JONGEREN LEZEN DE BIJBEL Vandaag Het teken aan de hemel ZIJN MOEDER MARIA: MOEDER VAN ONZE EENZAAMHEID Maria, de MOEDER Mens zijn betekent afhankelijk zijn iSi „Zij heeft geloofd GESPREK MET A.J. KAASDRAAYER Overgave aan de kracht van de Allerhoogste Laatste Berichten VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1953 PAGINA R- BECKERS pr. Van De Bilt DE KRONING VAN MARIA ONZE EXISTENTIëLE TWIJFEL De schreeuw naar de Ander -vu ^u binnenkort t studiejaar weer aanvangt, kan 't zUn nut hebben emge nieuw uit gekomen boeken te signaleren ter voorlichting van onze studerende lezers en van allen die ervan houden „op de hoogte" te blijven „Het mysterie der drie-eenheid in de poli tiek" door C. Romme, G. Ruygers en Ch. Wel ter. Een aardige P.?a" tiek - wetenschappelijke brochure, geschreven in thriller-vorm. Zeer spannend. Tot op de laatste pagina weet men niet hoe het zal aflopen. „Honderd Honderd- jaar-Kromstaf-rede- voeringen" door prof. dr L Rogier. In dit boek heeft de Nijmeegse hoogleraar honderd van de voornaamste feest- toespraken gebundeld, die hij bü gelegenheid van de Eeuwfeest-her denking mocht houden. Wanneer komen de volgende honderd? „De nieuwe inzet-ta- rieven en het fiscale schema van Robbe- boom door prof. J. aioetke. Een opwindend boek met geheel nieu we ideeën, in zeer fijn gevoelige stijl geschre ven. Eén vraag: op bladzijde 223 worden de progressieve opcent- tabelletjes een uitvin ding van Lieftinck ge noemd: moet dat niet andersom zijn? Aanbe volen. „Contact met de maan" uit de serie, waarin ook verschenen: „Contact met Beetho ven", „Contact met ijs beren", „Contact met Pellenaers", „Contact met Abessinië" en an dere. Populair- wetenschappe- lijk, goedkoop en leesbaar* ,.J--on- tact met de maan" gaat over contact met de maan maanwolken, maanbergen, maankra- ters, maanmeren, maan. vogels, maanvlekken, maankaas enz. enz „Wapenstilstand zon der incidenten", sprook je van een onbekend auteur. Wat doet dit werkje tussen (jeze wetenschappelijke uit gaven in „De dertien schrijf wijzen der Bantam- talen door prof Hr aVi ®tac*e'a Mandere. Alleen voor hen die al enigszins vertrouwd zijn TJfi Bantam-talen. Anders begrijpt men ™aa>\ moeilijk waar f'af a Mandere zich druk om maakt. KARAKTEROLOOG. Zó deed een priester. Het klinkt verschrikkelijk: hij zag hem en ging voorbij. Zo deed ook een leviet, laten we, zeggen een accolyth- Een van die jongeren, de besten van onze parochies, die trouw priester en altaar bedienen. De priester ben ik, de leviet ben jij. En dan zijn er nog een partij Samaritanen. Samaritaan in de dagen van Jezus werd veracht, maritanen waren de joden, die in de dagen van ballingschap, waren achtergebleven en gemengde huwelijken hadden gesloten. 'den door de gemengde huwelijken, ïationaliteit en hun godsdienst prijsgegeven, zichzelf en hun nageslacht- hrikkelijk die gemengde verkering en huwelijken, retrouwe Joden haalden terecht voor hen hun neus op n onrechte? •s stelt hem als voorbeeld. 13 wel geen priester, dient wel niet aan het altaar, 1 eft zijn geloof ogenschijnlijk verloren, maar zijn liefde niet Hij zag en ging niet voorbij. Ga en doe evenzo. Let op. Ik geloof dat we rollen van het evangelie eens moeten omkeren- i Hoeveel katholieke jongeren om ons heen lopen langs 's Heren velden en wegen te slenteren Kijk eens op Zondagavond in onze hoofdstraten. en vallen in handen van rovers. Zijn ze niet tegelijk Samaritaan: met gemengde verkering en zonder geloof? En gaat gij voorbij? Sluit je niet op in een klein kringetje van elite katholieken De elite-katholiek is hij, die zijn naaste liefheeft, hem ziet en niet voorbij gaat. Gij moet zelf eerst de Samaritaan worden van de Blijde Boodschap. Dan zul je in de man en het meisje van de straat de Samaritaan zien, die je tot nu toe misschien