i
Ons Succespatroon van deze week
DE DUBBELGANGSTER
i,mm& mm
Wat doen we met Zomergroenten?
Elke dag een ander menu
Pensioenfonds
Koiiinklij ke/Sliell
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
CHARLES
ZATERDAG 11 JULI 1953
PAGINA 4
Era dan de bliffsèrrtfl
Piet Bron, rechter; .diQJseh ttèpndfë rfij hééft.—{^Réchter
Thomas Scène 76 -Nacht Inst. 385''. Geen imitatie
van Hollywood. Iedereen moet mee aanpakken. Filmen
in het Haagse Huis van Bewaring. Voor Susan Shentall is
filmen een reusachtige grap. - Fernandel in Public Enemy
No. 1". En quosimodo in „Notré Dame de Paris". Gate-
chismusles met film.
I
A'DAMSE GRAANMARKT
GELDHOEVEELHEID
IN NEDERLAND
15WÜ
(Van onze Filmredacteur).
EN dan fl-p-fl-p, de bliksem", zegt
regisseur Walter Smith tegen Piet
Bron, als we de kleine, maar doel
matige studio van Profilti in Den Haag
binnentreden.
U hebt er eenvoudig geen idéé van, hoe
belangrijk de bliksem kan zijn in het oog
van een niets ontziende filmcamera. Na
de vierde repetitie, waarbij aarzelende op
komsten en ordeloze bewegingen langza
merhand de gestalte van een strak ge
speelde scène beginnen te krijgen, neemt
regisseur Smith dan ook de bliksem, of
liever de man die deze belangrijke rol
met de hulp van het gemeentelijke ener
giebedrijf speelt, nog eens extra onder
handen.
Piet Bron, die er met zijn sprekende
grijze kop en in zijn rode kamerjas uitziet
als een rechter, die een avondje vrij heeft
van het vonnissen vellen wat hij in
deze film-in-wording precies is loopt
voor de vijfde maal naar de openslaande
deuren van zijn studeerkamer, waardoor
Ton van Duinhoven als een vage schim
zichtbaar is.
Het is een deftige en toch gezellige stu
deerkamer. Er staat een imposant bureau-
ministre, een indrukwekkende boeken
kast, maar er is ook een gezellig zitje bij
de gemetselde haard, cr staat een fleurige
kamerlinde, frisse klimplanten hangen in
rekjes aan de muur en boven de schoor
steen prijkt een schilderij: een echt Hol
lands waterlandschap met een molen. Een
typische kamer van een Hollander uit de
betere stand.
De bliksem schijnt ditmaal naar genoe
gen te zijn geweest, want Walter Smith
knikt goedkeurend en vervangt zijn tel
kens herhaalde „Opgelet, repetitie" door:
„Opgelet, geheel compleet". Dit betekent,
dat Joop. de voortvluchtige delinquent
(Ton van Duinhoven) nu met een drui
pend-nat windjack de studeerkamer bin
nenglipt. dat de microfoons worden inge
schakeld en dat de „clapper-boy" in actie
komt met zijn plankje, waarop in grote
letters te lezen staat: „Rechter Thomas
Scène 76 Nacht Inst. 385". Bovendien
daalt achter de glasgordijnen uit een
angstvallig buiten het gezichtsveld van de
camera gehouden gieter een ware plens-
regen neer. hetgeen de regisseur de uit
roep ontlokt: „Het is prachtig, met geluid
en al. Maar het lijkt wel, of er daar ergens
een paard staat.
WAT doen we?" vraagt Walter
Smith even later.
„Opnemen, natuurlijk", klinkt T
beslist uit de mond van Piet Bron, die al
heel wat ervaring heeft met het werk
voor de camera. Hij speelde de Kruik in
de Nederlandse film „Merijntje Gijzen's
Jeugd", vertolkte onder regie van Kurt
Gerron een rol in de Italiaans-Nederland-
se productie „Drie Wenschen" en werkte
ook onder spelleiding van Detlev Sierck
mee aan „Boefje".
Dan klinken de lang verwachte, maar
toch altijd weer gevreesde studio-woor
den: „Opgelet. Stilte. Opnamen".
Plotseling zijn de zenuwen tot het uiter
ste gespannen. Onder het flitsen van de
bliksem klopt Ton van Duinhoven tegen
het raam van de deur. Piet Bron laat hem
binnen, hoort dat hij op de vlucht is voor
de politie, grijpt de telefoon, maar bedenkt
zich, als hij de angstkreet hoort: „Niet de
politie".
Precies op tijd flitst weer het hemel
licht. Een gil van Ton van Duinhoven:
„Daar zijn ze". Piet Bron treedt op de
deur toe, kijkt naar buiten en stelt gerust
stellend vast, dat het maar de bliksem is.
„Stoppen!" roept Walter Smith en er is
een nieuwe- scène van de film „Rechter
Thomas" op- de band vastgelegd. Maar
zonder het geluid van de plasregen uit de
gieter. Dat zal .er-later wel eens aan .wor
den toegevoegd.
WE zijn er niet. op uit om Holly
wood na te doen en alles zo duur
y mogelijk te maken", vertelt ons
de productieleider, de heer J. Apon, als
we later onze verwondering en tegelijk
bewondering er over uitspreken, dat er
hier zo hard, eendrachtig en doeltreffend
wordt samengewerkt.
