Maar er wordt geen artikel dat het land zelf produceert ingevoerd Bewoners geven bijna al hun geld aan kleding en eten Beschamend Feministische omzwervingen Vóór plan voor niet- aa rtva Isverd rag Sierlijke bewoners van uiterst moeilijk toegankelijke moerassen Per scooter de wereld rond Utrechtse universiteit krijgt nieuw laboratorium analystische scheikunde Prijzig Vaarwel, wonderlijk land WIM DUSSEL In hun ogen lees je hoop De Rotterdamse Ahoy-hal een grote uitstalkast Eerst vrije verkiezingen in satellietstaten Professor at droog brood met yoghurt Kosten 5V2 millioen OCTOBER 1953 PAGINA Als ge hier 's avonds voor uw tentje zit, komt iedereen kijken. Ze kijken naar je luchtbed zoiets hebben ze nog nóóit gezien ze kijken naar je primus en naar hoe- je-het-eten klaar maakt. Maar als het eten klaar is zegt er Het zakenleven heeft ook zijn één: „Smakelijk eten" of zoiets, en moeilijkheden. Om een zaak te 1 het eten komt er iemand langs om te vragen of u nog wat nodig heeft. En probeer niet hem of haar een fooi te geven, een sigaret of wat dan ook. Men wil het niet. „Het hóórt bij het land", zeggen ze. En met die gedachten ben ik vér der gegaan, naar Griekenland. En vergeef me, aan het communisme heb ik niet meer gedacht. T K GELOOF, dat ik u nog weken- lang over Joego-Slavië zou kun nen vertellen, want hoe meer ge naar het Zuiden in dit land door dringt, des te meer verbaast ge u. En een paar dagen in Belgrado, met zijn brede, bijna auto-loze boule vards, zijn prachtige parken en het enorme stadion, maar ook met zijn oude en arme wijken, doen u even het wilde, grootse van de natuur buiten de stad, vergeten. Die brede autoweg alleen paarden, ezels, kinderen en een enkele vrachtauto ziet ge erop doen u de twee duizend kilometer zandweg ver geten, die ge hebt gereden. Ge praat er met de mensen de vreemdelingen dit keer wisselt gedachten uit met de enkele Neder- j lander, die er woont en praat uren, zo geen dagenlang met enkele j Joegoslavische studenten; dan gaat j ge weer verder naar het Zuiden, naar Nis en naar Skopje, wat ge rustig de meest wonderlijke stad in Europa kunt noemen, omdat het er een mengeling is van West en Oost op enkele vierkante kilometers verzameld. Een middag op het domein der snufjes FORNUIZEN EN OVENS Bouillon en college Niet voor de lippen TECHNISCHE HULP DER VER. NATIES Nederland verhoogt bijdrage met 50 pet Waar hun wieg staat Vriend en vijand Eenzaamheid in zijn deel Geen muzikanten Ooit kraanvogels gezien? Jong gedoe In ons land JoegoSlavië begint steeds Westers" te denken meer had zeven kinderen, hetgeen hem 21.000 dinar per maand opbracht. Mèt zijn sa laris van 15.000 dinar was dat nog om te doenNee, professor mocht niet kla gen, want het onderwijs is gratis en een zoon van hem was nu student in Bel grado. Professor hoopte, dat zoonlief óók mocht slagen, net als zijn vader. En hij nam er nog een droog broodje op goederen hebben en daaraan heeft het, door de na-oorlogse politiek, nogal ontbroken Huismoeders vertellen je, dat er ner gens wit garen te krijgen is, garages heb ben geen gereedschap, de kleinste dingen zijn soms het moeilijkst te krijgen Vijftig procent van de winst van elk bedrijf groot of klein vervalt aan de staat en van de overige vijftig procent mocht de helft besteed worden aan ver betering en uitbreiding, terwijl de rest verdeeld moest worden bij wijze van tantième onder de leden van het per soneel Dat is een nieuwe regeling, een ver betering, want daarvoor verviel 80% van de winst aan de staat En over prijzen gesprokeneen schrijfmachine, geïmporteerd, kost 350.000 dinar, ofwel vijfduizend gulden. Een me- j ter stof voor een costuum komt op tachtig a negentig gulden. Langzaam, heel langzaam komt er ver- moeilijkheden. Om een zaak te heb- gaan ze allemaal weg. En na ben moet je goederen hebben en -> r TT UdllgZddlll, 11CC1 ïangtaaiu nvimi ci vvi met een glas yoghurt. En ij zei. „IJ betering, doordat de strenge importres erg gelukkig. U kunt reizen en e - jrjctles waj soepeler worden. Maar regel In Skopje waant ge U in het Oosten, met dat typische gedoe van niensen, die op straat zitten, op straat werken en op straat handelen. Men drinkt Turkse koffie, ziet vreemde drachten en hoofddeksels.... Elk huisje heeft zijn geheimzinnig duister daarbinnen, ge hoort er