Maar er wordt geen artikel dat het
land zelf produceert ingevoerd
Bewoners geven bijna al hun geld
aan kleding en eten
Beschamend
Feministische omzwervingen
Vóór plan voor niet-
aa rtva Isverd rag
Sierlijke bewoners van uiterst moeilijk
toegankelijke moerassen
Per scooter de wereld rond
Utrechtse universiteit krijgt nieuw
laboratorium analystische scheikunde
Prijzig
Vaarwel, wonderlijk
land
WIM DUSSEL
In hun ogen lees je hoop
De
Rotterdamse
Ahoy-hal
een grote
uitstalkast
Eerst vrije verkiezingen
in satellietstaten
Professor at droog brood
met yoghurt
Kosten 5V2 millioen
OCTOBER 1953
PAGINA
Als ge hier 's avonds voor uw
tentje zit, komt iedereen kijken. Ze
kijken naar je luchtbed zoiets
hebben ze nog nóóit gezien ze
kijken naar je primus en naar hoe-
je-het-eten klaar maakt.
Maar als het eten klaar is zegt er
Het zakenleven heeft ook zijn één: „Smakelijk eten" of zoiets, en
moeilijkheden. Om een zaak te 1
het eten komt er iemand langs om
te vragen of u nog wat nodig heeft.
En probeer niet hem of haar een
fooi te geven, een sigaret of wat
dan ook. Men wil het niet. „Het
hóórt bij het land", zeggen ze.
En met die gedachten ben ik vér
der gegaan, naar Griekenland. En
vergeef me, aan het communisme
heb ik niet meer gedacht.
T K GELOOF, dat ik u nog weken-
lang over Joego-Slavië zou kun
nen vertellen, want hoe meer ge
naar het Zuiden in dit land door
dringt, des te meer verbaast ge u.
En een paar dagen in Belgrado, met
zijn brede, bijna auto-loze boule
vards, zijn prachtige parken en het
enorme stadion, maar ook met zijn
oude en arme wijken, doen u even
het wilde, grootse van de natuur
buiten de stad, vergeten. Die brede
autoweg alleen paarden, ezels,
kinderen en een enkele vrachtauto
ziet ge erop doen u de twee
duizend kilometer zandweg ver
geten, die ge hebt gereden.
Ge praat er met de mensen de
vreemdelingen dit keer wisselt
gedachten uit met de enkele Neder- j
lander, die er woont en praat uren,
zo geen dagenlang met enkele j
Joegoslavische studenten; dan gaat j
ge weer verder naar het Zuiden,
naar Nis en naar Skopje, wat ge
rustig de meest wonderlijke stad in
Europa kunt noemen, omdat het er
een mengeling is van West en Oost
op enkele vierkante kilometers
verzameld.
Een middag op het domein der snufjes
FORNUIZEN EN OVENS
Bouillon en college
Niet voor de lippen
TECHNISCHE HULP DER
VER. NATIES
Nederland verhoogt bijdrage
met 50 pet
Waar hun wieg staat
Vriend en vijand
Eenzaamheid in zijn deel
Geen muzikanten
Ooit kraanvogels gezien?
Jong gedoe
In ons land
JoegoSlavië begint
steeds
Westers" te denken
meer
had zeven kinderen, hetgeen hem 21.000
dinar per maand opbracht. Mèt zijn sa
laris van 15.000 dinar was dat nog om te
doenNee, professor mocht niet kla
gen, want het onderwijs is gratis en een
zoon van hem was nu student in Bel
grado. Professor hoopte, dat zoonlief
óók mocht slagen, net als zijn vader. En
hij nam er nog een droog broodje op
goederen hebben en
daaraan heeft het, door de na-oorlogse
politiek, nogal ontbroken
Huismoeders vertellen je, dat er ner
gens wit garen te krijgen is, garages heb
ben geen gereedschap, de kleinste dingen
zijn soms het moeilijkst te krijgen
Vijftig procent van de winst van elk
bedrijf groot of klein vervalt aan de
staat en van de overige vijftig procent
mocht de helft besteed worden aan ver
betering en uitbreiding, terwijl de rest
verdeeld moest worden bij wijze van
tantième onder de leden van het per
soneel
Dat is een nieuwe regeling, een ver
betering, want daarvoor verviel 80% van
de winst aan de staat
En over prijzen gesprokeneen
schrijfmachine, geïmporteerd, kost 350.000
dinar, ofwel vijfduizend gulden. Een me- j
ter stof voor een costuum komt op tachtig
a negentig gulden.
