Religieuze kunst
eerste plaats
zij op de
kunst
Bij de wieg van het bankbiljet
i
Fundamentele ontmoeting van priester
lekengelovige
en
Zakelijke kant van het toneel
o
Een Calvariëdie communisten
kan leren bidden
Twee
en een halve eeuw „Enschede
te Haarlem"
Eén in protest en in
opbouw
De schrik der valse munters
ijn wereld
Burgemeester d'Ailly
uit bestuur Wereld
omroep
MEYER HAMEL:
ZATERDAG 6 JUNI 1953
PAGINA 5
mmmgmwmm.
HB
WBÈ
Goede inzendingen
Specialisten
V eelzijdigheid
PICASSO IN STED. v. ABBE-
MUSEUM
Ter dood veroordeeld
Vrijbuiters
Uitersten
Variété, operette
revue, opera.
Laatste avondmaaleen schilderij van Jaap Min op de tent oonetelling van de AKKV in museum Fodor te Amsterdam.
TVT IJ ZIJN HET er nu langzamerhand wel allemaal over eens, dat wat
W „religieuze kunst" wil heten op de eerste plaats kunst moet zijn.
Dr. Vroom, die de expositie opende welke de Beeldende Kring der Amster
damse Katholieke Werkgemeénschap der A. K. K. V., als haar bijdrage
aan ons Eeuwfeest, in het Museum Fodor houdt, dr Vroom dan, behoefde
dus echt niet te vrezen dat wij om het sensationele van die opmerking
zouden gaan schrijven dat hij niet aan Katholieke Kunst gelooft. Slechts
wie betwijfelt of Kunst tot stand kan komen onder direète invloed van de
Zeven Gaven van de Heilige Geest, gelooft er minder aan dan wij. Indien
or sprake is van de „tragische situatie der Religieuze Kunst" waarover nu
Voortdurend wordt gesproken en geschreven, moet men de verklaring
daarvoor zoeken, niet in de organisatorisch-hiërarchisclie bemoeienissen
Van de Kerk, niet in de gebreken van het zichtbare deel van Christus' Kerk,
maar in de gebrekkigheid van haar Mystieke Leven in ons.
Het is er hetzelfde mee als met z.g.
Katholieke Politiek. Al voldoen wij nood-
®odwongen aan all'e burgerlijke wetten
van rechtvaardigheid die men de regering
"eelt afgedwongen, toch is er daardoor
Seen werkelijke rechtvaarö ghe-d. ten.'j
Wij haar reeds bezitten als een habitus,
virtus. En bezitten wij die virtus,
is elke wet die ons haar uiterlijke,
frequenties bepaalt en afdwingt, over-
v?dig; zelfs indien de wet een verkeerde
bepaling van de rechtvaardigheid zou
geven, dan zou zij toch niets vermogen
tegen de deugd van rechtvaardigheid waar
die werkelijk leeft.
Met de Christus leven
Zo vermag ook geen enkele biisschoppe-
hjke bouwcommissie, geen enkel pauselij
canoniek voorschrift iets tegen de levende
^Benwoordigheid van de Heilige Geest rn
awi scheppend kunstenaar. „Om de
hrfetus te kunnen schilderen, moet men
j-®' de Christus leven", zei Fra AmgelUco,
maar ook het omgekeerde is waar: wie
wat de Christus leeft, beeldt Christus uit.
J1 zijn woorden en daden en is hij
kunstenaar ook in zijn kunst.
Ut geloof, dat dit het fundamentele punt
s> en ik werd mij daarvan nog eens
Scherp bewust bij het beschouwen van
"et grote doek „Calvarië" van Leo Hof
man op de expositie in Fodor. Een schil
derij dat, ook in de letterlijke zin van
"ct woord, de crisis „op de spits" drijft.
