JONGEREN LEZEN DE BIJBEL
Vandaag
Het teken aan
de hemel
ZIJN MOEDER
MARIA: MOEDER VAN ONZE
EENZAAMHEID
Maria, de MOEDER
Mens zijn
betekent
afhankelijk
zijn
iSi
„Zij heeft geloofd
GESPREK MET
A.J. KAASDRAAYER
Overgave aan de kracht van de
Allerhoogste
Laatste Berichten
VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1953
PAGINA
R- BECKERS pr.
Van De Bilt
DE KRONING VAN MARIA
ONZE EXISTENTIëLE
TWIJFEL
De schreeuw naar de Ander
-vu
^u binnenkort
t studiejaar weer
aanvangt, kan 't
zUn nut hebben
emge nieuw uit
gekomen boeken
te signaleren ter
voorlichting van
onze studerende lezers
en van allen die ervan
houden „op de hoogte"
te blijven
„Het mysterie der
drie-eenheid in de poli
tiek" door C. Romme,
G. Ruygers en Ch. Wel
ter. Een aardige P.?a"
tiek - wetenschappelijke
brochure, geschreven
in thriller-vorm. Zeer
spannend. Tot op de
laatste pagina weet
men niet hoe het zal
aflopen.
„Honderd Honderd-
jaar-Kromstaf-rede-
voeringen" door prof.
dr L Rogier. In dit
boek heeft de Nijmeegse
hoogleraar honderd van
de voornaamste feest-
toespraken gebundeld,
die hij bü gelegenheid
van de Eeuwfeest-her
denking mocht houden.
Wanneer komen de
volgende honderd?
„De nieuwe inzet-ta-
rieven en het fiscale
schema van Robbe-
boom door prof. J.
aioetke. Een opwindend
boek met geheel nieu
we ideeën, in zeer fijn
gevoelige stijl geschre
ven. Eén vraag: op
bladzijde 223 worden
de progressieve opcent-
tabelletjes een uitvin
ding van Lieftinck ge
noemd: moet dat niet
andersom zijn? Aanbe
volen.
„Contact met de
maan" uit de serie,
waarin ook verschenen:
„Contact met Beetho
ven", „Contact met ijs
beren", „Contact
met Pellenaers",
„Contact met
Abessinië" en an
dere. Populair-
wetenschappe-
lijk, goedkoop en
leesbaar* ,.J--on-
tact met de maan" gaat
over contact met de
maan maanwolken,
maanbergen, maankra-
ters, maanmeren, maan.
vogels, maanvlekken,
maankaas enz. enz
„Wapenstilstand zon
der incidenten", sprook
je van een onbekend
auteur. Wat doet dit
werkje tussen (jeze
wetenschappelijke uit
gaven in
„De dertien schrijf
wijzen der Bantam-
talen door prof Hr
aVi ®tac*e'a Mandere.
Alleen voor hen die al
enigszins vertrouwd zijn
TJfi Bantam-talen.
Anders begrijpt men
™aa>\ moeilijk waar
f'af a Mandere zich
druk om maakt.
KARAKTEROLOOG.
Zó deed een priester.
Het klinkt verschrikkelijk:
hij zag hem en ging voorbij.
Zo deed ook een leviet, laten we, zeggen een accolyth-
Een van die jongeren, de besten van onze parochies,
die trouw priester en altaar bedienen.
De priester ben ik, de leviet ben jij.
En dan zijn er nog een partij Samaritanen.
Samaritaan in de dagen van Jezus werd veracht,
maritanen waren de joden, die in de dagen van
ballingschap,
waren achtergebleven en gemengde huwelijken
hadden gesloten.
'den door de gemengde huwelijken,
ïationaliteit en hun godsdienst prijsgegeven,
zichzelf en hun nageslacht-
hrikkelijk die gemengde verkering en huwelijken,
retrouwe Joden haalden terecht voor hen hun neus op
n onrechte?
•s stelt hem als voorbeeld.
