Religieuze kunst eerste plaats zij op de kunst Bij de wieg van het bankbiljet i Fundamentele ontmoeting van priester lekengelovige en Zakelijke kant van het toneel o Een Calvariëdie communisten kan leren bidden Twee en een halve eeuw „Enschede te Haarlem" Eén in protest en in opbouw De schrik der valse munters ijn wereld Burgemeester d'Ailly uit bestuur Wereld omroep MEYER HAMEL: ZATERDAG 6 JUNI 1953 PAGINA 5 mmmgmwmm. HB WBÈ Goede inzendingen Specialisten V eelzijdigheid PICASSO IN STED. v. ABBE- MUSEUM Ter dood veroordeeld Vrijbuiters Uitersten Variété, operette revue, opera. Laatste avondmaaleen schilderij van Jaap Min op de tent oonetelling van de AKKV in museum Fodor te Amsterdam. TVT IJ ZIJN HET er nu langzamerhand wel allemaal over eens, dat wat W „religieuze kunst" wil heten op de eerste plaats kunst moet zijn. Dr. Vroom, die de expositie opende welke de Beeldende Kring der Amster damse Katholieke Werkgemeénschap der A. K. K. V., als haar bijdrage aan ons Eeuwfeest, in het Museum Fodor houdt, dr Vroom dan, behoefde dus echt niet te vrezen dat wij om het sensationele van die opmerking zouden gaan schrijven dat hij niet aan Katholieke Kunst gelooft. Slechts wie betwijfelt of Kunst tot stand kan komen onder direète invloed van de Zeven Gaven van de Heilige Geest, gelooft er minder aan dan wij. Indien or sprake is van de „tragische situatie der Religieuze Kunst" waarover nu Voortdurend wordt gesproken en geschreven, moet men de verklaring daarvoor zoeken, niet in de organisatorisch-hiërarchisclie bemoeienissen Van de Kerk, niet in de gebreken van het zichtbare deel van Christus' Kerk, maar in de gebrekkigheid van haar Mystieke Leven in ons. Het is er hetzelfde mee als met z.g. Katholieke Politiek. Al voldoen wij nood- ®odwongen aan all'e burgerlijke wetten van rechtvaardigheid die men de regering "eelt afgedwongen, toch is er daardoor Seen werkelijke rechtvaarö ghe-d. ten.'j Wij haar reeds bezitten als een habitus, virtus. En bezitten wij die virtus, is elke wet die ons haar uiterlijke, frequenties bepaalt en afdwingt, over- v?dig; zelfs indien de wet een verkeerde bepaling van de rechtvaardigheid zou geven, dan zou zij toch niets vermogen tegen de deugd van rechtvaardigheid waar die werkelijk leeft. Met de Christus leven Zo vermag ook geen enkele biisschoppe- hjke bouwcommissie, geen enkel pauselij canoniek voorschrift iets tegen de levende ^Benwoordigheid van de Heilige Geest rn awi scheppend kunstenaar. „Om de hrfetus te kunnen schilderen, moet men j-®' de Christus leven", zei Fra AmgelUco, maar ook het omgekeerde is waar: wie wat de Christus leeft, beeldt Christus uit. J1 zijn woorden en daden en is hij kunstenaar ook in zijn kunst. Ut geloof, dat dit het fundamentele punt s> en ik werd mij daarvan nog eens Scherp bewust bij het beschouwen van "et grote doek „Calvarië" van Leo Hof man op de expositie in Fodor. Een schil derij dat, ook in de letterlijke zin van "ct woord, de crisis „op de spits" drijft. Keter nog dan aan zijn representatie te Utrecht, kan men aan dit heftig bewogen schilderij zien, dat wij, na en naast waar- I „Bekering van Paulus" van Jan Groenen 'Ük religieuze kunstenaars als Otto van i stein en diens ontwerp voor baksteen- Kees en Aad de Haas, in Leo Hofman een mozaïek; een „Madonna" van Egbert Dek- overtuigend bewijs hebben aangewonnen kers; vain Leo Hofman nog de verrassen- v'oor de stelling, dal het „de nood om de tekening „Jongetje met 'O-gels" en ook het menszijn", de „honger naar het i zijn doek „Debat", waaraan een gelijk- hiystcrje" }s die, gelijk ik reeds in mijn i soqr-tige impuls ten grondslag ligt a-ls aan bespreking van de expositie te Utrecht schreef, religieuze kunst schept die niet minder diep en levend een waarachtig gebed is dan die van de oude tijden waar in nog het gehele maatschappelijke leven in het mysterie ademhaalde. Dit schilderij is een