Tijdens de repetities groeit een scène en'
neemt geleidelijk haar definitieve vorm
aan, waarbij regisseur Smith een open oor
heeft voor elke opmerking, die het effect
kan verhogen. „Voordat we aan de slag
gingen", vervolgt de heer Apon. „hebben
we bepaald, dat ieder mee moet aanpak
ken". En dat gebeurt dan ook in de Pro-
filti-studio.
Hier geen „specialisten", „vaklieden"
of „deskundigen"' om eén vaasje bloemen
te verzetten, of een tafelkleedje recht te
leggen, zoals we dat in sommige buiten
landse .studio's hebben gezien. Hier geen
vijf of .zes proef opnamen, waaruit de re
gisseur* later zijn keuze, kan doen. Het zal
Walter Smith, nooit gebeuren, zoals eens
in Hollywood, waar er een hevige discus
sie ontbrandde over de vraag welke van
de twee opnamen de beste was. De lijd
zame man in de cabine, die dezelfde op
name tweemaal had gedraaid, omdat er
toevallig maar één -voor hem was klaar
gelegd, liet op het bevel om proefop
name III eens te draaien schouderopha
lend de strook celluloid voor de derde
maal door zijn projector lopen. Waarop
iedereen het er volkomen over eens was,
dat deze laatste opname de beide vorige
in alle opzichten overtrof...:
Elke scène wordt zó grondig voorbereid
en zo vaak gerepeteerd dat in de meeste
gevallen met één opname kan worden
volstaan. Het geluid wordt op een syn
chroon met de camera lopend bandappa
raat opgenomen, zodat er vrijwel geen
gevoelig én kostbaar filmmateriaal ver
loren gaat. Niemand heeft een scherp om
lijnde taak, maar ieder helpt naar beste
weten en kunnen mee.
IN dienst van de „Nationale. Filmpro
ductie-Maatschappij", die de Nederland
se nieuwste film „Rechter Thomas" pro
duceert, staan alleen de productieleider
de heer J. Apon, de regisseur Walter
Smith en een „script-girl". Alle technici
de eerste cameraman Piet Buijs die ook
de fotografie van „De Dijk is dicht" heeft
verzorgd, de tweede cameraman Jan
Schefer en hun assistent, de geluidsinge
nieur Otto Krooshof, de chefbelichter R.
de Zwart én zijn zes helpers behoren
tot het vaste personeel van de Profilti-
studio, die door de filmmaatschappij is
gehuurd.
Over de medewerking, die men bij de
vervaardiging van de film ontvangt van
de autoriteiten, had de heer Apön niets
dan lof. Walter SnJ-ith heeft het Huis van
Bewaring in Den Haag als decor „mogen
gebruiken. Een belangrijke scène, waarin
Bob de Lange een bijzonder overtuigende
officier van justitie speelt, is in de gróte
zaal van het gerechtsgebouw aan de Prin
segracht opgenomen. Leden van de Par-
ketgroep van de Rijkspolitie hebben voor
de camera gestaan en levensechte recher
cheurs en agenten, leden van de amateur
toneelvereniging „Dindua" van de Haagse
politie, zijn als figuranten opgetreden.
Thans is mèn ongeveer klaar niet de
helft van de opnamen, die men in de eer
ste week van Augustus geheel gereed
hoopt te hebbfeni Een-en "ander hefeft t'ot
gevolg, dat .rpen reeds nu-met- zekerheid
kan zeggen, dat de productiekosten van
deze film ver beneden de. 1,% tot 3'A ton
blijven, die de na-oorlogse Nederlandsè
films tot nog toe hebben gekost.
Waarmee een belangrijke stap is gedaan
in de richting van de mogelijkheid om in
Nederland tot een permanente filmpro
ductie te komen.
SUSAN SHENTALL, het Engelse typis-
tetje, is wel het laatste persoontje in de
wereld, van wie men zou hebben ver
wacht dat ze haar filmdebuut zou maken
als Shakespeare's Julia. Momenteel ver
toeft ze, zoals bleek uit de foto die we
verleden week publiceerden, in Verona,
waar ze angstvallig gehoorzaamt aan elk
bevel van haar regisseur Rcnato Castel-
lani.
Haar papa. Jack Shentall. die een com
binatie van kruidenierswinkels exploi
teert, is onlangs in Engeland terugge
keerd, na zijn dochter te hebben gecha
peronneerd, een taak, die thans door ma
ma is overgenomen.
Bij zijn thuiskomst verklaarde hij: „Tot
op zekere hoogte heeft die filmerij Su
san's opvoeding voltooid. Ik. moet eerlijk
bekennen, dat ze me verbaasd heeft doen
staan".
Susan Shentall heeft ook heel wat an
deren verbaasd doen staan. Het onbeken
de typistetje, dat geen enkele ervaring
heeft op het gebied van acteren, voldoet
boven alle verwachtingen als Julia. Zelf
beschouwt ze haar hele optreden voor de
filmcamera's als een reusachtige grap.
„Een film maken", aldus zegt ze. „is net
alsof je midden op Piccadilly-circus
woont".
Eén ding staat voor Susan Shentall vast:
ze is niet van plan te blijven filmen. Te
genover haar kennissen heeft ze nadruk
kelijk verklaard, dat „Romea and Juliet"
het einde van haar filmloopbaan betekent:
„Het geld kon me niet schelen, toen ik
werd gekozen".
Wie heeft ook weer gezegd: „Hongerige
actrices zijn de beste, omdat ze haar kan
sen moeten benutten"?