13 wel geen priester, dient wel niet aan het altaar,
1 eft zijn geloof ogenschijnlijk verloren,
maar zijn liefde niet
Hij zag en ging niet voorbij.
Ga en doe evenzo.
Let op. Ik geloof dat we rollen van het evangelie eens
moeten omkeren- i
Hoeveel katholieke jongeren om ons heen lopen langs
's Heren
velden en wegen te slenteren
Kijk eens op Zondagavond in onze hoofdstraten.
en vallen in handen van rovers.
Zijn ze niet tegelijk Samaritaan:
met gemengde verkering en zonder geloof?
En gaat gij voorbij?
Sluit je niet op in een klein kringetje van elite
katholieken
De elite-katholiek is hij,
die zijn naaste liefheeft,
hem ziet en niet voorbij gaat.
Gij moet zelf eerst de Samaritaan worden van de
Blijde Boodschap.
Dan zul je in de man en het meisje van de straat
de Samaritaan zien, die je tot nu toe misschien
voorbijging
maar die je opbeuren moet en laten verzorgen-
De liefde spaart geen geld.
De rollen zijn omgekeerd.
De Samaritaan ligt langs de weg.
De beroofde man komt voorbij: beroofd van liefde.
Laat Jezus in uw hart een wonde slaan.
op deze dag die aan het feest van de
ten hemelopneming van Maria voor
afgaat, gaat onze aandacht heel
bijzonder uit naar de betekenis van
dit mysterie voor ons leven.
Juist in het midden van de vacan-
tie-maand, nu ieder er op uit is om
lichaam en geest te doen rusten,
waar en op welke wijze dan ook, is
daar plotseling de dag van de
vreugde om haar, die de oorzaak is
van alle blijdschap. Met lichaam en
ziel, met heel haar persoon heeft
zij, de onbevlekt-ontvangene, de
nood en de pijn van het aardse leven
gekend en gedragen. Met heel haar
wezen heeft zij Christus omringd,
Die de inhoud vormde van haar
leven. Met ziel en lichaam is zij glo
rieus ten hemel gestegen als de
Moeder der mensen.
Juist dezer dagen kregen wij het
nieuwe programma-boekje in han
den van de Kajotters in Nederland.
De Kajotters gaan zich een jaar
lang voorbereiden op een grote
bedevaart naar Lourdes. Eigenlijk is
het een bedevaart, die meer dan een
jaar duurt. Waarom die bedevaart
Het is: „een zoeken naar de Blijde
Boodschap van Christus; een ge
meenschappelijke wil om te ontdek
ken de verlossing en bevrijding uit
de nood, waarin velen vaak on
bewust zijn verzeild geraakt. Een
zoeken naar Jezus Jesjoea: God is
redding Die zij zo moeilijk in deze
wereld kunnen vinden. Daarom
gaan zij tot Maria Zijn Moeder
in de vaste hoop, dat zij hen leidt
tot een ontmoeten en ontdekken van
Jezus".
Een betere weg naar een schoner
doel is ondenkbaar.
P. WESSELING C.s.s.R.
Enkele JAREN geleden heeft zijn
Heiligheid Paus Pius XII de geschied
kundige gebeurtenis, dat Maria met
ziel en lichaam ten Hemel is opgenomen,
verklaard tot een dogma van de Kerk. Dit
was om meer dan een reden merkwaar
dig. Slechts zelden immers wordt een
geloofsgeheim uitdrukkelijk door Rome te
geloven voorgehouden en dan nog altijd
als dit geloofsbezit zelf gevaar liep. Een
dogmaverklaring was dan immers nood
zakelijk. Maar deze keer was dit zeker
niet de reden. Het feit, dat Maria met
lichaam en ziel ten hemel is opgenomen
werd onder de Katholieken niet betwist,
maar algemeen aanvaard. Waarom dan
deze plechtige verklaring? We mogen ook
hier een wenk van Gods Voorzienigheid
in zien, die de christenen van deze tijd
wilde wijzen op een vaak vergeten waar
heid, nl. de waarde van het menselijke
lichaam.
