Bij het vertrek voor een wereldreis per scooter
NIEUWE POSITIE VAN
HET GELOOF
ARCHITECTUUR GEZIEN
DOOR SCHILDERS
Gunstig jaar voor DEMKA
Pionierswerk vergeten, gevaarlijke
daad voor India's goede naam
I
warme overtuiging tot koel scepticisme
door Dr JOS. CREYGHTON SJ.
Met zevenmijlslaarzen door drie eeuwen
„De Witte Bergen"
militair oefenterrein?
Tentoonstelling in liet Centraal-Museum
te Utrecht
Verwachtingen voor 1953 stelt* men lager
Tass meldde
Sacramentsprocessie in
Lemberg
PAGINA
VAN EEN REISLUSTIGE
VOOR ONZE REIS-
LUSTIGEN
Op eigen ivielen
V oorbereidingen
Belanghebbenden maken zich
zorgen
Pieter Saenredam
Het beginsel van
nationaliteit
WEER SCHIPPERSPROCESSIE
OP HET JULIANAKANAAL
KLEINIGHEDEN OP EEN
GROTE REIS
'-'A:
»u, vooruit dan maar..
ters, essayisten, en anderen die onder
verdenking kunnen staan zich door be
koorlijke visies te laten medeslepen.
Sidney Smith, (protestants) president
van de universiteit van Toronto, Cana
da, heeft onlangs, eind April, in een toe
spraak te Windsor, Ont., Canada, ver
klaard: „Ik geloof dat wij te ver zijn
gegaan in het seculariseren van het ho
ger onderwijs. Er gaapt een lacune in
onze opvoeding...... verdraagzaamheid
ten aanzien van godsdienstige verschil
len is niet hetzelfde als het totaal uit
schakelen van de godsdienst.Deze
negatieve vorm van verdraagzaamheid
brengt religieuze onverschilligheid voort,
en onverschilligheid is de wortel van
religieus analphabetisme".
Een goede maand later, begin Juni,
sprak de Amerikaanse jurist Clarence
Manion, voormalig Deken van Notre Da
me's rechtshogeschool over de angst voor
het absolute „die de moderne geest
maar één overtuiging laat, dat namelijk
iedere overtuiging onderhevig is aan
verandering zonder voorafgaande waar
schuwing: change without notice
Voor politieke speculaties maakt het
weinig uit of de mens een schepsel van
God is, dan wel het eindresultaat van
een toevallige evolutie. Maar voor de
zaak van de Amerikaanse vrijheid in
haar strijd op leven en dood met het
communisme, maakt het ieder mogelijk
verschil".
De lezer zal hebben opgemerkt dat
beide uitlatingen recent zijn, en beide
afkomstig uit dat halfcontinent, waar
nog het meest, in de officiële taal van
de staat, de opvatting leeft dat de open
bare orde rust op het christendom. Zij
lijn inderdaad uit de nie.uwsstroom, die
onafgebroken over de wereld vloeit als
bij toeval opgevist. Zouden wij ons tot
taak stellen alle soortgelijke uitlatingen
regelmatig te signaleren, dan zouden
wij reeds daarvoor geheel onze Maasbo
de-ruimte, en meer dan die ruimte, no
dig hebben.
Men kan dus, menen wij, zeggen, dat
volgens een zich snel, vooral in de lei
dende kringen verbreidende opvatting
de geloofsafval van het Westen een feit
T Thebt groot gelijk: het is weer eens wat anders. Een reis om de wereld,
op een scoter nog welwel ja, waaróm niet? Ik weet het: als u dit
leest zou u zó mee willen. Ik begrijp dat. Ik zou het óók geen jaren vol
houden in die baan van u van 's morgens acht of negen tot 's avonds vijf
of zes, met een boterham-voor-tussen-de-middag, want u werkt natuurlijk
in Den Haag. Want alle Hagenaars werken in Rotterdam, waar of niet?
Tenminste dat is mijn (leken)-opmerking als ik eens met zo'n spitsuren-
tt in ga. Ik heb echter, wat „men" noemt, een „onafhankelijke positie".
