Overleg over loonsverhoging
Werkgevers boden 4 pet; vakbeweging eiste
eerst 6, thans 8 pet
Canada waardeert Ned.
karaktereigenschappen
Konijnenschone" strook langs
Belgische grens
li!
WERD»
vooRDonc
Klommen niet de jongens als
katten in het want....?'
Vt QUO
De Heilige van de week
BOND VAN SCHAEPMAN VIERT
ZESTIGJARIG BESTAAN
HET GRABBELTONNETJE
Minister Suurhoff vertelt ervaringen
Hoop voor de
konij nenhouder
Liever integratie dan assimilatie
Plan tot bestrijding van myxomatose
Aartsdiocesane K.A.B. bepaalt haar positie
Entstof tegen konijnen
ziekte
De hotelbrand in
Loosdrecht
„En vochten ze niet als leeuwen
Welke naam lioort
hier niet thuis?
17 September: St Franciscus begenadigd met
de Kruiswonden
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1953
PAGINA 6
Geen echte mislukkingen
BACTERIëNJAGER
WERKT MET HYPNOSE
NEDERLANDER IN FRANK
RIJK GEARRESTEERD
Toen reeds een controverse
Eind aan een legende
Woensdag a.s. beschikbaar
•v
y~m
Standbeeld van Piet Hein te Rotterdam Delfshaven
CORRESPONDENTIE-ADRES:
POSTBUS 8, HILVERSUM.
Men weet. dat in verband met de huurver
hoging, welke op 1 Januari a.s. door zal
moeten gaan, een loonsverhoging zal moe
ten worden doorgevoerd. Het lag in de
bedoeling van de regering voor werkne
mers de helft van de huurverhoging te
compenseren door lastenverlichting
voortvloeiend uit overheidsmaatregelen
en de andere helft door loonsverhoging.
In de Stichting van de Arbeid heeft in
tussen overleg plaats gevonden tussen de
vertegenwoordigers van de organisaties
van de vakbeweging en de werkgevers
over de omvang van de a.s. loonsverho
ging. Men was 't er over eens geworden
dat de loonsverhoging niet alleen een
compensatie zou moeten geven voor de
huurverhoging, doch dat daarnaast ook
het restant van de consumptiebeperking,
welke in het voorjaar 1951 werd aan
vaard, uit de weg zou moeten worden ge
ruimd. Verschil van mening bestond er
echter tussen de vertegenwoordigers van
de werkgevers en werknemers over het
percentage waarmede de lonen zouden
moeten worden verhoogd om het gewens
te doel te bereiken.
De werkgevers hadden een berekening
opgesteld waaruit bleek dat een loons
verhoging met 3,6 pet nodig zou zijn om
de huurverhoging te compenseren en het
restant oonsumptiebeperking uit de weg
te ruimen. Zij verklaarden zich bereid dit
percentage naar boven af te ronden tot 4
pet loonsverhoging. Daarnaast waren zij
ook bereid om een differentiatie in de
verschillende bedrijfstakken toe te pas
sen t.a.v, het percentage der loonsverho
ging en dus> in bepaalde bedrijfstakken,
die het zouden kunnen lijden meer dan
4 pet loonsverhoging toe te staan. De
werknemers kwamen echter tot een be
rekening welke een loonsverhoging van
5% pet inhield, hetgeen werd afgerond
tót een eis vasn 6 pet. Het restant van de
consumptiebeperking werd door de werk
gevers op pet, door de werknemers
op 3,6 pet becijferd.
Het verschil in uitkomst van beide be
rekeningen hield verband enerzijds met
de waardering van het effect van de
huurverhoging en anderzijds de loonbasis
waarop men zich stelde, nl. of men reke
ning moet honden met de regelingslonen
of met de richtlijn lonen.
De werkgevers stonden ook op het
standpunt, dat nadat overeenstemming
zou zijn verkregen over het percentage,
aan de S.E.R. advies zou worden gevraagd
over het feit of het inderdaad verant
woord is het restant van de consumptie'
beperking af te schaffen en of het met 't
oog op de economische repercussies ver
antwoord zou zijn het overeengekomen
percentage van loonsverhoging door te
voeren. De werknemers verklaarden zich
echter niet te willen verenigen met het
vragen van een advies aan de S.E.R. De
werknemers waren van mening dat het
vragen van advies vertragend zou wer
ken. Hiertegenover stond het standpunt
van de werkgevers dat een dergelijk ad
vies zeker in 3 i 4 weken gereed zou kun
nen zijn, aangezien de S.E.R. zich reeds
enkele malen met het loanvraagstuk heeft
bezig gehouden.
De werknemers stonden voorts op het
standpunt dat 6 pet. loonsverhoging zon
der gevaar voor de economie van het
land zou kunnen worden doorgevoerd.
