Fundamenten worden onderzocht
45.000Nederlanders jaarlijks naar
het buitenland
Emigratiebeweging vond haar
vorm en plaats
Gelijk loon voor man en vrouw
bij gelijkwaardige arbeid
Sociaal-Econ. Raad kwam niet
tot eensluidend advies
Premier met een sociaal hart
Franse Kamer aanvaardt Laniel
als kabinetsformateur
Maand Juni in Europa
Hittegolven, overstromingen en
zelfs sneeuw
VAMI-IJS
Lonenemigratie
en weer danig in
speciale aandacht
De lonen op
1 Januari 1954
Afnemende
buienkans
Zaterdag 27 Juni 1953
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Deuren moeten meer dan ooit openblijven
Sprekende feiten
Ontzettend ongeluk bij
Spaanse legeroefening
Als het komt, dan niet ineens
Zwijgzaam man, die veler sympathie geniet
Grote mate van
geleidelijkheid
WEERBERICHT
Gevoeligheid der materie
„Ga emigranten zoeken"
Verwaarloosde groepen"
Promotietot noodgebied
45.000 Per jaar
Positieve ivaarden
1
JOSEPH LANIEL
flink aanpakken!
Voornaamste gezichtspunten
Conclusies
£<r
De Zwijgende Kei'k!
Analyst
NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT
De weerverwachting van het K.N.M.I., geldig
tot Zondagavond, luidt:
Veranderlijke bewolking met voornamelijk in
het binnenland enkele verspreide regen- of
onweersbuien. In de kustgebieden van Zuid-
Holland en Zeeland plaatselijk van zee bin-
nendrijvende mist- of laaghangende wolken
velden. Matige tot zwakke Noordelijke wind.
Ongeveer dezelfde temperaturen.
Zondag 28 Juni: Zon op 4.22 uur. onder 21.04
uur; Maan op 22.17 uur, onder 5.29 uur.
Maandag 29 Juni: Zon op 4.23 uur, onder 21.04
uur; Maan op 22.40 uur, onder 6.56 uur.
(Van onze verslaggever)
UTRECHT, 26 Juni.
„Ook al moeten onze emigranten niet proberen Nederlanders te blijven
in den vreemde, tóch vormt de emigratie geen verliespost voor ons land:
goede emigranten zijn namelijk uitstekende ambassadeurs: zij weten wat
Nederland presteren en leveren kan, zij kunnen in hun nieuwe vaderland
zelfs behoeften scheppen voor Nederlandse producten. En naarmate de
aspirant-emigrant beter op deze beslissende stap wordt voorbereid, naar
mate hij doeltreffender is geselecteerd, naar die mate ook zijn de voor
delen voor Nederland groter
In deze zin sprak vandaag op liet eerste (na-oorlogse) Emigratiecongres
van de „Katholieke Centrale Emigratie Stichting" (K.C.E.S.j te Utrecht
minister Suurhoff en het kon, gezien deze woorden, niet anders of hij moest
er zijn voldoening over uitspreken, dat het Katholieke volksdeel vandaag
het emigratie-vraagstuk in zijn wetenschappelijke aspecten belichtte.
„Thans", zei de voorzitter der K.C.E.S., de heer G. Kampschöer in zijn
openingswoord, „gaan wij de fundamenten onderzoeken", en sloot met deze
discussievergadering de na-oorlogse periode af: een nieuw en zeer veel
belovend tijdperk was aangebroken.
Toen voorzitter Kampschöer om kwart
voor elf het Congres opende was
de grote vergaderzaal in Utrecht tot de
laatste plaats bezet met prominenten, die
allen op een of andere wijze bij het Ne
derlandse emigratiebeleid betrokken zijn.
Onder de aanwezigen merkten wij o.m.
op mgr dr A. Hanssen, als vertegenwoor
diger van het Hoogwaardig Episcopaat,
terwijl aan de bestuurstafel niet minder
dan twee ministers, de Excellenties Suur
hoff en De Bruijn hadden plaats geno
men, alsmede de staatssecretaris van O.
