Bij het vertrek voor een wereldreis per scooter NIEUWE POSITIE VAN HET GELOOF ARCHITECTUUR GEZIEN DOOR SCHILDERS Gunstig jaar voor DEMKA Pionierswerk vergeten, gevaarlijke daad voor India's goede naam I warme overtuiging tot koel scepticisme door Dr JOS. CREYGHTON SJ. Met zevenmijlslaarzen door drie eeuwen „De Witte Bergen" militair oefenterrein? Tentoonstelling in liet Centraal-Museum te Utrecht Verwachtingen voor 1953 stelt* men lager Tass meldde Sacramentsprocessie in Lemberg PAGINA VAN EEN REISLUSTIGE VOOR ONZE REIS- LUSTIGEN Op eigen ivielen V oorbereidingen Belanghebbenden maken zich zorgen Pieter Saenredam Het beginsel van nationaliteit WEER SCHIPPERSPROCESSIE OP HET JULIANAKANAAL KLEINIGHEDEN OP EEN GROTE REIS '-'A: »u, vooruit dan maar.. ters, essayisten, en anderen die onder verdenking kunnen staan zich door be koorlijke visies te laten medeslepen. Sidney Smith, (protestants) president van de universiteit van Toronto, Cana da, heeft onlangs, eind April, in een toe spraak te Windsor, Ont., Canada, ver klaard: „Ik geloof dat wij te ver zijn gegaan in het seculariseren van het ho ger onderwijs. Er gaapt een lacune in onze opvoeding...... verdraagzaamheid ten aanzien van godsdienstige verschil len is niet hetzelfde als het totaal uit schakelen van de godsdienst.Deze negatieve vorm van verdraagzaamheid brengt religieuze onverschilligheid voort, en onverschilligheid is de wortel van religieus analphabetisme". Een goede maand later, begin Juni, sprak de Amerikaanse jurist Clarence Manion, voormalig Deken van Notre Da me's rechtshogeschool over de angst voor het absolute „die de moderne geest maar één overtuiging laat, dat namelijk iedere overtuiging onderhevig is aan verandering zonder voorafgaande waar schuwing: change without notice Voor politieke speculaties maakt het weinig uit of de mens een schepsel van God is, dan wel het eindresultaat van een toevallige evolutie. Maar voor de zaak van de Amerikaanse vrijheid in haar strijd op leven en dood met het communisme, maakt het ieder mogelijk verschil". De lezer zal hebben opgemerkt dat beide uitlatingen recent zijn, en beide afkomstig uit dat halfcontinent, waar nog het meest, in de officiële taal van de staat, de opvatting leeft dat de open bare orde rust op het christendom. Zij lijn inderdaad uit de nie.uwsstroom, die onafgebroken over de wereld vloeit als bij toeval opgevist. Zouden wij ons tot taak stellen alle soortgelijke uitlatingen regelmatig te signaleren, dan zouden wij reeds daarvoor geheel onze Maasbo de-ruimte, en meer dan die ruimte, no dig hebben. Men kan dus, menen wij, zeggen, dat volgens een zich snel, vooral in de lei dende kringen verbreidende opvatting de geloofsafval van het Westen een feit T Thebt groot gelijk: het is weer eens wat anders. Een reis om de wereld, op een scoter nog welwel ja, waaróm niet? Ik weet het: als u dit leest zou u zó mee willen. Ik begrijp dat. Ik zou het óók geen jaren vol houden in die baan van u van 's morgens acht of negen tot 's avonds vijf of zes, met een boterham-voor-tussen-de-middag, want u werkt natuurlijk in Den Haag. Want alle Hagenaars werken in Rotterdam, waar of niet? Tenminste dat is mijn (leken)-opmerking als ik eens met zo'n spitsuren- tt in ga. Ik heb echter, wat „men" noemt, een „onafhankelijke positie". Ik ben een vrij man. Ik ben niet getrouwd en heb geen vaste baan. Reuze hè? Ja, dat zegt iedereen, zegt u dat wèl. En laten we eerlijk zijn, dan zou u er tóch óók op uit trekken? De wereld is immers zo groot en wat heb je er