Keter nog dan aan zijn representatie te
Utrecht, kan men aan dit heftig bewogen
schilderij zien, dat wij, na en naast waar- I „Bekering van Paulus" van Jan Groenen
'Ük religieuze kunstenaars als Otto van i stein en diens ontwerp voor baksteen-
Kees en Aad de Haas, in Leo Hofman een mozaïek; een „Madonna" van Egbert Dek-
overtuigend bewijs hebben aangewonnen kers; vain Leo Hofman nog de verrassen-
v'oor de stelling, dal het „de nood om de tekening „Jongetje met 'O-gels" en ook
het menszijn", de „honger naar het i zijn doek „Debat", waaraan een gelijk-
hiystcrje" }s die, gelijk ik reeds in mijn i soqr-tige impuls ten grondslag ligt a-ls aan
bespreking van de expositie te Utrecht
schreef, religieuze kunst schept die niet
minder diep en levend een waarachtig
gebed is dan die van de oude tijden waar
in nog het gehele maatschappelijke leven
in het mysterie ademhaalde.
Dit schilderij is een nieuwe indicatie
voor het alom hoorbaar groeien van de
gehele mensheid naar het mysterie toe,
dat zich in eïk persoonlijk moet verwezen
lijken. In dit schilderij schreeuwt d-e ver
twijfeling va-n een heel geslacht mee,
roe-pende, dat bet onherboren leven zin
loos -is, een ergernis voor alle zinnen: dat
men li-ever ba-n-d en oog en oor en neus
afka-ppe dan te moeten leven buiten het
Mystieke Li-cbaam.
Dit schilderij ma-g heten d-e zichtbare
kr-eet v-a-n een crisis die men n-u in kran
ten en tijdschriften 'n „-tragische situatie"
noemt, ma-ar die heden in waarheid meer
hoop geeft i-n die siuatie dan er sedert
de Renaissance ooit gerechtvaardigd werd.
Reeds omwille van Hofmans „Calvarië"
zou ik daarom ieder willen aansporen de
tentoonstelling in Fodor te gaan zien. In
enige kerk zal het voorlopig niet hangen,
en een verstandig mens zal dat ook niet
bepleiten: de „vromen" hebben er geen
behoefte aan, maar het kan een „commu
nist" leren bidden en daarom zal het er
op den duur toch in komen.
VOOR HET OVERIGE is d-eze expositie
niet slechter da-n een andere. Er zij-n
zeer goede inzendingen, zoals het
„Laatste Avondmaal" van Jaap Min, een.
zijn „Calvarië", al zullen voorlopig ve-len
moeite héb-ben d-a-t te zien.
Er is een aardig portret door Pieter van
Velzen, de jonge schilder die hiér en daar
nogal opvallend -bijval gernet, m-a-ar van
wie wij menen, dat zijn picturale ransel
wa-t mager gevuld is, hetgeen zich bijv.
wreekt -in zijn „Kerstnacht". Ook zijn
religieuze -bewogenheid lijkt ons soms niet
m-eer te zij-n dan eén enigszins moderne
versie van traditionele zoetigheid.
Een vergelijking met Aad de H-a-as, nogal
eens ondernomen, va-l-t beslist in zijn na
deel uit, hoewel het meest anders-om ge
steld wordt. Toch is zij-n paneeltje „Vrou
wen bij het graf" wel mooi. Li-ever dan
Fieter van V-elzen zien wij echter „De
Verloren Z>oon" van Ad Dekkers, die ons
in zijn donkere, boerse primitiviteit zeer
waarachtig voorkomt en daardoor sterk
ontroert.
Bij de tekenaars valt d-e aandacht op de
prenten v-a-n Theo Forrer, wiens hevige
expressiviteit soms sterk geschaad wordt
door ee-n eigenaardige contradictoire sier-
lus-t; voorts pren-te-n van Em-ile Puebma-nn
en ook de e-lf gave, fijne potloodtekeningen
van Manns Halves, dde ln zijn beste ogen
blikken boven een zeker academisme uit
groeiend, de -gedachte aan tekeningen van
Bonnard oproept.
