„Waterverf-schildering van de door geen
regen te blussen geestdrift
w
Draagster van morele waarden
Humor als wapen tegen de kou
DE VROUW IN 'T VERANDERDE
TIJDSBEELD
Landbouwmotorisering heeft
over vijf jaar haar beslag
Laatste uur voor
Rosenbergs astge-
stelcl
Indonesisch
kabinet afgetreden
tijnpr^;
Nooit zo benauwd
P.K. verdringt paardenkracht
Ernstige autobotsing
bij Meerssen
Gelukwens voor
Everest-expeditie
(Van een onzer speciale verslaggevers)
LONDEN, Dinsdagavond.
IJ WAREN voor die lange dag toegerust als voor een miniatuur
expeditie naar de Noordpool en („now it can be told") met een
zo vermoeiende en vermoedelijk zeer koude wacht in het vooruitzicht
had onze gastvrouw zelfs de attentie gehad om naast ons leeftocht
pakket een flacon vloeistof klaar te zetten, zoals normaal door
St. Bernardshonden aan de nek wordt meegetorst.
De kranten hadden weken van te voren reeds zo sombere voor
spellingen gedaan omtrent de te verwachten drukte, dat we op die
vroege Dinsdagochtend het was kwart over vijf in de onder
grondse doken met eenzelfde doodsverachting als waarmee moedige
mensen van de hoogste springplank duiken. De betrekkelijk lege
Northern Line, die ons naar de City, het afgezette Coronation-eiland
in Londen bracht met naar schatting een paar millioen bewoners
er op, was misleidend. Want nauwelijks meenden we, herademend,
dat het met de drukte niet zo'n vaart liep of we ontdekten, dat
niemand meer die kant uitging, omdat iedereener al was.
IN EEN VAN DE VROEGE ochtendbladen (met schreeuwende koppen
over de Mount Everest, die eindelijk beklommen was) vonden we
echter het inspirerende nieuws over die bijenhouder uit Nieuw-Zeeland, die
het dan toch maar gepresteerd heeft om boven op de ongenaakbare top
van de wereld een Britse vlag te planten en het was met zijn onverschrokken
voorbeeld voor ogen, dat we toen, in alle bescheidenheid alleen, een menigte
van naar schatting 25.000 mensen aanvielen, die zich tussen ons en onze
tribune aan de overzijde van de Mali bevond. Met blote handen slechts
zwaaiend met een perskaart.
Eindelijk op de tribune
Half zeven een half uur te laat
Wonderlijk volk, die
Britten
Mount Everest
„Ongeveer acht en een halve
minuut"
„The Queen..., of Tonga"
Magistrale rede van mgr dr A.C. Ramselaar op studiedag van
Kath. Vrouwengemeenschap in Aartsbisdom.
Onafzienbare taak
Beide bestuurders zwaar gewond
Terechtstelling op 18 Juni
Van officiële zijde wordt mee
gedeeld, dat het wegens aioom-
spionnage ter dood veroordeelde
echtpaar Edith efl Julius Rosen
berg op 18 Juni om 22 uur plaatse
lijke tijd zal worden terechtgesteld.
De verdediger van de Rosen
bergs, Bloch, onderneemt nog
voortdurend pogingen om het von
nis gewijzigd te krijgen. Tot dusver
zonder succes. Rechter Kaufmann
verwierp Maandag een nieuw be
roep van Bloch en beval de execu
tie.
In de nacht van Dinsdag op
Woensdag is het Indonesische kabi-
net-Wilopo afgetreden. President
Soekarno heeft de teruggave van
het mandaat aanvaard.
PAGINA 3
Ongelooflijk
X f
ANNO 169C
WAT LEVERT I EVERT IS GOEÖ'
we eindelijk op onze tribune in
de Mali ter hoogte van St. James Palace.