voorbijging maar die je opbeuren moet en laten verzorgen- De liefde spaart geen geld. De rollen zijn omgekeerd. De Samaritaan ligt langs de weg. De beroofde man komt voorbij: beroofd van liefde. Laat Jezus in uw hart een wonde slaan. op deze dag die aan het feest van de ten hemelopneming van Maria voor afgaat, gaat onze aandacht heel bijzonder uit naar de betekenis van dit mysterie voor ons leven. Juist in het midden van de vacan- tie-maand, nu ieder er op uit is om lichaam en geest te doen rusten, waar en op welke wijze dan ook, is daar plotseling de dag van de vreugde om haar, die de oorzaak is van alle blijdschap. Met lichaam en ziel, met heel haar persoon heeft zij, de onbevlekt-ontvangene, de nood en de pijn van het aardse leven gekend en gedragen. Met heel haar wezen heeft zij Christus omringd, Die de inhoud vormde van haar leven. Met ziel en lichaam is zij glo rieus ten hemel gestegen als de Moeder der mensen. Juist dezer dagen kregen wij het nieuwe programma-boekje in han den van de Kajotters in Nederland. De Kajotters gaan zich een jaar lang voorbereiden op een grote bedevaart naar Lourdes. Eigenlijk is het een bedevaart, die meer dan een jaar duurt. Waarom die bedevaart Het is: „een zoeken naar de Blijde Boodschap van Christus; een ge meenschappelijke wil om te ontdek ken de verlossing en bevrijding uit de nood, waarin velen vaak on bewust zijn verzeild geraakt. Een zoeken naar Jezus Jesjoea: God is redding Die zij zo moeilijk in deze wereld kunnen vinden. Daarom gaan zij tot Maria Zijn Moeder in de vaste hoop, dat zij hen leidt tot een ontmoeten en ontdekken van Jezus". Een betere weg naar een schoner doel is ondenkbaar. P. WESSELING C.s.s.R. Enkele JAREN geleden heeft zijn Heiligheid Paus Pius XII de geschied kundige gebeurtenis, dat Maria met ziel en lichaam ten Hemel is opgenomen, verklaard tot een dogma van de Kerk. Dit was om meer dan een reden merkwaar dig. Slechts zelden immers wordt een geloofsgeheim uitdrukkelijk door Rome te geloven voorgehouden en dan nog altijd als dit geloofsbezit zelf gevaar liep. Een dogmaverklaring was dan immers nood zakelijk. Maar deze keer was dit zeker niet de reden. Het feit, dat Maria met lichaam en ziel ten hemel is opgenomen werd onder de Katholieken niet betwist, maar algemeen aanvaard. Waarom dan deze plechtige verklaring? We mogen ook hier een wenk van Gods Voorzienigheid in zien, die de christenen van deze tijd wilde wijzen op een vaak vergeten waar heid, nl. de waarde van het menselijke lichaam. Het lichaam minderwaardig? Of hebben we ons op dit punt niets te verwijten? Is het niet enigszins terecht, dat de grote Duitse wijsgeer Nietsche in zijn tijd de christenen verweten heeft, dat zij een ongegronde afkeer hadden voor het lichaam en het lichamelijke? Ik meen, dat wij schuld moeten bekennen. Het lichaam betekent voor vele christenen iets, wat eigenlijk een beetje minderwaar dig is. Het gaat immers bij ons op de eerste plaats om de geest. Denken velen niet, dat het lichaam moet onderdrukt worden, om de geest te laten heersen, alsof we iets moeten onderdrukken, wat God geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis? Ik denk met name aan al de geheimzinnigheid, welke nog steeds bij velen de sfeer van het geslachtelijke om ringt. De grote en zeer belangrijke ge- loofswerkelijkheid van de Verrijzenis van het lichaam wordt door velen beschouwd als een soort aanhangsel van het geloof, waar ze eigenlijk mee zitten te houden. Als men over de hemel denkt en spreekt, dan gaat het meestal om de ziel, en niet om de gehele mens. Men spreekt over de onsterfelijkheid van de ziel, en niet die van de gehele mens, die verlost is en in het Koninkrijk Gods komt. De priesters oefenen „zielzorg" uit, terwijl hun zorg toch uitgaat naar geheel de mens, welke