GENIETEN!
OP VACANTIE met zon, water,
wind, en nog wat
Holland vanaf 't water
ZO MAAR....
Vandaag
Het onzichtbare leven met God
to
i
Geef mij maar een eilandje!
MA D6 HOOG'Xisjf
ip
!M
Kamfer in plaats van uniformen
EINDELIJK VACANTIE
lS\ï£\S
„De volgende week ga ik eens heerlijk niks doen!...''
ZATERDAG 4 JULI 1953
PAGINA
Zeilen: Een spel niet wind
en weter
Ziele-natie
Het slaaplied van de stad
KARAKTEROLOOG.
T.T.
Sportiviteit
A V V
Z Plannen worden gemaakt om deze
zo goed en vruchtbaar mogelijk
door te brengen. Toch lijkt het me soms
toe, dat vele mensen hebben verleerd
vacantie te houden, verleerd, om echt
te genieten van een paar vrije dagen.
Er zijn er, die in hetzelfde tempo,
waarmee zij door het jaar bezig zijn
met hun werk, ook vacantie gaan door
brengen. Ze laten ook hier geen tijd
verloren gaan. Alles is berekend en ge
pland.
Voor anderen is de vacantie een
soort vlucht, vlucht uit het werk. Ze
willen vergeten. Heel het jaar hebben
ze gewerkt, gespaard. Nu zullen ze het
er echt eens van nemen. Zij duiken als
het ware in het plezier en proberen er
uit te halen, wat er inzit, om op het
•inde in een geweldige kater te ontwa
ken en met een zuur gezicht weer aan
het werk te gaan. Dan gaan ze weer
plannen maken voor het volgend jaar.
Hun werk is een middel, om een veer
tien dagen lang plezier te maken.
De meesten kunnen niet echt genie
ten van die paar dagen, kunnen dan
niet echt rustig zijn, verwijlen bij de
dingen, plezier hebben in een wande
ling, of in een lange dag-niets-doen. Ze
moeten bedrijvig in de weer zijn, rei
zen en trekken, als uiting van hun in
nerlijke onrust.
De christen en dat wordt zo vaak
vergeten moet ook echt kunnen ge
nieten van het leven en van de wereld.
Hij is mens en daardoor in de wereld;
hij is christen en staat daardoor boven
de wereld. Dat wil zeggen: hij neemt de
wereld niet zo heel ernstig. Hij staat er
enigszins boven; hij kan ar afstand van
nemen. Vandaar een zekere luchtige
blijdschap, die hem eigen moet zijn. Dit
kenmerkt zijn vacanties ook. Hij geeft
zich niet over aan die dagen met de
bittere ernst, waarmee zovelen het
doen. Want dan is alle aardigheid er al
af. Hij gaat ook hier geen afgoderij
plegen. Hij vlucht niet uit zijn werk.
Hij heeft zeker zijn werk goed gedaan
in dienst van de gemeenschap, als uit
drukking van de wil van God. Hij hoeft
daar niet uit te vluchten. Hij doet zijn
werk niet om wille van de vacantie.
Maar hij heeft als ieder mens van
tijd tot tijd ontspanning nodig. Die
neemt hij dan ook. Hij houdt van de
vreugde, want hij is een paaskind en
wil zijn vreugde als verloste ook tonen.
Voor hem het bos en het strand, het
open veld en de bloemen. Hij kan daar
echt van genieten.
We denken aan Christus, die hele
maal geen puritein was, maar van de
andere kant ook geen epicurist. De
Heer hield van de bloemen en van de
vogels. Hij had er zijn plezier aan.
Het is niet nodig geweldige dingen
te doen in de vacantie, grote buiten
landse reizen te maken, even een land
aan te doen en ettelijke musea te be
zoeken, om blasé en verveeld terug te
keren.
Neen, onze vacantie zal zijn: genie
ten van het ogenblik en van de dagen,
zonder er ons laatste doel in te vinden.
We willen deze dagen ook niet louter
zien in dienst van ons werk, om des te
frisser te kunnen zijn. We genieten
omdat het ogenblik zelf zo mooi is, om
dat wij er bij verwijlen willen.
H. B.
of een paar weken, waarvan vooral
veel Groningers en Friezen gebruik
maken.