Ik ben een vrij man. Ik ben niet getrouwd en heb geen vaste baan. Reuze
hè? Ja, dat zegt iedereen, zegt u dat wèl. En laten we eerlijk zijn, dan zou
u er tóch óók op uit trekken? De wereld is immers zo groot en wat heb
je er feitelijk van gezien als je aan Drees toe bent? Niets, immers".
DE opvatting die wij bij zoveel mo
derne schrijvers vinden, dat
het christendom dood is, en dat zijn
liquidatie met verloop van tijd vanzelf
zal volgen, is niet nieuw.
Wij vinden haar reeds in volle ontwik
keling in de negentiende eeuw, bijvoor
beeld bij de socialisten uit die tijd, toen
er nog geen duidelijk onderscheid tussen
socialisme en communisme bestond.
Een harer welsprekendste vertegenwoor
digers is die William Winwood Reade
van wiens boek Martyrdom of Man
(1872) wij twee recente edities (1942 en
1951) in Nederlandse vertaling bezitten.
Het christendom is dood, zegt Toynbee,
omdat „de houding van het Westen te
genover zün eigen voorvaderlijk geloof
een keer heeft genomen van warme
toewijding tot een koel scepticisme".
Het is voorbij, zegt Reade, omdat het
niet meer heldhaftig is: „In alle grote
geestelijke bewegingen kan maar één
heroïsche strijd voorkomen, en die be
hoort bij het christendom tot het ver
leden". Het oude geloof „was niet iets
tussen onderstelling en overtuiging in,
een metaphysisch debat, zoals heden,
nu Katholieken en Protestanten in alle
hoffelijkheid en gerieflijkheid, bij ha
zelnoten en portwijn" zoals met weet,
nog steeds een geliefde Engelse fireside-
delicatesse „het vagevuur bespreken".
Het oude geloof vormde de ziel van
het openbare optreden der Westerse
volken; de denkbeelden van het christen
dom worden thans „nog altijd door dui
zenden in het particuliere leven erop na
gehouden, maar zij vervlechten zich niet
meer met de politiek van staten en dic-
toren niet meer de wetten van het rijk".
Deze afval dateert volgens Laski, zoals
wij hebben gezien, van de Franse rvolu-
tie (einde achttiende eeuw). Volgens
Tcynbee van het einde der zeventien
de eeuw „toen een honderdjarige be
proeving door het voeren van wrede en
onbesliste burgeroorlogen onder de vlag
van concurrerende godsdienstige sekten,
tenslotte de Westerse volkeren afkerig
maakte niet alleen van de godsdienst
oorlogen maar ook van de godsdienst
zelf". Weer anderen zoeken zijn begin
in de Renaissance der vijftiende en zes
tiende eeuw. Maar hoe verschillend zij
over zijn oorsprong oordelen, zij zijn
het eens over zijn bestaan.
Men behoeft zich, om bevestiging van
deze opvatting te vinden, niet te bepa
len tot ongelovigen, en evenmin tot dich-
De Groningse journalist Wim
Dussel is een van die rusteloze fi
guren uft de krantenwereld, die
landen, volkeren en hun lotgeval
len bij de lezer thuis brengen. Na
een reeks opvallende reportages en
een boek over de Koreaanse oorlog
vertrekt hij per scooter voor een
wereldreis, waarvan ook in ons
dagblad de verslagen zullen ver
schijnen. De tocht gaat door Italië,
Joego-Slavië, Turkije, Perzië, Siam,
Malakka, Australië, Nieuw Zee
land, Nieuw-Guinea, Japan, Korea,
Hawaii, Amerika, Canada en En
geland. Als het knapperende ver
voermiddel dus zijn reputatie hoog
weet te houden, onder alle denk
bare omstandigheden, zal de lezer
een boeiende reis vrijwel op de
voet kunnen volgen.
En daarom zou u best meewillen. Ieder
één zou meewillen.
We zijn zo langzamerhand flauw van de
bromfiets wél en niet op het fietspad, de
huurverhoging met compensatie en al, de
Ommelanden, het nieuwe B.W., de tele
visie-visie, alle opgebroken hóofdstFaten
van alles wat zich maar stad noemt mits
gaders het half tot zwaar bewolkte zwerk
met hier en daar een verspreide bui en
geen thermiek, dit alles boven Rotterdam
pardon, Den Haag.
