Fundamenten worden onderzocht 45.000Nederlanders jaarlijks naar het buitenland Emigratiebeweging vond haar vorm en plaats Gelijk loon voor man en vrouw bij gelijkwaardige arbeid Sociaal-Econ. Raad kwam niet tot eensluidend advies Premier met een sociaal hart Franse Kamer aanvaardt Laniel als kabinetsformateur Maand Juni in Europa Hittegolven, overstromingen en zelfs sneeuw VAMI-IJS Lonenemigratie en weer danig in speciale aandacht De lonen op 1 Januari 1954 Afnemende buienkans Zaterdag 27 Juni 1953 DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN Deuren moeten meer dan ooit openblijven Sprekende feiten Ontzettend ongeluk bij Spaanse legeroefening Als het komt, dan niet ineens Zwijgzaam man, die veler sympathie geniet Grote mate van geleidelijkheid WEERBERICHT Gevoeligheid der materie „Ga emigranten zoeken" Verwaarloosde groepen" Promotietot noodgebied 45.000 Per jaar Positieve ivaarden 1 JOSEPH LANIEL flink aanpakken! Voornaamste gezichtspunten Conclusies £<r De Zwijgende Kei'k! Analyst NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT De weerverwachting van het K.N.M.I., geldig tot Zondagavond, luidt: Veranderlijke bewolking met voornamelijk in het binnenland enkele verspreide regen- of onweersbuien. In de kustgebieden van Zuid- Holland en Zeeland plaatselijk van zee bin- nendrijvende mist- of laaghangende wolken velden. Matige tot zwakke Noordelijke wind. Ongeveer dezelfde temperaturen. Zondag 28 Juni: Zon op 4.22 uur. onder 21.04 uur; Maan op 22.17 uur, onder 5.29 uur. Maandag 29 Juni: Zon op 4.23 uur, onder 21.04 uur; Maan op 22.40 uur, onder 6.56 uur. (Van onze verslaggever) UTRECHT, 26 Juni. „Ook al moeten onze emigranten niet proberen Nederlanders te blijven in den vreemde, tóch vormt de emigratie geen verliespost voor ons land: goede emigranten zijn namelijk uitstekende ambassadeurs: zij weten wat Nederland presteren en leveren kan, zij kunnen in hun nieuwe vaderland zelfs behoeften scheppen voor Nederlandse producten. En naarmate de aspirant-emigrant beter op deze beslissende stap wordt voorbereid, naar mate hij doeltreffender is geselecteerd, naar die mate ook zijn de voor delen voor Nederland groter In deze zin sprak vandaag op liet eerste (na-oorlogse) Emigratiecongres van de „Katholieke Centrale Emigratie Stichting" (K.C.E.S.j te Utrecht minister Suurhoff en het kon, gezien deze woorden, niet anders of hij moest er zijn voldoening over uitspreken, dat het Katholieke volksdeel vandaag het emigratie-vraagstuk in zijn wetenschappelijke aspecten belichtte. „Thans", zei de voorzitter der K.C.E.S., de heer G. Kampschöer in zijn openingswoord, „gaan wij de fundamenten onderzoeken", en sloot met deze discussievergadering de na-oorlogse periode af: een nieuw en zeer veel belovend tijdperk was aangebroken. Toen voorzitter Kampschöer om kwart voor elf het Congres opende was de grote vergaderzaal in Utrecht tot de laatste plaats bezet met prominenten, die allen op een of andere wijze bij het Ne derlandse emigratiebeleid betrokken zijn. Onder de aanwezigen merkten wij o.m. op mgr dr A. Hanssen, als vertegenwoor diger van het Hoogwaardig Episcopaat, terwijl aan de bestuurstafel niet minder dan twee ministers, de Excellenties Suur hoff en De Bruijn hadden plaats geno men, alsmede de staatssecretaris van O. K.W. mej. dr A. de Waal. Ook de Bis schoppelijke Commissaris, rector J. van der Hoogte, alsmede de beide prae-advi- seurs, de professoren G. H. L. Zeegers en dr A. Oldendorff hadden daar een plaats gevonden. Het „International Catholic Migration Committee" uit Genève, dat volgens voor zitter Kampschöer waarschijnlijk volgend jaar in Nederland zal congresseren, had 'mr Loek Kampschöer afgevaardigd en verder werd een spciaal woord van wel kom gericht tot de commissarissen der Koningin in de provincies Utrecht, Noord- Brabant, en Overijssel, tot mr ir Have- man de regeringscommissaris voor