Sjef van Dongen mende honden
en werd burgemeester
Verbruik van bloemen en planten
vermindert in Nederland
57e lijst van
slachtoffers
Missionaris moet 'n strateeg zijn
Overdracht van landbouwgronden
zoveel hoof den, zoveel zinnen
Gratis toegangsbewijzen voor
eeuwfeestviering
II
Dr Verhage opent vergadering Ned.
Bloemisterij
KARDINAAL-LEGAAT WORDT
PLECHTIG ONTVANGEN
Wetsontwerp ontmoette nogal felle
tegenstand
Van Spitsbergen naar Aardenburg
Eens snelde hij in ijswoestijn schipbreuke
lingen van de „Italia" te hulp. Ihans helpt
hij bij leniging van de watersnood in Zeeland
Mgr Lucas legt
eerste steen
Drama's tijdens hulp
verlening
K.A.B.-Limburg komt
op voor grensarbeiders
Missiologische week in
Nijmegen
Overzicht Tweede Kamer
„Spelen met overheids-
Alle parochies moeten vertegenwoordigd zijn
gezag
mm
WOENSDAG 15 APRIL 1953
PAGINA 5
Gehoor aan de eerste oproep
Sjef van Dongen zwoegde
T riomftocht
In Aardenburg
DREISCHOR
FIJNAART
's-GRAVENDEEL
KRUININGEN
nieuwerkerk
OUDE TONGE
STAVENISSE
STELLENDAM
zierikzee
Afzet naar buitenland
bevredigend
Integratie Europese markt
Afzet en productie niet
in evenwicht
JONGETJE VERDRONKEN
n
„Geen bevriezing van de
prijzen
Voorschriften zijn niet na
te leven
Voorstel tot beperkte duur
Te weinig geschoolden
Mgr Lucas uit Haarlem, Apostolisch
Internuntius in India, heeft de eerste
steen gelegd voor het pauselijk seminarie,
dat te Poona, in India, wordt gevestigd.
De bouwwerkzaamheden zullen ongeveer
2 jaar in beslag nemen, doch dan is er
ook ruimte geschapen voor de opleiding
van 600 priesterstudenten. Met de bouw
is een bedrag gemoeid van anderhalf mil-
lioen gulden.
(Van onze speciale verslaggever)
ET gebeurde in een periode, waarvan Winston Churchill later schrijven
„The world was starving for colour". Met andere woorden: de
mensen hunkerden natar wat fleurigheid, naar romantiek en avontuur. De
eerste Wereldoorlog was achter de rug, maar men kon niet meer wennen
aan de betrekkelijke eentonigheid van het leven van vóór 1914, toen velen
naar andere landen trokken om daar het grote avontuur te zoeken.
Hier te lande werden we uit de dagelijkse sleur opgeschrikt door het be
richt, dat een NederlantVe jongen zich met zijn liondenspan op weg had
begeven in de barre ijswoestijn van bet hoge Noorden, om daar te zoeken
naar de opvarenden van het vergane Italiaanse luchtschip „Italia". Van de
Noordkaap op Spitsbergen uit had bij het aangedurfd, zich op het eeuwige,
zich steeds in gevaarlijke Ireweging bevindende pakijs te wagen, op zoe
naar schipbreukelingen uit de lucht, van wie zo pas bekend was gewoi en,
waar ze zich ongeveer bevonvlen.
sor Malmgren. die tot de deelnemers be-
hoorde probeerden, te voet het vasteland
te bereiken. Een onderneming, tevoren
tot mislukking gedoemd en die aan de
professor het leven kostte.
Na twee en een halve week bereikte
Sjef van Dongen met zijn gezel, kapitein
Sora, de plek, waar de schipbreukelingen
zich ongeveer moesten bevinden. Die wa
ren inmiddels reeds gered door de „Kras-
sin". Hij zag het heel in de verte gebeu
ren en door de rookwolken van de sire
nes van de „Krassin" wist hij, dat zijn
hulp niet meer nodig was.
Maar nu had hij zelf hulp nodig. Hij
en zijn metgezel hadden reeds enkele
honden opgegeten. De „Krassin" ver
wijderde zich. Met z'n tweeën bleven ze
.in de, ijswoestijn achter. Ze beschikten
n iet over verbindingsmiddelen met de
bewoonde wereld. Langs dezelfde weg
tavugkeren leek een wanhoopspoging.
Ga lukkig, op het laatste ogenblik wer
den Van Dongen en Sora door Zweedse
vlieyeniers ontdekt. Die wisten met hun
kleine vliegboten in een wak te landen
eai hoogst gevaarlijke onderneming
en ze brachten 't tweetal veilig naar
Kingspay aan de Noordkaap.
ONGEVEERDit betekende niets
anders dan enkele stippen in 'n ein
deloos gebied. Maar de Nederlandse
jongen schrok er niet voor terug en v?"
eens werd hij uit de totale onbekendnrai
van een bijna vergeten nederzetting bP
Spitsbergen, waar de Nederlandse SpitsV
bergen Maatschappij nog een claim hact
i.
ROALD AMUNDSEN
omgekomen bij poging om
Nobile te redden.
op een kolenmijn, in het centrum van de
wereldbelangstelling geslingerd.