vreemde muziek of.een samba. W ant ge bent toch ook weer zo dicht bij huis, nu Joego-Slavie „Westers gaat denken reld zien. Ik hoop, dat u een goede in druk van ons hebt gekregen DE STUDENTEN zijn erg enthousiast. Ik heb urenlang met een jongeman ge sproken, die chemie gaat studeren. „We zijn een jonge staat", zei hij, „en we maken nog niet véél natuurlijk, maar het begin is er! O, èr moet zoveel gebeuren! Ik weet het, de wegen zijn slecht, maar we hebben eerst willen industrialiseren, eerst aan het bouwen van centrales willen denken, omdat we voor onze nieuwe fa brieken stroom nodig hebben! Waarom we industrie willen? Omdat we hier vrijwel alle delfstoffen hebben. En we hebben ook zoveel steenkool: voor de oorlog kon den we 12 millioen ton per jaar expor teren! We exporteerden ook graan: nu moeten we het invoeren En ze vertellen je enthousiast over de plannen, over de jeugd- en studentenbri gades, die in hun vacanties aan de wegen werken, over de reuzen-centrale die daar bij Zwornik gebouwd wordt, over een heuse spoorlijn van normale breedte, van Belgrado af naar de kust, in de richting van Dubrovnik. „En heus, kom over twee of drie jaar eens terug, dan moet je eens zien" zeggen ze dan Ja, het Oosten nadert, er loopt nog een enkele halfgesluierde vrouw, men werkt er niet in de middag, maar in de vroege morgen en na vijf uur 's avonds. Ge wandelt er door héél oude, heel ge heimzinnige straatjes, ziet overal de ranke minaretten, een herinnering aan de tijd dat vijfhonderd jaren lang de Turken hier de baas waren De indrukken, in drie weken zwer versbestaan hier opgedaan, beginnen u te overmannen: wat moet ge daar straks allemaal van vertellen? Moet ik u nog eens zeggen dat het Joe- goslavische volk zo inténs vriendelijk en beleefd, gastvrij, eerlijk, maar arm en hardwerkend is? Weet ge, dat een ar beider bij de spoorwegen bijvoor beeld 7500 dinar verdient, hetgeen neerkomt op honderd gulden? Dat een dokter, werkende in een zie kenhuis, met drie keer per week nacht dienst, zoiets als 10.000 dinar krijgt? Dat menmet een aantal kinderen van drie of vier dus méér verdient aan kinder bijslag 3000 dinar per kind dan aan salaris? Dat de mensen bijna al hun geld aan kleren en eten uitgeven, om dat ze zo graag netjes gekleed gaan? Dat men dol is op schaken, op voetbal, op waterpolo, datnee, zo gaat het niet. U zou er eigenlijk zélf eens heen moe ten gaan. U zou zélf eens moeten rond trekken en genieten van dit alles. U zou zélf eens moeten ervaren, dat het zo moeilijk is om iets niet te krijgen want ze geven zo graag wat wég die mensen, al verdienen ze nog zo weinig. Och, die boeren, ze hebben het niet breed. Ze werken van héél vroeg tot weg naar hun maisvelden en ik heb ze 's avonds om elf, twaalf uur. zonder licht aan hun zwaar beladen wagens te rug horen komen, de zachte hoeven van de ossen ploffend door het nog warme zand van de weg is, dat alles wat het land zelf kan maken of voortbrengen, niet geïmporteerd mag worden Een radio kost in een simpele uit voering 50.000 dinar, zodat er niet al te veel lieden zijn, die in het bezit van een dergelijk apparaat zijn. Maar won derlijk is het, te luisteren naar de muziek, die vrijwel geheel Westers is. „Westers" wil ook zeggen: wild, want jazz en samba, hot er hoe het spul maar meer mag heten, schallen nu uit de overal in de parken van Belgrado opgehangen luidsprekers, die destijds ongetwijfeld gediend hebben voor „betere" zaken. In de boekwinkels vindt ge levensbeschrijvingen van Roose velt, Churchill, Eisenhower's kruistocht door Europa. En in de bioscopen kondigen schreeuwende reclames aan, dat ook de film zich naar het Westen heeft gewend.. schreef, voordat hij zich met z'n zwerf-scooter op weg begaf naar Griekenland, zijn derde en laatste verhaal over de in drukken die hij opdeed in het J oegoslavië-van-vanda/ig. Indrukken over het wonder lijke land, dat meer en meer „Westers" gaat denken, waar de mensen vriendelijk maar arm zijn, waar de staat van ieder bedrijf de helft van de winst vordert, waar een moei zaam geïmporteerde schrijfma chine evenveel kost als bij ons een auto. „Ik zou U nog wekenlang over dit land kunnen vertellen", schrijft onze reizende reporter, die zich inmiddels echter weer op pad heeft begeven naar andere oorden, en van wie wij op dit ogenblik