feitelijk van gezien als je aan Drees toe bent? Niets, immers". DE opvatting die wij bij zoveel mo derne schrijvers vinden, dat het christendom dood is, en dat zijn liquidatie met verloop van tijd vanzelf zal volgen, is niet nieuw. Wij vinden haar reeds in volle ontwik keling in de negentiende eeuw, bijvoor beeld bij de socialisten uit die tijd, toen er nog geen duidelijk onderscheid tussen socialisme en communisme bestond. Een harer welsprekendste vertegenwoor digers is die William Winwood Reade van wiens boek Martyrdom of Man (1872) wij twee recente edities (1942 en 1951) in Nederlandse vertaling bezitten. Het christendom is dood, zegt Toynbee, omdat „de houding van het Westen te genover zün eigen voorvaderlijk geloof een keer heeft genomen van warme toewijding tot een koel scepticisme". Het is voorbij, zegt Reade, omdat het niet meer heldhaftig is: „In alle grote geestelijke bewegingen kan maar één heroïsche strijd voorkomen, en die be hoort bij het christendom tot het ver leden". Het oude geloof „was niet iets tussen onderstelling en overtuiging in, een metaphysisch debat, zoals heden, nu Katholieken en Protestanten in alle hoffelijkheid en gerieflijkheid, bij ha zelnoten en portwijn" zoals met weet, nog steeds een geliefde Engelse fireside- delicatesse „het vagevuur bespreken". Het oude geloof vormde de ziel van het openbare optreden der Westerse volken; de denkbeelden van het christen dom worden thans „nog altijd door dui zenden in het particuliere leven erop na gehouden, maar zij vervlechten zich niet meer met de politiek van staten en dic- toren niet meer de wetten van het rijk". Deze afval dateert volgens Laski, zoals wij hebben gezien, van de Franse rvolu- tie (einde achttiende eeuw). Volgens Tcynbee van het einde der zeventien de eeuw „toen een honderdjarige be proeving door het voeren van wrede en onbesliste burgeroorlogen onder de vlag van concurrerende godsdienstige sekten, tenslotte de Westerse volkeren afkerig maakte niet alleen van de godsdienst oorlogen maar ook van de godsdienst zelf". Weer anderen zoeken zijn begin in de Renaissance der vijftiende en zes tiende eeuw. Maar hoe verschillend zij over zijn oorsprong oordelen, zij zijn het eens over zijn bestaan. Men behoeft zich, om bevestiging van deze opvatting te vinden, niet te bepa len tot ongelovigen, en evenmin tot dich- De Groningse journalist Wim Dussel is een van die rusteloze fi guren uft de krantenwereld, die landen, volkeren en hun lotgeval len bij de lezer thuis brengen. Na een reeks opvallende reportages en een boek over de Koreaanse oorlog vertrekt hij per scooter voor een wereldreis, waarvan ook in ons dagblad de verslagen zullen ver schijnen. De tocht gaat door Italië, Joego-Slavië, Turkije, Perzië, Siam, Malakka, Australië, Nieuw Zee land, Nieuw-Guinea, Japan, Korea, Hawaii, Amerika, Canada en En geland. Als het knapperende ver voermiddel dus zijn reputatie hoog weet te houden, onder alle denk bare omstandigheden, zal de lezer een boeiende reis vrijwel op de voet kunnen volgen. En daarom zou u best meewillen. Ieder één zou meewillen. We zijn zo langzamerhand flauw van de bromfiets wél en niet op het fietspad, de huurverhoging met compensatie en al, de Ommelanden, het nieuwe B.W., de tele visie-visie, alle opgebroken hóofdstFaten van alles wat zich maar stad noemt mits gaders het half tot zwaar bewolkte zwerk met hier en daar een verspreide bui en geen thermiek, dit alles boven Rotterdam pardon, Den Haag. We zouden er, om het zo eens duidelijk te zeggen, bést eens