Hij zwoegde moeizaam voort, samen
met een Italiaanse kapitein van de Alpen-
Jagers, ,Sora genaamd, die zich bij hem
had aaingesloten, doch alleen ervaring had
in het beklimmen van bergen en 't over
trekken van gletschers. Een derde, de
Deen Varming, had moeten terugkeren,
omdat sneeuwblindheid hem het verder
trekken in de witte hel onmogelijk
maakte.
De Nederlandse jongen heette Sjef van
Dongen. Hij werd een der hoofdrolspelers
in het drama rond Nobile's Noordpool
expeditie met het luchtschip „Italia", dat
onderweg plotseling begon te dalen, waar
door de voorste gondel eraf geslagen
werd en op het ijs stortte. Het luchtschip
dreef verder. Men hooft nooit meer iets
van de opvarenden gehoord. De inzitten
den van de afgebroken gondel kampeer
den wekenlang op 't ijs.. Met veel moeite
slaagde eem monteur er in, een primitief
radiozendartje in elkaar te )zetten. Hij
seinde en seinde, lange tijd tevergeefs.
Tot een arnateur-marconist ergens in Ar
changel, zijn zwakke tekens opving en de
wereld kond kon doen, dat er zich nog
overlevenden van de „Italia" bevonden
ergens ter hoogte van het Foyen-eiland.
Sjef van Dongen gaf direct aan de eer
ste oproep taé hulpverlening gehoor. Hjj
was een der weinigen in de omgeving,
die in staat waren over het Pooiqs te
trekken. InmSödels werden overal hulp
expedities uitgezonden, die wellicht te
laat zouden luimen. Het ene drama volg
de op het andere. Drie Fransen stortten
met hun vliegtuig in zee, de beroemde
ontdekkingsreiziger Roald Amundsen
startte eveneens met een vliegtuig. Hü is
óók in zee gestort en jammerlijk om het
leven gekomen. De wereld verloor er een
groot man door. Later zou de Ilaliaan.se
vlieger Maddalcma, die na de aanwijzin
gen van de man in Archangel de schip
breukelingen had ontdekt, op de terug-
Weg naar het vaderland ergens in Frank
rijk verongelukkien, doordat hij tegen een
telefoondraad vloog.
Ondertussen, terwijl heel de wereld in
«panning verkeerde en het ene bericht
het andere opvolgde, zwoegde Sjef van
Dongen daar op^ t ijs. Twee en een halve
week draafde hij langs zijn span, met in
spanning van alle .krachten trachtend de
schipbreukelingen le bereiken. Hij wist
niet dat vele kilometers verder een Sov
jet-Russische ijsbrefcer zich door het ijs
Werkte en enkele mennen van de Nobiie-
expeditie, geleid door de Zweedse profes-
Sora en Van Dongen na hun redding uit het pakijs.
Toen beyon voor Sjef van Dongen een
triomftocht
NEEN, zAgt de edelachtbare heer J. M.
A. C. van Dongen, burgemeester van
Aardenbvirg, die triomftocht heeft b(j
mij minder herinneringen achtergelaten,
dan het terugkeren, als jongen van 22, in
de bewoonde wereld. Natuurlijk ik ben
nog steeds danktbaar voor de enthousiaste
ontvangst, mij ieen door mijn landgeno
ten bereid, maar vdie eerste indruk is nog
steeds onvergetelijk gebleven.
In geen vijf jaar had ik een boom ge
zien. Alles, wat de bewoonde wereld
biedt, was me vreemd en onwennig ge
worden. De radio had een geweldige
sprong gemaakt. Op Spitsbergen zag ik
nauwelijks mensen, want mijn naaste
buur woonde tachtig kilometer verder. In
de Poolwinter is dat geen afstand voor 'n
buurpraatje. Geen woniler, dat de wereld
mij een wonder toelcek'..
We zitten in het gloednieuwe, pittoreske
gemeentehuis van de gersieente Aarden
burg in Zeeuwsch-Vlaandecen, die ook de
dorpen Eede en. Sint Kruite omvat. En
burgemeester Van Dongen stchuift als het
ware de herinneringen weg. Het is hem
werkelijk overvallen, dat het jiu al weer
vijf en twintig jaar geleden ik, sinds het
drama rond Nobile's expeditie» een aan
vang nam. Na zijn terugkeer .in Neder
land is hij hard aan het werk geyaan. Dit
is trouwens zijn tweede natuur: hard wer
ken. Inplaats van over het verleden te
praten, spreekt hij liever over het heden
en zijn werk hier in Aardenburg en dat
in Zeeland.
Toch even, een glimlach. Dezer dagen
kreeg hij bezoek van oude kennissen. Die
hadden de Noorse vlag bij zich, welke
eens de auto dekte, waarmede hij Arn
hem binnenreed. Toch wel aardig. De vlag
was door de kennissen zuinig bewaard,,
maar ze vonden het achteraf toch beter,
haar mee te brengen naar Aardenburg.
In Aardenburg is burgemeester v. Don
gen zijn tweede ambtsperiode ingegaan.
Hij heeft de herbouw van het oude, histo
rische stadje geleid, zit echter nog met
een geduchte woningnood, vooral nu eva-
cué's uit Zeeland ook hier zijn onderge
bracht.