We zouden er, om het zo eens duidelijk
te zeggen, bést eens uit willen. Niets
meer te maken met de belasting, met huur,
gas, water en licht, boven- beneden- of ge
lijkvloerse in- of bewoners, onze familie,
al dan niet ver weg, ventvergunningen,
middenstandsdiploma's, her-examens, vak
groepen, de PBO, de weeldebelasting en de
problemen van onze moderne beeldhouw
werken.
Geen lidmaatschap al dan niet verplicht
van welke vereniging, instelling, lichaam,
organisatie of wat dan ook. Géén zorgen
over onze politieke problemen, laat stéan
over die van Frankrijk, Duitsland, Enge
land, Amerika, Korea, China en Andorra.
Geenmaar wat bazel ik? Niets zou
den we meer hebben om ons angstig, be
zorgd of druk te maken. Zó maar opstap
pen, wegrijden, de wereld in die overal
béter is dan bij ons. Wég de grens over,
de vrijheid tegemoet. Rijden en kijken en
genieten. Met andere mensen praten, an
dere streken zien, elke dag weer opnieuw
iets anders beleven. Des morgens niet we
ten waar je des avonds zult zijn, blijven als
je wilt, weggaan als je het niet zint.
Wat een verschil met die baan van nu!
Altijd maar weer die trein in naar Den
Kaag, altijd maar weer naar kantoor, naai
fabriek, naar „de baas", die je weliswaai
nooit ziet, maar die toch bestaat.
Telkens maar weer hetzelfde werk, de
zelfde brieven, dezelfde telefoontjes, „ja,
meneer, goed meneer, wordt genoteerd,
best meneer, dag meneer, stik meneer"
(sorry). Altijd weer dezelfde werkplaats,
dezelfde mensen, de boterham met wat-er-
op-en-jc-weet-soms-niet-wat. Eén koffie,
één overstap, een rittenkaart van vier of
van acht meneer? in antwoord op uw
schrijven van eergisteren delen wjj U me
debah, je zou d'r zó uitlopen de we
reld in net als die venthoe heet ie
ook weer?
Wat moet het een genot zijn onafhanke
lijk te zijn, te kunnen gaan, staan, zitten en
liggen waar je wilt en wanneer je dan
wilt. Nou ja. je moet zo nu en dan natuur
lijk wat geld hebben om verder te komen,
maar wat betekent dat bij alle voordelen
van zo iets geweldigs? En voor hoe lang
gaat die vent weg? Voor twee jaar? Moet
ie even ophouen, twéé jaar lang dat
tochtje!
Én hoe dan nog! Die kerel, die dat gaat
doen, heeft een scooter zo-maar-voor-
niks gekregen, krijgt warempel ook nog
benzine en olie voor noppes! Boft die
even? Schrijft dan nog wat verhaaltjes
voor een paar kranten, maakt wat kiekjes,
zwamt een stukje op een taperecorder en
meneer heeft ze weer verdiend
Hij heeft zijn bed, zijn tent, de hele san-
tekraam bij zich en hoeft nooit één stap
te lopen, bij wijze Van spreken.
Te mooi om waar te zijn
Ik geef toe, u, die dit allemaal over
weegt, die er' eens over nadenkt, die dit
olies ook graag zou willen „het is dat
ik getrouwd ben, meneer, maar anders
Sing ik zo met u mee" u heeft groot ge
lijk, meneer, mevrouw, jongeheer of jon
gejuffrouw. Het is dat u uw vrouw, de
kinderen, schoonmoeder, school, kantooi
of wat dan ook hebt, anders vertrokken
er elke week een slordige tien millioen
lui voor een wereldreis.
Daarom ga ik, onder ons gezegd en ge
zwegen, ook. Ik ben, net als u, flauw van
wat er hier gebeurt. Ik heb ontdekt dat ik,
na drie jaar Indië, een jaar Korea, een
vlucht in een straaljager en een maand in
het rampgebied uitgeschreven, -gefotogra
feerd en -gepraat ben. Ik heb al eens ge
doken in een echt duikerpak, heb op één
middag 35 kilometer Lek- en IJsselstreek
gewandeld en zat nu eigenlijk te broeden
over een plan om me met een schietstoel
uit een Meteor te laten slingeren, maar
dat wil generaal Aler niet hebben.