uit willen. Niets meer te maken met de belasting, met huur, gas, water en licht, boven- beneden- of ge lijkvloerse in- of bewoners, onze familie, al dan niet ver weg, ventvergunningen, middenstandsdiploma's, her-examens, vak groepen, de PBO, de weeldebelasting en de problemen van onze moderne beeldhouw werken. Geen lidmaatschap al dan niet verplicht van welke vereniging, instelling, lichaam, organisatie of wat dan ook. Géén zorgen over onze politieke problemen, laat stéan over die van Frankrijk, Duitsland, Enge land, Amerika, Korea, China en Andorra. Geenmaar wat bazel ik? Niets zou den we meer hebben om ons angstig, be zorgd of druk te maken. Zó maar opstap pen, wegrijden, de wereld in die overal béter is dan bij ons. Wég de grens over, de vrijheid tegemoet. Rijden en kijken en genieten. Met andere mensen praten, an dere streken zien, elke dag weer opnieuw iets anders beleven. Des morgens niet we ten waar je des avonds zult zijn, blijven als je wilt, weggaan als je het niet zint. Wat een verschil met die baan van nu! Altijd maar weer die trein in naar Den Kaag, altijd maar weer naar kantoor, naai fabriek, naar „de baas", die je weliswaai nooit ziet, maar die toch bestaat. Telkens maar weer hetzelfde werk, de zelfde brieven, dezelfde telefoontjes, „ja, meneer, goed meneer, wordt genoteerd, best meneer, dag meneer, stik meneer" (sorry). Altijd weer dezelfde werkplaats, dezelfde mensen, de boterham met wat-er- op-en-jc-weet-soms-niet-wat. Eén koffie, één overstap, een rittenkaart van vier of van acht meneer? in antwoord op uw schrijven van eergisteren delen wjj U me debah, je zou d'r zó uitlopen de we reld in net als die venthoe heet ie ook weer? Wat moet het een genot zijn onafhanke lijk te zijn, te kunnen gaan, staan, zitten en liggen waar je wilt en wanneer je dan wilt. Nou ja. je moet zo nu en dan natuur lijk wat geld hebben om verder te komen, maar wat betekent dat bij alle voordelen van zo iets geweldigs? En voor hoe lang gaat die vent weg? Voor twee jaar? Moet ie even ophouen, twéé jaar lang dat tochtje! Én hoe dan nog! Die kerel, die dat gaat doen, heeft een scooter zo-maar-voor- niks gekregen, krijgt warempel ook nog benzine en olie voor noppes! Boft die even? Schrijft dan nog wat verhaaltjes voor een paar kranten, maakt wat kiekjes, zwamt een stukje op een taperecorder en meneer heeft ze weer verdiend Hij heeft zijn bed, zijn tent, de hele san- tekraam bij zich en hoeft nooit één stap te lopen, bij wijze Van spreken. Te mooi om waar te zijn Ik geef toe, u, die dit allemaal over weegt, die er' eens over nadenkt, die dit olies ook graag zou willen „het is dat ik getrouwd ben, meneer, maar anders Sing ik zo met u mee" u heeft groot ge lijk, meneer, mevrouw, jongeheer of jon gejuffrouw. Het is dat u uw vrouw, de kinderen, schoonmoeder, school, kantooi of wat dan ook hebt, anders vertrokken er elke week een slordige tien millioen lui voor een wereldreis. Daarom ga ik, onder ons gezegd en ge zwegen, ook. Ik ben, net als u, flauw van wat er hier gebeurt. Ik heb ontdekt dat ik, na drie jaar Indië, een jaar Korea, een vlucht in een straaljager en een maand in het rampgebied uitgeschreven, -gefotogra feerd en -gepraat ben. Ik heb al eens ge doken in een echt duikerpak, heb op één middag 35 kilometer Lek- en IJsselstreek gewandeld en zat nu eigenlijk te broeden over een plan om me met een schietstoel uit een Meteor te laten slingeren, maar dat wil generaal Aler niet hebben. Maar zegt u nu zelf wat moet je als free-lance (zoals ze dat noemen) journalist