de emigratie, en tot mgr W. Koenraadt, de voorzitter van het KSKI, dat door het voor dit congres uitgebrachte prae-advies andermaal zo overtuigend zijn nut had bewezen. In de zaal ontdekte men en van rege ringszijde, èn van de maatschappelijke emigratie-organisaties een zeer groot aan tal vooraanstaande werkers, zonder wier ervaring, zonder wier zoeken en zwoegen de voorzitter nooit en met bescheiden trots had kunnen wijzen op hetgeen tot nu toe reeds bereikt is: het aantal Ka tholieke emigranten verdubbelde (mede door positieve houding van ons Episco paat), 60 pet van het aantal Katholieke emigranten op de Canadaboten werd dit jaar geheel door de K.C.E.S. voorbereid, niet minder dan 3500 personen volgden de cursussen. Ook minister Suurhoff weer op de be langrijke taak, welke de maatschappelijke emigratieorganisaties in het regerings- emigratiebeleid hebben. Hij belichtte in het bijzonder twee aspecten van het pro bleem, verzette zich' op de eerste plaats tegen de opwerping als zou men eerst veel geld uitgeven voor de opvoeding van jon ge Nederlanders en daarna moeite doen om deze zelfde Nederlanders het land uit te sturen („Er is geen andere keus en bo vendien is de premisse verkeerd", zie bo ven) en wijdde daarna een enkel woord aan de grote „gevoeligheid dezer materie" De tijdelijke beperkingen, welke de Aus tralische regering verleden jaar aan de emigratie oplegde en de verhalen van „mislukkingen" hadden in Nderland al dus de minister een zo enorme repercus sie, dat „het aantal aanmeldingen ook thans nog ver beneden peil ligtVan ons allen wordt daarom het uiterste aan zorgvuldigheid, tact en nauwe samenwer king geëist...." Hij besloot met zijn beste wensen uit te spreken voor dit congres. Professor Zeegers belichtte daarna nog enkele punten van het prae-advies, dat de bouwstof leverde (zie ons blad. van Vrij dag) voor deze discussie. Hij meende, dat de tijd voorbij was, om zuiver receptief en passief tegenover dit probleem te staan: „Wij moeten thans de emigranten gaan zoeken Niet alleen aspirantemigranten voor de traditionele emigrantielanden, maar ook mensen, die door vrijwillige migratie het machtspolitieke evenwicht in Europa zelf willen helpen herstellen door als emigrant i de demografische zwakte van bepaalde I gebieden op te vangen. „De tijd, die ons nog scheidt van een vrije migratie in West Europa, moeten j wjj gebruiken om ons volk psygologisch daarop voor te bereiden...." aldus pro- fessor Zeegers. En hoewel het ogenblik zelfs voor de Benelux in politiek en economisch opzich nog niet was aangebroken, achtte hij het demografische moment reeds aangebroken, en lichtte dit toe aan de hand van kaar ten, waarbij hij voornamelijk de psychi sche aspecten en de zedelijke gevaren belichtte. Als eerste trad vervolgens burgemeester Chr. Matser uit Arnhem in discussie en vroeg aandacht voor het probleem, dat in dit hele vraagstuk vooral arbeiders en agrariërs voorrang schijnen te krijgen. „Ik geloof, dat de bestudering van de mogelijkheden voor andere sociale groe peringen, voor vrije beroepen voor grote groepen uit handel, industrie en midden stand, eveneens de volle aandacht ver dient..." xei hjj en meende, dat in het verleden do voorlichting bovendien te weinig op jonge mensen is gericht ge weest: er lag daar z.i. een taak voor het onderwijs, voor het volkshogeschoolwerk, voor de jetigdverbanden. Dr W. de Kort pleitte voor een Europese Migratie Gemeenschap, achtte deze nog belangrijker dan de K.S.G. en vroeg zich verder af of het wel juist was onze emi- gratiepolitiek als sluitstuk te zien van on ze bevolkingspolitek. Hij achtte het hele maal niet zo zeker, dat de absorptiemoge- lijkheden in de industriële en dienstensec tor zo groot waren als de industrialisa tienota's stelden en meende daarom, dat de quantitatieve emigratie moest worden opgevoerd, een eis, die des te klemmender zou worden