Koningin zong en danste met
de
weesjongens
Gloriedag voor de Jordaan
Geen
gasten op de
„Angora-hoeve"
Nieuwe mogelijkheden voor de
kankerbestrij ding
Geef de zieken
toch uw interesse
VfRIGLEV
Twee gestolen
afgodsbeeldjes
Herinneringen aan Henriëtte
Roland Holst
VIJFTIG JAAR WAS-INDUSTRIE
Margarine dreigt
duurder te worden
„IN HOLLAND STAAT EEN HUIS99
Wasserijen behandelen jaarlijks
200 millioen kg wasgoed
Als een censor
liquideert....
Post voor „Grand
Repulse'
Hoopgevende mededelingen op internationaal
congres te Rome
Hartelijkheid wordt dubbel
gewaardeerd
Mieke
Heldendaad voorkwam
ramp
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1953
PAGINA 7
Guus leidt de Koningin
Prins vond het groots
Als een liofje van Pieter
de Hoogh
Dat 's Heren Zegen op V daal
Prins in instituut voor kern-
physisch onderzoek
Morgen de laatste dag
Breideling van de prijs
concurrentie
K.L.M. GAAT COLOMBO
AANDOEN
Adresseer op juiste wijze
door
FRANCE
L. PACKARD
(Daar t's hij een man Voor)
Hoe Icornt U ^etrregemoet
en blijft U toch U zelF?
Wih V BEATRIS!
GEVAARLIJK BAANTJE!
Niet alleen de directie van de gemeen
temusea leidde de hoge bezoekers rond,
ook een neef van de schilder, ir V. van
Gogh, was aanwezig en gaf voorlichting
bij de diverse doeken van zijn beroemde
oom. Toen de blikken van de Koningin
vielen op een bordje, waarop staat, dat
het mogelijk is via een kleine ontvangst
installatie draadloos en deskundig te wor
den rondgeleid, verzocht zij van deze
draadloze gids gebruik te mogen maken.
Met een klein ontvangstapparaat volgde
Koningin Juliana geboeid de rondleiding
en volgde alle instructies op, die via de
tape recorder tot haar kwamen. Na af
loop toonde zij zich uiterst voldaan en bij
haar bewondering over de fraaie collec
tie, die zij had gezien, sloot de Prins zich
enthousiast aan.
Om 11 uur werd het Stedelijk Museum
verlaten. De Koningin begaf zich naar
het Blindengeleidehonden-instituut, terwijl
Prins Bernhard vertrok naar de Cen
trale Hemweg.
Nog onlangs hebben wij geschreven over
de prachtige instelling van het Blinden
geleidehondeninstituut ter gelegenheid
van een uitbreiding, die aan de school in
het uiterste Oostelijke deel van de hoofd
stad heeft plaats gevonden. Wij wezen er
op, dat'in 1935 het instituut werd geopend
door H. K. H. Prinses Juliana. In de bijna
twintig jaar dat dit instituut bestaat, is het
tot een „grootbedrijf" uitgegroeid. Onder
de technische leiding van de heer D. Ja
cobs werken negen instructeurs en leer
ling-instructeurs aan de school.
Eén van hen is zelf blind. Deze instruc
teur, Jan Peters, demonstreerde met Esto,
hoe feilloos de geleidehond zijn blinde
baas of vrouw langs de diverse obstakels
leidt. Met grote interesse bezag H. M. de
verrichtingen en na de demonstratie ver
zocht zij zelf met een hond te lopen. Aan
de Duitse herder Guus viel de eer te beurt
om als Koninklijke geleidehond te fun
geren.
Inmiddels bracht Prins Bernhard een
bezoek aan de electrische Centrale aan
de Hemweg, waar hij werd verwelkomd
door mr F. van Wijck, wethouder voor
de gemeentebedrijven en ir L. Vos, direc
teur van het Gem. Energiebedrijf. De
Prins was onder de indruk van de impo
sante installatie en in het ketelhuis deel
de hij eerlijk mee, dat hij het groots vond,
maar niet alles, aan de technische kant
bekeken, direct kon begrijpen. Momenteel
zijn reeds twee eenheden met een capaci
teit van 100.000 kilowatt in gebruik. Het
volgende jaar zal hoogstwaarschijnlijk de
derde eenheid in gebruik worden geno
men.
Om half één waren Koningin Juliana
en Prins Bernhard weer in het paleis te
ruggekeerd, waar zij het noenmaal ge
bruikten. De wacht voor het paleis was
inmiddels betrokken door het Regiment
Intendance Troepen.
Om ongeveer kwart voor drie arriveer
de de Koningin bij het R. K. Jongens
weeshuis aan de Lauriergracht. Zij werd
ontvangen door de voorzitter van 't huis,
(Van onze Amsterdamse redactie).
Reeds vroeg gistermorgen klonken weer de tonen van het Volkslied over
de Dam, toen H.M. de Koningin om kwart voor tien naar buiten kwam
en daar de erewacht inspecteerde van de Verbindingsschool te Amsterdam
der Kon. Marine. Vergezeld van Haar echtgenoot, reed H. M. naar bet
Stedelijk Museum om daar de Van Goghtentoonstelling te bezichtigen. De
directeur van het museum, jhr W. Sandberg en de heer H. Jaffé, adj.-
directeur waren ter begroeting aanwezig.