nou anders doen? Ik wil u, andermaal on der ons gezegd en gezwegen, wel beken nen, dat IK niet snap waar die andere zo veel duizend journalisten hier in Neder land van leven. En dusnietwaar? U snapt het toch meteen op reis gaan, natuurlijk. Op wereldreis. Met een scoo ter, en niet met een vliegtuig, een auto, een zeilboot, een vlot of zelfs maar een fiets. Want dat hebben anderen al gedaan. Op een scooter. Alleen. Van geen méns last en nooit ruzie. Onafhankelijk. Goed koop. Vrij. Héérlijk. En zo rijd ik dan weg zonder u helaas, want u kon niet mee uit uw baan-van- alle-dag. U benijdt me dat heb ik hiervoor oök al gezegd, geloof ik. U is een beetje (of een heleboel) jaloers. En daarom wou ik u nog even wat vertellen Ik ben tien maanden geleden begonnen aan de voorbereidingen van dat lekkere reisje. Ik heb er dertigduizend kilometer voor gereisd en als u wilt weten, hoe en waarom gedeeltelijk met die scooter, ge deeltelijk met de trein. Ik ben er drie keer voor naar Zuid-Duitsland geweest, één keer naar Brussel, een keer naar Parijs, een keer naar Londen, tien keer naar Am sterdam en (ik geloof) dertig of veertig keer naar Den Haag. Verder heb ik bezochtRotterdam, Bloemendaal, Leiden, Scheveningen, Stutt gart, Soesterberg, om er enkele te noe men. Ik heb voor iets meer dan vierhonderd gulden getelefoneerd, getelegrafeerd en postzegels geplakt, de consulten bezocht van alle beschaafde landen der aarde, ge praat met alle officiële en niet-officiële regerings-, semi-regerings en helemaal geen regeringsinstellingen, heb alle ver gunningen, toewijzingen, ontheffingen en machtigingen die ér in Nederland te krij gen zijn, in één tot en met zevenvoud in gevuld, geparafeerd, verzonden, terugont vangen en wéér verzonden. Ik heb ten ten bekeken, besteld, ontvangen en weer geretourneerd; heb schrijfmachines gepro- primus, een paar potjes en pannetjes, 'n slaapzak en een luchtbed, een waterdicht motorpak, een pomp, zeep en een tanden borstel, een electrisch scheerapparaat dat ook op de motor kan draaien, een paar handdoeken ,een zonnebril en verder in- alles-mijn-naam. U, op uw kantoor, op uw fabriek, de school, het bureau, het loket of zelfs ach ter de fruitkar of in de loodsen aan de ha ven, u kunt gerust zijn. Want ik heb ook nog een tas bij me. Een tas met daarin een paspoort, met daarop de verschillende visa, bestaande uit weer andere papiertjes en belangrijke stempels. Dan zijn er nog vergunningen, ontheffingen, toewijzingen, machtigingen, aanbevelingen, pokkenbriefjes, cholera- testen, typhus-injectiebriefjes, gebruiks aanwijzingen voor schrijfmachines, carbu rateurs, achterbanden, voorschriften voor in- en uitvoer, deviezenvergunningen, gi roformulieren, reischèques, eigendomsbe wijzen, wegenbelastingkaarten, een carnet de passage en douane, polissen, interna tionale rij- en kentekenbewijzen, plus nog een kleine lijst van zéér belangrijke en geheel onbelangrijke personen, zaken, re laties naaste, ver-affe en helemaal geen fa miliebetrekkingen in België, Malakka, Nieuw Groenland en op de Hebriden. Dat zit allemaal in die éne tas. En het nare is, dat ik zo ontzettend vergeetachtig ben. Daarom wou ik eigenlijk wel, dat u met me meeging. Jammer vind ik het, dat u beslist niet kunt. Ontzettend jammer. Nou, vooruit dan maar, dan maar alléén. Maar ik zal u op de hoogte houden, hoor. WIM DUSSEL. beerd en weer teruggestuurd, ben 't hela land afgereisd om roestvrije ditjes-en- datjes te krijgen (zijn niet te krijgen) en ben nu aan mijn derde Nederlandse vlag