Overleg over loonsverhoging Werkgevers boden 4 pet; vakbeweging eiste eerst 6, thans 8 pet Canada waardeert Ned. karaktereigenschappen Konijnenschone" strook langs Belgische grens li! WERD» vooRDonc Klommen niet de jongens als katten in het want....?' Vt QUO De Heilige van de week BOND VAN SCHAEPMAN VIERT ZESTIGJARIG BESTAAN HET GRABBELTONNETJE Minister Suurhoff vertelt ervaringen Hoop voor de konij nenhouder Liever integratie dan assimilatie Plan tot bestrijding van myxomatose Aartsdiocesane K.A.B. bepaalt haar positie Entstof tegen konijnen ziekte De hotelbrand in Loosdrecht „En vochten ze niet als leeuwen Welke naam lioort hier niet thuis? 17 September: St Franciscus begenadigd met de Kruiswonden ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1953 PAGINA 6 Geen echte mislukkingen BACTERIëNJAGER WERKT MET HYPNOSE NEDERLANDER IN FRANK RIJK GEARRESTEERD Toen reeds een controverse Eind aan een legende Woensdag a.s. beschikbaar •v y~m Standbeeld van Piet Hein te Rotterdam Delfshaven CORRESPONDENTIE-ADRES: POSTBUS 8, HILVERSUM. Men weet. dat in verband met de huurver hoging, welke op 1 Januari a.s. door zal moeten gaan, een loonsverhoging zal moe ten worden doorgevoerd. Het lag in de bedoeling van de regering voor werkne mers de helft van de huurverhoging te compenseren door lastenverlichting voortvloeiend uit overheidsmaatregelen en de andere helft door loonsverhoging. In de Stichting van de Arbeid heeft in tussen overleg plaats gevonden tussen de vertegenwoordigers van de organisaties van de vakbeweging en de werkgevers over de omvang van de a.s. loonsverho ging. Men was 't er over eens geworden dat de loonsverhoging niet alleen een compensatie zou moeten geven voor de huurverhoging, doch dat daarnaast ook het restant van de consumptiebeperking, welke in het voorjaar 1951 werd aan vaard, uit de weg zou moeten worden ge ruimd. Verschil van mening bestond er echter tussen de vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers over het percentage waarmede de lonen zouden moeten worden verhoogd om het gewens te doel te bereiken. De werkgevers hadden een berekening opgesteld waaruit bleek dat een loons verhoging met 3,6 pet nodig zou zijn om de huurverhoging te compenseren en het restant oonsumptiebeperking uit de weg te ruimen. Zij verklaarden zich bereid dit percentage naar boven af te ronden tot 4 pet loonsverhoging. Daarnaast waren zij ook bereid om een differentiatie in de verschillende bedrijfstakken toe te pas sen t.a.v, het percentage der loonsverho ging en dus> in bepaalde bedrijfstakken, die het zouden kunnen lijden meer dan 4 pet loonsverhoging toe te staan. De werknemers kwamen echter tot een be rekening welke een loonsverhoging van 5% pet inhield, hetgeen werd afgerond tót een eis vasn 6 pet. Het restant van de consumptiebeperking werd door de werk gevers op pet, door de werknemers op 3,6 pet becijferd. Het verschil in uitkomst van beide be rekeningen hield verband enerzijds met de waardering van het effect van de huurverhoging en anderzijds de loonbasis waarop men zich stelde, nl. of men reke ning moet honden met de regelingslonen of met de richtlijn lonen. De werkgevers stonden ook op het standpunt, dat nadat overeenstemming zou zijn verkregen over het percentage, aan de S.E.R. advies zou worden gevraagd over het feit of het inderdaad verant woord is het restant van de consumptie' beperking af te schaffen en of het met 't oog op de economische repercussies ver antwoord zou zijn het overeengekomen percentage van loonsverhoging door te voeren. De werknemers verklaarden zich echter niet te willen verenigen met het vragen van een advies aan de S.E.R. De werknemers waren van mening dat het vragen van advies vertragend zou wer ken. Hiertegenover stond het standpunt van de werkgevers dat een dergelijk ad vies zeker in 3 i 4 weken gereed zou kun nen zijn, aangezien de S.E.R. zich reeds enkele malen met het loanvraagstuk heeft bezig gehouden. De werknemers stonden voorts op het standpunt dat 6 pet. loonsverhoging zon der gevaar voor de economie van het land zou kunnen worden doorgevoerd. Nadat de werknemers dus aanvanke lijk 6 pet. loonsverhoging hadden geëist, zijn zjj gekomen