Nadat de werknemers dus aanvanke
lijk 6 pet. loonsverhoging hadden geëist,
zijn zjj gekomen met een eis van 8 pet.
aigemene loonsverhoging, hetgeen ge
motiveerd werd met het feit, dat uit de
loonsverhoging op zich weer prijsverho
gingen moeten volgen. Dit zou voor de
werkgevers een totale lastenverhoging
van ruim 10 pet. betekenen, inclusief de
verhoging van de sociale lasten welke
uit de loonsverhoging voortvloeit. De
werkgevers hebben verklaard dat zij een
dergelijke loonsverhoging niet kunnen
aanvaarden.
Op het ogenblik wordt er door de
Stichting van de Arbeid overleg gepleegd
met de ambtelijke Lonen en Prijzen Com
missie. Deze commissie zal aan de rege-
Ting advies moeten uitbrengen over de
hoogte van de door te voeren loonsver
hoging. De werkgevers hebben intussen
hun eis van het vragen van advies over
de loonsverhoging aan de S.E.R. laten
vallen en zich er mede accoord verklaard
dat dit advies niet zal worden gevraagd.
Voor verschillende takken van het be
drijfsleven zal de lastenverhoging nog
groter worden dan het effect van de al
gemene loonsverhoging waarvan hier bo
ven sprake is. Onafhankelijk van de al
gemene loonsverhoging zullen er per 1
Januari 1954 nog loonsverhogingen voort
komen uit hoofde van: 1. het afbouwen
van de verschillen in lonen welke een
gevolg zijn van de gemeenteclassificatie
en 2. vergroting van het verschil in belo
ning tussen geschoolden en ongeschool
den.
Dit laatste zal geschieden door een gro
tere mate van vrijheid te geven. Het
resultaat zal zijn dat de geschoolde arbei
ders die boven het gemiddeld geschooMe
type uitgaan vermoedelijk een loonsver
hoging van 2 centen zullen krijgen, ter
wijl het loon der geoefenden met 1 cent
zou worden verhoogd.
De wijziging van de gemeenteclassifica
tie zou geen gevolgen hebben voor de lo
nen in de eerste klasse, doch zou wel een
verhoging van de lonen in de overige
klassen veroorzaken. Alles bü elkaar
zou voor het land als geheel genomen de
loonsverhoging voortvloeiend uit de beide
factoren: verandering in de gemeente
classificatie en vergroting van het toon
verschil tussen geschoolden en onge
schoolden een loonsverhoging van I 3
pet. bedragen. Daarboven op komt dan,
zoals reeds werd opgemerkt, de algemene
loonsverhoging.
(Van onze Haagse redactie)
„Men kan frappante staaltjes van door
zettingsvermogen constateren bjj de Ne
derlanders, die zich de laatste jaren in
Canada hebben gevestigd", zo deelde
minister Suurhoff, die deze week van zijn
oriëntatiereis terugkeerde, op een pers
conferentie mede. Er moet hard worden
gewerkt, maar dan kan men ook zoveel
sparen, dat men zich spoedig zelfstandig
kan vestigen. De naam „Dutch" is in
Canada reeds een waarborg geworden. Ge
zien de rijke mogelijkheden, welke dit
land biedt, is er alle aanleiding de emi
gratie daarheen krachtig te blijven
steunen."
De Canadese Immigratiedienst werkt met
grote efficiëntie. Men wenst zich niet al
te strikt te houden aan het voor ons land
vastgestelde immigratiecijfer van 30.000; dit
wordt meer dis een streefcijfer beschouwd.
Evenmin wordt van de Nederlanders ge
vergd, dat zij zich zo spoedig mogelijk vol
komen aan de Canadezen assimileren. Met
waardering voor een aantal Nederlandse
eigenschappen, ziet men liever, dat deze
aan het Canadese volkskarakter worden
toegevoegd, zodat men in plaats van assi
milatie de voorkeur geeft aan integratie
in het grote Canadese geheel. De Cana
dese regering beschikt over een ambtena
rencorps, dat werkelijk iets goeds van de
immigratie wil maken.
De Nederlandse Emigratiedienst ver
richt ginds zeer goed werk. Grote activi
teit om de nieuwelingen uit het vaderland
op te vangen ontwikkelen ook degenen,
die zich reeds enige tijd in Canada heb
ben gevestigd. De minister had, wat dit
betreft, eveneens waardering voor het
werk der Kerken. De gevestigde Neder
landse immigranten hebben ook reeds een
soort vereniging opgericht, die nieuw
komers opvangt en die o.m. van zich deed
horen door collectes voor de watersnood-
gebieden. Maar eveneens hebben Neder
landse immigranten in Canada verschei
dene Nederlandse artikelen doen impor
teren, welke daar voor hen volslagen
onbekend waren.
Tussen Montreal en Ottawa bezocht de
bewindsman verscheidene Nederlanders,
sommigen volgens programma, anderen
volkomen toevallig, zoals op de markten
de groenten- en fruithandelaren. Onopge
smukte verhalen kreeg hij aldus te horen
van artsen, ingenieurs en geestelijken, van
bakkers, slagers en kruideniers, van im
porteurs en arbeiders, die meestal niet
wisten met wie ze te doen hadden. Echte
mislukkingen heeft hij nergens aange
troffen.