Het lichaam minderwaardig?
Of hebben we ons op dit punt niets te
verwijten? Is het niet enigszins terecht,
dat de grote Duitse wijsgeer Nietsche in
zijn tijd de christenen verweten heeft, dat
zij een ongegronde afkeer hadden voor
het lichaam en het lichamelijke? Ik meen,
dat wij schuld moeten bekennen. Het
lichaam betekent voor vele christenen
iets, wat eigenlijk een beetje minderwaar
dig is. Het gaat immers bij ons op de
eerste plaats om de geest. Denken velen
niet, dat het lichaam moet onderdrukt
worden, om de geest te laten heersen,
alsof we iets moeten onderdrukken, wat
God geschapen heeft naar zijn beeld en
gelijkenis? Ik denk met name aan al de
geheimzinnigheid, welke nog steeds bij
velen de sfeer van het geslachtelijke om
ringt. De grote en zeer belangrijke ge-
loofswerkelijkheid van de Verrijzenis van
het lichaam wordt door velen beschouwd
als een soort aanhangsel van het geloof,
waar ze eigenlijk mee zitten te houden.
Als men over de hemel denkt en spreekt,
dan gaat het meestal om de ziel, en niet
om de gehele mens. Men spreekt over de
onsterfelijkheid van de ziel, en niet die
van de gehele mens, die verlost is en in
het Koninkrijk Gods komt. De priesters
oefenen „zielzorg" uit, terwijl hun zorg
toch uitgaat naar geheel de mens, welke
door Christus gered is. We kunnen zo nog
meer symptomen opnoemen van een
zekere minachting voor het lichaam, wélke
we bij de christenen moeten constateren.
Openbaring leert anders!
het lichaam niet iets is, dat wel bij de mens
hoort, maar verder vrij onbelangrijk en
daarbij nogal gevaarlijk is. Afgekondigd
werd, en we hebben dit aan te nemen
op straffe buiten het geloof geplaatst te
worden dat Maria als eerste verloste
met ziel en lichaam ten hemel is opgeno
men. Wat heeft het lichaam voor Maria
veel betekend: door haar lichaam kon zij
de moeder worden van God. Vandaar dat
de christen zo vaak bidt in het weesge
groet: gezegend is de vrucht van uw
schoot. En hoe vaak bidt de Kerk niet:
„gelukkig de moederschoot van de zalige
maagd Maria". Hier geen enkele aandui
ding van geheimzinnigheid of angst om er
over te spreken.
Dit feest vandaag Is een oproep aan alle
christenen, om geheel de mens te waar
deren naar ziel en lichaam en die fatale
scheiding tussen beide eindelijk eens op
te heffen. Wij, christenen, zijn „gehele"
mensen en willen het geluk van geheel de
mens van zijn ziel en van zijn lichaam.
We mogen vandaag tot Maria bidden, dat
zij ons een inzicht geeft in de waarde,
de heerlijkheid, de heiligheid en de belof
ten van ons lichaam.
dr H. BORGERT, C.ss.R.
Op de afdeling Neerslag troffen wij de
krasse, zestigjarige, maar nog altijd opge
wekte A. J. Kaasdraayer aan. Kaasdraayer
noteert nu te Den Bilt al vijf en dertig
jaar onafgebroken regen, hagel en sneeuw.
.,'s Winters heb ik niet veel te doen" zegt
hij, „maar in de zomer zijn 't kwaaie da
gen". Hij haalde een regenmetertje uit zijn
broekzak en liet ons zien, waar hij van
morgen een zwart streepje had getekend:
1? millimeter.
„Het lijkt misschien een beetje neer
slachtig werk", aldus Kaasdraayer, „maar
u moet niet vergeten, dat wij hier echt
werken met buien. Gistermorgen om 10.13
uur hadden we nog 'n goeie bui: 'n zo
genaamde doorslaande regen, afkomstig
van een neerwaartse depressie boven
Hammerskold. Je staat ervan te kijken,
waar die regens soms vandaan komen Ik
zeg wel eens tegenun'n vrouw: noem maai
een of andere plaats van 't kan me niet
schelen welk halfrond, en je kunt er don
der op zeggen, dat er 'n stevige depressie
boven hangt".