„Wij gaan dit jaar met ons vijven,
allemaal meisjes, naar Ameland. Je
hebt daar 'n mooi ruim strand en bos
om te wandelen. Overweldigend druk
is 't niet op dat eiland. We maken er
'n rustige wandelvacantie van, 't hele
seld met zwemmen en uitrusten op
het strand
Jonge mensen, die er op tijd bij zijn,
kunnen gemakkelijk en betrekkelijk
goedkoop op Ameland (of Schiermon
nikoog) pension krijgen. Er zijn ook
v La
'"ItfjilUI
En nou zeggen ze
dat die mensen
van Kreet de hele
week noodweer
hebben gehad;
maar natuurlijk
toch thuiskomen
met hele verha
len over geen
druppeltje regen;
ik zeg tegen haar
van Leverbeet.ik
zeg: natuurlijk,
géén druppeltje, maar strómen, stromen,
en nog eens strómen; maar goed, ik zeg
regen is pech, maar kom d'r dan ook
eerlijk voor uit en klets dan niet van
de hele week heerlijk genoten, vooral
niet met drie van die lummels als die
tweeling van hun en die zogenaamde
pleegzoon; reken maar dat die drie
schutjes, mijn schutjes zegt zij altijd,
reken maar dat die schutjes d'r 'n
dreunende vacantie van gemaakt heb
ben, echt rustig en zo; en nou moet hij
van Kummel gister nog met haar van
Kreel gesproken hebben, Kummel gaat
de vólgende week trekken met z'n
vrouw, tenminste wat je dan trekken
nóemt met meer als 60 kilo bagage ach
ter op je tandem, maar ja, eik jaar
krijgen de Kummels weer effectief de
treickoorts; goed, hij van Kummel komt
dus indirect haar van Kreel tegen en
zegt zo langs z'n neus weg wat over 't
weer en daar begint zij van Kreel 'n
hele tirade weg ie geven over De Bilt
en over broodprofeten en dat vacantie-
spreiding ook niet alles is en dat de
ministers 't allemaal mooi kennen zeg
gen, die gaan op vacantie als ze zin
hebben of als ze geen zin meer hebben,
hoe je 't maar noemen wil; nou weet je
nooit goed of hij van Kummel overdrijft
of niet da's waar, maar je ken d'r van
op an dat de Kreeltjes de vorige week
'n zenuwe-vacantie hebben gehad in dat
dure pensionnetje van hun met 'n kaal
strand d'r vóór en twee of drie natte
duintjes d'r achter, en dan maar patien
ce en voor 't raam zitten en tellen hoe
veel dagen 't nog is en naar de lucht
kijken en de kleren van de kinderen elke
dag te dronen hangen en zo blijf je na
tuurlijk lekker 'n hele week aan de gang.
Er valt een heerlijke vacantie te ver
sieren op zo'n klein eiland. Een be
perkt gebied, duinen, zee, strand en
bossen. Enkele eigen-aardige dorpen,
een rustige sfeer, ver verwijderd van
mange tvouuciiaMuiui vmi, i i.i.v -,in- jelk overdruk tourisme met elkaar ver-
eiland zo'n beetje exploreren, afgewis-kleine huisjes te huur voor een maand dringende en vermoeiende mensen.
Inderdaad, een ideaal oord voor lui,
die van wandelen houden en die graag
en met nieuwsgierige zintuigen er op
uittrekken om eens te kijken „hoe 't er
hier uitziet".
Mensen met een passie voor fietsen,
nemen hun trapper of brommer mee.
Je reist met een trein b.v. tot Gronin
gen of Leeuwarden. Vandaar per bus
of fiets naar Hollum (Fr.), waar een
regelmatige bootdienst voor het ver
voer naar Ameland zorgt. Daarna is
er niets meer dan het water, de hemel
en een klein, mooi eilandje. Met zo'n
eilandje kun je in veertien dagen va
cantie „klaar komen". Je kunt het
„ontdekken" met al z'n eigenheden en
aparte schoonheden. Je kunt er spelen
met de eeuwige zee, en het spel varu
de zon met de golven heeft er een heel
aparte bekoring. Niemand loopt je in
de weg en je deelt je dag in naar eigen
genoegen.