nieuwe indicatie voor het alom hoorbaar groeien van de gehele mensheid naar het mysterie toe, dat zich in eïk persoonlijk moet verwezen lijken. In dit schilderij schreeuwt d-e ver twijfeling va-n een heel geslacht mee, roe-pende, dat bet onherboren leven zin loos -is, een ergernis voor alle zinnen: dat men li-ever ba-n-d en oog en oor en neus afka-ppe dan te moeten leven buiten het Mystieke Li-cbaam. Dit schilderij ma-g heten d-e zichtbare kr-eet v-a-n een crisis die men n-u in kran ten en tijdschriften 'n „-tragische situatie" noemt, ma-ar die heden in waarheid meer hoop geeft i-n die siuatie dan er sedert de Renaissance ooit gerechtvaardigd werd. Reeds omwille van Hofmans „Calvarië" zou ik daarom ieder willen aansporen de tentoonstelling in Fodor te gaan zien. In enige kerk zal het voorlopig niet hangen, en een verstandig mens zal dat ook niet bepleiten: de „vromen" hebben er geen behoefte aan, maar het kan een „commu nist" leren bidden en daarom zal het er op den duur toch in komen. VOOR HET OVERIGE is d-eze expositie niet slechter da-n een andere. Er zij-n zeer goede inzendingen, zoals het „Laatste Avondmaal" van Jaap Min, een. zijn „Calvarië", al zullen voorlopig ve-len moeite héb-ben d-a-t te zien. Er is een aardig portret door Pieter van Velzen, de jonge schilder die hiér en daar nogal opvallend -bijval gernet, m-a-ar van wie wij menen, dat zijn picturale ransel wa-t mager gevuld is, hetgeen zich bijv. wreekt -in zijn „Kerstnacht". Ook zijn religieuze -bewogenheid lijkt ons soms niet m-eer te zij-n dan eén enigszins moderne versie van traditionele zoetigheid. Een vergelijking met Aad de H-a-as, nogal eens ondernomen, va-l-t beslist in zijn na deel uit, hoewel het meest anders-om ge steld wordt. Toch is zij-n paneeltje „Vrou wen bij het graf" wel mooi. Li-ever dan Fieter van V-elzen zien wij echter „De Verloren Z>oon" van Ad Dekkers, die ons in zijn donkere, boerse primitiviteit zeer waarachtig voorkomt en daardoor sterk ontroert. Bij de tekenaars valt d-e aandacht op de prenten v-a-n Theo Forrer, wiens hevige expressiviteit soms sterk geschaad wordt door ee-n eigenaardige contradictoire sier- lus-t; voorts pren-te-n van Em-ile Puebma-nn en ook de e-lf gave, fijne potloodtekeningen van Manns Halves, dde ln zijn beste ogen blikken boven een zeker academisme uit groeiend, de -gedachte aan tekeningen van Bonnard oproept. Bij de beeldhouwers troffen ons het Kruisbeeld van Henri van Haaren en ook dien-s grote ontwerp „S-t Petrus en Paulus"; voorts een ontwerp „Wijwaterfeekken" van Geurt B-rinkgreve, goed uitgewogen van vorm en proporties in de gedurfde plaat sing van het St Jansbeeld, welks ver dienstelijke uitbeelding van het kloeke optreden des onv'ervaarden woestijnbewo ners toch niet helemaal de stijfheid weg neemt d-ig ergens dit bee-ld blijft aan kleven-; van zijn beide medailles bewon derden wij zeer die bronzen. Hierbij moeten wij het laten, al Is er nog wel meer goeds te zien. Slechts moge, ten besluite, nog de aparte plaats vernield worden, die pieus werd ingeruimd voor de in '43 gestorven s-childer Bernard Franssen. De expositie duurt tot 23 Juni. K. S. Zo eag Joh. Enschede's lettergie terij er een kleine 200 jaar geleden uit. VRAAG het eerste het beste schoolkind waar onze bankbiljetten en onze postzegels worden gedrukt, en het antwoord zal luiden: bij Enschede in Haarlem. De firma Enschede is een van die inrichtingen die onze nationale trots uitmaken zonder dat de meesten zich evenwel precies realiseren waarom. Niet iedereen zal immers weten waarom men helemaal uit Perzië hier in Haarlem postzegels laat drukken, of waarom van alle landen ter wereld opdrachten voor bijzonder drukwerk bij de firma Enschede komen. Niet iedereen is op de hoogte van de enorme en gespe cialiseerde outillage van dit bedrijf dat zijn eerbiedwaardige faam zonder veel luidruchtigheid draagt, maar dat niettemin