Sjef van Dongen mende honden en werd burgemeester Verbruik van bloemen en planten vermindert in Nederland 57e lijst van slachtoffers Missionaris moet 'n strateeg zijn Overdracht van landbouwgronden zoveel hoof den, zoveel zinnen Gratis toegangsbewijzen voor eeuwfeestviering II Dr Verhage opent vergadering Ned. Bloemisterij KARDINAAL-LEGAAT WORDT PLECHTIG ONTVANGEN Wetsontwerp ontmoette nogal felle tegenstand Van Spitsbergen naar Aardenburg Eens snelde hij in ijswoestijn schipbreuke lingen van de „Italia" te hulp. Ihans helpt hij bij leniging van de watersnood in Zeeland Mgr Lucas legt eerste steen Drama's tijdens hulp verlening K.A.B.-Limburg komt op voor grensarbeiders Missiologische week in Nijmegen Overzicht Tweede Kamer „Spelen met overheids- Alle parochies moeten vertegenwoordigd zijn gezag mm WOENSDAG 15 APRIL 1953 PAGINA 5 Gehoor aan de eerste oproep Sjef van Dongen zwoegde T riomftocht In Aardenburg DREISCHOR FIJNAART 's-GRAVENDEEL KRUININGEN nieuwerkerk OUDE TONGE STAVENISSE STELLENDAM zierikzee Afzet naar buitenland bevredigend Integratie Europese markt Afzet en productie niet in evenwicht JONGETJE VERDRONKEN n „Geen bevriezing van de prijzen Voorschriften zijn niet na te leven Voorstel tot beperkte duur Te weinig geschoolden Mgr Lucas uit Haarlem, Apostolisch Internuntius in India, heeft de eerste steen gelegd voor het pauselijk seminarie, dat te Poona, in India, wordt gevestigd. De bouwwerkzaamheden zullen ongeveer 2 jaar in beslag nemen, doch dan is er ook ruimte geschapen voor de opleiding van 600 priesterstudenten. Met de bouw is een bedrag gemoeid van anderhalf mil- lioen gulden. (Van onze speciale verslaggever) ET gebeurde in een periode, waarvan Winston Churchill later schrijven „The world was starving for colour". Met andere woorden: de mensen hunkerden natar wat fleurigheid, naar romantiek en avontuur. De eerste Wereldoorlog was achter de rug, maar men kon niet meer wennen aan de betrekkelijke eentonigheid van het leven van vóór 1914, toen velen naar andere landen trokken om daar het grote avontuur te zoeken. Hier te lande werden we uit de dagelijkse sleur opgeschrikt door het be richt, dat een NederlantVe jongen zich met zijn liondenspan op weg had begeven in de barre ijswoestijn van bet hoge Noorden, om daar te zoeken naar de opvarenden van het vergane Italiaanse luchtschip „Italia". Van de Noordkaap op Spitsbergen uit had bij het aangedurfd, zich op het eeuwige, zich steeds in gevaarlijke Ireweging bevindende pakijs te wagen, op zoe naar schipbreukelingen uit de lucht, van wie zo pas bekend was gewoi en, waar ze zich ongeveer bevonvlen. sor Malmgren. die tot de deelnemers be- hoorde probeerden, te voet het vasteland te bereiken. Een onderneming, tevoren tot mislukking gedoemd en die aan de professor het leven kostte. Na twee en een halve week bereikte Sjef van Dongen met zijn gezel, kapitein Sora, de plek, waar de schipbreukelingen zich ongeveer moesten bevinden. Die wa ren inmiddels reeds gered door de „Kras- sin". Hij zag het heel in de verte gebeu ren en door de rookwolken van de sire nes van de „Krassin" wist hij, dat zijn hulp niet meer nodig was. Maar nu had hij zelf hulp nodig. Hij en zijn metgezel hadden reeds enkele honden opgegeten. De „Krassin" ver wijderde zich. Met z'n tweeën bleven ze .in de, ijswoestijn achter. Ze beschikten n iet over verbindingsmiddelen met de bewoonde wereld. Langs dezelfde weg tavugkeren leek een wanhoopspoging. Ga lukkig, op het laatste ogenblik wer den Van Dongen en Sora door Zweedse vlieyeniers ontdekt. Die wisten met hun kleine vliegboten in een wak te landen eai hoogst gevaarlijke onderneming en ze brachten 't tweetal veilig naar Kingspay aan de Noordkaap. ONGEVEERDit betekende niets anders dan enkele stippen in 'n ein deloos gebied. Maar de Nederlandse jongen schrok er niet voor terug en v?" eens werd hij uit de totale onbekendnrai van een bijna vergeten nederzetting bP Spitsbergen, waar de Nederlandse SpitsV bergen Maatschappij nog een claim hact i. ROALD AMUNDSEN omgekomen bij poging om Nobile te redden. op een kolenmijn, in het centrum van de wereldbelangstelling geslingerd. Hij zwoegde moeizaam voort, samen met een Italiaanse kapitein van de Alpen- Jagers, ,Sora genaamd, die zich bij hem had aaingesloten, doch alleen ervaring had in het beklimmen van bergen en 't over trekken van gletschers. Een derde, de Deen Varming, had moeten terugkeren, omdat