na 1957, wanneer ook de '45-'46 bevolkingsaanwas aan de arbeidsmarkt zal komen. In een uitstekend betoog nam vervolgens de heer P. C. W. M. Bogaers het werk gelegenheidsvraagstuk onder de loupe. Hij prees het werk der prae-adviseurs, die voor het eerst alle gegevens op één kaart gebracht hadden- Voor de industrialisatie is men op het gebied der regionale taakstelling nog steeds zover niet, „met als gevolg, dat de centrale overheid tot nu toe onvoldoende inzicht heeft in de structuurhervormende maatregelen, die aan de verwezenlijking van bepaalde regionale taakstellingen moeten vooraf gaan. Met als gevolg bo vendien een wedren van verschillende streken om als ontwikkelingsgebied te worden erkend, of nog erger tot noodge bied te worden „gepromoveerd". Het ontbreekt aan algemeen aanvaarde criteria, aldus spreker, bovendien wordt nog steeds de „open werkloosheid" als enig criterium voor onze werkgelegen- heidspoiitiek gehanteerd, waarbij men de latente arbeidsoverschotten min of meer verwaarloost. Een oplossing van het probleem der z.g. „achtergebleven gebieden" door het zon der meer stimuleren van emigratie achtte spreker verkeerd. „Waarom emigreren uit deze gebieden zo weinig mensen? Zijn propaganda, organisatie en scholing wel voldoende krachtige hulpmiddelen voor de vorming van goede emigranten juist uit die gebieden? Moeten zij niet veeleer eerst uit hun isolement gehaald worden? Moet niet door een positieve werkgelegenheids- politiek allereerst de voor emigratie on gunstige degenererende invloe 1 van lang durige werkloosheid geneutraliseerd wor den?" Na de middagpauze besprak ir Haveman, die nog deze avond naar Canada vertrek ken zou, de aanzienlijk' verzwaarde taak, waarvoor de industrialisatie zich geplaatst zag. Het door uitbreidingsinvesteringen opvangen en herplaatsen van het bevol kingsaccres eist 4,5 millioen, maar door de ramp van 1 Februari zijn de financiële mogelijkheden veel kleiner geworden. Reed» daarom alleen was hei, aldus spreker, zo noodzakelijk, dat de deuren voor emigratie open bleven: met enkele variabelen meende hjj echter buiten onze j gre; :en jaarlijks wel plaats te kunnen vinden voor 45.090 Nederlanders, een aan- j tal dat bij gunstige conjunctuur eventueel j zelfs verhoogd kan worden met nog eens i 15 A 25.000. Eén van de problemen achtte hij het sti- muieren der verticale sociale mobiliteit in een bepaalde gemeenschap en vond j hoezeer ook overtuigd van noodzaak tot in- tereuropese migratie de tot nu toe be- J reikte resultaten met landen als Frank- I rijk („30 gezinnen per jaar, met heel veel j j inspanning misschien 60") weinig ihspire- I rend. Op het stationsemplacement te Zwolle zijn in de nacht van Donderdag op Vrij dag twee goederentreinen met elkaar in botsing gekomen. Persoonlijke ongeluk ken deden zich niet voor. De materiële schade is groot. Twee goederenwagons werden geheel vernield en twee andere ernstig beschadigd. Dc ravage na de botsing. De presidente der R. K. Vrouwenbewe ging, mevrouw Van Nispen tot Sevenaer, belichtte de specifieke problemen, welke de vrouw bij de emigratie heeft, drong aan op intensievere persoonlijkheidsvorming in ons onderwijs om de jeugd emigratie- minded te maken, waarna professor Thur- lings de landbouweconomische facetten besprak en daarbij in een zeer breed opgezet betoog ook de problemen van de wereldvoedselsituatie, de landvlucht in de ontvangende landen en de toenemende landbouwmechanisatie in die landen aan sneed. Namens de Katholieke Nederlandse Mid denstandsbond bepleitte de heer W. Per- quin een stimulering der middenstands emigratie, terwijl tenslotte de directeur der Christelijke Emigratie Centrale de heer T- Cnossen in een zeer bezield betoog de sterkste stimulans voor landverhuizing niet in Nederland zocht, maar buitenlands in de voorbeelden van de geslaagde emi granten. Hij achtte familie-emigratie ver uit het