De Mall is een laan zo breed als een
hoofd verkeersweg, bijna geheel recht
aan weerszijden met een dubbele rij pla
tanen versierd. Hjj loopt van Bucking
ham Palace door St. James Park naar
de Admiralty Arch. De Koningin zou er
die dag twee keer passeren, een keer vlak
nadat ze Buckingham Palace verlaten
had en een keer vlak voor haar terug
keer na de kroning in de Abbey. Aan
weerszijden stonden de mensen mensje
aan mensje, ongeveer twintig rijen dik,
opeengepakt. Daarachter, eveneens aan
weerszijden rezen enorme tribunes om
hoog practisch langs de gehele twee
kilometer lange Mall en die torsten
ieder weer zeven rijen mensen. De tri
bunes waren onder de achterste rij
bomen gebouwd, hadden geen dak, maar
voor 40 kan je nu eenmaal niet alleg
eisen. We zaten op de tweede rij van
onder en het uitzicht op de route was
uitstekend.
55
7\7"EEN, nog nooit hebben we het zo
y benauwd gehad als vanochtend, toen
we ongeveer halverwege deze men
senzee waren en er plotseling een paar
draaikolken ontstonden. Een maalstroom
van mensen, opbeukend tegen een zwarte
keten van politie-uniformen. De politie
probeerde met die keten iets te bereiken
maar niemand begreep wat dat was.
Die perskaart was natuurlijk volkomen
waardeloos bij een dergelijke elemen
taire worsteling en als we nog enige illu
sie hadden gehad, dan genas ons het zon
derlinge gedrag van een heel hoge Brit
volkomen" als een stuk wrakhout, steeds
sneller steeds hulpelozer, kwam er name
lijk op'deze zee van mensen een mijnheer
aandriiven met een heel duur pak, een
kanten jal ot en van onder tot boven ver-
sferd met zwarte zijden strikjes, waaraan
het publiek hem zo nu en dan langzaam
scheen rond te wentelen.
Een dame hijgde (waarschijnlijk haar
laatste ademtocht): „Oh dear, the u e
of Norfolk, himself", maar kennelijk
was ze reeds half bewusteloos, want die
was het niet. Achter hem aan kwam een
stel Lords, wier grijze hoge hoeden zo
nu en dan eenvoudig ondergedompeld
werden, naar het leek als kurken in een
woelige zee.
Het duurde uren minstens een half
ur in ieder geval en onze leeftocht
^rd compleet verpletterd en een stel
open van onze regenjas vloog de
''all over, maar helaas konden we ze
a: t achterna.
IIet. was afschuwelijk, maar het ty-
pisch Britse was, dat niemand er bij
schreeuwde. Noch werd er eigenlijk noe-
nrenswaard gevochten of op de menigte
'ngerousd door politie met zijspannen.
Alleen zei een inspecteur van politie,
hoog te paard, maar nauwelijks zicht
baar achter zijn imponerende borst vol
medailles met enige stemverheffing:
..Please, please, would you stop pushing
lor a moment?".
In de bomen hingen luidsprekers en
uit de luidsprekers kwam een stem van
een reporter van de B. B. C., die een
post had bij Buckingham Palace. Het
was een voortreffelijke gedachte geweest
van de B. B. C. om de mensen langs de
route bezig te houden en deze reporter
interviewde lieden, die rondom zijn post
stonden. Ze mochten hun lievelingsplaatje
aanvragen, werden dan na een kort in
terview op hun wenk bediend.
De mededeling van een soldaat, die
beweerde dat hij pas drie kwartier
te voren op zijn post was aangekomen,
werd met een honend gejoel ontvangen.
Degeneif, die al van Zondag langs de Mali
stonden, konden niet meer schreeuwen,
maar de Maandagmiddag-menigte deed
dubbel haar best. Hij kréég zijn plaatje.
Er was groot applaus voor iemand
anders, die „I'm singing in the rain
had aangevraagd. Ook die kreeg zijn
zin, want het begon prompt weer te
regenen.
Wonderlijk volk die Britten. In een
krant lazen we, dat Coronation-Day ook
gevierd zou worden in de Londense die
rentuin, waar al de niet-gevaarlijke die
ren vrij zouden mogen rondlopen en ge-
tracteerd zouden worden, terwijl ook
de. leeuwen een extra pond vlees zouden
krijgen.
En nauwelijks zaten we op die vroege
Dinsdagochtend in de Mall of er was reeds
een speciale mededeling met richtlijnen
voor de bezitters van kleine huisdieren.