alleen maar weten dat hij op weg is naar Griekenland. HUN LAND is niet groot ze mo gen er maar vijftien hectare heb ben, al het andere wordt verdeeld over diegenen die minder of niets hebben, maar het werk is primi tief. Er zijn weinig tractoren, weinigen hebben een paard, velen moeten het met ossen doen. Maar de oogst is góed dit jaar, béter dan het in tien jaren ooit geweest is en daarom is de boer blij en werkt hij nóg harder. En altijd kunt ge bij hem aankloppen om een plaatsje voor uw tent op zijn land, altijd komt hij naar u toe met fruit, met water. Het is net of ze zich bevrijd voelen en con tact zoeken. Ik heb eens gekampeerd bij een paar paters, in een kloostertuin. Ze zaten buiten te genieten van de laatste avondzon en beduidden me de tuin in te gaan, waar alle ruimte was. Ik heb wat met hen gepraat, want ze ver stonden en spraken Duits. Hun werk was vrijwel afgelopen, ze waren er nog. maar de parochies waren alle te zamen gevoegd en één geestelijke moest er nu vier vervangenEn zo ging hij, dag in dag uit, over de ber gen in de gloeiende zon de lange, lange warme en stoffige weg om tóch zijn" werk te doen. En ze klaagden i niet, maar berustten. Ze praatten niet over zichzelf, maar over de mensen. die hun hulp en steun behoefden, méér dan ooit. Maar in hun ogen las je de hoop. De hoop, dat het eens weer nét als vroeger zou mogen wor den. Nog eens: niemand klaagt, maar men kan merken, dat de mensen het moei lijk hebben. Ik ben eens een avond op bezoek geweest bij een doktersgezin. Dokter kwam thuis van zijn (staats) - werk: controle op arbeiders, die onder bijzonder moeilijke omstandigheden wei ken ^ondet water. Era spemahteit^dm j trjnomjnaje gte]sef wordt aangeduid, niet langer een inlandse vogel is GE BENT dan weer blij het stadsleven achter U te hebben, een asfaltweg zowaar brengt U gedurende de eerste hon derd kilometer op weg. Maar kort is de duur van het prettige rijden: het zand, het stof en de stenen beginnen aldra. Hard wordt er gewerkt om verbetering te brengen: de verbinding via Nis en Skopje met Griekenland is belangrijk en men heeft dat ingezien, zodat drie stoomwalsen tegelijk hun best doen de oneffenheden plat te drukken. Maar men heeft tien, honderd, duizend stoomwalsen nodig, asfalt, beton, arbei ders. En dat kost tijd. Veel tijd en veel geld. En in dat laatste zal het hem wel zitten, dat het nog wel even duurt voor het hier een beetje berijdbaar is op die hobbelpaadjes. En dan begint het Oosten. Het vee wordt al gebaad door kleine, bruine jongens, of door heel wonderlijk heel lichte blonde knapen, met spierwit haar en hel der blauwe ogen, die zo uit Friesland zouden kunnen komen. Ge drinkt in bijna heel Joego-Slavië Uw koffie Turks, ge moet natuurlijk tsjiwap- tsjistji (zal ik het nog eens zeggen: tsji- wap-tsji-tsji) gegeten hebben: een aantal heel kleine croquetjes, anders bent ge niet in dit land geweest Ge moetach, ge moet zoveel. Ik zeg het U nog eens: Ge moet hier zelf komen genieten van dit nieuwe land in Europa, waar het goed is te vertoeven, omdat de mensen er zo goed zijn. Ge moet hier heen komen, ook al is er geen behoorlijke ansichtkaart te krijgen, maar ge geniet van de stilte, van de weidse natuur, van de rust buiten. Er razen U geen auto's voorbij, en ge hebt geen last van de jeugd, die overal-aan-zit. Traditiegetrouw zijn ook dit jaar door middel van een kleine test de intelligentie en kennis van aspirant-leden van Veritas gepeild, zo meldt het orgaan der Utrechtse Studentenvereniging Veritas. Het resultaat was bedroevend, verrassend, vooral waar het de godsdienstige steekproeven betrof. Het blad meldde, dat er deze keer geen aparte godsdiensttest was opgesteld, zodat het bestuur slechts een paar steekproeven kon houden. Minstens de helft van deze aankomende studenten, waarvan verreweg de meesten een paar maanden geleden nog op een Katholieke middelbare school zaten, kende niet de juiste formulering van de laatste drie van de Tien Geboden. Sommigen gaven naderhand als hun mening te kennen, dat het niet zo belang rijk is om de formulering te weten, „als je maar weet wat er in staat". Dat zou te accepteren zijn geweest, als gebleken was, dat zij inderdaad iets van de theorie wis ten, maar b.v. over de geoorloofdheid van liegen en onwaarheid spreken heerst de