w.
Ons Succes-patroon
van deze week
We trekken er een dag op uit
DE DUBBELGANGSTER
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
Wordt U gekweld
Maar sla de warme maaltijd niet over!
Dagelijks terugkerende
verschrikking verdwijnt
CHARLES GAR VICE
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1953
PAGINA 4
Speelfilm ruggegraat der filmindustrie. Continuïteit
noodzakelijk voor productie. Belasting legt 200 pet op
kostprijs. Pas op voor beunhazerij. Televisie tot
nog toe mislukking. Zevende lustrum van de Tarzan-
films. Dertig stuks met tien verschillende Tarzans.
In een Shakespeare-film: „Extra-dialoog van Sam Taylor.
Bing Crosby, geluksvogel. Richard Burtove al weer
naar Engeland. Aanbod van een millioen dollars
afgeslagen.
C 773
Afwas thans kinderspel!
(Van onze filmredacteur)
J} IJ EEN WELOVERWOGEN FILMBELEID kan en mag de overheid
niet uit het oog verliezen, dat de ruggegraat van een filmindustrie
tenslotte de geregelde vervaardiging van speelfilms is, zij het dan
misschien op bescheiden schaal."
Tot deze conclusie komt het jaarverslag van 1952 van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond, waaraan wij verleden week reeds aandacht hebben gewijd.
Na te hebben herinnerd aan de onderscheidingen, welke verschillende
Nederlandse films op internationale filmmanifestaties ten deel vielen en
aan de belangstelling, welke het Nederlandse product daar over het
algemeen wist te trekken, wijst het verslag er op, dat zelfs een veelheid van
zulke bekroningen, behaald met korte films, op het stuk van nationale
publiciteitswaarde in het buitenland niet kan opwegen tegen de gglm, die
één enkele speelfilm zou wegdragen. De belangstelling van het publiek, en
dus ook van de pers, van alle landen ter wereld richt zich bij voorkeur en
in hoofdzaak op de film, welke de mens zelf tot onderwerp heeft en hem
in al zijn dramatische bewogenheid hetzij van tragische, hetzij van
komische zijde in letterlijke zowel als in figuurlijke zin belicht.
Uit deze nuchtere feiten volgt volgens
het verslag, dat een overheidspolitiek ter
bevordering van de kunstzinnige en cul
turele film nooit ten volle kan worden
verwezenlijkt met voorbijgaan van de
speelfilm.
Het verslag herhaalt dan het door
iedere insider (behalve door de overheid?
Red.) aanvaarde axioma, dat het ac
cent van het vraagstuk ener nationale
filmproductie steeds ligt op de con
tinuïteit. Een jonge Nederlandse film
productie immers zal slechts in staat
zijn die creatieve krachten aan te trek
ken, welke haar kunnen omhoogstuwen,
indien zij deze krachten door geregelde
werkgelegenheid een redelijk bestaan kan
bieden. Maar deze noodzakelijke conti
nuïteit kan alleen worden bereikt, indien
de voorwaarden voor de amortisatie aan
wezig zijn. Zoals reeds in vorige jaar
verslagen is gerapporteerd, heeft het be
leid van de privaatrechtelijke bedrijfs
organisatie van het Nederlandse film- en
bioscoopbedrijf op het stuk van deze
amortisatie alle voorwaarden geschapen,
d.w.z. op één na, welke onder het beleid
van de regering en de gemeentebesturen
valt:, verlaging van omzet- en vermake
lijkheidsbelasting, die thans tezamen als
een last van ruim 200 op de kostprijs
van de Nederlandse film drukken.
HOEWEL verheugd, dat de successen
van de Nederlandse korte films in
het buitenland hebben geleid tot
nieuwe opdrachten uit het buitenland en
een geleidelijk ontwakende belangstel
stelling van het Nederlandse bedrijfs- en
verenigingsleven voor de film als middel
tot propaganda en voorlichting en in
structie, toont het verslag zich bezorgd
over het gebrek aan inzicht, dat door
sommige Nederlandse opdrachtgevers bij
het verstrekken van filmopdrachten aan
de dag wordt gelegd. Herhaaldelijk zijn
dergelijke opdrachten gegeven aan ama
teurs of beunhazen met, zoals te verwach
ten was, bedroevende resultaten. Op deze
wijze Vfordt in ons land jaarlijks een niet
onaanzienlijk bedrag verspild aan onver
antwoorde opdrachten, waardoor zowel
afbreuk wordt gedaan aan de goede naam
en de reputatie van de bona fide Neder
landse filmmakers als de beunhazerij in
de hand wordt gewerkt.
Tenslotte wordt er nog aan herinnerd,
dat de N.V. Filmex gedurende het ver
slagjaar de productie van een speelfilm
onder de titel „Sterren stralen overal"
ter hand heeft genomen en voltooid, de
eerste Nederlandse speelfilm, die sedert
1950 is uitgebracht.
Johnny Weismuller en Lex Barker, de laatste twee van de tien acteurs in de
35-jarige Tarzan-dynastie.
AT de televisie betreft merkt het
verslag op, dat de betrekkelijke misluk
king van het experiment tot nog toe een
meevaller is geworden in de concur
rentie.