sneeuwblindheid hem het verder trekken in de witte hel onmogelijk maakte. De Nederlandse jongen heette Sjef van Dongen. Hij werd een der hoofdrolspelers in het drama rond Nobile's Noordpool expeditie met het luchtschip „Italia", dat onderweg plotseling begon te dalen, waar door de voorste gondel eraf geslagen werd en op het ijs stortte. Het luchtschip dreef verder. Men hooft nooit meer iets van de opvarenden gehoord. De inzitten den van de afgebroken gondel kampeer den wekenlang op 't ijs.. Met veel moeite slaagde eem monteur er in, een primitief radiozendartje in elkaar te )zetten. Hij seinde en seinde, lange tijd tevergeefs. Tot een arnateur-marconist ergens in Ar changel, zijn zwakke tekens opving en de wereld kond kon doen, dat er zich nog overlevenden van de „Italia" bevonden ergens ter hoogte van het Foyen-eiland. Sjef van Dongen gaf direct aan de eer ste oproep taé hulpverlening gehoor. Hjj was een der weinigen in de omgeving, die in staat waren over het Pooiqs te trekken. InmSödels werden overal hulp expedities uitgezonden, die wellicht te laat zouden luimen. Het ene drama volg de op het andere. Drie Fransen stortten met hun vliegtuig in zee, de beroemde ontdekkingsreiziger Roald Amundsen startte eveneens met een vliegtuig. Hü is óók in zee gestort en jammerlijk om het leven gekomen. De wereld verloor er een groot man door. Later zou de Ilaliaan.se vlieger Maddalcma, die na de aanwijzin gen van de man in Archangel de schip breukelingen had ontdekt, op de terug- Weg naar het vaderland ergens in Frank rijk verongelukkien, doordat hij tegen een telefoondraad vloog. Ondertussen, terwijl heel de wereld in «panning verkeerde en het ene bericht het andere opvolgde, zwoegde Sjef van Dongen daar op^ t ijs. Twee en een halve week draafde hij langs zijn span, met in spanning van alle .krachten trachtend de schipbreukelingen le bereiken. Hij wist niet dat vele kilometers verder een Sov jet-Russische ijsbrefcer zich door het ijs Werkte en enkele mennen van de Nobiie- expeditie, geleid door de Zweedse profes- Sora en Van Dongen na hun redding uit het pakijs. Toen beyon voor Sjef van Dongen een triomftocht NEEN, zAgt de edelachtbare heer J. M. A. C. van Dongen, burgemeester van Aardenbvirg, die triomftocht heeft b(j mij minder herinneringen achtergelaten, dan het terugkeren, als jongen van 22, in de bewoonde wereld. Natuurlijk ik ben nog steeds danktbaar voor de enthousiaste ontvangst, mij ieen door mijn landgeno ten bereid, maar vdie eerste indruk is nog steeds onvergetelijk gebleven. In geen vijf jaar had ik een boom ge zien. Alles, wat de bewoonde wereld biedt, was me vreemd en onwennig ge worden. De radio had een geweldige sprong gemaakt. Op Spitsbergen zag ik nauwelijks mensen, want mijn naaste buur woonde tachtig kilometer verder. In de Poolwinter is dat geen afstand voor 'n buurpraatje. Geen woniler, dat de wereld mij een wonder toelcek'.. We zitten in het gloednieuwe, pittoreske gemeentehuis van de gersieente Aarden burg in Zeeuwsch-Vlaandecen, die ook de dorpen Eede en. Sint Kruite omvat. En burgemeester Van Dongen stchuift als het ware de herinneringen weg. Het is hem werkelijk overvallen, dat het jiu al weer vijf en twintig jaar geleden ik, sinds het drama rond Nobile's expeditie» een aan vang nam. Na zijn terugkeer .in Neder land is hij hard aan het werk geyaan. Dit is trouwens zijn tweede natuur: hard wer ken. Inplaats van over het verleden te praten, spreekt hij liever over het heden en zijn werk hier in Aardenburg en dat in Zeeland. Toch even, een glimlach. Dezer dagen kreeg hij bezoek van oude kennissen. Die hadden de Noorse vlag bij zich, welke eens de auto dekte, waarmede hij Arn hem binnenreed. Toch wel aardig. De vlag was door de kennissen zuinig bewaard,, maar ze vonden het achteraf toch beter, haar mee te brengen naar Aardenburg. In Aardenburg is burgemeester v. Don gen zijn tweede ambtsperiode ingegaan. Hij heeft de herbouw van het oude, histo rische stadje geleid, zit echter nog met een geduchte woningnood, vooral nu eva- cué's uit Zeeland ook hier zijn onderge bracht. Hij voert ons in zijn volkswagentje door de landouwen van zijn 5000 H.A. grote gemeente met haar 4100 inwo ners, de grootste van West-Zeeuwsch- Vlaanderen. Trots is hij op 't recreatie oord met sportvelden, tennisbanen en zwembassin, een bezienswaardigheid in deze contreien. Nog trotser is hij op de coöperatie van vlassers, door hem opge