met een eis van 8 pet. aigemene loonsverhoging, hetgeen ge motiveerd werd met het feit, dat uit de loonsverhoging op zich weer prijsverho gingen moeten volgen. Dit zou voor de werkgevers een totale lastenverhoging van ruim 10 pet. betekenen, inclusief de verhoging van de sociale lasten welke uit de loonsverhoging voortvloeit. De werkgevers hebben verklaard dat zij een dergelijke loonsverhoging niet kunnen aanvaarden. Op het ogenblik wordt er door de Stichting van de Arbeid overleg gepleegd met de ambtelijke Lonen en Prijzen Com missie. Deze commissie zal aan de rege- Ting advies moeten uitbrengen over de hoogte van de door te voeren loonsver hoging. De werkgevers hebben intussen hun eis van het vragen van advies over de loonsverhoging aan de S.E.R. laten vallen en zich er mede accoord verklaard dat dit advies niet zal worden gevraagd. Voor verschillende takken van het be drijfsleven zal de lastenverhoging nog groter worden dan het effect van de al gemene loonsverhoging waarvan hier bo ven sprake is. Onafhankelijk van de al gemene loonsverhoging zullen er per 1 Januari 1954 nog loonsverhogingen voort komen uit hoofde van: 1. het afbouwen van de verschillen in lonen welke een gevolg zijn van de gemeenteclassificatie en 2. vergroting van het verschil in belo ning tussen geschoolden en ongeschool den. Dit laatste zal geschieden door een gro tere mate van vrijheid te geven. Het resultaat zal zijn dat de geschoolde arbei ders die boven het gemiddeld geschooMe type uitgaan vermoedelijk een loonsver hoging van 2 centen zullen krijgen, ter wijl het loon der geoefenden met 1 cent zou worden verhoogd. De wijziging van de gemeenteclassifica tie zou geen gevolgen hebben voor de lo nen in de eerste klasse, doch zou wel een verhoging van de lonen in de overige klassen veroorzaken. Alles bü elkaar zou voor het land als geheel genomen de loonsverhoging voortvloeiend uit de beide factoren: verandering in de gemeente classificatie en vergroting van het toon verschil tussen geschoolden en onge schoolden een loonsverhoging van I 3 pet. bedragen. Daarboven op komt dan, zoals reeds werd opgemerkt, de algemene loonsverhoging. (Van onze Haagse redactie) „Men kan frappante staaltjes van door zettingsvermogen constateren bjj de Ne derlanders, die zich de laatste jaren in Canada hebben gevestigd", zo deelde minister Suurhoff, die deze week van zijn oriëntatiereis terugkeerde, op een pers conferentie mede. Er moet hard worden gewerkt, maar dan kan men ook zoveel sparen, dat men zich spoedig zelfstandig kan vestigen. De naam „Dutch" is in Canada reeds een waarborg geworden. Ge zien de rijke mogelijkheden, welke dit land biedt, is er alle aanleiding de emi gratie daarheen krachtig te blijven steunen." De Canadese Immigratiedienst werkt met grote efficiëntie. Men wenst zich niet al te strikt te houden aan het voor ons land vastgestelde immigratiecijfer van 30.000; dit wordt meer dis een streefcijfer beschouwd. Evenmin wordt van de Nederlanders ge vergd, dat zij zich zo spoedig mogelijk vol komen aan de Canadezen assimileren. Met waardering voor een aantal Nederlandse eigenschappen, ziet men liever, dat deze aan het Canadese volkskarakter worden toegevoegd, zodat men in plaats van assi milatie de voorkeur geeft aan integratie in het grote Canadese geheel. De Cana dese regering beschikt over een ambtena rencorps, dat werkelijk iets goeds van de immigratie wil maken. De Nederlandse Emigratiedienst ver richt ginds zeer goed werk. Grote activi teit om de nieuwelingen uit het vaderland op te vangen ontwikkelen ook degenen, die zich reeds enige tijd in Canada heb ben gevestigd. De minister had, wat dit betreft, eveneens waardering voor het werk der Kerken. De gevestigde Neder landse immigranten hebben ook reeds een soort vereniging opgericht, die nieuw komers opvangt en die o.m. van zich deed horen door collectes voor de watersnood- gebieden. Maar eveneens hebben Neder landse immigranten in Canada verschei dene Nederlandse artikelen doen impor teren, welke daar voor hen volslagen onbekend waren. Tussen Montreal en Ottawa bezocht de bewindsman verscheidene Nederlanders, sommigen volgens programma, anderen volkomen toevallig, zoals