ZANGERSFEEST in Brabants hoofdstad <~Üluckttge ontmoetingen met drie 3Coorieidero PLEIZIER NAAST CULTUUR! Het geheim van het leken-priesterschap Het feestprogram w H VOORWAARDE TOT APOSTOLAAT De Meierij een woud vol zangvogels it dit Reveil in Nederlandse koorzang Jos. Vranken: organisator Mannenkoor een half koor? Vl^aïod" Wieke Jordans: Benjamin Fred. Roeske: Nestor "«ra p^?:no 8 u-! 8 u-: <§od en wereld ZATERDAG 23 MEI 1953 PAGINA 5 Dienende functie Op de tinnen van de Bossche St Jan staan deze drie figuren als bewijs hoezeer de zang als spontane uiting van menselijke gevoelens van oudsher in Brabant een levende functie heeft vervuld Kl Peri ater^°ud in de Bierstube fe* }?eertoi,rieeft me dese begrenzing mn ng tp 'n om voor deze vocale rip,!lnenkoor*nSctlrVven temeer wijl de r/'},°P de j?MF enkele decennia gele- lu2 ^r^°Pe-n ±fse Liedertafelstijl was ten Deze manier van zingen te' ni°l met *jn vam Seest hei' v Nieuwe mogelijkheden Bossche traditie Geen gemakzucht Positief reveil Behalve muziekstacl is Den Bosch een maand lang ook feeststad Italiaans lustoord ]\|ET HET BREDE en gulle gebaar van een goede Brabantse gastvrouw beeft Brabants hoofdstad haar armen geopend om de zangerscharen te ?ntvangen. Ter gelegenheid van het eeuwfeest van het Koninklijk Neder- atlds Zangersverbond zullen tientallen koren ter strekte van zeven duizend ftlannnen naar het Bossche Muziekfeest komen. Niet om, zoals in ouderwetse c°Rcoursen het geval was, te proberen elkaar de loef af te steken, maar om gedurende vier weekeinden, op tal van concerten van hun eigen zang-aard 'jk te geven. En zo zal de Meierij zijn als 'n woud vol zangvogels: van bartel tot koekoek en van leeuwerik tot nachtegaal. Uitmaken wie nu de aeR en wie de ander is in dit „vogelenkoor", behoort straks tot de attractieve ezigheden van de luisteraars. at het zangfestijn nu juist zal plaatsvinden in het eertijds klassieke j 11®11 van de Nederlandse koorzang; rond de geboortestreek van de grote acob Obrecht, de enige belangrijke meester uit de Nederlandse School er XVe eeuw in de schaduw van Neêrlands unieke kathedraal, die ®n&iaal als een beschermende arm over de zangersscharen en over e ]a^le^scbeppers uit dat roemrijke tijdperk, zal ieder muziekminnen e genoot met vreugde héhben vernomen. „Reeds in haar oudst bekende re kening, die van 1330, vindt men zeer veel uitgaven geboekt voor zangers en organisten, voor aangekocht perka ment om er de gezangen op te laten schrijven", zegt de onlangs overleden archivaris H. J. M. Ebeling in „Bra- bantia". ,,De béste zangers van ver buiten de grenzen van Brabant werden naar 's-Hertogenbosch gehaald en aan de meest bekende componisten werd opdracht gegeven tot het maken van missen en kerkelijke gezangen. In eeri der zangboeken maken we nog kennis met het voorschrift op welke wijze de daarin voorkomende gezangen uit gevoerd moesten worden". In die „ordonnantie" staat te lezen hoe ..die zanghers dit navolgende lof singhen sullen". „Inden iersten sal den organist een lange poese spelen om die sanghers bij te comen ende dan sal die sang- meester beghinnen dat responsorium Tuam crucem, dwelck die sanghers statelyck uyt singihen sullen". En dat alles, zo heet het verder: „sal men singhen oetmoedelyck in simpelen sanck". Deze laatste zinsnede openbaart wel heel duidelijk het dienend karakter van de koorzang der meerstemmigheid in de late middeleeuwen en de radicaal tegen gestelde mentaliteit van de in wezen Een ee^V^t weliswaar de mannenkoorzang Ned |trekkelijk jong bestaan: dat het f(wi -Zangersverbond zijn eerste eeuw- her wYle.rt. wijst hier al op. Van ouds- gine<J^s k°orzang gericht op de vier lig- goscha„ Van het door de natuur ons m- en alt) orgaan: vrouwelijk (sopraan om Hp, ®n mannelijk (tenor en bas), en meerstmn r?den is bijna alle klassieke ëemenM mJgheid (Ned School) op deze krijg* 5d® bezetting géricht. Men ver- Scheidenblmeen