richt. Met voldoening vertelt hij, voor zitter te zijn van een schoolbestuur, dat spoedig een nieuwe R. K. H.B.S. gaat bouwen, in Oostburg. En dan praat hij over zijn werk als secretaris van de Stichting Watersnood Zeeland 1953, dat hem naar alle delen van de provincie voert en uiteraard in het bijzonder naar de getroffen gebieden. Als vertegen woordiger van de Commissaris van de Koningin in het Rampenfonds heeft hij zijn aandeel in de financiële hulpverle ning en in de Opbouwstichting Zeeland voor maatschappelijk en cultureel werk speelt hij eveneens een rol. Van Spitsbergen naar Aardenburg Er liggen vijf en twintig jaren tussen. Sjef van Dongen kwam naar 't vaderland terug. Hij bleef er, omdat de onderneming op Spitsbergen opgeheven werd. De claim is in 1934 aan de Russen verkocht. Hij vond zijn weg. Voor hem is 15 April de dag, waarop een tragedie begon, welke de wereld even stil maakte, een gedenk- datum, die overschaduwd wordt door het gedenken van een enorm leed, dat zijn provincie getroffen heeft. Naar het K.N.P. verneemt zal de Patkse lijk Legaat bU de Kromstafviering, Z.Öm. J. E. Kardinaal van Roey, op 16 Mei te I» uur 's morgens per auto aan de Neneiv landse grens btf Goirle arriveren. Bij zijn aankomst op Nederlandse bodem wordt hij begroet door de Commissaris der Koningin van Limburg en voorzitter van het presidium der Stichting 1853-1953. dr F. J. M. A. H. Houben, de Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, prof- dr J- E- de Quay, de burgemeester van Goirle, geestelijkheid en bevolking. Van Goirle vertrekken de Legaat en de autori teiten over Tilburg en Den Bosch naar Utrecht. De burgemeester van Utrecht, jhr mr C. J. A. de Ranitz zal de Kardinaal om 12 uur aan de grens van de gemeente verwelkomen. De Kardinaal-Legaat en zijn gevolg rijden vervolgens via de Adriaan van Ostadelaan, het Wilhelmina- park en de Ramstraat naar het versierde Aartsbisschoppelijk Paleis aan de Malie baan. Om 8 uur 's avonds volgt dan de ker kelijke ontvangst en de overhandiging der geloofsbrieven in de kathedrale Kerk te Utrecht. Deze plechtigheid wordt vandaar «t!?m!ïreetC®,.uit£ez°hden naar het reeds gevulde stadion waar om 9.15 uur de Kar- K-TrlfimtL gevolg omstuwd door de de. "^waardigheidsbekleders, zijn plechtige intocht zal houden. 1 .Int?rn\atichureau van het Neder- landsche Roode ruis heeft de 57e lijst van gebo gen en geïdentificeerde slachtoffers van de watersnood uitgegeven. Deze luidt als volgt: Bal, Gerrit, geb. 11-8-31 te Dreischor, 1 L iSf8; Langeweg P 87; Bal, Jan, geb. 29-4-90 te Bruinjss€) laatste adres: Langeweg P 87IJzerman, Cornells Mari- nus, geb. 29-10-25 te 's Heer Arendskerke, laatste adres: p 6; IJzerman-De Jonge, Maria Neeltje, geb 2-5-24 te Kapelie, laatste adres: P 6. Van Mourik, Petronella geb. 25-5-45 te Fijnaart, laatste adres: D 175. Tak-Verheul, Gijsbertha, geb. 11-2-11 te Papendrecht, echtgenote van Arie Jacob Tak, laatste adres: Molendijk 63. Boone-Zuijdweg, Helena Adriana, geb. 27-11-02 te Yerseke, echtgenote van Lau- rus Boone, laatste adres: Polderweg 10. Bom, Jan, geb. 19-4-77 te Nieuwerkerk, laatste adres: Weststraat 33; Faassen, Wil- helmina Cornelia, geb. 14-9-05 te St Philipsland, laatste adres; Kempensweg 380; Sies, Simon, geb. 1-8-20 te Nieuwer kerk, laatste adres: Molenstraat 141. Jochems-Tuns, Cornelia, geb. 30-3-13 te Oude Tonge, laatste adres: Jozefsdreef 5; Kamp-Noteboom, Adriana Strijntje, geb. 24-4-12, laatste adres: B 65. Mol, Jacob Arie, geb. 17-10-51 te Stave- nisse, zoon van Marinus Mol en Dina Corn. Joh. de Graaf, laatste adres: Kerk straat A 306a. Van Seters-Boshoven, Tannetje, geb. 31-1-06 te Goedereede, laatste adres: Voor straat 90. Boot-Van der Stolpe, Anna Marina, geb. 1-5-85 te Nieuwerkerk, laatste adres: Prov. Straatweg D 545. In de lieden gehouden vergadering van de „Vereniging de Nederlandse Bloemisterij", hield de voorzitter dr A. J. Verhage, een openingsrede, waaraan we het volgende ontlenen: In een tijd als deze, waarin niet al leen in onze branche de omzet steeds meer dreigt terug te lopen, vormt het afzetprobleem wel een van onze groot ste zorgen. Wanneer wij de afzet van bloemisterijproducten bezien dan is speciaal de afzet in het binnenland dat gene, wat het meeste zorgen baart. Nauwkeurige cijfers hierover zijn niet ter beschikking, maar alle tekenen wijzen er op, dat het verbruik van bloemen en planten in Nederland zelf vermindert. Dit betekent, dat