.Maar tenslotte hoeft een filmactrice niet
te -kunnen acteren. Er zijn voorbeelden te
over van doodgewone mensen, die onder
leiding van bekwame regisseurs een on
vergetelijke rol voor de camera's hebben
„gespeeld".
FERNANDEL, wiens vervolg op de fa
meuze „Don Camillo" binnenkort hier
te lande onder de titel „Le Retour de
Don Camillo" zal worden vertoond, be
vindt zich op het ogenblik in Amerika,
waar hij onder regie van Henri Verneuil
en- met 'Zsa-^sa Gabor als tegenspeelster
..zal óptrpdan- ih,'de: film- „public Enemy No
1','(Sta'afevij^ndïNo 1).
In October'.van dit jaar nog zal hij in
Frankrijk terug zijn om op te treden in
„Mam'zelle Nitouche", een kleurenfilm
van Max Ophuls. Verder heeft hij nog op
het programma „Ali-Baba et les 40
Voleurs", die zal worden geregisseerd
door Jacques Becker en „Notre Dame de
Paris", waarin hij Quasimodo zal spelen.
De regie van deze laatste film zal wor
den gevoerd door Julien Duvivier, regis
seur van Fernandel's beide Camillo-films.
rine en een welni nootmuskaat door de
bonen.
2. Bind het kooknat bij met bloem of
maizena, voeg een klontje boter of mar
garine toe. Varieer desgewenst de saus
door toevoeging van azijn en/of peterselie
3. Geef apart een mosterdsaus erbij.
4. Kook met de bonen gesnipperde ui
of bieslook, dragon en een takje bonen
kruid mee.
Stoofschotel van aardappelen,
sperciebonen en tomaat
1% kg aardappelen, kg sperciebonen
250 g kleine tomaten, zout, plm 50 g boter
of margarine. (200 g gehakt).
De aardappelen pitten en schillen of
afborstelen. Grote exemplaren doorsnijden
De bonen afhalen en desgewenst breken.
Aardappelen en groenten opzetten met
een weinig kokend water en zout en gaar
koken in ongeveer 30 minuten. De tomaten
ontvellen of wassen, en doormidden
snijden.
De tomaten en boter of margarine op
de groenten en aardappelen leggen en het
geheel nog 10 minuten stoven Desge
wenst balletjes gehakt meestoven.
Sla van sperciebonen
Koude gekookte spercieboontjes ver
mengen met wat fijngesnipperde prei of
ui, in plakjes gesneden tomaat en mayon
naise of sla-saus. De sla in een glazen
schaal overdoen en met plakjes tomaat
versieren.
haver. Vooral voor maalmais en Canada
gerst bestond goede kooplust, zodat deze
contingenten reeds zo goed als geruimd
zijn.
Inlandse granen trokken heel weinig
belangstelling. Oude oogst werd vrijwel
niet meer aangeboden. Voor haver 54/55
kg op Aug./Sept. en Sept./Oct. levering
werd 23-50 gevraagd. Zomergerst op
levering Aug./Sept. was aan de markt
voor 25.50 en rogge op levering Aug./
Sept. voor 23.25.
Fernandel, hier afgebeeld als „Don
Camillo", zal met Zsa-Zsa Gabor
als tegenspeelster optreden in de
Amerik. film „Public Enemy No. 1"
„Rechter Thomas Scène 76 Nacht Inst. 385". Piet Bron (links)
en Ton van Duinhoven in de Nederlandse film, die momenteel in de
Haagse Profilti-studio onder regie van Waker Smith wordt gemaakt.
Als we verschillende zomergroenten de
revue laten passeren, zien we, dat zij niet
alle dezelfde voedingswaarde hebben. Zo
zal de ene soort bijv. veel rijker zijn aan
vitamines dan de ander, terwijl die ander
juist een goede bron van ijzer is. Daarom
is het zo goed om iedere dag een andere
groente op tafel te brengen. Welnu, dat is
gemakkelijk genoeg en ook het klaarma
ken op een wijze, dat de groenten ons niet
vervelen, zal ons weinig moeite kosten.
Bloemkool
Snij de stronk kruisgewijze in. Kook
bloemkool als regel in weinig kokend
water met zout. Kook bloemkool in zoveel
kokend water met zout, dat hij onder
staat, wanneer U weet- dat U Van -het
kooknat soep zult maken. Kook bloem
kool 20 30 minuten.
Dien de bloemkool op een der volgende
manieren op:
1. Bedek de bloemkool met een sdus,
gemaakt van het kooknat, verdund met
melk. of van uitsluitend melk.
2. Varieer de saus door toevoeging van
nootmuskaat, zeer fijngesneden peterselie
gesnipperde ham, geraspte kaas.
3. Beleg de bloemkool met plakjes uit
hakken bacon of ontbijtspek.
4. Schenk gesmolten boter over de
bloemkool en zet er kleine gestoofde
tomaatjes omheen.
5. Laat de bloemkool afkoelen "en be
dek hem met mayonrtaise (die gevarieerd
kan wórden op dezelfde wijze als de
bloemkoolsaus).
Geef bij bloemkool een pittige vlees
soort, garnalen of een kaasgerecht.
Het smoren van groenten
De bloemkool of de boontjes schoon
maken en in stukjes verdelen. In een
koekenpan of braadpan boter of marga
rine lichtbruin laten worden. De stukjes
groente hierin zachtjes lichtbruin en gaar
bakken in ongeveer 15 minuten zonder
toevoeging van water. Tiidens het bakken
de pan sluiten. Wanneer de groente gaar
ls, desgewenst geraspte kaas er over
strooien.