Bij de beeldhouwers troffen ons het
Kruisbeeld van Henri van Haaren en ook
dien-s grote ontwerp „S-t Petrus en Paulus";
voorts een ontwerp „Wijwaterfeekken" van
Geurt B-rinkgreve, goed uitgewogen van
vorm en proporties in de gedurfde plaat
sing van het St Jansbeeld, welks ver
dienstelijke uitbeelding van het kloeke
optreden des onv'ervaarden woestijnbewo
ners toch niet helemaal de stijfheid weg
neemt d-ig ergens dit bee-ld blijft aan
kleven-; van zijn beide medailles bewon
derden wij zeer die bronzen.
Hierbij moeten wij het laten, al Is er
nog wel meer goeds te zien. Slechts moge,
ten besluite, nog de aparte plaats vernield
worden, die pieus werd ingeruimd voor
de in '43 gestorven s-childer Bernard
Franssen. De expositie duurt tot 23 Juni.
K. S.
Zo eag Joh. Enschede's lettergie
terij er een kleine 200 jaar
geleden uit.
VRAAG het eerste het beste schoolkind waar onze bankbiljetten en
onze postzegels worden gedrukt, en het antwoord zal luiden: bij
Enschede in Haarlem. De firma Enschede is een van die inrichtingen die
onze nationale trots uitmaken zonder dat de meesten zich evenwel precies
realiseren waarom. Niet iedereen zal immers weten waarom men helemaal
uit Perzië hier in Haarlem postzegels laat drukken, of waarom van alle
landen ter wereld opdrachten voor bijzonder drukwerk bij de firma
Enschede komen. Niet iedereen is op de hoogte van de enorme en gespe
cialiseerde outillage van dit bedrijf dat zijn eerbiedwaardige faam zonder
veel luidruchtigheid draagt, maar dat niettemin achter zijn bescheiden
gevel, in de schaduw der St. Bavo aan het Klokhuisplein, grafische kunst
grepen volbrengt, die de firma terecht een wereldreputatie bezorgd hebben.
Twee en een halve eeuw geleden heeft
Isaak Enschede de grondslag voor het
bedrijf gelegd. Zjjn zoon zette de in 1703
begonnen drukkerij voort en zo is de lei
ding, nu al zeven generaties lang, van
vader op zoon overgegaan. Er stond
steeds een Enschede aan het hoofd in
dit familiebedrijf waar men de vroegere
directeuren bij de voornaam noemt en,
als waren het gekroonde hoofden, onder
scheidt met Johannes I, Johannes II enz,,
tot Johannes V toe.
De traditie speelt in zulk een fami
liebedrijf natuurlijk een grote rol. In
het museum, dat in enkele deftige
ouderwetse kamers van het complex
is ondergebracht, kan men er merk
waardige staaltjes van aantreffen. Bij
voorbeeld /'en drietal huldigingsoor-
Een tentoonstelling als thans in „Fodor" door de AKKV is georganiseerd, biedt
gelegenheid 't streven der hedendaagse religieuze kunst te zien zonder dat men in
de noodzaak verkeert te debatteren over de vraag of al deze werken in het kerk
gebouw op hun plaats zouden zijn. Het hierbij afgebeelde schilderij „Calvarië"
komt daarvoor voorlopig stellig niet in aanmerking. Maar boeiend en van een
grote gespannenheid is het werk ongetwijfeld.
OOK buiten het christendom is leven op aarde
zonder offer onmogelijk. Leven betekent: op
genomen worden in een geschiedenis, in een
Itryd. Bij de geboorte begint het gevecht om het
"estaan en in dat gevecht moet men noodzakelijker
wijze veel verliezen om veel te kunnen winnen. Wie
"iets offert, zal niets ontvangen. Er bestaat geen
Wogelijkheid tot zegepraal voor hem, die niet bereid
ls tot een desnoods bar en bitter gevecht.