Koningin Juliana zet in zoverre niet de traditie van Haar moeder voort,
dat Zij zelf in de vrije uren, die de drukke bezigheden Haar toelaten,
schildert, maar het is bekend, dat de huidige Vorstin de schone kunsten
een warm hart toedraagt.
de heer F. Wilde, en de secretaris, de heer
H. van Ogtrop. Een van de jongens van
de school, Hans van Sister, twaalf jaar
oud, bood Hare Majesteit orchideeën aan.
Alvorens de verschillende lokalen te be
zichtigen, werden in de stijlvolle regen
tenkamer met aan de wanden portretter
en wapens van vroegere beheerders. ,.de
mevrouwe regentessen de tegenwoordige
regenten en regentessen, moeder-overste,
de rector en andere bestuursleden aan de
Koningin voorgesteld.
Het R- K- Jongensweeshuis is al zeer
oud. Het werd opgericht in 1698 en na
enige overplaatsingen tenslotte gevestigd
aan de Lauriergracht. Het gebouw zelf
staat op de lijst van Monumentenzorg en
dientengevolge kunnen niet alle verbou
wingen plaats hebben, die het bestuur zou
wensen. De gevel bijvoorbeeld is van bui
ten een somber groot vlak van baksteen,
dat weinig doet vermoeden hoe modern
reeds het interieur is; men wordt boven
dien verrast door een grote open binnen
plaats, waarop onder de ietwat grijze be
wolking, die gisteren over de stad hing,
dat typische namiddaglicht viel, waarin
Pieter de Hoogh zijn hofjes schilderde met
dezelfde bestrating en ruitjes over de
ramen. Veel is natuurlijk in de loop der
tijden veranderd; moderne inzichten in
het opvoedingssysteem hebben hun weg
ook in dit Tehuis gevonden, dat geen
school is, maar van waaruit de jongens
in overeenstemming met hun capaciteiten
over diverse scholen in Amsterdam wor
den verdeeld. Men ziet er ook kleine
meisjes rondhuppelen, waardoor zon
tehuis direct zoveel aardiger en vrolij.cer
wordt: men voedt zoveel mogelijk broer
tjes en zusjes samen op. Het ligt ook in
de bedoeling in de toekomst het gebouw
te bestemmen voor jongens èn meisjes;
en het zal dan de naam dragen van „Kin
dertehuis Amstelstad".
„In Holland staat een huis".
Na het welkomstwoord van de heer De
Wilde, waarin hij o.a. herinnerde aan
vroegere bescheen voor leden van het huis
van Oranje aan het gebouw, vertoefde de
Koningin enige tijd in de divarse lokalen,
waar de kinderen in kleine groepen aan
het spelen en knutselen waren. Het zag
er allemaal helder en zeer verzorgd uit:
de verlichting, de stoeltjes en tafeltjes,
de vloer en de wanden en ook het speel
goed in alle variatie, die daarin is aan te
brengen. Een klasje voor iets grotere
kinderen, alleraardigst gekleed in Sprook
jesdracht, voerde een dansje uit en we
zouden niet in de Jordaan zijn, wanneer
niet het oude fascinerende poppenkast
spel werd te zien gegeven, compleet met
alle traditionele figuren. Buiten stonden
de pages aangetreden, in sneeuwwitte
pakjes en met een baret.
Het bezoek werd besloten met een grote
kringdans „in Holland staat een huis" en
de Koningin liet zich al gauw in de kring
opnemen onder groot enthousiasme van
de kinderen. En toen een heel kleine
heer een „vrouw" moest kiezen, was het
de Koningin, die hand in hand kwam te
staan met de parmantige jongen in het
midden van de kring op het oude binnen
plein van he weeshuis. Ook het gevolg
van de Koningin, onder wie Haar parti
culiere secretaresse, mevr. N. Smit-Avis
en Haar kamerheer, jhr. F. van Lennep,
dansten tussen de kinderen, terwijl de
zusters lachend stonden toe te kijken.
Er stond nog iets op het programma
deze middag en wel een bezoek aan de
Sociëteit voor Ouden van Dagen in de
Jordaan, en opgericht in 1863 onder de
naam „Koning Willemshuis" door ds
Adema van Scheltema. De sociëteit Zelf is
van veel recentere datum, December 1952
en geldt uitsluitend de bejaarden.
De ouden van dagen brengen hier de
dag door, onder goede verzorging. Vooral
's winters bij koud weer is dit gebouw een
uitkomst: er wordt goed gestookt, er is
koffie en thee, er zijn boeken en natuur
lijk wordt er zeer veel gekaart, door de
mannen vooral. De vrouwen zijn voor het
merendeel bezig door hun onafscheidelijk
handwerk, waarvan enkele stukjes de
Koningin werden aangeboden. Hare
Majesteit onderhield zich met de oudjes,
waarvan enkelen zich nog het bezoek her
innerden door Koning Willem II aan het
gebouw gebracht.
„Dat 's Heren Zegen op U daal" zongen
de bejaarden, aan het orgel begeleid
door de S3-jarige blinde organist S.
Duif, die een hand van H.M. kreeg.
Mevrouw B. Klaasen Bus-van Noord
vroeg de Vorstin belangstellend naar de
gezondheidstoestand van Prinses
Marijke, omdat ze „hetzelfde aan haar
ogen heeft gehad, toen ze 4 jaar was".