op de markten de groenten- en fruithandelaren. Onopge smukte verhalen kreeg hij aldus te horen van artsen, ingenieurs en geestelijken, van bakkers, slagers en kruideniers, van im porteurs en arbeiders, die meestal niet wisten met wie ze te doen hadden. Echte mislukkingen heeft hij nergens aange troffen. De Brusselse arts Louis Decorte be weert een middel gevonden te hebben ter genezing van door myxomatose aan getaste konijnen. Hg verklaarde aan de correspondent van het A.N.P., reeds verscheidene zieke konijnen uit de bos sen van Houthulst, waar de gevreesde ziekte voor het eerst in België werd geconstateerd, met dit middel te hebben gered- De geneesheer deelde verder mede, dat het hier een snel werkend middel be treft, waardoor zieke langoren na toe diening van een tweetal injecties na een drietal dagen weer normaal zijn. In tegenstelling tot het Franse se rum, dat slechts een voorbehoedende werking heeft, zou het middel van dok ter Decorte dus een genezende invloed hebben. De resultaten van de heer De corte worden thans door de veterinaire dienst onderzocht en vandaag reeds zou te Brussel een bijeenkomst van officiële deskundigen worden gehouden, waar de industriële vervaardiging van het ge neesmiddel zal worden besproken. Een verrassende mededeling heeft de heer Richard de Silva, van hef medische onderzoekingsinstituut op Ceylon, zo juist op het zesde in ternationale microbiologische con gres te Rome gedaan omtrent een door hem toegepaste methode om bacteriën te doden. Hij nam groe pen bacteriën van „gelijke getals sterkte", zullen we maar zeggen. (Bacteriën tellen lijkt ons een mon nikenwerk). De ene groep was voor proefnemingen bestemd, de andere diende als „vergelijkingsobject". De eerste groep nu bracht hij schrik niet onder hypnose. Dertig minu ten lang suggereerde hij haar: „niet verder groeien, niet groeien, niet groeien!" „Je bent steriel, je bent steriel, je bent steriel!" „Je bent dood, je bent dood, je bent morsdood!" Het resultaat was verbluffend! Door herhaalde proefnemingen wist hij het sterftepercentage onder de bacteriën tot zestig op te voeren... Naar wij vernemen, zint men thans in de bacteriënwereld ernstig op afweermaatregelen tegen de ver nietigingsmethode van de heer De Silva. De heer E. J. A. Quaedvlieg, directeur van de veeartsengkundige dienst in Ne derland, is voornemens, de overheid een plan voor te leggen ter bestrijding van de gevreesde kongnenziekte, de myxo matose, die uit België ook ons land is binnengedrongen. Het plan houdt o.m. in langs de Belgisch-Limburgse en Bra bantse en Zeeuwsch-Vlaamse grens een zóne konjjnen-schoon te laten schieten, eventueel in samenwerking met jagers verenigingen. In ieder geval moeten alle konijnen er zoveel mogelijk uit verwij derd worden, om aldus het overlopen van konijnen voorkomen, die besmet kunnen zijn. De import van vellen is reeds gere geld en alleen toelaatbaar op vergunnin gen, ingevolge de Tularemy-wet van ver leden jaar. (Tularemy is een wildziekte. die uit het Oosten ons land is binnenge komen en ook voor de mens gevaarlijk is). Directeur Quaedvlieg was zojuist terug van een bezoek aan het besmette gebied van Lommei in België. Hij was daar ter oriëntatie heen gegaan met de heren dr Frenkel van het staatsveeartsenijkundig onderzoekingsinstituut te Amsterdam en diens medewerker, de heer Frederiks. De besmette dieren te voorkomen. Konijnen^ heer Quaedvlieg had daar een bezoek ge- zjjn geen verre lopers, maar vrjj sterk aan een bepaalde plaats gebonden. De fokkers en liefhebbers van konijnen raad-t hij aan, niet deel te nemen aan ten toonstellingen. Verder moeten zij liefst geen vellenopkopers op hun erven toela ten of bij hun hokken en voorts moeten ze geen voer halen uit streken waar wilde De Nederlander J. is Donderdagavond In een hotel te Parijs gearresteerd. Hij wordt er van beschuldigd op 30 Augustus juwelen ter waarde van vijf millioen frank uit Chateau Rouge, de woning van een Nederlander te Montauroux bij Saint Tropez, te hebben gestolen. In zijn bagage vond de politie enige voorwerpen van geringe waarde, die aan de eigenaar van de woning toebehoorden. Volgens L. had de Nederlandse eigenaar hem deze voorwerpen