Die moest men met grotere voorzichtig
heid dan anders uitlaten, daar ze anders
de weg zouden kwijt raken en of alle aan
wezigen er ook aan gedacht hadden hun
kanaries voldoend, water te geven Een
kanarie op een droogje had het overigens
weinig slechter dan wij mensen onder el
kaar en het was bitter koud en zo nu en
dan regende het.
Met donderend applaus werd het nieuws
begroet in de eerste nieuwsuitzending
van die dag. van de verovering van de
Mount Everest (dit wordt hét argument
tegen de Amerikanen met hun superiori
teitscomplex) en tegenover ons op de an
dere tribunes bleek een groot contingent
aardige Nieuw Zeelanders te zitten en het
noemen van de naam Hillary deed die
tribune bijna in elkaar zakken van en
thousiasme.
Half acht zweeg de muziek en trokken
de Royal Horse Guards voorbij, die na
tuurlijk niet op „Singing in the rain"
konden swing-marcheren. Zwarte, mon
sterachtige, eindeloze rijen berenmutsen,
tot in de ogen getrokken, kinnebak voor
de mond, grijze korte regencape, daar on
der een onafzienbare stoet marcherende
benen. Nooit hadden we vermoed, dat er
zoveel Guards waren ze hielden er zelfs
nog over, toen de Mali aan twee kanten
was afgeboord. Uit gingen de grijze regen
capes en ineens omlijstte een vuurrode
band van tunieken de twee kilometer
lange route. Natuurlijk was er weer ap
plaus voor de man, die te midden van deze
steeds officiëler wordende bedrijvigheid
heel alleen op de fiets voorbij kwam en
een daverend hoera-geroep plantte zich
voort langs de hele Mali, toen een wagen
van de dienst riolering der koninklijke
parken langs reed.
Er was een commentator om de wachten
den op de hoogte te houden van alles wat
er gebeurde en gebeuren zou. Tikje Brits
wel met veel aarzelingen in zijn commen
taar en zo nu en dan een van die typische
stotteringen, waarvan we nog altijd spijt
hebben, dat ze ons die niet op de Engelse
les geleerd hebben en heel veel „eh's
eh's" in zijn passieloze stem. Een uiterst
voorzichtige man, die op een gegeven mo
ment meedeelde, dat er nog ongeveer 8'<2
minuut zou verlopen voor de koningin van
Tonga in haar rijtuig stappen zou om naar
de Abbey te rijden samen met een tros
andere vorsten uit de koloniën. Acht en
een halve minuut ongeveer
Een lange stoet van auto's met verte
genwoordigers uit alle landen had zich
inmiddels opgesteld (op elke Daimier-
voorruit minstens drie kaarten en sommige
chauffeurs konden nauwelijks tussen alle 1
doorlaatbewijzen .heen kijken).
„Ehthere isehthe Queen
ofehTonga and the carriages are
open".
Nooit hadden we van Tonga gehoord,
maar dte koningin, een reusachtige dame
(1.94 meter en 253 pond) heeft Londen
stormenderhand veroverd. En voor haar
bereikte het gulle applaus dan ook een tot
dat moment ongeëvenaard hoogtepunt.
„De vorige kroning", zei een Engelsman
naast me, toen de stoet van eerste minis
ters voorbij reed en de exotische bereden
erewachten van Pakistan en Ceylon kre
ten van bewondering ontlokten „de vorige
kroning hadden we nog massa's Indische
vorsten in de stoet. Die zijn er nu niet
meer natuurlijk; misschien kunnen we ze
nog eens lenen."
Churchill kreeg een enorm applaus, al
werd er ook „boe" geroepen, maar een
van de grootste ovaties mocht de Eerste
Minister Holland van Nieuw-Zeeland in
ontvangst nemen van zijn landgenoten.
De stemming langs (je route was onge
looflijk. Het publiek reageerde onmiddel
lijk met een zin voor humor, typisch voor
de Brilt en begroette de luidspreker, die
een pauze vulde vyf minuten een
trage lepel door mee te delen, dat we
de stoet tweemaal zouden zien en wel
een keer aan de rechterzijde passerend en
een keer aan de linkerzijde met de opmer
king: „Heel slimme jongen".