De Brusselse arts Louis Decorte be
weert een middel gevonden te hebben
ter genezing van door myxomatose aan
getaste konijnen. Hg verklaarde aan
de correspondent van het A.N.P., reeds
verscheidene zieke konijnen uit de bos
sen van Houthulst, waar de gevreesde
ziekte voor het eerst in België werd
geconstateerd, met dit middel te hebben
gered- De geneesheer deelde verder mede,
dat het hier een snel werkend middel be
treft, waardoor zieke langoren na toe
diening van een tweetal injecties na een
drietal dagen weer normaal zijn.
In tegenstelling tot het Franse se
rum, dat slechts een voorbehoedende
werking heeft, zou het middel van dok
ter Decorte dus een genezende invloed
hebben. De resultaten van de heer De
corte worden thans door de veterinaire
dienst onderzocht en vandaag reeds zou
te Brussel een bijeenkomst van officiële
deskundigen worden gehouden, waar de
industriële vervaardiging van het ge
neesmiddel zal worden besproken.
Een verrassende mededeling heeft
de heer Richard de Silva, van hef
medische onderzoekingsinstituut op
Ceylon, zo juist op het zesde in
ternationale microbiologische con
gres te Rome gedaan omtrent een
door hem toegepaste methode om
bacteriën te doden. Hij nam groe
pen bacteriën van „gelijke getals
sterkte", zullen we maar zeggen.
(Bacteriën tellen lijkt ons een mon
nikenwerk). De ene groep was voor
proefnemingen bestemd, de andere
diende als „vergelijkingsobject". De
eerste groep nu bracht hij schrik
niet onder hypnose. Dertig minu
ten lang suggereerde hij haar:
„niet verder groeien, niet groeien,
niet groeien!" „Je bent steriel, je
bent steriel, je bent steriel!" „Je
bent dood, je bent dood, je bent
morsdood!"
Het resultaat was verbluffend!
Door herhaalde proefnemingen wist
hij het sterftepercentage onder de
bacteriën tot zestig op te voeren...
Naar wij vernemen, zint men
thans in de bacteriënwereld ernstig
op afweermaatregelen tegen de ver
nietigingsmethode van de heer De
Silva.
De heer E. J. A. Quaedvlieg, directeur
van de veeartsengkundige dienst in Ne
derland, is voornemens, de overheid een
plan voor te leggen ter bestrijding van
de gevreesde kongnenziekte, de myxo
matose, die uit België ook ons land is
binnengedrongen. Het plan houdt o.m. in
langs de Belgisch-Limburgse en Bra
bantse en Zeeuwsch-Vlaamse grens een
zóne konjjnen-schoon te laten schieten,
eventueel in samenwerking met jagers
verenigingen. In ieder geval moeten alle
konijnen er zoveel mogelijk uit verwij
derd worden, om aldus het overlopen van
konijnen voorkomen, die besmet kunnen
zijn. De import van vellen is reeds gere
geld en alleen toelaatbaar op vergunnin
gen, ingevolge de Tularemy-wet van ver
leden jaar. (Tularemy is een wildziekte.
die uit het Oosten ons land is binnenge
komen en ook voor de mens gevaarlijk is).
Directeur Quaedvlieg was zojuist terug
van een bezoek aan het besmette gebied
van Lommei in België. Hij was daar ter
oriëntatie heen gegaan met de heren dr
Frenkel van het staatsveeartsenijkundig
onderzoekingsinstituut te Amsterdam en
diens medewerker, de heer Frederiks. De
besmette dieren te voorkomen. Konijnen^ heer Quaedvlieg had daar een bezoek ge-
zjjn geen verre lopers, maar vrjj sterk aan
een bepaalde plaats gebonden.
De fokkers en liefhebbers van konijnen
raad-t hij aan, niet deel te nemen aan ten
toonstellingen. Verder moeten zij liefst
geen vellenopkopers op hun erven toela
ten of bij hun hokken en voorts moeten
ze geen voer halen uit streken waar wilde
De Nederlander J. is Donderdagavond
In een hotel te Parijs gearresteerd. Hij
wordt er van beschuldigd op 30 Augustus
juwelen ter waarde van vijf millioen
frank uit Chateau Rouge, de woning van
een Nederlander te Montauroux bij Saint
Tropez, te hebben gestolen.
In zijn bagage vond de politie enige
voorwerpen van geringe waarde, die aan
de eigenaar van de woning toebehoorden.
Volgens L. had de Nederlandse eigenaar
hem deze voorwerpen ter hand gesteld
voor enkele werkzaamheden die eerstge
noemde in „Chateau Rouge" had verricht.
(Van onze Utrechtse redacteur)
De Utrechtse Diocesane Bond van de
K.A.B., die thans ongeveer 65.000 leden
telt, van wie circa 10.000 Kajotters, kan
zich er op beroemen, dat aan zijn oprich
ting op 1 October 1893 in Zwolle recht
streeks hebben medegewerkt de twee
grote sociale priesters doctor Schaepman
en mgr Aricns, alsmede mgr dr Schrader,
eveneens bekend promotor van de katho
lieke arbeidersbeweging.