Hij voert ons in zijn volkswagentje
door de landouwen van zijn 5000 H.A.
grote gemeente met haar 4100 inwo
ners, de grootste van West-Zeeuwsch-
Vlaanderen. Trots is hij op 't recreatie
oord met sportvelden, tennisbanen en
zwembassin, een bezienswaardigheid in
deze contreien. Nog trotser is hij op de
coöperatie van vlassers, door hem opge
richt. Met voldoening vertelt hij, voor
zitter te zijn van een schoolbestuur, dat
spoedig een nieuwe R. K. H.B.S. gaat
bouwen, in Oostburg. En dan praat hij
over zijn werk als secretaris van de
Stichting Watersnood Zeeland 1953, dat
hem naar alle delen van de provincie
voert en uiteraard in het bijzonder naar
de getroffen gebieden. Als vertegen
woordiger van de Commissaris van de
Koningin in het Rampenfonds heeft hij
zijn aandeel in de financiële hulpverle
ning en in de Opbouwstichting Zeeland
voor maatschappelijk en cultureel werk
speelt hij eveneens een rol.
Van Spitsbergen naar Aardenburg
Er liggen vijf en twintig jaren tussen.
Sjef van Dongen kwam naar 't vaderland
terug. Hij bleef er, omdat de onderneming
op Spitsbergen opgeheven werd. De
claim is in 1934 aan de Russen verkocht.
Hij vond zijn weg. Voor hem is 15 April
de dag, waarop een tragedie begon, welke
de wereld even stil maakte, een gedenk-
datum, die overschaduwd wordt door het
gedenken van een enorm leed, dat zijn
provincie getroffen heeft.
Naar het K.N.P. verneemt zal de Patkse
lijk Legaat bU de Kromstafviering, Z.Öm.
J. E. Kardinaal van Roey, op 16 Mei te
I» uur 's morgens per auto aan de Neneiv
landse grens btf Goirle arriveren.
Bij zijn aankomst op Nederlandse bodem
wordt hij begroet door de Commissaris
der Koningin van Limburg en voorzitter
van het presidium der Stichting 1853-1953.
dr F. J. M. A. H. Houben, de Commissaris
der Koningin in Noord-Brabant, prof- dr
J- E- de Quay, de burgemeester van
Goirle, geestelijkheid en bevolking. Van
Goirle vertrekken de Legaat en de autori
teiten over Tilburg en Den Bosch naar
Utrecht. De burgemeester van Utrecht,
jhr mr C. J. A. de Ranitz zal de Kardinaal
om 12 uur aan de grens van de gemeente
verwelkomen. De Kardinaal-Legaat en
zijn gevolg rijden vervolgens via de
Adriaan van Ostadelaan, het Wilhelmina-
park en de Ramstraat naar het versierde
Aartsbisschoppelijk Paleis aan de Malie
baan.
Om 8 uur 's avonds volgt dan de ker
kelijke ontvangst en de overhandiging der
geloofsbrieven in de kathedrale Kerk te
Utrecht. Deze plechtigheid wordt vandaar
«t!?m!ïreetC®,.uit£ez°hden naar het reeds
gevulde stadion waar om 9.15 uur de Kar-
K-TrlfimtL gevolg omstuwd door de
de. "^waardigheidsbekleders,
zijn plechtige intocht zal houden.
1 .Int?rn\atichureau van het Neder-
landsche Roode ruis heeft de 57e lijst van
gebo gen en geïdentificeerde slachtoffers
van de watersnood uitgegeven.
Deze luidt als volgt:
Bal, Gerrit, geb. 11-8-31 te Dreischor,
1 L iSf8; Langeweg P 87; Bal, Jan,
geb. 29-4-90 te Bruinjss€) laatste adres:
Langeweg P 87IJzerman, Cornells Mari-
nus, geb. 29-10-25 te 's Heer Arendskerke,
laatste adres: p 6; IJzerman-De Jonge,
Maria Neeltje, geb 2-5-24 te Kapelie,
laatste adres: P 6.
Van Mourik, Petronella geb. 25-5-45 te
Fijnaart, laatste adres: D 175.
Tak-Verheul, Gijsbertha, geb. 11-2-11 te
Papendrecht, echtgenote van Arie Jacob
Tak, laatste adres: Molendijk 63.
Boone-Zuijdweg, Helena Adriana, geb.
27-11-02 te Yerseke, echtgenote van Lau-
rus Boone, laatste adres: Polderweg 10.
Bom, Jan, geb. 19-4-77 te Nieuwerkerk,
laatste adres: Weststraat 33; Faassen, Wil-
helmina Cornelia, geb. 14-9-05 te St
Philipsland, laatste adres; Kempensweg
380; Sies, Simon, geb. 1-8-20 te Nieuwer
kerk, laatste adres: Molenstraat 141.
Jochems-Tuns, Cornelia, geb. 30-3-13 te
Oude Tonge, laatste adres: Jozefsdreef 5;
Kamp-Noteboom, Adriana Strijntje, geb.
24-4-12, laatste adres: B 65.
Mol, Jacob Arie, geb. 17-10-51 te Stave-
nisse, zoon van Marinus Mol en Dina
Corn. Joh. de Graaf, laatste adres: Kerk
straat A 306a.
Van Seters-Boshoven, Tannetje, geb.
31-1-06 te Goedereede, laatste adres: Voor
straat 90.