verkieslijkst, riep de regering toe toch de persoonlijkheid, de durf, de vol harding, het initiatief en de vrijheidszin van de Nederlander niet te „smoren". Repliek leverde vervolgens professor Zeegars en gaf daarna het woord aan zijn collega prof. Oldendorff, die inging op de sociaal psychologische aspecten (éen „nog vrijwel onontgonnen terrein", waarop hij overigens met vaste hand enige van grote originaliteit getuigende tracé's tekende). „Vandaag heeft de emigratiebeweging bewezen, dat ze haar vorm en plaats heeft gevonden", besloot mgr Hanssen dit eer ste congres, dat door meerdere zal worden gevolgd. Reagerend op de suggesties van burge meester Matser en de heer Perquin wijdde mgr speciaal aandacht aan de moeilijke positie van de katholieke intellectuelen in het emigratieprobleem! „Ligt er voor onz academici geen taak weggelegd iri de minder ontwikkelde ge bieden? Zouden zij in samenwerking met de ALMA als missiearts, als technicus geen prachtig werk kunnen doen?", zo vroeg hij zich af. „Emigratie is geen zuiver negatief be grip", besloot onze emigratiebisschop, „het is niet alleen een .wègtrekken", het maakt de wereld sterker door een versteviging der intersociale betrekkingen, het ver sterkt het Christendom Voorzitter Kampschöer, zichtbaar en te recht tevreden, sloot di( eerste zeer vrucht bare, voortreffe,? geleide naoorlogse emigratiecongres. De waarschuwing van de heer Cnossen, dat een soortgelijk con gres, gehouden in 1927, hoe voortreffelijk ook, nooit enig resultaat had afgeworden, „aangezien men noch van het congres, noch van conclusies later ook maar iets meer had gehoord", leek ons compleet over bodig. Een nieuw hoofdstuk was begonnen. Door het ontploffen van een kunon bij oefeningen in de omgeving van Mahon op het Spaanse eiland Menorca, zijn V rijdag vijftien Spaanse artilleristen om het leven gekomen. Vijf van hen waren op slag dood en van de 24 zwaar gewon den overleden er tien in een ziekenhuis. De Sociaal-Economische Raad heeft thans advies uitgebracht over het vraagstuk van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid, om welk advies in Maart van het vorige jaar door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid werd gevraagd. Met het oog op het feit, dat het onderhavige probleem in internationaal verband op de voorgrond is getreden, nu de Internationale Arbeidsconferentie ter zake een verdrag heeft aangenomen, kwam het dc minister „zeer gewenst voor, dat ook in Nederland nogmaals pogingen in het werk (zouden) worden gesteld om te komen tot de beantwoording van de vraag, of liet beginsel van gelijke be loning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid voor ons land aanvaardbaar en uitvoerbaar is". De Franse. Nationale Vergadering heeft gistermiddag met 398 tegen 206 stemmen bij 16 onthoudingen Joseph Laniel als kabinetsformateur aan vaard. Laniel, die 84 stemmen méér dan het vereiste minimum behaalde, zal thans dus trachten de negentiende Franse regering van na de oorlog te vormen. De kabinetscrisis, waaraan thans mogelijk een einde zal komen, heeft meer dan vijf weken geduurd. Tegen de aanvaarding van Laniel stemden de communisten en 104 van de 105 socialisten. De meeste Gaullisten stemden vóór. Vijftien van hen onthielden zich van stemming. Men verwacht, dat voor de eerste maal Gaullisten in de regering zullen komen. Laniel hoopt Zaterdagavond een lijst van ministers gereed te hebben. Verwacht wordt, dat Bidault minister van buitenlandse zaken zal blijven en dat hij Laniel zal vergezellen naar de conferentie van Bermuda. Onze Parijse correspondent telefoneert: De heer Laniel heeft een politiek ver leden achter de rug, dat hem tot iemand van betekenis heeft gemaakt. Men ziet dat de vrij kleine, zeer gedrongen ge bouwde man echter niet aan. Zijn eenvoud en rondborstigheid hebben hem overal ook in parlementaire kringen slechts vrienden bezorgd. Evenals