Deze wet geldt echter nog meer en zinvoller voor
let goddelijke leven, dat in het Doopsel geboren
Wordt. Zelfs zó dat van een christen krachtens zijn
fristen-zijn heldhaftigheid gevraagd kan worden,
^ant wie gedoopt is behoort aan Christus en
Christus is zoals Hij zélf getuigt een teken van
,e9enspraak Hij neemt een radicale en onverbidde
lijke houding dan tegenover alles wat het nieuwe
Voddelijke' léven in dé weg staat. Hij draait nergens
filieen Hij aarzelt nooit; Hij kent met de omzichtig-
fid en'de camouflage der kleine gearriveerden: Hij
frwekt onrust bij allen, die Hem willen volgen. Hg
IfJt: „Wie niet dagelijks zijn kruis opneemt en Mg
let volgt, kan Mijn leerling niet zijn
-.Katholieken dienen dus te weten, dat zij door hun
r°°Psel met vlees en bloed, met lichaam en ziel, zijn
p§enomen in het Offer van de God-mens, in de op-
®cht van heel Zijn menselijkheid aan de Vader en
'n Zijn priesterschap, eens en voor al.
dus
het radicaal beleven van deze werkelijkheid
en°rdt.de ch.risten verenigd met alle gelovige priesters
jjj. Priesterlijke gelovigen, met alle martelaren, be
lie erS en keHiSe helden, die hun leven durfden ver-
?-en, die durfden sterven, om glorieus te kunnen
Brrijzen
Het christelijke priesterschap betekent in het leven
van
geen
een mens geen verlies, maar winst; het betekent
srh vereenzaming- doch gemeenschap. Dit priester
enap van alle gedoopten is zinvol, d.w.z. men bereikt
er iets mee.
Het is een priesterschap, dat aan alle gelovigen een
verantwoordelijkheid voor anderen oplegt, maar óók,
dat iets in het vooruitzicht stelt. Het stelt nl. een
volheid van leven en samenleven met die anderen in
het vooruitzicht. Het doet uitzien naar de komst van
de Heer, Die allen in offer en priesterschap vóórgaat
en die een bruiloftsmaal zal aanrechten van onsterfe
lijke vreugde voor heel de gemeenschap. Daar, in het
gemeenschappelijk geluk der eeuwigheid, mondt de
levensstroom uit, die in het Doopsel zijn oorsprong
vindt: in het eeuwige Rijk van God en mensen die
elkander liefhebben. Een vlam die nooit ophoudt te
branden. Als alle neonbuizen en lichtletters, de stra
lende bioscoopreclames, de brutaal dansende lichten
der boulevards reeds eeuwen boven de puinhopen zijn
gedoofd, zal het vuur dezer God-menselijke liefde nog
warm en weldadig schitteren boven de afgrond. Het
Priesterschap van Jesus Christus, voortlevend in ons,
zal dan blijken niet tevergeefs te zijn geweest.
EEN der conclusies uit dit priesterschap aller ge
lovigen is déze: een waarachtig christen neemt
niet zonder meer genoegen met de situatie, waarin
hij zich, door welke historische oorzaken dan ook,
bevindt.
Een priester is iemand, die van tijd tot tijd protes
teert. Dat behoort tot zijn priesterschap, waarmee hij
in de wereld staat, om deze wereld te wijzigen, te
verbeteren en te voltooien volgens de plannen van
God.
Er zullen te allen tijde feiten en toestanden zijn,
waartegen het christendom protest aantekent. Het
christendom zal daarbij in beginsel ook steeds naar
de oplossing wijzen, zonder nochtans altijd in concreto
de techniek van die oplossing te beschrijven of te
bepalen. Er kunnen bepaalde organen zijn, aan wie
het christendom de technische opzet, methode en uit
voering van concrete oplossingen gaarne overlaat,
omdat deze organen daérvoor juist bestaan. Er zijn
levensterreinen, waarover God ons niets met zekerheid
heeft meegedeeld, waaromtrent het christendom geen
goddelijke openbaring bezit en waaromtrent het dus
ook niets met goddelijke autoriteit verkondigt. Arti
stieke, sociale, economische of politieke plannen b.v.
behoren niet tot het wezenlijke gebied, waarop de
Kerk zich beweegt. Toch kan zij er iets over zeggen,
zij kan tegen bepaalde structuren protesteren, er des
noods scherpe critiek op uitoefenen, zonder in positieve
zin een andere en betere structuur uit te tekenen en
voor te houden. Haar officiële predikers en priesters
laten de positieve opbouw in kunst, cultuur, sociale
ordening, economie en politiek gaarne over aan de
gelovige leek, die hier een concrete gelegenheid vindt,
zijn eigen priesterschap uit te oefenen.