Boot-Van der Stolpe, Anna Marina, geb.
1-5-85 te Nieuwerkerk, laatste adres: Prov.
Straatweg D 545.
In de lieden gehouden vergadering van de „Vereniging de Nederlandse
Bloemisterij", hield de voorzitter dr A. J. Verhage, een openingsrede,
waaraan we het volgende ontlenen:
In een tijd als deze, waarin niet al
leen in onze branche de omzet steeds
meer dreigt terug te lopen, vormt het
afzetprobleem wel een van onze groot
ste zorgen. Wanneer wij de afzet van
bloemisterijproducten bezien dan is
speciaal de afzet in het binnenland dat
gene, wat het meeste zorgen baart.
Nauwkeurige cijfers hierover zijn niet
ter beschikking, maar alle tekenen
wijzen er op, dat het verbruik van
bloemen en planten in Nederland zelf
vermindert. Dit betekent, dat wij geen
gelegenheid onbenut mogen laten om
de schoonheid van onze producten aan
de Nederlandse bevolking voor te leg-
Eteontwikkeling bewijstdat de bloe
misterij in haar geheel hiervan door
drongen is. Afgezien van de verhoging
van de voor onpersoonlijke reclame be
schikbare fondsen, wijzen de vele ten
toonstellingen, corso's en andere bloe-
menfeesten er op, dat men doordrongen
is van het belang hiervan. In dit ver
band mag spr. niet onvermeld laten dat
de Commissie voor de onpersoonlijke
reclame in samenwerking met het
Aalsmeers' Bloemencorso stappen heeft
gedaan om het organiseren van bloemen-
festjjnen te bevorderen, niet door het
geven van financiële bijdragen, maar
door het ter beschikking stellen van er
varing en organisatietalent aan allen, die
een plaatselijk bloemenfeest, in welke
vorm ook, willen organiseren. Deze
nieuwe stap, die alleen ten doel heeft
bevordering van het gebruik van bloe
men en planten in het algemeen is g -
deeltelijk een experiment. Laten wij
hopen, dat dit expenment er t0ejml b|l
dragen om het binnenlands verbruik
weer omhoog te brengen want nood
mogen wij vergeten, dat dat verbruik
voor de bloemisterij in haar geheel d.
pijler is, waarop het bedrijf rust.
De afzet naar het buitenland heeft on
danks de vele moeilijkheden die onder
vonden werden, zich voor die omstandig
heden bevredigend kunnen ontwikkelen.
Een exportstijging van snijbloemen en
bloemisterijplanten van f 18.500.00U,
naar 21.500.000,— bewijst dit. Toch zou,
wanneer inderdaad de verzorging van
buitenlandse markten van bloemen en
planten even goed zou kunnen zijn als in
ons eigen land, deze export nog aan
zienlijk groter kunnen zijn. Het consta
teren hiervan draagt echter niet in het
minst bij tot de oplossing van de moei
lijkheden die momenteel worden onder
vonden. De te straffe contigenteringen
in enkele onzer belangrijkste afzetge
bieden, met name in Duitsland en En
geland, ontnemen ons mogelijkheden,
ten nadele van de bevolking aldaar, maar
op langere termijn gezien, ook tot na
deel van de daar gevestigde bloemisterij,
want zowel onze buitenlandse collega's
als wij zullen op de duur profiteren van
een zo hoog mogelijk opgevoerd gebruik
van onze producten en een nadelige
weerslag ondervinden wanneer dit ge
bruik kunstmatig, o.m. door een te
strakke contingentering, wordt geremd.
Om deze reden is verheugend, dat lan
den als Zweden en Italië de invoer onzer
producten van deze straffe banden heb
ben verlost. In 'het bijzonder denkt spr.
ook aan Frankrijk, dat een zeer eenzij
dige politiek voert en waar de bloemen
markt op langere termijn gezien, ook
ten nadele van de Franse tuinbouw,
daardoor onvoldoende kan worden ver
zorgd. Laten onze buitenlandse collega's
toch niet vergeten, dat een zo groot mo
gelijk sortiment en een zo regelmatig
mogelijke aanvoer het bloemenverbruik
ten zeerste stimuleren.
Aan de andere kant mogen wij niet
vergeten, dat zowel bij een geliberali
seerd handelsverkeer als bij beperkin
gen het verstandige politiek is om in
nauw contact met de buitenlandse orga
nisaties van belanghebbenden een zo
groot mogelijke rust op de buitenlandse
markten te handhaven. Hierop is ook
steeds onze politiek gericht en in geza
menlijke besprekingen trachten wij tot
een voor beide partijen gezond handels
verkeer te komen.
Een kwaliteitscontrole is voor een pro
duet als het onze bijkans onhanteerbaar,
maar ook zonder een verplichte kwali
teitscontrole moet diep in ons bewustzjjn
geworteld zijn, dat wij wel al het moge
lijke moeten doen om te bereiken, dat
slechts de allerbeste kwaliteit bij onze
afnemers komt. Laten wij hierbij niet
vergeten, dat men ook in het buiten
land niet stilzit, maar dat men in be
paalde afzetgebieden er ernstig naar
streeft om de kwaliteit der producten
eveneens hoger op te voeren. Slechts een
open oog voor de gevaren, die ons hier
dreigen, kan voorkomen, dat wij na ver
loop van jaren zouden moeten constate
ren een voorsprong te hebben verloren.