Glimlachend antwoordde de Koningin,
dat het gelukkig met Prinses Marijke
goed vooruit gaat. „Ze gaat al op de
gewone school".
In de leeszaal gebruikte H.M. de thee,
gezeten naast de 78-jarige heer G. Geerard
met een lange patriarchale baard. Belang
stellend vroeg de Koningin naar zijn
werkzaamheden in vroegere jaren, toen
hij nog chef-kok was.
Na het zingen van het Wilhelmus ver
liet het gezelschap de sociëteit, nage-
zwaaid door de ouden van dagen.
In het gastenboek, waarin ook de namen
voorkomen van Koning Willem II, de
Prins van Oranje, Koningin Wilhelmina
en Koningin -Moeder Emma uit 1899, zette
de Koningin haar handtekening.
Bij de uitgang zat het echtpaar J.
Carstens-van Ginkel, wonende Bloem
gracht 44, dat juist die dag 55 jaar ge
trouwd was. De Koningin feliciteerde het
echtpaar hartelijk ten aanschouwe van de
talrijke Jordaanbewoners, die zich hier
rijen dik hadden opgesteld.
Tegen half vijf vertrok Hare Majesteit
weer naar het Paleis; overal langs de stra
ten stonden de mensen en hingen zij uit
de ramen van deze buurt, die misschien
het meest typische Amsterdam is en, nu
juist bezig aan het vijfde Jordaanfestival,
in dit zo gewaardeerde bezoek van de
Koningin een ware bekroning ziet van
deze feestelijke dagen.
De Prins bracht gisterenmiddag een be
zoek van bijna anderhalf uur aan het
instituut voor kernphysisch onderzoek
aan de Oosterringdijk.
Prof. dr C. Bakker, directeur van het
instituut, heeft de Hoge gast ontvangen
en tijdens de rondleiding voorgelicht over
de methoden o.a. met behulp van een
cyclotron gevolgd bij het speuren naar
de geheimen van het atoom, meer in het
bijzonder de atoomkern.
In het gezelschap bevonden zich o.a.
prof. dr Casimir, directeur van het1
natuurkundig laboratorium der Philips-
fabrieken in Eindhoven, prof. dr J. Clay,
directeur van het natuurkundig labora
torium uit Amsterdam en prof. J. Milatz,
hoogleraar in de experimentele physica te
Utrecht.
Voordat het Koninklijk Paar Maandag
morgen om half tien het Paleis zullen
verlaten om de hoofdstad weer vaarwel te
zeggen en door de burgemeester naar de
grens van de gemeente zijn geleid, zullen
zij morgen om ongeveer tien uur te voet
naar de Nieuwe Kerk gaan om daar een
Aandacht bij te wonen. Om half twee
's middags zullen de Koninklijke Gasten
een bezoek brengen aan de tentoonstel
ling „Dit is Noord" om zich te oriënteren
omtrent de wijk, die nog steeds enigszins
denigrerend wordt aangeduid met „Aan
de overkant van 't IJ".
Dit is de eerste zomer sinds vele jaren geweest, zonder een bezoek aan
de Buissche Heide. Hier, op dit stille ongerepte stukje Brabant, bracht
Henriëtte Roland Holst haar zomer6 door eerst met baar moeder,
later met baar man, prof. R. N, Roland Holst, en na diens dood alléén.
Zo gauw als de lentezon een beetje kracht kreeg, ging ze er heen en dan
kwam er al spoedig een uitnodiging: „Ik zou het gezellig vinden als je
'n paar dagen kwam, het is nu zo mooi hier.". Dikwijls was de herfst al
ingezet voordat ze het landgoed, dat al enkele geslachten lang in het
bezit van haar familie van moederszijde was geweest en door haar, nog
tijdens haar leven, aan Monumentenzorg werd vermaakt, verliet om de
winter in het Noorden door te gaan brengen.
Advertentie
R. S. STOKVIS ZONEN KV.
140 dealen en «ibdeale™,
overal In Nederland.
I
Naar aanleiding van de vrees, dat bij
een gedeelte der melkhandelaren-organi
saties schijnt te bestaan over de conse
quenties van een mogelijk op komst zijn
de margarine-quotering (waarbij aan
iedere fabrikant op soepele wijze een ze
ker percentage van margarine-productie
wordt toegewezen) vernemen wij van de
zijde van margarine-fabrikanten het vol
gende
De laatste jaren is door belanghebben
den herhaaldelijk overleg gepleegd over
de moeilijkheden, die door de felle prijs
concurrentie bij de margarine-industrie en
de margarine-handel ontstaan zijn. Na
talloze besprekingen is dezer dagen in 't
bedrijfschap voor margarine, vetten en
oliën (M.V.O.) een verordening aangeno
men, waarbij de margarine-productie ge
quoteerd wordt. Een verordening, waar
mede het overgrote gedeelte der fabri
kanten. ruim 89 pet. der Nederlandse
margarine-productie verzorgende, zich
accoord verklaarde. Dit M.V.O. is een
publiekrechtelijk orgaan, waarin zitting
hebben vertegenwoordigers van de olie-,
margarine- en vetindustrle, van de werk
nemers en van de groothandel in diverse
geledingen.
