w. Ons Succes-patroon van deze week We trekken er een dag op uit DE DUBBELGANGSTER HOE BESTEL IK MIJN PATROON? Wordt U gekweld Maar sla de warme maaltijd niet over! Dagelijks terugkerende verschrikking verdwijnt CHARLES GAR VICE ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1953 PAGINA 4 Speelfilm ruggegraat der filmindustrie. Continuïteit noodzakelijk voor productie. Belasting legt 200 pet op kostprijs. Pas op voor beunhazerij. Televisie tot nog toe mislukking. Zevende lustrum van de Tarzan- films. Dertig stuks met tien verschillende Tarzans. In een Shakespeare-film: „Extra-dialoog van Sam Taylor. Bing Crosby, geluksvogel. Richard Burtove al weer naar Engeland. Aanbod van een millioen dollars afgeslagen. C 773 Afwas thans kinderspel! (Van onze filmredacteur) J} IJ EEN WELOVERWOGEN FILMBELEID kan en mag de overheid niet uit het oog verliezen, dat de ruggegraat van een filmindustrie tenslotte de geregelde vervaardiging van speelfilms is, zij het dan misschien op bescheiden schaal." Tot deze conclusie komt het jaarverslag van 1952 van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, waaraan wij verleden week reeds aandacht hebben gewijd. Na te hebben herinnerd aan de onderscheidingen, welke verschillende Nederlandse films op internationale filmmanifestaties ten deel vielen en aan de belangstelling, welke het Nederlandse product daar over het algemeen wist te trekken, wijst het verslag er op, dat zelfs een veelheid van zulke bekroningen, behaald met korte films, op het stuk van nationale publiciteitswaarde in het buitenland niet kan opwegen tegen de gglm, die één enkele speelfilm zou wegdragen. De belangstelling van het publiek, en dus ook van de pers, van alle landen ter wereld richt zich bij voorkeur en in hoofdzaak op de film, welke de mens zelf tot onderwerp heeft en hem in al zijn dramatische bewogenheid hetzij van tragische, hetzij van komische zijde in letterlijke zowel als in figuurlijke zin belicht. Uit deze nuchtere feiten volgt volgens het verslag, dat een overheidspolitiek ter bevordering van de kunstzinnige en cul turele film nooit ten volle kan worden verwezenlijkt met voorbijgaan van de speelfilm. Het verslag herhaalt dan het door iedere insider (behalve door de overheid? Red.) aanvaarde axioma, dat het ac cent van het vraagstuk ener nationale filmproductie steeds ligt op de con tinuïteit. Een jonge Nederlandse film productie immers zal slechts in staat zijn die creatieve krachten aan te trek ken, welke haar kunnen omhoogstuwen, indien zij deze krachten door geregelde werkgelegenheid een redelijk bestaan kan bieden. Maar deze noodzakelijke conti nuïteit kan alleen worden bereikt, indien de voorwaarden voor de amortisatie aan wezig zijn. Zoals reeds in vorige jaar verslagen is gerapporteerd, heeft het be leid van de privaatrechtelijke bedrijfs organisatie van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf op het stuk van deze amortisatie alle voorwaarden geschapen, d.w.z. op één na, welke onder het beleid van de regering en de gemeentebesturen valt:, verlaging van omzet- en vermake lijkheidsbelasting, die thans tezamen als een last van ruim 200 op de kostprijs van de Nederlandse film drukken. HOEWEL verheugd, dat de successen van de Nederlandse korte films in het buitenland hebben geleid tot nieuwe opdrachten uit het buitenland en een geleidelijk ontwakende belangstel stelling van het Nederlandse bedrijfs- en verenigingsleven voor de film als middel tot propaganda en voorlichting en in structie, toont het verslag zich bezorgd over het gebrek aan inzicht, dat door sommige Nederlandse opdrachtgevers bij het verstrekken van filmopdrachten aan de dag wordt gelegd. Herhaaldelijk zijn dergelijke opdrachten gegeven aan ama teurs of beunhazen met, zoals te verwach ten was, bedroevende resultaten. Op deze wijze Vfordt in ons land jaarlijks een niet onaanzienlijk bedrag verspild aan onver antwoorde opdrachten, waardoor zowel afbreuk wordt gedaan aan de goede naam en de reputatie van de bona fide Neder landse filmmakers als de beunhazerij in de hand wordt gewerkt. Tenslotte wordt er nog aan herinnerd, dat de N.V. Filmex gedurende het ver slagjaar de productie van een speelfilm onder de titel „Sterren stralen overal" ter hand heeft genomen en voltooid, de eerste Nederlandse speelfilm, die sedert 1950 is uitgebracht. Johnny Weismuller en Lex Barker, de laatste twee van de tien acteurs in de 35-jarige Tarzan-dynastie. AT