Zomerbieten
Snijd de bladeren weg, maar laat een
klein stukje van de stelen en de wortel
zitten, tegen het verkleuren. Borstel de
bieten flink af. Kook de bieten gaar in
30 a 45 minuten. Stroop de bieten.
Dien de bieten op een der volgende
manieren op:
J. Maak een sausje van een deel van
het kooknat'en aardappelmeel. Voeg een
laurierblad en een stukje ui toe. Snijd de
bieten in stukjes. Stoof ze in het sausje
een kwartiertje. Verwijder de kruiden en
voeg een scheutje azijn en een weinig
suiker toe.
2. Rasp de bieten en verwarm ze enige
minuten met azijn, suiker, kruidnagel
poeder en peper.
3. Laat de bieten afkoelen, schaaf ze
in plakjes en .leg deze enige tijd in een
mengsel van olie, azijn en zeer fijnge
sneden ui. Gebruik de bieten bij wijze
van sla.
Sperciebonen
Neem een bosje bonen in de hand en
haal ze tegelijk af. Kook ze in wéinig
water gaar. Kooktijd 20 a 30 minuten.
Dien ze op een der volgende manieren
op:
1. Schud een klontje boter of marga-
AMSTERDAM, 11 Juli. Het Bedrijfschap
maakte bekend, dat de import van voeder-
granen vanaf 9 Juli j.l. door importeurs
zelf kan geschieden- De Cekagra regeling
blijft gehandhaafd tot 4 September a.s. De
Vib voorraden welke na die datum nog
aanwezig zijn, zullen tegen de dan gel
dende marktprijzen worden opgeruimd. De
voedergranen welke door importeurs wor
den aangekocht, mogen niet vroeger ver
laden worden dan 1 Augustus a.s.
Meerdere aankopen werden reeds ver
richt in Plata-mais, Irakgerst, Marokko
haver en Plata-rogge op Augustus tot No
vember afscheep. Het Vib stelde ter be
schikking van de handel een verdeling van
ca. 29.000 ton buitenlandse granen, be
staande uit 4000 ton maalmais, 5000 ton
Australische gerst, 5000 ton Canada gerst,
5000 ton Plata-gerst en 10.000 ton maal-
Verschéheh iS heUversIag van het. Pen
sioenfonds der ,(Kómrik4$ke/Shel!" over
1951. Melding wordt gemaakt van een
overeenkomst met het Vóörzieningsfonds
der „Koninklijke Shell", waarbij o.a. is
bepaald, dat dit laatste zijn beleggingen
en liquide middelen aan het Pensioen
fonds overdraagt en een rentevergoeding
ontvangt gelijk aan de door het Pensioen
fonds gekweekte rente. Het Pensioen
fonds verstrekt de nodige bedragen ter
voldoening van de verplichtingen van het
Voorzieningsfonds, terwijl dit laatste aan
3 o „e„Iis'O0n'onds een bedrag van
2.000.000 zal vergoeden.
Het aantal Fondsleden in dienst der
bedr°eg per eind 1951
11.408 (v.j. 10.915) en het aantal ingegane
pensioenen 822 (670).
Gedurende 1951 werden de volgende
pensioenuitkeringen en terugbetalingen
van ledenstortingen verricht: pensioenen
2.252.818; terugbetaalde ledenstortingen
448.537; pensioenen aan leden van het
pensioenfonds der B.P.M. 841.595, totaal
3.542.951.
De samenstelling van de beleggingspor
tefeuille per eind 1951 was als volgt: hypo
theken 13.208.000 (4.4 pet); effecten
128.437.866 (42.9) leningen op schuldbe
kentenis 137.944.073 (46); andere beleg
gingen 20. 188.358 (6.7)totaal 299.778.297
(100).
Blijkens gegevens van het C.B.s. beliep
de geldhoeveelheid in Nederland aan het
einde van de maand Mei 8039 millioen
(v.m. 7851 millioen) waarvan 3172 (v.
m. 3167 millioen) chartaal geld en 4867
(v. m. 4684) millioen giraal geld.
C 72 6
Een vlot stelletje voor
jonge meisjes.
Blousjes en rokjes wor
den deze zomer veel door
jonge meisjes en kinderen
gedragen.
Dit modelletje is met
een aangeknipt mouwtje
met een omslag, van vo
ren een pat met knopen
een bobbed kraagje en
elastiek in de taille.
Het rokje is met een
ceintuur, welke er van
voren vast aangezet wordt
en van achteren er los
overheen. Het rokje heeft
van voren aan elke kant
twee plooien en midden
rug een plooi.
Het patroon van dit
blouse en rokje is a 0.60
verkrijgbaar in maat 60 -
70 - 80 - 36 - 38.
Dit jasje is verkrijgbaar
in maat 60 - 70 - 80 -36
38 a 0.60, te zamen 1.-.
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT Jf, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plak nooit meer dan 1,op een kaart, wat meer geplakt wordt is
waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291.
Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags.
Wegens vacantie is ons bedrijf van 11 tot 18 Juli gesloten. Bestellingen
worden dan na die datum weer uitgevoerd.
Ik kan haar niet ontvangen; ik zou
het niet kunnen verdragen, murmelde zij
zwakjes. Ga naar haar toe, Lucy; zeg haar
dat ik te ziek ben; dat ik mijn best zal
doen om dapper te zijn en haar vanavond
morgenochtend te ontvangen.