Gisteren zag ik die meisjes terug,
bruin en uitgewaaid, met nog iets van
de zon en de zee in haar ogen. „Weet^
je wat óók 'n goed ding is daar op
Ameland?" zegt El, die een deskundi
ge is op gebied van slapen; „je moet
er haast wel vroeg naar bed, want echt
's avonds uitgaan kun je er niet; en
trouwens, we waren elke avond weer
moe van 't wandelen, echt zo lekker
gezellig moe, met een zalige aanvech
ting om zonder al te lang dralen in bed
te vallen. Dat is je ware!"
.„Mijn eilandje is m'n zeilboot....
Witte vleugels, strak en blinkend over
het water, blauwe diepten en blauwe
hoogten met niets daartussen dan een
wisselende bries en zuiver zonlicht.
Elke tocht is een avontuur, een stoeien
en spelen met Gods elementen, gewa-
pend met alleen maar een paar stuk
ken doek en wat hout. En dan toch de
baas blijven en elke richting kiezen,
die je wilt; mens zijn over wind en
water, overwinnaar, de bries telkens
meer vangend in je nietige zeilen, met
enkele handbewegingen het sterke
water klievend
Wat een besef van vrijheid. Geen
Onnozel speelgoed. Speelgoed uit Gods
eigen paradijs. Soms laat je de wind
DOORSCHIJNEND STIL trilt de laatste mistvlaag weg. Een lood
kleurige wolkenmassa drukt Holland de nacht in. Ineengesmolten
zijn water en lucht, hier en daar geaccentueerd door een platte streep van
het zuiverste groen. Holland gaat slapen, zoals het een honderd, een dui
zend, een twee- of vijfduizend jaar geleden is gaan slapen, zoals het be
doeld was voor Holland.
Er is niet veel veranderd sinds die eerste dag waarop het werd geschapen.
De mensen kwamen. Zij vonden het land goed om te bebouwen.
Er is niet veel gebeurd in die luttele eeuwen, er zijn mensen gekomen
en gegaan, mensen met zorgen en vreugden, levend met hoop in het hart,
met een drang om het „eeuwige heimwee" waar te kunnen maken en als
ideaal verwezenlijkt te zien.
Zij hebben het zichzelf lastig gemaakt, zij zijn hij elkaar gaan wonen
in steden, in deze „monstres de pierres". Zij probeerden hun aardse pro
bleempjes daardoor te vergemakkelijken en vergaten dat er ook eeuwige
problemen zijn die het scheppen van ziele-steden, van ziele-naties behoef
den om tot harmonische oplossing te geraken.
Maar vanaf het water, vanuit een een
zaam nietig schuitje, drijvend op de wijde
azuren vlakten, als de nacht nader
komt overvalt de stedeling, de wereld-
ling ineens helder, het inzicht in de mate
loze accentverschuiving welke heeft
plaats gehad.
Hier ziet hij de eenheid van het schone,
het ware en het goede in ongetroubleerde
objectiviteit. Hier ziet hij de macht van
dé Schepper in 't eeuwig beweeg van de
sterren en heft verdwaasd het hoofd op
bij het afslaan van een scheepsmotor
daarginds op de ringvaart. Hier ziet hij
een glimp van het oneindig verstand dat
een rietstengel kan maken en herinnert
zich met een grijns de verhoudingen van
basis en hoogte in een wolkenkrabber,
deze graftombe der natuur. Hij ziet de
goudbrocaten voorhangsels, overgaande
in strepen van zuiver purper en
violet, opgehangen in harmonie, ten
afscheid van het licht, en krimpt in
een bij het terugdenken aan musea en
tentoonstellingen waar zijn ziel zich
heeft moeten persen in vormen welke
niet bestaan, en zijn oog is verblind door
kleuren, even negatief als de zonde.
Hij hoort het verstillen der toch im
mer-wakende natuur, een verstilling
welke tot inkeer brengt en de mens
dwingt tot het scheiden van het goede
en het slechte. Hij schatert van de lach
als hij denkt aan het enige oprechte
slaaplied waartoe de stad in staat is ge
weest: „The Lullaby of Broadway", de
benevelende zang der benzinemotoren,
gepuncteerd door het zware dreunen
der „elevated"* die zo melancholieke ge
luiden, welke somber maken en slechts
voor vergroeide gehoor-organen schone
klanken vormen.