wij geen gelegenheid onbenut mogen laten om de schoonheid van onze producten aan de Nederlandse bevolking voor te leg- Eteontwikkeling bewijstdat de bloe misterij in haar geheel hiervan door drongen is. Afgezien van de verhoging van de voor onpersoonlijke reclame be schikbare fondsen, wijzen de vele ten toonstellingen, corso's en andere bloe- menfeesten er op, dat men doordrongen is van het belang hiervan. In dit ver band mag spr. niet onvermeld laten dat de Commissie voor de onpersoonlijke reclame in samenwerking met het Aalsmeers' Bloemencorso stappen heeft gedaan om het organiseren van bloemen- festjjnen te bevorderen, niet door het geven van financiële bijdragen, maar door het ter beschikking stellen van er varing en organisatietalent aan allen, die een plaatselijk bloemenfeest, in welke vorm ook, willen organiseren. Deze nieuwe stap, die alleen ten doel heeft bevordering van het gebruik van bloe men en planten in het algemeen is g - deeltelijk een experiment. Laten wij hopen, dat dit expenment er t0ejml b|l dragen om het binnenlands verbruik weer omhoog te brengen want nood mogen wij vergeten, dat dat verbruik voor de bloemisterij in haar geheel d. pijler is, waarop het bedrijf rust. De afzet naar het buitenland heeft on danks de vele moeilijkheden die onder vonden werden, zich voor die omstandig heden bevredigend kunnen ontwikkelen. Een exportstijging van snijbloemen en bloemisterijplanten van f 18.500.00U, naar 21.500.000,— bewijst dit. Toch zou, wanneer inderdaad de verzorging van buitenlandse markten van bloemen en planten even goed zou kunnen zijn als in ons eigen land, deze export nog aan zienlijk groter kunnen zijn. Het consta teren hiervan draagt echter niet in het minst bij tot de oplossing van de moei lijkheden die momenteel worden onder vonden. De te straffe contigenteringen in enkele onzer belangrijkste afzetge bieden, met name in Duitsland en En geland, ontnemen ons mogelijkheden, ten nadele van de bevolking aldaar, maar op langere termijn gezien, ook tot na deel van de daar gevestigde bloemisterij, want zowel onze buitenlandse collega's als wij zullen op de duur profiteren van een zo hoog mogelijk opgevoerd gebruik van onze producten en een nadelige weerslag ondervinden wanneer dit ge bruik kunstmatig, o.m. door een te strakke contingentering, wordt geremd. Om deze reden is verheugend, dat lan den als Zweden en Italië de invoer onzer producten van deze straffe banden heb ben verlost. In 'het bijzonder denkt spr. ook aan Frankrijk, dat een zeer eenzij dige politiek voert en waar de bloemen markt op langere termijn gezien, ook ten nadele van de Franse tuinbouw, daardoor onvoldoende kan worden ver zorgd. Laten onze buitenlandse collega's toch niet vergeten, dat een zo groot mo gelijk sortiment en een zo regelmatig mogelijke aanvoer het bloemenverbruik ten zeerste stimuleren. Aan de andere kant mogen wij niet vergeten, dat zowel bij een geliberali seerd handelsverkeer als bij beperkin gen het verstandige politiek is om in nauw contact met de buitenlandse orga nisaties van belanghebbenden een zo groot mogelijke rust op de buitenlandse markten te handhaven. Hierop is ook steeds onze politiek gericht en in geza menlijke besprekingen trachten wij tot een voor beide partijen gezond handels verkeer te komen. Een kwaliteitscontrole is voor een pro duet als het onze bijkans onhanteerbaar, maar ook zonder een verplichte kwali teitscontrole moet diep in ons bewustzjjn geworteld zijn, dat wij wel al het moge lijke moeten doen om te bereiken, dat slechts de allerbeste kwaliteit bij onze afnemers komt. Laten wij hierbij niet vergeten, dat men ook in het buiten land niet stilzit, maar dat men in be paalde afzetgebieden er ernstig naar streeft om de kwaliteit der producten eveneens hoger op te voeren. Slechts een open oog voor de gevaren, die ons hier dreigen, kan voorkomen, dat wij na ver loop van jaren zouden moeten constate ren een voorsprong te hebben verloren. De pogingen, die onze Minister van Landbouw, de heer Mansholt, heeft, on dernomen om tot een integratie van de Europese markt op agrarisch gebied te komen, hebben hun einddoel zelfs nog niet in zicht, zoals wel gebleken is in de jongste ministerconferentie in Parijs, maar ieder die zich in deze problemen heeft verdiept, zal het toch wel duidelijk zijn, dat Europa niet op de oude wijze kan voortgaan. Op ministerieel niveau zullen de pogingen tot een betere