Terwijl ze dat zorgvuldig-ingestudeerde
toespraakje uitstamelde, kwam de stem
van de hertogin, vol medelijden en teder
heid, door de half open deur.
Irene, Irene; liefste kind! Ik mag toch
wel een ogenblikje bij je komen?
Madge klemde haar tanden opeen.
Ga het haar zeggen; ga haar zeggen
dat ik niet kan, zei ze èn haar toon leek
zóveel op een boosaardige grauw, dat Lucy
ontzet een stap achteruit deed. Als je
haar of wie ook binnenlaat, dan stuur
ik je op staande voet weg.
Lucy ging naar de deur en bracht bevend
de boodschap over. De hertogin gaf hoofd
schuddend toe en verliet de kamer, vech
tend met haar tranen, om de dokter te
gaan opzoeken.
Ik moet mevrouw verzoeken, kalm te
blijven, zei deze Lady Irene is geheel
uitgeput door de doorstane emoties, en het
is dunkt me veel beter, haar volledige rust
te gunnen. Als ik u een raad mag geven,
zou ik u willen adviseren, naar Londen
terug te gaan en daar lady Irene's komst
af te wachten.
En haar heel alleen laten met haai
groot verdriet? vroeg de hertogin.
Ja mevrouw;; zulk verdriet draagt
men het best alleen.
Ik weet werkelijk niet, wat het beste
zal zijn. Het is zo helemaal niets voor
Irene. Ze is altijd dadelijk bij nuj ge
komen met al haar kleine moeilijkheden;
en nu, in dit grote leed, heeft zij me toch
zeker meer nodig dan ooit. Ik ben als een
moeder voor haar geweest, zei de arme
vrouw door haar tranen heen. Neen, ik
kan in geen geval weggaan. Ik zal hier
blijven en afwachten.
Maar naarmate de dag verstreek werd
lady Irene's toestand ernstiger; het advies
van de dokter werd een bevel, en tot
Madge's onuitsprekelijke verlichting be
richtte Lucy haar eindelijk het vertrek van
de hertogin naar Londen.
Ik moet u naar Ormonde House bren
gen, zodra u zich weer goed genoeg voelt,
my lady, zei Lucy. Maar Madge zuchtte en
schudde haar hoofd.
Dat zou ik niet kunnen verdragen,
Lucy. Ik wil naar huis.
Naar Hurstpoint, my lady? De be
grafenis zal daar plaats hebben. O, neemt
u me niet kwalijk; ik had daar niet over
willen spreken.
Dat lieve óüde Hurstpoint, mompelde
ze voor zich -heen. Jij laat me eeiis'
zien* Lucy ik ben zo in de war, zo van
streek, ik kan niet denken, me niets her
inneren ben jij daar al eens geweest,
op Hurstpoint?
Neen, my lady, zei Lucy kalmerend,
ik ben nog in geen van de huizen ge
weest behalve in Carlton House Terrace,
weet u wel?
O ja, ja, mompelde Madge. Lucy,
ik voel me erg ziek. Als als ik niet zou
kunnen gaan, moet jij me helpen. Ik zal
alles aan jou overlaten.
Een staatsman heeft weinig tijd om zich
te verdiepen in persoonlijke aangelegen
heden en persoonlijk leed. Door de dood
van zijn chef was Redmayne een persoon
van gewicht geworden in de wereld der
politiek. Op een dag de vierde na de
dood van lord Mersia kwam de heer
Craig hem opzoeken.
Ik heb een geboortebewijs van ds
graaf nodig, zei hij. Zijn lordschap had
het; het moet tussen zijn papieren zijn.
Wilt u met me meegaan en me er naar
helpen zoeken?
Ze gingen naar het huis en betraden de
halfdonkere bibliotheek.
Hier zijn de sleutels; ik heb die mee
gebracht toen ik in Parijs was, zei de heer
Craig. Ik zal in de safe kijken; door
zoekt u dan onderwijl het bureau.
Hij sloot de brandkast open en Red
mayne verbrak het zegel van het_ bureau
en opende het evenals Madge vóór hem
gedaan had. Een ogenblik aarzelde hij be
sluiteloos, bevreesd voor wat hij ontdek
ken zou. Toen vond hij de veer en liet de
geheime lade openspringen. Ze was leeg.
De papieren waren weg.
Hij haalde diep adem en zweetdruppels
braken uit op zijn bleek voorhoofd. De
graaf had een beslissing genomen had
de papieren vernietigd. Irene zou lady
Mersia blijven.
En hij, Redmayne, had beloofd, het ge
heim te bewaren, alles te vergeten, wat
Mersia hem had verteld. Zijn lippen waren
voorgoed gesloten.
Hier is het, ik heb het al, mijnheer
Redmayne, zei de notaris, zich omkerend
met het papier in de hand. Wel wat
scheelt er aan? Voelt u zich niet goed?
Neen, neen, antwoordde Redmayne
schor.
U ziet er uit, alsof u een grote schok
doorstaan hebt, zei de oude heer bezorgd
Mijn waarde heer, u bent overspannen
door het werk en de drukte, die dit treurig
sterfgeval met zich heeft gebracht. Laat
me om wat wijn bellen
Neën, dank u, ik héb er werkelijk geen
behoèfte aan. -Hebt u alles, wat u nodig
heb? Laten we hij keek om zich heen
en huiverde laten we dan gaan.