Die muziekinstrumenten zijn niet zui
ver, die snaren zijn niet van God.
Hij denkt aan de steden waar des
nachts het „nieuws" wordt gemaakt,
waar men zin heeft voor „stunts", en
sensatie hoger schat dan groei. Hij blikt
rond in de aankomende nacht, waarin
door heel de natuur gerust wordt, omdat
onder Gods stralende zon des daags
nieuw leven werd geschapen.
Hij denkt aan de steden waar lichamen
naast elkander wonen en zielen geschei
den zijn, waar door de verleiding der
mismaakte besognes men het streven en
het doel uit het oog verloren heeft en
soms al schokkend kan opschrikken als
men even door het raam, een begrafenis
langs ziet gaan. Ook die daar weggedra
gen worden doen mee, juist zij, van wie
nog even het lichaam bestaat, ook zij zijn
één met ons, wellicht meer en beter ver
eend dan de man °P de kantoorstoel
naast u, meer en beter misschien dan dat
meisje, die boven- of benedenbuur.
De gefantaseerde eenheid heeft de ziel
eenheid verdrongen. Maar hier, vanaf het
water, als de stilte de ziel doet opengaan
voor het schone, het goede en het ware.
weet men zich één met allen, wie het
eeuwig schouwen gegund is, weet men
zich één met hem of haar, die een mo
mentje in tram of trein, op kantoor of
in de fabriek, zijn blikken naar boven
kan richten en mede kan bouwen aan de
ziele-natie welke geen aardse wet ver
mag te slechten of in te perken. Deze
ziele-natie kent geen transigeren en geen
politiek, zü ligt dwars over de door men
sen mismaakte aarde heen en is uitein
delijk de enige, welke geldige paspoor
ten verstrekt voor het hiernamaals.
Holland is mooi vanaf het water, om
dat men er midden in de ziclenstad kan
leven en gans de dag met allen spreken
kan.
PIERRE
Temidden van adembenemend nieuws over T.T.-races en de Tour de France
die op komst was, stond de eerste dagen van deze week in de krant een
klein bericht (later in De Tijd en De Maasbode nog vervolgd door een
waardig „In memoriam") over een Nederlander, die een week geleden in
Innsbruck is gestorven. Aan de lezers van deze pagina was hij groten
deels onbekend, Zoals werkelijk grote mensen, die het niet aanleggen op
sensatie omdat ze méér te bieden hebben, doorgaans onbekend blijven.
Pater dr L. Buys C.ss.R. was de eerste Nederlandse generaal van de
Redemptoristen. Alles wat hij deed droeg het stempel van zijn grote per
soonlijkheid, In 19Jf7 werd hij door het Generaal Kapittel gekozen tot
generaal. Het was een verlies voor ons land maar een verlies, dat makke
lijk te dragen was in de wetenschap, dat de Congregatie onder zijn leiding
veilig was. Hij ondernam grote reizen ondanks zijn altijd wankele ge
zondheid, want hij wilde zich persoonlijk op de hoogte stellen van de
situatie. Nog stond hij aan het begin van zijn bestuur. Maar al velen
waren ingewijd in zijn plannen en zijn grootse initiatieven. Hij kende de
verschrikkelijke geestelijke nood, misschien mogen we zeggen: vooral van
de jeugd. Maar gedreven door een stuk idealisme vond hij dat juist nü
de Kerk haar grote kansen had. Het specifieke doel van de Redemptoristen
is de zorg voor de meest veriatenen. „Wel", zo zei hij een keer, wanneer
de congregatie van de Redemporisten nog niet bestond, dan moest zij nu
opgericht worden".
Toen vanuit Innsbruck het doodsbericht telefonisch overgeseind werd
heerste er in elk klooster en retraitehuis of waar ook paters op dat
moment zich bevonden een diepe verslagenheid.
Als nu jonge mensen deze paar regels gelezen hebben over hem die
zij niet kennen maar die óns zo dierbaar was, laten ze dan pater Buys
vragen om iets van zijn Geloof, van zijn edelmoedigheid en van zijn
optimisme. Hebben we juist deze drie dingen niet erg hard nodigT Hij
stond dichter bij hen en hij heeft meer voor hen gedaan dan zij ooit
zullen vermoeden.
