Koningin zong en danste met de weesjongens Gloriedag voor de Jordaan Geen gasten op de „Angora-hoeve" Nieuwe mogelijkheden voor de kankerbestrij ding Geef de zieken toch uw interesse VfRIGLEV Twee gestolen afgodsbeeldjes Herinneringen aan Henriëtte Roland Holst VIJFTIG JAAR WAS-INDUSTRIE Margarine dreigt duurder te worden „IN HOLLAND STAAT EEN HUIS99 Wasserijen behandelen jaarlijks 200 millioen kg wasgoed Als een censor liquideert.... Post voor „Grand Repulse' Hoopgevende mededelingen op internationaal congres te Rome Hartelijkheid wordt dubbel gewaardeerd Mieke Heldendaad voorkwam ramp ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1953 PAGINA 7 Guus leidt de Koningin Prins vond het groots Als een liofje van Pieter de Hoogh Dat 's Heren Zegen op V daal Prins in instituut voor kern- physisch onderzoek Morgen de laatste dag Breideling van de prijs concurrentie K.L.M. GAAT COLOMBO AANDOEN Adresseer op juiste wijze door FRANCE L. PACKARD (Daar t's hij een man Voor) Hoe Icornt U ^etrregemoet en blijft U toch U zelF? Wih V BEATRIS! GEVAARLIJK BAANTJE! Niet alleen de directie van de gemeen temusea leidde de hoge bezoekers rond, ook een neef van de schilder, ir V. van Gogh, was aanwezig en gaf voorlichting bij de diverse doeken van zijn beroemde oom. Toen de blikken van de Koningin vielen op een bordje, waarop staat, dat het mogelijk is via een kleine ontvangst installatie draadloos en deskundig te wor den rondgeleid, verzocht zij van deze draadloze gids gebruik te mogen maken. Met een klein ontvangstapparaat volgde Koningin Juliana geboeid de rondleiding en volgde alle instructies op, die via de tape recorder tot haar kwamen. Na af loop toonde zij zich uiterst voldaan en bij haar bewondering over de fraaie collec tie, die zij had gezien, sloot de Prins zich enthousiast aan. Om 11 uur werd het Stedelijk Museum verlaten. De Koningin begaf zich naar het Blindengeleidehonden-instituut, terwijl Prins Bernhard vertrok naar de Cen trale Hemweg. Nog onlangs hebben wij geschreven over de prachtige instelling van het Blinden geleidehondeninstituut ter gelegenheid van een uitbreiding, die aan de school in het uiterste Oostelijke deel van de hoofd stad heeft plaats gevonden. Wij wezen er op, dat'in 1935 het instituut werd geopend door H. K. H. Prinses Juliana. In de bijna twintig jaar dat dit instituut bestaat, is het tot een „grootbedrijf" uitgegroeid. Onder de technische leiding van de heer D. Ja cobs werken negen instructeurs en leer ling-instructeurs aan de school. Eén van hen is zelf blind. Deze instruc teur, Jan Peters, demonstreerde met Esto, hoe feilloos de geleidehond zijn blinde baas of vrouw langs de diverse obstakels leidt. Met grote interesse bezag H. M. de verrichtingen en na de demonstratie ver zocht zij zelf met een hond te lopen. Aan de Duitse herder Guus viel de eer te beurt om als Koninklijke geleidehond te fun geren. Inmiddels bracht Prins Bernhard een bezoek aan de electrische Centrale aan de Hemweg, waar hij werd verwelkomd door mr F. van Wijck, wethouder voor de gemeentebedrijven en ir L. Vos, direc teur van het Gem. Energiebedrijf. De Prins was onder de indruk van de impo sante installatie en in het ketelhuis deel de hij eerlijk mee, dat hij het groots vond, maar niet alles, aan de technische kant bekeken, direct kon begrijpen. Momenteel zijn reeds twee eenheden met een capaci teit van 100.000 kilowatt in gebruik. Het volgende jaar zal hoogstwaarschijnlijk de derde eenheid in gebruik worden geno men. Om half één waren Koningin Juliana en Prins Bernhard weer in het paleis te ruggekeerd, waar zij het noenmaal ge bruikten. De wacht voor het paleis was inmiddels betrokken door het Regiment Intendance Troepen. Om ongeveer kwart voor drie arriveer de de Koningin bij het R. K. Jongens weeshuis aan de Lauriergracht. Zij werd ontvangen door de voorzitter van 't huis, (Van onze Amsterdamse redactie). Reeds vroeg gistermorgen klonken weer de tonen van het Volkslied over de Dam, toen H.M. de Koningin om kwart voor tien naar buiten kwam en daar de erewacht inspecteerde van de Verbindingsschool te Amsterdam der Kon. Marine. Vergezeld van Haar echtgenoot, reed H. M. naar bet Stedelijk Museum om daar de Van Goghtentoonstelling te bezichtigen. De directeur van het museum, jhr W. Sandberg en de heer H. Jaffé, adj.