K.W. mej. dr A. de Waal. Ook de Bis
schoppelijke Commissaris, rector J. van
der Hoogte, alsmede de beide prae-advi-
seurs, de professoren G. H. L. Zeegers en
dr A. Oldendorff hadden daar een plaats
gevonden.
Het „International Catholic Migration
Committee" uit Genève, dat volgens voor
zitter Kampschöer waarschijnlijk volgend
jaar in Nederland zal congresseren, had
'mr Loek Kampschöer afgevaardigd en
verder werd een spciaal woord van wel
kom gericht tot de commissarissen der
Koningin in de provincies Utrecht, Noord-
Brabant, en Overijssel, tot mr ir Have-
man de regeringscommissaris voor de
emigratie, en tot mgr W. Koenraadt, de
voorzitter van het KSKI, dat door het
voor dit congres uitgebrachte prae-advies
andermaal zo overtuigend zijn nut had
bewezen.
In de zaal ontdekte men en van rege
ringszijde, èn van de maatschappelijke
emigratie-organisaties een zeer groot aan
tal vooraanstaande werkers, zonder wier
ervaring, zonder wier zoeken en zwoegen
de voorzitter nooit en met bescheiden
trots had kunnen wijzen op hetgeen
tot nu toe reeds bereikt is: het aantal Ka
tholieke emigranten verdubbelde (mede
door positieve houding van ons Episco
paat), 60 pet van het aantal Katholieke
emigranten op de Canadaboten werd dit
jaar geheel door de K.C.E.S. voorbereid,
niet minder dan 3500 personen volgden
de cursussen.
Ook minister Suurhoff weer op de be
langrijke taak, welke de maatschappelijke
emigratieorganisaties in het regerings-
emigratiebeleid hebben. Hij belichtte in
het bijzonder twee aspecten van het pro
bleem, verzette zich' op de eerste plaats
tegen de opwerping als zou men eerst veel
geld uitgeven voor de opvoeding van jon
ge Nederlanders en daarna moeite doen
om deze zelfde Nederlanders het land uit
te sturen („Er is geen andere keus en bo
vendien is de premisse verkeerd", zie bo
ven) en wijdde daarna een enkel woord
aan de grote „gevoeligheid dezer materie"
De tijdelijke beperkingen, welke de Aus
tralische regering verleden jaar aan de
emigratie oplegde en de verhalen van
„mislukkingen" hadden in Nderland al
dus de minister een zo enorme repercus
sie, dat „het aantal aanmeldingen ook
thans nog ver beneden peil ligtVan
ons allen wordt daarom het uiterste aan
zorgvuldigheid, tact en nauwe samenwer
king geëist...."
Hij besloot met zijn beste wensen uit te
spreken voor dit congres.
Professor Zeegers belichtte daarna nog
enkele punten van het prae-advies, dat de
bouwstof leverde (zie ons blad. van Vrij
dag) voor deze discussie. Hij meende, dat
de tijd voorbij was, om zuiver receptief
en passief tegenover dit probleem te staan:
„Wij moeten thans de emigranten gaan
zoeken
Niet alleen aspirantemigranten voor de
traditionele emigrantielanden, maar ook
mensen, die door vrijwillige migratie het
machtspolitieke evenwicht in Europa zelf
willen helpen herstellen door als emigrant
i de demografische zwakte van bepaalde
I gebieden op te vangen.
„De tijd, die ons nog scheidt van een
vrije migratie in West Europa, moeten
j wjj gebruiken om ons volk psygologisch
daarop voor te bereiden...." aldus pro-
fessor Zeegers.
En hoewel het ogenblik zelfs voor de
Benelux in politiek en economisch opzich
nog niet was aangebroken, achtte hij het
demografische moment reeds aangebroken,
en lichtte dit toe aan de hand van kaar
ten, waarbij hij voornamelijk de psychi
sche aspecten en de zedelijke gevaren
belichtte.
