Distributie-centrum
voor
binnen- en buitenland
BOUWKUNST MET GROND
SLAG IN MAATSCHAPPIJ
MONUMENT
samenwerkin:
DE RECORDS VAN HET
GROOTHANDELSGEBOUW
I
Het eigen karakter van
de groothandel
Zakelijke samenwerking versteend
ilÉill
llli
DINSDAG 2 JUNI 1953
PAGINA
Wat verloren in de grazige wildernis tussen het Bouwcentrum en het Hofplein, als een schip dat
buiten de kust voor anker is gegaan, ligt het Groot handelsgebouw te wachten op de officiële
opening, die morgen door H. M. de Koningin zal worden verricht. Maar die opening zal alleen een
symbolische betekenis hebben, want het gebouw ligt al stevig verankerd in het economische leven
in de Maasstad. Honderden groothandelsbedrijven zijn al volkomen gewend in het nieuwe huis en
profiteren niet alleen van Jiet comfort maar ook van allerlei besparingen die de gezamenlijke
vestiging vanzelfsprekend oplevert. Of men nu door de verbindingsgangen langs de rustige vitrines
loopt of buiten om het grootse gebouw een wandeling maakt, overal ziet men al hoe de bewoners van
dit huis van de tussenhandel hun eigen domein hebben bezet en dat op niet mis te verstane manier
met borden en opschriften aan de voorbijgangers duidelijk maken.
Uitzicht op de wereld
Economie van het gebouw
Uitzicht op de'-wereld
Groeiende belangstelling
Verdeelde ruimte
De menselijke schaal
Geen sn ij taf el-ar ch i teel uur
door G. J. THÜRMER,
Directeur
van het Groothandelsgebouiv
Grootte
Vergelijking met
andere gebouwen
Verwerkte materialen
Diversen
GROOTHANDELSGEBOUW
wordt morgen officieel geopend
Toch krijgt 't gebouw er geen schreeuwe
rig uiterlijk van. De groothandel moet het
nu eenmaal niet hebben van het lawaai,
waarmee het grote publiek tegenwoordig
te lijf wordt gegaan. Wie voor inwoning
in dit gemeenschapshuis in aanmerking
komt, zoekt zijn kracht in een orde.ijke
expositie van zijn waren, in de deugde
lijkheid daarvan en in bet concurreren
met kleine prijsverschillen. En daarvoor
biedt deze behuizing wel een bijzonder
perspectief.
Uit bun dikwijls bijna afgeschreven pak
huizen'en onoverzichtelijke ruimten, waar
in lucht en licht weinig kan® hadden, wer
den honderden groothandelaren door het
bombardement van 1940 verdréven en het
laat zich asozneo, dat hier uit het kwaad
iets werkelijk goeds ds gegroeid. Want de
gedachte van de Rotterdammer F. Pot om
de groothandel in de toekomst onder te
brengen in een speciaal centrum, vond
voldoende teeerkïank en daaruit 'ontstond
geleidelijk het plan, dat morgen een .be
kroonde werkelijkheid zal zijn. De be
scheidenheid van de eerste projecten bleek
al gauw ten achter te blijven bij de zake
lijke belangstelling, die voor bet gebouw
aan de dag werd gelegd, en langzamerhand
kreeg het plan de definitieve vormen,
zoals die nu tot een betonnen mastodont
zijn vers to ld. En nu het gebouw al een
tijd in gebruik is, komen de voordelen
voor de bewoners pas goed tot hun recht.
Zoveel groothandelsbedrijven zouden op
een andere manier onmogelijk zijn samen
te brengen op de verkeerstechnisch
meest gunstige plek van heel de Maas
stad. Naar het Westen sluit het gebouw
met zijn facade, waarin de hoofdingang
en daarachter een restaurant een hall
met inlichtingendienst en Kantoorlokalen
zijn aangebracht, het plein af, dat straks
de drukte voor het nieuwe station Rotter
dam Centraal zal hebben op te vangen.