leiding en een ver- Jb.annenkoor X?,n timbres die bij het 'Da. Vandaar-rio* ^broaall ontoereikbaar meeste- vfX d® scherpzinnige Fran sen mannenkonXCent d' IndF zeide da „?or. een even r de helft is van e?.n nihe. n nuchtere als rake defi- se fab ■j-., bC/J f)rt» I riujlllts I l/Ui II ritn-yv» ,erstubeWste ver"band met de Duit- T^ken JL' Diedermeyermode worst- *Uchtiger n Paradepassen. Hoe luid- m.ai' Jfevoelvoller, huilebalkeriger de ™as »i"k0ren Z0n9en des te zeker- uit het Gp l. o!X.n ,V.an applaus-salvo's orf.r'",aa"Se 1' ons volgde men v-icht i„a v°etspoor. Kampioenen in dit Sn Richaranrde XlXe eeuwse componis- r.anrlt<. R Olman met »4v0),"uys „De Rots tn „Jerusalem"; niet „Droeve tijden"; uc „Zegepraal", enz. Dit .P^etuir.fi veel klatergoud en bellen ueo 1$ - Tia.YnAr,*-r -JJ. b/r«>v. Ti !eder, vanJ?aradePaarden, die de bour- tijd epateerden 8en dezg muziek heeft nafruurlijke die als een vloed groei overspoelde dam 'n de LaSe Landen vooral kwam opgeworpen. De Hollander et zijn reëel en klaar denkende ties tot eerst van alle omringende na- reactie n sP°edig algemeen wordende De ziek jOrolutie van de mannenkoormu- de, laatste twintig jaar ten on- J verbazingwekkend reden wint de eeuwfeest- |ent jg m om Woord verbazingwekkend. »»rb°nci „Xan. het Kon. Ned. Zangers- J.°P ep„ ?>eniijk in betekenis en valt s„ 6n is »i^i5errnate geschikt moment. stÏP'ale pil Weer gaan bezinnen op de 0r, t en die mannenkoormuziek cn een 1 «an niet worden ontkend dat el<Wnatie moment deze vocale geifiA ,?Ve,n dwingend kan zijn als Sste«imrWerk v°or vrouwen- of jon- Het criterium van mannenkoor ligt in het tekstgegeven. De Liedertafelsttjl bracht hier een vals sentiment door morgen- en avondrood-meditaties; door bespiegelingen over „droeve tijden", door verheerlijkingen van een „rots in zee" of lyrische ontboezemingen bij het zien van Jerusalems' wallen. Hiertegenover kwam een reactie. De bronzen baritonale timbres, de stalen tenorstemmen en de als bourdons gon zende bassen, vonden in een „Allons Pi- cars" van Pijper, de „Soldatenmis" van Martinu, de „Chansons a boire" van Pou- lenc maar bovenal in „Oedipus Rex" van 'Strawinsky een nieuwe en zinrijke toepassing. Nieuwe mogelijkheden voor de man nenkoorzang openden zich door het im peratief van de tekst enerzijds, maar an derzijds door de sinds de Liedertafel- stijl volkomen geëvolueerde muzikale componenten. Een nieuw beeld van rhythme, melo die en samenklank leidde tot ongehoorde klankmogelijkheden. Daarbij voegde zich instrumentale combinaties waarvan men in de goede oude tijd nog geen besef had en die, zoals in Strawinsky's en Martinu's werken ,tot een verbazingwek kend perspectief leidden. DAT nu juist in Brabants hoofdstad het festijn der mannenkoormuziek zal plaats vinden is geen toevallig heid. Zingen zit de zuiderling in het bloed. Hij zingt als hfj lacht en hij lacht als hij zingt; hij zingt ook als hij bidt en hü bidt als hij zingt; in dagen van vreugde zowel als van smart, van liefde of geestelijke nood welt hem het lied naar de keel. Zingen is hem een levens behoefte en ook in de koorzang vindt dit een levendige weerspiegeling. De muzikale traditie, van Den Bosch geeft hiervan getuigenis. Reeds in ontving de Illustre Lieve Vrouwen- broederschap te 's-Hertogenbosch de Kerkelijke goedkeuring van de bis schop van Luik, Adolf v. d. March, onder wiens jurisdictie toen nog de Mfjerij behoorde. Het voornaamste kenmerk van de geestelijke broeder schap was om de eredienst in de Ka thedraal met luister van zang en klank te omgeven. Vrijwel de enige uit de 15de en 16de eeuw geconserveerde zangboe ken in Nederland zijn die welke in het archief der Broederschap nu nog te vinden zijn. egoïstische snoeverij der Liedertafelarfl. Dit dienend karakter vinden we even eens terug op de met oneindig geduld en veel iliefde en kunstzin getekende per kamentbladen van genoemde zangboe