Maar zegt u nu zelf wat moet je als
free-lance (zoals ze dat noemen) journalist
nou anders doen? Ik wil u, andermaal on
der ons gezegd en gezwegen, wel beken
nen, dat IK niet snap waar die andere zo
veel duizend journalisten hier in Neder
land van leven. En dusnietwaar? U
snapt het toch meteen op reis gaan,
natuurlijk. Op wereldreis. Met een scoo
ter, en niet met een vliegtuig, een auto,
een zeilboot, een vlot of zelfs maar een
fiets. Want dat hebben anderen al gedaan.
Op
een scooter. Alleen. Van geen méns
last en nooit ruzie. Onafhankelijk. Goed
koop. Vrij. Héérlijk.
En zo rijd ik dan weg zonder u helaas,
want u kon niet mee uit uw baan-van-
alle-dag. U benijdt me dat heb ik hiervoor
oök al gezegd, geloof ik. U is een beetje
(of een heleboel) jaloers. En daarom wou
ik u nog even wat vertellen
Ik ben tien maanden geleden begonnen
aan de voorbereidingen van dat lekkere
reisje. Ik heb er dertigduizend kilometer
voor gereisd en als u wilt weten, hoe en
waarom gedeeltelijk met die scooter, ge
deeltelijk met de trein. Ik ben er drie keer
voor naar Zuid-Duitsland geweest, één
keer naar Brussel, een keer naar Parijs,
een keer naar Londen, tien keer naar Am
sterdam en (ik geloof) dertig of veertig
keer naar Den Haag.
Verder heb ik bezochtRotterdam,
Bloemendaal, Leiden, Scheveningen, Stutt
gart, Soesterberg, om er enkele te noe
men.
Ik heb voor iets meer dan vierhonderd
gulden getelefoneerd, getelegrafeerd en
postzegels geplakt, de consulten bezocht
van alle beschaafde landen der aarde, ge
praat met alle officiële en niet-officiële
regerings-, semi-regerings en helemaal
geen regeringsinstellingen, heb alle ver
gunningen, toewijzingen, ontheffingen en
machtigingen die ér in Nederland te krij
gen zijn, in één tot en met zevenvoud in
gevuld, geparafeerd, verzonden, terugont
vangen en wéér verzonden. Ik heb ten
ten bekeken, besteld, ontvangen en weer
geretourneerd; heb schrijfmachines gepro-
primus, een paar potjes en pannetjes, 'n
slaapzak en een luchtbed, een waterdicht
motorpak, een pomp, zeep en een tanden
borstel, een electrisch scheerapparaat dat
ook op de motor kan draaien, een paar
handdoeken ,een zonnebril en verder in-
alles-mijn-naam.
U, op uw kantoor, op uw fabriek, de
school, het bureau, het loket of zelfs ach
ter de fruitkar of in de loodsen aan de ha
ven, u kunt gerust zijn.
Want ik heb ook nog een tas bij me.
Een tas met daarin een paspoort, met
daarop de verschillende visa, bestaande
uit weer andere papiertjes en belangrijke
stempels. Dan zijn er nog vergunningen,
ontheffingen, toewijzingen, machtigingen,
aanbevelingen, pokkenbriefjes, cholera-
testen, typhus-injectiebriefjes, gebruiks
aanwijzingen voor schrijfmachines, carbu
rateurs, achterbanden, voorschriften voor
in- en uitvoer, deviezenvergunningen, gi
roformulieren, reischèques, eigendomsbe
wijzen, wegenbelastingkaarten, een carnet
de passage en douane, polissen, interna
tionale rij- en kentekenbewijzen, plus nog
een kleine lijst van zéér belangrijke en
geheel onbelangrijke personen, zaken, re
laties naaste, ver-affe en helemaal geen fa
miliebetrekkingen in België, Malakka,
Nieuw Groenland en op de Hebriden.
Dat zit allemaal in die éne tas. En het
nare is, dat ik zo ontzettend vergeetachtig
ben. Daarom wou ik eigenlijk wel, dat u
met me meeging. Jammer vind ik het, dat
u beslist niet kunt. Ontzettend jammer.
Nou, vooruit dan maar, dan maar alléén.
Maar ik zal u op de hoogte houden, hoor.