Daardoor reeds heeft het bolwerk der
groothandelaren het uitzicht op een
bundeling van verkeerswegen en tram
verbindingen.
Maar er z«n nog meer gunstige factoren.
De grote Noord-Zuid-verbinding, die van
Den Haag via de Maastunnel in de r.ch-
ting van Antwerpen en Parijs loop Hjg
een korte en brede vertakking naar het
handelskasteel. En van de tinnen ziet de
bezoeker vlakbij de Maas en de geelptipcf
die op Amerika varen, traag rokend in
afwachting van een vrachtje dat mis
schien door de Centrale expeditie-dienst
van het Groothandclsgebouw bezorgd
Wordt. Zo zit de betonnen spin in zfjn
Web van water- en landwegen. Achter de
al te massieve Maasbruggen ligt niet al
leen Capellc en Kinderdijk, maar heel j
Ceniraal Eurupa en de Belgische industrie
gebieden.
En de vaderlandse belangstelling wordt
al regelmatig in daden omgezet. Een com
plete groep van Brabantse kappers liet
zieh <joor 't gebouw rondleiden, amuseerde
*'ch met piano-muziek en zang in een van
ds heus niet al te zwaarwichtige ver
gaderzalen en liet de nodige orders tussen
de betonpijlers aan het Weena achter.
Touristen zonder zakelijke bij- of hoofd
bedoelingen ontdekken bij de vrije wande
ling langs de galerijen snufjes, d;e zij
graag door hun winkelier zouden zien aan
geboden en lieden met brede belangstel-
Lag voor wat Nederland aan producten
weet op te brengen, zoeken hun staal
kaart al in 'het massieve centrum van de
Rotterdamse woestijn.
Zo zien de groothandelaren, hoe goed
het was de dingen al in de oorlog groot
te zien. Hun provenuen stijgen en de
bed rijf sonkosten zijn op allerlei punten ge
daald. Een centrale expeditie-dienst, die
door Van Gend en Loos wordt verzorgd,
kan veel goedkoper werken, dan ooit voor
de bedrijven afzonderlijk mogelijk zou
zijn. De auto's kunnen worden geladen
tot ze afgeladen zijn en hoeven zelden met
lege plaatsen te rijden, Snelle liftverbin-
dingen vergemakkelijken het verkeer bin
nen het gebouw. Hoewel dat niet in het
plan is opgenomen, stuit het op geen enkel
technisch bezwaar met een flinke auto elk
van de étages dn het gebouw te bereiken
en daar wat rond te toeren langs de ver
schillende vestigingen. Want de gangen
zijn breed en de centrale liften ruim.
Er wordt dus op de kosten stevig be
spaard door de groothandelaren in het
nieuwe glaspaleis en dat is zeker voor de
eerste tfjd ook hard nodig. Want wat aan
kapitaal voor de bouw door hen kon wor
den aangebracht, beliep maar enkele
millioenen en het gebouw kostte meer dan
tienmaal dat bedrag, zodat er nog een
zware hypotheek af te lossen valt uitde
huur die naast het aandelenkapitaal door
de bewoners moet worden opgebracht
Voorlopig zitten de ondernemers ook
figuurlfjk in een glazen huis.
Waagstuk verantwoord
Maar het wordt dagelijks duidelijker,
dat hun waagstuk verantwoord i« geweest
en de toekomst alle soorten muziek in
zich bergt voor hemzelf en hun perso
neel. Want behalve van d!e attractie, die er
een 150-tal Nederlandse groothandelaren,
die hier hun show-rooms, kantoor en
opslagruimte hebben, is er een flink aan
tal vertegenwoordigers van buitenlandse
ondernemingen ondergebracht in de we
reld-noviteit, die Groothandelsgebouw
heet. Kleine industrieën gaan bovendien
steeds meer in de groothandel hun specia
list voor export zien, zodat in de praktijk
het bolwerk der groothandelaren tot een
distributie-centrum voor binnen- en bui-
landse handel uitgroeit.