ken. Hiervan zijn nog twee gelijkluiden de exemplaren behouden. Men ziet hier muziek op het vierlijnig systeem van het Gregoriaans genoteerd in „rotunda"- vorm van noten. Toen was muziek- schrpven namelijk nog een kunst die later door de drukkunst zou worden ver drongen. Tot de meest befaamde „muzic- scnvers" die in Den Bosch hebben ge werkt behoorde de Mechelaar Peter van den Hove in officiële stukken ge- heten: „escripvain et garde de livres de la chapelle de mon dit Seigneur l'Ar- dhiduc". De aartshertog waar hier sprake van is behoorde tot de Bourgondische en Habsburgse Landheren die de Nederlan- den tot het meest bloeiende cultuurge- west van Europa inclusief de meer stemmigheid deir Nederlandse School gemaakt hebben. De tentoonstelling „Bourgondische Pracht m het Rijksmuseum te Amster dam (1951) bevatte onder haar schat ten zulk een zangboek, dat een wonden mag genoemd worden van muziekschrift. Peter van den Hove (alias: Alamire) was onder de muziekschrijvers der zes tiende eeuw wat Jeroen Bosch was voor de beeldende kunst. De zangboeken van zijn hand zijn pronkjuwelen van mu- ziek-calligraphie waarvan de schutbla den en de sierletters een wereld van gelukkig mengsel van zuidelijke en noordelijke eigenschappen heeft Jos. Vranken in de zangerswereld tot een leider in de breedste zin des woords gemaakt. Des Zondags ziet men hem "P de orgelbank van de Jezuïetenkerk aan de Elandstraat in Den Haag: enige uren daarna broedt hii met de bestuursleden van het Kon. Ned. Zangersverbond op nieuwe plannen. De ene avond vuurt hij zijn Haghe Sangers aan in het repetitie lokaal, vierentwintig uur later zwaait hij de scepter over een koor in Bergen op Zoom, om, na weer een etmaal, in Venlo op te duiken als dirigent Van „Venlona". En tussentijds ziet hij nog kans om met consulaire autoriteiten over culturele uitwisseling te confereren. Voor het Bossche muziekfeest is hij een der hoofd-organisatoren. En daarom dit kleine interview. „Als het over verwording van de koor zang gaat, is het mannenkoor het zwarte schaap. Liedertafel, zelfoverschatting en ijdelheid zijn verkleefd aan het begrip mannenkoor", aldus j0s. Vranken. „Nu wij voor ons eeuwfeest een balans opmaken zouden wij vergelijkin§en kun nen treffen tussen de andere vormen van koorzangbeoefening a]s gemengde, capellakoren en vrouwenkoren. Bij de gemengde koren is het de grote verdienste van Averkamp's Gemengd Ensemble, de Madrigaai_vereniging van Sem Dresden, het paiestrinakoor en later het Kamerkoor van Felix de Nobel, die de koorzang uit het moeras van de concoursen de juiste weg naar een toe komst wezen. Voor het vrouwenkoor bewezen A. B. H. Verhey, Evert Comelis en later Glastra v. Loon met het Kraüngs Vrou wenkoor onschatbare diensten. Bij het mannenkoor was het Apollo uit Amsterdam dat vanaf l925 onder leiding van Fred. Roeske doelbewust nieuwe wegen en vormen ging zoeken; in Den Haag legden Hub Cuypers en dr Walther Boer de eerste grondslag voor een beter musiceren. Na de oorlog heeft het Kon. Ned. Zangersverbond het zich tot taak gesteld het streven der grotere koren: muzikaal verantwoorde programma's uit te dragen naar de uithoeken van ons land, te ver werkelijken. Hierbij werd uitgegaan van een vast werkprincipe. Uit de rijke periode van de middeleeuwse koorzang werden klei nere werken uitgegeven. Naast deze strenge, poiyphone muziek hebben wij ook aandacht aan goede wer ken uit de Romantiek geschonken: Schu bert; Schumann; H. Wolff; M. Reger; ■Grieg en A. Bruckner. Daarnaast ook aan de Russen Archangelsky, Gretchani- now en de Tsjechen Smetena, Dvorak, Janaceck, Martinu, enz. En de eigentijdse muziek? „Bij ons eeuwfeest komtn van aller wegen blijken van belangstelling van de meest representatieve componisten. U weet trouwens hoe voortreffelijk Debus sy en Ravel, Stravinsky en Bartok zich in de geheimen van het mannenkoor hebben verdiept, hoe nauwkeurig zij