Verder is vandaag de vacantie aan de orde. Behalve de bijdragen van
een aantal vaste medeiuerkers dient zich vandaag ook iemand aan onder
de naam „Pierre", met enkele vacantie-miniaturenWie die „Pierre" is
weten we niet misschien een student of een „afgestudeerde" maar
in ieder geval hopen we hem Zaterdags nog eens ie ontmoeten.
P. WESSELING C.ssR.
even z'n kracht uitvieren. Dan speelt
de wind met jou, schijnbaar zegevie
rend. Hij jaagt je over gouden water
banen. Hij blaast bijna zonder gerucht,
sterk en stuwend in de bolle zeilen
Alleen het snijdende geluid van de
boot door de stroom. Geen motoren,
geen schroeven, geen ijzeren construc
ties en geen stinkende benzine. Slechts
de natuur is de grote, bewegende
kracht, de natuur, die meent je de baas
te zijn er met je te kunnen doen wat
zij wil.
Maar je hebt de touwen stevig in de
hand en je arm steunt op de hang. Je
ogen gaan naar het fokzeil en je ge
dachten houden alle elementen voor de
gek. Met enkele rukken ben je weer
koning. Zelf bepaal je je koers, bere
kenend en het geweld der winden uit
buitend, zonder je er door te laten
overweldigen.
Aan bruin worden hoef je niet te
denken. Zonnebaden doe je automa
tisch. Terwijl de zeilen klepperen en
de waterspiegel in gloeiende scherven
stuk slaat, doet de zon haar werk-
Je boot wordt inderdaad je drijven
de en gehoorzame eilandje, goed on
derhouden. Of, als dat beeld je beter
bevalt: je eigen grote, ranke vogel,
wild en tam naargelang je wenst, met
spitse, stralende vleugels. Zo'n vogel,
water, wind en zon; waar kun je beter
van genieten?
DE METHODE, WELKE WE VOLGEN.
Vr. U heeft tot nu toe uiteengezet,
waarom een mens geloven moet. En het
kwam erop neer; ik geloof in God en om
God. Dit is de kern van de zaak, alhoewel
we ook menselijk-begrijpbare redenen
kunnen aangeven waarom het verstandig
is te geloven. Hoe zou u nu verder wil
len gaan? Wat we immers tot nu toe gezien
hebben, is slechts het geloof van de bui
tenkant. Gaat u ons nu inwijden in de
heerlijkheid van het geloof, van de chris
telijke wereldbeschouwing en welke me
thode gaat u nu gebruiken?
Antw. Inderdaad: nu begint het pas.
Laat ik alvast dit voorop steken: het is
niet helemaal juist te spreken van een
christelijke wereldbeschouwing, alhoewel
deze wel uit de geloofsWerkelijkheid zal
volgen. Maar de inhoud van het geloof is
op de eerste plaats een historisch gegeven.
Het gaat altijd over Gods daden, Gods
zorg voor de mens: dus historische ge
beurtenissen in de tijd, welke gericht zijn
op het geluk, op het heil van de mens. We
willen daarom niet op de eerste plaats een
gedachtenconstructie geven, maar zien,
wat God in feite gedaan heeft voor ons.
Deze feiten vinden hun hoogtepunten in
het komen Gods tot ons in Christus. We
willen daarom beginnen bij het begin: bij
de schepping van de wereld en van de
mens, de val van de mens en de gevolgen
daarvan in het menselijk leven; Gods be
loften en vervulling in Christus. H. B.
Het Lam is geschilderd op de tabernakelkast, lig- r7n tv i n /T TTTr
gend op het Boek, het Boeknet zevenzegeis^Jn fel Qrp I j (J JJ m j J± j\ (J G Jtl 112/
rood op blauwe vahn vertellen twee letters dat het
Lam, het begin en het einde is van alle dingen. Zij
vertellen dat aan de boerkes en boerinnekes, die het
geluk hebben tot de St. Jacobus-parochie te behoren.