WIM DUSSEL.
beerd en weer teruggestuurd, ben 't hela
land afgereisd om roestvrije ditjes-en-
datjes te krijgen (zijn niet te krijgen) en
ben nu aan mijn derde Nederlandse vlag
getje toe, zonder welke ik niet op reis ga,
en dat nog steeds niet kleurecht is en
dus dóórloopt.
Ik heb iets meer dan vijftig pasfoto's no
dig gehad, heb met evenzovele verzeke
ringsmaatschappijen onderhandeld over
wat er verzekerd moest Worden, heb nu
een (blanco) bankrekening en een tele
gramadres. Ik heb acht. keer de inspec
teur der directe belastingen, bezocht, mijn
teveelbetaalde centen terug gehad, 'n voor
lopige aanslag 1953 betaald en een paar
privé-rekeningen nog niet.
Verder en dat mag u bést weten
heb ik met ettelijke redacties van ettelijke
bladen onderhandeld, waarvan er vele
waren die er „écht niets in zagen". (De re
dactie van DIT blad zag er wel iets in,
maar dat is haar niet kwalijk te nemen, ze
kennen me nog niet).
Om kort te gaan ik kan nu weggaan.
Ik héb mijn scooter. Ze is, zelfs ingereden
in de twee weken, die mij voor het ver
trek nog restten, want ik heb nog 'n paar
boodschappen moeten doen, die de kilome
terteller op drieduizend zoveel brachten.
Ik heb een tent, een schrijfmachine, een
fotokoffer, benzinetanks, blikken olie, ge
reedschap, onderdelen, twee reserve-wie
len, een paar overhemden, ondergoed, een
kamerjas en vijf wasknijpers (plastic) om
mijn films aan te drogen. Ik heb een ont-
wikkeltank, een flesje inkt dat niet leeg
loopt, reservestiftjes voor mijn potlood, 10
bougies, een „góed pak" om ook eens er
gens als héér te kunnen verschijnen, een
De volgende week hopen wij de vraag
aan te snijden of, en in welke zin deze
opvatting, die dus in ieder geval be
staat, juist is.
mina), Israëls en Jongkind. Staande voor
het Koningsplein van Jan Sluyters en het
moderne stadsbeeld van A. C. Willink met
een Zeppelin in de lucht zijn we weer m
een geheel andere periode Deland en be
seffen we pas goed, dat we met zeven
mijlslaarzen de eeuwen zijn doorgestapt.
Het recreatie-centrum en natuurmonu
ment „De Witte Bergen" schijnt bedreigd
te worden door vorderingsplannen van
het ministerie van Oorlog. De burgemees
ter van Oirschot, de heer E. A. M. A.
Steger, heeft zich althans met een schrij
den tot het ministerie gewend met het
doel de autoriteiten eventueel tot andere
gedachen te brengen. Ook de hoofdkwar
tiercommissaris van de Katholieke Ver
kenners, It—gen. H. F. M. baron van
Voorst tot Voorst b. d. zou zijn invloed
ten gunste van „De Witte Bergen" bij het
ministerie aangewend hebben.
Het onderhavige gebied is een recreatie
oord voor een belangrijk deel van Bra
bant. Er is een groot kampeerterrein en
de Don Bosco-stichting heeft er o.m. ba
rakken, een kapel en een cursushuis ge
bouwd.
Van de zijde van het ministerie van
Oorlog vernemen wij hierover, dat onder
handelingen over deze kwestie al enige
jaren gaande zijn. Daarbij is overleg ge
pleegd met alle belanghebbenden o.a. ook
met de Rijksdienst voor het Nationale
Plan. Het eventueel in gebruik nemen
van dit terrein als militair oefengebied
houdt echter, zo verzekerde men ons van
de zijde van het ministerie, geenszins in,
dat het voor het toerisme zal worden ge
sloten en voor het publiek niet meer toe
gankelijk zal zijn.
ham Bloemaert en een tekening van Her
man Saftleven.
Omstreeks het midden van de 17e eeuw
zijn met Saenredam ook andere schilders
van architectuur zich om de stofuitdruk
king gaan bekommeren en voorbeelden
daarvan zijn de kerkinterieurs van Neeffs,
de oude en Neeffs de jongere.