Als eerste trad vervolgens burgemeester
Chr. Matser uit Arnhem in discussie en
vroeg aandacht voor het probleem, dat in
dit hele vraagstuk vooral arbeiders en
agrariërs voorrang schijnen te krijgen.
„Ik geloof, dat de bestudering van de
mogelijkheden voor andere sociale groe
peringen, voor vrije beroepen voor grote
groepen uit handel, industrie en midden
stand, eveneens de volle aandacht ver
dient..." xei hjj en meende, dat in het
verleden do voorlichting bovendien te
weinig op jonge mensen is gericht ge
weest: er lag daar z.i. een taak voor het
onderwijs, voor het volkshogeschoolwerk,
voor de jetigdverbanden.
Dr W. de Kort pleitte voor een Europese
Migratie Gemeenschap, achtte deze nog
belangrijker dan de K.S.G. en vroeg zich
verder af of het wel juist was onze emi-
gratiepolitiek als sluitstuk te zien van on
ze bevolkingspolitek. Hij achtte het hele
maal niet zo zeker, dat de absorptiemoge-
lijkheden in de industriële en dienstensec
tor zo groot waren als de industrialisa
tienota's stelden en meende daarom, dat
de quantitatieve emigratie moest worden
opgevoerd, een eis, die des te klemmender
zou worden na 1957, wanneer ook de '45-'46
bevolkingsaanwas aan de arbeidsmarkt
zal komen.
In een uitstekend betoog nam vervolgens
de heer P. C. W. M. Bogaers het werk
gelegenheidsvraagstuk onder de loupe. Hij
prees het werk der prae-adviseurs, die
voor het eerst alle gegevens op één kaart
gebracht hadden-
Voor de industrialisatie is men op het
gebied der regionale taakstelling nog
steeds zover niet, „met als gevolg, dat de
centrale overheid tot nu toe onvoldoende
inzicht heeft in de structuurhervormende
maatregelen, die aan de verwezenlijking
van bepaalde regionale taakstellingen
moeten vooraf gaan. Met als gevolg bo
vendien een wedren van verschillende
streken om als ontwikkelingsgebied te
worden erkend, of nog erger tot noodge
bied te worden „gepromoveerd".
Het ontbreekt aan algemeen aanvaarde
criteria, aldus spreker, bovendien wordt
nog steeds de „open werkloosheid" als
enig criterium voor onze werkgelegen-
heidspoiitiek gehanteerd, waarbij men de
latente arbeidsoverschotten min of meer
verwaarloost.
Een oplossing van het probleem der z.g.
„achtergebleven gebieden" door het zon
der meer stimuleren van emigratie achtte
spreker verkeerd. „Waarom emigreren
uit deze gebieden zo weinig mensen? Zijn
propaganda, organisatie en scholing wel
voldoende krachtige hulpmiddelen voor de
vorming van goede emigranten juist uit
die gebieden? Moeten zij niet veeleer eerst
uit hun isolement gehaald worden? Moet
niet door een positieve werkgelegenheids-
politiek allereerst de voor emigratie on
gunstige degenererende invloe 1 van lang
durige werkloosheid geneutraliseerd wor
den?"
Na de middagpauze besprak ir Haveman,
die nog deze avond naar Canada vertrek
ken zou, de aanzienlijk' verzwaarde taak,
waarvoor de industrialisatie zich geplaatst
zag. Het door uitbreidingsinvesteringen
opvangen en herplaatsen van het bevol
kingsaccres eist 4,5 millioen, maar door
de ramp van 1 Februari zijn de financiële
mogelijkheden veel kleiner geworden.