En nog steeds zijn er ondernemingen, die
zich door de wildernis rondom laten weer
houden om hun bedrijf in het nieuwe ge
bouw te vestigen, terwijl wel vanzelf
spreekt, dat ook de loop naar dit inter
nationale centrum belangrijk zal toe
nemen als de grazige duintjes, knobbels en
kuilen rondom plaats hebben gemaakt
voor verzorgde straten en een stedebouw-
kundg aantrekkelijke bebouwing.
Wanneer het Stationsplein eenmaal ge
reed is, de panden aan het Weena zijn
gebouwd en Rotterdams binnenstad weer
een gesloten geheel zal zijn, dan pas zal
volledig blijken, hoe waardevol de inval
was, die tot de feestelijke openings
plechtigheid van morgen heeft geleid;
waardevol voor Rotterdam, voor Neder
land en ook voor de handel in 'het buiten
land.
Wie het Groothandelsgebouw wil zien als een schakel in liet vandaag
en de toekomst van de Nederlandse bouwkunst zet zicli niet voor een
gemakkelijke taak. Het is nu eenmaal voor een architect veel minder
aantrekkelijk een gebouw, dat in een groot aantal eenheden wordt op
gedeeld, te ontwerpen, dan het project voor een enorme beurshal of
kerkruimte maken. Want de grote bouwkunst pleegt beschreven en
gemaakt te worden door de grootse en onverdeelde ruimten zowel op
industrieel als op cultureel, bestuurlijk of religieus terrein.
Groots, maar niet bovenmaats.
van een gebouw met wereldfaam uitgaat,
behalve van de centrale vervoersvoor
zieningen, zullen de bedrijven straks gaan
profiteren van eikaars activiteiten, omdat
de bezoekers van de ene naar de andere
vestiging zulten lopen om showrooms te
bezoeken, en in hun zakelijke belangen te
voorzien.
Bovendien zijn zaten beschikbaar om
grote gezelschappen te ontvangen, mode
shows te houden, exposities te organiseren
en al die dingen te doen, die er bij een
afzonderlijke vestiging bijna nooit van
zouden komen. Op 't dak, waar nu nog een
betonnen lasso tegen de hemel getekend
staat, komt een cabaretzaal, die ook als
bioscoop za'l kunnen gebruikt worden en
een uitgebreid restaurant schept de ge
legenheid om tussen zaken en amuse
ment de gasten ook gastronomisch te ver
zorgen.
Een dergelijke verzorging kan het perso
neel dagelijks tegen wat ge noemt: „ge
matigde" prijzen genieten in de blanke
cantïne, die. uitzicht geeft op de hele Stad
en, .als het Hollandse weer wil meewer
ken, op een veel ruimere omgeving. Ea
de schaarse perioden," waarin het weer
zich op zijn Italiaans gedraagt, vallen
volop uit te buiten daar op de dakterras
sen, waar zonne-zeven de felle schijn wat
■breken boven de zitbanken en ruimte is
voor honderden liefhebbers van lucht en
licht.
De resultaten, die de kasteelheren aan
het Weena hebhen geboekt zijn hier en
daar al zo verrassend, dat sommigen
n'en déplaise de hoge lasten, al om meer
ruimte hebben gevraagd en het gebouw
dan ook grotendeels is volgeboekt. Behalve
Rudmte-ontwikkeli:ng) zo dat die ogen
blikkelijk aanspreekt en overwegend in
het gebouw werkt is bij een kantoor
gebouw, een industrieflat of een verzamel-
complex ais het Groothandelsgebouw
nauwelijks mogelijk. En tóch dat mag de
architecten 'Van Tijen en Maaskant ter
stond als lof worden toegezwaaid, hebben
zij hier en daar een ruimtelijk effect
weten te bereiken, <Jat bijzonder impo
neert. Maar het typerende van hun op
dracht blijft, dat die imposante effecten
meer van stedebouwkundige dan van
architectonische aard zijn, want de be-
Eoeker ontmbet ze ;n de drie binnen
hoven, die door zware onderdoorgangen
met elkaar in verbinding staan en merk
waardigerwijs nauwelijks in het interieur.