De telefoon ging over. „Hallo! Kaas
draayer van de neerslag hier! Wat zeg je?
Boven Mechelen? Wat voor 'n depressie?
Zeg dat ze 'm daar even laten hangen, dan
zal ik zien wat ik hier intussen doen kan.
Hoe is 't met je vrouw? OhWat is 't
voor een depressie? Toe maar! Zijn ze he
lemaal gek geworden daar in Mechelen?
Hoeveel millimeter hadden jullie gisteren'
Nee, hier was een beetje geplens uit Ham
merskold,. geen noemenswaardige op
klaringen; morgen verwachten we weer
'n zomerbui van heb ik jou daar ergens
uit de buurt van St Helena. je kunt ge
woon niet gaan maffen, tenzij met 't re
genmetertje onder je kussenIa, de
groeten! Let 'op de berichten uit IJsland,
en als je ze aan de 'ijn krijgt, zeg dan dat
ze hun depressies bij zich houden! Tot
morgen"!
Kaasdraayer smijt de telefoon op de
haak, staat op, tikt verstrooid op de ge
weldige barometer en trekt z'n regenjas
aan. Hij gaat regen opmeten in 't achter
tuintje. Daarna 't dubbele neerslag-bulle
tin en de tabularische depressie-rappor
ten opstellen, plus een overzicht van alle
zware buien van de volgende week. Kaas
draayer werkt graag een beetje in het
voren. In de komende zonnige winterdagen
gaat hij gezellig zonder regenmetertje op
vacantie en laat De Bilt De Bilt.
Hij heeft Haar zelf uitgekozen. Zelf heeft Hij in een pijnlijke en
gehoorzame Verlossing een volheid van genade voor Haar verdiend.
Zij zou, als Moeder van Hem, de volledig Verloste zijn, zonder zonde,
gaaf en onaangetast door het bederf, met ziel en leden Hem toe
behorende, mèt Hem één op aarde en in de hemel. Zij moest de
Moeder zijn, altijd nabij en altijd aanwezig in de omgeving en het
werk van Haar Zoon, zorgend, beschermend en toegewijd.
Daarom is Zij ook voor óns, omdat Haar Zoon voor ons is: Zij
mèt Hem, volstrekt in Zijn dienst, op Hèm gericht, voor Hèm
levend. Zonder Hèm is Zij niets. Mèt Hem is Zij de Moeder van
God en de oorzaak van ónze blijdschap.
Wie alléén door de avond wandelt of z n ogen opslaat na het lezen in een
hoek, wie door ziekte met z'n eigen hulpeloosheid en z'n eigen warrelende
gedachten wordt geconfronteerd, kan de eenzaamheid van de men a.h.w.
tasten. Zij kan een probleem worden, dat de rust verstoort en dat vooral
de moderne mens achtervolgt!. Zij kan een mens tot wanhoop en radeloos
heid voeren, tot vernietiging van elk geloof en elk vertrouwen.
In diepste wezen echter is deze menselijke eenzaamheid een mysterie,
een geheim waarin het wezenlijkste van ons mens-zijn ligt verscholen.
Mens-zijn betekent immers wezenlijk: afhankelijk zijn, niet af, niet vol
maakt, niet voldoende. Elk mens is maar één van de talloze gevariëerde
mogelijkheden van het menselijke. Elk mens botst voortdurend tegen z'n
eigen grenzen en verwondt zich en voelt zich klein. Hij vraagt om ver
lossing van zichzelf, om aanvulling van zijn eigen onvolkomenheid. Hij
verlangt naar de ontmoeting met iemand, die hem geeft wat hij zichzelf
niet kan geven, die antwoord geeft op de levende vraag die hijzelf is.