de televisie betreft merkt het verslag op, dat de betrekkelijke misluk king van het experiment tot nog toe een meevaller is geworden in de concur rentie. De bevordering van de zijde der over heid van dit nieuwe communicatiemid del, waarbij aanzienlijke binnenlandse in dustriële be'angen zijn gemoeid, wettigt echter volgens het verslag de verwach ting van kunstmatige uitbreidingen van het kweken van behoeften, waarvan tot heden in ons land niet veel is gebleken. Mocht men er in slagen hier te lande een afzet van televisietoestellen te berei ken zoals in sommige andere landen het geval is, dan zal volgens het yerslag de nieuwe concurrentie ook het bioscoopbe drijf niet onberoerd laten. Betreffende de pogingen, die in het buitenland worden gedaan om de toene mende concurrentie van de televisie het hoofd te bieden, meldt het verslag dat in 1952 in Europa demonstraties werden gegeven met zogenaamde ..grootbeeld televisie", waaronder men verstaat het projecteren van speciaal daartoe per te levisie uitgezonden amusementsprogram ma's, bijzondere gebeurtenissen of specia le films op een bioscoopdoek van norma le afmetingen. Deze uitzendingen gaan via kanalen, die niet door gewone ont vangtoestellen kunnen worden benut. Engeland is tot dusverre het enige land in Europa, dat voorbereidingen treft voor dit 'gebruik van televisie voor theater doeleinden. Met betrekking tot de panoramische en de stereoscopische film merkt het ver slag tenslotte nog op, dat zij als technisch novum de ontwikkeling en de aantrek kelijkheid van het bedrijf dienen. „Deze nieuwe technische ontwikkeling zal echter", aldus het verslag, dat wij in dit opzicht volledig onderschrijven, „on dergeschikt blijven aan de inhoud en het zal de filmstof zijn, die, geaccentueerd door een juist gebruik van de nieuwe mogelijkheden, de filmbelangstelling zal stimuleren en intensiveren". VIJF EN DERTIG jaar geleden werd de eerste Tarzan-film gemaakt. Even zovele jaren werd daarin dezelfde his torie verteld en nog steeds is de aapmens net zo pupulair bij 't publiek als aan het begin van zijn loopbaan. Het begint bijna altijd met een idyllische scène tussen Tarzan en zijn beminde Jane, die vredig hun dagen slijten in het oerwoud. Dan weerklinken er .-ongewone geluiden. De trouwe chimpansee begint zenuwachtig te dansen, Tarzan fronst de wenkbrau wen en barst los in zijn bekende stort vloed van woorden: ..Blanken niet goed". Natuurlijk heeft hij gelijk. Do blanken, die het filmoerwoud binnen dringen, deugen niet. Ze komen ivoor stelen, onschuldige dieren afslachten, in boorlingen beroven en zo. Dan begint het. De eerste ronde wordt altijd gewonnen door de blanke bandie ten, want Tarzan is te goedig om dade lijk hun kwaadaardige bedoelingen vol ledig te doorgronden. Een stam wordt tot oproer gebracht, ivoor verdwijnt, de dierenvrienden van Tarzan worden ge dood of Jane ontvoerd. Dan komt Tarzan in actie. Hij slaat zijn gevreesde strijdkreet en stort zich via de woudreuzen op de boze blanken, die Katherine (links) en Audrey Hepburn, voor wie de acteur-regisseur grote professionale) belangstelling aan de dag legt. in ravijnen vallen onder olifantenpo- ten worden vertrapt, of door kannibalen en krokodillen worden verslonden. De rust keert weer in 't oerwoud en de volgende Tarzan-film kan er begin nen. In de afgelopen 35 jaar zijn er 30 Tar- zanfilms gemaakt, waarin tien verschil lende Tarzans en veertien Janes mee speelden. Het beroemdste junglepaar werd gevormd door Johnny Weismuller thans bekend als Jungle Jim nn Maureen O'Sullivan. Voordat een Tarzanfilm „op de vloer komt", weet men al, dat ze door 140 mil lioen mensen zal worden gezien, van wie 40 millioen Amerikanen. Met uitzonde ring van enige grote klassieke films blijft een film ongeveer twee jaar in roulatie. Wat de Tarzanfilm betreft is die duur practisch onbeperkt. Voor producent Sol Lesser, die deze films nu 35 jaar exploi teert, een veilige geldbelegging dus. DE acteur-regisseur José Ferrer heeft grote professionele belangstelling voor actrices, die Hepburn heten. Behal ve dat hij voornemens is om de Engelse actrice Audrey Hepburn in een toneel stuk op Broadway t,e laten optreden, heeft hij meegedeeM, dat Katherine Hepburn hem heeft beloofd mee te werken aan zijn verfilming van Shakespeare's „Ta ming of the Shrew". Douglas Fairbanks en Mary Pickford hebben dit stuk in 1929 verfilmd. Dé in leiding op deze film bevatte