ter hand gesteld voor enkele werkzaamheden die eerstge noemde in „Chateau Rouge" had verricht. (Van onze Utrechtse redacteur) De Utrechtse Diocesane Bond van de K.A.B., die thans ongeveer 65.000 leden telt, van wie circa 10.000 Kajotters, kan zich er op beroemen, dat aan zijn oprich ting op 1 October 1893 in Zwolle recht streeks hebben medegewerkt de twee grote sociale priesters doctor Schaepman en mgr Aricns, alsmede mgr dr Schrader, eveneens bekend promotor van de katho lieke arbeidersbeweging. Schaepman heeft in de oprichtingsver gadering een redevoering gehouden, waar in h(j vooral het beginsel van de zelf werkzaamheid naar voren heeft gescho ven of, zoals hjj het toen formuleerde, de souvereiniteit in eigen kring, hetgeen ge zien werd als een der belangrijkste bij dragen tot de zo noodzakelijke persoon lijkheidsvorming. „AI houd je een potlood nog zo krom in je vingers vast, ais je het maar zélf vasthoudt", was een slag woord van Schaepman, omdat hij als één der ergste feilen In de arbeiderswereld zag, de welhaast volkomen materiële en geestelijke afhankelijkheid van anderen. Daarom verdedigde hij ook zo met nadruk het persoonlijke lidmaatschap van de plaatselijke zelfstandige verenigingen. H'et kenmerkende van de Utrechtse bond was ook, dat deze een federatie vormde van plaatselijke autonome verenigingen die uitsluitend arbeiders tot het lidmaat schap toelieten. Hier lag dus het onder scheid met de reeds eerder gestichte Volksbond in het bisdom Haarlem, die een organisatie was voor arbeiders èn zelf standigen. Schaepman is ook tot zijn dood in 1903 geestelijk adviseur geweest. Men heeft wel eens gemeend, dat de doctor zich zelf naar voren heeft ges hoven, doch d'e huidige voorzitter, de heer Joh. Zwanik- ken, met wie wij naar aanleiding van het 3 en 4 October in Utrecht te vieren 60-jarig jubileum een onderhoud hadden, zei ons een brief van de toenmalige kapelaan Vas- tert aan Schaepman in zijn bezit te heb ben, waarin hij Schaepman de aangewe zen persoon voor adviseur n-o'emt. Het is een merkwaardig feit, dat na de dood van Schaepman pastoor Bult tot waarnemend honds-adviseur werd be noemd. Het Is niet onwaarschijnlijk, dat dit verband hield met de reeds betrekke lijk vroeg groeiende tegenstelling tussen stands- en vakorganisatie. Het in 1903 gestichte R. K. Bureau voor de Vakorganisatie pretendeerde in latere jaren de totale belangenbehartiging voor de arbeiders te kunnen waarnemen. Dit is een onverkwikkelijke strgd ge worden, die tenslotte geleld heeft tot het bisschoppelijke communiqué van 1916, dat nog steeds wordt gezien als de basis van werkzaamheid en werkverdeling voor stands- en vakorganisaties. De uiterste consequentie van dit bis schoppelijke communiqué werd eerst ge trokken 20 November 1945, toen tot stand kwam de gecentraiiifeerde Katholieke Ar beidersbeweging in Nederland, die van dat moment af kan worden gezien als een totale organisatie van de arbeidende stand. Het bestuur beschouwt het jubileum, nu het vraagstuk van de stands- en vakorga nisatie weer zo acuut is geworden, als een welkome gelegenheid om de situatie van de diocesane bond van de K A.B. duidelijk te omschrijven, teneinde een eind te maken aan de legende, dat zijn taak al leen een g-odsdienstig-culturele zou zijn. Het werkprogram van de Bond is in principe van de oprichting af ongewij zigd gebleven. Alleen de vormen van ac tiviteit zijn bij de zich wijzigende om standigheden aangepast. Als voornaamste werkzaamheid ziet de Bond op het ogenblik het vormen van kernen van gezond denkende katholieke arbeiders. Daarop richt zich het werk van de Centrale voor Vorming en Actie. Voorts kent de Bond een groot aantal materieel helpende instellingen, als het kinderher stellingsoord „Mooi Gaasterland". Rechts kundig Adviesbureau, Kleinvee Centrale. Werkloosheidsdienst enz. Bovendien een aantal instellingen in samenwerking met andere standsorganisaties, zoals het Pae- dagogisch Beroepskeuzebureau en de Emi gratiedienst, De minister van Buitenlandse Zaken mr J. W. Beyen en de minister zonder por tefeuille mr J. M. Luns, zijn door presi dent Vargas van Brazilië onderscheiden met het Grootkruis in de Nationale Orde van