- directeur waren ter begroeting aanwezig. Koningin Juliana zet in zoverre niet de traditie van Haar moeder voort, dat Zij zelf in de vrije uren, die de drukke bezigheden Haar toelaten, schildert, maar het is bekend, dat de huidige Vorstin de schone kunsten een warm hart toedraagt. de heer F. Wilde, en de secretaris, de heer H. van Ogtrop. Een van de jongens van de school, Hans van Sister, twaalf jaar oud, bood Hare Majesteit orchideeën aan. Alvorens de verschillende lokalen te be zichtigen, werden in de stijlvolle regen tenkamer met aan de wanden portretter en wapens van vroegere beheerders. ,.de mevrouwe regentessen de tegenwoordige regenten en regentessen, moeder-overste, de rector en andere bestuursleden aan de Koningin voorgesteld. Het R- K- Jongensweeshuis is al zeer oud. Het werd opgericht in 1698 en na enige overplaatsingen tenslotte gevestigd aan de Lauriergracht. Het gebouw zelf staat op de lijst van Monumentenzorg en dientengevolge kunnen niet alle verbou wingen plaats hebben, die het bestuur zou wensen. De gevel bijvoorbeeld is van bui ten een somber groot vlak van baksteen, dat weinig doet vermoeden hoe modern reeds het interieur is; men wordt boven dien verrast door een grote open binnen plaats, waarop onder de ietwat grijze be wolking, die gisteren over de stad hing, dat typische namiddaglicht viel, waarin Pieter de Hoogh zijn hofjes schilderde met dezelfde bestrating en ruitjes over de ramen. Veel is natuurlijk in de loop der tijden veranderd; moderne inzichten in het opvoedingssysteem hebben hun weg ook in dit Tehuis gevonden, dat geen school is, maar van waaruit de jongens in overeenstemming met hun capaciteiten over diverse scholen in Amsterdam wor den verdeeld. Men ziet er ook kleine meisjes rondhuppelen, waardoor zon tehuis direct zoveel aardiger en vrolij.cer wordt: men voedt zoveel mogelijk broer tjes en zusjes samen op. Het ligt ook in de bedoeling in de toekomst het gebouw te bestemmen voor jongens èn meisjes; en het zal dan de naam dragen van „Kin dertehuis Amstelstad". „In Holland staat een huis". Na het welkomstwoord van de heer De Wilde, waarin hij o.a. herinnerde aan vroegere bescheen voor leden van het huis van Oranje aan het gebouw, vertoefde de Koningin enige tijd in de divarse lokalen, waar de kinderen in kleine groepen aan het spelen en knutselen waren. Het zag er allemaal helder en zeer verzorgd uit: de verlichting, de stoeltjes en tafeltjes, de vloer en de wanden en ook het speel goed in alle variatie, die daarin is aan te brengen. Een klasje voor iets grotere kinderen, alleraardigst gekleed in Sprook jesdracht, voerde een dansje uit en we zouden niet in de Jordaan zijn, wanneer niet het oude fascinerende poppenkast spel werd te zien gegeven, compleet met alle traditionele figuren. Buiten stonden de pages aangetreden, in sneeuwwitte pakjes en met een baret. Het bezoek werd besloten met een grote kringdans „in Holland staat een huis" en de Koningin liet zich al gauw in de kring opnemen onder groot enthousiasme van de kinderen. En toen een heel kleine heer een „vrouw" moest kiezen, was het de Koningin, die hand in hand kwam te staan met de parmantige jongen in het midden van de kring op het oude binnen plein van he weeshuis. Ook het gevolg van de Koningin, onder wie Haar parti culiere secretaresse, mevr. N. Smit-Avis en Haar kamerheer, jhr. F. van Lennep, dansten tussen de kinderen, terwijl de zusters lachend stonden toe te kijken. Er stond nog iets op het programma deze middag en wel een bezoek aan de Sociëteit voor Ouden van Dagen in de Jordaan, en opgericht in 1863 onder de naam „Koning Willemshuis" door ds Adema van Scheltema. De sociëteit Zelf is van veel recentere datum, December 1952 en geldt uitsluitend de bejaarden. De ouden van dagen brengen hier de dag door, onder goede verzorging. Vooral 's winters bij koud weer is dit gebouw een uitkomst: er wordt goed gestookt, er is koffie en thee, er zijn boeken en natuur lijk wordt er zeer veel gekaart, door de mannen vooral. De vrouwen zijn voor het merendeel bezig door hun onafscheidelijk handwerk, waarvan enkele stukjes de Koningin werden aangeboden. Hare Majesteit onderhield zich met de oudjes, waarvan enkelen zich nog het bezoek her innerden door Koning Willem II aan het gebouw gebracht. „Dat 's Heren Zegen op U daal" zongen de bejaarden, aan het orgel begeleid door de S3-jarige blinde organist S. Duif, die een hand van H.M. kreeg. Mevrouw B. Klaasen Bus-van Noord vroeg de Vorstin belangstellend naar de gezondheidstoestand van Prinses Marijke, omdat ze „hetzelfde aan haar ogen heeft