toen de his torisch geworden mededeling: „Extra- dialoog van Sam Taylor" IN zijn autobiografie „Call me lucky" (Noem me een geluksvogel) houdt Bing Crosby hardnekkig vol, dat hij in werkelijkheid absoluut geen zangstem heeft. Hij is van mening, dat de mensen juist daarom zoveel van zijn stem hou den- ze kunnen in hun badkamer zingen en van zichzelf geloven, dat ze even goed zijn als Crosby. Om te bewijzen hoe weinig stem hl] heeft, onthult hij, dat hij eens onder een valse naam heeft deelgenomen aan een zangwedstrijd voor amateurs. Hij ver loor de wedstrijd aan een man, die.... Bing Crosby imiteerde. Dit is overigens helemaal zö iets bij zonders niet. Het is Clarence Nash ook overkomen. Ofschoon hij er nooit op uit is geweest om roem te zoeken, heeft Cla rence Nash, een eenvoudige man uit Ca- lifornië, eens meegedaan aan een wed strijd wie het beste de stem van Donald Duck kon nabootsen. <§iJr Nash kwaakte en kwetterde, dat het een lieve lust was, en won de derde prijs. De ]ury maakte uit, dat twee andere mededingers beter het geluid van Donald Duck konden na doen. Het enige wat nog te vermelden valt is, dat Mr. Clarence Nash al sinds de ge boorte van de beroemde eend, ongeveer twintig jaar geleden. Donald Duck van diens stem voorziet OVER Richard Burton, de jonge Brit se acteur, die in Hollywood furore heeft gemaakt, met zijn optreden in de film als ..My Cousin H;'chel en „De sert Rats" en die als gevolg daarvan de meest begeerde rol van het jaar heeft gekregen: de hoofdrol in „The Robe", het verhaal van de Romeinse soldaten, die onder het kruis dobbelden om Christus' opperkleed, hebben we al eens eerder geschreven. Stewart Granger heeft van hem verklaard, dat hij hét in Hollywood langer zou uithouden ,,dan wij allemaal bij elkaar". Stewart Granger wordt in het ongelijk gesteld. Richard Burton gaat Hollywood nu al weer verlaten en dat is juist de reden, waarom wij, met waardering, mel ding van hem maken. Burton, die in het eerste jaar van zijn verblijf in Hollywood niet minder dan 900.000 verdiende, heeft zich zelfs niet door het aanbod van een millioen dollars laten verleiden om te blijven, maar heeft een contract getekend met de beroemde Old Vic in Londen, dat hem een salaris van45 pond 450) per week oplevert. Hij is zelfs al begon nen met de repetities voor de rol van Hamlet op het aanstaande Festival te Edinburg. Tegenover journalisten, die hem inter viewden, verklaarde hij: „Wat kan me het geld schelen! Ik heb tenslotte dit be roep gekozen om te acteren en niet om een vermogen te verzamelen". Nu de uitverkoop in volle gang is, zijn er misschien vele dames, die voordelig een paar leuke lapjes bebhen gekocht voor 'n jurkje voor onze kleine peuters. Deze week brengen wij een leuk kinder jurkje, waar niet veel stof voor nodig is. Dit model is met een vierkant halsje, waaruit een ruche is verwerkt. De zij pan den zijn ook met een ruche opgezet. Dit model is verkrijgbaar in maat 40, 50, 60 a 0,50. Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste model. Plak nooit meer dan f 1,op een kaart, wat meer geplakt wordt Is waardeloos. Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291. Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags. Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. Patronen worden niet geruild. Wegens vacantie is ons bedrijf van 18 Aug. gesloten. Bestellingen worden dan na die datum weer uitgevoerd. (Advertentie) door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en zenuwpijnen, neemt dan Uw toevlucht tot Togal. Het middel dat baat, waar andere falen. Laat U dus niet langer kwellen, maar gebruik regelmatig Togal. Togal zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apotheek en drogist f 0.95. f 2.40 en f 8.88. Wie weet vallen ons dit jaar toch nog een groot aantal mooie zomerse dagen te beurt. We hebben ons voor genomen daarvan ruimschoots te pro fiteren en er dan op uit te trekken. Dit kan echter alleen als voor de warme maaltijd zoveel mogelijk alles van tevoren klaargemaakt is. Met dat tijdig „tevoren klaarmaken" moeten we natuurlijk ook rekening houden bij het kiezen van de levens middelen. Stevige, gare vleeswaren, vlees en vis zijn b.v. beter houdbaar dan zachte soorten als leverworst, zachte niet gerookte worst, niet geheel gare rollade en licht gestoomde bok king; ook stevig,, groenten en vruch ten zijn gemakkelijker te bewaken dan zachte. Leg, thuisgekomen van hef boodschap