Nog méér dan degenen die priester zjjn gewijd staan
de lekengelovigen midden in de wereld en zijn
zjj dus in staat, op dez.e wereld, als zij willen, invloed
uit te oefenen. Wanneer zü zich daarbij laten in
spireren door hun goddelijk geloof en wanneer zij
daarbij gebruik maken van de goddelijke levenskracht
van Christus, Die hun werd meegedeeld, handelen zij
priesterlijk, doen zü het eeuwige Priesterschap
van Jesus Christus in deze wereld actueel voort
bestaan.
PRIESTERS en leken leven echter niet in verschil
lende werelden. Déze aarde is hun gemeenschap
pelijk domein en zij behoren tot hetzelfde Rijk
Gods. Zij arbeiden ook op dezelfde wereld, voor
hetzelfde Rijk Gods en uit kracht van hetzelfde
Priesterschap van Christus. Het verschil schuilt in de
wijze waarop en de mate waarin dit priesterschap
werd meegedeeld en in de manier waarop het wordt
uitgeoefend.
Door het Sacrament van het Priesterschap wordt
de gelijkenis met de Priester Jesus sterker, spreken
der, zodat heel het dagelijkse leven van de priester
erdoor gekenmerkt wordt en zodat al zijn activiteit
rechtstreeks en onmiddellijk staat gericht op de
idealen, de prediking, de genade en het Rijk van
Christus. Zo is het gesteld met de officiële priester
der Katholieke Kerk, die in tegenstelling met de
lekengelovige alléén maar, zonder omwegen, open
lijk en van moment tot moment zich afzondert voor
de komst van het Rijk Gods.
Boven alle verschillen uit is er de éne Kerk, waarin
het Priesterschap van Christus levend bewaard en
doorgegeven wordt van mens tot mens in Doopsel,
Vormsel en Priesterschap. Déze Kerk is het. die
priesters en lekengelovigen met elkander verenigt. Zij
werken allen uiteindelijk voor hetzelfde en uit dezelfde
gemeenschap, die hen samenbindt in de eenheid van
de H. Geest, die de Kerk van Christus bezielt.
S. JELSMA, M.S.C.
konden voor drie jubilarissen, groot
vader, vader en zoon. Dirk Roovers I
II en III, alle drie 50 jaar in dienst
van de firma! Zoiets tekent. Het wijst
op een meer dan normale onderlinge
band, enerzijds ontstaan door de blijk
baar erfelijke liefde voor het schone
vak der drukkunst, anderzijds door de
speciale sfeer, die onder een zich
eeuwen handhavende dynastie noodza
kelijk groeit.
Vakmanschap
danken aan het feit dat wü zo oud zijnI"
zeide ons een der huidige directie-leden
gisteren tijdens een ontvangst van een
aantal persvertegenwoordigers. „Vak
manschap op het hoogste niveau en per
fect équipement, dat is het fundament
waarop onze faam en onze opdrachten
uit de hele wereld berusten".
TRADITIE speelt bij Enschede dan
ook een grote rol „Maar U moet niet
geloven dat wij onze wereldnaam
Dat dit geen propaganda-leuze is. be
wijst een kleine rondgang door het
enigszins grillige gebouw, waarbij men
de rondleider geregeld zal horen zeggen
„De firma Enschede is het enige bedrijf
waar men dit of dat doet" of „dit of dat
procédé wordt alleen hier gevolgd". Het
is een industrie waar uiteraard de ma
chinerieën een hoge mate van perfectie
dienen te bezitten, maar waar het unieke
vakmanschap van de enkeling nog zpn
volle waarde behouden heeft.
De eenzame lettersnijder bijvoorbeeld
„Ik ben de enige in de hele wereld"
verklaart de heer Redich, die ons laat
zien hoe gevoelig hand en oog dienen te
reageren'om alle nuances van het let
terontwerp uit het metalen staafje tot
een fractie van een millimeter nauwkeu
rig weg te boren is zo'n zeldzame vak
man.