Reed» daarom alleen was hei, aldus
spreker, zo noodzakelijk, dat de deuren
voor emigratie open bleven: met enkele
variabelen meende hjj echter buiten onze j
gre; :en jaarlijks wel plaats te kunnen
vinden voor 45.090 Nederlanders, een aan- j
tal dat bij gunstige conjunctuur eventueel
j zelfs verhoogd kan worden met nog eens i
15 A 25.000.
Eén van de problemen achtte hij het sti-
muieren der verticale sociale mobiliteit in
een bepaalde gemeenschap en vond j
hoezeer ook overtuigd van noodzaak tot in-
tereuropese migratie de tot nu toe be- J
reikte resultaten met landen als Frank- I
rijk („30 gezinnen per jaar, met heel veel j
j inspanning misschien 60") weinig ihspire-
I rend.
Op het stationsemplacement te Zwolle
zijn in de nacht van Donderdag op Vrij
dag twee goederentreinen met elkaar in
botsing gekomen. Persoonlijke ongeluk
ken deden zich niet voor. De materiële
schade is groot. Twee goederenwagons
werden geheel vernield en twee andere
ernstig beschadigd. Dc ravage na de
botsing.
De presidente der R. K. Vrouwenbewe
ging, mevrouw Van Nispen tot Sevenaer,
belichtte de specifieke problemen, welke
de vrouw bij de emigratie heeft, drong aan
op intensievere persoonlijkheidsvorming
in ons onderwijs om de jeugd emigratie-
minded te maken, waarna professor Thur-
lings de landbouweconomische facetten
besprak en daarbij in een zeer breed
opgezet betoog ook de problemen van
de wereldvoedselsituatie, de landvlucht in
de ontvangende landen en de toenemende
landbouwmechanisatie in die landen aan
sneed.
Namens de Katholieke Nederlandse Mid
denstandsbond bepleitte de heer W. Per-
quin een stimulering der middenstands
emigratie, terwijl tenslotte de directeur
der Christelijke Emigratie Centrale de
heer T- Cnossen in een zeer bezield betoog
de sterkste stimulans voor landverhuizing
niet in Nederland zocht, maar buitenlands
in de voorbeelden van de geslaagde emi
granten. Hij achtte familie-emigratie ver
uit het verkieslijkst, riep de regering toe
toch de persoonlijkheid, de durf, de vol
harding, het initiatief en de vrijheidszin
van de Nederlander niet te „smoren".
Repliek leverde vervolgens professor
Zeegars en gaf daarna het woord aan zijn
collega prof. Oldendorff, die inging op de
sociaal psychologische aspecten (éen „nog
vrijwel onontgonnen terrein", waarop hij
overigens met vaste hand enige van grote
originaliteit getuigende tracé's tekende).
„Vandaag heeft de emigratiebeweging
bewezen, dat ze haar vorm en plaats heeft
gevonden", besloot mgr Hanssen dit eer
ste congres, dat door meerdere zal worden
gevolgd.
Reagerend op de suggesties van burge
meester Matser en de heer Perquin wijdde
mgr speciaal aandacht aan de moeilijke
positie van de katholieke intellectuelen in
het emigratieprobleem!
„Ligt er voor onz academici geen taak
weggelegd iri de minder ontwikkelde ge
bieden? Zouden zij in samenwerking met
de ALMA als missiearts, als technicus
geen prachtig werk kunnen doen?", zo
vroeg hij zich af.
„Emigratie is geen zuiver negatief be
grip", besloot onze emigratiebisschop, „het
is niet alleen een .wègtrekken", het maakt
de wereld sterker door een versteviging
der intersociale betrekkingen, het ver
sterkt het Christendom
Voorzitter Kampschöer, zichtbaar en te
recht tevreden, sloot di( eerste zeer vrucht
bare, voortreffe,? geleide naoorlogse
emigratiecongres. De waarschuwing van
de heer Cnossen, dat een soortgelijk con
gres, gehouden in 1927, hoe voortreffelijk
ook, nooit enig resultaat had afgeworden,
„aangezien men noch van het congres, noch
van conclusies later ook maar iets meer
had gehoord", leek ons compleet over
bodig.
Een nieuw hoofdstuk was begonnen.