door Christus gered is. We kunnen zo nog meer symptomen opnoemen van een zekere minachting voor het lichaam, wélke we bij de christenen moeten constateren. Openbaring leert anders! het lichaam niet iets is, dat wel bij de mens hoort, maar verder vrij onbelangrijk en daarbij nogal gevaarlijk is. Afgekondigd werd, en we hebben dit aan te nemen op straffe buiten het geloof geplaatst te worden dat Maria als eerste verloste met ziel en lichaam ten hemel is opgeno men. Wat heeft het lichaam voor Maria veel betekend: door haar lichaam kon zij de moeder worden van God. Vandaar dat de christen zo vaak bidt in het weesge groet: gezegend is de vrucht van uw schoot. En hoe vaak bidt de Kerk niet: „gelukkig de moederschoot van de zalige maagd Maria". Hier geen enkele aandui ding van geheimzinnigheid of angst om er over te spreken. Dit feest vandaag Is een oproep aan alle christenen, om geheel de mens te waar deren naar ziel en lichaam en die fatale scheiding tussen beide eindelijk eens op te heffen. Wij, christenen, zijn „gehele" mensen en willen het geluk van geheel de mens van zijn ziel en van zijn lichaam. We mogen vandaag tot Maria bidden, dat zij ons een inzicht geeft in de waarde, de heerlijkheid, de heiligheid en de belof ten van ons lichaam. dr H. BORGERT, C.ss.R. Op de afdeling Neerslag troffen wij de krasse, zestigjarige, maar nog altijd opge wekte A. J. Kaasdraayer aan. Kaasdraayer noteert nu te Den Bilt al vijf en dertig jaar onafgebroken regen, hagel en sneeuw. .,'s Winters heb ik niet veel te doen" zegt hij, „maar in de zomer zijn 't kwaaie da gen". Hij haalde een regenmetertje uit zijn broekzak en liet ons zien, waar hij van morgen een zwart streepje had getekend: 1? millimeter. „Het lijkt misschien een beetje neer slachtig werk", aldus Kaasdraayer, „maar u moet niet vergeten, dat wij hier echt werken met buien. Gistermorgen om 10.13 uur hadden we nog 'n goeie bui: 'n zo genaamde doorslaande regen, afkomstig van een neerwaartse depressie boven Hammerskold. Je staat ervan te kijken, waar die regens soms vandaan komen Ik zeg wel eens tegenun'n vrouw: noem maai een of andere plaats van 't kan me niet schelen welk halfrond, en je kunt er don der op zeggen, dat er 'n stevige depressie boven hangt". De telefoon ging over. „Hallo! Kaas draayer van de neerslag hier! Wat zeg je? Boven Mechelen? Wat voor 'n depressie? Zeg dat ze 'm daar even laten hangen, dan zal ik zien wat ik hier intussen doen kan. Hoe is 't met je vrouw? OhWat is 't voor een depressie? Toe maar! Zijn ze he lemaal gek geworden daar in Mechelen? Hoeveel millimeter hadden jullie gisteren' Nee, hier was een beetje geplens uit Ham merskold,. geen noemenswaardige op klaringen; morgen verwachten we weer 'n zomerbui van heb ik jou daar ergens uit de buurt van St Helena. je kunt ge woon niet gaan maffen, tenzij met 't re genmetertje onder je kussenIa, de groeten! Let 'op de berichten uit IJsland, en als je ze aan de 'ijn krijgt, zeg dan dat ze hun depressies bij zich houden! Tot morgen"! Kaasdraayer smijt de telefoon op de haak, staat op, tikt verstrooid op de ge weldige barometer en trekt z'n regenjas aan. Hij gaat regen opmeten in 't achter tuintje. Daarna 't dubbele neerslag-bulle tin en de tabularische depressie-rappor ten opstellen, plus een overzicht van alle zware buien van de volgende week. Kaas draayer werkt graag een beetje in het voren. In de komende zonnige winterdagen gaat hij gezellig zonder regenmetertje op vacantie en laat De Bilt De Bilt. Hij heeft Haar zelf uitgekozen. Zelf heeft Hij in een pijnlijke en gehoorzame Verlossing een volheid van genade voor Haar verdiend. Zij zou, als Moeder van Hem, de volledig Verloste zijn, zonder zonde, gaaf en onaangetast door het bederf, met ziel en leden Hem toe behorende, mèt Hem één op aarde en in de