Soortgelijke unieke specialisten vindt
men in dit bedrijf meer. De justeerder,
die het werk van de lettersnijder nog fij
ner bijslijpt; de handzetter die nog vol
trots het materiaal toont van het mi
niatuur-evangelie, destijds bij wijze van
aardigheid gezet in het kleinste lettertje
ter wereld een „2y2 punt" letter, zon
der loupe haast niet te onderscheiden
de graveur die de „toon" van geschilder
de portretten lijntje voor lijntje in koper
of staal krast en zo een afbeelding op de
bankbiljetten creëert, die het namaken
schier uitsluit; de man die met de guil-
loche-machine de „kanten kleedjes" in
het gevoelige koper te voorschijn tovert
welke als achtergrond voor waardepa
pieren fungeren, en zijn collega die met
verwarrende reliefvoorstellingen in lijn
overgebracht, de eventuele vervalser tot
wanhoop brengt.
Wie deze mensen met de zekerheid en
de precisie van horlogemakers aan het
werk heeft gezien, en de smetteloze re
sultaten van hun werk even later door
de rotatiepersen ziet draaien waar zij
gestalte geven aan kleurige vellen bank
papier voor Indonesië of vellen post
zegels voor de United Nations, kan zich
voorstellen dat hier een bedrijf huist dat
tot ver over de grenzen vermaard is.
Vakmanschap en artistieke verzorging
de internationaal bekende typograaf
J .van Krimpen is de ontwerper van vele
fraaie staaltjes van Enschede-drukkunst
hebben de firma Enschede over de
hele wereld haar reputatie gegeven. En
zo komen de opdrachten voor waarde
papieren en postzegels, maar ook voor
reclame-affiches voor boekomslagen en
vouwbladen voor menu's en route-boek
jes van de K.L.M., voor bibliöphiele uit
gaven en gedenkboeken bij voorkeur bij
Enschede in Haarlem, waar de drukkunst
nog het persoonlijke stempel draagt van
Het is mede de magie van de Mammon
die de karakteristiek bepaalt van dit be
drijf, waar men bankbiljetten ter waarde
van millioenen produceert, maar waar
toch nimmer fraude wordt gepleegd.
Daarvoor zorgt een eigen, 38 man sterke
politiemacht.
Het 250-jarig jubileum zal op 18 Juni
gevierd worden in het Concertgebouw,
waar prins Bernhard, enkele ministers,
de directeur der P.T.T. en de directeur
van de Ned. Bank door hun aanwezig
heid zullen getuigen van de betekenis
die Nederlands enige waardepapieren
drukkerij voor ons land heeft. Op die dag
zal een gevelsteen worden onthuld,
waarna een krans wordt gelegd op het
graf van Isaak Enschede in de Grote
Kerk.
Tenslotte zal van 22 Juni tot 5 Juli
een tentoonstelling gehouden worden in
de Haarlemse Vleeshal, waar het histo
risch bezit van Joh. Enschede en Zonen
zal worden getoond.
In de nabijheid van Djakarta is thans
aan het verrijzen de Enschede voor In
donesië: „Opertjekan Kebajoran", een
gebouwencomplex op een uitgestrekt ter
rein. Geheel volgens ontwerpen en in
richtingen, resultaten van langdurige
nauwgezette studie van de Haarlemse
Enschede. Nederlands personeel is naar
Indonesië uitgezonden, Indonesische me
dewerkers ontvingen in het bedrijf hier
onderricht.
Naar „Het Parool" meldt heeft de
burgemeester van Amsterdam, mr Arn.
J. d'Ailly, zijn ontslag aangeboden als
voorzitter van de Raad van Bestuur van
de Wereldomroep Nederland. Hij heeft
eveneens de functie van secretaris van
het Witsenhuis te Amsterdam ter beschik
king gesteld.
Het opgeven van deze functies blijkt
een consequentie van de gebeurtenissen
rondom de Rijksakademie voor Beeldende
Kunsten. Zowel de Wereldomroep als het
Witsenhuis ressorteert onder het minis
terie van O. K. en W.