Door het ontploffen van een kunon bij
oefeningen in de omgeving van Mahon
op het Spaanse eiland Menorca, zijn
V rijdag vijftien Spaanse artilleristen om
het leven gekomen. Vijf van hen waren
op slag dood en van de 24 zwaar gewon
den overleden er tien in een ziekenhuis.
De Sociaal-Economische Raad heeft thans advies uitgebracht over het
vraagstuk van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige
arbeid, om welk advies in Maart van het vorige jaar door de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid werd gevraagd. Met het oog op het feit,
dat het onderhavige probleem in internationaal verband op de voorgrond
is getreden, nu de Internationale Arbeidsconferentie ter zake een verdrag
heeft aangenomen, kwam het dc minister „zeer gewenst voor, dat ook in
Nederland nogmaals pogingen in het werk (zouden) worden gesteld om te
komen tot de beantwoording van de vraag, of liet beginsel van gelijke be
loning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid voor ons land
aanvaardbaar en uitvoerbaar is".
De Franse. Nationale Vergadering heeft gistermiddag met 398 tegen 206
stemmen bij 16 onthoudingen Joseph Laniel als kabinetsformateur aan
vaard. Laniel, die 84 stemmen méér dan het vereiste minimum behaalde,
zal thans dus trachten de negentiende Franse regering van na de oorlog te
vormen. De kabinetscrisis, waaraan thans mogelijk een einde zal komen,
heeft meer dan vijf weken geduurd.
Tegen de aanvaarding van Laniel stemden de communisten en 104 van
de 105 socialisten. De meeste Gaullisten stemden vóór. Vijftien van hen
onthielden zich van stemming. Men verwacht, dat voor de eerste maal
Gaullisten in de regering zullen komen. Laniel hoopt Zaterdagavond een
lijst van ministers gereed te hebben. Verwacht wordt, dat Bidault minister
van buitenlandse zaken zal blijven en dat hij Laniel zal vergezellen naar
de conferentie van Bermuda.
Onze Parijse correspondent telefoneert:
De heer Laniel heeft een politiek ver
leden achter de rug, dat hem tot iemand
van betekenis heeft gemaakt. Men ziet
dat de vrij kleine, zeer gedrongen ge
bouwde man echter niet aan. Zijn eenvoud
en rondborstigheid hebben hem overal
ook in parlementaire kringen slechts
vrienden bezorgd.
Evenals zijn vader, de bekende senator
Laniel, medestander van Poincaré en
meermalen minister, is de kabinetsforma
teur groot-industrieel en groot-grondbe
zitter in het departement Calvados. Zijn
invloed in de streek is zeer groot. Maar
terwijl andere volksvertegenwoordigers
geen gelegenheid laten voorbij gaan om
hun kiezers toe te spreken, is de heer
Laniel een zwijgzaam man, die uiterst
sober is in zijn redevoeringen en tot zin
spreuk heeft: de kiezers moeten me maar
beoordelen naar mijn daden en niet naar
mijn redevoeringen.
Ook in de parlementaire commissies en
in de kamer zelf is Laniel een spreker, die
slechts het woord voert als hij iets zake
lijks heeft te zeggen.
De kabinetsformateur is een van de
grote Franse werkgevers, voor wie de
sociale zorg geen ijdel woord is. Hij is
niet alleen de man, die voor het perso
neel zijner textielindustrie allerlei soci-
«anbr-1
He: Ned. motortankschip „Cornelis B groot. 366 bruto registerton en
eigendom van N.V. Gebr. Broere te Dordrecht, dat Vrijdagmorgen in
aanvaring is gekomen met het 10.367 brt. metende Italiaanse tankschip
Acliille Lauraen na ongeveer een kwartier zonk. De „Cornelis B" was
een nieuw kustvaartuig. Het werd gebouwd in 1952. De tanker was op weg
van Leixoes in Portugal naar Londen met een lading terpentijn. De
bemanning kon gered worden.
ale instellingen in het leven riep. maar
die ook de voordelen van de productie
toename met hen deelt.
Bij zo iemand vallen de politieke
scheidsmuren in belangrijke mate weg.