pen doen, meteen reepjes papier tussen de plakken vleeswaren tér voorkoming van het aan elkaar kleven. Bewaar vlees- en viswaren zo koel en luchtig rrfogelijk, liefst in het papieren zakje. Wikkel sla in een stuk vochtig papier, spreid vruch ten uit op een Bord of sehaal en kijk ze meteen na op aangestoken of niet ge heel gave exemplaren. Zorg ervoor de melk niet ongekookt een dag te laten staan, tenzij in een ongeopende fles. Laat U niet verleiden de warme maal tijd, «lie voor dezegelegenheid heus niet helemaal warm hoeft te zijn, over te staan. Zijn rijst, macaroni of bonen en voor deze keer bij uitzondering de aard appelen voor twee dagen tegelijk ge kookt, dan zijn zij in een ommezien op gewarmd, maar wilt U er liever een koude schotel van maken, probeer het dan eens met deze recepten en maak de sla voordat U het huis uitgaat groten deels klaar. Aardappelsla-schotel Voor de aardappelsla de gekookte aardappelen in blokjes of plakjes snijden niet fijnprakken. Deze vermengen met een mengsel van olie en azijn of melk en azjjn, zout (peper). Gebruik als smaakgevende ingrediënten een flinke hoeveelheid zeer fijn gesneden peterselie, verder kleine stukjes groene of rode paprika en gesnipperde bieslook of prei. De sla op smaak afmaken en op een schaal overbrengen. De rand van de schotel met gewassen slabladeren bedek ken (zo nodig dikke nerven uitsnijden). De schotel afmaken met afwisselend plakjes komkommer en opgerolde plak jes vleeswaren. De komkommer met een weinig zout bestrooien. Macaronisla 500 g. gekookte marcoroni. 150 g. gar nalen, gaar vlees of vleeswaren, 250 g. gekookte spersieboontjes of erwtjes, 500 g. kleine tomaten, mayonnaise of een andere gebonden slasaus, (zout, noot muskaat, mosterd) peterselie. De macaroni, het vlees, (de boontjes) en op een paar na de tomaten in stukjes snijden, luchtig dooreenscheppen en met een weinig slasaus (nootmuskaat en mos terd) vermengen. De achtergehouden to maatjes schillen, halveren en met zout bestrooien. Ze met de bolle kant naar boven op de sla zetten en op ieder een nopje slasaus leggen. De takjes peter selie wassen, uitslaan en tussen de to maatjes leggen. Groentensla met gevulde eieren kg. gemengde groenten, bijv. wortel tjes, spersieboontjes, bloemkool, een paar gekookte aardappelen, zout. olie en azijn, peterselie, slabladeren; 4 eieren, 60 g weke boter of margarine (nootmuskaat). De groenten schoonmaken en in weinig water met zout 15 a 20 minuten koken, zodat ze nog niet geheel zacht zijn. Ze laten afkoelen en in nette stukjes sne den, evenals de aardappelen. Alle ingre diënten dooreenmengen en een niet te ZUhF A"611®5®! van olie en azijn erover sc fidi k. 0 ri De eieren 8 a 10 minuten koken, pel len en halveren. De dooiers er uit nemen en door een zeef wrijven. De dooiers door de boter of margarine roeren en het mengsel op smaak maken met zout (nootmuskaat) en een paar druppels azijn. Van de eieren een kapje afsnijden zodat ze kunnen staan (De kapjes hak ken en door de groentensla roeren). De eieren vullen met de eiboter en netjes bijwerken. De groentensla op een schotel over doen en met zeer fün gesneden peter selie bestrooien. Een rand van slablade ren er om heen leggen en hierop de ge vulde eieren zetten. Eindelijk is er een einde gekomen aan die eeuwige afwas-misère. Niet langer be hoeft de huisvrouw met een zucht van tafel op te staan en vol tegenzin aan de afwas te beginnen. In deze moderne we reld van nylon, plastic en straalmotoren hebben de Castella-fabrieken ook daar iets op gevonden. Een lepel van het nieu we afwasmiddel Castella Vaatwas ver schaft U teilen vol actief schuim, waaruit Uw vaat- en glaswerk, lepels en vorken in een oogwenk blinkend en stralend te voorschijn komen. Voorbij is de narigheid van natte doeken, want afdrogen is niet meer nodig en voorbij is ook.... de ellen de van ruwe „afwashanden". Dit wonder middel maakt de handén in plaats van ruw fluweelzacht! En de prijs voor dit jongste Castella-productslechts 25 ct. per pak. Hebt u die bewijsstukken in uw bezit? vroeg ze enkel. Ja verklaarde Splay, met een bra voure, die een minder gewiekste tegen partij misschien had kunnen misleiden, en ik weet ook waar het meisje is. Ik kan elx ogenblik mijn hand op haar leggen, en dat zal ik doen ook; ik ben van plan haar te helpen en haar rechten voor haar op te eisen, het arme kind! Dat wil zeggen, als glS Als wat? vroeg Madge, bijna vfiende- lijk Als u