hemel. Zij moest de Moeder zijn, altijd nabij en altijd aanwezig in de omgeving en het werk van Haar Zoon, zorgend, beschermend en toegewijd. Daarom is Zij ook voor óns, omdat Haar Zoon voor ons is: Zij mèt Hem, volstrekt in Zijn dienst, op Hèm gericht, voor Hèm levend. Zonder Hèm is Zij niets. Mèt Hem is Zij de Moeder van God en de oorzaak van ónze blijdschap. Wie alléén door de avond wandelt of z n ogen opslaat na het lezen in een hoek, wie door ziekte met z'n eigen hulpeloosheid en z'n eigen warrelende gedachten wordt geconfronteerd, kan de eenzaamheid van de men a.h.w. tasten. Zij kan een probleem worden, dat de rust verstoort en dat vooral de moderne mens achtervolgt!. Zij kan een mens tot wanhoop en radeloos heid voeren, tot vernietiging van elk geloof en elk vertrouwen. In diepste wezen echter is deze menselijke eenzaamheid een mysterie, een geheim waarin het wezenlijkste van ons mens-zijn ligt verscholen. Mens-zijn betekent immers wezenlijk: afhankelijk zijn, niet af, niet vol maakt, niet voldoende. Elk mens is maar één van de talloze gevariëerde mogelijkheden van het menselijke. Elk mens botst voortdurend tegen z'n eigen grenzen en verwondt zich en voelt zich klein. Hij vraagt om ver lossing van zichzelf, om aanvulling van zijn eigen onvolkomenheid. Hij verlangt naar de ontmoeting met iemand, die hem geeft wat hij zichzelf niet kan geven, die antwoord geeft op de levende vraag die hijzelf is. MAAR ZO LEERT de Openbaring ons dit niet. Daar gaat het altijd om het heil van de gehele mens naar ziel en lichaam, daar wordt het lichaam niet onderdrukt om wille van de geest. Er moet alleen een ordening plaats vinden. Gods Woord leert ons niet, dat de mens 'verlost moet worden uit het lichaam, alleen van de tyrannie van het lichaam. Wanneer de christenen dit beter be grepen en beleefd hadden, was er veel verdriet en veel onheil voorkomen. Er zou veel verdriet voorkomen zijn, want het lichaam en de lichamelijke drif ten, welke met geweld onderdrukt wor den, wreken zich toch: vele psychische ziekten zijn hiervan het gevolg. En hoe veel angstige mensen kennen we niet onder ons, christenen? Er zou ook veel onheil voorkomen zijn. De algemene geest van puritanisme, welke eeuwenlang over het Westen lag door een verkeerd begrip van de christelijke leer, moest een geweldige reactie teweeg bren gen: waar zovelen het lichaam niet de plaats toekenden, welke het verdiende in het geheel van het menselijke leven, kwam er als reactie een geestesstroming, die in het lichaam vón de mens alles zag. De mens is een lichaam en meer niet. Hij wordt bepaald door ras en bloed en bo dem. We kennen de ketterij van het Na zisme, dat zoveel onheil heeft gesticht in de wereld. Hebben zovelen het nog niet verstaan? Nu treedt de Paus op en laat in het grote voorbeeld van elke mensen leven, in de grote moeder Maria zien, dat naar een schildering van Rafaël. In Maria, de Moeder van Jezus, is het geheim van deze fundamentele menselijke eenzaamheid tot de wonderlijkste en in tiemste gemeenzaamheid opgelost. Op aar de levend was zij reeds „vol van genade" en „de Heer was mèt Haar". Geestelijk en lichamelijk was zij verbonden met God en de volkomen toegewijde. Zo is zij reeds in Haar aardse leven voor ons het ideaal van de mens, die met zijn eenzaamheid een goede en heerlijke toevlucht heeft gevon den. Ik zou het nog ènders willen zeggen. Zélfs Maria leefde niet in het licht der aanschouwing, in de schemer van het ge loof, ondanks alle rijkdom die zij in haar gemeenzaamheid met God bezat. Hoe zeer verkeren wij dikwijls in onzekerheid en twijfel. Geen wetenschappelijke twijfel wordt hier bedoeld. Wetenschappelijke twijfel kan langs wetenschappelijke weg worden opgelost; dat is een kwestie van groeiend inzicht na verstandelijke inspan ning. Het gaat