De pogingen, die onze Minister van
Landbouw, de heer Mansholt, heeft, on
dernomen om tot een integratie van de
Europese markt op agrarisch gebied te
komen, hebben hun einddoel zelfs nog
niet in zicht, zoals wel gebleken is in
de jongste ministerconferentie in Parijs,
maar ieder die zich in deze problemen
heeft verdiept, zal het toch wel duidelijk
zijn, dat Europa niet op de oude wijze
kan voortgaan. Op ministerieel niveau
zullen de pogingen tot een betere samen
werking zeker worden voortgezet. Wü
van onze kant kunnen de totstandko
ming van betere internationale afspra
ken bevorderen door in het overleg met
onze buitenlandse collega's steeds voor
ogen te houden, dat wij inderdaad "col
lega's moeten zijn en dat ook wij er op
bedacht moeten zijn om een goede sa
menwerking niet te Verstoren door het
scheppen van onrust in onze afzetgebie
den.
Eind vorig jaar is er een rapport uit
gebracht door het Landbouw Economisch
Instituut over de rentabiliteit van de
Nederlandse bloemisterij. Dit rapport,
resultaat van een gedegen onderzoek,
geeft aanleiding tot grote bezorgdheid
over de positie van de Nederlandse bloe
misterij en hieruit blijkt, dat ook de stij
ging van de export in de laatste jaren
er niet voldoende heeft toe kunnen bij
dragen om de Nederlandse bloemisterij
op een zodanig peil te brengen, dat van
bevredigende uitkomsten kan worden
gesproken. Wanneer wij zien, dat een
onderzoek over een 80-tal Aalsmeerse
bedrijven, die representatief kunnen
worden 'geacht voor de gehele Aal
smeerse teelt, tot uitslag heeft, dat het
gemiddelde ondernemersinkomen niet
veel groter is dan het loon van een vol
waardige arbeider en by het onder
nemersinkomen is dan gerekend de rente
van het geïnvesteerde kapitaal dan
kan de conclusie geen andere zijn, dan
dat afzet en productie niet in evenwicht
zijn. Het constateren van dit feit houdt
in, dat wü enerzijds moeten streven
naar een beheersing van de productie,
maar dat anderzijds getracht moet wor
den om de afzet te vergroten. Aan deze
afzetvergroting wordt reeds gedaan wat
mogelyk is en wü zijn de Minister van
Landbouw en de ambtenaren van zün
Departement dankbaar voor alle steun,
die hieraan gegeven wordt. Toch geeft
dit rapport ons de vrü'heid om nog eens
met meer nadruk aan te dringen op een
vergroting van de afzetmogelijkheden
voor onze producten, vooral bij het af
sluiten van bi-laterale handelsverdragen.
Het ligt aan onze vakgenoten om de ge
schapen mogelijkheden ook metterdaad
te benutten. De kwaliteit van het pro
duct, maar ook de prüs zal dan een rol
spelen. Vooral om het laatste dienen wü
ons in georganiseerd verband er op te
bezinnen of er mogelijkheden zijn onze
kostprüs te verlagen, vooral door het in
voeren van technische verbeteringen.
(Van onze correspondent)
De K.A.B. in Limburg heeft zich in een
adres gericht tot de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid. In dit schrij
ven wordt gewezen op het ontbreken van
een wederkerigheidsregeling tussen Ne
derland en de Westduitse Bondsrepubliek
wat betreft de ziekteverzekering.
De Nederlandse grensarbeiders in
Limburg verscheidene honderden, want de
laatste tijd zün weer veel Limburgse
arbeiders in de naburige Duitse grens
gebieden gaan werken zün met hun ge
zinsleden volgens de Duitse wetgeving
verzekerd bij de Duitse Krankenkasse. Zij
betalen daarvoor een premie, welke
evenals in ons land op het loon wordt ge
kort. Door administratieve rompslomp is
verrekering door Nederlandse artsen en
ziekenhuizen met de Duitse Kranken-
kassen zeer omslachtig. Het gevolg is, dat
vele doktoren en verscheidene zieken
huizen de betrokken arbeiders en hun ge
zinsleden slechts tegen betaling behande
len. Dit verplicht de arbeiders, in Neder
land een verzekering af te sluiten bij een
ziekenfonds hier te lande, zodat zij zowel
hier als in Duitsland premie betalen.
De K.A.B. wijst er op, dat de Neder
landse ziekenfondsen in deze een veel
soepeler houding aannemen voor Duitse
arbeiders die in ons land werkzaam zijn.
De besturen van de Nederlandse zieken
fondsen en de Krankenkassen zijn in deze
zaak reeds tot een vergelijk gekomen
waaraan echter de Duitse regering niet
wil medewerken. De K.A.B.-Limburg ver
zoekt daarom de minister te willen be
vorderen dat in het belang van deze arbei
ders en van de volksgezondheid in deze
een wederkerigheidsmaatregel met Duits
land tot stand kome.