zijn vader, de bekende senator Laniel, medestander van Poincaré en meermalen minister, is de kabinetsforma teur groot-industrieel en groot-grondbe zitter in het departement Calvados. Zijn invloed in de streek is zeer groot. Maar terwijl andere volksvertegenwoordigers geen gelegenheid laten voorbij gaan om hun kiezers toe te spreken, is de heer Laniel een zwijgzaam man, die uiterst sober is in zijn redevoeringen en tot zin spreuk heeft: de kiezers moeten me maar beoordelen naar mijn daden en niet naar mijn redevoeringen. Ook in de parlementaire commissies en in de kamer zelf is Laniel een spreker, die slechts het woord voert als hij iets zake lijks heeft te zeggen. De kabinetsformateur is een van de grote Franse werkgevers, voor wie de sociale zorg geen ijdel woord is. Hij is niet alleen de man, die voor het perso neel zijner textielindustrie allerlei soci- «anbr-1 He: Ned. motortankschip „Cornelis B groot. 366 bruto registerton en eigendom van N.V. Gebr. Broere te Dordrecht, dat Vrijdagmorgen in aanvaring is gekomen met het 10.367 brt. metende Italiaanse tankschip Acliille Lauraen na ongeveer een kwartier zonk. De „Cornelis B" was een nieuw kustvaartuig. Het werd gebouwd in 1952. De tanker was op weg van Leixoes in Portugal naar Londen met een lading terpentijn. De bemanning kon gered worden. ale instellingen in het leven riep. maar die ook de voordelen van de productie toename met hen deelt. Bij zo iemand vallen de politieke scheidsmuren in belangrijke mate weg. Zelfs bij hen, wier stemmen hij niet ver wierf de socialisten bijvoorbeeld wekt hij sympathie. Laniel vindt ontegenzeglijk een moei lijke, bijna hachelijke taak voor zich. Maar het is meer vertoond, dat Frankrijk op het ogenblik van het gevaar de juiste man vindt om het te keren. Het water zakt nu langzaam. De Stichting van de Arbeid heeft een eerste bespreking gewijd aan de maatregelen, die met ingang van 1 Januari 1954 op het gebied van de lonen zullen moeten worden geno men. Deze besprekingen zullen bin nenkort worden voortgezet. Intussen zullen enkele deskundi gen de statistische vraagstukken be zien, welke zich hij deze materie voordoen. Aan het slot der conclusies wordt gezegd, dat, onverminderd de tegen gestelde opvattingen met betrekking tot de beantwoording van de vraag, of het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijk waardige arbeid aanvaardbaar wordt geacht, de raad unaniem van oordeel is, dat, mocht in ons land tot toepas sing van dit beginsel worden overge gaan, hierbij een grote mate van ge leidelijkheid in acht zou dienen te worden genomen, op grond van de economische en sociale gevolgen, welke een onmiddellijke doorvoering van het beginsel onder de huidige omstandigheden zou veroorzaken. Deze geleidelijkheid zou hierin die nen te bestaan, dat het loonverschil tussen mannen en vrouwen bij gelijk waardige arbeid in étappes vermin derd wordt over de gehele linie van het bedrijfsleven. Bij 't tempo van een en ander ware naar 's raads oordeel rekening te hou den met de draagkracht van de ter zake meest gevoelige bedrijfstakken en met de mate van doorvoering van liet onderhavige beginsel in de lan den, waarmede ons land handelsbe trekkingen onderhoudt. Aan deze laatste conclusies gaan de vol gende vooraf: De raad heeft bij de bestudering van het vraagstuk van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid geconstateerd, dat de werkclassi- ficatie met name ten aanzien van vrou welijke functies nog onvoldoende vorde ringen heeft gemaakt. Naarmate een ver dere toepassing hiervan zal plaats vinden zal het mogelijk zijn een beter inzicht te verkrijgen in hetgeen als gelijkwaardige arbeid kan worden beschouwd. De voornaamste gezichtspunten, waar onder het vraagstuk van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaar dige arbeid kan worden bezien, blijken drieërlei te zijn: a. het verschil in opvatting