achter zijn bescheiden gevel, in de schaduw der St. Bavo aan het Klokhuisplein, grafische kunst grepen volbrengt, die de firma terecht een wereldreputatie bezorgd hebben. Twee en een halve eeuw geleden heeft Isaak Enschede de grondslag voor het bedrijf gelegd. Zjjn zoon zette de in 1703 begonnen drukkerij voort en zo is de lei ding, nu al zeven generaties lang, van vader op zoon overgegaan. Er stond steeds een Enschede aan het hoofd in dit familiebedrijf waar men de vroegere directeuren bij de voornaam noemt en, als waren het gekroonde hoofden, onder scheidt met Johannes I, Johannes II enz,, tot Johannes V toe. De traditie speelt in zulk een fami liebedrijf natuurlijk een grote rol. In het museum, dat in enkele deftige ouderwetse kamers van het complex is ondergebracht, kan men er merk waardige staaltjes van aantreffen. Bij voorbeeld /'en drietal huldigingsoor- Een tentoonstelling als thans in „Fodor" door de AKKV is georganiseerd, biedt gelegenheid 't streven der hedendaagse religieuze kunst te zien zonder dat men in de noodzaak verkeert te debatteren over de vraag of al deze werken in het kerk gebouw op hun plaats zouden zijn. Het hierbij afgebeelde schilderij „Calvarië" komt daarvoor voorlopig stellig niet in aanmerking. Maar boeiend en van een grote gespannenheid is het werk ongetwijfeld. OOK buiten het christendom is leven op aarde zonder offer onmogelijk. Leven betekent: op genomen worden in een geschiedenis, in een Itryd. Bij de geboorte begint het gevecht om het "estaan en in dat gevecht moet men noodzakelijker wijze veel verliezen om veel te kunnen winnen. Wie "iets offert, zal niets ontvangen. Er bestaat geen Wogelijkheid tot zegepraal voor hem, die niet bereid ls tot een desnoods bar en bitter gevecht. Deze wet geldt echter nog meer en zinvoller voor let goddelijke leven, dat in het Doopsel geboren Wordt. Zelfs zó dat van een christen krachtens zijn fristen-zijn heldhaftigheid gevraagd kan worden, ^ant wie gedoopt is behoort aan Christus en Christus is zoals Hij zélf getuigt een teken van ,e9enspraak Hij neemt een radicale en onverbidde lijke houding dan tegenover alles wat het nieuwe Voddelijke' léven in dé weg staat. Hij draait nergens filieen Hij aarzelt nooit; Hij kent met de omzichtig- fid en'de camouflage der kleine gearriveerden: Hij frwekt onrust bij allen, die Hem willen volgen. Hg IfJt: „Wie niet dagelijks zijn kruis opneemt en Mg let volgt, kan Mijn leerling niet zijn -.Katholieken dienen dus te weten, dat zij door hun r°°Psel met vlees en bloed, met lichaam en ziel, zijn p§enomen in het Offer van de God-mens, in de op- ®cht van heel Zijn menselijkheid aan de Vader en 'n Zijn priesterschap, eens en voor al. dus het radicaal beleven van deze werkelijkheid en°rdt.de ch.risten verenigd met alle gelovige priesters jjj. Priesterlijke gelovigen, met alle martelaren, be lie erS en keHiSe helden, die hun leven durfden ver- ?-en, die durfden sterven, om glorieus te kunnen Brrijzen Het christelijke priesterschap betekent in het leven van geen een mens geen verlies, maar winst; het betekent srh vereenzaming- doch gemeenschap. Dit priester enap van alle gedoopten is zinvol, d.w.z. men bereikt er iets mee. Het is een priesterschap, dat aan alle gelovigen een verantwoordelijkheid voor anderen oplegt, maar óók, dat iets in het vooruitzicht stelt. Het stelt nl. een volheid van leven en samenleven met die anderen in het vooruitzicht. Het doet uitzien naar de komst van de Heer, Die allen in offer en priesterschap vóórgaat en die een bruiloftsmaal zal aanrechten van onsterfe lijke vreugde voor heel de gemeenschap. Daar, in het gemeenschappelijk geluk der eeuwigheid, mondt de levensstroom uit, die in het Doopsel zijn oorsprong vindt: in het eeuwige Rijk van God en mensen die elkander liefhebben. Een vlam die nooit ophoudt te branden. Als alle neonbuizen en lichtletters, de stra lende