getje toe, zonder welke ik niet op reis ga, en dat nog steeds niet kleurecht is en dus dóórloopt. Ik heb iets meer dan vijftig pasfoto's no dig gehad, heb met evenzovele verzeke ringsmaatschappijen onderhandeld over wat er verzekerd moest Worden, heb nu een (blanco) bankrekening en een tele gramadres. Ik heb acht. keer de inspec teur der directe belastingen, bezocht, mijn teveelbetaalde centen terug gehad, 'n voor lopige aanslag 1953 betaald en een paar privé-rekeningen nog niet. Verder en dat mag u bést weten heb ik met ettelijke redacties van ettelijke bladen onderhandeld, waarvan er vele waren die er „écht niets in zagen". (De re dactie van DIT blad zag er wel iets in, maar dat is haar niet kwalijk te nemen, ze kennen me nog niet). Om kort te gaan ik kan nu weggaan. Ik héb mijn scooter. Ze is, zelfs ingereden in de twee weken, die mij voor het ver trek nog restten, want ik heb nog 'n paar boodschappen moeten doen, die de kilome terteller op drieduizend zoveel brachten. Ik heb een tent, een schrijfmachine, een fotokoffer, benzinetanks, blikken olie, ge reedschap, onderdelen, twee reserve-wie len, een paar overhemden, ondergoed, een kamerjas en vijf wasknijpers (plastic) om mijn films aan te drogen. Ik heb een ont- wikkeltank, een flesje inkt dat niet leeg loopt, reservestiftjes voor mijn potlood, 10 bougies, een „góed pak" om ook eens er gens als héér te kunnen verschijnen, een De volgende week hopen wij de vraag aan te snijden of, en in welke zin deze opvatting, die dus in ieder geval be staat, juist is. mina), Israëls en Jongkind. Staande voor het Koningsplein van Jan Sluyters en het moderne stadsbeeld van A. C. Willink met een Zeppelin in de lucht zijn we weer m een geheel andere periode Deland en be seffen we pas goed, dat we met zeven mijlslaarzen de eeuwen zijn doorgestapt. Het recreatie-centrum en natuurmonu ment „De Witte Bergen" schijnt bedreigd te worden door vorderingsplannen van het ministerie van Oorlog. De burgemees ter van Oirschot, de heer E. A. M. A. Steger, heeft zich althans met een schrij den tot het ministerie gewend met het doel de autoriteiten eventueel tot andere gedachen te brengen. Ook de hoofdkwar tiercommissaris van de Katholieke Ver kenners, It—gen. H. F. M. baron van Voorst tot Voorst b. d. zou zijn invloed ten gunste van „De Witte Bergen" bij het ministerie aangewend hebben. Het onderhavige gebied is een recreatie oord voor een belangrijk deel van Bra bant. Er is een groot kampeerterrein en de Don Bosco-stichting heeft er o.m. ba rakken, een kapel en een cursushuis ge bouwd. Van de zijde van het ministerie van Oorlog vernemen wij hierover, dat onder handelingen over deze kwestie al enige jaren gaande zijn. Daarbij is overleg ge pleegd met alle belanghebbenden o.a. ook met de Rijksdienst voor het Nationale Plan. Het eventueel in gebruik nemen van dit terrein als militair oefengebied houdt echter, zo verzekerde men ons van de zijde van het ministerie, geenszins in, dat het voor het toerisme zal worden ge sloten en voor het publiek niet meer toe gankelijk zal zijn. ham Bloemaert en een tekening van Her man Saftleven. Omstreeks het midden van de 17e eeuw zijn met Saenredam ook andere schilders van architectuur zich om de stofuitdruk king gaan bekommeren en voorbeelden daarvan zijn de kerkinterieurs van Neeffs, de oude en Neeffs de jongere. Jacobus Vrel schilderde 'n achterbuurtje in een Hollandse stad, waarbij hij vooral het accent legde op een muurtje, waartegen twee figuurtjes in het geheel niet nadrukkelijk staan