hier echter om veel meer; om wat men met een modern woord „exis tentiële" twijfel zou kunnen noemen: de twijfel die zich meester maakt van heel de levende persoonlijkheid; de aarzeling, niet tegenover het begrip, maar tegenover het leven; het niet weten te kiezen en te han delen; het geen weg weten met zichzelf, met de eigen hunkeringen, hartstochten, instincten, met de eigen goede wil en duis tere strevingen; het geen raad weten met de opstandigheid van het eigen hart en met alles in deze wereld wat we niet één kun nen. mentele zekerheid schenken, van waaruit men kan leven en gelukkig zijn. De ontmoeting in het geloof is echter slechts een voorlopige ontmoeting. Het feestelijke gemeenschapsmaal, blijvend en overstelpend van heerlijkheid en innig heid, volgt later. Hier is Maria ons wederom, als een Moeder haar kind voorgegaan. Zij heeft geloofd en zich in gelóóf uitgeleverd, met ziel en lichaam, aan de kracht van de Allerhoogste. En, eveneens met ziel en lichaam, deelt zij nü, in de hemel opgeno men, als eerste in de eeuwige vreugde, die aan ons allen beloofd is en waarnaar wij vanuit de diepte onzer eenzaamheid hunkeren. Uit Washington wordt gemeld, dat Se nator Mac Carthy overweegt bij het Con gres een voorstel in te dienen om alle artikelen en boeken tegen het boekenver- branden voortaan te doen verbranden. Na Eden, Attlee en Mevr. Roosevelt, zullen nu ook nog Churchill, Eisenhower, Gen. Ridgeway. Montgomery, Bidault, W. Drees, Foster Dulles, Syngman Rhee, Tsjang Kai Tsjek, Naguib en de Deken van Canterbury een bezoek aan maar schalk Tito brengen. Het geldt hier uiter aard slechts een beleefdheidsbezoek zon der politieke achtergronden. Boven Katwijk aan Zee, aldus „De Kat- wijker", is gistermiddag een ballon opge laten met aan boord de voltallige Tour- ploeg. Een en ander ter ere van het be kende jaarlijkse Strandfeest met attrac ties. Morgen zullen de jongens van Pelle naers deelnemen aan het Festival van Purmerend. overmorgen worden zij ge huldigd in het stadion van Ermélo. Deze twijfel, deze aarzeling, dit voort durend vragend staan tegenover het leven, doortrekt heel het menselijk wezen. Het maakt van de mens een schreeuw naar de Ander, een greep naar bevrijding, een hartstocht naar gemeenzaamheid. Wanneer naar deze schreeuw niet wordt geluisterd, wanneer deze greep in het luchtledige grijpt, wanneer deze hartstocht wordt ge broken door de harde werkelijkheid, valt de mens vermoeid terug in zijn donkere eenzaamheid. Hij kan niet alléén zijn; hij lééft bij de gratie der ontmoeting. Deze ontmoeting vindt plaats in het ge loof. Het Seloof kan een weldadige funda- lichaam EN ZIEL Vr. U sprak de vorige keer over de evolutieleer in verband met de mens. U schijnt er dus geen tegenstander van te zijn. Maar het lijkt me precies niet erg vleiend voor ons, dat we van oorsprong een dier zijn, dat mens en aap een gemeen schappelijke voorvader hebben gehad. We zouden dus moeten zeggen, volgens u, dat de mens een dier is, plus een onsterfelijke ziel. Dus wat het lichaam betreft, staan we op hetzelfde niveau als de dieren, alleen door onze geest zijn we meer. Ant. Zo stelt u de vraag weer niet juist. Het is zeker niet waar, dat de mens een dier is 'plus een ziel, maar er is onder Gods scheppende kracht een heel nieuw wezen ontstaan: de mens. Deze heeft een nieuw levensbeginsel, een onstoffelijk le vensbeginsel. Maar we mogen deze twee „ziel en lichaam niet scheiden. Dit wezen is een nieuwe, maar zeer werkelijke een heid. Dit blijkt niet alleen uit de wijsbe geerte, de phenomenoloog, de psychologie enz., maar ook uit het geloof. De Schrift kent geen dubbel wezen, alsof de ziel de motor is van het lichaam, alsof deze twee dus gescheiden zijn; ze kent slechts de ene mens. Zo heeft de Kerk het ook vastgelegd in een van