grootste begripsverwarring. Over de plicht tot het bewaren van geheimen wist bijna niemand iets behoorlijks te zeggen. De Evangelische Raden bleken voor velen iets totaal onbekends te zijn. En bij degenen, die een antwoord gaven, kwamen de meest verrassende „Raden" te voor schijn: wijsheid, verstand, sterkte, zinde lijkheid, bekrachtiging, ascese. Verder sprak er iemand over de Raad van Ouderlingen, de Wereldraad van Ker ken en de Oecumenische Raad. Commentaar zou erg pijnlijk moeten uit vallen. Het bericht is al pijnlijk genoeg! Als de bladeren weer van de bomen gaan vallen en het seizoen van de damesbeurzen aanbreekt, is het een prettige taak een zorgeloze middag te gaan slijten op zo'n jaarmarkt voor vrouwen. Nietwaar, evenals de heren der schepping er hun vakcongressen en jaarbeurzen op na houden, hebben wij huisvrouwen onze damesbeurs, deze aanleiding om er eens uit te breken en tussen neus en lippen door ook nog van allerlei tips op te doen ten faveure van ons vak, in casu de huishouding. Zo togen wij dan op een voor ons welgekozen middag vroege lunch en 's avonds een gemakkelijke pot) naar de Femina te Rotterdam. Al dadelijk bij de ingang stuitten we op een alleraardigste crèche, waar de moeders, die haar jongste spruiten niet thuis konden achterlaten, haar kroost met een gerust hart aan een kinderverzorgster kunnen toevertrouwen. En zo te langen leste voor enige uren van alle zorgen bevrijd dwalen we de wijde Ahoy-hal binnen en beginnen on ze avonturentocht langs de stands en kramen. Nu horen wij beslist niet tot dat slag vrouwen (het blijkt trouwens al uit het feit dat zij er heen gaan) dat met een puntige vinger in de lucht uitroept: „Maar dat kun je in de winkel toch ook zien. Als ik iets nodig heb, ga ik daar wel heen". Ter andere zijde behoren we ook helemaal niet tot die categorie, van bezoeksters, die systematisch de inhoud van iedere stand napluizen en die later een wrevelig gevoel niet kunnen onder drukken als het blijkt dat ze iets over het hoofd gezien hebben dat per se wel aanwezig was. U heeft al begrepen dat wij tot de ar geloze dwaalsters behoren; zonder enige opzet lopen we gewoon een paar uur achter onze kijkgrage ogen aan en dan zien we al veel aantrekkelijks. Ja, er zijn erg veel wasmachines, de kleine overbekende, die in menig huis houden al een plaats hebben gevonden en ook de grotere waarvan sommige een drooginstallatie hebben. En dat lijkt ons wel erg handig nu in onze te enge behuizingen het drogen maar al te vaak een puzzle is geworden. Afwasmachines, die het naar onze mening meest verve lende werkje in de huishouding van de vrouw overnemen, ontbreken evenmin. Ook de babyfornuisjes met de twee kookgaten, waarvoor we zo gemakkelijk in het kleinste keukentje of wat er voor doorgaat een plaats kunnen vin den zijn weer op het appel, evenals de losse oventjes, die nu langzamerhand in allerlei formaat, vorm en kleur opdui ken; we kunnen ze ergens in een kast bergen tot we het in het hoofd krijgen een taart te bakken. Bovendien zijn de aanschaffingskos- ten voor wie het wat kalm aan wil doen als hij zich gaat installeren belangrijk lager dan die van het gewone keuken fornuis, dat toch nog altijd de ideale oplossing vormt voor wie over de ruimte en de financiële middelen beschikt. Maar kom, dergelijke theoretische be schouwingen verhinderen ons niet om ons dwars door de geuren van een par fumstand heen een weg te banen om dan binnen de verlokkende en aromatische actie-radius van een bouillon-blokjes stand te vallen waar we vriendelijk ge prest worden tot het keuren van een kopje. Goedkeurend knikkend proeven we dan van het geurige vocht, dat ove rigens het merk draagt dat we al jaren in onze huishouding gebruiken. Na dit intermezzo nemen we volkomen verfrist in een soort schoollokaaltje plaats met vele tochtgenoten en volgen daar een kort college over het koken met de pressure-cooker (waarom geen aardige Nederlandse naam bedacht). Deze wonderpan is in staat in minder dan een kwartier de maaltijd letterlijk klaar te stomen zonder dat er belangrijke vi taminen of mineralen verloren gaan. Een methode die tijd èn door de korte kooktijd geld bespaart. Senator Knowland, leider van de repu blikeinse senaatsfractie, heeft Maandag te Washington verklaard, dat de Ver. Staten alleen dan een niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie als voorgesteld door de democratische leider Stevenson zouden kunnen aangaan, als de Russen zich be reid verklaren tot vrije verkiezingen in Oost-Duitsland, Polen, Tsjecho-Slowakije. Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Letland, Litauen en Estland. „Als deze landen bevrijd zouden zijn, zou zijn, zou men erover kunnen denken Moskou de verzekering te geven, dat zij niet als springplank tegen de communis tische wereld zullen worden gebruikt", zeide Knowland. Voorts meende de senator, dat „als de politieke conferentie over Korea door de Sovjet-Unie wordt gebruikt om een nieu we aanval voor te bereiden, wij het beste Bij de stand van een lederfirma wer den we verrast door een bijzonder han dige uitvinding, een stift, even zorg vuldig verpakt als onze lippenstiften, met aan de achterkant een sponsje, waarmee we in een handomdraai onze suède schoenen kunnen opknappen. Erg handig voor op reis! Natuurlijk ontbre ken ook de stands voor liefdadige instel lingen niet en zijn we graag bereid de kans op een taart te wagen om de rheu- mabestrijding te helpen of ons Neder landse sanatorium in Davos. Bij de ver zouden doen als wij orde op ons huis en keerspolitie kunnen we onze reactie- onze tjitgaven^ stelden, want de^ tijd^werkt snelheid laten meten en we discussiëren - Avroiijk over de lengte van een geraffi niet noodzakelijkerwijs voor de vrije we reld". Hij sprak zich nogmaals uit tegen toelating van communistisch China tot de Ver. Naties. Nederland heeft besloten zijn bijdrage aan het Ver. Naties fonds voor techni sche bijstand met 50 procent te vergroten. De Nederlandse afgevaardigde de heer G. J. N. M. Ruygers deelde in de economi sche commissie van de alg. vergadering mede, dat de bijdrage voor het komende belastingjaar zal worden vergroot 400.000 tot 600.000. neerd schuin gehangen reuzen fles van bordpapier, waarmee een firma van af- wasmiddelen onze aandacht trekt en te vens onze wedstrijdlust opwekt. Bij een machine waar 600 croquetten per uur uitrollen en dat zonder bak lucht, ook weer een nieuwe vinding, kunhen wij de verleiding niet weerstaan ook eens even te proeven en het valt niet tegen. Wanneer u na zulk een tocht nog tijd en moed over hebt en laten we hopen, dat dit het geval is, moet u niet verzui men ook even naar boven te gaan. Er hangen daar alleraardigste kinderteke ningen, die weer eens tonen wat de kin deren te voorschijn kunnen toveren als van ze hun fantasie vrij kunnen uitleven op een vel papier en wat kleurtjes. Als de kroenekranen trekken Ofschoon Grus grus grus, zoals de kraanvogel tegenwoordig volgens het beter dokter moest daarnaast de hele middag (waarop niet gewerkt wordt) iets anders doen om zodoende wat bij te verdienen. De man heeft dat al twee jaar lang gedaan, nimmer vacantie gehad maar wél de teleurstelling gehad dat zijn sa laris onlangs gelijk dat van alle an dere hogere functies enkele duizen den dinars werd verlaagdEn elke avond komt dokter thuis, moe, doodmoe. Maar hij zet door. omdat het voor zijn gezin is, dat dure kleding behoeft en dat hij graag goed te eten wil geven. En hij klaagt niet. Er zijn er zo velen, die het minder hebben. IN de broodjeswinkel in Skopje stond een grijze, oude heer naast me, die een gesprek in het Duits begon. Hij was professor, professor in de muziek en had te Wenen en Praag gestudeerd. Nu hij (staats) professor en was naar héél laat ik heb ze 's nachts om drie i Skopje gestuurd om daar onderricht te uur langs mijn tentje horen komen, op geven. Hij was erg tevreden, want hy In Utrecht zal een nieuw laboratorium voor de analytische scheikunde ten be hoeve van de Rijksuniversiteit aldaar ver rijzen, dat een inhoud zal krijgen van 49.000 m3. De kosten, inclusief inrichting en meubileren, worden geraamd op rond 52 millioen gulden. De hoofdafmetingen zullen zijn 110 x 50 m. Het wordt opge trokken in de onmiddellijke nabijheid van het laboratorium voor organische schei kunde van Prof. Koegl, op een terrein aan de Croesestraat. Vermoedelijk zal het niefrwe gebouw in de zomer van 1956 kunnen worden betrokken. Het krijgt o.m. een grote collegezaal, waarin ruimte is voor een 180 studenten, terwijl in de practicumzalen ruimte zal zijn voor 300 a 350 studenten en weten- Schappelijke