geen regeling met me treft, my lady zei hij veelbetekenend. Het meisje weet niets van wat ik u allemaal verteld Waar is ze? vroeg Madge, heel rustig Splay ontweek haar blik, maar hij had zijn antwoord klaar. Ze werkt voor een kleermaker. En laat ze daar rustig blijven, zeg ik maar, als uw ladyschap de zaak met me wil regelen. Zo niet Er was een stilte; Madge's hersens werk ten koortsachtig. Al had de man gelogen wat betreft die bewijsstukken, hij had haar toch in zijn macht. Hoe moest ze hem aan pakken? Wat zoudt u dan willen dat ik deed? vroeg ze heel minzaam. Ik voor mij denk, dat u zich vergist, en dat uw hele verhaal onzin is, maar gesteld eens, dat het waar was, wat zoudt u dan van me willen? Nu spreekt u verstandig my lady, zei hij; en nu kan ik ook openhartig tegen u zijn. Het spreekt vanzelf: als ik mijn mond houd, dan moet ik er ook goed voor be- taald worden. Dat is niet meer dan na- tuurlijk en zakelijk, niet? U en ik zijn com pagnons, zogezegd, maar ik hoef toch met de helft te hebben van al wat u in bezit hebt. Ik ben een bescheiden man, en het is niet zo moeilijk'om mij tevreden te stellen. Wat ik dan zeggen wil, en dat is mijn laat ste woord: geeft u me duizend pond con tant en ik ben tevree. Maar Madge was intussen klaar met den ken; als bij toverslag was het haar duide lijk geworden, hoe ze moest handelen om deze man onschadelijk te maken. Met een stem, totaal verschillend van die waarmee ze al de tijd gesproken had, met de stem van Madge, het straatkind, de Madge van Baldwin's Rents, beet ze hem dat ene woord toe: Smiecht. gplay kroeg een schok, alsof hij een geest zag en staarde haar aan. Ze stond op en kwam vlak voor hem staan, kaarsrecht, haar gezicht een en al uitdaging, leedvermaak en verachting; doch het was niet langer het gezicht van Irene, maar dat van Madge, het achter buurtkind. Splay deed een stap achteruit en staarde haar met uitpuilende ogen aan, terwijl hij naar lucht hapte, ze stond daar inderdaad als een spookbeeld uit het verleden. Smiecht! herhaalde ze, Op de toon van het Londense straatmeisje. Waar zie je me voor aan, Splay? Gebruik je verstand! Want de verbijsterde man was nog verder achteruit geweken en had zich krampach tig aan de leuning van een stoel vastge klampt, buiten zichzelf van schrik en ver rassing. Wat een sukkel ben je toch, dat je me niet herkend hebt! Madge! bracht hij uit, terwijl hij haar met knipperende ogen aankeek en aan zijn droge lippen likte. Ja, Madge! zei ze sarrend. Madge uit Baldwin's Rents. De kleindochter van moeke Bunch en de wettige dochter van de graaf van Mersia! Ik geloof dat ik droom, stotterde de Speld. Geen kwestie van! zei Madge. Je bent klaarwakker, Splay. Wakker genoeg om te begrijpen, dat je vliegertje niet op is gegaan. Je bent een ietsje te laat gekomen, Splay. Dank je vriendelijk voor alle in lichtingen, die je me gegeven hebt; maar, zie je, ik wist het allemaal al. Ik ben er op eigen gelegenheid achter gekomen, ter wijl jij eh op reis was! Ik bedoel: je straf uitzat voor je valse munterij! Denk je soms, dat ik dat niet meer weet? En je hebt volkomen gelijk; ik ben de dochter van de graaf van Mersia; zijn echte, wet tige dochter. Ik ben dat zonder jouw hulp te weten gekomen, en je geheim is niet dat waard. Ze knipte met haar vingers vlak voor zijn gezicht, juist zoals Madge, het straat kind, zou gedaan hebben, en Splay kromp ipeen en kreunde. Je kwam hier om mé te dreigen, om chantage te plegen! Ze lachte en haar lach trof de man als een zweepslag. Maar je hebt je vergissing ingezien. Nu dreig ik jou! Ze richtte zich dan in haar volle lengte op en kwam langzaam op de verslagen tegenstander toe, die nog verder terug week en tastend, als een blinde, zijn weg naar de deur zocht- Waag het nog eens, in mijn nabijheid te komen, of me enig bericht te sturen, eh ik breng de politie op je spoor! Ik weet dat ze je „nodig hebben" voor een smerig zaakje dat is altijd het geval ge weest en zal wel altijd zo blijven. Je wou duizend pond hebben, niet? Je krijgt geen penny. Maak dat je uit mijn ogen komt! Splay had de deur bereikt en morrelde aan de kruk. Madge! hijgde hij. Een oude ken nis Noem me zo nóg eens, zei ze tussen haar opeengeklemde tanden, durf nog één woord tegen me te zeggen, één zinspeling op het verleden te maken, en ik druk op de bel en stuur mijn bedienden naar de politie. Uit mijn ogen, zeg ik? A.ls ik je ooit weer zie, al is het maar bij