Jacobus Vrel schilderde 'n achterbuurtje
in een Hollandse stad, waarbij hij
vooral het accent legde op een muurtje,
waartegen twee figuurtjes in het geheel
niet nadrukkelijk staan afgebeeld.
Bij Gerrit Berckheyde en Job Berck-
heyde ontdekt men enig verschil in be
handeling, waar de eerste zich bepaalt
tot een topografische weergave, laat de
andere meer gevoel voor het picturale
spreken.
Een afzonderlijk zaaltje is gereserveerd
voor stadsbeelden, waaronder men werken
van Jacob van Ruysdael, Jan van Goyen
en Albert Cuyp aantreft, terwijl men in
deze ruimte ook een indruk krijgt van
landelijke architectuur, zoals het zeer
mooie dorpskerkje in Maarssen van Jan
van der Heyden, van wie ook enige fraaie
stadsgezichten hangen.
Pieter Jan van Lienden is alleszins
representatief voor de architectuur-schil
ders van de 18e eeuw. Voor wat de 19de
eeuw betreft daar zijn natuurlijk naast een
Springer de impressionisten Bosboom,
Breitner (o.a. een schilderij van het Dam
rak uit de collectie van prinses Wilhel-
(Van onze Utrechtse redacteur)
Als men hoort over een tentoonstelling
van Nederlandse architectuurschilders, !s
men onwillekeurig geneigd te denken aan
schilders, die zich louter voor bouwkundi
ge onderwerpen interesseerden en dus
weinig door hun verbeelding gedreven
werden. Bij het zien van de uitgebreide
collectie schilderijen van omstreeks 1600
tot 1900, die over negen bovenzalen en
bovendien in de aparte tentoonstellings
zaal op de begane grond van het Centraal
Museum te Utrecht zijn opgehangen, komt
men tot andere gedachten en ontdekt men,
dat tal van meesters bepaalde vormen van
bouwen slechts gekozen hebben als een
middel om hetgeen hun fantasie zag leven
diger en rijker voor te stellen.
In de vijftiende eeuw diende de archi
tectuur zelfs louter als decoratie, meestal
bij religieuze voorstellingen en eerst in de
loop van de volgende eeuw krijgt zij op
'n schilderij een meer zelfstandige functie.
Dan gaat men werkelijk de architectuur
schilderen terwill'e van de architectuur,
wat nog allerminst wil zeggen, dat men in
copiëren vervalt, en onder invloed vooral
van de Italiaanse renaissance geeft menig
schilder op zijn doek een gebouw weer,
zoals hij het graag zag.
Hetzelfde is het geval met interieurs,
zoals werken van Dirck van Delen en
Bartholomeus van Bassen uit de periode
van 1600 tot 1630 duidelijk aantonen.
Heel merkwaardig is wel de Utrechtse
Mariakerk door Anthonie van Beerstaten
geplaatst aan een Italiaanse zeehaven. Bij
de Utrechtse Mariakerk, die omstreeks de
helft van de vorige eeuw wegens gruwe
lijke verwaarlozing afgebroken moest
worden, komt onmiddellijk de naam van
Pieter Saenredam naar voren, die niet
alleen schilder, doch ook architect was.
Dank zij zijn schilderijen tn tekeningen,
waarvan men er vele op deze tentoonstel
ling aantreft, kan men zich een goede
voorstelling maken van de buitengewone
schoonheid van dit kerkgebouw.
Ook het interieur van de St Janskerk
en de St Pieterskerk, die nog bestaan,
heeft hij met veel gevoel van toon en
schilderachtig weergegeven, terwijl de
eigen bekoring van het architectonische
met een prachtig perspectief eveneens
goed tot haar recht komt. Het gezicht op
de St Bavokerk wijst op zijn Haarlemse
ttfd- j
Van een verfijnde pracht zijn ook de
tekeningen van Saenredam waaronder een
het interieur van de Utrechtse Dom voor
stelt, welke prent beschikbaar werd ge
steld door H. M. de Koningin, uit wier
collectie trouwens ook andere werken af
komstig zijn, o.a. een schilderij van Abra-
„Gaan de bezwaren dan soms alleen te
gen het burgerschap of de nationaliteit
van de geloofsverkondigers? Dat zou toch
zeker evenzeer onredelijk moeten worden
genoemd, want de buitenlandse missiona
rissen trachten aanhangers te winnen voor
een godsdienst, die geenszins aan hun
eigen geboortegrond is gebonden, ook niet
aan enige natie ter wereld, omdat deze
godsdienst uspranationaal is.