Langzaam, heel langzaam komt er ver-
moeilijkheden. Om een zaak te heb- gaan ze allemaal weg. En na
ben moet je goederen hebben en
-> r TT UdllgZddlll, 11CC1 ïangtaaiu nvimi ci vvi
met een glas yoghurt. En ij zei. „IJ betering, doordat de strenge importres
erg gelukkig. U kunt reizen en e - jrjctles waj soepeler worden. Maar regel
In Skopje waant ge U in het Oosten, met dat typische gedoe van niensen, die op
straat zitten, op straat werken en op straat handelen. Men drinkt Turkse koffie,
ziet vreemde drachten en hoofddeksels.... Elk huisje heeft zijn geheimzinnig
duister daarbinnen, ge hoort er vreemde muziek of.een samba. W ant ge bent
toch ook weer zo dicht bij huis, nu Joego-Slavie „Westers gaat denken
reld zien. Ik hoop, dat u een goede in
druk van ons hebt gekregen
DE STUDENTEN zijn erg enthousiast.
Ik heb urenlang met een jongeman ge
sproken, die chemie gaat studeren. „We
zijn een jonge staat", zei hij, „en we
maken nog niet véél natuurlijk, maar het
begin is er! O, èr moet zoveel gebeuren!
Ik weet het, de wegen zijn slecht, maar
we hebben eerst willen industrialiseren,
eerst aan het bouwen van centrales willen
denken, omdat we voor onze nieuwe fa
brieken stroom nodig hebben! Waarom we
industrie willen? Omdat we hier vrijwel
alle delfstoffen hebben. En we hebben
ook zoveel steenkool: voor de oorlog kon
den we 12 millioen ton per jaar expor
teren! We exporteerden ook graan: nu
moeten we het invoeren
En ze vertellen je enthousiast over de
plannen, over de jeugd- en studentenbri
gades, die in hun vacanties aan de wegen
werken, over de reuzen-centrale die daar
bij Zwornik gebouwd wordt, over een
heuse spoorlijn van normale breedte, van
Belgrado af naar de kust, in de richting
van Dubrovnik. „En heus, kom over twee
of drie jaar eens terug, dan moet je eens
zien" zeggen ze dan
Ja, het Oosten nadert, er loopt nog
een enkele halfgesluierde vrouw, men
werkt er niet in de middag, maar in de
vroege morgen en na vijf uur 's avonds.
Ge wandelt er door héél oude, heel ge
heimzinnige straatjes, ziet overal de
ranke minaretten, een herinnering aan
de tijd dat vijfhonderd jaren lang de
Turken hier de baas waren
De indrukken, in drie weken zwer
versbestaan hier opgedaan, beginnen u
te overmannen: wat moet ge daar straks
allemaal van vertellen?
Moet ik u nog eens zeggen dat het Joe-
goslavische volk zo inténs vriendelijk
en beleefd, gastvrij, eerlijk, maar arm en
hardwerkend is? Weet ge, dat een ar
beider bij de spoorwegen bijvoor
beeld 7500 dinar verdient, hetgeen
neerkomt op honderd gulden?
Dat een dokter, werkende in een zie
kenhuis, met drie keer per week nacht
dienst, zoiets als 10.000 dinar krijgt? Dat
menmet een aantal kinderen van drie
of vier dus méér verdient aan kinder
bijslag 3000 dinar per kind dan
aan salaris? Dat de mensen bijna al hun
geld aan kleren en eten uitgeven, om
dat ze zo graag netjes gekleed gaan? Dat
men dol is op schaken, op voetbal, op
waterpolo, datnee, zo gaat het niet.
U zou er eigenlijk zélf eens heen moe
ten gaan. U zou zélf eens moeten rond
trekken en genieten van dit alles. U zou
zélf eens moeten ervaren, dat het zo
moeilijk is om iets niet te krijgen want
ze geven zo graag wat wég die mensen,
al verdienen ze nog zo weinig.