Wij noemden dit verschijnsel typerend
voor £le opdracht, waaraan de architecten
hadden te voldoen. Maar misschien wordt
de opvatting, die zij ten opzichte van hun
taak aan de dag hebben gelegd, er wel
even scherp door getekend. Van Tijen en
Maaskant zijn zich ervan bewust geweest,
dat zij allereerst maximum aan
economie voor de toekomstige bewoners
van het Groothandelsgebouw moesten be
reiken en dat bracht vooral mee, dat naar
korte en gemakkelijke verbindingen ten
behoeve van expeditie en bezoekers-
verkeer moest gestreefd worden.
En daar ligt de gehele oorsprong van de
besloten blokvorm, die plotseling zjjn
renaissance in de Nederlandse architec
tuur beleefde. De zogenaamde spinnekop-
oplossing, waarbfj een reeks vleugels in
één centraal gebouw uitmondt, is in de
praktjjk alleen van betekenis als een ge
bouw naar alle kanten de mogelijkheid
tot uitbreiding moet openhouden. Maar
toen eenmaal vaststond, dat de voor het
Groothandelsgebouw beschikbare ruimte
reeds aanstonds geheel door het bouwplan
in beslag zou worden genomen, leidde de
eis van korte en goed hanteerbare ver
bindingen tot het ombouwen van een vier.
tal binnenhoven en ontstond het in hoofd
vorm paleisachtige geheel, dat vooral op
die binnenpleinen zo aantrekkelijk is.
Want .wat Van Tijen en Maaskant ook
bij de grootse opzet van het bouwwerk
hebben witten handhaven is de menselijke
schaal en dat komt pas goed tot zijn recht
aan de pleintjes die omgeven zijn door
open gaanderijen langs de étages. Met
grote nadruk wordt daardoor Se beperkte
söhaal van de onderdelen onderstreept,
terwijl de verticale pijlers het bijna hui
selijke van de afdelingen nog eens een
'extra, klemtoon bezorgen. En wie in het
gebouw een rondgang maakt zal tot zijn
verrassing nergens de schaal vinden, die
de omvang van het hele gebouw ook maar
enigszins nabij komt. De kracht van het
gebouw steekt daarom juist in het zorg-
vuldtg achterwege laten van wat de ar-
Ruimte, kracht en menselijke schaal in de binnenhoven.
chitect in het algemeen zo aantrekkelijk
voorkomt: het scheppen van één centrale
■hall, die alle bouwelementen samenbun
delt en tegelijkertijd de maat van het ge
heel uitdrukt.
Wij hebben in een vroegere beschou
wing over dit groothandelshuis er al eens
op gewezen, hoe de moderne architectuur
het gebouw op de snytafel pleegt te leg
gen en dan ontleedt in zqn diverse
functies. Er ontstaat dan doorgaans een
veelheid van delen, die elk afzonderlijk
een wellicht onnodige nadruk verkrjjgen
en die soms twqfel oproepen aan het he
dendaagse vermogen, om de diverse
elementen tot één groot geheel te compo
neren.
Met deze anatomische school, het mag
nog wel eens gezegd worden, hebben de
ontwerpers van het groo (handelsgebouw,
althans deze keer, duidelijk gebroken. Niet
omdat zy classicist zqn of daarvoor wil
len doorgaan, maar omdat zy zoveel ge-
ïykwaardige onderdelen op een betrekke
lijk klein grondvlak hadden samen te
brengen, dat de economie een volkomen
uitbuiten van de beschikbare grond en een
zo kort mogeiyk houden van de verbindin
gen eiste.