samen werking zeker worden voortgezet. Wü van onze kant kunnen de totstandko ming van betere internationale afspra ken bevorderen door in het overleg met onze buitenlandse collega's steeds voor ogen te houden, dat wij inderdaad "col lega's moeten zijn en dat ook wij er op bedacht moeten zijn om een goede sa menwerking niet te Verstoren door het scheppen van onrust in onze afzetgebie den. Eind vorig jaar is er een rapport uit gebracht door het Landbouw Economisch Instituut over de rentabiliteit van de Nederlandse bloemisterij. Dit rapport, resultaat van een gedegen onderzoek, geeft aanleiding tot grote bezorgdheid over de positie van de Nederlandse bloe misterij en hieruit blijkt, dat ook de stij ging van de export in de laatste jaren er niet voldoende heeft toe kunnen bij dragen om de Nederlandse bloemisterij op een zodanig peil te brengen, dat van bevredigende uitkomsten kan worden gesproken. Wanneer wij zien, dat een onderzoek over een 80-tal Aalsmeerse bedrijven, die representatief kunnen worden 'geacht voor de gehele Aal smeerse teelt, tot uitslag heeft, dat het gemiddelde ondernemersinkomen niet veel groter is dan het loon van een vol waardige arbeider en by het onder nemersinkomen is dan gerekend de rente van het geïnvesteerde kapitaal dan kan de conclusie geen andere zijn, dan dat afzet en productie niet in evenwicht zijn. Het constateren van dit feit houdt in, dat wü enerzijds moeten streven naar een beheersing van de productie, maar dat anderzijds getracht moet wor den om de afzet te vergroten. Aan deze afzetvergroting wordt reeds gedaan wat mogelyk is en wü zijn de Minister van Landbouw en de ambtenaren van zün Departement dankbaar voor alle steun, die hieraan gegeven wordt. Toch geeft dit rapport ons de vrü'heid om nog eens met meer nadruk aan te dringen op een vergroting van de afzetmogelijkheden voor onze producten, vooral bij het af sluiten van bi-laterale handelsverdragen. Het ligt aan onze vakgenoten om de ge schapen mogelijkheden ook metterdaad te benutten. De kwaliteit van het pro duct, maar ook de prüs zal dan een rol spelen. Vooral om het laatste dienen wü ons in georganiseerd verband er op te bezinnen of er mogelijkheden zijn onze kostprüs te verlagen, vooral door het in voeren van technische verbeteringen. (Van onze correspondent) De K.A.B. in Limburg heeft zich in een adres gericht tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. In dit schrij ven wordt gewezen op het ontbreken van een wederkerigheidsregeling tussen Ne derland en de Westduitse Bondsrepubliek wat betreft de ziekteverzekering. De Nederlandse grensarbeiders in Limburg verscheidene honderden, want de laatste tijd zün weer veel Limburgse arbeiders in de naburige Duitse grens gebieden gaan werken zün met hun ge zinsleden volgens de Duitse wetgeving verzekerd bij de Duitse Krankenkasse. Zij betalen daarvoor een premie, welke evenals in ons land op het loon wordt ge kort. Door administratieve rompslomp is verrekering door Nederlandse artsen en ziekenhuizen met de Duitse Kranken- kassen zeer omslachtig. Het gevolg is, dat vele doktoren en verscheidene zieken huizen de betrokken arbeiders en hun ge zinsleden slechts tegen betaling behande len. Dit verplicht de arbeiders, in Neder land een verzekering af te sluiten bij een ziekenfonds hier te lande, zodat zij zowel hier als in Duitsland premie betalen. De K.A.B. wijst er op, dat de Neder landse ziekenfondsen in deze een veel soepeler houding aannemen voor Duitse arbeiders die in ons land werkzaam zijn. De besturen van de Nederlandse zieken fondsen en de Krankenkassen zijn in deze zaak reeds tot een vergelijk gekomen waaraan echter de Duitse regering niet wil medewerken. De K.A.B.-Limburg ver zoekt daarom de minister te willen be vorderen dat in het belang van deze arbei ders en van de volksgezondheid in deze een wederkerigheidsmaatregel met Duits land tot stand kome. JJ het algemeen onderwerp dat op het ogenblik op de Missiologische Week in Nijmegen een punt van bespreking uitmaakt. Een driehonderdtal missiologen, onder wie zeer vele missionarissen, wa ren gistermiddag bij de opening in het parochiehuis van Slichtenhorststraat aanwezig toen mgr prof. dr Alph. Mul ders het openingswoord sprak, waarin hij drie missie-bisschoppen begroette. Het waren mgr C. Bronsveld W.P., pas voor kort benoemd tot aartsbisschop van Ta- bora, mgr C. Kramer O.F.M., uitgewezen bisschop van Luanfu en mgr