Schaepman heeft in de oprichtingsver
gadering een redevoering gehouden, waar
in h(j vooral het beginsel van de zelf
werkzaamheid naar voren heeft gescho
ven of, zoals hjj het toen formuleerde, de
souvereiniteit in eigen kring, hetgeen ge
zien werd als een der belangrijkste bij
dragen tot de zo noodzakelijke persoon
lijkheidsvorming. „AI houd je een potlood
nog zo krom in je vingers vast, ais je
het maar zélf vasthoudt", was een slag
woord van Schaepman, omdat hij als één
der ergste feilen In de arbeiderswereld
zag, de welhaast volkomen materiële en
geestelijke afhankelijkheid van anderen.
Daarom verdedigde hij ook zo met nadruk
het persoonlijke lidmaatschap van de
plaatselijke zelfstandige verenigingen.
H'et kenmerkende van de Utrechtse bond
was ook, dat deze een federatie vormde
van plaatselijke autonome verenigingen
die uitsluitend arbeiders tot het lidmaat
schap toelieten. Hier lag dus het onder
scheid met de reeds eerder gestichte
Volksbond in het bisdom Haarlem, die een
organisatie was voor arbeiders èn zelf
standigen. Schaepman is ook tot zijn dood
in 1903 geestelijk adviseur geweest. Men
heeft wel eens gemeend, dat de doctor zich
zelf naar voren heeft ges hoven, doch d'e
huidige voorzitter, de heer Joh. Zwanik-
ken, met wie wij naar aanleiding van het
3 en 4 October in Utrecht te vieren 60-jarig
jubileum een onderhoud hadden, zei ons
een brief van de toenmalige kapelaan Vas-
tert aan Schaepman in zijn bezit te heb
ben, waarin hij Schaepman de aangewe
zen persoon voor adviseur n-o'emt.
Het is een merkwaardig feit, dat na de
dood van Schaepman pastoor Bult tot
waarnemend honds-adviseur werd be
noemd. Het Is niet onwaarschijnlijk, dat
dit verband hield met de reeds betrekke
lijk vroeg groeiende tegenstelling tussen
stands- en vakorganisatie.
Het in 1903 gestichte R. K. Bureau voor
de Vakorganisatie pretendeerde in latere
jaren de totale belangenbehartiging voor
de arbeiders te kunnen waarnemen.
Dit is een onverkwikkelijke strgd ge
worden, die tenslotte geleld heeft tot het
bisschoppelijke communiqué van 1916, dat
nog steeds wordt gezien als de basis van
werkzaamheid en werkverdeling voor
stands- en vakorganisaties.
De uiterste consequentie van dit bis
schoppelijke communiqué werd eerst ge
trokken 20 November 1945, toen tot stand
kwam de gecentraiiifeerde Katholieke Ar
beidersbeweging in Nederland, die van dat
moment af kan worden gezien als een
totale organisatie van de arbeidende stand.
Het bestuur beschouwt het jubileum, nu
het vraagstuk van de stands- en vakorga
nisatie weer zo acuut is geworden, als een
welkome gelegenheid om de situatie van
de diocesane bond van de K A.B. duidelijk
te omschrijven, teneinde een eind te
maken aan de legende, dat zijn taak al
leen een g-odsdienstig-culturele zou zijn.
Het werkprogram van de Bond is in
principe van de oprichting af ongewij
zigd gebleven. Alleen de vormen van ac
tiviteit zijn bij de zich wijzigende om
standigheden aangepast.
Als voornaamste werkzaamheid ziet de
Bond op het ogenblik het vormen van
kernen van gezond denkende katholieke
arbeiders. Daarop richt zich het werk van
de Centrale voor Vorming en Actie. Voorts
kent de Bond een groot aantal materieel
helpende instellingen, als het kinderher
stellingsoord „Mooi Gaasterland". Rechts
kundig Adviesbureau, Kleinvee Centrale.
Werkloosheidsdienst enz. Bovendien een
aantal instellingen in samenwerking met
andere standsorganisaties, zoals het Pae-
dagogisch Beroepskeuzebureau en de Emi
gratiedienst,
De minister van Buitenlandse Zaken mr
J. W. Beyen en de minister zonder por
tefeuille mr J. M. Luns, zijn door presi
dent Vargas van Brazilië onderscheiden
met het Grootkruis in de Nationale Orde
van het Zuiderkruis. De Braziliaanse
ambassadeur overhandigt de versier
selen aan minister Luns, terwijl de
echtgenote van de ambassadeur de ver
sierselen aan minister Beyen over
handigt.
I
Naar het ministerie van Landbouw gis
teren officieel bevestigde, is in Noordwijk
het eerste geval in ons land van de ko
nijnenziekte myxomatose bij konijnen van
een sportfokker geconstateerd. De Vee-
artsenijkundige Dienst raadt konijnenhou
ders aan de dieren voorbehoedend te la
ten enten.