Zelfs bij hen, wier stemmen hij niet ver
wierf de socialisten bijvoorbeeld
wekt hij sympathie.
Laniel vindt ontegenzeglijk een moei
lijke, bijna hachelijke taak voor zich.
Maar het is meer vertoond, dat Frankrijk
op het ogenblik van het gevaar de juiste
man vindt om het te keren.
Het water zakt nu langzaam.
De Stichting van de Arbeid heeft
een eerste bespreking gewijd aan de
maatregelen, die met ingang van
1 Januari 1954 op het gebied van de
lonen zullen moeten worden geno
men. Deze besprekingen zullen bin
nenkort worden voortgezet.
Intussen zullen enkele deskundi
gen de statistische vraagstukken be
zien, welke zich hij deze materie
voordoen.
Aan het slot der conclusies wordt
gezegd, dat, onverminderd de tegen
gestelde opvattingen met betrekking
tot de beantwoording van de vraag,
of het beginsel van gelijke beloning
van mannen en vrouwen voor gelijk
waardige arbeid aanvaardbaar wordt
geacht, de raad unaniem van oordeel
is, dat, mocht in ons land tot toepas
sing van dit beginsel worden overge
gaan, hierbij een grote mate van ge
leidelijkheid in acht zou dienen te
worden genomen, op grond van de
economische en sociale gevolgen,
welke een onmiddellijke doorvoering
van het beginsel onder de huidige
omstandigheden zou veroorzaken.
Deze geleidelijkheid zou hierin die
nen te bestaan, dat het loonverschil
tussen mannen en vrouwen bij gelijk
waardige arbeid in étappes vermin
derd wordt over de gehele linie van
het bedrijfsleven.
Bij 't tempo van een en ander ware
naar 's raads oordeel rekening te hou
den met de draagkracht van de ter
zake meest gevoelige bedrijfstakken
en met de mate van doorvoering van
liet onderhavige beginsel in de lan
den, waarmede ons land handelsbe
trekkingen onderhoudt.
Aan deze laatste conclusies gaan de vol
gende vooraf:
De raad heeft bij de bestudering van
het vraagstuk van gelijke beloning van
mannen en vrouwen voor gelijkwaardige
arbeid geconstateerd, dat de werkclassi-
ficatie met name ten aanzien van vrou
welijke functies nog onvoldoende vorde
ringen heeft gemaakt. Naarmate een ver
dere toepassing hiervan zal plaats vinden
zal het mogelijk zijn een beter inzicht te
verkrijgen in hetgeen als gelijkwaardige
arbeid kan worden beschouwd.
De voornaamste gezichtspunten, waar
onder het vraagstuk van gelijke beloning
van mannen en vrouwen voor gelijkwaar
dige arbeid kan worden bezien, blijken
drieërlei te zijn:
a. het verschil in opvatting omtrent de
betekenis van het behoefte-element naast
het prestatie-element en omtrent de reali
sering van 't behoefte-element in de loon
vorming;
b. het al dan niet rekening houden met
de hogere productiekosten, welke aan de
arbeid van vrouwen verbonden kunnen
zijn, (o.a. in verband met vroegere pen
sionering, groter verloop en grotere ziek
teverzuim).
c. het in acht nemen van de economi
sche en sociale gevolgen voor ons land
van de eventuele doorvoering van het
beginsel van gelijke beloning.
De raad wijst er op, dat het beginsel
van gelijke beloning van mannen en
vrouwen voor gelijkwaardige arbeid in
dit advies slechts bezien is als vraagstuk
van loonvorming. Een oordeel omtrent de
sociale wenselijkheid van het toenemen
van het percentage gehuwde vrouwen in
de beroepsbevolking als mogelijk gevolg
van een gelijke beloning is hiermede niét
uitgesproken.
Bij het bezien van het vraagstuk van
gelijke beloning van mannen en vrouwen
voor gelijkwaardig arbeid is echter de ene
helft van de raad van oordeel, dat het in
het algemeen gewenst is, de loonvorming
in overwegende mate te baseren op het
prestatie-element.