omtrent de betekenis van het behoefte-element naast het prestatie-element en omtrent de reali sering van 't behoefte-element in de loon vorming; b. het al dan niet rekening houden met de hogere productiekosten, welke aan de arbeid van vrouwen verbonden kunnen zijn, (o.a. in verband met vroegere pen sionering, groter verloop en grotere ziek teverzuim). c. het in acht nemen van de economi sche en sociale gevolgen voor ons land van de eventuele doorvoering van het beginsel van gelijke beloning. De raad wijst er op, dat het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid in dit advies slechts bezien is als vraagstuk van loonvorming. Een oordeel omtrent de sociale wenselijkheid van het toenemen van het percentage gehuwde vrouwen in de beroepsbevolking als mogelijk gevolg van een gelijke beloning is hiermede niét uitgesproken. Bij het bezien van het vraagstuk van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardig arbeid is echter de ene helft van de raad van oordeel, dat het in het algemeen gewenst is, de loonvorming in overwegende mate te baseren op het prestatie-element. Sommige leden, behorende tot deze helft van de raad, zijn van mening, dat boven dien geen rekening dient te worden ge houden met de hogere productiekosten, welke aan de arbeid van vrouwen ver bonden kunnen zijn. Op grond van deze beide overwegingen achten deze leden het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid, I zoals dit in het desbetreffende verdrag is neergelegd, aanvaardbaar. Enkele leden, behorende tot deze helft van de raad, zijn van mening, dat wèl rekening dient te worden gehouden met de hogere productiekosten, welke aan de ar beid van vrouwen verhonden kunnen zijn. Uitsluitend op grond van deze overweging achten deze leden het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid, zoals dit in het desbetreffende verdrag is neergelegd, niet aanvaardbaar- De andere helft van de raad, hoewel erkennende de betekenis van het presta tie-element, is bij het bezien van het onderhavige vraagstuk van oordeel, dat daarnaast in de loonvorming in belang rijke mate rekening dient te worden ge- houden met het behoefte-element. Op grond van deze overweging acht dit deel van de raad het beginsel van gelijke be loning van mannen en vrouwen voor ge lijkwaardige arbeid niet aanvaardbaar. Daarenboven zijn sommige leden, be horende tot deze helft van de raad van mening, dat rekening dient te worden ge houden met de hogere productiekosten, welke aan de arbeid van vrouwen ver bonden kunnen zijn. Enkele leden, be horende tot deze helft van de raad, zijn daarentegen van opvatting dat met bedoel de hogere productiekosten geen rekening dient te worden gehouden. Advertentie TT E laatste weken, speciaal na hel IJ oproer in Oost-Berlijn, heeft men in de krant kunnen lezen over ver zet van de volkeren achter het IJzeren Gordijn tegen het communistische regime en de onderdrukkende „bescherming" door de Russen. Wij, Nederlanders, die zelf knarsentandend doch machteloos ge zucht hebben onder een vreemd juk, begrijpen ten volle, hoe ellendig dc toe stand voor de bevolking moet zijn, dat zij, ondanks het wanhopig vooruitzicht, met woord en daad protest hebben aan getekend tegen de terreur door haar on derdrukkers! Het is momenteel blijkbaar onmoge lijk om deze volkeren ouders te helpen dan door onze daadwerkelijke liefde en vooral ons gebed. In verschillende vrije landen is, zoals gemeld, het plan opge vat om de feestdag van St. Petrus en Paulus op 29 Juni ie wijden aan de her denking van de vervolgde Kerk achter het IJzeren Gordijn. Harry Prikker wees daar vorige week reeds op in zijn Zater dagse Mijmeringen en citeerde Kardi naal Frings, aartsbisschop van Keulen, die verklaarde, dat het er om gaat, de aandacht van alle goedwillende mensen te richten op het leed, dat zovele broe ders en zusters omwille van hun geloof moeten verduren. Thans