Albcrs O Carm., apostolisch vicaris van Malang. Een gemeenschappelijk beraad tussen missionarissen en beoefenaars van de we tenschap omtrent vraagstukken, die voor de missie-arbeid van belang z«n, zo om schreef mgr Mulders deze missiologische week met zijn onderwerp, dat van bui- tengewoon practisch belang is. De opgroeiende inheemse kerken toch zullen eenmaal, sommige wellicht reeds binnen afzienbare tijd, haar eigen lot in handen moeten nemen. Dit veronderstelt de aanwezigheid niet alleen van bekwame en waardige inheemse priesters, maar ook van leidinggevende leken. Deze laatsten vooral zullen de katholieke beginselen in toepassing moeten brengen op het terrein van het profane en in alle sectoren van Het 6-jarige jongetje C. R., uit Spaarn- dam, is gisteren door verdrinking om 't leven gekomen. Des morgens was hij nog met enkele vriendjes aan het spelen op het eilandje tegenover zijn ouderlijke wo ning. in het Rijnlandse water, het ver lengde van het Spaarne. Later vond men 't ontzielde lichaam tussen twee gemeer de boten. De parochies zullen niet alleen ten hauwste betrokken moeten worden bü de inzameling van gelden voor het Hoog vaardig Episcopaat, maar zü moeten ook 'n vooral deel hebben aan de landelijke viering te Utrecht van het herstel der nierarehle. Daartoe stelt de Stichting 1853- '953 de nog beschikbare entree-bewijzen Voor de plechtigheden op 16 en 17 Mei •n Utrecht gratis ter betschikking van de parochies. Elke parochie krijgt dus in ieder geval een aantal kaarten, al naar gelang de grootte van de» parochie. De kaarten voor de maiaifestatie van het Nederlanderschap op Zaterdagavond 16 Mei worden alléén verdeeld over de Parochies, die niet te ver van Utrecht liggen, zodat de deelnemers uit die paro chies Zaterdagsavonds na afloop van de plechtigheden per trein of extra bus nog naar huis kunnen terugkeren. Dat is nodig want in Utrecht of omgeving is niet vol doende logeergelegenheid. De parochies, die niet voor de Zaterdag avondviering in aanmerking komen, krij sen de kaarten, welke beschikbaar zijn voor de plechtigheden op Zondag 17 Mei d-w-z. voor de Pontificale H. Mis en voor -de huldeblijkmanifestatifc in de middag. Aan de pastoors of de contactpersonen in de parochies is reeds medegedeeld op hoeveel kaarten de parochie mag rekenen. Zij zorgen ook voor een rechtvaardige verdeling ervan. Bovendien zullen zij zorgdragen voor het vervoer, dat voor eigen rekening van de deelnemers is. De Stichting doet tenslotte een dringend be roep op de pastoors en de contactpersonen om de hun toegezonden antwoordkaarten terug te zenden vóór 20 April a.s. 's-GRAWENHAGE, 14 April 1953. Nadat het wetsontwerp Regeling aan gaande enkele rechtshandelingen met be trekking tot de vervreemding van land bouwgronden reeds in 1948 was ingediend, heeft het bjjna vjjf jaar geduurd, voordat deze ingewikkelde materie rijp was voor behandeling in de Tweede Kamer. Het gaat in dit wetsontwerp over de verkoop van landbouwgronden, nader gepreci seerd, over de prijsregeling daarbij en het tegengaan van ondoelmatige versnip peringen en het daardoor ontstaan van te kleine bedrijven. Het wetsontwerp be helst dus de overdracht van landbouw gronden, waarvoor volgens dit wetsont werp de goedkeuring van de Grondkamer wordt vereist, evenals voor de vestiging, de wijziging en de verlenging van zake lijk recht op land. Vervolgens stelt dit wetsontwerp voor, dat bü algemene maat regel van bestuur een regeling wordt ge maakt omtrent dc tegenprestatie (de prijs) waarvoor dan de minister vla de Grond kamer normen vaststelt voor de over dracht. Nu wilde de heer Vondeling (P.v.d.A.) al direct de taak van de Grondkamer ingrij pend wijzigen. Hij wenste nameüjk niet alleen toezicht van de Grondkamer, maar wenste deze ook een positieve taak te geven door haar het recht te geven de grond toe te wijzen, alsmede een regeling voor woeste gronden en bosgronden. Hel recht van voorkeur van de pachter bij verkoop zag hij niet als een beginsel maar als een noodzakelijkheid om econo mische redenen ondanks de bezwaren, welke ook daaraan verbonden waren. Het ging hem in de eerste plaats echter om de prijzen te binden. En naast de be heersing van de koopprijzen moesten ook de pachtprijzen worden geregeld, omdat er anders een verschil in rendement zou optreden tussen deze prijzen met als ge volg zwarte pachtprijzen om de verkoop te voorkomen. Indien de Kamer de in het wetsontwerp