Maar er was zo onzaglijk veel te zien
(die paarden, die officieren in zilveren
hamassen, die staatsiekaros van prinses
Margaret met haar moeder) dat vele toe
lichtingen uit de luidspreker gewoon be
graven werden onder het applaus.
Jolly good show", mompelde de Brit
naast me, maar zelfs hij uitte zich op een
gegeven ogenblik bijna continentaal
enthousiast, toen de stoet van de konin
gin zelf de Mali op stroomde.
Een massale opmars van steeds varbluf-
fender kleuren, steeds hogere rangen en
zelfs luchtmaarschaiken reden te paard
(waarschijnlijk tamme, want er waren ook
wilde en sommige officieren hadden heel
wat moeite hun trillend nerveus trappe
lend rijdier in bedwang te houden).
En daar was Temp'er van Malakka in
zijn smetteloos wit en Montgomery op een
vurig bruin ros.daar was een hele
band te paard en daar was.getrokken
door acht grjjze paarden.De Gouden
Koets.
Zo onbeschrijflijk kostbaar, dat je het
nauwelijks voor mogelijk zou houden en
daarin de koningin, zo jong en zo mooi
en zo koninklijk, dat elke tribune op haar
beurt weer even aarzelde voor ze In een
verward gejuich losbarstte: de glans van
de kostbare tiara, een gezicht in de lich
tende schemer van die kostbare koets,
sprookjesachtig mooi, een ongelooflijk
elegant armgebaar en een heel fijne hand,
de fijne hand van een meisje nog bijna.
Het regende gedurende heel de kro-
nlngsdienst. Het regende normaal hard,
maar verbonden door de luidsprekers met
het plechtige gebeuren in de Abbey, kwam
er over deze ontzaglijke menigte, uiterst
gedisciplineerd, iets van een wijding bijna.
Iedereen hoorde de stem van zijn koningin
die de eed aflegde, iedereen 2weeg en de
Gisteren hield de Katholieke Vrouwen
gemeenschap in het aartsbisdom haar jaar
lijkse studiedag. Wü berichtten er reeds
over. Nadat directeur M. J. Doesburg uit
Utrecht de dag begonnen was met een in
leiding over de opdracht van de christen
vrouw in alle eeuwen, hield mgr dr A. C.
Ramselaar na de middag een magistrale
rede over de vrouw in de wereld van het
ogenblik. Hij zei nieuwe en ongewone din
gen, die-een speciale betekenis kregen door
het feit dat zedoor een man gezegd
werden. En ook: doordat zij van wereVi-
wjjde allure waren, en de grenzen van de
Nederlandse vrouwengemeenschap verre
te buiten gingen.
De inleiding heette: „De vrouw in het
veranderde tijdsbeeld", maar zij had, aldus
de inleider, evengoed kunnen heten: „De
veranderde vrouw in het tijdsbeeld". Want
het leven van de vrouw is in vele opzich
ten anders dan dat van haar voormoeders.
Zij kleedt zich anders en zij amuseert zich
anders. Zij neemt een andere sociale po
sitie in. Zij wordt anders opgevoed en ge
niet ander onderwijs. Zij heeft een andere
werkkring, en neemt deel aan het open
bare leven. Zij staat vrijer en zelfstandiger
tegenover de man, en is in het gezin zijn
partner geworden.
Al deze veranderingen zijn niet uitslui
tend een vrouwenkwestie. Ze zijn niet uit
sluitend een gevolg van de emancipatie,
noch van het feminisme, dat in Rusland is
doorgevoerd. Ze vormen een onderdeel van
de geweldige revolutie, die wij thans bele
ven. In deze revolutie vieren zich oer
krachten uit, die de wereld doen schokken
in haar grondvesten. Er groeit een nieuwe
samenleving. Geen iand kan meer zijn
eigen lot bepalen. Wij zien dat reeds op
nationaal plan. Het gemeenschapsleven
grijpt steeds dieper in in het persoonlijke
leven en in het gezin. Alles is in bewe
ging gekomen, de continenten, de rassen,
de klassen en de godsdiensten. Voor de
hele wereld is het een kwestie van „zijn of
niet zijn". De wereld gaat öf een cata
strophe tegemoet öf een tijdperk van wel
vaart. Welke geesten zullen de richting be
palen?