Sommige leden, behorende tot deze helft
van de raad, zijn van mening, dat boven
dien geen rekening dient te worden ge
houden met de hogere productiekosten,
welke aan de arbeid van vrouwen ver
bonden kunnen zijn. Op grond van deze
beide overwegingen achten deze leden het
beginsel van gelijke beloning van mannen
en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid,
I zoals dit in het desbetreffende verdrag
is neergelegd, aanvaardbaar.
Enkele leden, behorende tot deze helft
van de raad, zijn van mening, dat wèl
rekening dient te worden gehouden met de
hogere productiekosten, welke aan de ar
beid van vrouwen verhonden kunnen zijn.
Uitsluitend op grond van deze overweging
achten deze leden het beginsel van gelijke
beloning van mannen en vrouwen voor
gelijkwaardige arbeid, zoals dit in het
desbetreffende verdrag is neergelegd,
niet aanvaardbaar-
De andere helft van de raad, hoewel
erkennende de betekenis van het presta
tie-element, is bij het bezien van het
onderhavige vraagstuk van oordeel, dat
daarnaast in de loonvorming in belang
rijke mate rekening dient te worden ge-
houden met het behoefte-element. Op
grond van deze overweging acht dit deel
van de raad het beginsel van gelijke be
loning van mannen en vrouwen voor ge
lijkwaardige arbeid niet aanvaardbaar.
Daarenboven zijn sommige leden, be
horende tot deze helft van de raad van
mening, dat rekening dient te worden ge
houden met de hogere productiekosten,
welke aan de arbeid van vrouwen ver
bonden kunnen zijn. Enkele leden, be
horende tot deze helft van de raad, zijn
daarentegen van opvatting dat met bedoel
de hogere productiekosten geen rekening
dient te worden gehouden.
Advertentie
TT E laatste weken, speciaal na hel
IJ oproer in Oost-Berlijn, heeft men
in de krant kunnen lezen over ver
zet van de volkeren achter het IJzeren
Gordijn tegen het communistische regime
en de onderdrukkende „bescherming"
door de Russen. Wij, Nederlanders, die
zelf knarsentandend doch machteloos ge
zucht hebben onder een vreemd juk,
begrijpen ten volle, hoe ellendig dc toe
stand voor de bevolking moet zijn, dat
zij, ondanks het wanhopig vooruitzicht,
met woord en daad protest hebben aan
getekend tegen de terreur door haar on
derdrukkers!
Het is momenteel blijkbaar onmoge
lijk om deze volkeren ouders te helpen
dan door onze daadwerkelijke liefde en
vooral ons gebed. In verschillende vrije
landen is, zoals gemeld, het plan opge
vat om de feestdag van St. Petrus en
Paulus op 29 Juni ie wijden aan de her
denking van de vervolgde Kerk achter
het IJzeren Gordijn. Harry Prikker wees
daar vorige week reeds op in zijn Zater
dagse Mijmeringen en citeerde Kardi
naal Frings, aartsbisschop van Keulen,
die verklaarde, dat het er om gaat, de
aandacht van alle goedwillende mensen
te richten op het leed, dat zovele broe
ders en zusters omwille van hun geloof
moeten verduren.
Thans komt ook een oproep tot gebed
uit Rome. ,Jn de harde strijd van het
leven en vooral in het zware lijden, dat
de mensheid over de gehele wereld thans
treft, is het voorbeeld van onze vervolg
de broeders in het Oosten een troost
voor alle Christenen"verklaarde de
Vicaris-Generaal van Rome, Clemens
Kardinaal Micara. in een toespraak tot
de inwoners van Rome. Hij riep de Ro
meinen op deel te nemen aan de plech
tigheden op de feestdag van Petrus en
Paulus op 29 Juni, die in het teken zul
len staan van de herdenking der „Zwij
gende Kerk". „De ten hemel schreiende
toestand aan gene ziide van het IJzeren
Gordijn moet ons allen er aan herinne
ren. zo zeide kardinaal Micara. dat het
lijden het gemeenschappelijk lot van de
Christenen is:"
Maandag dus is het de feestdag van
St. Petrus en Paulus. de grote Aposte
len. die zelf de vervolainq om het ge
loof aan den Hive hebben gevoeld. Zij
overwonnen echter!