De bevordering van de zijde der over
heid van dit nieuwe communicatiemid
del, waarbij aanzienlijke binnenlandse in
dustriële be'angen zijn gemoeid, wettigt
echter volgens het verslag de verwach
ting van kunstmatige uitbreidingen van
het kweken van behoeften, waarvan tot
heden in ons land niet veel is gebleken.
Mocht men er in slagen hier te lande
een afzet van televisietoestellen te berei
ken zoals in sommige andere landen het
geval is, dan zal volgens het yerslag de
nieuwe concurrentie ook het bioscoopbe
drijf niet onberoerd laten.
Betreffende de pogingen, die in het
buitenland worden gedaan om de toene
mende concurrentie van de televisie het
hoofd te bieden, meldt het verslag dat
in 1952 in Europa demonstraties werden
gegeven met zogenaamde ..grootbeeld
televisie", waaronder men verstaat het
projecteren van speciaal daartoe per te
levisie uitgezonden amusementsprogram
ma's, bijzondere gebeurtenissen of specia
le films op een bioscoopdoek van norma
le afmetingen. Deze uitzendingen gaan
via kanalen, die niet door gewone ont
vangtoestellen kunnen worden benut.
Engeland is tot dusverre het enige land
in Europa, dat voorbereidingen treft voor
dit 'gebruik van televisie voor theater
doeleinden.
Met betrekking tot de panoramische en
de stereoscopische film merkt het ver
slag tenslotte nog op, dat zij als technisch
novum de ontwikkeling en de aantrek
kelijkheid van het bedrijf dienen.
„Deze nieuwe technische ontwikkeling
zal echter", aldus het verslag, dat wij in
dit opzicht volledig onderschrijven, „on
dergeschikt blijven aan de inhoud en het
zal de filmstof zijn, die, geaccentueerd
door een juist gebruik van de nieuwe
mogelijkheden, de filmbelangstelling zal
stimuleren en intensiveren".
VIJF EN DERTIG jaar geleden werd
de eerste Tarzan-film gemaakt. Even
zovele jaren werd daarin dezelfde his
torie verteld en nog steeds is de aapmens
net zo pupulair bij 't publiek als aan het
begin van zijn loopbaan. Het begint bijna
altijd met een idyllische scène tussen
Tarzan en zijn beminde Jane, die vredig
hun dagen slijten in het oerwoud. Dan
weerklinken er .-ongewone geluiden. De
trouwe chimpansee begint zenuwachtig
te dansen, Tarzan fronst de wenkbrau
wen en barst los in zijn bekende stort
vloed van woorden: ..Blanken niet
goed". Natuurlijk heeft hij gelijk. Do
blanken, die het filmoerwoud binnen
dringen, deugen niet. Ze komen ivoor
stelen, onschuldige dieren afslachten, in
boorlingen beroven en zo.
Dan begint het. De eerste ronde wordt
altijd gewonnen door de blanke bandie
ten, want Tarzan is te goedig om dade
lijk hun kwaadaardige bedoelingen vol
ledig te doorgronden. Een stam wordt
tot oproer gebracht, ivoor verdwijnt, de
dierenvrienden van Tarzan worden ge
dood of Jane ontvoerd.
Dan komt Tarzan in actie. Hij slaat zijn
gevreesde strijdkreet en stort zich via
de woudreuzen op de boze blanken, die
Katherine (links) en Audrey Hepburn, voor wie de acteur-regisseur grote
professionale) belangstelling aan de dag legt.
in ravijnen vallen onder olifantenpo-
ten worden vertrapt, of door kannibalen
en krokodillen worden verslonden.
De rust keert weer in 't oerwoud en
de volgende Tarzan-film kan er begin
nen.
In de afgelopen 35 jaar zijn er 30 Tar-
zanfilms gemaakt, waarin tien verschil
lende Tarzans en veertien Janes mee
speelden. Het beroemdste junglepaar
werd gevormd door Johnny Weismuller
thans bekend als Jungle Jim nn
Maureen O'Sullivan.
Voordat een Tarzanfilm „op de vloer
komt", weet men al, dat ze door 140 mil
lioen mensen zal worden gezien, van wie
40 millioen Amerikanen. Met uitzonde
ring van enige grote klassieke films blijft
een film ongeveer twee jaar in roulatie.
Wat de Tarzanfilm betreft is die duur
practisch onbeperkt. Voor producent Sol
Lesser, die deze films nu 35 jaar exploi
teert, een veilige geldbelegging dus.
DE acteur-regisseur José Ferrer heeft
grote professionele belangstelling
voor actrices, die Hepburn heten. Behal
ve dat hij voornemens is om de Engelse
actrice Audrey Hepburn in een toneel
stuk op Broadway t,e laten optreden, heeft
hij meegedeeM, dat Katherine Hepburn
hem heeft beloofd mee te werken aan
zijn verfilming van Shakespeare's „Ta
ming of the Shrew".
Douglas Fairbanks en Mary Pickford
hebben dit stuk in 1929 verfilmd. Dé in
leiding op deze film bevatte toen de his
torisch geworden mededeling: „Extra-
dialoog van Sam Taylor"
IN zijn autobiografie „Call me lucky"
(Noem me een geluksvogel) houdt
Bing Crosby hardnekkig vol, dat hij
in werkelijkheid absoluut geen zangstem
heeft. Hij is van mening, dat de mensen
juist daarom zoveel van zijn stem hou
den- ze kunnen in hun badkamer zingen
en van zichzelf geloven, dat ze even goed
zijn als Crosby.