Het boerenerf is kris-kras aangeharkt op de Zaterdagmiddag. Morgen zal het
Zondag zijn en zullen geen zware paardenhoeven en logge karrewielen de rust
van het erf komen verstoren. Toch heerst ook op Zondag al vroeg bedrijvigheid,
want het vee dient verzorgd. En ook op Zondag schuifelt het boerenvolk al heel
vroeg langs de „baantjes" en „dreven", gaat voorzichtig over t een-planks vlon
dertje en vindt het weggetje dat naar hun kerkje leidt. Voor velen is het ver,
heel ver, maar voor allen is het een feest als uit de vroege morgenmist de
contouren van 't aloude dinkske opduiken en het zandpaadje streepsgewijs belicht
wordt door zuinige stralen die door kleine flessengroene ruitjes vallen.
Ze mogen binnenkomen en zidh wrin
gen in kleine harde banken. Zij mogen
de eenheid vormen die het Lam komt
aanbidden en het Mysterie der Mysteries
komt bijwonen.
En dit heeft plaats. Onderbroken door
een preek, waard om in de hfotre Dame
herhaald te worden'. Vol van apocalyp
tische toespelingen, zo goed verstaan
door het boerenvolk. Vol ook van mense-
Hem, Die het bestaan heeft onze ellende
te delen, vol van Zijn Begrijpen en Zijn
Zachtheid.
Er is geen Suisse met 'enen steek, er is
geen meneer in 'n zwarte jas die komt
vertellen hoe gjj ter H, Tafel moet gaan.
Wel is er het gebed na de H. Mis. Voor
gebeden door 'n ijverige kapelaan, met
medeleven en zin voor het bidden, welke
de mensen pakt en samenbindt tot één
Hjkheid. rechtstreeks afkomstig van grote familie, onweerstaanbaar dankend
en smekend, gehoord door God en Zijne
heiligen.
De St Jacobus-parochie staat op deze
wereld en zijne geheimenissen, zijne
mystificaties, als het Lam op het Boek
dep zeven zegelen. De sloten raken het
Lam niet. Het kent de boven- en de on
dergrond. De zorgen raken de St. Jaco
bus-parochie niet, zij zweeft over de
zichtbare ellende van het leven van el-
ken dag en leeft het onzichtbare Leven
met God, dat alleen de moeite waard is
Leven genoemd te worden.
Dat maakt dit volk zo blfj. Met rots
vast kolenbranders-geloof en bergen-
verzettend Godsvertrouwen gaan zij on
gehinderd door de modder van 's werelds
wegen. Niets kan hen verhinderen hun
Vaderhuis te bereiken en hun leven daar,
zal een rechtlijnige voortzetting zijn van
het levenbrengend bidden in hun paro
chiekerk. PIERRE.
Op veelvul
dig verzoek
moge hier
aandacht wor
den gevraagd
voor enige
boeken en romannetjes
uit de grote voorraad
vacantie-lectuur waar
mee de markt heden
ten dage overstroomd
wordt.
„Oeververkeer aan de
verkeerde oever" door
Rika van Eindhoven.
Vlot, modern; doet
naar meer verlangen.
Schrijfster verstaat de
kunst, het jeudige hart
op de gevoelige plek te
raken.
„In het Witte Paard",
roman naar gelijkna
mige Duitse film, die
zoals men weet op
'n oude operette 'n.a.v.
een vroeger toneelstuk)
is geschreven. Van de
roman wordt nu bin
nenkort weer eén to
neelstuk gemaakt. En
zovoorts. Zéér onder
houdend.
„Zing dan mee" door
Syngman Rhee. Krijgs
liederen, die per vergis-
sing tussen de ontspan
ningslectuur zijn te
recht gekomen.
„Het grofe Trekhoek"
door Trekvogel. Richt
lijnen voor trekkers,
trekverhalen, gegevens
over trekinsignes, trek-
liederen, levensbeschrij
ving van oude trekkers,
inlichtingen betreffende
trek-kleding vanaf de
oude trekkersgilden tot
nu, plaatjes van oude
trek-schuiten.
Een ware trekpleister
voor de trekkende
jeugd.
„Het lijk in de zeil
boot", boeiende thriller
door R. Cannedy over
een lijk, dat zoals de
titel reeds fijntjes sug
gereert in een zeil
boot wordt ontdekt. In
specteur Krijger vraagt
zich af: Is het lijk al
zeilende vermoord?
Heeft de moordenaar
al zeilende zijn misdaad
gepleegd?