het Zuiderkruis. De Braziliaanse ambassadeur overhandigt de versier selen aan minister Luns, terwijl de echtgenote van de ambassadeur de ver sierselen aan minister Beyen over handigt. I Naar het ministerie van Landbouw gis teren officieel bevestigde, is in Noordwijk het eerste geval in ons land van de ko nijnenziekte myxomatose bij konijnen van een sportfokker geconstateerd. De Vee- artsenijkundige Dienst raadt konijnenhou ders aan de dieren voorbehoedend te la ten enten. Er is voor gezorgd, dat met ingang van Woensdag a.s. entstof tegen deze ziekte, die wilde en tamme konijnen aantast, beschikbaar is. Het is uiteraard niet doen lijk wilde konijnen in te enten. Het in enten is wettelijk alleen toegestaan aan dierenartsen. De entstof is verkrijgbaar bij het Staatsveeartsenijkundig Onderzoe kingsinstituut te Amsterdam. Zo lang eigengeproduceerd vaccin nog niet be schikbaar is, wordt het uit Frankrijk in gevoerd. Volgens gegevens uit dit land, biedt het vaccin geen volledige zekerheid voor immuniteit, maar men mag van 70 pet van de entingen goed resultaat ver wachten. In verband met de brand gisternacht in hotel Djumpol aan de Loosdrechtse plassen, zijn twee Hilversumse jongelui fearresteerd. Er bestaat vermoeden, dat landstichting in het spel is. De beide gearresteerden vertoefden kort voor de brand in het hotel. Het gerucht gaat dat er in de uren. welke direct aan de brand voorafgingen, tfidens een feest met vuur zou zijn gespeeld. In hoeverre hier sprake is van baldadigheid in dron kenschap of van opzet tot brandstich ting wordt thans nagegaan. bracht aan Stevenswenne waar de heer Ermens. directeur van een ternietfabriek. twee landgoederen had liggen en waar de ziekte heerste in een deel ervan. Er wer den twee drijfjachten gehouden, die teza men 530 konijnen als buit opleverden en bij al die dieren werd geen myxomatose geconstateerd. De verhalen over honderden en duizen den cadavers, die in dc streek zouden lig gen, kloppen niet met de werkelijkheid. Een ziek konijn verbergt zich in zjjn hol. zodat het mogelijk is, dat er in de holen veel slachtoffers van dc ziekte liggen. De rest is „jagerslatijn". De veeartsenijkundige dienst heeft ge zorgd, dat er aanstonds een behoorlijke voorraad entstof is aangevoerd uit het Pasteurinstituut te Parijs en van de ve- terei-naire dienst te Brussel. Bovendien is men direct begonnen met het telen van een goed vaccin hier te lande. Wellicht is het mogelijk de tamme konijnen hier té lande aldus grotendeels te redden maar lOOVo zekerheid geeft het vaccin niet. De wilde konijnen echter gaan vermoedelijk een slechte tijd tegemoet. Daar is niets aan le doen. Nederland telt rond anderhalf millioen tamme konijnen en de fokkers van waardevolle dieren zullen hun konijn tjes willen redden en er iets voor over hebben. Voor de huis- en tuinlangoren is het echter zeer de vraag of ze de te maken kosten van rond 50 cent per stuk plus het loon van de veearts, waard zijn Tijdig slachten en consumeren is hier misschien het beste. Voor uitsterven van onze langoren be hoeven we niet bang te zjjn. Australië neeft ook met myxomatose gewerkt tegen de daar heersende chronische en klassieke konijnenplaag. Maar de diertjes ontwik kelen op den duur zelf een antitoxin en er ontstaan stammen, die immuun zjjn voor deze ziekte. Intussen zullen er duizenden doden vallen eer het zover is, aldus de heer Quaedvlieg. S dc Wie herinnert zich deze regels uit zijn schooljaren niet? Ze zijn van niemand minder dan Dr J. P. Heye oud-deelnemer aan de tiendaagse veldtocht tegen België Amsterdams geneesheer dichter van kinderliedjes en nationale liederen. Het „Vlaggclicd heeft zijn roem overleefd. Maar het lied van de Zilveren Vloot „doet het altijd nog uitstekend. Het overbekende wijsje werd gecomponeerd.... door een andere dokter, ook al Amsterdammer, dokter J. J. Yiotta. De medici uit die verre dagen hadden blijkbaar veel musicaal gevoel. Zoals het dikwijls gaat met dichter lijke, dartele liedjes, moet nu niet ieder woord op een goudschaaltje ge legd worden. Om de Zilvervloot hebben de jon gens niet „gevochten als leeuwen". Zeker, er waren doden te betreuren bij de thuisvaart, een getal, dat op klom