Laten wij tot Hen bidden, opdat op hun
voorsmaak de triomf voor dr Kerk in de
vervolgde landen spoedig zal gaan glo-
ren.
Het ziet er erg vreemd uit met het weer
in Europa. In Scandinavië, waar een
hittegolf heerst, is het méér dan hoog-
zomer; in Engeland en de landen aan de
kust won de zon het gisteren slechts zo
nu en dan van de wolken, terwijl het in
West-Duitsland, Zwitserland en Oosten
rijk wel compleet herfst leek. Daar doen
zich ernstige overstromingen voor ten
gevolge van zware regenval.
In verscheidene delen van West-Dui Is
land werd door het hoge water reeds ern
stige schade aangericht. Op sommige
plaatsen is de Rijn in 24 uur tijds 1.20 M
gestegen en op het Neckarkanaal bij Heii-
bronn moest in verband met het hoge
water de scheepvaart worden gestaakt
Uit Essen, Keulen en uit Oostelijk Hessen
en Neder-Saksen zijn overstromingen ge
meld, Bij Brunswijk is vermoedelijk een
arbeider bedolven door een aard
verschuiving.
In Oostenrijk deden zich hier en daar
overstromingen voor in de provincies
Salzburg, Stiermarken en Beneden-Oos
tenrijk.
Ook in het Noorden en Oosten van
Zwitserland dreigen overstromingen
door de zware regenval. In verband
hiermee zijn in verscheidene plaatsen
alle weerbare mannen opgeroepen. Op
de lijn Zürich-Winterthur-St Gallen
ontspoorde een trein door een aard
verschuiving. Er vielen gelukkig geen
slachtoffers te betreuren. Bij Winter-
thur slaan uitgestrekte gebieden onder
water. Bij Bazel, waar van Donderdag
op Vrijdag het peil van de Rijn een
meter steeg, is de scheepvaart gestremd.
In Noorwegen, Zweden en Denemarken
echter houdt de hitte aan. Lulea in Noord-
Zweden beleefde Donderdag de warmste
dag in zestig jaar. In Zuid- en Midden-
Zweden steeg het kwik Vrijdag tot boven
32 graden Celsius; in Kopenhagen en
Oslo werd een temperatuur van 28 graden
gemeten.
In geheel Frankrijk was het gisteren
warm. In Noordwesi-Italië daarentegen
viel sneeuw. Op Sicilië overleden twee
personen tengevolge van een zonnesteek....
Het K. N. M. L deelt mede:
Het weer van de afgelopen week werd
gekenmerkt door grote onweersactiviteit.
Deze hing samen met een lagedrukgebied,
Öat een groot deel van Midden-Europa be
sloeg en dat tot grote hoogten gevuld was
met koude luchtmassa's. Tengevolge van
verwarming nabij het aardoppervlak
werd deze lucht onstabiel, zodat er zich
zware buien in vormden. In ons land kwa
men de buien vooral in het binnenland
voor, terwijl regenhoeveelheden aan de
kust relatief klein waren. Ook in andere
delen van Europa zijn flinke neerslaghoe-
veel' :den opgevangen. Vooral in Zwitser
land waren de buien niet van de lucht; in
Zurich viel in een week ruim 15 cm. he
melwater.
Hoewel de veranderingen in de alge
mene drukverdeling van weinig beteke
nis zijn, neemt in ons land de kans op
buien af, aangezien in de hogere niveaux
iets warmere lucht wordt aangevoerd, ter
wijl nabij het aardoppervlak een kleine
afkoeling plaats vindt.