gegeven onder de titel Carmiggelt-omm- bus bij de Arb. Pers te Amsterdam- Het boek werd ingeleid door Wim Kan en door Charles Boost geïllustreerd met vele en rake tekeningen, die goed by de tekst aansluiten. Deze lijvige bundei ziet er zeer H vandaag dan fraai uit en werd dan ook tot een van de vijftig best verzorgde boeken van 1951 ge rekend Méér dan honderd en vijftig schetsen plus nog een dertigtal verzen, die men niet moe wordt te lezen en te herlezen. Dat komt niet alleen door de verrassende en verkwikkende „grappigheid die de mppste ervan zo onweerstaanbaar maakt; immers, ook tragische en bittere dingen vallen maar al te vaak buiten wat de nuchtere spiegel ons te zeggen heeft en die dus aan de „kijker" overgelaten, door Carmiggelt ook verteld worden als on vermijdelijke en onwegdenkbare facet ten van het gewone dagelijkse leven, dat in zijn werk is samengebald. MORGEN IS het weer Zondag. Der halve offeren voor de nieuwe kerken ten bate van het geloof, dat overeen komstig St. Joannes' woord in het epistel de zegevierende macht is, tcaar door de wereld overwonnen wordt. Het evangelie brengt de geschiedenis van de ongelovige Thomas. Nog actueel. Want er zijn nog genoeg van die lieden. Overigens een heerlijke Zondag met een gelaat van iemand, die gelooft in de Zoon van God. Let wel, dat zulks niet zó eenvoudig is. Als kttaap heb ik mijn eerste grap verzonnen. Mijn moeder riep: „Dat wordt een humorist!" De brave vrouw, zij heeft zich niet vergist: een schelmse carrière was begonnen. O, in de aanvang ging 't somtijds stroef en viel de kwinkslag tvel eens in 't water. Die vroege gein! 'k Moest er om lachen, later, want zelfs herinnering stemt mij niet droef. Al schaterend schiep ik een klein bedrijfje, waar de cliënt een mopje kan bestellen. Ik schets maar voort. Ik kan ze niet meer tellen. Bij dag of nacht ik bak een vrolijk schrijf je. Al mijn agressies kan ik in dit vak profijtelijk tot jeuk-poeder vermalen. Maar zou ik daarbij wel de tachtig halen Als dat gelukt, ben ik een monter wrak. S. CARMIGGELT. Uit: „Het jammerhout door Karei Bral- leput", opgenomen in de Carmiggelt- omnibus, Uitg. Arb. Pers, A'dam. ,l

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 5