De quotering is zodanig geregeld, dat
geen enkele detaillist bevreesd behoeft te
zijn, dat hij niet de gewenste kwaliteit
zal kunnen betrekken.
Voor een belangrijke prijsverhoging
er werden volmaakt onjuiste prijzen ge
noemd van 5» en 45 cent per pakje met
uitsluiting van andere prijzen behoeft
niet gevreesd te worden. Wel zullen de
huidige prijzen een kleinigheid verhoogd
worden teneinde deze eindelijk op meer
reële basis tc brengen. Doch geruchten als
de hierbovengenoemde zijn van alle grond
ontbloot, aldus vernemen wy van de zyde
der margarine-fabrikanten
Een verordening als de onderhavige,
behoeft de goedkeuring van de minister
van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening, die deze zaak thans bestudeert.
De Bond van Wasindustriëlen in Neder
land de oudste organisatie op wasserij-
gebied in ons land viert vandaag zijn
gouden jubileum. Tijdens de oorlog werd
deze ruim 250 leden tellende (neutrale)
bond weliswaar van overheidswege op
geheven, doch onmiddellijk na de bevrij
ding stak men de hoofden bijeen en werd
de oude bond in ere hersteld. Er bestaat
een goede samenwerking in federatief
verband met de beide confessionele ver
enigingen. Gezamenlijk werden reeds be
langrijke resultaten bereikt, zo deelde
men ons gisteren op een persconferentie
mede. Nederland telt thans ca. 900 wasse
rijen, waarvan er vele de vergelijking
met buitenlandse ondernemingen wat in
richting, wastechniek en aflevering der
goederen betreft glansrijk kunnen door
staan. Een veel toegepast snufje is b.v.,
dat het goed onzichtbaar wordt gemerkt
en de aangebrachte tekens slechts in het
licht van bepaalde lampen leesbaar wor
den. Alles bijeen hebben deze bedrijven,
die dan 25.000 werkkrachten arbeid ver
schaffen, een jaaromzet van ongeveer 100
millioen gulden. Op deze basis mag wor
den aangenomen, dat per jaar in totaal
200 millioen kg wasgoed 20 000 spoor
wagons vol! wordt behandeld.
Het vertrouwen der huisvrouwen is
aanmerkelijk groter geworden sinds de
gezamenlijke bonden in 1937 te Delft het
Proefstation voor de Wasindustrie hebben
opgericht. Onder leiding van ir R. Smit
werd bereikt, dat wastechnisch grote vor
deringen werden gemaakt en de huis
vrouwen in alle gerustheid haar kostbare
textielgoederen in behandeling kunnen
geven.
Het instituut heeft in binnen- en buiten
land de aandacht getrokken. De regering
geeft jaarlijks via het Toegepast natuur
wetenschappelijk onderzoek (T.N.O.) een
subsidie voor dit researchwerk.
Het station geeft voorlichting aan de
bedrijven en controleert deze, alles met
het opzet het peil op te voeren. Een goed
werkend bedrijf geeft minder slijtage dan
de thuiswas, zodat niet alleen wordt be
spaard op de linnenkast der gezinnen
doch ook op de deviezen,, omdat minder
grondstoffen, zoals katoen, behoeven te
worden ingevoerd.
Gaarne zou men bij het research-werk
en de daaruit voortvloeiende voorlichting
ook Horeca, ziekenhuizen, Intendance en
de gezamenlijke huisvrouwen betrekken.
Een in 1951 gehouden opinie-onderzoek
wees uit, dat de Nederlandse huisvrou
wen over het algemeen niet sympathiek
stonden tegenover de wasserij. Dit bleek
het gevolg te zijn van diep-ingewortelde
vooroordelen. De Stichting Wasserijvoor-
lichting is toen aan het werk gegaan, en
wel met groeiend succes.
Tenslotte, zo werd medegedeeld, bestaat
er nog een 2-jarige technische en che
mische cursus voor zoons van wasindus
triëlen, welke kan worden gecompleteerd
door een afzonderlijke cursus voor kost
prijsberekening. Ook hiervan heeft Ne
derland de primeur gehad. Alles bijeen
geen wissewasje!
Het bondsjubilé wordt vandaag in het
Kurhaus in Scheveningen gevierd
's Middags is er een receptie en diner.
Morgen zijn er verschillende excursies.
Nu de geallieerde censuur in Oostenrijk
is opgeheven en het bureau van de cen
sor van de viermogendhedenraad aan het
liquideren is gegaan, blijkt men met een
dergelijke massa oud papier te zitten, dat
er geen kachels genoeg voorhanden zijn
om alles binnen redelijke tijd te verbran
den. Aan het maken van een open brand
stapel durft men niet te beginnen, daar
dan de waarborg ontbreekt, dat alles af
doende vernietigd wordt. Men heeft nu
besloten de gehele massa brieven, telg-
grammen, kranten en ander ingehouden
papperassen naar de papiermolen te ver
wijzen.
De Nederlandse delegatie, die met de
regering van Ceylon besprekingen heeft
gevoerd over landingsrechten voor de
K.L.M. in Colombo, is er gisteren in ge
slaagd een overeenkomst tot stand te
brengen. Deze zal nog door de Neder
landse en de Ceylonse regering moeten
worden bekrachtigd.