de liggingen kenden, de kleur en de dynamiek het mannenkoor eigen. Het is waar dat het mannenkoor begrensd is m z'n mogelijkheden en daarom is het com poneren hiervoor bijzonder moeilijk. Maar ik verblijd me in de verworven resultaten en het ls een dagelijkse vreugde mij aan deze taak te kunnen wijden." Onder de mannenkoordirigenten is Wieke Jordans de Benjamin. Nauwe lijks dertig jaar oud breekt hij reeds door de barrières heen die ieder uitvoe- -end kunstenaar in zijn loopbaan ont- noet. I"ij is de stuwende leider van het thans jubilerende Kon. Bossche vrou wenkoor. Wieke is de broer van Hein Jordans die het Brabants Orkest dirigeert. In vele gevallen is het bezit van een be gaafd of gerenommeerd familielid een na deel. Niet zelden leidt zulk een ver wantschap tot een kunstmatige zelfdunk. In dit geval echter heeft het talent een diepere wortel; baiden zijn zonen van één muzikant. Na de Jacobsladder die alle echte Amsterdamse huizen in wentelende of stijlrechte lijn bezitten te hebben be klommen traden we de werkkamer bin nen van de oudste mannenkoorleider van ons land: Frederik Roeske. Hij ontving ons met die hartelijke jovaliteit de Amsterdammers eigen en temidden van zulk een stapel souvenirs, portretten, schilderijen, herinnerings- of eretekenen dat men eigenlijk de eerste tijd niets behoeft te vragen of te zeggen, wijl de geschiedenis van Roeske s leven hier als een open boek ter lezing ligt. Daar ziet men portretten uit de oude tijd van Bernard Zweers, Messchaert, Durigo en Mengelberg, maar ook een op de Steingraber-vleugel prijkende foto van Igor Strawinsky; verder grote op namen van aubaden voor het Paleis op de Dam; van indrukwekkende zangers bijeenkomsten; oorkonden van erelid maatschappen en kranslinten. Roeske is nu 84 jaar oud maar zijn ge zicht vertoont nog weinig rimpels en zijn gezondheid laat niets te wensen. „Maar dit jaar ga ik van „Apollo" (het Amsterdamse mannenkoor) afscheid nemen. Mannenkoor dirigeren is een zwaar werk en ik heb het nu 56 jaar gedaan. „We" bestaan met Juni honderd jaar en gaan dit feest vieren met uit sluitend Nederlandse werken. Ik vind dat men veel te weinig aandacht aan de muziek van onze landgenoten schenkt en we moeten met onze tijd meegaan", aldus de nestor van het koorleidersgilde. Hij stamt uit de tijd dat het liedertafe len (d.i. zingen aan lange, al of niet met bitter- of bierglazen gevulde, tafels) nog volop In zwang was. Maar naar zijn op vatting kwam de Liedertafelstijl meer in de mode door onkunde der betrokken leiders die slechts naar uiterlijk effect streefden, dan door de componisten. Hij heeft met ambitie in die jaren werken van Schubert, Brahms, Schumann en later d' Indy laten zingen. „En hoe vond U Strawinsky?" vroegen wij. „Ik heb van hem hier in Amsterdam de eerste uitvoering van Oedipus Rex met „Apollo" geleid (1928) en Strawinsky was daar erg tevreden over." „Ik voor mij vind het prettig om eens 'n nieuw geluid te laten horen", gaat Roeske ge moedelijk glimlachend verder. Deze sportieve opvatting verraadt wel iswaar nog niet zijn voorkeur, maar wel z'n breedheid om het eigentijdse te pro pageren. Met Diepenbrock en Pijper trouwens onderhield Roeske vriend schappelijke relaties en van de eerste bracht hij alle mannenkoorwerken ten gehore terwijl hij van Pijper's „De coninck van Castilië" een eerste uitvoe ring gaf. Ik zou graag willen dat men alle Ne derlandse componisten In de gelegenheid zou stellen om nieuw werk aan te kon digen en door verspreiding der partitu ren bi) de belangrijkste koren te propa geren. Hoe anders moet men op de hoog te komen van hetgeen zij componeren T" „Hebt u nog voorkeur voor bepaalde werken of componisten Roeske's ge laat plooide zich nu tot die zachte glim lach die met z'n zilverig-zijden haardos zo overeenkomt. „Och meneer wat zal ik u zeggen Het is met de componisten als met de vrouwen de een heeft mooie ogen, de