tot 150, wonder boven wonder, want de helft van de bemanning was ziek geweest, „Appeltjes van Oranje" hadden de Spaanse zeeschepen niet aan boord. „Matten van Spanje" waarschijnlijk wel. ,,De Zeeschrick van Delfshaven", gelijk Vondel Piet Heyn noemt, bracht heel wat zilver naar Nederland, dui zenden ponden, baren (staven) en Re alen, vermoedelijk wel gouden Realen en daaronder zullen zich ook „mat ten" (rijksdaalders) hebben bevonden. Overigens dichtte Heye niet voor het Geschiedkundig Genootschap; zijn zeer verdienstelijk werk lag binnen de be vatting van het grote publiek en paste zich wonderwel bij het karakter van ons volk aan. „God weet hoezeer ik het betreur, dat uit deze haven zulke onaangename berichten gaan naar mijn Heer en Ko ning, die ik zozeer bemin, dat hem slechts berichten moesten worden toe gezonden van aangename aard. God heeft dit niet bewilligd dit jaar, immers heeft Hij Spanje ernstig willen straffen met het rampspoedig verlies der Hon- durasschepen en der Nieuw-Spanje- vloot, onder bevel van Don Juan (choe-an) de Benavides, zoals Uwe Ma jesteit zal blijken uit dit verslag, dat ik toezend (het verslag is verloren ge gaan). En het ergste is de vrees, waar in men voortaan moet verkeren met het oog op de nood van de versterkingen alhier, die ik Uwe Majesteit verzoek om Godswil te doen voorzien, terwijl Wie wel eens wandelt langs land wegen, dijken, weilanden, is vast en zeker de weegbree tegengekomen. Want men zegt, dat dit plantje over al ter wereld bloeit, waar de mens zijn voet neerzet. De blaren zijn haast net zo rond als een ei. De bloemen hebben een bruine kleur en uit die bloemen kijken ooit bossen witte meeldraden. Van Mei tot November staat de weegbree tussen het gras dus: op het ogenblik ook nog. Vroeger, heel vroeger, was de bloem een vrouw, een edelvrouw, die op een groot kasteel woonde. Haar man heette Hildebrand en hij was heel erg dapper. Het gebeurde nu, dat de Koning all© ridders naar het paleis riep, ook ridder Hildebrand. Zij moesten helpen om tegen woeste mannen te vechten, die bet land in wilden ko men. „Wees maar niet bang" zei Hilde brand tot zün vrouw; „wacht op mij onder de grote, oude eik bij het kasteel. Als het voorjaar, de Lente, in het land is, kom ik zeker terug". En zo reed hij weg, aan het hoofd van zijn soldaten. Zijn vrouw ging bidden in de kapel. De dagen, de weken gingen voor bij. De bomen lieten hun blaren val len. De oude eik het laatst van alle maal. De grond lag vol eikels, beu- kenootjes en kastanjes. Maar er kwam geen bericht van ridder Hildebrand. Toen de eerste stralen van de len tezon de winter wegjoegen, ging de edelvrouw achter de eik staan. Iemand kwam aanrijden en zei: „Uw gemaal is gevallen tegen de vijand. Hij was wel dapper, maar de vijand was sterker". Zij geloofde het niet. Zij bleef maar staan, daar onder die oude eik. Al tijd maar kijken, kijken, kijken, heel df> lange weg af. Maar geen ridder Hildebrand Op zekere morgen vonden de knech ten van het kasteel haar onder de eik liggen: zij was die nacht gestor ven. En niet lang daarna, ontlook op diezelfde plaats en ook elders een eenvoudige, bijna kleurloze bloem, die de mensen nog nooit gezien had den. De weegbree. „Kijk" zeiden de boeren „het is de edelvrouw, die langs iedere landweg, elk karrespoor, bij ieder weiland, staat uit te zien naar haar man. Als hij terugkomt, wil zij de eerste zijn, die hem begroet!". Ondanks felle zon en regenvlagen bloeit de weegbree, met haar stof fige blaren, witte meeldraden en brui ne bloempjes en zij doet dat overal, waar mensen leven, want onder die mensen hoopt zij nog eens haar ge maal weer te vinden. ik waarlijk nog niet eens vraag wat eigenlijk nodig is, maar ik schik mij naar dc tijdsomstandigheden". Aldus luidd-e de bri'ef, d-ie Don Lo renzo de Cabrera uit Havana naar de Spaanse koning zond, de 30e Septem ber 1628 dat is dus nu 3% eeuw ge leden. Wat was er gebeurd? Maes-tre „mees ter over het zilver", Juan Miguel de Benavides had de Spaanse Zilvervloot vrijwel zonder slag of stoot in de han den van Piet Heyn gespeeld. „Zoo lang des Werelds ronde De guide zon om-kruidt, Zoo is tot geenen stonde Gekreegen zulken buijt Als daar nu