Het staat nog ndet definitief vast, wan
neer de K.L.M. voor het eerst Colombo
in haar dienstregeling zal opnemen.
Temidden van de dennenbossen, die
hier en daar worden afgewisseld door
een korenveld of graslandje, ligt het
groepje huizen waar de dichteres woon
de, werkte en gasten ontving. Want
elke zomer kwamen ze weer, de goede
vrienden, na een lange wandeling door
de bossen. Eerst hadden ze een flink
stuk van de klinkerweg van Zundert
naar Achtmaal moeten lopen, dan moes
ten ze links afslaan om langs smalle,
kronkelende zandpaadjes de Buissche
Heide te bereiken. Opeens een heei bre
de dreef met aan weerszijden majesta-
tueuze oude bomen, 's Zomers is het
daar, door het bladerengewelf, altijd
koel en donker en stil, als in een kathe
draal.
Vlak achter deze hoge bomen ligt een
kleine witte villa met rieten dak, de
„Angora-hoeve", die R.N. Roland Holst
omstreeks 1900 liet bouwen voor de
moeder van de dichteres en waar deze
later in woonde en werkte. Het is een
eenvoudig huis met drie kamers en een
grote veranda, waar Henriëtte Roland
Holst bijzonder graag zat en waar de
meeste van haar latere werken zijn ge
schreven.
Een twintigtal meters verderop is de
woning van de boswachter en vlak
daarbij het „jachthuis" met zijn ruime
kamer. Hier, waar het in de dichte
schaduw van een eeuwenoude boom
altijd koel is, werden bij warm weer de
hoofdmaaltijden gebruikt. Het was altijd
erg gezellig in deze kamer met haar rode
vloertegels, grote schouw en witgelakte
provisiekast. Henriëtte Roland Holst
had een merkwaardige hang naar ge
zelligheid en daarom zat ze daar graag,
on baa r vaste plaats aan de ronde tafel.
Elk jaar tegen de tijd dat ze weg zou
gaan, kwam er wéér een uitnodiging om
'n paar dagen tekomen. En de laatste paar
jaren was het alsof dit herfstbezoek
door haar werd opgevat als een moge
lijk afscheid. Telkens waren er dan heel
stille momenten, waarna ze met haar
ietwat schorre stem zacht begon te spre
ken: „Als God het wil en ik nog leef,
hoop ik je volgend jaar weer hier te
zien". En meestal voegde ze er direct
aan toe: „Maar natuurlijk kom je me
gauw in Amsterdam opzoeken!"
Vooral bij het herfstbezoek 1951 was
het gevoel, dat zij afscheid nam, heel
sterk. Bij het houtvuur in de open haard
van haar werkkamer sprak ze over onze
vriendschap en het onafwendbare einde
er van. En als om me te troosten zei ze:
„Maar je zult dan je hele verdere leven
een mooie herinnering aan mij bewa
ren". Haar stem was zacht, maar zonder
een zweem van sentimentaliteit.
Er was nog een andere gast, die keer:
de romanschrijfster Fré Dommisse. Deze
merkte, dat de oude dichteres wat met
mij praten wilde en ze was zo fijngevoe
lig om ons die avond alleen te laten
waar ik haar altoos dankbaar voor zal
blijven, want zelden heb ik de groot
heid en de eenvoud en de genadeloze
oprechtheid van Henriëtte Holand Holst
beter begrepen dan in die paar uren,
waarin ze me vertelde over enkele be
langrijke gebeurtenissen in haar leven
waaraan ze óf met spijt öf mei vreugde
terugdacht.
De volgende morgen, terwijl de oude
dichteres in de Bijbel zat te lezen,
raakte ik in een geanimeerd gesprek met
mej. Dommisse. Henriëtte Roland Holst
vond het prettig als haar gasten het
goed met elkaar konden vinden en ze
knikte ons enkele malen aanmoedigend
toe. In plaats van zich in het gesprek te
mengen („Waar hebben jullie het over?
Waar lachen jullie toch om?" was ze
gewoon te vragen) ging ze zitten schrij
ven. Toen de koffie werd gebracht
onderbrak ze haar werk, om na een
gezellig babbeltje weer verder te gaan.
Ik zag, dat ze een vers maakte dat
had ze nog nooit gedaan terwijl ik er
bij was.
Even later schreef ze het in haar nog
forse maar erg beverig geworden hand
schrift over. Ze overhandigde mij het
vel. „Hier, dit heb ik voor jullie ge
maakt", zei ze. Het was het volgende
versje.
GELUKKIG AFSCHEID.
Mijn vrienden, die elkander hebt
gevonden
op deze plek vol gelukzaligheid,
God heeft u in Zijne barmhartigheid
in mijne eenzaamheid tot troost
gezonden. 4)
Nimmer hadt gij van elkander gehoord,
misschien kendet gij niet elkanders
namen,
maar in de blijde vrede van 't verzamen
bloeiden de schoonste bloemen
ongestoord.
Misschien zien w'elkander op aard
niet weer,
maar de herinn'ring blijft aan deze
vrede,
tot God ons eenmaal zal op onze bede
verenen in Zijn hoge, blanke sfeer.