gehad, toen ze 4 jaar was". Glimlachend antwoordde de Koningin, dat het gelukkig met Prinses Marijke goed vooruit gaat. „Ze gaat al op de gewone school". In de leeszaal gebruikte H.M. de thee, gezeten naast de 78-jarige heer G. Geerard met een lange patriarchale baard. Belang stellend vroeg de Koningin naar zijn werkzaamheden in vroegere jaren, toen hij nog chef-kok was. Na het zingen van het Wilhelmus ver liet het gezelschap de sociëteit, nage- zwaaid door de ouden van dagen. In het gastenboek, waarin ook de namen voorkomen van Koning Willem II, de Prins van Oranje, Koningin Wilhelmina en Koningin -Moeder Emma uit 1899, zette de Koningin haar handtekening. Bij de uitgang zat het echtpaar J. Carstens-van Ginkel, wonende Bloem gracht 44, dat juist die dag 55 jaar ge trouwd was. De Koningin feliciteerde het echtpaar hartelijk ten aanschouwe van de talrijke Jordaanbewoners, die zich hier rijen dik hadden opgesteld. Tegen half vijf vertrok Hare Majesteit weer naar het Paleis; overal langs de stra ten stonden de mensen en hingen zij uit de ramen van deze buurt, die misschien het meest typische Amsterdam is en, nu juist bezig aan het vijfde Jordaanfestival, in dit zo gewaardeerde bezoek van de Koningin een ware bekroning ziet van deze feestelijke dagen. De Prins bracht gisterenmiddag een be zoek van bijna anderhalf uur aan het instituut voor kernphysisch onderzoek aan de Oosterringdijk. Prof. dr C. Bakker, directeur van het instituut, heeft de Hoge gast ontvangen en tijdens de rondleiding voorgelicht over de methoden o.a. met behulp van een cyclotron gevolgd bij het speuren naar de geheimen van het atoom, meer in het bijzonder de atoomkern. In het gezelschap bevonden zich o.a. prof. dr Casimir, directeur van het1 natuurkundig laboratorium der Philips- fabrieken in Eindhoven, prof. dr J. Clay, directeur van het natuurkundig labora torium uit Amsterdam en prof. J. Milatz, hoogleraar in de experimentele physica te Utrecht. Voordat het Koninklijk Paar Maandag morgen om half tien het Paleis zullen verlaten om de hoofdstad weer vaarwel te zeggen en door de burgemeester naar de grens van de gemeente zijn geleid, zullen zij morgen om ongeveer tien uur te voet naar de Nieuwe Kerk gaan om daar een Aandacht bij te wonen. Om half twee 's middags zullen de Koninklijke Gasten een bezoek brengen aan de tentoonstel ling „Dit is Noord" om zich te oriënteren omtrent de wijk, die nog steeds enigszins denigrerend wordt aangeduid met „Aan de overkant van 't IJ". Dit is de eerste zomer sinds vele jaren geweest, zonder een bezoek aan de Buissche Heide. Hier, op dit stille ongerepte stukje Brabant, bracht Henriëtte Roland Holst haar zomer6 door eerst met baar moeder, later met baar man, prof. R. N, Roland Holst, en na diens dood alléén. Zo gauw als de lentezon een beetje kracht kreeg, ging ze er heen en dan kwam er al spoedig een uitnodiging: „Ik zou het gezellig vinden als je 'n paar dagen kwam, het is nu zo mooi hier.". Dikwijls was de herfst al ingezet voordat ze het landgoed, dat al enkele geslachten lang in het bezit van haar familie van moederszijde was geweest en door haar, nog tijdens haar leven, aan Monumentenzorg werd vermaakt, verliet om de winter in het Noorden door te gaan brengen. Advertentie R. S. STOKVIS ZONEN KV. 140 dealen en «ibdeale™, overal In Nederland. I Naar aanleiding van de vrees, dat bij een gedeelte der melkhandelaren-organi saties schijnt te bestaan over de conse quenties van een mogelijk op komst zijn de margarine-quotering (waarbij aan iedere fabrikant op soepele wijze een ze ker percentage van margarine-productie wordt toegewezen) vernemen wij van de zijde van margarine-fabrikanten het vol gende De laatste jaren is door belanghebben den herhaaldelijk overleg gepleegd over de moeilijkheden, die door de felle prijs concurrentie bij de margarine-industrie en de margarine-handel ontstaan zijn. Na talloze besprekingen is dezer dagen in 't bedrijfschap voor margarine, vetten en oliën (M.V.O.) een verordening aangeno men, waarbij de margarine-productie ge quoteerd wordt. Een verordening, waar mede het overgrote gedeelte der fabri kanten. ruim 89 pet. der Nederlandse margarine-productie verzorgende, zich accoord verklaarde. Dit M.V.O. is een publiekrechtelijk orgaan, waarin zitting hebben vertegenwoordigers van de olie-, margarine- en vetindustrle, van de werk nemers en van de groothandel in diverse geledingen. De quotering is zodanig geregeld, dat