(Van onze correspondent)
Vandaag is er in het Stedelijk van
Abbe-museum te Eindhoven een tentoon
stelling geopend van lithografieën en
de verfijnde kundigheid der vakspecia-1 aquatinten van Pablo Picasso. Aan de of-
listen en de door een traditie van eeuwen ficiële opening ging een inleiding vooraf
gelouterde smaak. 1 door drs Hans Redeker.
MSTREEKS 1917 vond in
Amsterdam een merk
waardige staking plaats.
De toneelspelers hadden n.l.
de diverse pruiken aan de
kapstok gehangen en het
voetlicht het voetlicht ge
laten. Deze toneelspelerssta
king is voor Meyer Hamel,
de secretaris van de vak
groep Theater-ondernemers
en de man die na de oorlog
de operette weer op onze
planken bracht naast Ita
liaanse Operazangers, dan
sers enz., aanleiding geweest
zijn oorspronkelijke oplei
ding tot diamantslijper eraan
te geven en zijn geluk te wa
gen aan het toneel.
Hij zong toen voor het
eerst zelfgemaakte liedjes,
trad samen met Louis Bouw
meester op in „De Greep" en
maakte een auditie in het
Tip Top Theater in de Am
sterdamse Jodenbreestraat.
Als dichter-zanger bij de
guitaar is hij zijn artisten-
loopbaan begonnen, totdat
hij op zekere dag een vriend
tegenkwam die hem zei „Ik
heb een revue nodig". „Kan
ik dat niet doen?" vroeg
Meyer Hamel.
Maar na de verbaasde uit-
roep! „Wat, jij?" mocht
Meyer Hamel hem schrijven
voor de somma van veertig
gulden. Het werd een succes,
zodat hij doorging in dit vak
en zijn tweede revue in
eigen exploitatie nam. Hij
engageerde mensen, kocht in
Parijs costumes en zette door.
„In 1937 heb ik definitief
gekozen theaterondernemer
te worden. Met uitzondering
van Buziau is nagenoeg het
hele amusementsbedrijf bij
mij geëngageerd geweest.
Louis en Heintje Davids,
Rik^ Davids, Fien de la Mar,
Corry Vonk, Louis de Bree,
Harry Boda, Fie Kohier van
Dijk, Kees Pruis, Lou Bandy
enz." In de laatste wereld
oorlog is Meyer Hamel on
dergedoken geweest. Hij
heeft in de gevangenis geze
ten en werd zelfs ter dood
veroordeeld. De Duitsers
hadden bij een huiszoeking
een revolver gevonden.
Meyer Hamel werd gevan
gen genomen, maar hield vol
dat 't een toneelrevolver was.
„Erschossen werden Sie so
wie so" werd hem gedreigd,
totdat hij per vergissing op
een Zaterdagochtend naar
huis werd gestuurd. De vol
gende dag kwamen ze hem
al weer halen, maar toen
was hij er niet meer. Direct
na de oorlog richtte hij met
Aurich en Düxer de Hoofd
stadoperette op.
DE herinneringen spoken
rond in het kantoor aan
de Leidsekade, waar
Meyer Hamel zit temidden
van de affiches en program
ma's van voorstellingen die
hij heeft ten tonele gebracht.
Een kleine, gedrongen figuur,
die druk kan praten maar
die toch steeds met zorg zich
weet uit te drukken. Een
man die liefde heeft voor het
vak. „Het is alsof je duizend
keer door het toneel bent
bedrogen en dat je duizend
en één keer beterschap is be
loofd. Toch kan je het niet
loslaten en accepteer je het
leed en alle sousa, omdat
je van het toneel houdt.
Schmink is mijn fijnste
odeur".
Een moeilijk vak theater
voor eigen risico laten optre
den. Dat mag, maar dit
brengt juist vaak de zaken
in discrediet.