De Buissche Heide,
26 September 1951.
Een laatste afscheid was dit bezoek
toch niet. want de volgende zomer
bracht ik weer vele uren met haar op
Buissche Heide door. We maakten
zelfs nog grote wandelingen, tijdens
welke ze vertelde uit haar jeugd. Eind
September 1952 kwam ik haar nog even
gedag zeggen. Ze stond er op, me bij
het heengaan naar het fietspad te bren
gen en daar wuifde ze me verscheidene
keren na.
Zó zie ik haar nog voor mij, staande
op het straatje vóór de Angorahoeve:
het was de laatste keer dat ik haar zag!
H. R.
1) In het kladje stond:
tot mij in mijne eenzaam
heid gezonden".
De postverbinding met de troepen, die
deelnemen aan de oefening „Grand Re
pulse" wordt uitgevoerd door de veld-
postdienst van het leger. Poststukken
kunnen volgens Nederlands tarief worden
gefrankeerd en op de gebruikelijke wijze
worden gepost. De posterijen dragen de
ze zendingen alleen over aan de veld-
postdienst, indien de zendingen op de
juiste wijze volgens onderstaande voor
beelden zijn geadresseerd. Elke wijziging
of toevoeging, zoals b.v. het onderschrift
„Duitsland", versnelt de behandeling niet
maar vertraagt deze integendeel en leidt
tot terugzending.
Adressering mag van 13 tot en met 24
September alleen geschieden onder een
nummer, te weten: voor alle onderdelen,
die behoren tot de Legerkorpstroepen
onder nummer Napo 201, voor alle onder
delen van de 4e Divisie onder nummer
Napo 251.
Voorbeeld voor legerkorpstroepen:
Korporaal Jansen, G. H., legernummer
32.04.18.241, vbd. afd. 1 L. K., Napo 201.
Voorbeeld voor de 4e Divisie: Soldaat
Van den Bergh, P. F. S., legernummer
32.08.25.438, C-Cie 41 R. I., Napo 251.
Verzonden kunnen worden: brieven tot
en met 20 gram, briefkaarten (enkele en
met betaald antwoord), drukwerken tot
maximaal 3000 gram en nieuwsbladen tot
maximaal 3000 gram.
Op liet internationale congres voor microbiologie, dat momenteel te
Rome wordt gehouden, zijn hoopgevende mededelingen gedaan omtrent
de stand van het kankeronderzoek en de mogelijkheid tot bestrijding van
kanker.
Wat het eerste punt (kanker-onderzoek)
betreft, heeft dr J. C. Carr, van het Insti
tuut Gustave Roussy Villejuif (Frankrijk),
in een verhandeling voor het congres de
aandacht gevestigd op het feit, dat nieu
we proeven de theorie zijn komen onder
steunen, volgens welke kanker veroor
zaakt wordt door een levend organisme,
mogelijk een submicroscopisch virus, of
grotere bacil.
Hij verwierp niet het denkbeeld, dat
chemische factoren iets met de verwek
king van kanker te maken hebben, maar
meende, dat deze factoren slechts In zo
verre een rol spelen, als zij op de een of
andere wijze het virus „voet geven". Een
groep Amerikaanse onderzoekers is tot
een soortgelijke conclusie komen, nl. dat
de kanker bij mensen en dieren veroor
zaakt wordt door een tot nu toe niet ge
observeerd type van micro-organismen
van velerlei verschillende vormen, van
uiterst „klein" tot „groot formaat", om
het zo maar uit te drukken.
Een begin van hoop zou thans gewet
tigd zijn, dat men er nu eerlang in zal
kunnen slagen door specifieke serums de
kanker te bestrijden en door specifieke
vaccins die ziekte te voorkomen.
In wetenschappelijke kringen, aldus
wordt in mededelingen over het congres
te Rome gezegd, wordt aan het boven
staande bijna evenveel belang gehecht ais
aan de ontdekking (in 1942) van het acti-
nomycine door Waksman, die op het ge
noemde congres de opzienbarende verkla
ring deed, dat het gelukt zou zijn kwaad
aardige gezwellen met dit middel te ge
nezen.
Wat dit laatste betreft, leggen wij er
nogmaals alle nadruk op, dat men met
alle voorzichtigheid moet waken tegen het
koesteren van al te hoog gespannen ver
wachtingen, temeer daar ook Waksman
zich nog een eindconclusie omtrent de
werking van het middel voorbehoudt.
Advertentie
Advertentie
Als je zelf zo gezond als een visje benl
en je gaat op bezoek in 't ziekenhuis
dan word je altijd opnieuw weer getrof
fen door al die mensen, die zich verdrin
gen bij de hoofdingang, om maar zo
gauw mogelijk op de plaats van bestem
ming te komen.
De patiënt zelf ligt al verlangend uit
te kijken en voelt zich weer één met 't
bezoek, dat niet alleen gewaardeerd
wordt door de goede gaven, maar bo
venal door de hartelijkheid, die ervan
uitgaat. Die de zieken doet beseffen, dat
ondanks alle narigheid en pijn, die im
mers vaak maar tijdelijk is, zij niet bui
tengesloten of vergeten worden, al reien
de weken soms nog aan tot maanden.
Toen ik dezer dagen in dat vertrouwde
ziekenhuis iemand opzocht, lag er bij
haar op de zaal nog een ander kennisje,
dat de volgende dag geholpen zou wor
den. Verrast, dat ik haar na zo lange tijd
weer terug zag, stak ik mijn hand naar
haar uit, die gretig gepakt werd. 't Trok
om haar mond, toen zij mij vertelde, wat
haar de andere dag te wachten stond.