Om te bewijzen hoe weinig stem hl]
heeft, onthult hij, dat hij eens onder een
valse naam heeft deelgenomen aan een
zangwedstrijd voor amateurs. Hij ver
loor de wedstrijd aan een man, die....
Bing Crosby imiteerde.
Dit is overigens helemaal zö iets bij
zonders niet. Het is Clarence Nash ook
overkomen. Ofschoon hij er nooit op uit
is geweest om roem te zoeken, heeft Cla
rence Nash, een eenvoudige man uit Ca-
lifornië, eens meegedaan aan een wed
strijd wie het beste de stem van Donald
Duck kon nabootsen. <§iJr Nash kwaakte
en kwetterde, dat het een lieve lust was,
en won de derde prijs. De ]ury maakte
uit, dat twee andere mededingers beter
het geluid van Donald Duck konden na
doen.
Het enige wat nog te vermelden valt is,
dat Mr. Clarence Nash al sinds de ge
boorte van de beroemde eend, ongeveer
twintig jaar geleden. Donald Duck van
diens stem voorziet
OVER Richard Burton, de jonge Brit
se acteur, die in Hollywood furore
heeft gemaakt, met zijn optreden in
de film als ..My Cousin H;'chel en „De
sert Rats" en die als gevolg daarvan de
meest begeerde rol van het jaar heeft
gekregen: de hoofdrol in „The Robe", het
verhaal van de Romeinse soldaten, die
onder het kruis dobbelden om Christus'
opperkleed, hebben we al eens eerder
geschreven. Stewart Granger heeft van
hem verklaard, dat hij hét in Hollywood
langer zou uithouden ,,dan wij allemaal
bij elkaar".
Stewart Granger wordt in het ongelijk
gesteld. Richard Burton gaat Hollywood
nu al weer verlaten en dat is juist de
reden, waarom wij, met waardering, mel
ding van hem maken. Burton, die in het
eerste jaar van zijn verblijf in Hollywood
niet minder dan 900.000 verdiende, heeft
zich zelfs niet door het aanbod van een
millioen dollars laten verleiden om te
blijven, maar heeft een contract getekend
met de beroemde Old Vic in Londen, dat
hem een salaris van45 pond 450)
per week oplevert. Hij is zelfs al begon
nen met de repetities voor de rol van
Hamlet op het aanstaande Festival te
Edinburg.
Tegenover journalisten, die hem inter
viewden, verklaarde hij: „Wat kan me
het geld schelen! Ik heb tenslotte dit be
roep gekozen om te acteren en niet om
een vermogen te verzamelen".
Nu de uitverkoop in volle gang is, zijn
er misschien vele dames, die voordelig
een paar leuke lapjes bebhen gekocht
voor 'n jurkje voor onze kleine peuters.
Deze week brengen wij een leuk kinder
jurkje, waar niet veel stof voor nodig is.
Dit model is met een vierkant halsje,
waaruit een ruche is verwerkt.
De zij pan den zijn ook met een ruche
opgezet.
Dit model is verkrijgbaar in maat
40, 50, 60 a 0,50.
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plak nooit meer dan f 1,op een kaart, wat meer geplakt wordt Is
waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291.
Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags.
Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. Patronen worden
niet geruild.
Wegens vacantie is ons bedrijf van 18 Aug. gesloten. Bestellingen
worden dan na die datum weer uitgevoerd.
(Advertentie)
door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en
zenuwpijnen, neemt dan Uw toevlucht tot
Togal. Het middel dat baat, waar andere
falen. Laat U dus niet langer kwellen,
maar gebruik regelmatig Togal. Togal
zuivert de nieren en is onschadelijk voor
hart en maag. Bij apotheek en drogist
f 0.95. f 2.40 en f 8.88.
Wie weet vallen ons dit jaar toch
nog een groot aantal mooie zomerse
dagen te beurt. We hebben ons voor
genomen daarvan ruimschoots te pro
fiteren en er dan op uit te trekken.
Dit kan echter alleen als voor de
warme maaltijd zoveel mogelijk alles
van tevoren klaargemaakt is.
Met dat tijdig „tevoren klaarmaken"
moeten we natuurlijk ook rekening
houden bij het kiezen van de levens
middelen. Stevige, gare vleeswaren,
vlees en vis zijn b.v. beter houdbaar
dan zachte soorten als leverworst,
zachte niet gerookte worst, niet geheel
gare rollade en licht gestoomde bok
king; ook stevig,, groenten en vruch
ten zijn gemakkelijker te bewaken dan
zachte.
Leg, thuisgekomen van hef boodschap
pen doen, meteen reepjes papier tussen
de plakken vleeswaren tér voorkoming
van het aan elkaar kleven. Bewaar vlees-
en viswaren zo koel en luchtig rrfogelijk,
liefst in het papieren zakje. Wikkel sla
in een stuk vochtig papier, spreid vruch
ten uit op een Bord of sehaal en kijk ze
meteen na op aangestoken of niet ge
heel gave exemplaren. Zorg ervoor de
melk niet ongekookt een dag te laten
staan, tenzij in een ongeopende fles.