ander prachtig haar; een derde een aar dig figuur. Zeg dan maar eens van wie je het meeste houdt!" Oorspronkelijk uit Duitsland afkom stig was vader Jordans in Venlo orga nist-dirigent-leraar, en al vroeg kwamen Hein en Wieke in zijn muzieksfeeT. Als bij ingeving kreeg Wieke in die tijd de gedachte om zich geheel aan muziek te gaan wijden. Hij doorliep het Conserva torium te Amsterdam; volgde dirigenten cursussen in Salzburg en ontplooide in deze laatste hoedanigheid al ras een gro te activiteit. Met onstuimig jeugdig elan wierp hij zich ln de branding van de mannen koorzang, en met evenveel geestdrift wierp hij zich op voor de eigentijdse mu ziek van zijn landgenoten en voor alles wat met nieuwe adem is bezield. Bij de ze taak zet hij z'n gehele wezen in en als men hem ziet dirigeren doet hij dit met een spanning als van een vat bus- krult. Deze dynamiek is kenmerkend voor zijn dirigeerwijze en voor zijn per soonlijkheid. „Ik vind het onjuist om aan de muziek van deze tjjd voorbij te gaan. Naar mjjn mening getuigt het van kortzichtigheid om te doen alsof er op het gebied der hedendaagse kunst niets, of niets be langrijks wordt gepresteerd. Het ge tuigt van gemakzucht om zich alleen maar bezig te houden met dat, wat „men" direct mooi vindt en wat direct in het gehoor ligt. Natuurlijk moet het kaf van het ko ren worden gescheiden, zoals bjj alles in het leven. Dus ais we ons met moderne muziek bezig houden, moeten we niet alles a priori verwerpen maar ook niet alles luide toejuichen. Bij een juiste geestelijke instelling voelt de mens in tuïtief, wat uit het diepste innerlijk van de componist is voortgekomen en wat dus naar alle waarschijnlijkheid de tij den zal trotseren." Hield u in uw jeugd van jazzmuziek? „In mijn jeugdjaren heb ik dikwijls jazz gespeeld tot verdriet van mijn vader, welk verdriet overigens slechts duurde totdat na de Bevrijding de Ame rikanen in Venlo kwamen, voor wie ik jazz moest spelen. In ruil hiervoor kre gen wij de ingrediënten die we na de honger-winter nodig hadden Ze wilden me bovendien nog als jazz pianist meenemen en deden verlokke lijke voorstellen. Maar toen werd het ernst en ik heb in Amsterdam een mach tige leerschool doorgemaakt." Wieke bladert in z'n actetas die vol zit met nieuwe partituren en hij 6preekt over 't ene stuk met nog meer geest drift dan over het andere. Een sprankelend talent waarvan we nog veel verwachten. kleuren en symbolische figuren laten zien. Dit edele spel van muziek vormen in dienst van de Allerhoogste en rond de torens der St. Jan duurde tot aan, dagen der beeldstormers. Toen braken de stenen heiligen-figuren en ook de krachten van de koorzang. Veel ls er sinds dien gedaan om het muziekleven in het hart van Brabant weer ten leven te wekken. Maar deze pogingen bewogen zich in de richting van de profane kunst van orkestrale mu ziek, van blaasmuziek en, wat de koor zang betreft, in de Liedertafelmuziek. Eerst sinds de bevrijdingsdagen klinken stemmen die op een positief réveil wijzen van de symphomsche kunst enerzijds en de koorzang anderzjds. Het Brabants Orkest is een Verworvenheid der laatste jaren die een muz'kaa'. ten achter geraakte pr0YLncie met n'ea]X leven gaat bezielen. Net Kathedral Koor, het Bossche Mannenkoor en andere koorgroepen doen eindeluk weer een eigentijds geluid van eigen bodem klin ken als een soort kazumstoot door de nacht van het verleden. En als dan straks van heinde en ver de groepen naar 's-Hertogenbosch zuiden toestromen, zal dit feest wel eens kun- nen aantonen dat Nederland geluk m vroeger eeuwen weer toonaangevend cultuurgebied is voor het zingen in koor gemeenschap. MARIUS MONNIKENDAM. - .q? vv|| Een der paviljoens van het amusementspark „ln den muziekhof dat gisteren werd geopend. Bi, enkele der be- woSr.iret Mii»ifr.amm»"punten - h e- „?l'«kfcest ln Den mierès van Frieso Moolenaar, B. v. d. Sigtenhorst Meyer, fl»l"15ljyek'ecst in Den Lennox Berkely, Lex van ^°or 1, ste*"avond geopend Delden, Joh. Bordewijk-Roep- koo».. Rn„eei? Kala-concert man). Bosch' Mannen- Maandag, Dinsdag en Woens- Z0rir^ dag 1, 2 en 3 Juni: Casino 8 u.: Ki 24 ïvr^i. T Muziekstad.