bioscoopreclames, de brutaal dansende lichten der boulevards reeds eeuwen boven de puinhopen zijn gedoofd, zal het vuur dezer God-menselijke liefde nog warm en weldadig schitteren boven de afgrond. Het Priesterschap van Jesus Christus, voortlevend in ons, zal dan blijken niet tevergeefs te zijn geweest. EEN der conclusies uit dit priesterschap aller ge lovigen is déze: een waarachtig christen neemt niet zonder meer genoegen met de situatie, waarin hij zich, door welke historische oorzaken dan ook, bevindt. Een priester is iemand, die van tijd tot tijd protes teert. Dat behoort tot zijn priesterschap, waarmee hij in de wereld staat, om deze wereld te wijzigen, te verbeteren en te voltooien volgens de plannen van God. Er zullen te allen tijde feiten en toestanden zijn, waartegen het christendom protest aantekent. Het christendom zal daarbij in beginsel ook steeds naar de oplossing wijzen, zonder nochtans altijd in concreto de techniek van die oplossing te beschrijven of te bepalen. Er kunnen bepaalde organen zijn, aan wie het christendom de technische opzet, methode en uit voering van concrete oplossingen gaarne overlaat, omdat deze organen daérvoor juist bestaan. Er zijn levensterreinen, waarover God ons niets met zekerheid heeft meegedeeld, waaromtrent het christendom geen goddelijke openbaring bezit en waaromtrent het dus ook niets met goddelijke autoriteit verkondigt. Arti stieke, sociale, economische of politieke plannen b.v. behoren niet tot het wezenlijke gebied, waarop de Kerk zich beweegt. Toch kan zij er iets over zeggen, zij kan tegen bepaalde structuren protesteren, er des noods scherpe critiek op uitoefenen, zonder in positieve zin een andere en betere structuur uit te tekenen en voor te houden. Haar officiële predikers en priesters laten de positieve opbouw in kunst, cultuur, sociale ordening, economie en politiek gaarne over aan de gelovige leek, die hier een concrete gelegenheid vindt, zijn eigen priesterschap uit te oefenen. Nog méér dan degenen die priester zjjn gewijd staan de lekengelovigen midden in de wereld en zijn zjj dus in staat, op dez.e wereld, als zij willen, invloed uit te oefenen. Wanneer zü zich daarbij laten in spireren door hun goddelijk geloof en wanneer zij daarbij gebruik maken van de goddelijke levenskracht van Christus, Die hun werd meegedeeld, handelen zij priesterlijk, doen zü het eeuwige Priesterschap van Jesus Christus in deze wereld actueel voort bestaan. PRIESTERS en leken leven echter niet in verschil lende werelden. Déze aarde is hun gemeenschap pelijk domein en zij behoren tot hetzelfde Rijk Gods. Zij arbeiden ook op dezelfde wereld, voor hetzelfde Rijk Gods en uit kracht van hetzelfde Priesterschap van Christus. Het verschil schuilt in de wijze waarop en de mate waarin dit priesterschap werd meegedeeld en in de manier waarop het wordt uitgeoefend. Door het Sacrament van het Priesterschap wordt de gelijkenis met de Priester Jesus sterker, spreken der, zodat heel het dagelijkse leven van de priester erdoor gekenmerkt wordt en zodat al zijn activiteit rechtstreeks en onmiddellijk staat gericht op de idealen, de prediking, de genade en het Rijk van Christus. Zo is het gesteld met de officiële priester der Katholieke Kerk, die in tegenstelling met de lekengelovige alléén maar, zonder omwegen, open lijk en van moment tot moment zich afzondert voor de komst van het Rijk Gods. Boven alle verschillen uit is er de éne Kerk, waarin het Priesterschap van Christus levend bewaard en doorgegeven wordt van mens tot mens in Doopsel, Vormsel en Priesterschap. Déze Kerk is het. die priesters en lekengelovigen met elkander verenigt. Zij werken allen uiteindelijk voor hetzelfde en uit dezelfde gemeenschap, die hen samenbindt in de eenheid van de H. Geest, die de Kerk van Christus bezielt. S. JELSMA, M.S.C. konden voor drie jubilarissen, groot vader, vader en zoon. Dirk