afgebeeld. Bij Gerrit Berckheyde en Job Berck- heyde ontdekt men enig verschil in be handeling, waar de eerste zich bepaalt tot een topografische weergave, laat de andere meer gevoel voor het picturale spreken. Een afzonderlijk zaaltje is gereserveerd voor stadsbeelden, waaronder men werken van Jacob van Ruysdael, Jan van Goyen en Albert Cuyp aantreft, terwijl men in deze ruimte ook een indruk krijgt van landelijke architectuur, zoals het zeer mooie dorpskerkje in Maarssen van Jan van der Heyden, van wie ook enige fraaie stadsgezichten hangen. Pieter Jan van Lienden is alleszins representatief voor de architectuur-schil ders van de 18e eeuw. Voor wat de 19de eeuw betreft daar zijn natuurlijk naast een Springer de impressionisten Bosboom, Breitner (o.a. een schilderij van het Dam rak uit de collectie van prinses Wilhel- (Van onze Utrechtse redacteur) Als men hoort over een tentoonstelling van Nederlandse architectuurschilders, !s men onwillekeurig geneigd te denken aan schilders, die zich louter voor bouwkundi ge onderwerpen interesseerden en dus weinig door hun verbeelding gedreven werden. Bij het zien van de uitgebreide collectie schilderijen van omstreeks 1600 tot 1900, die over negen bovenzalen en bovendien in de aparte tentoonstellings zaal op de begane grond van het Centraal Museum te Utrecht zijn opgehangen, komt men tot andere gedachten en ontdekt men, dat tal van meesters bepaalde vormen van bouwen slechts gekozen hebben als een middel om hetgeen hun fantasie zag leven diger en rijker voor te stellen. In de vijftiende eeuw diende de archi tectuur zelfs louter als decoratie, meestal bij religieuze voorstellingen en eerst in de loop van de volgende eeuw krijgt zij op 'n schilderij een meer zelfstandige functie. Dan gaat men werkelijk de architectuur schilderen terwill'e van de architectuur, wat nog allerminst wil zeggen, dat men in copiëren vervalt, en onder invloed vooral van de Italiaanse renaissance geeft menig schilder op zijn doek een gebouw weer, zoals hij het graag zag. Hetzelfde is het geval met interieurs, zoals werken van Dirck van Delen en Bartholomeus van Bassen uit de periode van 1600 tot 1630 duidelijk aantonen. Heel merkwaardig is wel de Utrechtse Mariakerk door Anthonie van Beerstaten geplaatst aan een Italiaanse zeehaven. Bij de Utrechtse Mariakerk, die omstreeks de helft van de vorige eeuw wegens gruwe lijke verwaarlozing afgebroken moest worden, komt onmiddellijk de naam van Pieter Saenredam naar voren, die niet alleen schilder, doch ook architect was. Dank zij zijn schilderijen tn tekeningen, waarvan men er vele op deze tentoonstel ling aantreft, kan men zich een goede voorstelling maken van de buitengewone schoonheid van dit kerkgebouw. Ook het interieur van de St Janskerk en de St Pieterskerk, die nog bestaan, heeft hij met veel gevoel van toon en schilderachtig weergegeven, terwijl de eigen bekoring van het architectonische met een prachtig perspectief eveneens goed tot haar recht komt. Het gezicht op de St Bavokerk wijst op zijn Haarlemse ttfd- j Van een verfijnde pracht zijn ook de tekeningen van Saenredam waaronder een het interieur van de Utrechtse Dom voor stelt, welke prent beschikbaar werd ge steld door H. M. de Koningin, uit wier collectie trouwens ook andere werken af komstig zijn, o.a. een schilderij van Abra- „Gaan de bezwaren dan soms alleen te gen het burgerschap of de nationaliteit van de geloofsverkondigers? Dat zou toch zeker evenzeer onredelijk moeten worden genoemd, want de buitenlandse missiona rissen