MAAR ZO LEERT de Openbaring ons
dit niet. Daar gaat het altijd om het
heil van de gehele mens naar ziel en
lichaam, daar wordt het lichaam niet
onderdrukt om wille van de geest. Er
moet alleen een ordening plaats vinden.
Gods Woord leert ons niet, dat de mens
'verlost moet worden uit het lichaam,
alleen van de tyrannie van het lichaam.
Wanneer de christenen dit beter be
grepen en beleefd hadden, was er veel
verdriet en veel onheil voorkomen.
Er zou veel verdriet voorkomen zijn,
want het lichaam en de lichamelijke drif
ten, welke met geweld onderdrukt wor
den, wreken zich toch: vele psychische
ziekten zijn hiervan het gevolg. En hoe
veel angstige mensen kennen we niet
onder ons, christenen?
Er zou ook veel onheil voorkomen zijn.
De algemene geest van puritanisme, welke
eeuwenlang over het Westen lag door een
verkeerd begrip van de christelijke leer,
moest een geweldige reactie teweeg bren
gen: waar zovelen het lichaam niet de
plaats toekenden, welke het verdiende in
het geheel van het menselijke leven,
kwam er als reactie een geestesstroming,
die in het lichaam vón de mens alles zag.
De mens is een lichaam en meer niet. Hij
wordt bepaald door ras en bloed en bo
dem. We kennen de ketterij van het Na
zisme, dat zoveel onheil heeft gesticht in
de wereld.
Hebben zovelen het nog niet verstaan?
Nu treedt de Paus op en laat in het
grote voorbeeld van elke mensen
leven, in de grote moeder Maria zien, dat
naar een schildering van Rafaël.
In Maria, de Moeder van Jezus, is het
geheim van deze fundamentele menselijke
eenzaamheid tot de wonderlijkste en in
tiemste gemeenzaamheid opgelost. Op aar
de levend was zij reeds „vol van genade"
en „de Heer was mèt Haar". Geestelijk en
lichamelijk was zij verbonden met God en
de volkomen toegewijde. Zo is zij reeds in
Haar aardse leven voor ons het ideaal van
de mens, die met zijn eenzaamheid een
goede en heerlijke toevlucht heeft gevon
den.
Ik zou het nog ènders willen zeggen.
Zélfs Maria leefde niet in het licht der
aanschouwing, in de schemer van het ge
loof, ondanks alle rijkdom die zij in haar
gemeenzaamheid met God bezat. Hoe zeer
verkeren wij dikwijls in onzekerheid en
twijfel. Geen wetenschappelijke twijfel
wordt hier bedoeld. Wetenschappelijke
twijfel kan langs wetenschappelijke weg
worden opgelost; dat is een kwestie van
groeiend inzicht na verstandelijke inspan
ning. Het gaat hier echter om veel meer;
om wat men met een modern woord „exis
tentiële" twijfel zou kunnen noemen: de
twijfel die zich meester maakt van heel de
levende persoonlijkheid; de aarzeling, niet
tegenover het begrip, maar tegenover het
leven; het niet weten te kiezen en te han
delen; het geen weg weten met zichzelf,
met de eigen hunkeringen, hartstochten,
instincten, met de eigen goede wil en duis
tere strevingen; het geen raad weten met
de opstandigheid van het eigen hart en met
alles in deze wereld wat we niet één kun
nen.
mentele zekerheid schenken, van waaruit
men kan leven en gelukkig zijn.
De ontmoeting in het geloof is echter
slechts een voorlopige ontmoeting.
Het feestelijke gemeenschapsmaal, blijvend
en overstelpend van heerlijkheid en innig
heid, volgt later.
Hier is Maria ons wederom, als een
Moeder haar kind voorgegaan. Zij heeft
geloofd en zich in gelóóf uitgeleverd, met
ziel en lichaam, aan de kracht van de
Allerhoogste. En, eveneens met ziel en
lichaam, deelt zij nü, in de hemel opgeno
men, als eerste in de eeuwige vreugde,
die aan ons allen beloofd is en waarnaar
wij vanuit de diepte onzer eenzaamheid
hunkeren.