geen enkele detaillist bevreesd behoeft te zijn, dat hij niet de gewenste kwaliteit zal kunnen betrekken. Voor een belangrijke prijsverhoging er werden volmaakt onjuiste prijzen ge noemd van 5» en 45 cent per pakje met uitsluiting van andere prijzen behoeft niet gevreesd te worden. Wel zullen de huidige prijzen een kleinigheid verhoogd worden teneinde deze eindelijk op meer reële basis tc brengen. Doch geruchten als de hierbovengenoemde zijn van alle grond ontbloot, aldus vernemen wy van de zyde der margarine-fabrikanten Een verordening als de onderhavige, behoeft de goedkeuring van de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoor ziening, die deze zaak thans bestudeert. De Bond van Wasindustriëlen in Neder land de oudste organisatie op wasserij- gebied in ons land viert vandaag zijn gouden jubileum. Tijdens de oorlog werd deze ruim 250 leden tellende (neutrale) bond weliswaar van overheidswege op geheven, doch onmiddellijk na de bevrij ding stak men de hoofden bijeen en werd de oude bond in ere hersteld. Er bestaat een goede samenwerking in federatief verband met de beide confessionele ver enigingen. Gezamenlijk werden reeds be langrijke resultaten bereikt, zo deelde men ons gisteren op een persconferentie mede. Nederland telt thans ca. 900 wasse rijen, waarvan er vele de vergelijking met buitenlandse ondernemingen wat in richting, wastechniek en aflevering der goederen betreft glansrijk kunnen door staan. Een veel toegepast snufje is b.v., dat het goed onzichtbaar wordt gemerkt en de aangebrachte tekens slechts in het licht van bepaalde lampen leesbaar wor den. Alles bijeen hebben deze bedrijven, die dan 25.000 werkkrachten arbeid ver schaffen, een jaaromzet van ongeveer 100 millioen gulden. Op deze basis mag wor den aangenomen, dat per jaar in totaal 200 millioen kg wasgoed 20 000 spoor wagons vol! wordt behandeld. Het vertrouwen der huisvrouwen is aanmerkelijk groter geworden sinds de gezamenlijke bonden in 1937 te Delft het Proefstation voor de Wasindustrie hebben opgericht. Onder leiding van ir R. Smit werd bereikt, dat wastechnisch grote vor deringen werden gemaakt en de huis vrouwen in alle gerustheid haar kostbare textielgoederen in behandeling kunnen geven. Het instituut heeft in binnen- en buiten land de aandacht getrokken. De regering geeft jaarlijks via het Toegepast natuur wetenschappelijk onderzoek (T.N.O.) een subsidie voor dit researchwerk. Het station geeft voorlichting aan de bedrijven en controleert deze, alles met het opzet het peil op te voeren. Een goed werkend bedrijf geeft minder slijtage dan de thuiswas, zodat niet alleen wordt be spaard op de linnenkast der gezinnen doch ook op de deviezen,, omdat minder grondstoffen, zoals katoen, behoeven te worden ingevoerd. Gaarne zou men bij het research-werk en de daaruit voortvloeiende voorlichting ook Horeca, ziekenhuizen, Intendance en de gezamenlijke huisvrouwen betrekken. Een in 1951 gehouden opinie-onderzoek wees uit, dat de Nederlandse huisvrou wen over het algemeen niet sympathiek stonden tegenover de wasserij. Dit bleek het gevolg te zijn van diep-ingewortelde vooroordelen. De Stichting Wasserijvoor- lichting is toen aan het werk gegaan, en wel met groeiend succes. Tenslotte, zo werd medegedeeld, bestaat er nog een 2-jarige technische en che mische cursus voor zoons van wasindus triëlen, welke kan worden gecompleteerd door een afzonderlijke cursus voor kost prijsberekening. Ook hiervan heeft Ne derland de primeur gehad. Alles bijeen geen wissewasje! Het bondsjubilé wordt vandaag in het Kurhaus in Scheveningen gevierd 's Middags is er een receptie en diner. Morgen zijn er verschillende excursies. Nu de geallieerde censuur in Oostenrijk is opgeheven en het bureau van de cen sor van de viermogendhedenraad aan het liquideren is gegaan, blijkt men met een dergelijke massa oud papier te zitten, dat er geen kachels genoeg voorhanden zijn om alles binnen redelijke tijd te verbran den. Aan het maken van een open brand stapel durft men niet te beginnen, daar dan de waarborg ontbreekt, dat alles af doende vernietigd wordt. Men heeft nu besloten de gehele massa brieven, telg- grammen, kranten en ander ingehouden papperassen naar de papiermolen te ver wijzen. De Nederlandse delegatie, die met de regering van Ceylon besprekingen heeft gevoerd over landingsrechten voor de K.L.M. in Colombo, is er gisteren in ge slaagd een overeenkomst tot stand te brengen. Deze zal