Tot slot verklaarde mgr Gracias, dat hij
niet alleen omwille van de rechten der
Christenen een beroep op het Indiase gou
vernement deed, maar met evenveel aan
drang om recht vroeg terwille van de
goede naam van de Republiek zowel in
het binnenland als buiten de grenzen.
De aartsbisschop haalde dan nog eens
de woorden van Nehroe aan, gesproken
bij het 19de eeuwfeest van St. Thomas,
waarin gezegd werd, dat een godsdienst
nog niet een buitenlandse is, omdat hij
uit een ander land komt. „Zij, die het wèl
met India menen en het een goed hart toe
dragen, zullen zeker niet verlangen', dat
het de toenemende goodwill, sympathie en
bewondering, die het zich verwerft, te
loor laat gaan
Op Zondag 12 Juli a.s. zal op het Julia-
nakanaal weer de traditionele sehippers-
processie gehouden worden, tijdens welke
Ons Heer voorafgegaan en gevolgd door
fraai versierde schepen o,m. door de ha
ven van Born gevaren wórdt. De H. Mis
in de openlucht, waarmee deze processie
tetkenjare wordt geopend, zal deze keer
worden opgedragen door een onlangs uit
Ffiina verdreven missionaris, pater H.
Müller, die zelf uit een schippersgezel
stamt.
De Kon. Ned. Staalfabrieken v.h. J. M. 1
de Muinck Keizer N.V. te Utrecht heeft
over 1952 een voordelig saldo exploitatie
rekening (na aftrek van gecalculeerde
belastingen) behaald van 4.844.922
(5.020.029). De totale bruto winst beloopt
5.169.925 (5.190.459). Na aftrek van in
terest ad 99.852 (103.724), dotering aan
de reserve diverse belangen van
1.000.000 (500.000), afschrijvingen voor
i 2.000.000 (2.500.000) en een dotatie aan
het vernieuwingsfonds van 880.000
(1.000.000) resteert een saldo winst van
1.190.072 (1.086.735).
Voorgesteld wordt een dividend van
12% (onv.) pet. uit te keren, waarvan
(met gebruikmaking van de faciliteiten
van de wet herkapitalisatie) 10 pet (onv.)
in aandelen gegeven zal worden.
Het boekjaar is wederom gunstig ge
weest. Er heeft in het algemeen grote
vraag naar de producten bestaan, waar
door men de productie z'o hoog mogelijk
heeft kunnen opvoeren. Voor draad en
draadproducten is echter het aanbod op
de nationale en internationale markt gro
ter geweest dan de vraag, de afzet is
daardoor teruggelopen. Ook is voor deze
producten het prijsniveaulager geweest.
Voor de fabricage van staalgietwerk
heeft men in Sept. 1952 een nieuwe elec-
tro-oven in bedrijf gesteld met een capa
citeit van 4 ton. De nieuwe investeringen
op het terrein Noord zijn reeds Zover ge
vorderd, dat de in bedrijfstelling van de
Smelterij Noord in het komende najaar
zal plaats vinden. De nieuwe haven en
opslagplaatsen aldaar zullen dan even
eens gereed zijn. Voor uitvoering van de
ze plannen moet nog voor ca. 1.250.000
aan bestelling worden geplaatst.
Voor 1953 stelt men zijn verwachtingen
lager. De verkoopprijzen van de walserij-
producten zijn belangrijk gedaald, terwijl
de prijs van de belangrijkste grondstof
staalschroot gestegen is. Dank zij
de algemene bedrijvigheid in de Ned.
scheepsbouw en machineindustrieën is
men voor verschillende afdelingen goed
van orders voorzien. De exportmarkt ver
toont thans een iets levendiger beeld dan
aan het einde van 1952. Mede omdat de
Kolen en staalgemeenschap eerst sedert
kort In werking js getreden, is het moei-
lijk te voorzien, welke de ontwikkeling
i in de naaste toekomst zal zijn.