Roovers I II en III, alle drie 50 jaar in dienst van de firma! Zoiets tekent. Het wijst op een meer dan normale onderlinge band, enerzijds ontstaan door de blijk baar erfelijke liefde voor het schone vak der drukkunst, anderzijds door de speciale sfeer, die onder een zich eeuwen handhavende dynastie noodza kelijk groeit. Vakmanschap danken aan het feit dat wü zo oud zijnI" zeide ons een der huidige directie-leden gisteren tijdens een ontvangst van een aantal persvertegenwoordigers. „Vak manschap op het hoogste niveau en per fect équipement, dat is het fundament waarop onze faam en onze opdrachten uit de hele wereld berusten". TRADITIE speelt bij Enschede dan ook een grote rol „Maar U moet niet geloven dat wij onze wereldnaam Dat dit geen propaganda-leuze is. be wijst een kleine rondgang door het enigszins grillige gebouw, waarbij men de rondleider geregeld zal horen zeggen „De firma Enschede is het enige bedrijf waar men dit of dat doet" of „dit of dat procédé wordt alleen hier gevolgd". Het is een industrie waar uiteraard de ma chinerieën een hoge mate van perfectie dienen te bezitten, maar waar het unieke vakmanschap van de enkeling nog zpn volle waarde behouden heeft. De eenzame lettersnijder bijvoorbeeld „Ik ben de enige in de hele wereld" verklaart de heer Redich, die ons laat zien hoe gevoelig hand en oog dienen te reageren'om alle nuances van het let terontwerp uit het metalen staafje tot een fractie van een millimeter nauwkeu rig weg te boren is zo'n zeldzame vak man. Soortgelijke unieke specialisten vindt men in dit bedrijf meer. De justeerder, die het werk van de lettersnijder nog fij ner bijslijpt; de handzetter die nog vol trots het materiaal toont van het mi niatuur-evangelie, destijds bij wijze van aardigheid gezet in het kleinste lettertje ter wereld een „2y2 punt" letter, zon der loupe haast niet te onderscheiden de graveur die de „toon" van geschilder de portretten lijntje voor lijntje in koper of staal krast en zo een afbeelding op de bankbiljetten creëert, die het namaken schier uitsluit; de man die met de guil- loche-machine de „kanten kleedjes" in het gevoelige koper te voorschijn tovert welke als achtergrond voor waardepa pieren fungeren, en zijn collega die met verwarrende reliefvoorstellingen in lijn overgebracht, de eventuele vervalser tot wanhoop brengt. Wie deze mensen met de zekerheid en de precisie van horlogemakers aan het werk heeft gezien, en de smetteloze re sultaten van hun werk even later door de rotatiepersen ziet draaien waar zij gestalte geven aan kleurige vellen bank papier voor Indonesië of vellen post zegels voor de United Nations, kan zich voorstellen dat hier een bedrijf huist dat tot ver over de grenzen vermaard is. Vakmanschap en artistieke verzorging de internationaal bekende typograaf J .van Krimpen is de ontwerper van vele fraaie staaltjes van Enschede-drukkunst hebben de firma Enschede over de hele wereld haar reputatie gegeven. En zo komen de opdrachten voor waarde papieren en postzegels, maar ook voor reclame-affiches voor boekomslagen en vouwbladen voor menu's en route-boek jes van de K.L.M., voor bibliöphiele uit gaven en gedenkboeken bij voorkeur bij Enschede in Haarlem, waar de drukkunst nog het persoonlijke stempel draagt van Het is mede de magie van de Mammon die de karakteristiek bepaalt van dit be drijf, waar men bankbiljetten ter waarde van millioenen produceert, maar waar toch nimmer fraude wordt gepleegd. Daarvoor zorgt een eigen, 38 man sterke politiemacht. Het 250-jarig jubileum zal op 18 Juni gevierd worden in het Concertgebouw, waar prins Bernhard, enkele ministers, de directeur der P.T.T. en de directeur van de Ned. Bank door hun aanwezig heid zullen getuigen van de betekenis die Nederlands enige waardepapieren drukkerij voor ons land heeft. Op die dag zal een gevelsteen worden onthuld, waarna een krans wordt gelegd op het graf