nog door de Neder landse en de Ceylonse regering moeten worden bekrachtigd. Het staat nog ndet definitief vast, wan neer de K.L.M. voor het eerst Colombo in haar dienstregeling zal opnemen. Temidden van de dennenbossen, die hier en daar worden afgewisseld door een korenveld of graslandje, ligt het groepje huizen waar de dichteres woon de, werkte en gasten ontving. Want elke zomer kwamen ze weer, de goede vrienden, na een lange wandeling door de bossen. Eerst hadden ze een flink stuk van de klinkerweg van Zundert naar Achtmaal moeten lopen, dan moes ten ze links afslaan om langs smalle, kronkelende zandpaadjes de Buissche Heide te bereiken. Opeens een heei bre de dreef met aan weerszijden majesta- tueuze oude bomen, 's Zomers is het daar, door het bladerengewelf, altijd koel en donker en stil, als in een kathe draal. Vlak achter deze hoge bomen ligt een kleine witte villa met rieten dak, de „Angora-hoeve", die R.N. Roland Holst omstreeks 1900 liet bouwen voor de moeder van de dichteres en waar deze later in woonde en werkte. Het is een eenvoudig huis met drie kamers en een grote veranda, waar Henriëtte Roland Holst bijzonder graag zat en waar de meeste van haar latere werken zijn ge schreven. Een twintigtal meters verderop is de woning van de boswachter en vlak daarbij het „jachthuis" met zijn ruime kamer. Hier, waar het in de dichte schaduw van een eeuwenoude boom altijd koel is, werden bij warm weer de hoofdmaaltijden gebruikt. Het was altijd erg gezellig in deze kamer met haar rode vloertegels, grote schouw en witgelakte provisiekast. Henriëtte Roland Holst had een merkwaardige hang naar ge zelligheid en daarom zat ze daar graag, on baa r vaste plaats aan de ronde tafel. Elk jaar tegen de tijd dat ze weg zou gaan, kwam er wéér een uitnodiging om 'n paar dagen tekomen. En de laatste paar jaren was het alsof dit herfstbezoek door haar werd opgevat als een moge lijk afscheid. Telkens waren er dan heel stille momenten, waarna ze met haar ietwat schorre stem zacht begon te spre ken: „Als God het wil en ik nog leef, hoop ik je volgend jaar weer hier te zien". En meestal voegde ze er direct aan toe: „Maar natuurlijk kom je me gauw in Amsterdam opzoeken!" Vooral bij het herfstbezoek 1951 was het gevoel, dat zij afscheid nam, heel sterk. Bij het houtvuur in de open haard van haar werkkamer sprak ze over onze vriendschap en het onafwendbare einde er van. En als om me te troosten zei ze: „Maar je zult dan je hele verdere leven een mooie herinnering aan mij bewa ren". Haar stem was zacht, maar zonder een zweem van sentimentaliteit. Er was nog een andere gast, die keer: de romanschrijfster Fré Dommisse. Deze merkte, dat de oude dichteres wat met mij praten wilde en ze was zo fijngevoe lig om ons die avond alleen te laten waar ik haar altoos dankbaar voor zal blijven, want zelden heb ik de groot heid en de eenvoud en de genadeloze oprechtheid van Henriëtte Holand Holst beter begrepen dan in die paar uren, waarin ze me vertelde over enkele be langrijke gebeurtenissen in haar leven waaraan ze óf met spijt öf mei vreugde terugdacht. De volgende morgen, terwijl de oude dichteres in de Bijbel zat te lezen, raakte ik in een geanimeerd gesprek met mej. Dommisse. Henriëtte Roland Holst vond het prettig als haar gasten het goed met elkaar konden vinden en ze knikte ons enkele malen aanmoedigend toe. In plaats van zich in het gesprek te mengen („Waar hebben jullie het over? Waar lachen jullie toch om?" was ze gewoon te vragen) ging ze zitten schrij ven. Toen de koffie werd gebracht onderbrak ze haar werk, om na een gezellig babbeltje weer verder te gaan. Ik zag, dat ze een vers maakte dat had ze nog nooit gedaan terwijl ik er bij was. Even later schreef ze het in haar nog forse maar erg beverig geworden hand schrift over. Ze overhandigde mij het vel. „Hier, dit heb ik voor jullie ge maakt", zei ze. Het was het volgende versje. GELUKKIG AFSCHEID. Mijn vrienden, die elkander hebt gevonden op deze plek vol gelukzaligheid, God heeft u in Zijne barmhartigheid in mijne eenzaamheid tot troost gezonden. 