vervatte regeling echter niet zou kunnen aanvaarden, maar de prijzen zou willen vrjj laten, dan zou hij liever het andere uiterste aanbevelen en verkoop willen bepleiten door de Grondkamer. „Geen kwestie van", zei hierop de heer De Ruyter (C.H.), want dit zou een be vriezing van de prijzen veroorzaken, waartegen hij zich zeer beslist verzette. Hij kon accoord gaan met een prijsvast stelling door de Grondkamer, maar niet zoals het wetsontwerp het wilde: namelijk de prijs van 1940 met een verhoging van 10°'» voor landbouwgronden en van 20°' voor woeste en bosgronden. Dat zou een bevriezing betekenen, waarvan de heer De Ruyter niets wilde weten. In tegenstelling met de heer Van de Heuvel (A.R.) achtte de heer Droessen (K.V.P.) een prijsbeheersing noodzake lijk. Maar daarnaast bestond ook de nood zakelijkheid van prijsbeheersing van de pachtprijzen om een schromelijke prijs opdrijving tegen te gaan, die ongetwijfeld het gevolg zou zün van een hogere vraag Er zou voor de pachters daardoor geen redelijke winst overblijven. Zou er geen regeling komen, aldus de heer Droessen, dan zouden de koopprijzen veel te hoog worden waardoor bij een economische achteruitgang een faillissement zou ko men Bovendien zouden dan financieel niet-draagki^chtigen maar zeer bekwame boeren niet de gelegenheid krijgen te pachten. Tot deze toe geeflijkheid was de heei Van den Heu vel (A.R.) niet bereid. Deze stond in het algemeen op het standpunt dat het niet nodig was de grondprijzen te beheersen het was vol- gens hem vol- cïi. van den lleuvei. (A.R.) doende de geen kindermeisje pachtprijzen In de hand te houden. Hu vond het op nieuw zoals hij al zo dikwijls tegenover de P.v.d.A. had betoogd niet juist om kindermeisje te spelen en alle risico aan de overheid over te doen. Op deze wijze komt er van de samenleving niets te recht Wat zou er van uw briljante be voegdheden terecht zijn gekomen?" aldus zei hij tot de voorzitter, „indien U zich niet bijtijds aan uw kindermeisje had ont worsteld?" Het voornaamste argument van de heer Van den Heuvel was echter dat dit een regeling was die practisch niet kon wor den nageleefd. Hiertegen had hij ernstig bezwaar, omdat dit spel enwas met hel overheidsgezag. Deze regeling was niet te effectueren zonder middelen, die erger waren dan de kwaal van de huidige rege ling, waaraan practisch niet de hand werd gehouden. Als men zegt: het helpt altijd wat, dan stelde hij daartegenover, dat dit niet opwoog tegen de ondermijning van het gezag, dat hiervan het gevolg zou zün. Men moest geen voorschriften uitvaardi gen, die niet waren na te leven. Zou dit ontwerp toch worden aangeno men dan zou het onjuist zijn voor de uit voering van deze regeling te wachten op de nieuwe Pachtwet. En daarbü achtte hij het wenselijk iets te weten van do rentevoet, waarop zou worden gekapitali seerd. Dat was beslissend voor het hele geval. De heer Droessen was alles bü elkaar ook niet. enthousiast over dit wetsont werp, dat hü van beperkte betekenis achtte. Door vererving en ruilverkave ling zou opnieuw versnippering optreden Men mocht met middelen komen om dit tegen te gaan, maar deze moesten aan vaardbaar zijn en niet in strijd met de be ginselen van het eigendomsrecht. Zoals het wetsontwerp deze gaf, noemde hij dij schieten met een windbuks op een olifant. Dat was nu juist de argumentatie van de heer Van den Heuvel, maar de conclu siés, die hieruit werden getrokken, waren verschillend. Ook de heer Droessen vond wel, dat de uitvoering op moeilijkheden zou stuiten (lees dat de wet weer vrolijk zou worden ontdoken) het zou bijvoor beeld ondoenlijk zijn de gemiddelde be- drijfsgrootte in een bepaalde streek vast te stellen. Het voornaamste bezwaar vond de heer Droessen intussen, dat niet voldoende was gemotiveerd, dat verkleining van land bouwgronden ten nadele was van het al gemeen landbouwbelang. Het was niet de hoogste wijsheid het kleinbedrijf in zijn ontwikkeling te belemmeren. Als de regering een teveel aan wijsheid toekent aan de Grondkamer, dan moet deze ook de vrijheid hebben zelf de normen te han teren. Hij verklaarde tenslotte vóór het wets ontwerp te zün, maar verzette zich tegen artikel 9, betreffende de gemiddelde om vang van een bedrüf- H|| vond dit ont werp tenslotte een proefkarakter te heb ben en zetde te overwegen een voorstel in te dienen, waarbij aan dit ontwerp een beperkte duur zou worden gegeven. De voorkeur voor de