HOOFDSTUK XXVI
Toen de deur van haar vaderlijk huis
zich achter haar gesloten had, liep Irene
met gebogen hoofd en vlugge stappen recht
voor zich uit, zonder er aan te denken,
waar ze eigenlijk heen wilde. Ze was een
voudig verdoofd door de slag, die haar zo
onverwacht getroffen had.
Plotseling herinnerde ze zich het papier,
dat Madge haar gegeven had, en Vze nam
het uit haar zak en las het adres. DSar kon
zij tenminste een onderdak vinden voor de
nacht. - De volgende morgen zou ze dan
misschien beter in staat zijn, over haar
toekomst na te denken en plannen te
maken.
Terwijl ze daar met het papier in haar
hand stond, bleef een vrouw dicht bij haar
staan en keek haar nieuwsgierig aan, en
Irene, die haar blik opving, ging naar haar
toe en hield haar het beschreven blad voor.
Zoudt u me alstublieft kunnen zeggen,
waar dit is? vroeg ze met haar lage, zachte
stem.
Om te beginnen hier rechtuit, Oxford
Street door. En daar kunt u dan béter nog
eens vragen. Wilt u niet liever een taxi
nemen?
Irene dankte haar cn keek hulpeloos en
verstrooid naar de voorbijschietende
wagens.
Bent u vreemd in Londen? vroeg de
vrouw nieuwsgierig. Wacht, ik zal er
wel een voor u aanroepen, voegde ze er
vriendelijk bij, maar Irene hield haar
terug. Het sommetje geld, dat ze bij zich
had, was tenslotte niet onuitputtelijk, en
ze móest zuinig zijn, daar ze er geen ver
moeden van had, wat de toekomst brengen
zou.
Ik geloof,, dat ik toch maar liever zal
lopen, zei Z.e. Dank u pog wel.
Na een poosje stond ze in een vale, slecht
verlichte straat, die ze .in het gehèel niet
kende. Ze liep vérder, na nog een paar
maal gevraagd te hebben, en pas na een
minuut of tien ontdekte ze plotseling, dat
ze het papier, dat ze aldoor in de hand had
gehouden, verloren had. Ze bleef stilstaan,
ontzet. Wat moést ze beginnen? Naar een
behoorlijk hotel wilde zé niet gaan; men
zou haar kunnen herkennen van foto's, die
zo vaak in de geïllustreerde bladen ver
schenen '1 zou aanleiding kunnen geven
:.tot verwonderde gissingen, praatjes. En ze
had haar zustér immers beloofd, onopval-
lend en spoorloos té verdwijnen. Nooit
mocht ze zich meer bewegen in kringen,
waar men haar, zij' het slechts van por
tretten, kende; ze moest zich verbergen,
schuilgaan in de eenvoudige volksklasse,
buiten de stad, als het enigszins kon.
Ze dwaalde verder en verder, tot aan
de rand der zuidelijke voorsteden; de
huizen werden schaarser en waren ge
scheiden door flinke tuinen; hiér en daar
lag ëen stuk weilahd als een oase in de
dorre woestijn van grauwe stadsstraten.
Besluiteloos, wachtend tot ze' iémand zou
zien, wie ze kon vragen naar een ver
trouwd logement of naar de halte van een
of andere late bus naar buiten, leunde ze
tegen een houten hekje. In de verte kwam
een gemoedelijk-treuzelende marktkar aan,
uit de richting van Londen. Ze luisterde
naar de hoefslag va», het paard, het ge-
knerp van de wielen toen plotseling alles
om haar heen leek te draaien en ze, over
mand door de ongewone vermoeienis en
de doorstane emoties, duizelend ineenzakte
tegen de houten paaltjes.
Het moest al diep iri de nacht zijn, en
de voerman verwachtte zekér niét, óp deze
eenzame weg nog een menselijk wezen
tegen te komen. Toen het licht van zijn
lantaarn op de roerloze, Ineengedoken ge
daante viel, hield hij verschrikt zijn paard
in en sprong van de bok.
Drommels, wat is dat nou een mens
of wat anders? mompelde hij en klopte zijn
paard, dat wat schuchtig deed, kalmerend
op de nek, toen een onderdrukte snik van
de bewegingloze gedaante alle twijfel op
loste. Met een paar passen was hij bij
haar en zag, dat hij met een jong, goed-
gekleed meisje te maken had.
Wat scheelt eraan m'n kind vroeg hij
goedig. Waarom zit jé hier zo?
Irene keek hem verwezen aart. Het drong
niet tot haar door, dat dit de voerman was
van de wagen, die Ze had zien aankomen
vóór de duizeling haar overviel.
Ben je ziek of alleen maar moe? vroeg
hij. Het is laat of beter gezegd, te vroeg
voor zo'n jong ding om alleen over straat
te zwerven. Waar wou je heen?
Dat weet ik niet, zei Irene apatisch.
Weet ik niet, echode hij verbluft, zich
op het hoofd krabben! Wou je naar Lon
den of naar buiten?
Niet naar Londen, zei Irene met een
huivering, die de man niet ontging.
O, je zit in je rats, hè?'En welke
richting wil je nu het liefst uit?
Irene schudde het hoofd en, zwaer op
het hekje leunend, kwam ze overeind eri
trachtte verder te gaan, maar haar krach
ten begaven haar weer en ze wankelde.