van Isaak Enschede in de Grote Kerk. Tenslotte zal van 22 Juni tot 5 Juli een tentoonstelling gehouden worden in de Haarlemse Vleeshal, waar het histo risch bezit van Joh. Enschede en Zonen zal worden getoond. In de nabijheid van Djakarta is thans aan het verrijzen de Enschede voor In donesië: „Opertjekan Kebajoran", een gebouwencomplex op een uitgestrekt ter rein. Geheel volgens ontwerpen en in richtingen, resultaten van langdurige nauwgezette studie van de Haarlemse Enschede. Nederlands personeel is naar Indonesië uitgezonden, Indonesische me dewerkers ontvingen in het bedrijf hier onderricht. Naar „Het Parool" meldt heeft de burgemeester van Amsterdam, mr Arn. J. d'Ailly, zijn ontslag aangeboden als voorzitter van de Raad van Bestuur van de Wereldomroep Nederland. Hij heeft eveneens de functie van secretaris van het Witsenhuis te Amsterdam ter beschik king gesteld. Het opgeven van deze functies blijkt een consequentie van de gebeurtenissen rondom de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten. Zowel de Wereldomroep als het Witsenhuis ressorteert onder het minis terie van O. K. en W. (Van onze correspondent) Vandaag is er in het Stedelijk van Abbe-museum te Eindhoven een tentoon stelling geopend van lithografieën en de verfijnde kundigheid der vakspecia-1 aquatinten van Pablo Picasso. Aan de of- listen en de door een traditie van eeuwen ficiële opening ging een inleiding vooraf gelouterde smaak. 1 door drs Hans Redeker. MSTREEKS 1917 vond in Amsterdam een merk waardige staking plaats. De toneelspelers hadden n.l. de diverse pruiken aan de kapstok gehangen en het voetlicht het voetlicht ge laten. Deze toneelspelerssta king is voor Meyer Hamel, de secretaris van de vak groep Theater-ondernemers en de man die na de oorlog de operette weer op onze planken bracht naast Ita liaanse Operazangers, dan sers enz., aanleiding geweest zijn oorspronkelijke oplei ding tot diamantslijper eraan te geven en zijn geluk te wa gen aan het toneel. Hij zong toen voor het eerst zelfgemaakte liedjes, trad samen met Louis Bouw meester op in „De Greep" en maakte een auditie in het Tip Top Theater in de Am sterdamse Jodenbreestraat. Als dichter-zanger bij de guitaar is hij zijn artisten- loopbaan begonnen, totdat hij op zekere dag een vriend tegenkwam die hem zei „Ik heb een revue nodig". „Kan ik dat niet doen?" vroeg Meyer Hamel. Maar na de verbaasde uit- roep! „Wat, jij?" mocht Meyer Hamel hem schrijven voor de somma van veertig gulden. Het werd een succes, zodat hij doorging in dit vak en zijn tweede revue in eigen exploitatie nam. Hij engageerde mensen, kocht in Parijs costumes en zette door. „In 1937 heb ik definitief gekozen theaterondernemer te worden. Met uitzondering van Buziau is nagenoeg het hele amusementsbedrijf bij mij geëngageerd geweest. Louis en Heintje Davids, Rik^ Davids, Fien de la Mar, Corry Vonk, Louis de Bree, Harry Boda, Fie Kohier van Dijk, Kees Pruis, Lou Bandy enz." In de laatste wereld oorlog is Meyer Hamel on dergedoken geweest. Hij heeft in de gevangenis geze ten en werd zelfs ter dood veroordeeld. De Duitsers hadden bij een huiszoeking een revolver gevonden. Meyer Hamel werd gevan gen genomen, maar hield vol dat 't een toneelrevolver was. „Erschossen werden Sie so wie so" werd hem gedreigd, totdat hij per vergissing op een Zaterdagochtend naar huis werd gestuurd. De vol gende dag kwamen ze hem al weer halen, maar toen was hij er niet meer. Direct na de oorlog richtte hij met Aurich en Düxer de Hoofd stadoperette op. DE herinneringen spoken rond in het kantoor aan de Leidsekade, waar Meyer Hamel zit temidden van de affiches en program ma's van voorstellingen die hij heeft ten tonele gebracht. Een kleine, gedrongen figuur, die druk kan praten maar die toch steeds met zorg zich weet uit te drukken. Een man die liefde heeft voor het vak. „Het is alsof je duizend keer door het