De vrouw heeft hier eên onafzienbare
taak. Zij bepaalt de sfeer. Zij is de draag
ster van de morele waarden. Zij leeft meer
dan de man voor vrede en harmonie. Tot
dusverre echter heeft de vrouw in het
algemeen te weinig verantwoordelijkheids
gevoel voor de wereld. Zij overziet haar
invloed niet. Zij overziet de wereld niet,
en is te zeer op haar eigen omgeving ge
concentreerd. Zij heeft te weinig overtui
ging en kent noch de kracht, noch het
idealisme van de communisten.
Zij moet goed weten, dat de kracht van
het apostolaat in de persoon ligt. Zonder
concreet ideaal zal ook zij de kracht niet
hebben om zich in te zetten. De grote
zorg van de Kerk is het, een dam op te
werpen tegen de innerlijke ontkersting,
tegen het traditionalisme, tegen hét ge
brek aan innerlijke vorming, en tegen
het individualisme. Er is gebrek aan per
soonlijkheid. Er is verlies aan menselijke
waarden, aan karakter en onkreukbaar
heid en zelfvertrouwen. Al te vaak wordt
onze houding geïnspireerd door niets
anders dan vrees.
Het past ons, dat wij op het ogenblik
diep doordrongen zijn van de onmetelijk
heid der problemen, en dat wij voorbereid
zijn op wat ons te wachten staat. Echter
niet wij, maar de geest Gods moet de we
reld besturen En de vrouw is in het ver
anderde tijdsbeeld geroepen om zich te
richten naar het diepste van haar wezen,
en naar het diepste in onze godsdienst, al
dus besloot mgr Ramselaar.
IN TE.
LEVERT 4 CC - AMSTERDAM
de kleinere bedrijven de voornaamste rol.
Indien de gang van zaken normaal voort
gaat, zal deze motorisering over vjjf jaar
haar beslag hebben gekregen, veelal in de
Gistermiddag heeft zich op de Meerssen-
seweg onder de gemeente Meerssen (L.),
in de grote bocht bij Mariënwaard een
hevige autobotsing voorgedaan. Een per
sonenauto. komende uit de richting Sittard
en bestuurd door de heer H. H. uit Amers
foort, directeur van een groot internatio
naal expeditiebedrijf, slipte door de glad
heid van de weg en kwam in botsing met
een uit de richting Maastricht komende
Volkswagen, bestuurd door de heer A. G.,
vertegenwoordiger te Maastricht. Beide
personen werden ernstig gewond en moes
ten in het ziekenhuis Sint Annadal te
Maastricht worden opgenomen. Vooral de
toestand van de heer G. bleek zorgwek
kend. De auto's werden zwaar beschadigd.
In Nederland worden op het ogenblik
30.000 landbouwtractoren gebruikt. Aan dit
aantal zullen nog ongeveer 10.000 stuks
kunnen worden toegevoegd en dan zal,
globaal gesproken, het verzadigingspunt 1 Vorm van combinaties, coöperaties e.d
voor landbouwtractoren boven acht P.K. I Het is duidelijk, dat het aantal werk-
zfo'n bereikt, aldus ir P. Bakker Arkema, paarden in de landbouw daardoor nog vrij
aanzienlijk zal teruglopen. In 1938 telde
ons land 240.000 werkpaarden boven 3 jaar
tegen 4000 landbouwtrekkers. In 1945 be
zaten wij 190.000 werkpaarden en 2000
trekkers. Tot 1947 liep het aantal paarden
weer op tot 230.000 om daarna, tot 1952,
terug te vallen op ongeveer 20.000. Deze
teruggang ging gepaard met een stijging
van het aantal vierwielige trekkers tot
30.000. Naar het oordeel van ir Bakker
Arkema worden thans nog te veel werk
paarden in verhouding tot het aantal aan
geschafte trekkers aangehouden. Hij voor
ziet een nog vrij aanzienlijke teruggang in
de paardenstapel.