Laat U niet verleiden de warme maal
tijd, «lie voor dezegelegenheid heus niet
helemaal warm hoeft te zijn, over te
staan. Zijn rijst, macaroni of bonen en
voor deze keer bij uitzondering de aard
appelen voor twee dagen tegelijk ge
kookt, dan zijn zij in een ommezien op
gewarmd, maar wilt U er liever een
koude schotel van maken, probeer het
dan eens met deze recepten en maak de
sla voordat U het huis uitgaat groten
deels klaar.
Aardappelsla-schotel
Voor de aardappelsla de gekookte
aardappelen in blokjes of plakjes snijden
niet fijnprakken. Deze vermengen met
een mengsel van olie en azijn of melk
en azjjn, zout (peper). Gebruik als
smaakgevende ingrediënten een flinke
hoeveelheid zeer fijn gesneden peterselie,
verder kleine stukjes groene of rode
paprika en gesnipperde bieslook of prei.
De sla op smaak afmaken en op een
schaal overbrengen. De rand van de
schotel met gewassen slabladeren bedek
ken (zo nodig dikke nerven uitsnijden).
De schotel afmaken met afwisselend
plakjes komkommer en opgerolde plak
jes vleeswaren. De komkommer met een
weinig zout bestrooien.
Macaronisla
500 g. gekookte marcoroni. 150 g. gar
nalen, gaar vlees of vleeswaren, 250 g.
gekookte spersieboontjes of erwtjes, 500
g. kleine tomaten, mayonnaise of een
andere gebonden slasaus, (zout, noot
muskaat, mosterd) peterselie.
De macaroni, het vlees, (de boontjes)
en op een paar na de tomaten in stukjes
snijden, luchtig dooreenscheppen en met
een weinig slasaus (nootmuskaat en mos
terd) vermengen. De achtergehouden to
maatjes schillen, halveren en met zout
bestrooien. Ze met de bolle kant naar
boven op de sla zetten en op ieder een
nopje slasaus leggen. De takjes peter
selie wassen, uitslaan en tussen de to
maatjes leggen.
Groentensla met gevulde
eieren
kg. gemengde groenten, bijv. wortel
tjes, spersieboontjes, bloemkool, een paar
gekookte aardappelen, zout. olie en azijn,
peterselie, slabladeren; 4 eieren, 60 g
weke boter of margarine (nootmuskaat).
De groenten schoonmaken en in weinig
water met zout 15 a 20 minuten koken,
zodat ze nog niet geheel zacht zijn. Ze
laten afkoelen en in nette stukjes sne
den, evenals de aardappelen. Alle ingre
diënten dooreenmengen en een niet te
ZUhF A"611®5®! van olie en azijn erover
sc fidi k. 0 ri
De eieren 8 a 10 minuten koken, pel
len en halveren. De dooiers er uit nemen
en door een zeef wrijven. De dooiers door
de boter of margarine roeren en het
mengsel op smaak maken met zout
(nootmuskaat) en een paar druppels
azijn. Van de eieren een kapje afsnijden
zodat ze kunnen staan (De kapjes hak
ken en door de groentensla roeren). De
eieren vullen met de eiboter en netjes
bijwerken.
De groentensla op een schotel over
doen en met zeer fün gesneden peter
selie bestrooien. Een rand van slablade
ren er om heen leggen en hierop de ge
vulde eieren zetten.
Eindelijk is er een einde gekomen aan
die eeuwige afwas-misère. Niet langer be
hoeft de huisvrouw met een zucht van
tafel op te staan en vol tegenzin aan de
afwas te beginnen. In deze moderne we
reld van nylon, plastic en straalmotoren
hebben de Castella-fabrieken ook daar
iets op gevonden. Een lepel van het nieu
we afwasmiddel Castella Vaatwas ver
schaft U teilen vol actief schuim, waaruit
Uw vaat- en glaswerk, lepels en vorken
in een oogwenk blinkend en stralend te
voorschijn komen. Voorbij is de narigheid
van natte doeken, want afdrogen is niet
meer nodig en voorbij is ook.... de ellen
de van ruwe „afwashanden". Dit wonder
middel maakt de handén in plaats van
ruw fluweelzacht! En de prijs voor dit
jongste Castella-productslechts 25 ct.
per pak.
Hebt u die bewijsstukken in uw bezit?
vroeg ze enkel.
Ja verklaarde Splay, met een bra
voure, die een minder gewiekste tegen
partij misschien had kunnen misleiden, en
ik weet ook waar het meisje is. Ik kan elx
ogenblik mijn hand op haar leggen, en dat
zal ik doen ook; ik ben van plan haar te
helpen en haar rechten voor haar op te
eisen, het arme kind! Dat wil zeggen, als
glS
Als wat? vroeg Madge, bijna vfiende-
lijk
Als u geen regeling met me treft, my
lady zei hij veelbetekenend. Het meisje
weet niets van wat ik u allemaal verteld
Waar is ze? vroeg Madge, heel rustig
Splay ontweek haar blik, maar hij had
zijn antwoord klaar.
Ze werkt voor een kleermaker. En laat
ze daar rustig blijven, zeg ik maar, als
uw ladyschap de zaak met me wil regelen.