onderzoekers. Voorts is zo nodig ter beschikking de grote collegezaal in het laboratorium voor organische schei kunde. De noodzaak van een nieuw laborato rium werd reeds 20 jaar geleden gevoeld en men ontwierp toen het plan voor een scheikundegebouw met twee vleugels, een voor de organische chemie (prof. Koegl) en de andere voor anorganische schei kunde (prof. Strengers). Bezuiniging was echter oorzaak, zodat in 1938 alleen het laboratorium voor prof. Koegl tot stand kwam. Toen echter in 1948 aan prof. Smittenberg de zg. toezegging van een nieuw laboratorium was gedaan, werd in Mei 1949 aan ir Urbancik van de Rijks gebouwendienst opdracht gegeven een ontwerp te maken, dat binnen een half jaar gereed was en dat nagenoeg hetzelf de is, dat nu tot uitvoering komt, zij het, dat de maten zijn verkleind en tot het uiterste minimum zijn teruggebracht. Pas anderhalf jaar na het gereedkomen van het aanvankelijke ontwerp verleende de minister van Financiën zijn goedkeuring en kon met de verdere uitwérking wor den begonnen. De technische outillage van het gebouw (verwarming, ventilatie en verdere geleidingen) werd ontworpen on der leiding van ir Huygens te Rotterdam; de electrische installatie is echter door de Rijksgebouwendienst zelf ontworpen. het was in het grijze verleden, dat hij deze gewesten tot woonplaats koos is hij niettemin zo internationaal vermaard, dat er alleszins aanleiding is de aandacht te vestigen op deze merkwaardige trekker. ant als zodanig kennen ook wij, Nederlanders, hem en dat hij geenszins een zeldzame verschijning is, moge blijken uit verschillende gewestelijke benamingen, waarvan „kroenekraan" („kroenekrane") wel de meest bekende is. Het merendeel van de kraanvogels, die ten onzent worden opgemerkt en die ver moedelijk uit Noorse en Zweedse dieren bestaan, al kunnen er ook Finse, Duitse en Russische exemplaren onder schuilen kiest Oost-Nederland tot doorgangsgebied en dat feit staat ook algemeen, en terecht in de boeken vermeld. Het schijnt echter velen onbekend te zijn, dat de kraan vogels zo nu en dan ook wel Westelijker reizen; ik heb ze althans meer dan eens boven het Utrechtse (Soest, Den Dold^r. Lage Vuurse) zien trekken: forse verschij ningen, op dikwijls grote hoogten de lucht doorklievend. Veelal zijn het gezelschap pen, uit verscheidene individuen be staande, die zich boven ons land voort- reppen naar hun doel; vooral in de late middag en tegen de avond vielen de trek- tijden van de- door mij waargenomen exemplaren. Wie het geluk heeft de migratie van kraanvogels waar te nemen, zal het moei lijk kunnen ontgaan, dat in het algemeen voorkomen van de vliegende vogels iets reiger- of ooievaarsachtigs zit. Vooral verwantschap met onze eiber trekt de aandacht. Deze overeenkomst betreft in hoofdzaak de voortbewegingstrant, daar beide vogelsoorten met gestrekte hals en poten vliegen, terwijl de reiger tijdens de vlucht de hals intrekt. De kraanvogel is intussen nog groter dan de ooievaar, maar hij heeft een veel korter snavel dan onze kikkerdief, doch, omdat hij veelal hoog vliegt, is dat verschil in sneblengte met het blote oog niet vast te stellen. Trekkende kraanvogels en ooievaars worden dan ook nogal eens met elkaar verward, maar dit geschiedt vrijwel uit sluitend in de maand September, wanneer late ooievaars en vroege kraanvogels zich terzelfder tijd boven ons land kunnen bevinden. Ziet men echter vliegformaties van zeer forse vogels zich in October of November tegen de lucht aftekenen en kan men vaststellen, dat de dieren niet naar reigertrant de halzen hebben inge trokken, dan kan men vrij veilig aanne men met kraanvogels te doen te hebben. te roepen en U als het ware in aanraking brengt met een stukje oer-natuur. In onze tegenwoordige tijd doet de kraanvogel dan ook bijna prae-historisch aan: in zijn kreet heeft hij de geheimzinnigheid van lang verstreken eeuwen bewaard. Helaas mogen wij in Nederland de kroenekranen, gelijk gezegd, niet meer tot de broedvogels rekenen, in Engeland nes telt de common crane evenmin (d.w.z.: niet meer) maar in Duitsland is men geluk kiger, al vertegenwoordigen daar maar een betrekkelijk gering aantal individuen de soort. De toestand voor de jongste brèken donkere tinten en zwarte vlekken niet aan slagpennen en dekveren, maar overigens