Och, die boeren, ze hebben het niet
breed. Ze werken van héél vroeg tot
weg naar hun maisvelden en ik heb ze
's avonds om elf, twaalf uur. zonder
licht aan hun zwaar beladen wagens te
rug horen komen, de zachte hoeven van
de ossen ploffend door het nog warme
zand van de weg
is, dat alles wat het land zelf kan maken
of voortbrengen, niet geïmporteerd mag
worden
Een radio kost in een simpele uit
voering 50.000 dinar, zodat er niet al
te veel lieden zijn, die in het bezit van
een dergelijk apparaat zijn. Maar won
derlijk is het, te luisteren naar de muziek,
die vrijwel geheel Westers is. „Westers"
wil ook zeggen: wild, want jazz en samba,
hot er hoe het spul maar meer mag heten,
schallen nu uit de overal in de parken
van Belgrado opgehangen luidsprekers,
die destijds ongetwijfeld gediend hebben
voor „betere" zaken. In de boekwinkels
vindt ge levensbeschrijvingen van Roose
velt, Churchill, Eisenhower's kruistocht
door Europa. En in de bioscopen kondigen
schreeuwende reclames aan, dat ook de
film zich naar het Westen heeft gewend..
schreef, voordat hij zich met
z'n zwerf-scooter op weg begaf
naar Griekenland, zijn derde
en laatste verhaal over de in
drukken die hij opdeed in het
J oegoslavië-van-vanda/ig.
Indrukken over het wonder
lijke land, dat meer en meer
„Westers" gaat denken, waar
de mensen vriendelijk maar
arm zijn, waar de staat van
ieder bedrijf de helft van de
winst vordert, waar een moei
zaam geïmporteerde schrijfma
chine evenveel kost als bij ons
een auto.
„Ik zou U nog wekenlang over
dit land kunnen vertellen",
schrijft onze reizende reporter,
die zich inmiddels echter weer
op pad heeft begeven naar
andere oorden, en van wie wij
op dit ogenblik alleen maar
weten dat hij op weg is naar
Griekenland.
HUN LAND is niet groot ze mo
gen er maar vijftien hectare heb
ben, al het andere wordt verdeeld
over diegenen die minder of
niets hebben, maar het werk is primi
tief. Er zijn weinig tractoren, weinigen
hebben een paard, velen moeten het
met ossen doen. Maar de oogst is góed
dit jaar, béter dan het in tien jaren ooit
geweest is en daarom is de boer blij
en werkt hij nóg harder. En altijd kunt
ge bij hem aankloppen om een plaatsje
voor uw tent op zijn land, altijd komt
hij naar u toe met fruit, met water. Het
is net of ze zich bevrijd voelen en con
tact zoeken.
Ik heb eens gekampeerd bij een paar
paters, in een kloostertuin. Ze zaten
buiten te genieten van de laatste
avondzon en beduidden me de tuin in
te gaan, waar alle ruimte was. Ik heb
wat met hen gepraat, want ze ver
stonden en spraken Duits. Hun werk
was vrijwel afgelopen, ze waren er
nog. maar de parochies waren alle te
zamen gevoegd en één geestelijke
moest er nu vier vervangenEn zo
ging hij, dag in dag uit, over de ber
gen in de gloeiende zon de lange,
lange warme en stoffige weg om tóch
zijn" werk te doen. En ze klaagden i
niet, maar berustten. Ze praatten niet
over zichzelf, maar over de mensen.
die hun hulp en steun behoefden,
méér dan ooit. Maar in hun ogen las
je de hoop. De hoop, dat het eens
weer nét als vroeger zou mogen wor
den.
Nog eens: niemand klaagt, maar men
kan merken, dat de mensen het moei
lijk hebben. Ik ben eens een avond op
bezoek geweest bij een doktersgezin.
Dokter kwam thuis van zijn (staats) -
werk: controle op arbeiders, die onder
bijzonder moeilijke omstandigheden
wei ken ^ondet water. Era spemahteit^dm j trjnomjnaje gte]sef wordt aangeduid, niet langer een inlandse vogel is
GE BENT dan weer blij het stadsleven
achter U te hebben, een asfaltweg
zowaar brengt U gedurende de eerste hon
derd kilometer op weg. Maar kort is de
duur van het prettige rijden: het zand,
het stof en de stenen beginnen aldra.
Hard wordt er gewerkt om verbetering te
brengen: de verbinding via Nis en Skopje
met Griekenland is belangrijk en men
heeft dat ingezien, zodat drie stoomwalsen
tegelijk hun best doen de oneffenheden
plat te drukken.
Maar men heeft tien, honderd, duizend
stoomwalsen nodig, asfalt, beton, arbei
ders. En dat kost tijd. Veel tijd en veel
geld. En in dat laatste zal het hem wel
zitten, dat het nog wel even duurt voor
het hier een beetje berijdbaar is op die
hobbelpaadjes.