Zo niet
Er was een stilte; Madge's hersens werk
ten koortsachtig. Al had de man gelogen
wat betreft die bewijsstukken, hij had haar
toch in zijn macht. Hoe moest ze hem aan
pakken?
Wat zoudt u dan willen dat ik deed?
vroeg ze heel minzaam. Ik voor mij denk,
dat u zich vergist, en dat uw hele verhaal
onzin is, maar gesteld eens, dat het waar
was, wat zoudt u dan van me willen?
Nu spreekt u verstandig my lady, zei
hij; en nu kan ik ook openhartig tegen u
zijn. Het spreekt vanzelf: als ik mijn mond
houd, dan moet ik er ook goed voor be-
taald worden. Dat is niet meer dan na-
tuurlijk en zakelijk, niet? U en ik zijn com
pagnons, zogezegd, maar ik hoef toch met
de helft te hebben van al wat u in bezit
hebt. Ik ben een bescheiden man, en het is
niet zo moeilijk'om mij tevreden te stellen.
Wat ik dan zeggen wil, en dat is mijn laat
ste woord: geeft u me duizend pond con
tant en ik ben tevree.
Maar Madge was intussen klaar met den
ken; als bij toverslag was het haar duide
lijk geworden, hoe ze moest handelen om
deze man onschadelijk te maken.
Met een stem, totaal verschillend van
die waarmee ze al de tijd gesproken had,
met de stem van Madge, het straatkind,
de Madge van Baldwin's Rents, beet ze
hem dat ene woord toe:
Smiecht.
gplay kroeg een schok, alsof hij een geest
zag en staarde haar aan.
Ze stond op en kwam vlak voor hem
staan, kaarsrecht, haar gezicht een en al
uitdaging, leedvermaak en verachting;
doch het was niet langer het gezicht van
Irene, maar dat van Madge, het achter
buurtkind.
Splay deed een stap achteruit en staarde
haar met uitpuilende ogen aan, terwijl hij
naar lucht hapte, ze stond daar inderdaad
als een spookbeeld uit het verleden.
Smiecht! herhaalde ze, Op de toon van
het Londense straatmeisje. Waar zie je me
voor aan, Splay? Gebruik je verstand!
Want de verbijsterde man was nog verder
achteruit geweken en had zich krampach
tig aan de leuning van een stoel vastge
klampt, buiten zichzelf van schrik en ver
rassing. Wat een sukkel ben je toch, dat je
me niet herkend hebt!
Madge! bracht hij uit, terwijl hij haar
met knipperende ogen aankeek en aan zijn
droge lippen likte.
Ja, Madge! zei ze sarrend. Madge uit
Baldwin's Rents. De kleindochter van
moeke Bunch en de wettige dochter van
de graaf van Mersia!
Ik geloof dat ik droom, stotterde de
Speld.
Geen kwestie van! zei Madge. Je bent
klaarwakker, Splay. Wakker genoeg om
te begrijpen, dat je vliegertje niet op is
gegaan. Je bent een ietsje te laat gekomen,
Splay. Dank je vriendelijk voor alle in
lichtingen, die je me gegeven hebt; maar,
zie je, ik wist het allemaal al. Ik ben er
op eigen gelegenheid achter gekomen, ter
wijl jij eh op reis was! Ik bedoel: je
straf uitzat voor je valse munterij! Denk
je soms, dat ik dat niet meer weet? En
je hebt volkomen gelijk; ik ben de dochter
van de graaf van Mersia; zijn echte, wet
tige dochter. Ik ben dat zonder jouw hulp
te weten gekomen, en je geheim is niet
dat waard.
Ze knipte met haar vingers vlak voor
zijn gezicht, juist zoals Madge, het straat
kind, zou gedaan hebben, en Splay kromp
ipeen en kreunde.
Je kwam hier om mé te dreigen, om
chantage te plegen! Ze lachte en haar lach
trof de man als een zweepslag. Maar
je hebt je vergissing ingezien. Nu dreig
ik jou!
Ze richtte zich dan in haar volle lengte
op en kwam langzaam op de verslagen
tegenstander toe, die nog verder terug
week en tastend, als een blinde, zijn weg
naar de deur zocht-
Waag het nog eens, in mijn nabijheid
te komen, of me enig bericht te sturen,
eh ik breng de politie op je spoor! Ik
weet dat ze je „nodig hebben" voor een
smerig zaakje dat is altijd het geval ge
weest en zal wel altijd zo blijven. Je wou
duizend pond hebben, niet? Je krijgt geen
penny. Maak dat je uit mijn ogen komt!
Splay had de deur bereikt en morrelde
aan de kruk.
Madge! hijgde hij. Een oude ken
nis
Noem me zo nóg eens, zei ze tussen
haar opeengeklemde tanden, durf nog één
woord tegen me te zeggen, één zinspeling
op het verleden te maken, en ik druk op
de bel en stuur mijn bedienden naar de
politie. Uit mijn ogen, zeg ik? A.ls ik je
ooit weer zie, al is het maar bij toeval,
dan laat ik je arresteren. Als ik er achter
kom, dat je ook maar mijn naam genoemd
hebt, dan zal ik je weten te vinden. Mars!
Als een geslagen hond opende Splay de
deur juist ver genoeg om zich er door te
wringen en sloop heen.
HOOFDSTUK XXXI.