overheerst een blauwgrijs in het kraanvogelgevederte, dat vooral bij de stuit zeer merkwaardig is. Daar hebben de dekveren en slagpennen zich ontwikkeld tot zeer bekoorlijke, sier- waakzaamheid zo actief, dat men hen üjjj gebogen sikkelvormige pronkveren, die zelden of nooit kan naderen. Weinigen aan de vogel een fijne gratie verlenen zijn dan ook zo gelukkig geweest de vooral wanneer de kroenekraan uit de vogel in zijn koninklijke schoonheid in de plooi geraakt en geestdriftige bewegingen vrije natuur te bewonderen, te genieten uitvoert, komt de schoonheid van de soe- van zijn „intelligentie", hem statig voort peje pluimenwaaiering goed tot haar recht, te zien schrijden of tegenstelling, die Trouwens, bij volwassen exemplaren kun- niet verwacht zou worden hem de koddigste bewegingen te zien uitvoeren. Dat zijn allemaal prettige dingen en een natuurvriend krijgt daar nooit genoeg van, maar er zijn ook andere mensen, die hem niet zo weten te waarderen. De boeren in de streken, waar hij voorkomt, zijn nuchterder en zeggen: „Alles goed en wel, maar de kroenekraan haalt ons de dubbeltjes uit de portemonnaie". Wat hij op de kerfstok heeft? De zaak zit zo: onze kraanvogel is omnivoor: aan de ene kant voedt hij zich met dierlijke spij zen, zoals sprinkhanen, kikvorsen, wormen, salamanders, muizen enz. Anderzijds wel overwegend, plant nen ook niemand de borstelige veren aan de kop ontgaan, waar een mooie donkere glanzing over ligt en die een attractie te meer verlenen aan onze bewoner van moeilijk toegankelijke moerassen. In laatstgenoemde gebieden, ver van het gewoel der wereld, is het ook, dat de kraanvogel zijn nest inricht, dat helemaal geen aanspraak kan maken op „kunstzin nigheid". Wel is het, wat van zo'n kloek gebouwde vogel is te verwachten, bijzon der groot, doch het bestaat slechts uit een niet al te diepe kom op de grond, die veelal in de warrigheid van de moeras vegetatie, onder struwelen e.d. schuil gaat. Twijgjes, biezen, mos en riet vormen aardige kost tot zich. Er zou "geen 'bezwaar wel het voornaamste materiaal, waaruit totfon 7.iin. wanneer hii zich bepaalde tot het 1S samengesteld. Algemeen woidt Actiefoto van de Kroenekraan. Een ongemeen boeiend schouwspel biedt zo'n doortocht van kroenekranen met hun geduchte vleugelspanning. De ene keer bestaat hun vliegfiguur uit een schuine lijn, een andermaal heeft het de wig- of maakt echter hun overtrekken wel, wan neer hun roep hun vleugelslag begeleidt; niet zonder recht en reden is hun stern- uiting wel vergeleken met het hees schal len van een schorre trompet. Van een fijne muzikaliteit is hun roep geenszins en ook het piepen van de jongen, dat, naarmate deze verder opgroeien, overgaat in de rauwe roep van de oudere indivi duen, mag geen aanspraak maken op zangerigheid, al kan anderzijds niet wor den ontkend, dat men van de kraanvogel ook wel, tussen de forse ongepolijste kre ten door, zo nu en dan eens een rijtje klanken verneemt, die aanmerkelijk lief lijker zijn. Men weet, dat men hetzelfde kan vast stellen bij de gaaien, die na hun oor verdovend kresj-kresj plotseling kunnen verrassen door kinderlijk fijn gebabbel en oorlog was zo, dat men ze daar vooral kon vinden in Mecklenburg en Pommeren, terwijl verder als broedplaatsen de Mark, de Bartschniederung en enkele andere localiteiten werden vermeld. Vestiging der kraanvogels, die tot op 68 graden Noorderbreedte nestelen en vooral geprononceerd Noordelijke vogels zijn, al vermeldt de literatuur ook broed plaatsen in Italië (bij Venetië), Zuid- Spanje en enkele Balkanstaten, hangt van bepaalde voorwaarden af: zij laten alleen hun keuze op streken vallen, waar uit gestrekte ruige, door struikgewas onder broken moerassen hun een veilige schuil- tegen zijn, wanneer hij zich bepaalde tot wat in het wild groeit, maar de kraan vogel kiest nu eenmaal heel smakelijke en voedzame gerechten: graan in verschil lende stadia van ontwikkeling, en bovenal schijnt hij op erwten verlekkerd te zijn. Zodoende komt hij met de boeren in conflict, wier spontaanste beweging ge meenlijk het grijpen naar een geweer is, opdat verhinderd wordt, dat de vogels te erg huis houden. In streken echter, waar men nu eenmaal niet volop in de kraan vogels zit, betekent de dood van één hunner o.i. een belangrijk aesthetisch ver lies. In