Aangezien dieselolie op het ogenblik de
goedkoopste motorbrandstof is, acht spre
ker de dieseltrekker de voor de boer meest
economische. Dit is ook duidelijk op proef
bedrijven gebleken.
rjjkslandbouwconsulent voor landbouw
werktuigen te Wageningen. Stelt men de
afschrjjvingstjjd voor een landbouwtractor
op 10 jaar, dan zouden in de toekomst 4000
trekkers per jaar geleverd kunnen wor
den.
Ir Bakker Arkema, die dit zeide tijdenE
de jaarvergadering van de BOVAG, afd.
tractoren, welke bijeenkomst te Den Haag
werd gehouden, was van mening, dat het
aanbod van landbouwtrekkers, gerekend
naar merken en typen, veel te groot is.
Tijdens de laatste landbouwbeurs waren 41
merken met 116 verschillende typen wiel-
trekkers en 12 typen rupstrekkers aan
wezig. Deze sortering, aldus spreker, is
veel te groot. Beperking hiervan door
overheidsmaatregelen is echter onaan
vaardbaar zodat de practijk, in deze vooral
de gebruiker, zelf voor vermindering van
het aantal merken moet zorgen.
In de bedrijven boven 20 hectaren in ons
land, met zijn ongeveer een millioen hec
tare bouwland, is doorgaans een trekker
aanwezig.
Voor de akkerbouw behoeft ons land
29.000 trekkers. Voor het millioen hectare
grasland zullen 10.000 trekkers en voor
andere doeleinden in ons land 1000 trekkers
nodig zijn.
Gezien het feit, dat dus thans de grote
en grotere landbouwbedrijven vrijwel
voorzien zijn, speelt de motorisering van
Na de kroning van Koningin Elizabeth II door de aartsbisschop van Can
terbury, knielde als eerste burgerlijke aanwezige de Hertog van Edinburgh
neer voor zijn gade, om haar de eer te bewijzen. De Koningin draagt de
drie kilogram zware kroon van St. Edward. De Hertog heeft zijn kroontje
afgenomen, zijn handen zijn tussen die van de Koningin gelegd en hij zegt
„Ik Philip, Hertog van Edinburgh, zal Uw vazal zijn mét lijf en ziel, en U
eren boven alles op aarde, en oprechte trouw zal ik U betonen in leven en
dood, tegen elk, die U belaagt. Zo waarlijk helpe mij God."
Indonesië wacht nu op zijn vijfde rege
ring sinds de souvereiniteits-overdracht.
Premier Wilopo en vice-premier Pra-
woto waren Dinsdagochtend naar het
paleis gegaan, waar zij een onderhoud
hadden met president Soekarno. Zij rap
porteerden toen naar verluidt, dat de
politieke situatie thans zodanig is ge
worden, dat de positie van het kabinet
niet langer houdbaar was en stelden een
Sftreden voor. Zij zouden eveneens als
un mening kenbaar hebben gemaakt,
at *s lands toestand een langdurige
kabinetscrisis niet toestaat.
Koningin Elizabeth heeft Dinsdagoch
tend, vóór de kroningsplechtigheid, een
telegram naar Katmandoe, Napal, gezon
den, waarin zfl de Britse expeditie, die
de top van de Mount Everest heeft be
reikt, geluk wenst.
Nooit herstelde zich een dappere, tot
op de laatste draad doorweekte mensen
massa sneller dan toen werkelijk de eerste
vier ruiters op hun vurige paarden aan de
kop van de parade verschenen.
Het was de indrukwekkendste parade,
die we ooit zagen. Het applaus, het hoera
geroep stond er als een wilde branding
aan weerszijden van en onze buurman,
die slechts een beschaafd Brits geluid liet
horen wanneer het hele vasteland al lang
moord en brand zou hebben geschreeuwd
van enthousiasme zei: „Very smart, very
smart", en klatste voor elk contingent
drie welgetelde keren in de handen.
Nooit hadden we geweten, dat er zoveel
uniformen waren, zo veel rassen, zoveel
huidskleuren, zoveel manieren om de
wapens te dragen. Wat daar drie kwartier
langs trok, soldaten van alle rassen uit
alle delen van de wereld, moest elke
Brit inderdaad ongelooflijk trots maken.