4) Nimmer hadt gij van elkander gehoord, misschien kendet gij niet elkanders namen, maar in de blijde vrede van 't verzamen bloeiden de schoonste bloemen ongestoord. Misschien zien w'elkander op aard niet weer, maar de herinn'ring blijft aan deze vrede, tot God ons eenmaal zal op onze bede verenen in Zijn hoge, blanke sfeer. De Buissche Heide, 26 September 1951. Een laatste afscheid was dit bezoek toch niet. want de volgende zomer bracht ik weer vele uren met haar op Buissche Heide door. We maakten zelfs nog grote wandelingen, tijdens welke ze vertelde uit haar jeugd. Eind September 1952 kwam ik haar nog even gedag zeggen. Ze stond er op, me bij het heengaan naar het fietspad te bren gen en daar wuifde ze me verscheidene keren na. Zó zie ik haar nog voor mij, staande op het straatje vóór de Angorahoeve: het was de laatste keer dat ik haar zag! H. R. 1) In het kladje stond: tot mij in mijne eenzaam heid gezonden". De postverbinding met de troepen, die deelnemen aan de oefening „Grand Re pulse" wordt uitgevoerd door de veld- postdienst van het leger. Poststukken kunnen volgens Nederlands tarief worden gefrankeerd en op de gebruikelijke wijze worden gepost. De posterijen dragen de ze zendingen alleen over aan de veld- postdienst, indien de zendingen op de juiste wijze volgens onderstaande voor beelden zijn geadresseerd. Elke wijziging of toevoeging, zoals b.v. het onderschrift „Duitsland", versnelt de behandeling niet maar vertraagt deze integendeel en leidt tot terugzending. Adressering mag van 13 tot en met 24 September alleen geschieden onder een nummer, te weten: voor alle onderdelen, die behoren tot de Legerkorpstroepen onder nummer Napo 201, voor alle onder delen van de 4e Divisie onder nummer Napo 251. Voorbeeld voor legerkorpstroepen: Korporaal Jansen, G. H., legernummer 32.04.18.241, vbd. afd. 1 L. K., Napo 201. Voorbeeld voor de 4e Divisie: Soldaat Van den Bergh, P. F. S., legernummer 32.08.25.438, C-Cie 41 R. I., Napo 251. Verzonden kunnen worden: brieven tot en met 20 gram, briefkaarten (enkele en met betaald antwoord), drukwerken tot maximaal 3000 gram en nieuwsbladen tot maximaal 3000 gram. Op liet internationale congres voor microbiologie, dat momenteel te Rome wordt gehouden, zijn hoopgevende mededelingen gedaan omtrent de stand van het kankeronderzoek en de mogelijkheid tot bestrijding van kanker. Wat het eerste punt (kanker-onderzoek) betreft, heeft dr J. C. Carr, van het Insti tuut Gustave Roussy Villejuif (Frankrijk), in een verhandeling voor het congres de aandacht gevestigd op het feit, dat nieu we proeven de theorie zijn komen onder steunen, volgens welke kanker veroor zaakt wordt door een levend organisme, mogelijk een submicroscopisch virus, of grotere bacil. Hij verwierp niet het denkbeeld, dat chemische factoren iets met de verwek king van kanker te maken hebben, maar meende, dat deze factoren slechts In zo verre een rol spelen, als zij op de een of andere wijze het virus „voet geven". Een groep Amerikaanse onderzoekers is tot een soortgelijke conclusie komen, nl. dat de kanker bij mensen en dieren veroor zaakt wordt door een tot nu toe niet ge observeerd type van micro-organismen van velerlei verschillende vormen, van uiterst „klein" tot „groot formaat", om het zo maar uit te drukken. Een begin van hoop zou thans gewet tigd zijn, dat men er nu eerlang in zal kunnen slagen door specifieke serums de kanker te bestrijden en door specifieke vaccins die ziekte te voorkomen. In wetenschappelijke kringen, aldus wordt in mededelingen over het congres te Rome gezegd, wordt aan het boven staande bijna evenveel belang gehecht ais aan de ontdekking (in 1942) van het acti- nomycine door Waksman, die op het ge noemde congres de opzienbarende verkla ring deed, dat het gelukt zou zijn kwaad aardige gezwellen met dit middel te ge nezen. Wat dit laatste betreft, leggen wij er nogmaals alle nadruk op, dat men met alle voorzichtigheid moet waken tegen het koesteren van al te hoog gespannen ver wachtingen, temeer daar ook Waksman zich nog een eindconclusie omtrent de werking van het middel voorbehoudt. Advertentie Advertentie Als je zelf zo gezond als een visje benl en je gaat op bezoek in 't ziekenhuis dan word je altijd opnieuw weer getrof fen door al die mensen, die zich verdrin gen bij de hoofdingang, om maar zo gauw mogelijk op de plaats van bestem ming te komen. De patiënt zelf ligt al verlangend uit te kijken en voelt zich weer één met 't bezoek, dat niet alleen gewaardeerd wordt door de goede gaven, maar bo venal door de hartelijkheid, die ervan uitgaat. Die de zieken doet beseffen, dat ondanks alle narigheid en pijn, die im mers vaak maar tijdelijk is, zij niet bui tengesloten of vergeten worden, al reien de weken soms nog aan tot maanden. Toen ik dezer dagen in dat vertrouwde ziekenhuis iemand opzocht, lag er bij haar op de zaal nog een ander kennisje, dat de volgende dag geholpen zou wor den. Verrast, dat ik haar na zo lange tijd weer terug zag, stak ik mijn hand naar haar uit, die gretig gepakt werd. 