Er is voor gezorgd, dat met ingang van
Woensdag a.s. entstof tegen deze ziekte,
die wilde en tamme konijnen aantast,
beschikbaar is. Het is uiteraard niet doen
lijk wilde konijnen in te enten. Het in
enten is wettelijk alleen toegestaan aan
dierenartsen. De entstof is verkrijgbaar
bij het Staatsveeartsenijkundig Onderzoe
kingsinstituut te Amsterdam. Zo lang
eigengeproduceerd vaccin nog niet be
schikbaar is, wordt het uit Frankrijk in
gevoerd. Volgens gegevens uit dit land,
biedt het vaccin geen volledige zekerheid
voor immuniteit, maar men mag van 70
pet van de entingen goed resultaat ver
wachten.
In verband met de brand gisternacht
in hotel Djumpol aan de Loosdrechtse
plassen, zijn twee Hilversumse jongelui
fearresteerd. Er bestaat vermoeden, dat
landstichting in het spel is. De beide
gearresteerden vertoefden kort voor de
brand in het hotel. Het gerucht gaat
dat er in de uren. welke direct aan de
brand voorafgingen, tfidens een feest
met vuur zou zijn gespeeld. In hoeverre
hier sprake is van baldadigheid in dron
kenschap of van opzet tot brandstich
ting wordt thans nagegaan.
bracht aan Stevenswenne waar de heer
Ermens. directeur van een ternietfabriek.
twee landgoederen had liggen en waar de
ziekte heerste in een deel ervan. Er wer
den twee drijfjachten gehouden, die teza
men 530 konijnen als buit opleverden en
bij al die dieren werd geen myxomatose
geconstateerd.
De verhalen over honderden en duizen
den cadavers, die in dc streek zouden lig
gen, kloppen niet met de werkelijkheid.
Een ziek konijn verbergt zich in zjjn hol.
zodat het mogelijk is, dat er in de holen
veel slachtoffers van dc ziekte liggen. De
rest is „jagerslatijn".
De veeartsenijkundige dienst heeft ge
zorgd, dat er aanstonds een behoorlijke
voorraad entstof is aangevoerd uit het
Pasteurinstituut te Parijs en van de ve-
terei-naire dienst te Brussel. Bovendien is
men direct begonnen met het telen van
een goed vaccin hier te lande. Wellicht is
het mogelijk de tamme konijnen hier té
lande aldus grotendeels te redden maar
lOOVo zekerheid geeft het vaccin niet. De
wilde konijnen echter gaan vermoedelijk
een slechte tijd tegemoet. Daar is niets
aan le doen.
Nederland telt rond anderhalf millioen
tamme konijnen en de fokkers van
waardevolle dieren zullen hun konijn
tjes willen redden en er iets voor over
hebben. Voor de huis- en tuinlangoren
is het echter zeer de vraag of ze de te
maken kosten van rond 50 cent per stuk
plus het loon van de veearts, waard zijn
Tijdig slachten en consumeren is hier
misschien het beste.
Voor uitsterven van onze langoren be
hoeven we niet bang te zjjn. Australië
neeft ook met myxomatose gewerkt tegen
de daar heersende chronische en klassieke
konijnenplaag. Maar de diertjes ontwik
kelen op den duur zelf een antitoxin en er
ontstaan stammen, die immuun zjjn voor
deze ziekte. Intussen zullen er duizenden
doden vallen eer het zover is, aldus de
heer Quaedvlieg. S dc
Wie herinnert zich deze regels uit zijn schooljaren niet?
Ze zijn van niemand minder dan Dr J. P. Heye oud-deelnemer
aan de tiendaagse veldtocht tegen België Amsterdams geneesheer
dichter van kinderliedjes en nationale liederen. Het „Vlaggclicd
heeft zijn roem overleefd. Maar het lied van de Zilveren Vloot „doet
het altijd nog uitstekend. Het overbekende wijsje werd gecomponeerd....
door een andere dokter, ook al Amsterdammer, dokter J. J. Yiotta.
De medici uit die verre dagen hadden blijkbaar veel musicaal gevoel.
Zoals het dikwijls gaat met dichter
lijke, dartele liedjes, moet nu niet
ieder woord op een goudschaaltje ge
legd worden.
Om de Zilvervloot hebben de jon
gens niet „gevochten als leeuwen".
Zeker, er waren doden te betreuren
bij de thuisvaart, een getal, dat op
klom tot 150, wonder boven wonder,
want de helft van de bemanning was
ziek geweest,
„Appeltjes van Oranje" hadden de
Spaanse zeeschepen niet aan boord.
„Matten van Spanje" waarschijnlijk
wel. ,,De Zeeschrick van Delfshaven",
gelijk Vondel Piet Heyn noemt, bracht
heel wat zilver naar Nederland, dui
zenden ponden, baren (staven) en Re
alen, vermoedelijk wel gouden Realen
en daaronder zullen zich ook „mat
ten" (rijksdaalders) hebben bevonden.