Geruisloze werksfeer
Bijzondere aandacht verdient {ie rust,
die in, het veelceilige gebouw is bereikt.
Sobere gangen van een gave geproportion-
n-eerdheid, rustige lokalen in niet opdrin
gerige tinten dit alles grotendeels
gesteund door Krommeme-linoleum
en tegels, die de bezonken sfeer
aanzienlijk versterken, vormen de hoofd
componenten van de geruisloze werksfeer
£ie de bezoeker vanaf zijn eerste stappen
in het gebouw begeleidt. En ae Rotterdam
se groothandelaren vinden nier gezamen-
lijk iets wat meer is dan de opstelsom van
de onderdelen: een waardige representatie
van hun bedrijf, een eenheid, dfe een
allure vertoont, waaraan zij op eigen
houtje nooit zouden zijn toegekomen.
Daarom is het groothandelsgebouw aller
eerst een stuk sociale bouwkunst, afge
stemd als het bovenal is op de behoeften
van de gebruikers.
Dat de architecten bovendien kans za
gen, in hoofdzaak de vormen te laten her
leven die in de Renaissance-tyd de roem
van de Europese bouwkunst uitmaakten is
hun strikt aesthetische verdienste, die bü
alle zakelijkheid, waarmee het bouwwerk
allereerst bezien zal worden, zeker niet
mag worden onderschat. Als dit Groothan
delsgebouw school maakt in de architec
tuur van Europa, dan zal dat in de eerste
plaats zyn, omdat het maatschappelqke
verschynsel, dat eraan ten grondslag ligt
navolging verdient; omdat een samenwer
kingsvorm is geschapen, die aan een reële
behoefte beantwoordt. Maar Is het maat-
schappelyke fundament niet voor elke
grote bouwstyi 'n onmisbare voorwaarde?
Met het gereedkomen van het Groot
handelsgebouw is Rotterdam een mo
nument van samenwerking en onder
nemingsgeest rijker geworden, dat
reeds nu allerwegen in het brandpunt
van de belangstelling staat, zowel na
tionaal als internationaal.
Deze belangstelling gaat niet alleen
uit naar het gebouw zelf, dat met zijn
kolossale afmetingen tot de grootste ter
De gerekte gevel aan het Weena.
wereld wordt gerekend en als zodanig
reeds een attractie is, doch bovenal
naar wat zich binnen de muren van dit
gebouw afspeelt.
In deze stad in een stad met haar
vele toegangswegen bestaat een won
derlijk commercieel gemeenschapsle
ven, gepaard met een sterke sociale in
slag. Hier werken een kleine vijfdui
zend mensen in dienst van meer dan
150 verschillende zaken onder één dak
in uiteraard goed van elkaar onder
scheiden ruimten, ingericht naar eigen
karakter en stijl, doch als bewoners van
één groot gemeenschappelijk handels
huis, dat geboren is uit een eendrach
tige wil tot samenwerking en dat ge
tuigt van fantasie en durf.
Wie iets onderneemt en opbouwt
doet dit niet alleen voor het heden doch
denkt daarbij natuurlijk ook aan de
toekomst.
De initiatiefnemers hebben zich des
tijds bij het maken van hun plannen
heel goed gerealiseerd dat het nieuw
te bouwen Rotterdam niet alleen zal
kunnen bestaan van de haven, doch
ook de handel nodig heeft. Nood en ge
zamenlijk lijden hebben geleid tot de
uitvoering van een stoutmoedige ge
dachte, een gedachte die zich in eerste
aanleg als al te fantastisch liet aanzien
doch die, doordat Overheid en bedrijfs
leven elkaar de hand hebben toegesto
ken, werkelijkheid kon worden en mor
gen zijn bekroning vindt in de offi
ciële opening door H. M. de Koningin
van een pand, dat met recht wordt
aangemerkt als het „paradepaard" van
de Nederlandse wederopbouw.