Och Heer, je bent helemaal aan je end,
dat zie ik wel, zei de gemoedelijke voer
man. Nou, ik kan je hier toch, niet in de
steek laten. Hij keek hulpeloos om zich
heen. Als je niet weet waar je precies
heengaat, dan kun je evengoed een eind
meerijden in ipijn groentenwagen. Ik moet
er mee naar Frimstone, en er is ruimte
genoeg op het ogenblik.
Met een goedige boerse hoffelijkheid
nam hij haar hand en hielp haar in de
bijna lege kar, waar hij van wat zakken j
een ligplaats voor haar spreidde.
Hij gaf haar wat koude thee uit een i
blikken kannetje en, een snee brood met
boter, en Iréne nam èen en ander dank-*
baar aan, hoewel- ze geen kruimel van het
brood doo'r haar keel kon krijgen. Maar
de thee voor ze er van gedronken had,
had ze zelf niet geweten, hoe ze ver
smachtte van dorst.
De voerman zette zich weer op de bok
en het paard zette zich in beweging. Tot
nu toe had Irene het vanzelfsprekend ge
vonden, dat de beste en de zwaarste auto's
haar zonder een enkel schokje over het
asphalt deden glijden; nu vond ze het een
weldaad, lang uitgestrekt op de ruwe zak
ken te liggen in die hobbelende wagen en
te voeléh,' hóe ze v.óoruit kwam zonder
enigeinspanning harerzijds!.. Ze1 viel in
slaap-',en' wél/zo 'vast,(dat de voerman haar
driemëal bij Ctè, schoikfer rtioest- schudden
vóór-hij Kaar'wakkerikreeg.
Het spijt-me, het split me, zei hij me
delijdend. Maar we zijn er bijna en eh
zie je, juffrouw, ik heb een vrouw, een
bovenste beste, daar niét van, maar, weet
je, ze is niet op haar mondje gevallen en
als ze een knap jong ding in mijn wagen
vond, nou Maar och, u bent zelf een
vrouw, dus je zult het wel kunnen be
grijpen.
Ik dank u wel voor de rit, zei ze. ik
wilde, dat ik zeggen kon, hoe dankbaar ik
u ben voor uw vriendelijkheid.
Instinctmatig haalde ze haar beursje te
voorschijn en deed het open, maar de man
deed een stap achteruit en zijn verweerd
gezicht kleurde.
Nee, nee, daar nou niet van, zei hij.
Je bent welkom juffrouw, ik wilde dat ik
je mee naar huis kon nemen. Maar d'r is
niet aan te denken. Wacht eens effentjes.
Het is nauwelijks morgen, en je moet toch
ergens onderdak zien te komen. Zie je
daar dat licht? Dat is een soort van vroeg
koffiehuis voor ons voerlui en groente
boeren. Ga daar maar eens naar toe, daar
hebben ze wel wat warms voor je, zodat
je wat op krachten komt voor je verder
gaat waar je dan ook heen wil. Goeie
morgen juffrouw, en 't beste d'r mee.
Irene keek de wagen na, tot die uit het
gezicht verdwenen was; toen liep ze lang
zaam naar het huis, waar 't licht brandde.
Het was een kleine boerenhoeve; de
straat-deur, die meteen toegang gaf tot de
voorkamer, stond open. Er brandde een
vuur en een vrouw was bezig, eieren te
bakken. Ze keerde zich om, toen Irene
binnenkwam, en keek haar aan, niet al
te verbaasd, alsof ze gewoon was aan
vreemdelingen en zwervers van allerlei
slag.
Kan ik iets warms krijgen thee ot
Wat u hebt?? vroeg Irene zwakjes.
Zeker binnen vijf minuten; het wa
ter kookt juist. Komt u maar bij het vuur
en Warmt u zich een beetje. U ziet er nog
al verkleumd uit.
Ze trok een stoel bij het vuur en Irene
liet er zich op neervallen. Toen de thee
gezet was, bracht de vrouw die naar de
verste hoek van de kamer en zette ze op
een tafeltje achter 'n leunstoel met hoge
rug.
Zo, daar zit u rustiger, juffrouw, als
er soms nog meer volk komt, zei ze op
geruimd.
Irene knikte haar dankbaar toe, dronk
wat thee en trachtte iets te eten, maar dat
laatste lukté toch niet. Ze leunde achter
over, sloot haar ogen en poogde na te
denken, maar ze viel slechts in een soort
verdoving. Tenslotte schrok ze op door
het binnenkomen van een Paar andere
klanten. Van haar hoekje uit kon zij ze
zien, maar zelf zat ze voor hun blik ver
borgen. Ze trok zich nog verder in de
schaduw terug, leunde tegen de muur en
was enige ogenblikken later vast in slaap.
HOOFDSTUK XXVII
Het was helder dag, toen Irene wakker
werd; ze betaalde haar kleine rekening
en verliet het koffiehuis-
Na een kwartiertje loipen naderde ze
een dorpje zó klein, dat men het eerder
een gehucht kon noemen. H-et gezicht
van een popperig bakkers winkeltje her
innerde haar er aan, dat ze nu toch
eigenlijk honger begon te krijgen en ze
kocht' een groot stuk gevulde koek en
wat bisciet'jes en ging er mee op zoek
naar een plekje, waar zij ze ongestoord
ko-n opeten.