JJ het algemeen onderwerp dat op het
ogenblik op de Missiologische Week
in Nijmegen een punt van bespreking
uitmaakt. Een driehonderdtal missiologen,
onder wie zeer vele missionarissen, wa
ren gistermiddag bij de opening in het
parochiehuis van Slichtenhorststraat
aanwezig toen mgr prof. dr Alph. Mul
ders het openingswoord sprak, waarin hij
drie missie-bisschoppen begroette. Het
waren mgr C. Bronsveld W.P., pas voor
kort benoemd tot aartsbisschop van Ta-
bora, mgr C. Kramer O.F.M., uitgewezen
bisschop van Luanfu en mgr Albcrs
O Carm., apostolisch vicaris van Malang.
Een gemeenschappelijk beraad tussen
missionarissen en beoefenaars van de we
tenschap omtrent vraagstukken, die voor
de missie-arbeid van belang z«n, zo om
schreef mgr Mulders deze missiologische
week met zijn onderwerp, dat van bui-
tengewoon practisch belang is.
De opgroeiende inheemse kerken toch
zullen eenmaal, sommige wellicht reeds
binnen afzienbare tijd, haar eigen lot in
handen moeten nemen. Dit veronderstelt
de aanwezigheid niet alleen van bekwame
en waardige inheemse priesters, maar ook
van leidinggevende leken. Deze laatsten
vooral zullen de katholieke beginselen in
toepassing moeten brengen op het terrein
van het profane en in alle sectoren van
Het 6-jarige jongetje C. R., uit Spaarn-
dam, is gisteren door verdrinking om 't
leven gekomen. Des morgens was hij nog
met enkele vriendjes aan het spelen op
het eilandje tegenover zijn ouderlijke wo
ning. in het Rijnlandse water, het ver
lengde van het Spaarne. Later vond men
't ontzielde lichaam tussen twee gemeer
de boten.
De parochies zullen niet alleen ten
hauwste betrokken moeten worden bü de
inzameling van gelden voor het Hoog
vaardig Episcopaat, maar zü moeten ook
'n vooral deel hebben aan de landelijke
viering te Utrecht van het herstel der
nierarehle. Daartoe stelt de Stichting 1853-
'953 de nog beschikbare entree-bewijzen
Voor de plechtigheden op 16 en 17 Mei
•n Utrecht gratis ter betschikking van de
parochies. Elke parochie krijgt dus in
ieder geval een aantal kaarten, al naar
gelang de grootte van de» parochie.
De kaarten voor de maiaifestatie van het
Nederlanderschap op Zaterdagavond
16 Mei worden alléén verdeeld over de
Parochies, die niet te ver van Utrecht
liggen, zodat de deelnemers uit die paro
chies Zaterdagsavonds na afloop van de
plechtigheden per trein of extra bus nog
naar huis kunnen terugkeren. Dat is nodig
want in Utrecht of omgeving is niet vol
doende logeergelegenheid.
De parochies, die niet voor de Zaterdag
avondviering in aanmerking komen, krij
sen de kaarten, welke beschikbaar zijn
voor de plechtigheden op Zondag 17 Mei
d-w-z. voor de Pontificale H. Mis en voor
-de huldeblijkmanifestatifc in de middag.
Aan de pastoors of de contactpersonen
in de parochies is reeds medegedeeld op
hoeveel kaarten de parochie mag rekenen.
Zij zorgen ook voor een rechtvaardige
verdeling ervan. Bovendien zullen zij
zorgdragen voor het vervoer, dat voor
eigen rekening van de deelnemers is. De
Stichting doet tenslotte een dringend be
roep op de pastoors en de contactpersonen
om de hun toegezonden antwoordkaarten
terug te zenden vóór 20 April a.s.
's-GRAWENHAGE, 14 April 1953.
Nadat het wetsontwerp Regeling aan
gaande enkele rechtshandelingen met be
trekking tot de vervreemding van land
bouwgronden reeds in 1948 was ingediend,
heeft het bjjna vjjf jaar geduurd, voordat
deze ingewikkelde materie rijp was voor
behandeling in de Tweede Kamer. Het
gaat in dit wetsontwerp over de verkoop
van landbouwgronden, nader gepreci
seerd, over de prijsregeling daarbij en
het tegengaan van ondoelmatige versnip
peringen en het daardoor ontstaan van te
kleine bedrijven. Het wetsontwerp be
helst dus de overdracht van landbouw
gronden, waarvoor volgens dit wetsont
werp de goedkeuring van de Grondkamer
wordt vereist, evenals voor de vestiging,
de wijziging en de verlenging van zake
lijk recht op land. Vervolgens stelt dit
wetsontwerp voor, dat bü algemene maat
regel van bestuur een regeling wordt ge
maakt omtrent dc tegenprestatie (de prijs)
waarvoor dan de minister vla de Grond
kamer normen vaststelt voor de over
dracht.
Nu wilde de heer Vondeling (P.v.d.A.) al
direct de taak van de Grondkamer ingrij
pend wijzigen. Hij wenste nameüjk niet
alleen toezicht van de Grondkamer, maar
wenste deze ook een positieve taak te
geven door haar het recht te geven de
grond toe te wijzen, alsmede een regeling
voor woeste gronden en bosgronden. Hel
recht van voorkeur van de pachter bij
verkoop zag hij niet als een beginsel
maar als een noodzakelijkheid om econo
mische redenen ondanks de bezwaren,
welke ook daaraan verbonden waren.