Met dit bolwerk van de groothandel
heeft Rotterdam een gigantische markt
geschapen, een knooppunt van handel,
dat niet de schijn op zich wil laden
daarmede anderen te verdringen, doch
dat er naar streeft een aanwinst te zijn
voor het economische leven van ons
land, dat ten voordele wil strekken
van heel werkend Nederland, maar dat
tegelijkertijd het, levend bewijs wil
zijn van de onblusbare energie en door
zettingskracht van een stad, die ster
ker wordt door strijd.
150 Nederlandse zaken vinden er
hun onderdak, 5000 mensen zullen er
dagelijks komen werken.
De totale inhoud van hot gebouw
is 466.000 m3. De diepte van het ge-
Èouw is 4.30 meter in de grond; de
hoogte is 34 meter. Het grondopper
vlak is 17.733 m2 (bebouwd1). Het te
verhuren gedeelte beslaat 100.000 m2.
Er kunnen in: 49 Witte Huizen.
Verder is de grondoppervlakte ge
lijk aan die van 6 grote gebouwen
van Rotterdam tezamen, te weten:
De Nederlandsdhe Handel-Mij.
Twentsehe Bank.
Amsterdamsche-Incasso Bank.
(het trio op de Blaak).
Rotterdamsche Bank.
Bouw-centrum.
Flatgebouw der G.E.B. aan de
Rochussénstraat.
De inhoud is zes maal zo groot als
die van de Rotterdamsche Bank,
het grootste 'bankgebouw van
Europa.
Door Volker's Bouwmaatsehappy is
bij de afbouw al voor 4.500.000 ver
werkt.
In totaal zijn gebruikt:
2.500.000 stenen.
800 m3 hout.
11.000 tn2 stalen puien.
2000 houten- en schokbetonnen
ozijnen.
1000 andere betonelementen voor
l'oemibakken, ballustrades etc.
13.500 m2 dakbedekking.
4000 m2 terrazo-vloer.
60.000 m2 carborundom-vloer.
60.000 m2 stucadoorswerk.
3100 betonpalen met een draagver
mogen van 250.000.000 kg.
100.000 kg rioleringsbuizen.
Alleen in de betonpalen is al een
hoeveelheid van 7000 m3 beton ver
werkt.
In het gehele skelet zit al een hoe
veelheid beton van 50.000 m3.
25.000 m2 glas.
Enkele ter gel ij kin gen
Voor de bouwput is 36.000 m3 grond
weggegraven jn 34.400 auto-ladingen,
zou men al deze auto's achter elkaar
zetten, bumper tegen bumper, dan
kreeg men een rij auto's van Rotter
dam naar Groningen.
Er ds 6.500.000 kg betonijzer ver
werkt, dit staaf aan staaf gelegd zou
efen lengte geven van 3300 km, of de
afstand Amsterdam—-Cairo.
Alle warmte-radiatoren plat op el
kaar gelegd zouden een toren vormen
van 300 meter héog.
Zet men de radiatoren in de lengte
naast elkaar, dan zou men 4 km
radiator zien.
Alle verwarmingsbuizen aan elkaar
geven een lengte van 90 km
Van al het verwerkte beton, 50.000
m3, zou men 'n myur kunnen bouwen
van Rotterdam naar Den Haag van
4 meter hoog en 50 cm dik.
Alle bekistinghout dat bij d'e bouw
voor het betonskelet gebruikt is naast
elkaar gelegd in een breedte van
8 meter, zou een weg vorm'en van
Rotterdam naar Utrecht. Men heeft
nl. 440.000 m2 nodig gehad.
Dagelijks werden 50 ton bouw
materiaal aangevoerd.
De kelder kan bevatten 400 auto's
en 2500 fietsen, de garage heeft name
lijk een oppervlakte van 5000 m2.
De totale verhuurbare oppervlakte
is 100.000 m2, maar in Mei 1940 raakte
de groothandel in de binnenstad
388.000 m2 oppervlakte kwijt.