En dan begint het Oosten. Het vee wordt
al gebaad door kleine, bruine jongens, of
door heel wonderlijk heel lichte
blonde knapen, met spierwit haar en hel
der blauwe ogen, die zo uit Friesland
zouden kunnen komen.
Ge drinkt in bijna heel Joego-Slavië Uw
koffie Turks, ge moet natuurlijk tsjiwap-
tsjistji (zal ik het nog eens zeggen: tsji-
wap-tsji-tsji) gegeten hebben: een aantal
heel kleine croquetjes, anders bent ge
niet in dit land geweest
Ge moetach, ge moet zoveel. Ik
zeg het U nog eens: Ge moet hier zelf
komen genieten van dit nieuwe land in
Europa, waar het goed is te vertoeven,
omdat de mensen er zo goed zijn. Ge
moet hier heen komen, ook al is er geen
behoorlijke ansichtkaart te krijgen, maar
ge geniet van de stilte, van de weidse
natuur, van de rust buiten. Er razen U
geen auto's voorbij, en ge hebt geen last
van de jeugd, die overal-aan-zit.
Traditiegetrouw zijn ook dit jaar door
middel van een kleine test de intelligentie
en kennis van aspirant-leden van Veritas
gepeild, zo meldt het orgaan der Utrechtse
Studentenvereniging Veritas. Het resultaat
was bedroevend, verrassend, vooral waar
het de godsdienstige steekproeven betrof.
Het blad meldde, dat er deze keer geen
aparte godsdiensttest was opgesteld, zodat
het bestuur slechts een paar steekproeven
kon houden. Minstens de helft van deze
aankomende studenten, waarvan verreweg
de meesten een paar maanden geleden
nog op een Katholieke middelbare school
zaten, kende niet de juiste formulering
van de laatste drie van de Tien Geboden.
Sommigen gaven naderhand als hun
mening te kennen, dat het niet zo belang
rijk is om de formulering te weten, „als
je maar weet wat er in staat". Dat zou te
accepteren zijn geweest, als gebleken was,
dat zij inderdaad iets van de theorie wis
ten, maar b.v. over de geoorloofdheid van
liegen en onwaarheid spreken heerst de
grootste begripsverwarring. Over de plicht
tot het bewaren van geheimen wist bijna
niemand iets behoorlijks te zeggen.
De Evangelische Raden bleken voor
velen iets totaal onbekends te zijn. En bij
degenen, die een antwoord gaven, kwamen
de meest verrassende „Raden" te voor
schijn: wijsheid, verstand, sterkte, zinde
lijkheid, bekrachtiging, ascese.
Verder sprak er iemand over de Raad
van Ouderlingen, de Wereldraad van Ker
ken en de Oecumenische Raad.
Commentaar zou erg pijnlijk moeten uit
vallen. Het bericht is al pijnlijk genoeg!
Als de bladeren weer van de bomen gaan vallen en het seizoen van de
damesbeurzen aanbreekt, is het een prettige taak een zorgeloze middag
te gaan slijten op zo'n jaarmarkt voor vrouwen. Nietwaar, evenals de heren
der schepping er hun vakcongressen en jaarbeurzen op na houden, hebben
wij huisvrouwen onze damesbeurs, deze aanleiding om er eens uit te
breken en tussen neus en lippen door ook nog van allerlei tips op te doen
ten faveure van ons vak, in casu de huishouding.
Zo togen wij dan op een voor ons welgekozen middag vroege lunch en
's avonds een gemakkelijke pot) naar de Femina te Rotterdam. Al dadelijk
bij de ingang stuitten we op een alleraardigste crèche, waar de moeders,
die haar jongste spruiten niet thuis konden achterlaten, haar kroost met
een gerust hart aan een kinderverzorgster kunnen toevertrouwen.
En zo te langen leste voor enige uren
van alle zorgen bevrijd dwalen we de
wijde Ahoy-hal binnen en beginnen on
ze avonturentocht langs de stands en
kramen. Nu horen wij beslist niet tot dat
slag vrouwen (het blijkt trouwens al uit
het feit dat zij er heen gaan) dat met
een puntige vinger in de lucht uitroept:
„Maar dat kun je in de winkel toch ook
zien. Als ik iets nodig heb, ga ik daar
wel heen". Ter andere zijde behoren we
ook helemaal niet tot die categorie, van
bezoeksters, die systematisch de inhoud
van iedere stand napluizen en die later
een wrevelig gevoel niet kunnen onder
drukken als het blijkt dat ze iets over
het hoofd gezien hebben dat per se wel
aanwezig was.