Overigens dichtte Heye niet voor het
Geschiedkundig Genootschap; zijn zeer
verdienstelijk werk lag binnen de be
vatting van het grote publiek en paste
zich wonderwel bij het karakter van
ons volk aan.
„God weet hoezeer ik het betreur,
dat uit deze haven zulke onaangename
berichten gaan naar mijn Heer en Ko
ning, die ik zozeer bemin, dat hem
slechts berichten moesten worden toe
gezonden van aangename aard. God
heeft dit niet bewilligd dit jaar, immers
heeft Hij Spanje ernstig willen straffen
met het rampspoedig verlies der Hon-
durasschepen en der Nieuw-Spanje-
vloot, onder bevel van Don Juan
(choe-an) de Benavides, zoals Uwe Ma
jesteit zal blijken uit dit verslag, dat
ik toezend (het verslag is verloren ge
gaan). En het ergste is de vrees, waar
in men voortaan moet verkeren met het
oog op de nood van de versterkingen
alhier, die ik Uwe Majesteit verzoek
om Godswil te doen voorzien, terwijl
Wie wel eens wandelt langs land
wegen, dijken, weilanden, is vast en
zeker de weegbree tegengekomen.
Want men zegt, dat dit plantje over
al ter wereld bloeit, waar de mens zijn
voet neerzet. De blaren zijn haast
net zo rond als een ei. De bloemen
hebben een bruine kleur en uit die
bloemen kijken ooit bossen witte
meeldraden. Van Mei tot November
staat de weegbree tussen het gras
dus: op het ogenblik ook nog.
Vroeger, heel vroeger, was de
bloem een vrouw, een edelvrouw, die
op een groot kasteel woonde. Haar
man heette Hildebrand en hij was
heel erg dapper.
Het gebeurde nu, dat de Koning
all© ridders naar het paleis riep,
ook ridder Hildebrand. Zij moesten
helpen om tegen woeste mannen te
vechten, die bet land in wilden ko
men.
„Wees maar niet bang" zei Hilde
brand tot zün vrouw; „wacht op mij
onder de grote, oude eik bij het
kasteel. Als het voorjaar, de Lente,
in het land is, kom ik zeker terug".
En zo reed hij weg, aan het hoofd
van zijn soldaten. Zijn vrouw ging
bidden in de kapel.
De dagen, de weken gingen voor
bij. De bomen lieten hun blaren val
len. De oude eik het laatst van alle
maal. De grond lag vol eikels, beu-
kenootjes en kastanjes. Maar er kwam
geen bericht van ridder Hildebrand.
Toen de eerste stralen van de len
tezon de winter wegjoegen, ging de
edelvrouw achter de eik staan.
Iemand kwam aanrijden en zei: „Uw
gemaal is gevallen tegen de vijand.
Hij was wel dapper, maar de vijand
was sterker".
Zij geloofde het niet. Zij bleef maar
staan, daar onder die oude eik. Al
tijd maar kijken, kijken, kijken, heel
df> lange weg af. Maar geen ridder
Hildebrand
Op zekere morgen vonden de knech
ten van het kasteel haar onder de
eik liggen: zij was die nacht gestor
ven. En niet lang daarna, ontlook
op diezelfde plaats en ook elders een
eenvoudige, bijna kleurloze bloem,
die de mensen nog nooit gezien had
den. De weegbree.
„Kijk" zeiden de boeren „het is de
edelvrouw, die langs iedere landweg,
elk karrespoor, bij ieder weiland,
staat uit te zien naar haar man. Als
hij terugkomt, wil zij de eerste zijn,
die hem begroet!".
Ondanks felle zon en regenvlagen
bloeit de weegbree, met haar stof
fige blaren, witte meeldraden en brui
ne bloempjes en zij doet dat overal,
waar mensen leven, want onder die
mensen hoopt zij nog eens haar ge
maal weer te vinden.
ik waarlijk nog niet eens vraag wat
eigenlijk nodig is, maar ik schik mij
naar dc tijdsomstandigheden".
Aldus luidd-e de bri'ef, d-ie Don Lo
renzo de Cabrera uit Havana naar de
Spaanse koning zond, de 30e Septem
ber 1628 dat is dus nu 3% eeuw ge
leden.
Wat was er gebeurd? Maes-tre „mees
ter over het zilver", Juan Miguel de
Benavides had de Spaanse Zilvervloot
vrijwel zonder slag of stoot in de han
den van Piet Heyn gespeeld.
„Zoo lang des Werelds ronde
De guide zon om-kruidt,
Zoo is tot geenen stonde
Gekreegen zulken buijt
Als daar nu heeft gekreegen
De Generaal Piet Heyn.
En niet daarvoor gesleegen
Looft God. vrij a-lgemeijn!"
zoog destijds het ..nieuwe Red over
de veroverde zilvere vloot".
Niet daarvoor gesleegen".... Zon
der slag of stoot! Inderdaad!
„Rampspoedig verlies", schreef Don
Lorenzo aan zijn Vorst.