pachter bü eventueel verkoop achtte hü een effectief middel om de prijsbeheersing te handhaven. Morgen komen er nog meer sprekers. met waarschijnlijk weer andere meningen Zoveel hoofden zoveel zinnen, zou men boven dit wetsontwerp kunnen schrijven De heer Gortzak (Comm.) vroeg bij het begin der vergadering verlof de regering te mogen interpelleren over de viering van de vijfde Mei. Dienaangaande zal morgen worden be slist. F.S. het maatschappelijk leven. Bovendien zal het christendom, wil er werkelijk een in heemse Kerk in de missielanden ontstaan, ook weerklank moeten vinden in de hei dense omgeving, met name in de leidende lagen van de bevolking. De krachtige pe netratie* van de christelijke ideeën in het sociale leven van de volkeren is van het allergrootste belang. Reeds beginnen de zogenaamde geëvolueerden hun stem te verheffen, terwijl moderne levensbe schouwingen zich trachten meester te maken van de pas ontwaakte geesten. De missionarissen in den vreemde en al degenen die geroepen zijn om hier de missie-actie te bevorderen, moeten deze tekenen des tijds verstaan en dienover eenkomstig handelend optreden, aldus spreker. Onder afroeping van Gods ze gen verklaarde prof. Mulders hierna deze Nederlandse Missiologische Week voor geopend. Als eerste inleider kwam aan 't woord dr Gregorius O.F.M.Cap., die een gefun deerde beschouwing gaf over begrip, be lang en vereisten van de élite. Onder élite verstond spr. die groep van voor beeldige, overtuigde en strijdvaardige katholieken, die een leidende functie heb ben op de diverse terreinen, waar de be langen van de Kerk op het spel staan. Uit hun katholiek bewustzijn en onder leiding van de kerkelijke overheid ver richten ze hun apostolisch werk. In ver band met het vraagstuk van de massa-be kering neemt de priester-nood 6teeds meer toe. Is voor Europa de norm een priester voor 1000 gelovigen, in de missie is deze norm een priester voor 500 gelo vigen. In de succesvolle gebieden staat een priester al gemiddeld voor 2000 gelo vigen. Spr. wees er op, dal er onder de mis sionarissen te weinig geschoolden zün, die de missie-strategie en -methode door en door kennen; ook zjjn er weinig ge schoolde leken die de priesters het werk uit handen willen nemen. Het opdringend communisme, het nationalisme en 't snelle groei-proces van de protestantse kerken eisen de vorming van een élite, die grote invloed heeft, en van modernisering van de middelen. Een goede krant kan dik- wüls meer doen dan vüftien missionaris sen. Door onderwüs, verenigingsleven, pers enz., moet de actie-radius van het missie-werk worden verbreed; tussen de missionnerende orden en congregaties moet grotere samenwerking komen voor de op lossing van het élite-vraagstuk, vvaarbü meer vertrouwen in de jonge christen heid gerechtvaardigd is. Pater R. Jaspar W.P., belichtte vervol gens de bijzondere aspecten van 't vraag stuk in Afrika; Sr Fulco van der Heyden O.Praem., bezag die aspecten voor India en drs G. Groot S.V.D. voor het Verre Oosten, met name voor Japan. De eerste spreker wees op de omstandigheid, dat de meer ontwikkelden in Afrika aan de invloed van de Kerk ontglippen. Het vor men van een élite in dit werelddeel eist een aanpassing aan de Afrikaanse cul tuur en een goed begrip van de physiolo- gische en psychische gesteldheid van de Afrikanen. Dr Van der Heyden beschreef de moei lijkheden van een élite voor India, waar de hogere kasten, speciaal de Brahmanen, de algemeen erkende leiders zijn. Is de Kerk in Zuid-India in alle kasten door gedrongen, in het Noorden is dit niet het geval. Daar moet het materiaal vooral worden gezocht onder de vele leraren aan scholen en universiteits-colleges. Uit hen en uit de vele Goans, immigranten uit Portugees Goa onder wie dokters, advo caten en zakenlui, zou de élite-groep ge- recruteerd moeten worden. Drs G. Groot S.V.D., liet een büzonder optimistisch geluid horen over de élite die zich in Japan vormt, dank zü vooral de vele belangri'k? bekeerlingen uit de hoogste klassen van het volk. Amerikaans vliegtuig verongelukt. Een tweemo:o' g Amerikaans vliegtuig met 22 passagiers en een bemanning van 3 kop pen aan boord, is in de bergen ten oosten van Seattle in de Amerikaanse staat Was hington verongelukt. Het wrak is inmid dels gevonden. Volgens de eerste berich ten zijn de tweede piloot en vier passa giers om het leven gekomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 5