De lente was voorbijgegaan en gevolgd
door een ongewoon vroege zomer. Londen
was druk en kleurig, maar zelfs geen echo
van het bonte stadsgewoel drong door in
de landelijke rust van het vergeten dorp
je Frimstone.
Zoals Irene daar stond, half verborgen
door hoge bossen fel-kleurige bloemen,
leek ze een echt buitenmeisje. Haar leven
was zo vredig, zo onbewogen voor het
uiterlijk, zo vol prettige, gezonde bezig
heid, dat ze zich heel gelukkig had kun
nen voelenals ze maar vergeten kon!
Maar dat was haar onmogelijk. Dag en
nacht moest ze aan haar ongelukkige va
der denken.... en aan Terence, met wie
ze beloofd had te trouwen, en van wiens
mislukte vlucht ze in de krant gelezen
had. Maar en dat leek haar zelf vreemd
degene, wiens beeld het hardnekkigst
bleef vervolgen, was Mayne Redmayne.
Ze moest nu weer aan hem denken, ter
wijl haar handen druk bezig waren met
het opbinden van de hoge bloemstengels,
haar weemoedige blik zwierf over de haag
heen naar de verte, waar ze de stad wist
en zonder dat ze het zich bewust was,
ontsnapte haar een diepe, droeve zucht.
Waarom zucht je, Margaret? vroeg
Lily, die haar draden raffia aangaf. Je
zucht zo dikwijls, wanneer ik juist denk,
dat je erg in je schik bent; en soms als
je tegen me praat, verbeeld ik me, dat
je treurig bent en ergens over tobt-
Ik tob niet, Lily, snoes, zei Irene. Ik
dacht alleen maar ergens over na.
De zondeling-geklede gestalte van juf
frouw Carter dook op uit de huisdeur. Ze
drentelde naar Lily toe en streelde haar
over het vlasblonde kopje.
Tijd voor een kopje thee, Margaret,
zei ze
Ik zal nog even wat irissen snijden,
dan kom ik, zei Irene.
De vrouw ging met haar kleindochtertje
naar binnen en Irene begón een mandje
met de enorme paarse irissen te vullen.
Toen ze klaar was, baande ze zich een
weg tussen de bloemen door naar het
pad, dat naar de schuren leidde. Van hier
leidde een ander paadje naai een hekje
aan de weg en doelloos, veistrooid, dren
telde Irene er heen, terwijl ze haar hoofd
achterover wierp en haar armen strekte,
die stijf en pijnlijk waren van het werk.
Ze leunde over het hekje en keek de weg
af, die naar Londen leidde het Londen,
waar haar verleden begraven lag.
Terwijl ze daar zo stond en de auto's
nakeek, die nu en dan langssnorden, na
derde een ruiter om de bocht van de weg.
Iren volgde hem lusteloos met de blik,
zonder veel belangstelling, want dit ge
deelte van Surrey was zeer in trek bij
ruiters uit Londen. Maar toen hij dichtbij
kwam en zij zijn mooi raspaard bewon
derde, trof iets in zijn verschijning haar
plotseling als bekend en vertrouwd. Hij
was nu vlak bij het hekje en opeens zag
ze met een gewaarwording als van vrees,
dat het Mayne Redmayne was.
Redmayne kwam aanrijden, zijn ogen op
de grond gevestigd. Hij merkte de meis
jesgedaante in het hekje nauwelijks op
het meisje, wier blik met een smekende,
bijna verwijtende blik op hem gevestigd
was. Hij reed langs haar, en met een hart
brekende zucht stond Irene op het punt,
zich om te keren en naar het huis te gaan,
toen opeens het paard struikelde.
Redmayne hield de teugels in, keek neer
langs de poten van het paard, sprong toen
uit de zadel, en nadat hi.i de rechter-voor-
hoef bekeken had, sloeg hij de teugels over
de arm en keek om zich heen, Zij blik bleef
rusten op de half-omgekeerde gestalte bij
het hek, en hij leidde zijn paard er heen.
Irene had wel willen wegvluchten, maar
ze was niet in staat, zich te verroeren.
Haar hart bonsde fel; ze kon slechts het
hoofd wat afwenden, toen hij haar naderde
en zijn hoed afnam.
Neemt u mij niet kwalijk, zei hij; maar
kunt u me ook zeggen, of er hier in de
buurt een hoefsmid woont? Mijn paard
heeft een ijzer verloren.
De grote linnen zomerhoed verborg haar
gezichtje bijna geheel; hij kon niet zien,
dat ze dodelijk bleek was geworden, dat
haar lippen beefden.
Een klein eindje verder aan deze
zelfde weg, zei ze.
Toen hij sprak scheen hij even op te
schrikken, alsof iets in haar stem zijn her
innering had opgewekt. Toen onderdrukte
hij een zucht en lichtte nogmaals de hoed.
Wat een schitterende bloemen, zei hij
van haar naar de ranke stengels kijkend.
U kweekt ze hier als ik me niet vergis?
Zou ik er wat mogen meenemen?
Met gebogen hoofd err over heel haar
lichaam bevend,m-aakte -Iijène een toe-
stemAiend gebaar. - -
Heel graag dart. zet Redmayne. Ik laat
de keuze aan u over.