U heeft al begrepen dat wij tot de ar
geloze dwaalsters behoren; zonder enige
opzet lopen we gewoon een paar uur
achter onze kijkgrage ogen aan en dan
zien we al veel aantrekkelijks.
Ja, er zijn erg veel wasmachines, de
kleine overbekende, die in menig huis
houden al een plaats hebben gevonden
en ook de grotere waarvan sommige
een drooginstallatie hebben. En dat lijkt
ons wel erg handig nu in onze te enge
behuizingen het drogen maar al te vaak
een puzzle is geworden. Afwasmachines,
die het naar onze mening meest verve
lende werkje in de huishouding van de
vrouw overnemen, ontbreken evenmin.
Ook de babyfornuisjes met de twee
kookgaten, waarvoor we zo gemakkelijk
in het kleinste keukentje of wat er
voor doorgaat een plaats kunnen vin
den zijn weer op het appel, evenals de
losse oventjes, die nu langzamerhand in
allerlei formaat, vorm en kleur opdui
ken; we kunnen ze ergens in een kast
bergen tot we het in het hoofd krijgen
een taart te bakken.
Bovendien zijn de aanschaffingskos-
ten voor wie het wat kalm aan wil doen
als hij zich gaat installeren belangrijk
lager dan die van het gewone keuken
fornuis, dat toch nog altijd de ideale
oplossing vormt voor wie over de ruimte
en de financiële middelen beschikt.
Maar kom, dergelijke theoretische be
schouwingen verhinderen ons niet om
ons dwars door de geuren van een par
fumstand heen een weg te banen om dan
binnen de verlokkende en aromatische
actie-radius van een bouillon-blokjes
stand te vallen waar we vriendelijk ge
prest worden tot het keuren van een
kopje. Goedkeurend knikkend proeven
we dan van het geurige vocht, dat ove
rigens het merk draagt dat we al jaren
in onze huishouding gebruiken.
Na dit intermezzo nemen we volkomen
verfrist in een soort schoollokaaltje
plaats met vele tochtgenoten en volgen
daar een kort college over het koken
met de pressure-cooker (waarom geen
aardige Nederlandse naam bedacht). Deze
wonderpan is in staat in minder dan
een kwartier de maaltijd letterlijk klaar
te stomen zonder dat er belangrijke vi
taminen of mineralen verloren gaan.
Een methode die tijd èn door de korte
kooktijd geld bespaart.
Senator Knowland, leider van de repu
blikeinse senaatsfractie, heeft Maandag te
Washington verklaard, dat de Ver. Staten
alleen dan een niet-aanvalsverdrag met de
Sovjet-Unie als voorgesteld door de
democratische leider Stevenson zouden
kunnen aangaan, als de Russen zich be
reid verklaren tot vrije verkiezingen in
Oost-Duitsland, Polen, Tsjecho-Slowakije.
Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Letland,
Litauen en Estland.
„Als deze landen bevrijd zouden zijn,
zou zijn, zou men erover kunnen denken
Moskou de verzekering te geven, dat zij
niet als springplank tegen de communis
tische wereld zullen worden gebruikt",
zeide Knowland.
Voorts meende de senator, dat „als de
politieke conferentie over Korea door de
Sovjet-Unie wordt gebruikt om een nieu
we aanval voor te bereiden, wij het beste
Bij de stand van een lederfirma wer
den we verrast door een bijzonder han
dige uitvinding, een stift, even zorg
vuldig verpakt als onze lippenstiften,
met aan de achterkant een sponsje,
waarmee we in een handomdraai onze
suède schoenen kunnen opknappen. Erg
handig voor op reis! Natuurlijk ontbre
ken ook de stands voor liefdadige instel
lingen niet en zijn we graag bereid de
kans op een taart te wagen om de rheu-
mabestrijding te helpen of ons Neder
landse sanatorium in Davos. Bij de ver
zouden doen als wij orde op ons huis en keerspolitie kunnen we onze reactie-
onze tjitgaven^ stelden, want de^ tijd^werkt snelheid laten meten en we discussiëren
- Avroiijk over de lengte van een geraffi
niet noodzakelijkerwijs voor de vrije we
reld". Hij sprak zich nogmaals uit tegen
toelating van communistisch China tot de
Ver. Naties.
Nederland heeft besloten zijn bijdrage
aan het Ver. Naties fonds voor techni
sche bijstand met 50 procent te vergroten.
De Nederlandse afgevaardigde de heer G.