komt ook een oproep tot gebed uit Rome. ,Jn de harde strijd van het leven en vooral in het zware lijden, dat de mensheid over de gehele wereld thans treft, is het voorbeeld van onze vervolg de broeders in het Oosten een troost voor alle Christenen"verklaarde de Vicaris-Generaal van Rome, Clemens Kardinaal Micara. in een toespraak tot de inwoners van Rome. Hij riep de Ro meinen op deel te nemen aan de plech tigheden op de feestdag van Petrus en Paulus op 29 Juni, die in het teken zul len staan van de herdenking der „Zwij gende Kerk". „De ten hemel schreiende toestand aan gene ziide van het IJzeren Gordijn moet ons allen er aan herinne ren. zo zeide kardinaal Micara. dat het lijden het gemeenschappelijk lot van de Christenen is:" Maandag dus is het de feestdag van St. Petrus en Paulus. de grote Aposte len. die zelf de vervolainq om het ge loof aan den Hive hebben gevoeld. Zij overwonnen echter! Laten wij tot Hen bidden, opdat op hun voorsmaak de triomf voor dr Kerk in de vervolgde landen spoedig zal gaan glo- ren. Het ziet er erg vreemd uit met het weer in Europa. In Scandinavië, waar een hittegolf heerst, is het méér dan hoog- zomer; in Engeland en de landen aan de kust won de zon het gisteren slechts zo nu en dan van de wolken, terwijl het in West-Duitsland, Zwitserland en Oosten rijk wel compleet herfst leek. Daar doen zich ernstige overstromingen voor ten gevolge van zware regenval. In verscheidene delen van West-Dui Is land werd door het hoge water reeds ern stige schade aangericht. Op sommige plaatsen is de Rijn in 24 uur tijds 1.20 M gestegen en op het Neckarkanaal bij Heii- bronn moest in verband met het hoge water de scheepvaart worden gestaakt Uit Essen, Keulen en uit Oostelijk Hessen en Neder-Saksen zijn overstromingen ge meld, Bij Brunswijk is vermoedelijk een arbeider bedolven door een aard verschuiving. In Oostenrijk deden zich hier en daar overstromingen voor in de provincies Salzburg, Stiermarken en Beneden-Oos tenrijk. Ook in het Noorden en Oosten van Zwitserland dreigen overstromingen door de zware regenval. In verband hiermee zijn in verscheidene plaatsen alle weerbare mannen opgeroepen. Op de lijn Zürich-Winterthur-St Gallen ontspoorde een trein door een aard verschuiving. Er vielen gelukkig geen slachtoffers te betreuren. Bij Winter- thur slaan uitgestrekte gebieden onder water. Bij Bazel, waar van Donderdag op Vrijdag het peil van de Rijn een meter steeg, is de scheepvaart gestremd. In Noorwegen, Zweden en Denemarken echter houdt de hitte aan. Lulea in Noord- Zweden beleefde Donderdag de warmste dag in zestig jaar. In Zuid- en Midden- Zweden steeg het kwik Vrijdag tot boven 32 graden Celsius; in Kopenhagen en Oslo werd een temperatuur van 28 graden gemeten. In geheel Frankrijk was het gisteren warm. In Noordwesi-Italië daarentegen viel sneeuw. Op Sicilië overleden twee personen tengevolge van een zonnesteek.... Het K. N. M. L deelt mede: Het weer van de afgelopen week werd gekenmerkt door grote onweersactiviteit. Deze hing samen met een lagedrukgebied, Öat een groot deel van Midden-Europa be sloeg en dat tot grote hoogten gevuld was met koude luchtmassa's. Tengevolge van verwarming nabij het aardoppervlak werd deze lucht onstabiel, zodat er zich zware buien in vormden. In ons land kwa men de buien vooral in het binnenland voor, terwijl regenhoeveelheden aan de kust relatief klein waren. Ook in andere delen van Europa zijn flinke neerslaghoe- veel' :den opgevangen. Vooral in Zwitser land waren de buien niet van de lucht; in Zurich viel in een week ruim 15 cm. he melwater. Hoewel de veranderingen in de alge mene drukverdeling van weinig beteke nis zijn, neemt in ons land de kans op buien af, aangezien in de hogere niveaux iets warmere lucht wordt aangevoerd, ter wijl nabij het aardoppervlak een kleine afkoeling plaats vindt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 1