-operette. tlge s?.Vaa Den z,evin z°ndag 7 J"ni: Stadion 3 u.: iVT-n °hgen luie plech- Muziekfantasie voor harmo- 25 i5rif..erJ o nieën m.m.v. Bossche carnavals door v.'e CJlslno 8 u* verenigingen, Ambonese dan- Öinai de Roovtad-°Perette sers en de beiaardier Toon v. Balkom. K.n H:V'; Eerste1 eï:r.t?T^ziekhof _Zondag 7 Juni: Provinciaal Tw^ l'ibeck f**"» B van Genootschap 4 en 8 uur: Voort- 8 V,' Vr'-Eig 28 Mo?-r A i zetting Zangersfeest ipremières 8 uur?0?, 31 Casino 4 en feest "(VXeXXT"1'1"" ZanBers" „Voortzetting concerten- Tnphnoob rnières van Lc 1 Z-*^eestS (o.a! pre- Louis en Zondag 14 Juni: Casino 4 en 8 uur: Zangersfeest (premières van Jaap Vranken, Andrée Bonhomme, Marius Monniken dam, Paul Müller en Franz Burkhart). Donderdag 18 Juni: Casino 8 uur: Opening Jongeren-mu- ziek-week. Zaterdag 20 Juni: Prov. Ge- nootsch. 8 uur: Afscheids concert Fred. Roeske. Zondag 21 Juni: Parade 2.30 uur: Massazang „Cantate op het eeuwfeest (Wouter Paap). Zondag 21 Juni: Casino 4 en 8 uur: Zangersfeest (premières Matty Niel. Aug. Vörding, G. F. Malipiero, Michel Ciry). Woensdag 24 Juni: Casino 8 uur: Ballet-avond -(Jongeren Muziekweek). Vrijdag 26 Juni: Casino 8 u.: „Orfeo ed Eurldice" (Brab. Kamerkoor) Muziekhof 10 uur Vuurwerk. Zondag 28 Juni: Casino 8 u.: Sluitings-concert Concertge bouw-orkest o.l.v. Josef Krlps. ET IS ONGETWIJFELD waar, dat het men selijk gelaat priesterlijke trekken vertoont, dat wil zeggen dat de mens natuurlijker wijze is aangewezen op dienstbaarheid en offer, dat hij daartoe een wezenlijke geschiktheid ver toont en dat hij een dienende, bemiddelende functie vervult in het leven der menselijke gemeen schap. Maar evenzeer is het waar, dat er aan dat algemeen-menselijke priesterschap iets ontbreekt zodat het ons niet geheel en al kan bevredigen. Een mens zal in de praktijk van zijn leven nl. altijd be merken, dat hij met zijn eigen aangeboren priester schap niet klaar komt, dat hij ermee moet vechten en dat hij de edelste en zuiverste impulsen van dit priesterschap niet steeds in de hand heeft. Er zijn in ieder mens krachten en strevingendie zich tegen die priesterlijke dienstbaarheid en offergezindheid ver zetten. Duidelijk wordt dit geïllustreerd in de brief van Paulus aan de Romeinen, waar hü schrijft: „Immers ik begrijp er niets van, wat ik doe: want ik doe niet wat ik wil, maar ik doe juist wat ik verfoei" Men bemerkt, hoe zich hier de voortdurende wor steling openbaart tussen twee grootheden in de mens zijn diepe hunkering naar het goede, en zün duistere gedrevenheid naar het kwade. Wie dienstbaar wil zjjn en offervaardig, wie zün menselijke priester schap wil uitoefenen, ervaart, dat hij daarbij door zichzelf wordt tegengewerkt. De overgave en toe wijding, waartoe de vrouw met heel haar wezen ge roepen is, wordt belemmerd door de zwakheid en ontoereikendheid van haar lichaam en geest. De ar beidende en zorgende verant-woordelükheidvan de man wordt teruggehouden door zijn zelfzucht en eigendunk. Liefde wordt vertroebeld door de onzui verheid van allerlei baatzuchtige bijbedoelingen Hartstochten botsen tegen elkaar op; het leed dat moest louteren en als glanzende gave belangeloos op het altaar wordt gelegd, dreigt te verbitteren en te vereenzamen; goede voornemens blijven steken in een soort gevoel van machteloosheid. Men zou kunnen constateren, dat de priesterlijke elementen in elke man en vrouw soms maar moeilijk tot hun recht kunnen komen. Het zuiver natuurlijke priesterschap van de mens schünt niet helemaal vrii te zun gebonden als het is aan de zeer beperkte mogelpkheden van het menselü'ke. te ALS GoD mens en priester wordt, krijgen we heel iets anders te