In het buitenland bestaan
nagenoeg geen ongeorgani
seerde artisten, zo gaat
Meyer Hamel voort. In ons
land is b.v. het cabaret uit
gesloten van de Federatie
van Beroepskunstenaars. Een
Sonneveld en Wim Kan wor
den dus „minder" gewaar
deerd en gewogen dan een
juffrouw die op 't toneel een
briefje brengt en dan, om
met Shakespeare te spreken.
ondernemer! Een bedrijfstak
met een zwakke organisatie
waarin veel vrijbuiters op
treden. De eerste de beste
kan theateragent worden.
„Maar mag hij dan ook be
middelen bij het tewerkstel
len van artisten?"
„In ons land bestaat een
bemiddelingsverbod, uitge
vaardigd met het oog op
mijnwerkers en zeelieden om
het ronselen tegen te gaan.
Dit voert men nu consequent
door. Theateragenten mogen
zelfs niet bemiddelen als zij
niets eraan zouden verdie
nen. Vergunningen worden
verleend door Sociale Zaken.
Bij impresario's is het an
ders. Dit zijn lieden die een
artist of een groep artisten
verstomt, verdwijnt. De amu
sementssector brengt echter
naar schatting waarschijnlijk
het dubbele op van wat de
toneelspeler,s bijeen kunnen
spelen.
„Vindt U het peil voor- of
achteruitgegaan?"
„Het cabaret gaat vooruit,
Kan, Sonneveld en Hermans
staan met kop en schou
ders boven internationaal
niveau. Maar wij labo
reren hier aan de be
perktheid van ons taalgebied.
Waren ze elders geboren,
dan zouden het wereldphe-
nomenen zijn geweest. De
andere cabaretiers zijn ech
ter stil blijven staan en hier
mede kan men de sprong af
meten waarmee die drie
vooruit zjjn gegaan. Frank
rijk heeft uiteindelijk maar
één groot man: Charles
Trenet. De anderen zingen
niet hun eigen gemaakt
oeuvre. Bovendien is het
Nederlandse drietal veelzij-
diger dan de buitenlandse
collega's.
Het variété is volledig ver
armd. Er zijn twee oorzaken
hiervoor. Wij hebben in ons
land geen variététheaters
meer. Vroeger, en dan spreek
ik van 30 jaar geleden, had
iedere stad haar eigen
variété-theater: Den Haag
zijn Scala. Rotterdam zijn
Casino en Amsterdam zijn
C-rré. Toen werd Ne-
irland door de grote
artisten op hun doorreis
meegenomen. En daar komt
als tweede factor bij, dat Ne
derland geen entréeprijzen
betaalt in tegenstelling tot
het buitenland. Nederland is
op theatergebied het goed
koopste land. In België b.v.
liggen de gewone prijzen
tussen drie en tien gulden.
De operette heeft zich aan
de moderne tijd aangepast.
De Hoofdstadoperette heeft
aanbiedingen gekregen om
in Oostenrijk, Duitsland en
in Parijs op te treden. De
bewerkingen waarin de ope
rettes hier worden gespeeld,
gelden in het buitenland als
voorbeeld.
„Wie doen dat voorname
lijk?"
„Aurich en Steiner, met
mij als het Hollandse gewe
ten.
„En verder?"
„De revue is na Snip en
Snap afgeschreven. De revue
moet over een grote voor
raad costumes beschikken en
is niet meer rendabel te ma
ken als men niet verzekerd
is van een enorme goodwill.
Wat de opera betreft het
volgende: een buitenlands
koor en orkest mag hier nooit
binnenkomen. Goede musici
zijn nooit werkloos. Er zijn
in ons land 45 a 7 regionale
orkesten; bijna overal is er
een politie-harmoniecorps;
veel ensembles werken voor
de radio; dan is er de Ne
derlandse en Utrechtse ope
ra en sinds kort ook nog
de Limburgse er is een
auditie geweest voor Canada
en voor dat land zijn na af
loop een kleine 80 man geën
gageerd. Met wat overblijft,
meestal de beroeps werk
lozen, moet de buitenlandse
opera spelen. Toch voldoen
de voorstellingen van de
Italiaanse Opera aan een
behoefte en daarom ga ik er
zeker in de provincie mee
door".