Een zware operatie, voor de elfde keer
dit mee te maken.
Ik ken te goed de voorbereidselen, die
daar aan vooraf gaan. Ik wéét wat 't is,
als je hulpeloos op de brancard wegge
reden wordt naar de „O.K.", de schrik
van heel 't ziekenhuis!
Maar ik ken ook de innige rust, die er
in je daalt, als de vriendelijke zuster je
dan eerst even de kapel inrijdt en je
daar alleen laat met Hem, tot Wiens toe
vlucht ieder ontredderd mens, al is die
groot of klein, zich wendt.
Dan dank je O. L. Heer voor dit kost
bare moment, dan vraag je Zijn bijzon
dere kracht en bijstand, óók voor de
chirurg, die je dadelijk helpen gaat. Als
zuster je dan weer halen komt en je
heel even bemoedigend langs je wangen
strijkt, dan ben je zo blij, dat zij begreep,
wat je nu zo nodig had
„Denk je morgen aan mij", vroeg dat
kennisje, „o denk toch extra aan mij.
Ik heb dat met een stevige handdruk be
loofd en ik héb aan haar gedacht en wat
wel 't Allervoornaamste is: extra voor
haar gebeden.
DAt is 't, wgt wij gezonden voor hén
kunnen doen, die op de brancard naar
de „O.K." worden gereden. Aan hen
denken, voor hen bidden en hen opbeu
ren, als 't tegenloopt met een hartelijk
woord of een gezellig bloempje. DAt is
toch waarachtig niet 't meeste gevraagd.
In het Oostenrijkse aardoliegebied heeft
in de nacht van Donderdag op Vrijdag
een opzichter door heldhaftig optreden 'n
ramp voorkomen. Toen hij namelijk ont
dekte, dat door een breuk in een leiding
uitstromend 'gas in brand was geraakt,
Wierp hij zich op de breuk, waaruit een
vlam van tien meter hoog spoot. Op deze
manier verstikte hij de vlam met zijn
lichaam. De opzichter is daarna met ern
stige brandwonden overdekt in een zie
kenhuis opgenomen.
40)
Hij begon kalm en methodisch op de
flitsen te vuren, wanneer deze tussen de
bomen opvlamden. Hij schoot zijn revol
ver leeg, gaf ze aan Tifu en ruilde haar
voor de zijne maar nu vuurde hij niet
meer. Daar tussen de bomen kon hij hen
niet treffen er was niet één kans op de
duizend. De situatie was een impasse.
Geen van de beide partijen kon de andere
aanvallen.
Misschien echter kon hij zich in slimheid
met hen meten en winnen. Een goed
gericht schot op één van hen liefst op
Chen-su, zou zeer zeker de moeite waard
zijn, zelfs als wat hij van plan was, op
niet veel meer dan dat uitliep.
Tifu, zei hij zacht en op gejaagde
toon, we kunnen deze plaats wel
eeuwig verdedigen, maar daarmee komen
we niet op de Alita. We moeten beetje
voor beetje naar het strand zien te komen,
zodat we, als de boot terugkomt, er niet
te ver af zijn, om er naar toe te snel
len. Zeg dit dus tegen Kafan, want ik kan
niet genoeg Maleis spreken. Zeg hem, naar
beneden te gaan, tot hij een plaats vindt,
waar het pad scherp draait en waar we
het weer zouden kunnen uit houden tegen
die boven ons, maar laat hem niet ver
gaan, want het moet een plaats zijn, waar
jij en Kafan me vlug heen kunnen dragen.
Vertel hem, dat hij zo zachtjes moet gaan
als hij kan, maar op de terugweg moet
hij een steen van de rotsen naar beneden
laten rollen. Slechts één steen, Tifu
alsof we ons heel voorzichtig terugtrok
ken, maar bij toeval een steen aan het rol
len brachten, een steen die ons zogenaamd
verraadt! Zo kunnen we ze dan misschien
uit de bomen lokken. Begrijp je?
Goed gezegd, o meester! antwoorde
Tifu opgewonden en sprak snel in het
Maleis tegen Kafan.
Toen ging Kafan heel zachtjes weg.
Er verschenen nog flitsen tussen de
bomen, nog ketsten de kogels venijnig
tegen de rotsen, maar terwijl Bob Kings-
ley daar aandachtig lag toe te kijken,
scheen het hem toe, dat de flitsen lang
zamerhand dichter bij de buitenste rand
bomen kwamen, alsof Chen-su en zijn vol
gelingen, ofschoon nog aarzelend, dichter
naar de rand van de open plek kropen.
Er verliep een minuut of misschien twee;
toen kwam er van ergens achter Bob
Kingsley een steen aanratelen, die langs
de spleet naar beneden rolde en, in snel
heid toenemend, heel beneden met een
weergalmend geluid tegen iets sloeg
echo's namen de klank op en zonden hem
galmend heen en terug, van rotsmuur tot
rotsmuur.
Toewan, kijk! fluisterde Tifu. Ze
bijten in het aas.