Bijna zonder te weten wat ze deed, sneed
Irene wat Godetia's af, wikkelde een draad
raffia, die ze uit de zak van haar linnen
schort nam, om de stelen en reikte ze hem
toe over het hek. Hij nam ze aan en boog.
Dank u wel. Hij stak zijn hand in zijn
zak en haalde er een geldstuk uit. Irene
schudde weigerend het hoofd. O, maar ik
moet er toch iets voor betalen, zei hij.
Nee, zei ze met een vreemde, doffe
stem, dat- is niet nodig,
Terwijl ze sprak keerde ze onbewust
haar hoofd naar hem toe en Redmayne zag
voor het eerst haar gezicht. Zij hand sloot
krampachtig om de bloemen en hij staarde
haar aan met de ogen van een man, die
een geest ziet. Zij adem ging snel; zijn
hart sloeg onzinnig-luid. Aan wie herin
nerde ze hem? Vóór hij tijd had om na te
denken, had Irene zich met een vluchtige
hoofdknik omgekeerd en liep nu in de
richting van het huis. Hij stond haar een
ogenblik na te kijken, toen zuchtte hij diep
en liep met gebogen hoofd langzaam terug
naar zijn paard.
Bevend over haar gehele lichaam, ging
Irene het huisje binnen. Juffrouw Carter
kwam haar in de kamer al tegemoet.
Is Lily bij je? vroeg ze. Ze is daar
juist weer weggesnapt. Ben je moe, Mar
garet? Je ziet bleek.
Nee, nee, ik ben uitstekend in orde,
zei Irene. Lily? Ik heb haar niet gezien,
sinds u haar mee naar binnen nam.
Ze is weggegaan om te zien waar je
bleef zei de grootmoeder bezorgd.
Irene keerde zich haastig om en holde t
pad af. Ze was dol op het kind, en de-
schouwde zichzelf als Lily's speciale be
waarster. Ze liep een eindje de weg af en
zag ten slotte Lify staan bij een landloper,
die tegen het kind praatte.
Lily, kom dadelijk thuis, riep Irene.
Deze arme man heeft honger, Mar
garet, en wou graag iets te ^ten hebben.
Mag hij niet mee naar huis gaan?
Irene keek weifelend van de een naar ae
ander. Juffrouw Carter had niet veel op
met landlopers, dat wist ze.
Ik heb tot mijn spijt geen geld bij me,
zei ze tegen de man. Kom Lily.
De man scheen te aarzelen, toen voigae
hij Irene en het kind in de richting van
het huis. Juffrouw Carter kwam naar bui
ten en keek bezorgd naar het naderend
groepje.
Wie ben je? vroeg ze aan de man.
De landloper keek haar aan, en toen ze
hem herkende, riep ze uit:
James!
Hij keek naar Lily en maakte een waar
schuwend gebaar.
Kom binnen, zei juffrouw Carter. Ja
kom binnen!
De man ging naar binnen met Lily en
Irene Hij liet zich op een stoel neervallen
en bedekte het gezicht met de handen. Hij
beefde en zijn holle hoest echode door de
keuken Juffrouw Carter stond hem strak
en streng aan te kijken; er was iets tra
gisch in haar groteske gedaante en het
harde, diep-gegroefde gezicht.
Ga wat in de tuin, Lily, zei ze.
Irene wilde met het kind meegaan, maar
juffrouw Carter wenkte haar te blijven.
Doe de deur dicht, zei ze.
Irene sloot de deur en liep langzaam
naar het raam. Ze .vond het niet prettig,
dat ze blijven moest en getuige zijh van
wat. ze voèldé, dat. een pijnlijke scene zpu
worden.
Hoe ben je hier gekomen, James Pé
ters' vroeg juffrouw Carter. Heb je ons
ten slotte dan toch gevonden?
Ik liep op de weg, zei hij. Ik ben
zwervend. Ik zag het kind en maakte een
praatje met haar. Iets in haar gezichtje
herinnerde me aan Susan. Ik vroeg, hoe
ze heette en ze vertelde het me. Ik wilde
dadelijk weer weggaan maar ik kon
niet toen toen ik zag, dat ze blind
was. Het is maar een toeval, dat ik hier
in de buurt ben ik was volstrekt niet van
plan, u op te sporen. Laat me een ogen
blikje rusten om wat bij te komen; dan
zal ik weer verder gaan.
Juffrouw Carter keerde zich half naar
Irene.
Deze man is de echtgenoot van mijn
dochter, Margaret, zei ze bitter. Hij was
het, die alle ellende over ons leven bracht.
Zijn wreedheid en onverschilligheid ver
oorzaakten de dood van mijn kind. Ik had
mij van het begin af aan hevig tegen het
huwelijk verzet, want hij was een soort
van heer, en niemand wist, waar hij van
daan kwam, maar mijn arm meisje was
helemaal door hem ingepalmd, door zijn
knappe gezicht en fijne manieren, en al
mijn bezwaren maakten niet de minste
indruk op haar. Ze liep van huis weg om
met hem te trouwen, en vóór er een jaar
om was, was ze bij mij teruggekomen om
te sterven. Hij had haar en haar ongeboren
kind verlaten. Ik verliet het dorp, waar
ik gewoond had sedert ik een klein meis
je was en kwam hierheen met Lily, ho
pend, dat ik deze man nooit meer terug
zou zien. Ik heb Lily verteld, dat haar
vader dood was, en ik heb bijna gebeden,
dat het zo mocht zijn; maar onkruid ver
gaat niet en daar is hij, zoals je ziet. Kijk
hem aan! Hij is vroeger een heer geweest!