heeft gekreegen De Generaal Piet Heyn. En niet daarvoor gesleegen Looft God. vrij a-lgemeijn!" zoog destijds het ..nieuwe Red over de veroverde zilvere vloot". Niet daarvoor gesleegen".... Zon der slag of stoot! Inderdaad! „Rampspoedig verlies", schreef Don Lorenzo aan zijn Vorst. Terecht In Januari 1629 toch, stelde de on- derzoekings-rechter vast en nog wel voor de koninklijke Rechtbank te Sevilla dat een dertigtal Spaan se schepen „door de Hollandse vijand werd veroverd in de baai van Ma- tanzas (Noordkust van Cuba) met de schatten van zilver en goud en realen, scharlaken en indigo (blauwe kleurstof) zijden stoffen, huiden en andere koopwaren, artillerie, wapens en munitie ter waarde van meer dan zes. millioen". Hij wil-de. een proces voeren tegen de schuldige leiding „door wiens gebrek aan moed en te weinig overleg de genoemde vloot veroverd werd, terwijl men vluchtte, alles achterla tende en zich ermede tevreden stel de de levens der opvarendenn te red den". Piet weyn taxeerde de waarde op elf miljoen; 2yn onderbevelhebber, Witte de With, op 'n tien miljoen of wat rneer, Maar bij de verdeling van de buit kregen de „Spekken" (Span- paarden; gelijk: er werd voor zeven miljoen verdeeld blijkbaar was er een slordige „mat" aan de maat en de strgkstok blijven hangen Zeer te gen de zin van het scheepsvolk, dat zich bg de neus genomen achtte en met n anderhalf jaar gage werd af gescheept. Met slaande trom trokken 40 tot 50 ontgoochelden door Amsterdam, stel- mioN den een vuurmond tegen het West- Indië-huis op, maar vonden de poort gebarricadeerd. De soldaten werden ijlings onder de wapenen geroepen. De muiters moesten de wijk nemen; het zilver bleef in handen der hoge omes en van een nadere verdeling was geen sprake zelfs de onbe houwen Witte de With kreeg geen cent erbij en hij had nog wel de adviesbark genomen, die vóór de vloot uitzeilde. Het voorval inspireerde onze grote Vondel tot een gedicht: „Op het ontsct van Piet Heyng Buyt": ,,doe de moetwil opgeruyt Degon om sinte Pieters (Heyn!) buyt Een kangs te wagen driest en dom Mit vliegent vaendel, slaende trom Doen quam mij 't krggsvolck (schutterij) wel te pas De stenen vloogen door het glas. Ick docht, dees Geusen bennen Spaens"enz. „En soo bleef Sinte Pieter (Hein) baes, Godt loon't sint Japeck en sint Klaes!" (de Overheden). Ook Piet Heijn zelf werd door hem •ereeuwigd desen Heyn, den Zeeschrick van Delfshaven Die 't al verovert wat West Indien kan graven, 't Vereenighd Neerlant vrees voortaan voor geen belegh; Philippus (van Spanje) legt in swijm en heeft den dootsteeck wegh". Met deze laatste regels doelde Vondel op de finantiële klap, die Spanje te dragen kreeg. Immers, de Spaanse schatkist leed door het ver lies der Zilvervloot aanzienlijke scha de. Het geldgebrek der Spanjaarden maakte het Frederik Hendrik, onze Stadhouder, mogelijk de vgand ste viger aan te pakken. Zijne Eminentie, de Kardinaal de la Cueva, moest reeds de 2o Decem ber, dus: 'n maand of drie na het schitterende oorlogsfeit (8/9 Sept. 1628) uit Brussel zijn Koning be richten, dat de tijding „hier verder felijke gevolgen met zich sleept. Men oordeelt dat de vijanden, in het bezit van zoveel schatten, nog groter moed aan de dag zullen leggen en overal ziet men openlijke ontevredenheid van alle krijgslieden, terwijl sommige soldaten een drieste toon aanslaan en er niet aan twijfelen, dat er grote rampen staan te gebeuren" „Op den tienden January (1629) heeft de Heer Generaal (Heyn) met een moye koelte, den wint W. N. W., de Anckers gheligt ende is ingheloopen ontrent den Middagh, Anckers wer pende voor Hellevoet Sluys. In sum ma: alle de schepen, alle den Buyt, alle het Volck, 't is meestal Godt lof t' eene nae t' ander behouden inghe- comen tot ghemeyne Vreughde van ons ghemeyn Vaderlandt. Den Rijck- dom der Soldaten en Matrosen, hare blinckende kleederen, hare wichtighe (zware), welghestoffeerde Beursen (buitgelden!) roepen uyt: „Soo 't yemant hier verdriet als Bedelaer te leven, Laet die met Pieter Heyn hem selven 't Zee begheven". Deze reis „heeft ons Landt soo ver- rijekt, dat het teghenwoordelijck staet en glinstert onder den Hemel ghelijck een Kleyne Wereldt in