Het ging hem in de eerste plaats echter
om de prijzen te binden. En naast de be
heersing van de koopprijzen moesten ook
de pachtprijzen worden geregeld, omdat
er anders een verschil in rendement zou
optreden tussen deze prijzen met als ge
volg zwarte pachtprijzen om de verkoop
te voorkomen.
Indien de Kamer de in het wetsontwerp
vervatte regeling echter niet zou kunnen
aanvaarden, maar de prijzen zou willen
vrjj laten, dan zou hij liever het andere
uiterste aanbevelen en verkoop willen
bepleiten door de Grondkamer.
„Geen kwestie van", zei hierop de heer
De Ruyter (C.H.), want dit zou een be
vriezing van de prijzen veroorzaken,
waartegen hij zich zeer beslist verzette.
Hij kon accoord gaan met een prijsvast
stelling door de Grondkamer, maar niet
zoals het wetsontwerp het wilde: namelijk
de prijs van 1940 met een verhoging van
10°'» voor landbouwgronden en van 20°'
voor woeste en bosgronden. Dat zou een
bevriezing betekenen, waarvan de heer
De Ruyter niets wilde weten.
In tegenstelling met de heer Van de
Heuvel (A.R.) achtte de heer Droessen
(K.V.P.) een prijsbeheersing noodzake
lijk. Maar daarnaast bestond ook de nood
zakelijkheid van prijsbeheersing van de
pachtprijzen om een schromelijke prijs
opdrijving tegen te gaan, die ongetwijfeld
het gevolg zou zün van een hogere vraag
Er zou voor de pachters daardoor geen
redelijke winst overblijven. Zou er geen
regeling komen, aldus de heer Droessen,
dan zouden de koopprijzen veel te hoog
worden waardoor bij een economische
achteruitgang een faillissement zou ko
men Bovendien zouden dan financieel
niet-draagki^chtigen maar zeer bekwame
boeren niet de gelegenheid krijgen te
pachten.
Tot deze toe
geeflijkheid
was de heei
Van den Heu
vel (A.R.) niet
bereid. Deze
stond in het
algemeen op
het standpunt
dat het niet
nodig was de
grondprijzen
te beheersen
het was vol-
gens hem vol- cïi. van den lleuvei. (A.R.)
doende de geen kindermeisje
pachtprijzen
In de hand te houden. Hu vond het op
nieuw zoals hij al zo dikwijls tegenover
de P.v.d.A. had betoogd niet juist om
kindermeisje te spelen en alle risico aan
de overheid over te doen. Op deze wijze
komt er van de samenleving niets te
recht Wat zou er van uw briljante be
voegdheden terecht zijn gekomen?" aldus
zei hij tot de voorzitter, „indien U zich
niet bijtijds aan uw kindermeisje had ont
worsteld?"
Het voornaamste argument van de heer
Van den Heuvel was echter dat dit een
regeling was die practisch niet kon wor
den nageleefd. Hiertegen had hij ernstig
bezwaar, omdat dit spel enwas met hel
overheidsgezag. Deze regeling was niet te
effectueren zonder middelen, die erger
waren dan de kwaal van de huidige rege
ling, waaraan practisch niet de hand werd
gehouden. Als men zegt: het helpt altijd
wat, dan stelde hij daartegenover, dat dit
niet opwoog tegen de ondermijning van
het gezag, dat hiervan het gevolg zou zün.
Men moest geen voorschriften uitvaardi
gen, die niet waren na te leven.
Zou dit ontwerp toch worden aangeno
men dan zou het onjuist zijn voor de uit
voering van deze regeling te wachten op
de nieuwe Pachtwet. En daarbü achtte
hij het wenselijk iets te weten van do
rentevoet, waarop zou worden gekapitali
seerd. Dat was beslissend voor het hele
geval.
De heer Droessen was alles bü elkaar
ook niet. enthousiast over dit wetsont
werp, dat hü van beperkte betekenis
achtte. Door vererving en ruilverkave
ling zou opnieuw versnippering optreden
Men mocht met middelen komen om dit
tegen te gaan, maar deze moesten aan
vaardbaar zijn en niet in strijd met de be
ginselen van het eigendomsrecht. Zoals
het wetsontwerp deze gaf, noemde hij dij
schieten met een windbuks op een olifant.
Dat was nu juist de argumentatie van de
heer Van den Heuvel, maar de conclu
siés, die hieruit werden getrokken, waren
verschillend. Ook de heer Droessen vond
wel, dat de uitvoering op moeilijkheden
zou stuiten (lees dat de wet weer vrolijk
zou worden ontdoken) het zou bijvoor
beeld ondoenlijk zijn de gemiddelde be-
drijfsgrootte in een bepaalde streek vast
te stellen.
Het voornaamste bezwaar vond de heer
Droessen intussen, dat niet voldoende was
gemotiveerd, dat verkleining van land
bouwgronden ten nadele was van het al
gemeen landbouwbelang. Het was niet de
hoogste wijsheid het kleinbedrijf in
zijn ontwikkeling te belemmeren. Als de
regering een teveel aan wijsheid toekent
aan de Grondkamer, dan moet deze ook
de vrijheid hebben zelf de normen te han
teren.