dit verband moge niet onvermeld blijven wat wijlen dr Kurt Floericke van 'n daadwerkelijke beschermer der kraan vogels eens heeft verteld: „So laszt es sich z. B. der Fürst v. Hatzfeld nicht verdrieszen, den Bauern alljahrlich 600 700 Mk. Schadenersatz für den durch die Kraniche Angerichteten 'Schaden zu bezahlen". Dat was een ongetwijfeld sympathiek gebaar, waardoor voorkomen werd, dat als gevolg van de botsing tussen de be langen van de boeren en die van de vogels de laatste als slachtoffers in de toch ongelijke strijd vielen. Elk door Fürst v. Hatzfeld gered exemplaar kon onder nor male omstandigheden ieder jaar een gezin stichten, en zodoende droeg zijn te waar deren houding weer aanmerkelijk tot uitbreiding van het aantal kraanvogel- individuen bij, d.w.z.: tot het ongerept bewaren van een uitzonderlijke vogel schoonheid. gewaagd van het moeilijk vindbare der nesten en de omzichtigheid, die de kraan vogel leidt bij zijn neiging om de nest- plaats niet te verraden. Noch rechtstreeks verlaat hij het nest, noch direct strijkt hij erop neer. Het behoeft niet te verbazen, dat de kraanvogel kanjers van eieren legt en er zijn niet veel vogels, die er grotere heb ben. Het legsel is daarentegen geenszins veeltallig: er zijn onder gewone omstan digheden steeds slechts twee eieren, die aan de olijfkleurige kant en bovendien rossig grijs en olijfbruin getekend zijn. De jongen, die na ruim vier weken broe- dens de schaal verbreken, zijn niet zo lang hulpeloos als die van zovele zang vogels. Nauwelijks zijn een paar dagen verstreken, of zij gaan de wijdere wereld in. Letterlijk kunnen zij nog niet dadelijk op eigen wieken drijven (daarmee zijn negen tot tien weken gemoeid) doch. eveneens letterlijk gesproken, op eigen benen kunnen zij niettemin na genoemd dagental reeds staan. Soms kunnen wij in het prille voorjaar ten onzent opnieuw getuigen zijn van de passage der kraanvogels, die uit hun winterkwartieren terugreizen naar hun broedgebieden. Zelden ziet men hen dan neerstrijken; men kan zich dan ook mi.in verbazing voorstellen, toen ik enkele jaren geleden in het grotendeels drooggeva'Vn oevergedeelte van het IJsselmeer, dicht bij de Eemmond, zo'n prachtige kraan vogel zag staan. Dat was op een Maartdag en het beviel de sierlijke vogel daar ter plaatse zo goed, dat hij er geruime tijd bleef hangen. Hij stond daar in het Misschien kent deze of gene de kleuren van de kroenekranen met hun pracht van wieken, dank zij het bezoek aan een dierentuin? Eén daarvan trekt wel heel plaats bieden en zij, tamelijk onbezorgd, spoedig de aandacht: een zeer sprekend ondiepe IJsselmeer soms te slapen en dan hun schuwe leven kunnen leiden. Landen, rood kleurt namelijk een onbevederd gebeurde het wel eens, dat de kemphanen waar de grond op grootscheepse wijze in schedelgedeelte. Van deze ruwe rode vlak in zijn buurt hun vermakelijke balts- cultuur is gebracht, mijden zij dus angst- huidvlek loopt een donkergrijze lijn, bijna spelen te aanschouwen gaven. Soms scho- vallig. Zij houden er niet van bespied en op het zwarte af, een eindje nekwaarts ten zij tussen de lange poten van de oordelen over de roep van de kraanvogel, die in hoofdzaak kan worden weergegeven door kroe-koer, een feit is het inmiddels, dat hij op verwonderlijke wijze vroegere V-vorm aangenomen. De meeste indruk tijdperken der aarde in de geest weet op geprevel. Hoe men overigens ook moge nagegaan te worden en missen derhalve naar beneden. Laatstvermelde kleur valt buitenlander door, maar hij bleef gemoe- - n i i .1 i.J An nni nr.onre Qironppnc traJbt tP Rt.pllpn aflh hal.R U"PPl pn .rlaliilr Hnnrdutten. F,Pr» flirt oorrinht urae hp t de vertrouwelijkheid van de ooievaars, eveneens vast te stellen aan hals, keel en delijk doordutten. Een fijn gezicht was het Slechts met de grootste moeite kan men kin. Overigens is het halsgedeelte bleek- ook, wanneer de kraanvogel, ter afwisse- de vogels in hun broedgebied besluipen grijs, in de buurt van het oog haast op ling, zo nu en dan zijn majesteitelijke en ook wanneer zij zich ergens hebben het witte af. Het verdere verenkleed ziet ronden vloog. Het was onvergetelijk, neergelaten om voedsel te zoeken, is hun er aanmerkelijk eentoniger uit; wel ont- RINKE TOLMAN. oen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 6