Terecht
In Januari 1629 toch, stelde de on-
derzoekings-rechter vast en nog
wel voor de koninklijke Rechtbank
te Sevilla dat een dertigtal Spaan
se schepen „door de Hollandse vijand
werd veroverd in de baai van Ma-
tanzas (Noordkust van Cuba) met de
schatten van zilver en goud en
realen, scharlaken en indigo (blauwe
kleurstof) zijden stoffen, huiden en
andere koopwaren, artillerie, wapens
en munitie ter waarde van meer
dan zes. millioen".
Hij wil-de. een proces voeren tegen
de schuldige leiding „door wiens
gebrek aan moed en te weinig overleg
de genoemde vloot veroverd werd,
terwijl men vluchtte, alles achterla
tende en zich ermede tevreden stel
de de levens der opvarendenn te red
den".
Piet weyn taxeerde de waarde op
elf miljoen; 2yn onderbevelhebber,
Witte de With, op 'n tien miljoen of
wat rneer, Maar bij de verdeling van
de buit kregen de „Spekken" (Span-
paarden; gelijk: er werd voor zeven
miljoen verdeeld blijkbaar was er
een slordige „mat" aan de maat en
de strgkstok blijven hangen Zeer te
gen de zin van het scheepsvolk, dat
zich bg de neus genomen achtte en
met n anderhalf jaar gage werd af
gescheept.
Met slaande trom trokken 40 tot 50
ontgoochelden door Amsterdam, stel-
mioN
den een vuurmond tegen het West-
Indië-huis op, maar vonden de poort
gebarricadeerd. De soldaten werden
ijlings onder de wapenen geroepen.
De muiters moesten de wijk nemen;
het zilver bleef in handen der hoge
omes en van een nadere verdeling
was geen sprake zelfs de onbe
houwen Witte de With kreeg geen
cent erbij en hij had nog wel de
adviesbark genomen, die vóór de
vloot uitzeilde.
Het voorval inspireerde onze grote
Vondel tot een gedicht: „Op het
ontsct van Piet Heyng Buyt":
,,doe de moetwil opgeruyt
Degon om sinte Pieters (Heyn!)
buyt
Een kangs te wagen driest en dom
Mit vliegent vaendel, slaende trom
Doen quam mij 't krggsvolck
(schutterij) wel te pas
De stenen vloogen door het glas.
Ick docht, dees Geusen bennen
Spaens"enz.
„En soo bleef Sinte Pieter
(Hein) baes,
Godt loon't sint Japeck en
sint Klaes!" (de Overheden).
Ook Piet Heijn zelf werd door hem
•ereeuwigd
desen Heyn, den
Zeeschrick van Delfshaven
Die 't al verovert wat West
Indien kan graven,
't Vereenighd Neerlant vrees
voortaan voor geen belegh;
Philippus (van Spanje) legt in
swijm en heeft den dootsteeck
wegh".
Met deze laatste regels doelde
Vondel op de finantiële klap, die
Spanje te dragen kreeg. Immers, de
Spaanse schatkist leed door het ver
lies der Zilvervloot aanzienlijke scha
de. Het geldgebrek der Spanjaarden
maakte het Frederik Hendrik, onze
Stadhouder, mogelijk de vgand ste
viger aan te pakken.
Zijne Eminentie, de Kardinaal de
la Cueva, moest reeds de 2o Decem
ber, dus: 'n maand of drie na het
schitterende oorlogsfeit (8/9 Sept.
1628) uit Brussel zijn Koning be
richten, dat de tijding „hier verder
felijke gevolgen met zich sleept. Men
oordeelt dat de vijanden, in het bezit
van zoveel schatten, nog groter moed
aan de dag zullen leggen en overal
ziet men openlijke ontevredenheid van
alle krijgslieden, terwijl sommige
soldaten een drieste toon aanslaan
en er niet aan twijfelen, dat er grote
rampen staan te gebeuren"
„Op den tienden January (1629) heeft
de Heer Generaal (Heyn) met een
moye koelte, den wint W. N. W., de
Anckers gheligt ende is ingheloopen
ontrent den Middagh, Anckers wer
pende voor Hellevoet Sluys. In sum
ma: alle de schepen, alle den Buyt, alle
het Volck, 't is meestal Godt lof
t' eene nae t' ander behouden inghe-
comen tot ghemeyne Vreughde van
ons ghemeyn Vaderlandt. Den Rijck-
dom der Soldaten en Matrosen, hare
blinckende kleederen, hare wichtighe
(zware), welghestoffeerde Beursen
(buitgelden!) roepen uyt: „Soo 't
yemant hier verdriet als Bedelaer te
leven, Laet die met Pieter Heyn hem
selven 't Zee begheven".
Deze reis „heeft ons Landt soo ver-
rijekt, dat het teghenwoordelijck staet
en glinstert onder den Hemel ghelijck
een Kleyne Wereldt in een Groote".