Uit Washington wordt gemeld, dat Se
nator Mac Carthy overweegt bij het Con
gres een voorstel in te dienen om alle
artikelen en boeken tegen het boekenver-
branden voortaan te doen verbranden.
Na Eden, Attlee en Mevr. Roosevelt,
zullen nu ook nog Churchill, Eisenhower,
Gen. Ridgeway. Montgomery, Bidault,
W. Drees, Foster Dulles, Syngman Rhee,
Tsjang Kai Tsjek, Naguib en de Deken
van Canterbury een bezoek aan maar
schalk Tito brengen. Het geldt hier uiter
aard slechts een beleefdheidsbezoek zon
der politieke achtergronden.
Boven Katwijk aan Zee, aldus „De Kat-
wijker", is gistermiddag een ballon opge
laten met aan boord de voltallige Tour-
ploeg. Een en ander ter ere van het be
kende jaarlijkse Strandfeest met attrac
ties. Morgen zullen de jongens van Pelle
naers deelnemen aan het Festival van
Purmerend. overmorgen worden zij ge
huldigd in het stadion van Ermélo.
Deze twijfel, deze aarzeling, dit voort
durend vragend staan tegenover het leven,
doortrekt heel het menselijk wezen. Het
maakt van de mens een schreeuw naar de
Ander, een greep naar bevrijding, een
hartstocht naar gemeenzaamheid. Wanneer
naar deze schreeuw niet wordt geluisterd,
wanneer deze greep in het luchtledige
grijpt, wanneer deze hartstocht wordt ge
broken door de harde werkelijkheid, valt
de mens vermoeid terug in zijn donkere
eenzaamheid. Hij kan niet alléén zijn; hij
lééft bij de gratie der ontmoeting.
Deze ontmoeting vindt plaats in het ge
loof. Het Seloof kan een weldadige funda-
lichaam EN ZIEL
Vr. U sprak de vorige keer over de
evolutieleer in verband met de mens. U
schijnt er dus geen tegenstander van te
zijn. Maar het lijkt me precies niet erg
vleiend voor ons, dat we van oorsprong een
dier zijn, dat mens en aap een gemeen
schappelijke voorvader hebben gehad. We
zouden dus moeten zeggen, volgens u, dat
de mens een dier is, plus een onsterfelijke
ziel. Dus wat het lichaam betreft, staan we
op hetzelfde niveau als de dieren, alleen
door onze geest zijn we meer.
Ant. Zo stelt u de vraag weer niet
juist. Het is zeker niet waar, dat de mens
een dier is 'plus een ziel, maar er is onder
Gods scheppende kracht een heel nieuw
wezen ontstaan: de mens. Deze heeft een
nieuw levensbeginsel, een onstoffelijk le
vensbeginsel. Maar we mogen deze twee
„ziel en lichaam niet scheiden. Dit wezen
is een nieuwe, maar zeer werkelijke een
heid. Dit blijkt niet alleen uit de wijsbe
geerte, de phenomenoloog, de psychologie
enz., maar ook uit het geloof. De Schrift
kent geen dubbel wezen, alsof de ziel de
motor is van het lichaam, alsof deze twee
dus gescheiden zijn; ze kent slechts de ene
mens. Zo heeft de Kerk het ook vastgelegd
in een van haar uitspraken.
De mens is een eenheid met twee zijden:
een zichtbare zijde het lichaam en
een onzichtbare zijde: de ziel. We kunnen
deze twee (het zijn al geen twee) niet ge
noeg als één zien.
H. B.
Het is voor veel goedwillende jonge mensen moeilijk om in kinderlijk
vertrouwen tot Maria te gaan. Dezter dagen zei ons iemand: „ik heb Maria
pas weer ontdekt na veel jaren toen ik het hoofdstuk over Haar
las in „De Heer" van Romano Guardini". Een fragment van dit hoofdstuk
laten we hier volgen. Het moge voor de een of ander een aanleiding zijn
om zich het uitstekende boek aan te schaffen.