toeval, dan laat ik je arresteren. Als ik er achter kom, dat je ook maar mijn naam genoemd hebt, dan zal ik je weten te vinden. Mars! Als een geslagen hond opende Splay de deur juist ver genoeg om zich er door te wringen en sloop heen. HOOFDSTUK XXXI. De lente was voorbijgegaan en gevolgd door een ongewoon vroege zomer. Londen was druk en kleurig, maar zelfs geen echo van het bonte stadsgewoel drong door in de landelijke rust van het vergeten dorp je Frimstone. Zoals Irene daar stond, half verborgen door hoge bossen fel-kleurige bloemen, leek ze een echt buitenmeisje. Haar leven was zo vredig, zo onbewogen voor het uiterlijk, zo vol prettige, gezonde bezig heid, dat ze zich heel gelukkig had kun nen voelenals ze maar vergeten kon! Maar dat was haar onmogelijk. Dag en nacht moest ze aan haar ongelukkige va der denken.... en aan Terence, met wie ze beloofd had te trouwen, en van wiens mislukte vlucht ze in de krant gelezen had. Maar en dat leek haar zelf vreemd degene, wiens beeld het hardnekkigst bleef vervolgen, was Mayne Redmayne. Ze moest nu weer aan hem denken, ter wijl haar handen druk bezig waren met het opbinden van de hoge bloemstengels, haar weemoedige blik zwierf over de haag heen naar de verte, waar ze de stad wist en zonder dat ze het zich bewust was, ontsnapte haar een diepe, droeve zucht. Waarom zucht je, Margaret? vroeg Lily, die haar draden raffia aangaf. Je zucht zo dikwijls, wanneer ik juist denk, dat je erg in je schik bent; en soms als je tegen me praat, verbeeld ik me, dat je treurig bent en ergens over tobt- Ik tob niet, Lily, snoes, zei Irene. Ik dacht alleen maar ergens over na. De zondeling-geklede gestalte van juf frouw Carter dook op uit de huisdeur. Ze drentelde naar Lily toe en streelde haar over het vlasblonde kopje. Tijd voor een kopje thee, Margaret, zei ze Ik zal nog even wat irissen snijden, dan kom ik, zei Irene. De vrouw ging met haar kleindochtertje naar binnen en Irene begón een mandje met de enorme paarse irissen te vullen. Toen ze klaar was, baande ze zich een weg tussen de bloemen door naar het pad, dat naar de schuren leidde. Van hier leidde een ander paadje naai een hekje aan de weg en doelloos, veistrooid, dren telde Irene er heen, terwijl ze haar hoofd achterover wierp en haar armen strekte, die stijf en pijnlijk waren van het werk. Ze leunde over het hekje en keek de weg af, die naar Londen leidde het Londen, waar haar verleden begraven lag. Terwijl ze daar zo stond en de auto's nakeek, die nu en dan langssnorden, na derde een ruiter om de bocht van de weg. Iren volgde hem lusteloos met de blik, zonder veel belangstelling, want dit ge deelte van Surrey was zeer in trek bij ruiters uit Londen. Maar toen hij dichtbij kwam en zij zijn mooi raspaard bewon derde, trof iets in zijn verschijning haar plotseling als bekend en vertrouwd. Hij was nu vlak bij het hekje en opeens zag ze met een gewaarwording als van vrees, dat het Mayne Redmayne was. Redmayne kwam aanrijden, zijn ogen op de grond gevestigd. Hij merkte de meis jesgedaante in het hekje nauwelijks op het meisje, wier blik met een smekende, bijna verwijtende blik op hem gevestigd was. Hij reed langs haar, en met een hart brekende zucht stond Irene op het punt, zich om te keren en naar het huis te gaan, toen opeens het paard struikelde. Redmayne hield de teugels in, keek neer langs de poten van het paard, sprong toen uit de zadel, en nadat hi.i de rechter-voor- hoef bekeken had, sloeg hij de teugels over de arm en keek om zich heen, Zij blik bleef rusten op de half-omgekeerde gestalte bij het hek, en hij leidde zijn paard er heen. Irene had wel willen wegvluchten, maar ze was niet in staat, zich te verroeren. Haar hart bonsde fel; ze kon slechts het hoofd wat afwenden, toen hij haar naderde en zijn hoed afnam. Neemt u mij niet kwalijk, zei hij; maar kunt u me ook zeggen, of er hier in de buurt een hoefsmid woont? Mijn paard heeft een ijzer verloren. De grote linnen zomerhoed verborg haar gezichtje bijna geheel; hij kon niet zien, dat ze dodelijk bleek was geworden, dat haar lippen beefden. Een klein eindje verder aan deze zelfde weg, zei ze. Toen hij sprak scheen hij even op te schrikken, alsof iets in haar stem zijn her innering had opgewekt. Toen onderdrukte hij een zucht en lichtte nogmaals de hoed. Wat een schitterende bloemen, zei hij van haar naar de ranke stengels kijkend. U kweekt ze hier als ik me niet vergis? Zou ik er wat mogen