't Trok om haar mond, toen zij mij vertelde, wat haar de andere dag te wachten stond. Een zware operatie, voor de elfde keer dit mee te maken. Ik ken te goed de voorbereidselen, die daar aan vooraf gaan. Ik wéét wat 't is, als je hulpeloos op de brancard wegge reden wordt naar de „O.K.", de schrik van heel 't ziekenhuis! Maar ik ken ook de innige rust, die er in je daalt, als de vriendelijke zuster je dan eerst even de kapel inrijdt en je daar alleen laat met Hem, tot Wiens toe vlucht ieder ontredderd mens, al is die groot of klein, zich wendt. Dan dank je O. L. Heer voor dit kost bare moment, dan vraag je Zijn bijzon dere kracht en bijstand, óók voor de chirurg, die je dadelijk helpen gaat. Als zuster je dan weer halen komt en je heel even bemoedigend langs je wangen strijkt, dan ben je zo blij, dat zij begreep, wat je nu zo nodig had „Denk je morgen aan mij", vroeg dat kennisje, „o denk toch extra aan mij. Ik heb dat met een stevige handdruk be loofd en ik héb aan haar gedacht en wat wel 't Allervoornaamste is: extra voor haar gebeden. DAt is 't, wgt wij gezonden voor hén kunnen doen, die op de brancard naar de „O.K." worden gereden. Aan hen denken, voor hen bidden en hen opbeu ren, als 't tegenloopt met een hartelijk woord of een gezellig bloempje. DAt is toch waarachtig niet 't meeste gevraagd. In het Oostenrijkse aardoliegebied heeft in de nacht van Donderdag op Vrijdag een opzichter door heldhaftig optreden 'n ramp voorkomen. Toen hij namelijk ont dekte, dat door een breuk in een leiding uitstromend 'gas in brand was geraakt, Wierp hij zich op de breuk, waaruit een vlam van tien meter hoog spoot. Op deze manier verstikte hij de vlam met zijn lichaam. De opzichter is daarna met ern stige brandwonden overdekt in een zie kenhuis opgenomen. 40) Hij begon kalm en methodisch op de flitsen te vuren, wanneer deze tussen de bomen opvlamden. Hij schoot zijn revol ver leeg, gaf ze aan Tifu en ruilde haar voor de zijne maar nu vuurde hij niet meer. Daar tussen de bomen kon hij hen niet treffen er was niet één kans op de duizend. De situatie was een impasse. Geen van de beide partijen kon de andere aanvallen. Misschien echter kon hij zich in slimheid met hen meten en winnen. Een goed gericht schot op één van hen liefst op Chen-su, zou zeer zeker de moeite waard zijn, zelfs als wat hij van plan was, op niet veel meer dan dat uitliep. Tifu, zei hij zacht en op gejaagde toon, we kunnen deze plaats wel eeuwig verdedigen, maar daarmee komen we niet op de Alita. We moeten beetje voor beetje naar het strand zien te komen, zodat we, als de boot terugkomt, er niet te ver af zijn, om er naar toe te snel len. Zeg dit dus tegen Kafan, want ik kan niet genoeg Maleis spreken. Zeg hem, naar beneden te gaan, tot hij een plaats vindt, waar het pad scherp draait en waar we het weer zouden kunnen uit houden tegen die boven ons, maar laat hem niet ver gaan, want het moet een plaats zijn, waar jij en Kafan me vlug heen kunnen dragen. Vertel hem, dat hij zo zachtjes moet gaan als hij kan, maar op de terugweg moet hij een steen van de rotsen naar beneden laten rollen. Slechts één steen, Tifu alsof we ons heel voorzichtig terugtrok ken, maar bij toeval een steen aan het rol len brachten, een steen die ons zogenaamd verraadt! Zo kunnen we ze dan misschien uit de bomen lokken. Begrijp je? Goed gezegd, o meester! antwoorde Tifu opgewonden en sprak snel in het Maleis tegen Kafan. Toen ging Kafan heel zachtjes weg. Er verschenen nog flitsen tussen de bomen, nog ketsten de kogels venijnig tegen de rotsen, maar terwijl Bob Kings- ley daar aandachtig lag toe te kijken, scheen het hem toe, dat de flitsen lang zamerhand dichter bij de buitenste rand bomen kwamen, alsof Chen-su en zijn vol gelingen, ofschoon nog aarzelend, dichter naar de rand van de open plek kropen. Er verliep een minuut of misschien twee; toen kwam er van ergens achter Bob Kingsley een steen aanratelen, die langs de spleet naar beneden rolde en, in snel heid toenemend, heel beneden met een weergalmend geluid tegen iets sloeg echo's namen de klank op en zonden hem galmend heen en terug, van rotsmuur tot rotsmuur. Toewan, kijk! fluisterde Tifu. Ze bijten in het aas. Er was een verwrongen glimlach op Bob