Peters zat daar met 't hoofd op de borst
gezonken, in zijn bleek gezicht trokken
de spieren krampachtig, en hij hield een
hand tegen zijn keel gedrukt, als om het
hoesten, dat telkens weer opkwam, te
smoren.
Het is maar al te waar, zei hij met
een holle stem, elk woord is waar. U
hebt reden genoeg om me te verafschu
wen u, haar moeder; ik ben niet waard
te leven, en ik zou het korte poosje, dat
me nog overblijft, graag willen geven, als
ik daarmee het verleden ongedaan kon
maken.
Je kunt mijn kind niet in het leven
terugroepen, zei juffrouw Carter. Je kunt
Lily geen eerlijke en achtenswaardige va
der geven; je kunt alleen maar schande
over haar brengen.
Dat weet ik, zei hij wanhopig. Ik
ben niet van plan, mezelf te verontschul
digen; maar ik heb Susan niet verlaten,
zoals u en zij gedacht hebt.
Juffrouw Carter keek hem met ongelo
vige verachting aan.
Neen, zei hij; ik werd. van haar weg
genomen. Er was iets hij aarzelde en
er kwam een zwakke blos op zijn wit ge
zicht iets, wat ik gedaan had, vóór ik
haar ontmoette, iets waar u niets van af
wist en zij evenmin.
Wij wisten niets van je verleden, zei
juffrouw Carter; maar ik twijfel er niet
aan, of het was zo oneervol als maar mo
gelijk is.
Dat was het, bekende hij. Daarom
hield ik het voor haar verborgen. God
weet, dat ik, toen ik"'haar trouwde, het
eerlijke voornemen had, dat verled "h"
voorgoed achter me te laten, een nterw
leven te beginnen en haar waardisv
worden. Ik was van plan, werk te
ken en haar later, wanneer het ons
ging, bij u terug te brengen en u
giffenis te vragen, maar het is niet
makkelijk, het verleden kwijt te wo
Iets, dat ik gedaan had een dwaas'
een misdaad, in een ogenblik van ver<t
zing begaan zou mijn gehele toeko- i
verwoesten. De politie kwam mij op het
spoor en arresteerde mij. Ik liet Susan in
onwetendheid van wat er met mij ge
beurd was. Het was beter, dat ze zou
denken, dat ik haar verlaten had, dan dat
ze hoorde, dat haar man een misdadiger
was.
Weer bedekte hij zijn gezicht met de
handen. Juffrouw Carter ademde hoor
baar.
Mijn kind de vrouw van een veroor
deelde boef!, zei ze, tussen haar tanden.
En je kunt hier komen en me dat rustig
vertellen?
Ja, zei hij bijna onhoorbaar. Toen 'k
hoorde dat ze dood was, maakte ik het
voornemen, me nooit aan u bekend te
maken, om geen schande te brengen over
het kind; maar toen ik haar daarjuist zo
geheel onverwacht ontmoette, werd haar
gelijkenis met Susan me te machtig. Ik
trachtte heen te gaan, maar ik kon niet.
En nu veronderstel ik, dat je haar
van mij wilt opeisen, me haar afnemen?
Goed, je hebt recht op haar; ik zal haar
binnenroepen en haar vertellen, dat je
haar vader bent. Je kunt haar meenemen.
Je kunt haar hart breken, zoals je dat
van Susan en mij gebroken hebt, en
schande over haar brengen, zoals je over
ons gebracht hebt- Ik vermoed, dat het
onvermijdelijk is, en dat we er ons bij
zullen moeten neerleggen.
Peters raapte zijn pet op, die gevallen
was en stond op, bevend en opgewonden.
Het duurde even, vóór hij spreken kon;
toen zij hei, met nauwelijks verstaanbare
stem:
Ik ben niet zo slecht en harteloos als
u schijnt te denken. Ik was eens een heer,
zoals u me daar straks zo smalend ver
weten hebt; ik ben nog een man. Ik heb
het kind niets verteld, al kostte het me
de grootste inspanning, niet mijn armen
om haar heen te slaan en te roepen: Ik
ben je vader! Ze weet niets, en ze hoeft
nooit iets te weten. Zeg het kind de
hoest belette hem een ogenblik te spreken
hij snakte naar adem dat ik enkel een
doodgewone landloper was, zoals ik ook
ben. Ik zou u willen danken voor alles,
wat u voor haar doet, maar ik begrijp,
dat u van mij geen dank zoudt willen
aannemen. U zult nooit meer iets van me
horen; lang heb ik trouwens niet meer
te leven. En zelfs als dat wel het geval
was, zou ik nooit meer vragen, het kind
nog eens te mogen zien, hoewel ik....,
zijn stem brak: Neen, neen! Vaarwel!
Hij sleepte zich langzaam naar de deur
een beeld van wanhoop en ellende.
Irene staarde nog steeds door het raam,
maar ze kon niets zien door de tranen,
die haar verblindden.
(wordt vervolgd)