meenemen? Met gebogen hoofd err over heel haar lichaam bevend,m-aakte -Iijène een toe- stemAiend gebaar. - - Heel graag dart. zet Redmayne. Ik laat de keuze aan u over. Bijna zonder te weten wat ze deed, sneed Irene wat Godetia's af, wikkelde een draad raffia, die ze uit de zak van haar linnen schort nam, om de stelen en reikte ze hem toe over het hek. Hij nam ze aan en boog. Dank u wel. Hij stak zijn hand in zijn zak en haalde er een geldstuk uit. Irene schudde weigerend het hoofd. O, maar ik moet er toch iets voor betalen, zei hij. Nee, zei ze met een vreemde, doffe stem, dat- is niet nodig, Terwijl ze sprak keerde ze onbewust haar hoofd naar hem toe en Redmayne zag voor het eerst haar gezicht. Zij hand sloot krampachtig om de bloemen en hij staarde haar aan met de ogen van een man, die een geest ziet. Zij adem ging snel; zijn hart sloeg onzinnig-luid. Aan wie herin nerde ze hem? Vóór hij tijd had om na te denken, had Irene zich met een vluchtige hoofdknik omgekeerd en liep nu in de richting van het huis. Hij stond haar een ogenblik na te kijken, toen zuchtte hij diep en liep met gebogen hoofd langzaam terug naar zijn paard. Bevend over haar gehele lichaam, ging Irene het huisje binnen. Juffrouw Carter kwam haar in de kamer al tegemoet. Is Lily bij je? vroeg ze. Ze is daar juist weer weggesnapt. Ben je moe, Mar garet? Je ziet bleek. Nee, nee, ik ben uitstekend in orde, zei Irene. Lily? Ik heb haar niet gezien, sinds u haar mee naar binnen nam. Ze is weggegaan om te zien waar je bleef zei de grootmoeder bezorgd. Irene keerde zich haastig om en holde t pad af. Ze was dol op het kind, en de- schouwde zichzelf als Lily's speciale be waarster. Ze liep een eindje de weg af en zag ten slotte Lify staan bij een landloper, die tegen het kind praatte. Lily, kom dadelijk thuis, riep Irene. Deze arme man heeft honger, Mar garet, en wou graag iets te ^ten hebben. Mag hij niet mee naar huis gaan? Irene keek weifelend van de een naar ae ander. Juffrouw Carter had niet veel op met landlopers, dat wist ze. Ik heb tot mijn spijt geen geld bij me, zei ze tegen de man. Kom Lily. De man scheen te aarzelen, toen voigae hij Irene en het kind in de richting van het huis. Juffrouw Carter kwam naar bui ten en keek bezorgd naar het naderend groepje. Wie ben je? vroeg ze aan de man. De landloper keek haar aan, en toen ze hem herkende, riep ze uit: James! Hij keek naar Lily en maakte een waar schuwend gebaar. Kom binnen, zei juffrouw Carter. Ja kom binnen! De man ging naar binnen met Lily en Irene Hij liet zich op een stoel neervallen en bedekte het gezicht met de handen. Hij beefde en zijn holle hoest echode door de keuken Juffrouw Carter stond hem strak en streng aan te kijken; er was iets tra gisch in haar groteske gedaante en het harde, diep-gegroefde gezicht. Ga wat in de tuin, Lily, zei ze. Irene wilde met het kind meegaan, maar juffrouw Carter wenkte haar te blijven. Doe de deur dicht, zei ze. Irene sloot de deur en liep langzaam naar het raam. Ze .vond het niet prettig, dat ze blijven moest en getuige zijh van wat. ze voèldé, dat. een pijnlijke scene zpu worden. Hoe ben je hier gekomen, James Pé ters' vroeg juffrouw Carter. Heb je ons ten slotte dan toch gevonden? Ik liep op de weg, zei hij. Ik ben zwervend. Ik zag het kind en maakte een praatje met haar. Iets in haar gezichtje herinnerde me aan Susan. Ik vroeg, hoe ze heette en ze vertelde het me. Ik wilde dadelijk weer weggaan maar ik kon niet toen toen ik zag, dat ze blind was. Het is maar een toeval, dat ik hier in de buurt ben ik was volstrekt niet van plan, u op te sporen. Laat me een ogen blikje rusten om wat bij te komen; dan zal ik weer verder gaan. Juffrouw Carter keerde zich half naar Irene. Deze man is de echtgenoot van mijn dochter, Margaret, zei ze bitter. Hij was het, die alle ellende over ons leven bracht. Zijn wreedheid en onverschilligheid ver oorzaakten de dood van mijn kind. Ik had mij van het begin af aan hevig tegen het huwelijk verzet, want hij was een soort van heer, en niemand wist, waar hij van daan kwam, maar mijn arm meisje was helemaal door hem ingepalmd, door zijn knappe gezicht en fijne manieren, en al mijn bezwaren maakten niet de minste indruk op haar. Ze liep van huis weg om met hem te trouwen, en vóór er een jaar om was, was ze bij mij teruggekomen om te sterven. Hij had haar en haar ongeboren kind verlaten. Ik verliet het dorp, waar ik gewoond had sedert ik een