Kingley's gezicht. Aan de rand van de bomen, vreemd en spookachtig in het maanlicht, en alle verscheidene meters van elkander gescheiden, verschenen plotse ling vijf witte gedaanten. Kon hij maar zien, -wie Shen-su was! Maar de gedaante in het midden was het zekerste mikpunt. Hij schoot. Een gil was het antwoord. De gedaante viel. Toen schoot hij zo vlug als hij kon een kogel af in de richting van elk van de overige vier. Kreten, die meer op gillen leken, gillen van woede en vrees, waren het antwoord, en daarboven uit hoorde men de man, die getroffen was, nog schreeuwen. Maar de witte gedaanten waren verdwenen. Aan zijn elleboog sprak Kafan: Ik ben hier en heb de plaats gevon den, zoals de Toewan bedoelde. Vlug dan! beval Bob Kingsley. Draag me er heen jullie beiden! Maar zorg, dat je, wat je ook doet, geen leven maakt. Ik denk niet, dat die schurken zich weer zullen laten zien, zolang zij denken, dat wij hier zijn, maar als ze snappen wat we doen, zullen ze ons achterna zitten als een bende wilde katten, vóór we weer een schuilplaats hebben! Tien, twintig, vijftig meter droegen de twee Maleiers Bob Kingsley het pad af en er rolde of ratelde geen steen onder hun voeten. Toen zetten ze hem neer, waar hij op een scherpe draai achter een rots, het pad boven hem weer kon over zien. Nu geen stenen meer, Kafan, beval hij; maar zoek weer een plaats als deze, nog verder naar beneden. Zo zullen we zo vlug mogelijk blijven voortgaan. Ja Toewan, antwoordde Kafan. Bob Kingsley wendde zich met een ruk tot Tifu. Tenzij ik me vergis, zei hij kortaf, zullen ze het over een andere boeg gooien. Niettegenstaande wat Nanu zei, is het voor hen het meest logisch, dat ze omlopen en van het een of ander punt van de klip naar beneden gaan naar het strand om ons zo de weg af te snijden of anders zullen ze de klip beklimmen en van daar af naar het strand vuren. Tifu schudde het hoofd. Het is te ver voor hen om er heen te lopen, zei hij, en lang vóór zij een plaatsje zouden gevonden hebben om naar het strand te gaan, zouden wij op de Alita zijn. En wat beklimmen van de klip betreft, kijk eens boven uw hoofd, Toe wan. Kijk! Het maanlicht ziet men niet breder dan een draad. Toewan, dat komt niet omdat de muren hier zo dicht bij elkaar zijn, maar omdat, zelfs op de plaats, waar wij er in kwamen, de engte zeer hoog is. Maar zij weten er niets van, hoe het er hier uit ziet, zei Bob Kingsley vlug. Ze kunnen net zo goed het een als het ander proberen. Dan zijn we veilig, Toewan, gromde Tifu voldaan. We zullen zien! zei Bob Kingsley. Je kunt gelijk hebben maar ik zal het pas geloven, als we op het dek van de Alita zijn! Het spijt me te moeten zeg gen, dat ik vrees, dat het Chen-su niet was, die ik daarginds trof en Chen-su zal zich hier niet zonder meer bij neer leggen! Weer kwam Kafan terug, weer droegen de twee Maleiers Bob Kingsley in een verscholen plekje, een beetje verder naar beneden cn telkens werd deze manoeu vre herhaald. Er was geen teken, dat ze werden gevolgd, maar toch vorderden zij langzaam, want Nanu had de moeilijk heden van het dalen helemaal niet over dreven. Het pad werd telkens afgebroken; soms was het niet meer dan een smalle rand, waar de voet nauwelijks op staan kon; soms moest Bob Kingsley in zijn half hulpeloze toestand, met zijn geboei de handen en voeten, naar beneden gela ten Worden langs de steilte van de rots, terwijl zijn lichaam naar beneden ben gelde en Kafan hem van boven vasthield en Tifu van onder. Maar eindelijk waren ze gelijk met het strand en stapten op het strand zelf. Hier, in het maanlicht, kon Bob Kingsley de Alita voor anker zien liggen, zoals Nanu gezegd had, een kwart mijl van de kust. Tifu wees over de kleine strook zand in zee. Reeds naderde een bootje snel de kust. Zie. Toewan! zei hij. Daar is Nis san al. Nu zullen we de Toewan naar de boot dragen. Bob Kingsley rammelde wanhopig met zijn voetboeien. Ja, goed. Die beroerde dingen en die schurk van een Richard son! gromde hij. (Wordt vervolgd). ABONNEER!!) OP HET BIWJ5AT IEDER GEEF! YUiT JHEM TOEKOMT Voor Gera en andere plaatsen in de om geving (Oost-Duitsland) worden maar liefst 15 nieuwe burgemeesterr gezocht. Niettegenstaande de talrijke officiële po gingen heeft men nog geen candidaten kunnen vinden. Geen wonder: bijna al de vroegere functionarissen der 15 vacante pasten werden ingevolge aanhouding uit hun ambt ontheven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 7