zien. Met Jesus Christus is een Ander Priesterschap in deze wereld gekomen een Priesterschap dat géén gebondenheid en eéén grenzen erkent. K Wij moeten dit goed verstaan. Het PriesterschaD van Jesus plaatst zich niet tegenover het onze alleen nni het onze te overtreffen of overbodig maken De priesterJesus is met Zi-]" ^FesteXSCXXR met Zijn dienstbaarheid. Zijn bemiddeling, en Zun offer in deze wereld gekomen, om dat kleine, wor stelende, ongenoegzame en,.jn Z1C verstrikte Driesterschap van óns te bevruden. Men zie goed toe, hoe Jesus leeft en sterft en hoe zich in Zijn leven en sterven een Priesterschap open baart dat in alles aan het onze geluk is, maar dat ook in alles het onze glansrijk overtreft, samenvat en vruchtbaar maakt. JrorTS IS een mens Om als mens te kunnen leven, moet Hü, evenals wü, zich veel ontzeggen, moet Hii vechten en weerstand bieden, offeren en zich- 7Plf beheersen. Hij kiest in vrijheid. Als H\j dorst hein vraagt Hü de Samaritaanse vrouw een dronk water Maar in het lüden kiest Hü de ontbering en brandt Zijn keel van de dorst. Als Hu moe is, kan HH eaan slapen zoals geschiedde in de boot op het stormachtige meer. Maar in stilte van de alom-aan- weziÈe nacht kan Hü ook in eenzaam gebed met heel Zün menselükheid de Vader zoeken. In Zün menselük bewustzijn wil Hü met de Vader mpeleven, innig geheel in Hem verloren. Maar op het kruis kiest. Hü de Godverlatenheid als het meest wrede en verbüsterende van Zün ondoorgrondelpk jppri Als mens bezit Jesus allerlei mogelukheden, zoals ook wü telkens allerlei kanten heen kunnen. Én we zien, hoe Zün leven zich uiterlük voltrekt met dezélfde priesterlijke kenmerken als het onze: een man die telkens Zijn keuze doet, die weet dat elke keuze de mogelükheid van pijn in zich sluit; een man die vreugde heeft als wü en verdriet en angst en bereidwilligheid tot het offer, zoals wü- Toch is er Mi Hem iets anders. Iets dat ons tege- I ijker tijd verontrust en stil maakt. Daar is allereerst Zijn rechtlijnigheid, de eenheid en zekerheid en doel gerichtheid bij alles wat Hij doet en bij elke keuze die Hii maakt. Daar is de hartstocht van Zijn wil, die zich met rustige verbetenheid volkomen schijnt toe te wliden aan één taak en geen andere. Daar is de grondeloze liefde, waarmee Hü alles wat komt, ook in liet uur van Zijn lijden en dood, tegemoet treedt, als iemand die de vleesgeworden Liefde is, als iemand, die geen Priesterschap hééft of uitoefent, maar die het concrete, tastbare en volstrekt aanjwezige Priesterschap is ZO STAAT zün Priesterschap voor ons, als Hü gaat sterven. Niet iemand sterft aan dit kruis, die óók een offer brengt, voor zichzelf of voor Zün naaste. Hier sterft de énige mens, die niet be hoefde te sterven, uit absolute priesterlijke wil tot bemiddeling, uit totale liefde kan zün. „Allen die Mü zijn voorafgegaan", zegt Hü volgens de Schrift,„zün dieven, rovers en moordenaars". Zie, waar wü met ons priesterschap blüven, als Hü met Zün Priester schap verschünt: „Vergeleken met Mü is de manier, waarop gü elkander benadert en offers voor elkaar brengt, roof en moord." Ofschoon Hij dus alles doet, zoals wij het doen: moe zijn, dorst hebben, honger en koude, bloeden uit Zijn lichaam, bang zijn voor de dood en tóch door zetten en hunkeren naar volle toewijding en over gave, totdat alles zal zijn volbracht zoals ook wij dat kunnen in onze beste ogenblikken)ofschoon hij alles doet zoals wij, doet Hij het uit eeuwige, goddelyke onuitputtelijke bronnen; met een liefde, waarbij vergeleken ónze liefde diefstal is; met een Priesterschap dat, vergeleken met het onze, het andere, het t ot ale Priesterschap is. ELNIJ, het is dit andere, totale Priesterschap van de Godmens, dat mét Hem in de wereld is gekomen en in de wereld is gebléven Wan neer wü spreken over het katholieke Priesterschap, over het Priesterschap der lekengelovigen, dan be doelen we dit: dat het