trachten aanhangers te winnen voor een godsdienst, die geenszins aan hun eigen geboortegrond is gebonden, ook niet aan enige natie ter wereld, omdat deze godsdienst uspranationaal is. Tot slot verklaarde mgr Gracias, dat hij niet alleen omwille van de rechten der Christenen een beroep op het Indiase gou vernement deed, maar met evenveel aan drang om recht vroeg terwille van de goede naam van de Republiek zowel in het binnenland als buiten de grenzen. De aartsbisschop haalde dan nog eens de woorden van Nehroe aan, gesproken bij het 19de eeuwfeest van St. Thomas, waarin gezegd werd, dat een godsdienst nog niet een buitenlandse is, omdat hij uit een ander land komt. „Zij, die het wèl met India menen en het een goed hart toe dragen, zullen zeker niet verlangen', dat het de toenemende goodwill, sympathie en bewondering, die het zich verwerft, te loor laat gaan Op Zondag 12 Juli a.s. zal op het Julia- nakanaal weer de traditionele sehippers- processie gehouden worden, tijdens welke Ons Heer voorafgegaan en gevolgd door fraai versierde schepen o,m. door de ha ven van Born gevaren wórdt. De H. Mis in de openlucht, waarmee deze processie tetkenjare wordt geopend, zal deze keer worden opgedragen door een onlangs uit Ffiina verdreven missionaris, pater H. Müller, die zelf uit een schippersgezel stamt. De Kon. Ned. Staalfabrieken v.h. J. M. 1 de Muinck Keizer N.V. te Utrecht heeft over 1952 een voordelig saldo exploitatie rekening (na aftrek van gecalculeerde belastingen) behaald van 4.844.922 (5.020.029). De totale bruto winst beloopt 5.169.925 (5.190.459). Na aftrek van in terest ad 99.852 (103.724), dotering aan de reserve diverse belangen van 1.000.000 (500.000), afschrijvingen voor i 2.000.000 (2.500.000) en een dotatie aan het vernieuwingsfonds van 880.000 (1.000.000) resteert een saldo winst van 1.190.072 (1.086.735). Voorgesteld wordt een dividend van 12% (onv.) pet. uit te keren, waarvan (met gebruikmaking van de faciliteiten van de wet herkapitalisatie) 10 pet (onv.) in aandelen gegeven zal worden. Het boekjaar is wederom gunstig ge weest. Er heeft in het algemeen grote vraag naar de producten bestaan, waar door men de productie z'o hoog mogelijk heeft kunnen opvoeren. Voor draad en draadproducten is echter het aanbod op de nationale en internationale markt gro ter geweest dan de vraag, de afzet is daardoor teruggelopen. Ook is voor deze producten het prijsniveaulager geweest. Voor de fabricage van staalgietwerk heeft men in Sept. 1952 een nieuwe elec- tro-oven in bedrijf gesteld met een capa citeit van 4 ton. De nieuwe investeringen op het terrein Noord zijn reeds Zover ge vorderd, dat de in bedrijfstelling van de Smelterij Noord in het komende najaar zal plaats vinden. De nieuwe haven en opslagplaatsen aldaar zullen dan even eens gereed zijn. Voor uitvoering van de ze plannen moet nog voor ca. 1.250.000 aan bestelling worden geplaatst. Voor 1953 stelt men zijn verwachtingen lager. De verkoopprijzen van de walserij- producten zijn belangrijk gedaald, terwijl de prijs van de belangrijkste grondstof staalschroot gestegen is. Dank zij de algemene bedrijvigheid in de Ned. scheepsbouw en machineindustrieën is men voor verschillende afdelingen goed van orders voorzien. De exportmarkt ver toont thans een iets levendiger beeld dan aan het einde van 1952. Mede omdat de Kolen en staalgemeenschap eerst sedert kort In werking js getreden, is het moei- lijk te voorzien, welke de ontwikkeling i in de naaste toekomst zal zijn. Volgens een bericht van het