„Maria was altijd bij Hem. Zij heeft
alles van Hem meegeleefd. Haar leven
was immers het Zijne. Maar niet op de
wijze van een eigenlijk vatten; de Schrift
zegt het duidelijk. „Het heilige", waarvan
de boodschap van de engel spreekt hoe
is dit „Het" toch vol van het mysterie en
van de verte van God dit is tot haar
gekomen. Daaraan heeft zij alles gegeven,
haar hart, haar eer, haar bloed en de
algehele kracht van haar liefde. Zij heeft
het omvademd, maar het is boven haar
uitgegroeid, steeds hoger boven haar uit.
Om haar Zoon heeft zich éen verte
geopend, om haar Zoon, die „het Heilige"
was. Aan haar ontrukt, leeft Hij uit deze
verte. Het laatste heeft zij zeker niet
kunnen vatten. Hoe zou zij het ook
hebben moeten bevroeden Het mysterie
van de levende God Maar zij heeft dat
gene gekund wat christelijk gesproken
op aarde belangrijker is dan het begrij
pen wat alleen maar kan worden gedaan
uit dezelfde kracht van God, Die dan op
Zijn tijd ook het begrijpen schenkt: zij
heeft geloofd En wel op een tijdstip,
toen nog niemand geloofde in de eigen
lijke en ware zin van dit woord".
„Elke schrede, door de Heer in Zijn
goddelijk lot gegaan, ging ook Maria,
doch in geloof. Het begrijpen is eerst met
Pinksteren tot haar gekomen. Toen heeft
zij alles begrepen, wat zij tot dan toe
gelovig „in haar hart had bewaard" Door
dit geloof staat zij nader by Christus en
dieper in het werk der Verlossing dan
door alle wonderen uit de legenden. De
legende kan ons wel verheugen door haar
lieflijke beelden, maar uit haar kunnen I
wij niet leven; allerminst wanneer het om
het eigenlijke gaat. Van ons wordt geëist,
dat wij in het geloof worstelen met het
mysterie van God en met de wereldse
opstandigheid. Ons is geen vriendelijk
dichtend maar een hard geloof opgelegd,
vooral in een tijd waarin de verzachtende
tover van de dingen wegvalt en de tegen
stellingen overal met elkaar in botsing
komen".
„Zij is degene, „die de Heer heeft om
vangen met haar levende diepte, door
Zijn gehele leven heen en ook nog in de
dood. Steeds opnieuw moest zij ervaren
hoe Hij, levend van uit het mysterie van
God, haar ontgroeide. Steeds opnieuw
hief Hij Zich boven haar uit, zodat zij het
scherp van het „zwaard" voelde. Doch
telkens weer hief zij zich in geloof tot
Hem op en ontving Hem opnieuw. Totdat
Hij op het laatst niet eens meer haar Zoon
wilde zijn. De andere, die naast haar
stond, die moest het nu zijn. Jezus stond
alleen, boven op de smalste trap van de
schepping vóór Gods gerechtigheid. Zij
echter aanvaardde in een laatste mede
lijden ook deze scheiding, en zij stond
juist daardoor in het geloof weer naast
Hem
Ja, werkelijk: „Zalig zij, die geloofde 1"
Als de visie van onze tekenaar
op het verband tussen deze
pagina en het vacantie-seizoen
juist is, hadden wij heter zelf
ook op vacantie kunnen gaan.
De weg naar de wereld in
wording is lang en een halte
plaats langs het strand of in
'n bos bijzonder aantrekkelijk.
Maar wij hopen toch dat deze
pagina nog voor iets anders
zal dienen dan als zonne
scherm, muts of vlieger. (Voor
het laatste is krantenpapier
trouwens dit zij ten over
vloede opgemerkt bijzonder
ongeschikt)