Hoe stond de
wind Wat
betekent het
met krijt ge
tekende pijltje
op de boegspriet? Was
de moordenaar 'n man?
Of was de moordenaar
een vrouw?
„Uit het leven van
Sarah Grebink", in
twee kloeke delen, door
haar kleindochter. Eén
ding wordt wel duide
lijk uit dit boek. Sarah
heeft een uitermate
saai en eentonig leven
gehad. Niet lezen maar!
„Kampvuurtjes langs
Zevenaar", uitgave van
de V.V.V.-afdeling Ze
venaar. Gids en be
schrijving van gezellige
kampeer-plekjes.
Adressen van winkels
in Zevenaar en omge
ving, waar men plastic
bekers, tentharingen,
leukoplast en stro-
hoedén kan kopen.
Leerzaam.
In „Wacht" (orgaan van de Katho
lieke Duitse jeugdbond) lazen we
volgend verslag van een beraad
slaging in de Duitse Bondsdag: „Het
scheelde maar een haar, of het was
weer zo geweest. Nadat de Bondsdag
zich wijdlopig had bezig gehouden
met de kwestie van politieke ver
gaderingen en demonstraties kwam
men tot een debat over uniformen -
wij zijn tenslotte toch Duitsers De
meerderheid van de afgevaardigden
in Bonn was van mening, dat de
smaad, die de geallieerden de Duit
sers door het uniformverbod hadden
aangedaan, nu eindelijk maar eens
moest worden weggenomen.
Het is niet zover gekomen. De
Bondsraad heeft het concept van de
Bondsdag afgewezen. Wij zijn er bij
wijze van spreken nog eens aan ont
komen.
Het heeft wel zin, om na dit alarm
schot uit Bonn ons nog wat verder
hiermee bezig te houden wij zijn
tenslotte toch Duitsers Moeten wij
blijven hopen en verlangen naar de
dag, waarop wij weer leiders en ver
gaderingbezoekers in uniform heb
ben? Of zou men niet zolang moge
lijk alles er op zetten om het spook
uit te bannen, dat al een keer is uit
gegroeid tot een boze geest?
Laten we het er in ieder geval maar
mee proberen. We hoeven er toch
helemaal niet verlangend naar te zijn
om nog eens te beleven, dat in het
pantser van de uniformen de harten
zich verharden en mensen tot on
mensen worden, die met hun blauwe,
bruine of grijze jas ook een nieuwe
geest aantrekken, die hen doet ver
geten, dat ook de andersgeklede mens
een mens is. Het zou een halve dood
steek voor onze moeizaam op
gekweekte democratie zijn, als nog
eens gehandeld en onderscheiden
werd naar uniformen. En het zou de
volledige doodsteek zijn voor de
goede geest onder de Duitse jeugd,
als uniformen nieuwe fronten zouden
vormen. En toch wij zijn ten
slotte nog Duitsers het kan eerder
gebeurd zijn dan ons allen lief is.
Laat ons daarom maar kamfer
kopen in plaats van uniformen".
De „Dailey Sketch" schrijft in een
beschouwing over de T.T. op het
eiland Man over „waanzin op wielen"
Twee mannen vergissen zich in hun
berekening van een bocht een frac
tie van centimeters en rennen zich
te pletter. De toeschouwers wordt
niets meegedeeld over de dood van de
mannen. De vlaggen blijven wappe
ren, men rent verder. Achter het
startnummer van de mannen komt
een „r" te staan: „retired" (opge
houden). Sport buigt het hoofd niet
voor de dood.
Een paar weken later staan in Ber
lijn honderd-duizenden mensen eer
biedig rond de baar van acht doden.
Ze zijn gevallen in de revolutie om
de vrijheid. Vrijheid buigt het hoofd
voor het hoogste offer.
In de „Giro d'Italia" werd op de
rustdag te Pisa de Italiaanse renner
Carlo Clerici door de directeur van
de fabriek waarvoor hij reed uit de
course genomen. Hij had in de vijfde
etappe Hugo Koblet geholpen. Deze
was gevallen en ze hadden daarna
samen gejaagd op het peloton- De
directie vond dit zo'n ernstige mis
draging dat ze de renner uit deed
vallen. „De jonge man heeft een
tegenstander geholpen en zo niet vol
doende de kansen van zijn eigen
merk verdedigd".
l