Ze vond zo'n plekje bij de ingang van
een kleine kwekerij, een eindje verder,
en, op een boomstronk zittend, begon ze
haar maal te verorberen. Na een paar
happen had ze echter al genoeg, en ze
wilde juist opstaan en verder gaan op
haar doelloze weg. toen een reusachtige
hond uit h-et huisje, dat midden op de
i'kwekerij stond, kwam aanstormen en
op haar toestoof. dreigend blaffend. Irene
stak kalmerend haar hand naar hem uit,
en na haar behoedzaam besnuffeld te
hebben, begon het dier plotseling te
kwispelstaarten en trachtte haar handen
te likken- Zijn plotselinge vriendschap
o-ntroerde haar en ze ging weer zitten
en vo-erde hem een paar van haar biscuits
iWwij'l ze daarmee 'bezig was, kwam een
lange vrouwegedaante in een stijve, slui
ke mantel met een soort Zuidwester op.
het huis uit err'riep de hond; toen kreeg
ze Irene in het oog en kwam op 'haar
toe,
Ik ben bang, dat ik hier al op par
ticulier terrein ben. Ik wist het met, zei
het jonge meisje met een matte, ver
moeide stem, die echter niets van naar
zachte lieflijkheid had ingeboet.
De vreemd-geklede vrouw nam haar
nauwlettend op.
Ja. dat meent u zei ze, z'o kortaf en
zakelijk als een man; maar ik veronder
stel dat u het werkelijk niet wist. U bent
een vreemde hier, maar geen zwerfster,
zoals ik op het eerste gezicht dacht,
Ik ben bang, dat zulks toch wel he-t
geval is, zei Irene met een vreugdeloos
glimlachje. Dat wil zeggen, als een zwerf,
ster iemand is* die rondtrekt op zoek
naar werk.
Wat voor werk bent u gewend te
doen? vroeg ze.
Geen enkel, zei Irene treurig.
Dat spijt me, maar dan kan ik u niet
helpen, zei de vrouw laconiek. t
Misschien wilt u me zeggen, of ik
in 'het dorp voorlopig een onderkomen
kan vinden? vroeg Irene beleefd.
Ze verhuren geen kamers aan
vreemden, en er *fooont hier ook nauwe
lijks iemand, die daar ruimte voor zou
hebben. Het is maar een klein nest- U
kunt beter naar het volgende dorp gaan,
Rexford .Dat is zowat vijf of zes kilome
ter verder, U hebt geen honger, wel....
ik zie, dat u wat te eten hebt, voegde ze
erbij.
J®* dank u, en ik heb ook wat geld.
Ik bedel niet.... of ja. toch wel, want
ik zou u graag vragen om een glas wa
ter. zei Irene rustig.
De zachte waardigheid in haar stem
maakte blijkbaar indruk op de vrouw.
Gaat u maar mee, zèi ze.
Irene volgde haar langs het pad naar
-het kleine huis. Het lag in een bosje, met
een bloementuin er voor, en door de
open achterdeur kon Irene een aantal
broeikassen zien, wiaar exotische bloe
men fel kleurden.
De vrouw bracht haar een gi s melk.
Daar zult u meer aan hebben dan
aan water, zei ze.
Dank u vriendelijk. Moet ik verder
recht door lopen?
Ja.
Wat een schitterende bloemen hebt
u daar! -*
Ja, ik kweek ze zelf; het is mijn
bedrijf- Wacht een ogenblikje.
Ze ging de achterdeur uit en kwam te
rug met een takje prachtige azaleabloe
sem. Hier, dat is voor u! Ik zie. dat
u dol op bloemen bent.
Irene stak de bloemen op haar jasje
en dankte hartelijk.
Niettegenstaande de vriendelijkheid
van de vrouw voelde ze zich nog eenza
mer en neerslachtiger dan te voren, toen
ze verder ging in de richting van 't dorp.
Toen ze bij een bocht in de weg kwam,
zowat een halve kilometer van de kwelke.
rij, draafde een klein meisje uit de strui
ken langs de kant, gevolgd door de grote
hond, die Irene een paar minuten geleden
gevoerd had. Het was een kind van een
jaar of negen, heel licht blond, en nadat
ze een paar minuten als besluiteloos aan
de kant had gestaan, stapte ze midden op
de weg. De hond volgde haar en blafte
op een vreemde, opgewonden manier, en
'het meisje praatte tegen hem, alsof ze
hem vroeg, wat hij van haar wilde. Op
hetzelfde ogenblik zwenkte een vracht
wagen, met zand beladen, in volle vaart
de bocht om. De chauffeur gaf een signaal
maar hoewel het meisje met haar gezicht
recht naar de naderende auto stond ge
keerd, bleef ze midden op de weg staan,
alsof zij de wagen niet zag en alsof
het spektakel, dat de 'hond maakte, haar
belette, het toeteren te horen.
In een ogenblik speelde zich alles af,
Irene stond een seconde als verstijfd van
ontzetting; toen vloog ze met een waar
schuwende kreet vooruit, sprong letterlijk
midden op de weg, greep het kind in haar
armen en slingerde het met een krachtige
zwaai buiten het bereik van het aanstor
mend gevaar.
Het kind viel in zijn volle lengte op de
grond, buiten het bereik der brede wie
len, maar de kant van de zandbak raakte
Irene's schouder en wierp haar op de
weg! Ze was niet ernstig gekwetst en in
een oogwenk was ze weer overeind en
had ze het kind opnieuw in haar armen,
met de instinctieve impuls, het verder te
beschermen. Meteen hoorden ze een sner
pende kreet en de vrouw van de kweke
rij kwam op hen toegestormd en rukte
het meisje uit Irene's armen.
(Wordt vervolgd)