Men prees „de Christelijcke Capi-
teyn" die de „strafheydt van syn han
den en vuysten vermenghde met de
soeticheydt van syn woorden en be
loften, roepende onder het schieten
geduyrichlijck: „Bonne Guerre" (d. i.
lijfsbehoud, genade). Ende dese stemme
was so krachtigh, dat de Spangiarden
datelijck haer geweer (wapens) afwier
pen, omlaegh liepen, en haer selven
in de ghenade van den Heer Generael
bevolen". (Piet Heijn was bang, dat de
Spanjaarden de boel in brand zouden
steken, of in zee zouden gooien).
De „Zeeschrick van Delfshaven"
werd door Frederik Hendrik aan tafel
genodigd nu, dat kon er wel op
overschieten, want de Prins ontving
700.000 van de buit! Dat heette: „Ge
rechtigheid voor den Stadhouder". De
„Bewindshebberen" gingen met 70.000
strijken en de aandeelhouders met
3.750.000.
Vermoedelijk heeft Piet Heyn voor
zijn aandeel in de „Silvervlote" 'n
7000 gulden gebeurd, voor welk bedrag
hij een woning kocht.
Lang heeft hij er niet in gewoond.
In 1629 stak hij weer in zee. thans om
die nagel aan de doodkist onzer
vrachtvaart en visserij te tuchtigen,
de Duinkerker kapers; Duinkerken
was in Spaans bezit; zelfs een Mau-
rits had het piratennest niet kunnen
veroveren (1600: slag bij Nieuw-
poort).
De Duinkerkers waren, het moet
erkend, geen katjes om zonder hand
schoenen aan te pakken. Piet Heyn
ontmoette hen tussen Dover en Ca
lais. Naast hem. op de campagne,
stond Maerten Harpertszoon Tromp,
van wie de vlootvoogd verklaard had:
„Ik heb veel kloekmoedige kapiteins
gekend, doch indeselve altijd enige
misslag gevonden, doch nimmer in
Tromp, in wie alle de deugden, die
in een zee-overste vereist worden,
aanwezig zijn".
Plotseling zonk „de grote man met
zijn kleine naam" naast Tromp neer:
een schot door de schouder had een
einde gemaakt aan zijn leven.
Tromp spreidde de driekleur over
het lijk van zijn vereerde meester
uit en wist het gevecht tot een voor
delig einde te brengen.
Het stoffelijk overschot werd onder
grote toeloop van het volk en met ho
ge eerbewijzen te Delft plechtig ten
grave gebracht.
Baars schelvis kabeljauw
tarbot.
De meerderheid: zeevis; de baais.
riviervis. De baars valt uit.
1. Keulen Mainz Straatsburg
München.
2. Massachusetts Nicaragua
Honduras Guatemala.
3. Chimpansé gorilla orang-
oetan mandril.
4. Gotterdammerung Freischutz
Walkiire Lohengrin.
5. Dr. Joannes Eek Calvgn
Luther Karlstadt. Tr
6 Maurits Frederik Hendrik
Stadh. Willem II Jan Willem Friso.
7. Het Zuiderkruis Grote Beer
Kleine Beer Orion.
8. Lucifer Adam in Ballingschap
Gijsbreght v. Aemstel raust.
9. Beethoven Rodin Mozart
Haydn.
10. Main Wolga Dwina
Petschova.
(Oplossing volgende keer).
De 17e September herdenkt de
H. Kerk een hoogst aangrijpend
wonder: „de H. Franciscus ont
vangt de wondetekenen van de
gekruisigde Heiland, zodat hij,
ook naar bet lichaam, het even
beeld werd van Hem, aan Wie
zijn ziel reeds geheel gelijkvor
mig was geworden".
Iemand, als de H. Franciscus,
noemen we: „ge-stigma-tiseerd,
naar een vreemd woord, dat on
geveer de betekenis heeft van
„merken".
S. Franciscus werd door een
Engel „gemerkt", die in zijn
handen, voeten en zijde de won
detekenen drukte.
S. Franciscus' grootste levens
beschrijver, de Deen Joergen-
sen, een bekeerling, verzekert,
dat de koppen der nagels zicht
baar waren in de handpalm en
hun punt aan de bovenzijde.
„Tussen het vlees en de punt
der nagels" schrijft hij
„was plaats voor een vinger, net
als bij een ring; en de kop der
nagels was rond en zwart"
juist dus, zoals zij te Rome wor
den getoond in de kerk van het
H. Kruis.
Het gebeurde op de berg Al
verna, in het jaar der genade
1224. Wanneer de Heilige hier
vertoefde, werd hij des ochtends
gewekt door een valk. Wanneer
hij evenwel aan rust meer be
hoefte had, wekte de valk hem
later met zijn kreten.
De 30e September de stig-
matisatie vond de 14e plaats
nam de grote Arme van Assisl
afscheid van Alverna met de
woorden „Vaarwel, heilige
berg, berg der Engelen. Vaar
wel, mijn beste broeder valk,
die mij altijd wekte met je
kreet; en ik dank je voor al je
zorg jegens mij betoond".
Sint Franciscus is twee jaren
later zingende de Eeuwigheid
ingegaan.