klein meis je was en kwam hierheen met Lily, ho pend, dat ik deze man nooit meer terug zou zien. Ik heb Lily verteld, dat haar vader dood was, en ik heb bijna gebeden, dat het zo mocht zijn; maar onkruid ver gaat niet en daar is hij, zoals je ziet. Kijk hem aan! Hij is vroeger een heer geweest! Peters zat daar met 't hoofd op de borst gezonken, in zijn bleek gezicht trokken de spieren krampachtig, en hij hield een hand tegen zijn keel gedrukt, als om het hoesten, dat telkens weer opkwam, te smoren. Het is maar al te waar, zei hij met een holle stem, elk woord is waar. U hebt reden genoeg om me te verafschu wen u, haar moeder; ik ben niet waard te leven, en ik zou het korte poosje, dat me nog overblijft, graag willen geven, als ik daarmee het verleden ongedaan kon maken. Je kunt mijn kind niet in het leven terugroepen, zei juffrouw Carter. Je kunt Lily geen eerlijke en achtenswaardige va der geven; je kunt alleen maar schande over haar brengen. Dat weet ik, zei hij wanhopig. Ik ben niet van plan, mezelf te verontschul digen; maar ik heb Susan niet verlaten, zoals u en zij gedacht hebt. Juffrouw Carter keek hem met ongelo vige verachting aan. Neen, zei hij; ik werd. van haar weg genomen. Er was iets hij aarzelde en er kwam een zwakke blos op zijn wit ge zicht iets, wat ik gedaan had, vóór ik haar ontmoette, iets waar u niets van af wist en zij evenmin. Wij wisten niets van je verleden, zei juffrouw Carter; maar ik twijfel er niet aan, of het was zo oneervol als maar mo gelijk is. Dat was het, bekende hij. Daarom hield ik het voor haar verborgen. God weet, dat ik, toen ik"'haar trouwde, het eerlijke voornemen had, dat verled "h" voorgoed achter me te laten, een nterw leven te beginnen en haar waardisv worden. Ik was van plan, werk te ken en haar later, wanneer het ons ging, bij u terug te brengen en u giffenis te vragen, maar het is niet makkelijk, het verleden kwijt te wo Iets, dat ik gedaan had een dwaas' een misdaad, in een ogenblik van ver<t zing begaan zou mijn gehele toeko- i verwoesten. De politie kwam mij op het spoor en arresteerde mij. Ik liet Susan in onwetendheid van wat er met mij ge beurd was. Het was beter, dat ze zou denken, dat ik haar verlaten had, dan dat ze hoorde, dat haar man een misdadiger was. Weer bedekte hij zijn gezicht met de handen. Juffrouw Carter ademde hoor baar. Mijn kind de vrouw van een veroor deelde boef!, zei ze, tussen haar tanden. En je kunt hier komen en me dat rustig vertellen? Ja, zei hij bijna onhoorbaar. Toen 'k hoorde dat ze dood was, maakte ik het voornemen, me nooit aan u bekend te maken, om geen schande te brengen over het kind; maar toen ik haar daarjuist zo geheel onverwacht ontmoette, werd haar gelijkenis met Susan me te machtig. Ik trachtte heen te gaan, maar ik kon niet. En nu veronderstel ik, dat je haar van mij wilt opeisen, me haar afnemen? Goed, je hebt recht op haar; ik zal haar binnenroepen en haar vertellen, dat je haar vader bent. Je kunt haar meenemen. Je kunt haar hart breken, zoals je dat van Susan en mij gebroken hebt, en schande over haar brengen, zoals je over ons gebracht hebt- Ik vermoed, dat het onvermijdelijk is, en dat we er ons bij zullen moeten neerleggen. Peters raapte zijn pet op, die gevallen was en stond op, bevend en opgewonden. Het duurde even, vóór hij spreken kon; toen zij hei, met nauwelijks verstaanbare stem: Ik ben niet zo slecht en harteloos als u schijnt te denken. Ik was eens een heer, zoals u me daar straks zo smalend ver weten hebt; ik ben nog een man. Ik heb het kind niets verteld, al kostte het me de grootste inspanning, niet mijn armen om haar heen te slaan en te roepen: Ik ben je vader! Ze weet niets, en ze hoeft nooit iets te weten. Zeg het kind de hoest belette hem een ogenblik te spreken hij snakte naar adem dat ik enkel een doodgewone landloper was, zoals ik ook ben. Ik zou u willen danken voor alles, wat u voor haar doet, maar ik begrijp, dat u van mij geen dank zoudt willen aannemen. U zult nooit meer iets van me horen; lang heb ik trouwens niet meer te leven. En zelfs als dat wel het geval was, zou ik nooit meer vragen, het kind nog eens te mogen zien, hoewel ik...., zijn stem brak: Neen, neen! Vaarwel! Hij sleepte zich langzaam naar de deur een beeld van wanhoop en ellende. Irene staarde nog steeds door het raam, maar ze kon niets zien door de tranen, die haar verblindden. (wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 4