Er was een verwrongen glimlach op Bob
Kingley's gezicht. Aan de rand van de
bomen, vreemd en spookachtig in het
maanlicht, en alle verscheidene meters van
elkander gescheiden, verschenen plotse
ling vijf witte gedaanten. Kon hij maar
zien, -wie Shen-su was! Maar de gedaante
in het midden was het zekerste mikpunt.
Hij schoot. Een gil was het antwoord. De
gedaante viel. Toen schoot hij zo vlug als
hij kon een kogel af in de richting van elk
van de overige vier. Kreten, die meer op
gillen leken, gillen van woede en vrees,
waren het antwoord, en daarboven uit
hoorde men de man, die getroffen was,
nog schreeuwen. Maar de witte gedaanten
waren verdwenen.
Aan zijn elleboog sprak Kafan:
Ik ben hier en heb de plaats gevon
den, zoals de Toewan bedoelde.
Vlug dan! beval Bob Kingsley.
Draag me er heen jullie beiden! Maar
zorg, dat je, wat je ook doet, geen leven
maakt. Ik denk niet, dat die schurken zich
weer zullen laten zien, zolang zij denken,
dat wij hier zijn, maar als ze snappen wat
we doen, zullen ze ons achterna zitten als
een bende wilde katten, vóór we weer een
schuilplaats hebben!
Tien, twintig, vijftig meter droegen de
twee Maleiers Bob Kingsley het pad af
en er rolde of ratelde geen steen onder
hun voeten. Toen zetten ze hem neer,
waar hij op een scherpe draai achter een
rots, het pad boven hem weer kon over
zien. Nu geen stenen meer, Kafan, beval
hij; maar zoek weer een plaats als
deze, nog verder naar beneden. Zo zullen
we zo vlug mogelijk blijven voortgaan.
Ja Toewan, antwoordde Kafan.
Bob Kingsley wendde zich met een ruk
tot Tifu.
Tenzij ik me vergis, zei hij kortaf,
zullen ze het over een andere boeg
gooien. Niettegenstaande wat Nanu zei, is
het voor hen het meest logisch, dat ze
omlopen en van het een of ander punt
van de klip naar beneden gaan naar het
strand om ons zo de weg af te snijden
of anders zullen ze de klip beklimmen
en van daar af naar het strand vuren.
Tifu schudde het hoofd.
Het is te ver voor hen om er heen
te lopen, zei hij, en lang vóór zij een
plaatsje zouden gevonden hebben om naar
het strand te gaan, zouden wij op de
Alita zijn. En wat beklimmen van de klip
betreft, kijk eens boven uw hoofd, Toe
wan. Kijk! Het maanlicht ziet men niet
breder dan een draad. Toewan, dat komt
niet omdat de muren hier zo dicht bij
elkaar zijn, maar omdat, zelfs op de
plaats, waar wij er in kwamen, de engte
zeer hoog is.
Maar zij weten er niets van, hoe het
er hier uit ziet, zei Bob Kingsley vlug.
Ze kunnen net zo goed het een als het
ander proberen.
Dan zijn we veilig, Toewan, gromde
Tifu voldaan.
We zullen zien! zei Bob Kingsley.
Je kunt gelijk hebben maar ik zal
het pas geloven, als we op het dek van
de Alita zijn! Het spijt me te moeten zeg
gen, dat ik vrees, dat het Chen-su niet
was, die ik daarginds trof en Chen-su
zal zich hier niet zonder meer bij neer
leggen!
Weer kwam Kafan terug, weer droegen
de twee Maleiers Bob Kingsley in een
verscholen plekje, een beetje verder naar
beneden cn telkens werd deze manoeu
vre herhaald. Er was geen teken, dat ze
werden gevolgd, maar toch vorderden zij
langzaam, want Nanu had de moeilijk
heden van het dalen helemaal niet over
dreven. Het pad werd telkens afgebroken;
soms was het niet meer dan een smalle
rand, waar de voet nauwelijks op staan
kon; soms moest Bob Kingsley in zijn
half hulpeloze toestand, met zijn geboei
de handen en voeten, naar beneden gela
ten Worden langs de steilte van de rots,
terwijl zijn lichaam naar beneden ben
gelde en Kafan hem van boven vasthield
en Tifu van onder.
Maar eindelijk waren ze gelijk met het
strand en stapten op het strand zelf. Hier,
in het maanlicht, kon Bob Kingsley de
Alita voor anker zien liggen, zoals Nanu
gezegd had, een kwart mijl van de kust.
Tifu wees over de kleine strook zand
in zee. Reeds naderde een bootje snel de
kust.
Zie. Toewan! zei hij. Daar is Nis
san al. Nu zullen we de Toewan naar de
boot dragen.
Bob Kingsley rammelde wanhopig met
zijn voetboeien. Ja, goed. Die beroerde
dingen en die schurk van een Richard
son! gromde hij.
(Wordt vervolgd).
ABONNEER!!) OP
HET BIWJ5AT IEDER GEEF!
YUiT JHEM TOEKOMT
Voor Gera en andere plaatsen in de om
geving (Oost-Duitsland) worden maar
liefst 15 nieuwe burgemeesterr gezocht.
Niettegenstaande de talrijke officiële po
gingen heeft men nog geen candidaten
kunnen vinden. Geen wonder: bijna al de
vroegere functionarissen der 15 vacante
pasten werden ingevolge aanhouding uit
hun ambt ontheven.