Volgens een bericht van het Sovjet-
Russische persbureau Tass is te Lemberg
(Lwow), vroeger Pools thans Russisch
gebied, een Sacramentsprocessie gehou
den. De gelovigen, zo deelt Tass mede,
trokken rondom de oude kathedraal on
der het zingen van godsdienstige liede
ren. Het Zwitserse Katholieke Persbu
reau Kipa herinnert er in dit verband
aan, dat het Kremlin de Katholieken van
de Griekse ritus, die met geweld zijn on
dergebracht bij de Russische Orthodoxe
Kerk, niet wil tolereren. Meent het, zo
voegt Kipa er aan toe, genadiger te kun
nen zjjn met de Katholieken van de La
tijnse ritus, daar deze groep toch aanzien
lijk in getal is afgenomen door de massa
le vlucht naar West-Polen?
Het K.N.P. verneemt nader, dat in de
omgeving van Lemberg verschèidene Ka
tholieke priesters van de Latijnse ritus
worden geduld. Wil de Sovjet-Unie een
bewijs leveren van -de godsdienstvrijheid
in het land? Lemberg neemt in de ge
schiedenis der Kerk van het Zwijgen een
ereplaats in. Van hier werd de aartsbis
schop van de Latijnse ritus, mgr Baziak
door de Russen gedeporteerd. Hier had
ook de metropoliet van de Oekraïnse ri
tus, mgr Slipij zijn zetel. In 1946 werd
hij te Kiev tot zeven jaar dwangarbeid
veroordeeld. In April kwam over hem
het bericht, dat hij voor de tweede maal
was veroordeeld, thans tot 15 jaar gevan
genisstraf. Radio Kiev meldde daarente
gen, dat hij zou zijn vrijgelaten. Het radio-,
bericht is echter nog van geen enkele
zijde bevestigd, Kerkelijke autoriteiten
staan er dan ook uiterst sceptisch tegen
over.
Het is vrijwel, onmogelijk om van het
Westen uit de berichten en gegevens uit
de Sovjet-Unie op afdoende wijze te con
troleren. Nu het persbureau Tass het de
rrioeite acht een bericht te brengen over
het houden van een Sacramentsprocessie,
doet men goed met de waarschijnlijkheid
te rekenen, dat hier de propaganda een
belangrijke rol speelt.
Het moderne leven is ondenkbaar
zonder twee dingen: sleutels en
ritssluitingen. Men denkt er zo da
gelijks niet bij, maar als men zo
eens gaat tellen, dan blijkt dat deze
nuttige voorwerpen tot een respec
tabel aantal kunnen groeien....
Wim Dussel bericht ons dat hij,
naast de „normale" moeilijkheden
ook nog last zal krijgen met zijn
sleutels en zijn ritssluitingen. Van
de eerste heeft hij er naast een
stuk of zeven acht, die dienen om
zijn motor eventueel te repareren,
nog twaalf stuks, te weten: voor
zijn taperecorder (1), actetas (1),
handschoenkastje en stuurslot scoo
ter (1), contactsleutel (1), bagage
ruimte (1), koffer (3), fotokoffer
(2), kaartsysteemdoos (1), schrijfma-
cb ine tas (1).
De zorgen die hij zich maakt: hij
is vergeetachtig en laat vaak iets
liggen. Gelukkig kan hij twee sleu
tels thuis laten: die van de voor
deur, die moeder Dussel zolang op
de schoorsteenmantel zal léggen en
?le Van de garage, die nu twee
jaar lang leeg zal staan.
Heeft "U óók wel eens ,-,iets" met
een rits gehad? Troost U, onze rei
zende schrijver (of- andersom?)
heeft er 22 bij zich, die aile wel
eens zuilen weigeren. Hier volgen
ze: actetas (1), documententas (1),
toilettas (2), scheerapparaat (1), jas
(1), brqek (1), tent (4), tenthoes (1),
koffer (3), schoenen (2)-, vest (1>,
zeil.iopper (1), slaapzak (1), schrijf-
machinétas (1) en portemonnaie, (IJ.
Hoe schoon de Mariakerk in Utrecht, die op de helft van de vorige eeuiv
wegens grondige verwaarlozing afgebroken moest worden, teas, toont dit
schilderij van Pieter Saenredam, dat op de tentoonstelling „Nederlandse
architectuur-schilders" te zien is.