haar uitspraken. De mens is een eenheid met twee zijden: een zichtbare zijde het lichaam en een onzichtbare zijde: de ziel. We kunnen deze twee (het zijn al geen twee) niet ge noeg als één zien. H. B. Het is voor veel goedwillende jonge mensen moeilijk om in kinderlijk vertrouwen tot Maria te gaan. Dezter dagen zei ons iemand: „ik heb Maria pas weer ontdekt na veel jaren toen ik het hoofdstuk over Haar las in „De Heer" van Romano Guardini". Een fragment van dit hoofdstuk laten we hier volgen. Het moge voor de een of ander een aanleiding zijn om zich het uitstekende boek aan te schaffen. „Maria was altijd bij Hem. Zij heeft alles van Hem meegeleefd. Haar leven was immers het Zijne. Maar niet op de wijze van een eigenlijk vatten; de Schrift zegt het duidelijk. „Het heilige", waarvan de boodschap van de engel spreekt hoe is dit „Het" toch vol van het mysterie en van de verte van God dit is tot haar gekomen. Daaraan heeft zij alles gegeven, haar hart, haar eer, haar bloed en de algehele kracht van haar liefde. Zij heeft het omvademd, maar het is boven haar uitgegroeid, steeds hoger boven haar uit. Om haar Zoon heeft zich éen verte geopend, om haar Zoon, die „het Heilige" was. Aan haar ontrukt, leeft Hij uit deze verte. Het laatste heeft zij zeker niet kunnen vatten. Hoe zou zij het ook hebben moeten bevroeden Het mysterie van de levende God Maar zij heeft dat gene gekund wat christelijk gesproken op aarde belangrijker is dan het begrij pen wat alleen maar kan worden gedaan uit dezelfde kracht van God, Die dan op Zijn tijd ook het begrijpen schenkt: zij heeft geloofd En wel op een tijdstip, toen nog niemand geloofde in de eigen lijke en ware zin van dit woord". „Elke schrede, door de Heer in Zijn goddelijk lot gegaan, ging ook Maria, doch in geloof. Het begrijpen is eerst met Pinksteren tot haar gekomen. Toen heeft zij alles begrepen, wat zij tot dan toe gelovig „in haar hart had bewaard" Door dit geloof staat zij nader by Christus en dieper in het werk der Verlossing dan door alle wonderen uit de legenden. De legende kan ons wel verheugen door haar lieflijke beelden, maar uit haar kunnen I wij niet leven; allerminst wanneer het om het eigenlijke gaat. Van ons wordt geëist, dat wij in het geloof worstelen met het mysterie van God en met de wereldse opstandigheid. Ons is geen vriendelijk dichtend maar een hard geloof opgelegd, vooral in een tijd waarin de verzachtende tover van de dingen wegvalt en de tegen stellingen overal met elkaar in botsing komen". „Zij is degene, „die de Heer heeft om vangen met haar levende diepte, door Zijn gehele leven heen en ook nog in de dood. Steeds opnieuw moest zij ervaren hoe Hij, levend van uit het mysterie van God, haar ontgroeide. Steeds opnieuw hief Hij Zich boven haar uit, zodat zij het scherp van het „zwaard" voelde. Doch telkens weer hief zij zich in geloof tot Hem op en ontving Hem opnieuw. Totdat Hij op het laatst niet eens meer haar Zoon wilde zijn. De andere, die naast haar stond, die moest het nu zijn. Jezus stond alleen, boven op de smalste trap van de schepping vóór Gods gerechtigheid. Zij echter aanvaardde in een laatste mede lijden ook deze scheiding, en zij stond juist daardoor in het geloof weer naast Hem Ja, werkelijk: „Zalig zij, die geloofde 1" Als de visie van onze tekenaar op het verband tussen deze pagina en het vacantie-seizoen juist is, hadden wij heter zelf ook op vacantie kunnen gaan. De weg naar de wereld in wording is lang en een halte plaats langs het strand of in 'n bos bijzonder aantrekkelijk. Maar wij hopen toch dat deze pagina nog voor iets anders zal dienen dan als zonne scherm, muts of vlieger. (Voor het laatste is krantenpapier trouwens dit zij ten over vloede opgemerkt bijzonder ongeschikt)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 8