Sovjet- Russische persbureau Tass is te Lemberg (Lwow), vroeger Pools thans Russisch gebied, een Sacramentsprocessie gehou den. De gelovigen, zo deelt Tass mede, trokken rondom de oude kathedraal on der het zingen van godsdienstige liede ren. Het Zwitserse Katholieke Persbu reau Kipa herinnert er in dit verband aan, dat het Kremlin de Katholieken van de Griekse ritus, die met geweld zijn on dergebracht bij de Russische Orthodoxe Kerk, niet wil tolereren. Meent het, zo voegt Kipa er aan toe, genadiger te kun nen zjjn met de Katholieken van de La tijnse ritus, daar deze groep toch aanzien lijk in getal is afgenomen door de massa le vlucht naar West-Polen? Het K.N.P. verneemt nader, dat in de omgeving van Lemberg verschèidene Ka tholieke priesters van de Latijnse ritus worden geduld. Wil de Sovjet-Unie een bewijs leveren van -de godsdienstvrijheid in het land? Lemberg neemt in de ge schiedenis der Kerk van het Zwijgen een ereplaats in. Van hier werd de aartsbis schop van de Latijnse ritus, mgr Baziak door de Russen gedeporteerd. Hier had ook de metropoliet van de Oekraïnse ri tus, mgr Slipij zijn zetel. In 1946 werd hij te Kiev tot zeven jaar dwangarbeid veroordeeld. In April kwam over hem het bericht, dat hij voor de tweede maal was veroordeeld, thans tot 15 jaar gevan genisstraf. Radio Kiev meldde daarente gen, dat hij zou zijn vrijgelaten. Het radio-, bericht is echter nog van geen enkele zijde bevestigd, Kerkelijke autoriteiten staan er dan ook uiterst sceptisch tegen over. Het is vrijwel, onmogelijk om van het Westen uit de berichten en gegevens uit de Sovjet-Unie op afdoende wijze te con troleren. Nu het persbureau Tass het de rrioeite acht een bericht te brengen over het houden van een Sacramentsprocessie, doet men goed met de waarschijnlijkheid te rekenen, dat hier de propaganda een belangrijke rol speelt. Het moderne leven is ondenkbaar zonder twee dingen: sleutels en ritssluitingen. Men denkt er zo da gelijks niet bij, maar als men zo eens gaat tellen, dan blijkt dat deze nuttige voorwerpen tot een respec tabel aantal kunnen groeien.... Wim Dussel bericht ons dat hij, naast de „normale" moeilijkheden ook nog last zal krijgen met zijn sleutels en zijn ritssluitingen. Van de eerste heeft hij er naast een stuk of zeven acht, die dienen om zijn motor eventueel te repareren, nog twaalf stuks, te weten: voor zijn taperecorder (1), actetas (1), handschoenkastje en stuurslot scoo ter (1), contactsleutel (1), bagage ruimte (1), koffer (3), fotokoffer (2), kaartsysteemdoos (1), schrijfma- cb ine tas (1). De zorgen die hij zich maakt: hij is vergeetachtig en laat vaak iets liggen. Gelukkig kan hij twee sleu tels thuis laten: die van de voor deur, die moeder Dussel zolang op de schoorsteenmantel zal léggen en ?le Van de garage, die nu twee jaar lang leeg zal staan. Heeft "U óók wel eens ,-,iets" met een rits gehad? Troost U, onze rei zende schrijver (of- andersom?) heeft er 22 bij zich, die aile wel eens zuilen weigeren. Hier volgen ze: actetas (1), documententas (1), toilettas (2), scheerapparaat (1), jas (1), brqek (1), tent (4), tenthoes (1), koffer (3), schoenen (2)-, vest (1>, zeil.iopper (1), slaapzak (1), schrijf- machinétas (1) en portemonnaie, (IJ. Hoe schoon de Mariakerk in Utrecht, die op de helft van de vorige eeuiv wegens grondige verwaarlozing afgebroken moest worden, teas, toont dit schilderij van Pieter Saenredam, dat op de tentoonstelling „Nederlandse architectuur-schilders" te zien is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 7