En militaire bands! En doedelzakken,
helaas niet te horen vanwege het applaus
dat ze zo gul kregen. Het was niet te
geloven.
Toentienduizenden voeten waren
voorbij gemarcheerd, honderden verschil
lende uniformen hadden kleurenblokken
van een onbeschrijflijke variëteit ge
vormdtoen kwam de Gouden Koeis:
De gouden scepter, de glanzende rijks
appel, de kroon met de meer dan 303<i
edelstenen, het roed fluweel, het purper
en het hermelijn!
Doodstil, brekelijk van schoonheid, stati;
als alleen een vorstin maar zjjn kan, reed
I de pas gekroonde Elisabeth II van Engt-
I land aan ons voorbij.
communiezang en hét Engelse volkslied
werden in de stromende liegen plechtig
meegezongen.
Hét moment kwam echter toen de kroon
neerdaalde op dlit koninklijke hoofd en het
„God save the Queen" uit de Abbey on
der het gedonder der saluutschoten werd
overgenomen door een hele propvolle
City, die eerbiedig, druipend van de regen,
dit moment eerde, waarbij plotseling tien
duizenden paraplu's omhoog rezen omdat
iedereen ging staan.
Enfin, men had ons in het weerbericht
ook nog hagel beloofd en het plezierige
was dat al'les niet zo ineens kwam en men
ons bovendien verzekerd had dat het na
zonsondergang droog zou zijn.
„De beste regen ter wereld", zei onze
buurman, die zo nu en dan boven water
kwam om adem te scheppen. De koninklij
ke erewacht had de grijze capes weer aan:
rood van de tunieken betekende droog,
grijs van de regencapes betekende zond
vloed en schudde zo nu en dan hun pels
mutsen: natte poedels, die zich zo droog
schudden.
„The British take their pleasures sadly",
„de Engelsen nemen hun pleziertjes droe
vig", maar het werd zelfs een Engelse
collega van ons een ogenblik te gortig. En
De Koningin, gezeten op de Troon en
zojuist gekroond met de St. Edward's
Kroon, houdt in haar handen de Scepter,
teken van de Koninklijke Macht en de
Rechtvaardigheid en de Roede met de
Duif, teken van Barmhartigheid, terwijl
zij zich gereed maakt om de eerbewijzen
in ontvangst te nemen.
"hij kwam - met de Schoolslag öp ons
toegezwommen en zei bitter: Deze ene
keer in een heel jaar en nog regen!
We maakten aantekeningen, maar het
zou nooit een reportage worden. Het was
meteen een aquarel.
Ook de toelichters door de luidsprekers
hadden kennelijk te veel van het goede:
na de meest treurige opsomming, die we
ooit gehoord hebben over de militaire
onderdelen langs de route, zweeg de luid
spreker en liet ons urenlang alleen met
de regen en als die regen even ophield
begon het te waaien en regende het nog
uit de bomen boven ons hoofd-
Het wachten duurde uren. We hadden
zelfs geen moed meer achter de tribunes
hete koffie te gaan drinken; die was al
slap genoeg. Het werd op een gegeven
moment zo erg, dat iemand beweerde dat
op de terugweg ook onderzeeboten zouden
paraderen.
Het publiek, die arme sloebers, die van
de dag te voren langs de route hadden
gekampeerd, werd zelfs iets ongeduldig
tenslotte. Maar toch was de stemming
niet te blussen en ineens begonnen ze
weer te zingen: „Old Lang Syne" en
„Rule Brittania" en het klonk met een
zelfspot, die bijna vermakelijk zou zijn
geweest, wanneer er niet zoveel „waves",
kennelijk niet door Brittannia geregeerd,
om ons heen spoten tijdens het zingen.
Om half vier was het droog; om kwart
voor vier moest de kop van de meer dan
4 kilometer lange stoet ons passeren.
Maar het werd iets later en we werden
hiervan niet op de hoogte gehouden.
Toen iemand zijn nek vooruit stak en de
route afkeek, zeggend „daar komt iets
aan", bleek het slechts een nieuwe bui.
De onwerkelijke belevenissen op
een uitbundig kroningsfeest