Priesterschap, het Andere, het bovenmenselijke, het Christus-Priesterschap, zich realiseert en uitwerkt ln mensen van de mens Jesus uit. Wie in Hém is gedoopt en door Zijn geest is ge vormd leeft van Zijn leven en met Zijn priesterlijk heid. Het natuurlijke priesterschap, dat ons als mensen was ingeschapen, kreeg nu goddel ijk gehalte en goddelijke pretenties. Alleen met zulk een goddelü'k Priesterschap levend en werkend in ziel en lichaam der lekengelovigen kunnen zü zich Inzetten voor een apostolaat, dat cod- delüke resultaten beoogt. S. JELSMA, M.S.C. EN ZO HEEFT DAN GISTERAVOND niemand minder dan minister Cals „Den Bosch Muziekstad 1953" geopend. Dat betekent Jiet begin van een ware lawine van muziek in Brabants hoofdstad en tevens tenminste zo hoopt men het begin van een nog veel grotere lawine toeristen uit binmen- en buiten land. Want dat tnen op uitbundig-Zuide- lijke wijze musici en belangstellenden zal kunnen onthalen, daarvoor staat de staf van de Stichting 's-Hertogenbosch Muziek stad wel borg, die onder voorzitterschap van burgemeester Loeff al maanden in de weer is. Het eeuwfeest van 't Koninklijk Neder lands Zangersverbond en het 50-jarig be. staan van Koninklijk Bosch' Mannenkoor hebben enige vindingrijke geesten op het idee gebracht, om de feesten van deze twee jubilea te combineren. En welke stad is dan meer attractief, meer levend en meer „Zuidelijk" dan 's-Hertogenbosch? De organisatoren hebben nu reeds metter daad het antwoord op deze vraag ge geven, want het ziet er naar uit, dat de komende weken alles op rolletjes zal lopen. Men dient hierbij echter de man nenkoor-concerten die op vier weekeinden van 30 Mei tot 22 Juni plaats hebben, en de andere manifestaties duidelijk te onder scheiden. Deze laatste liggen namelijk, afgezien van enkele symphonie-concerten en opera-uitvoeringen, geheel op het ge bied van het amusement. Het meest attractieve project In dit kader ls wel het tuinstadje In Den Muziekhof, dat achter het Casino ls ver rezen. Het ls een klein Italdaans lustoord met een verlichting die men sprookjes achtig pleegt te noemen, met genoeglijke paviljoens en met allerlei herinneringen aan de muziek, zoals de namen van de drie toegangspoorten (opera-, bedaard- en orgel-ingang,) tnuzdek-emlblemen, trommels en triangels, in de bomen en een complete volière met echte zangvogels. De burgerij van Den Bosch heeft zich ook niet onbe tuigd gelaten: onder de titel: „De charme in de muziek" verzorgt zij een étalage expositie en ook de versiering van het stadscentrum nemen zij voor hun reke ning. De man, die altijd voor afwisseling weet te zorgen, is Carel Bniels. Brieis laat het programma de meest uiteenlopende pun ten bevatten, van Carnavalsavonden tot bijvoorbeeld Philips' reizende show; „Van opname tot weergave" toe. Ook zal er een treintje door de stad gaan rijden, uitgerust met mobilofoon. Maar terecht heeft het Nederlands Zangersverbond erop aange drongen, dat de relatie met de muziek in de meeste programma-onderdelen gehand haafd zou worden; en dat men dat op zeer gevarieerde wijze heeft weten te bereiken, blijkt wel uit bovenstaande opsomming. Speciale aandacht wordt besteed aan een „festival" voor de jeugd, waarvoor een commissie, bestaande uit vertegen woordigers van de Stichting en enige jongelui, een even onderhoudend als in structief programma heeft samengesteld, waarin toneel, film, ballet en muziek (ook jazz) een belangrijke plaats hebben. Hier mee zet Den Bosch overigens weer een stap op de weg, die men daar al voor een groter gedeelte heeft afgelegd dan in andere Zuidelijke steden: de culturele op_ voeding van de scholier. Zoals men ziet, is er aan alle facet ter. van het programma hard gewerkt; ong»' twijfeld zal het publiek van zangers, toeristen en gastheren, zich uitstekend amuseren in deze omgeving van „cultuur plezier"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 5