een Groote". Men prees „de Christelijcke Capi- teyn" die de „strafheydt van syn han den en vuysten vermenghde met de soeticheydt van syn woorden en be loften, roepende onder het schieten geduyrichlijck: „Bonne Guerre" (d. i. lijfsbehoud, genade). Ende dese stemme was so krachtigh, dat de Spangiarden datelijck haer geweer (wapens) afwier pen, omlaegh liepen, en haer selven in de ghenade van den Heer Generael bevolen". (Piet Heijn was bang, dat de Spanjaarden de boel in brand zouden steken, of in zee zouden gooien). De „Zeeschrick van Delfshaven" werd door Frederik Hendrik aan tafel genodigd nu, dat kon er wel op overschieten, want de Prins ontving 700.000 van de buit! Dat heette: „Ge rechtigheid voor den Stadhouder". De „Bewindshebberen" gingen met 70.000 strijken en de aandeelhouders met 3.750.000. Vermoedelijk heeft Piet Heyn voor zijn aandeel in de „Silvervlote" 'n 7000 gulden gebeurd, voor welk bedrag hij een woning kocht. Lang heeft hij er niet in gewoond. In 1629 stak hij weer in zee. thans om die nagel aan de doodkist onzer vrachtvaart en visserij te tuchtigen, de Duinkerker kapers; Duinkerken was in Spaans bezit; zelfs een Mau- rits had het piratennest niet kunnen veroveren (1600: slag bij Nieuw- poort). De Duinkerkers waren, het moet erkend, geen katjes om zonder hand schoenen aan te pakken. Piet Heyn ontmoette hen tussen Dover en Ca lais. Naast hem. op de campagne, stond Maerten Harpertszoon Tromp, van wie de vlootvoogd verklaard had: „Ik heb veel kloekmoedige kapiteins gekend, doch indeselve altijd enige misslag gevonden, doch nimmer in Tromp, in wie alle de deugden, die in een zee-overste vereist worden, aanwezig zijn". Plotseling zonk „de grote man met zijn kleine naam" naast Tromp neer: een schot door de schouder had een einde gemaakt aan zijn leven. Tromp spreidde de driekleur over het lijk van zijn vereerde meester uit en wist het gevecht tot een voor delig einde te brengen. Het stoffelijk overschot werd onder grote toeloop van het volk en met ho ge eerbewijzen te Delft plechtig ten grave gebracht. Baars schelvis kabeljauw tarbot. De meerderheid: zeevis; de baais. riviervis. De baars valt uit. 1. Keulen Mainz Straatsburg München. 2. Massachusetts Nicaragua Honduras Guatemala. 3. Chimpansé gorilla orang- oetan mandril. 4. Gotterdammerung Freischutz Walkiire Lohengrin. 5. Dr. Joannes Eek Calvgn Luther Karlstadt. Tr 6 Maurits Frederik Hendrik Stadh. Willem II Jan Willem Friso. 7. Het Zuiderkruis Grote Beer Kleine Beer Orion. 8. Lucifer Adam in Ballingschap Gijsbreght v. Aemstel raust. 9. Beethoven Rodin Mozart Haydn. 10. Main Wolga Dwina Petschova. (Oplossing volgende keer). De 17e September herdenkt de H. Kerk een hoogst aangrijpend wonder: „de H. Franciscus ont vangt de wondetekenen van de gekruisigde Heiland, zodat hij, ook naar bet lichaam, het even beeld werd van Hem, aan Wie zijn ziel reeds geheel gelijkvor mig was geworden". Iemand, als de H. Franciscus, noemen we: „ge-stigma-tiseerd, naar een vreemd woord, dat on geveer de betekenis heeft van „merken". S. Franciscus werd door een Engel „gemerkt", die in zijn handen, voeten en zijde de won detekenen drukte. S. Franciscus' grootste levens beschrijver, de Deen Joergen- sen, een bekeerling, verzekert, dat de koppen der nagels zicht baar waren in de handpalm en hun punt aan de bovenzijde. „Tussen het vlees en de punt der nagels" schrijft hij „was plaats voor een vinger, net als bij een ring; en de kop der nagels was rond en zwart" juist dus, zoals zij te Rome wor den getoond in de kerk van het H. Kruis. Het gebeurde op de berg Al verna, in het jaar der genade 1224. Wanneer de Heilige hier vertoefde, werd hij des ochtends gewekt door een valk. Wanneer hij evenwel aan rust meer be hoefte had, wekte de valk hem later met zijn kreten. De 30e September de stig- matisatie vond de 14e plaats nam de grote Arme van Assisl afscheid van Alverna met de woorden „Vaarwel, heilige berg, berg der Engelen. Vaar wel, mijn beste broeder valk, die mij altijd wekte met je kreet; en ik dank je voor al je zorg jegens mij betoond". Sint Franciscus is twee jaren later zingende de Eeuwigheid ingegaan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 6