Hij verklaarde tenslotte vóór het wets
ontwerp te zün, maar verzette zich tegen
artikel 9, betreffende de gemiddelde om
vang van een bedrüf- H|| vond dit ont
werp tenslotte een proefkarakter te heb
ben en zetde te overwegen een voorstel
in te dienen, waarbij aan dit ontwerp een
beperkte duur zou worden gegeven. De
voorkeur voor de pachter bü eventueel
verkoop achtte hü een effectief middel
om de prijsbeheersing te handhaven.
Morgen komen er nog meer sprekers.
met waarschijnlijk weer andere meningen
Zoveel hoofden zoveel zinnen, zou men
boven dit wetsontwerp kunnen schrijven
De heer Gortzak (Comm.) vroeg bij het
begin der vergadering verlof de regering
te mogen interpelleren over de viering
van de vijfde Mei.
Dienaangaande zal morgen worden be
slist. F.S.
het maatschappelijk leven. Bovendien zal
het christendom, wil er werkelijk een in
heemse Kerk in de missielanden ontstaan,
ook weerklank moeten vinden in de hei
dense omgeving, met name in de leidende
lagen van de bevolking. De krachtige pe
netratie* van de christelijke ideeën in het
sociale leven van de volkeren is van het
allergrootste belang. Reeds beginnen de
zogenaamde geëvolueerden hun stem te
verheffen, terwijl moderne levensbe
schouwingen zich trachten meester te
maken van de pas ontwaakte geesten.
De missionarissen in den vreemde en al
degenen die geroepen zijn om hier de
missie-actie te bevorderen, moeten deze
tekenen des tijds verstaan en dienover
eenkomstig handelend optreden, aldus
spreker. Onder afroeping van Gods ze
gen verklaarde prof. Mulders hierna deze
Nederlandse Missiologische Week voor
geopend.
Als eerste inleider kwam aan 't woord
dr Gregorius O.F.M.Cap., die een gefun
deerde beschouwing gaf over begrip, be
lang en vereisten van de élite. Onder
élite verstond spr. die groep van voor
beeldige, overtuigde en strijdvaardige
katholieken, die een leidende functie heb
ben op de diverse terreinen, waar de be
langen van de Kerk op het spel staan.
Uit hun katholiek bewustzijn en onder
leiding van de kerkelijke overheid ver
richten ze hun apostolisch werk. In ver
band met het vraagstuk van de massa-be
kering neemt de priester-nood 6teeds
meer toe. Is voor Europa de norm een
priester voor 1000 gelovigen, in de missie
is deze norm een priester voor 500 gelo
vigen. In de succesvolle gebieden staat
een priester al gemiddeld voor 2000 gelo
vigen.
Spr. wees er op, dal er onder de mis
sionarissen te weinig geschoolden zün,
die de missie-strategie en -methode door
en door kennen; ook zjjn er weinig ge
schoolde leken die de priesters het werk
uit handen willen nemen. Het opdringend
communisme, het nationalisme en 't snelle
groei-proces van de protestantse kerken
eisen de vorming van een élite, die grote
invloed heeft, en van modernisering van
de middelen. Een goede krant kan dik-
wüls meer doen dan vüftien missionaris
sen. Door onderwüs, verenigingsleven,
pers enz., moet de actie-radius van het
missie-werk worden verbreed; tussen de
missionnerende orden en congregaties moet
grotere samenwerking komen voor de op
lossing van het élite-vraagstuk, vvaarbü
meer vertrouwen in de jonge christen
heid gerechtvaardigd is.
Pater R. Jaspar W.P., belichtte vervol
gens de bijzondere aspecten van 't vraag
stuk in Afrika; Sr Fulco van der Heyden
O.Praem., bezag die aspecten voor India
en drs G. Groot S.V.D. voor het Verre
Oosten, met name voor Japan. De eerste
spreker wees op de omstandigheid, dat
de meer ontwikkelden in Afrika aan de
invloed van de Kerk ontglippen. Het vor
men van een élite in dit werelddeel eist
een aanpassing aan de Afrikaanse cul
tuur en een goed begrip van de physiolo-
gische en psychische gesteldheid van de
Afrikanen.
Dr Van der Heyden beschreef de moei
lijkheden van een élite voor India, waar
de hogere kasten, speciaal de Brahmanen,
de algemeen erkende leiders zijn. Is de
Kerk in Zuid-India in alle kasten door
gedrongen, in het Noorden is dit niet het
geval. Daar moet het materiaal vooral
worden gezocht onder de vele leraren aan
scholen en universiteits-colleges. Uit hen
en uit de vele Goans, immigranten uit
Portugees Goa onder wie dokters, advo
caten en zakenlui, zou de élite-groep ge-
recruteerd moeten worden.
Drs G. Groot S.V.D., liet een büzonder
optimistisch geluid horen over de élite
die zich in Japan vormt, dank zü vooral
de vele belangri'k? bekeerlingen uit de
hoogste klassen van het volk.
Amerikaans vliegtuig verongelukt. Een
tweemo:o' g Amerikaans vliegtuig met 22
passagiers en een bemanning van 3 kop
pen aan boord, is in de bergen ten oosten
van Seattle in de Amerikaanse staat Was
hington verongelukt. Het wrak is inmid
dels gevonden. Volgens de eerste berich
ten zijn de tweede piloot en vier passa
giers om het leven gekomen.