toneel bent bedrogen en dat je duizend en één keer beterschap is be loofd. Toch kan je het niet loslaten en accepteer je het leed en alle sousa, omdat je van het toneel houdt. Schmink is mijn fijnste odeur". Een moeilijk vak theater voor eigen risico laten optre den. Dat mag, maar dit brengt juist vaak de zaken in discrediet. In het buitenland bestaan nagenoeg geen ongeorgani seerde artisten, zo gaat Meyer Hamel voort. In ons land is b.v. het cabaret uit gesloten van de Federatie van Beroepskunstenaars. Een Sonneveld en Wim Kan wor den dus „minder" gewaar deerd en gewogen dan een juffrouw die op 't toneel een briefje brengt en dan, om met Shakespeare te spreken. ondernemer! Een bedrijfstak met een zwakke organisatie waarin veel vrijbuiters op treden. De eerste de beste kan theateragent worden. „Maar mag hij dan ook be middelen bij het tewerkstel len van artisten?" „In ons land bestaat een bemiddelingsverbod, uitge vaardigd met het oog op mijnwerkers en zeelieden om het ronselen tegen te gaan. Dit voert men nu consequent door. Theateragenten mogen zelfs niet bemiddelen als zij niets eraan zouden verdie nen. Vergunningen worden verleend door Sociale Zaken. Bij impresario's is het an ders. Dit zijn lieden die een artist of een groep artisten verstomt, verdwijnt. De amu sementssector brengt echter naar schatting waarschijnlijk het dubbele op van wat de toneelspeler,s bijeen kunnen spelen. „Vindt U het peil voor- of achteruitgegaan?" „Het cabaret gaat vooruit, Kan, Sonneveld en Hermans staan met kop en schou ders boven internationaal niveau. Maar wij labo reren hier aan de be perktheid van ons taalgebied. Waren ze elders geboren, dan zouden het wereldphe- nomenen zijn geweest. De andere cabaretiers zijn ech ter stil blijven staan en hier mede kan men de sprong af meten waarmee die drie vooruit zjjn gegaan. Frank rijk heeft uiteindelijk maar één groot man: Charles Trenet. De anderen zingen niet hun eigen gemaakt oeuvre. Bovendien is het Nederlandse drietal veelzij- diger dan de buitenlandse collega's. Het variété is volledig ver armd. Er zijn twee oorzaken hiervoor. Wij hebben in ons land geen variététheaters meer. Vroeger, en dan spreek ik van 30 jaar geleden, had iedere stad haar eigen variété-theater: Den Haag zijn Scala. Rotterdam zijn Casino en Amsterdam zijn C-rré. Toen werd Ne- irland door de grote artisten op hun doorreis meegenomen. En daar komt als tweede factor bij, dat Ne derland geen entréeprijzen betaalt in tegenstelling tot het buitenland. Nederland is op theatergebied het goed koopste land. In België b.v. liggen de gewone prijzen tussen drie en tien gulden. De operette heeft zich aan de moderne tijd aangepast. De Hoofdstadoperette heeft aanbiedingen gekregen om in Oostenrijk, Duitsland en in Parijs op te treden. De bewerkingen waarin de ope rettes hier worden gespeeld, gelden in het buitenland als voorbeeld. „Wie doen dat voorname lijk?" „Aurich en Steiner, met mij als het Hollandse gewe ten. „En verder?" „De revue is na Snip en Snap afgeschreven. De revue moet over een grote voor raad costumes beschikken en is niet meer rendabel te ma ken als men niet verzekerd is van een enorme goodwill. Wat de opera betreft het volgende: een buitenlands koor en orkest mag hier nooit binnenkomen. Goede musici zijn nooit werkloos. Er zijn in ons land 45 a 7 regionale orkesten; bijna overal is er een politie-harmoniecorps; veel ensembles werken voor de radio; dan is er de Ne derlandse en Utrechtse ope ra en sinds kort ook nog de Limburgse er is een auditie geweest voor Canada en voor dat land zijn na af loop een kleine 80 man geën gageerd. Met wat overblijft, meestal de beroeps werk lozen, moet de buitenlandse opera spelen. Toch voldoen de voorstellingen van de Italiaanse Opera aan een behoefte en daarom ga ik er zeker in de provincie mee door".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 5