J. N. M. Ruygers deelde in de economi
sche commissie van de alg. vergadering
mede, dat de bijdrage voor het komende
belastingjaar zal worden vergroot
400.000 tot 600.000.
neerd schuin gehangen reuzen fles van
bordpapier, waarmee een firma van af-
wasmiddelen onze aandacht trekt en te
vens onze wedstrijdlust opwekt.
Bij een machine waar 600 croquetten
per uur uitrollen en dat zonder bak
lucht, ook weer een nieuwe vinding,
kunhen wij de verleiding niet weerstaan
ook eens even te proeven en het valt
niet tegen.
Wanneer u na zulk een tocht nog tijd
en moed over hebt en laten we hopen,
dat dit het geval is, moet u niet verzui
men ook even naar boven te gaan. Er
hangen daar alleraardigste kinderteke
ningen, die weer eens tonen wat de kin
deren te voorschijn kunnen toveren als
van ze hun fantasie vrij kunnen uitleven op
een vel papier en wat kleurtjes.
Als de kroenekranen trekken
Ofschoon Grus grus grus, zoals de kraanvogel tegenwoordig volgens het
beter
dokter moest daarnaast de hele middag
(waarop niet gewerkt wordt) iets anders
doen om zodoende wat bij te verdienen.
De man heeft dat al twee jaar lang
gedaan, nimmer vacantie gehad maar
wél de teleurstelling gehad dat zijn sa
laris onlangs gelijk dat van alle an
dere hogere functies enkele duizen
den dinars werd verlaagdEn elke
avond komt dokter thuis, moe, doodmoe.
Maar hij zet door. omdat het voor zijn
gezin is, dat dure kleding behoeft en dat
hij graag goed te eten wil geven.
En hij klaagt niet. Er zijn er zo velen,
die het minder hebben.
IN de broodjeswinkel in Skopje stond
een grijze, oude heer naast me, die
een gesprek in het Duits begon. Hij
was professor, professor in de muziek en
had te Wenen en Praag gestudeerd. Nu
hij (staats) professor en was naar
héél laat ik heb ze 's nachts om drie i Skopje gestuurd om daar onderricht te
uur langs mijn tentje horen komen, op geven. Hij was erg tevreden, want hy
In Utrecht zal een nieuw laboratorium
voor de analytische scheikunde ten be
hoeve van de Rijksuniversiteit aldaar ver
rijzen, dat een inhoud zal krijgen van
49.000 m3. De kosten, inclusief inrichting
en meubileren, worden geraamd op rond
52 millioen gulden. De hoofdafmetingen
zullen zijn 110 x 50 m. Het wordt opge
trokken in de onmiddellijke nabijheid van
het laboratorium voor organische schei
kunde van Prof. Koegl, op een terrein aan
de Croesestraat. Vermoedelijk zal het
niefrwe gebouw in de zomer van 1956
kunnen worden betrokken.
Het krijgt o.m. een grote collegezaal,
waarin ruimte is voor een 180 studenten,
terwijl in de practicumzalen ruimte zal
zijn voor 300 a 350 studenten en weten-
Schappelijke onderzoekers. Voorts is zo
nodig ter beschikking de grote collegezaal
in het laboratorium voor organische schei
kunde.
De noodzaak van een nieuw laborato
rium werd reeds 20 jaar geleden gevoeld
en men ontwierp toen het plan voor een
scheikundegebouw met twee vleugels, een
voor de organische chemie (prof. Koegl)
en de andere voor anorganische schei
kunde (prof. Strengers). Bezuiniging was
echter oorzaak, zodat in 1938 alleen het
laboratorium voor prof. Koegl tot stand
kwam. Toen echter in 1948 aan prof.
Smittenberg de zg. toezegging van een
nieuw laboratorium was gedaan, werd in
Mei 1949 aan ir Urbancik van de Rijks
gebouwendienst opdracht gegeven een
ontwerp te maken, dat binnen een half
jaar gereed was en dat nagenoeg hetzelf
de is, dat nu tot uitvoering komt, zij het,
dat de maten zijn verkleind en tot het
uiterste minimum zijn teruggebracht. Pas
anderhalf jaar na het gereedkomen van
het aanvankelijke ontwerp verleende de
minister van Financiën zijn goedkeuring
en kon met de verdere uitwérking wor
den begonnen. De technische outillage van
het gebouw (verwarming, ventilatie en
verdere geleidingen) werd ontworpen on
der leiding van ir Huygens te Rotterdam;
de electrische installatie is echter door de
Rijksgebouwendienst zelf ontworpen.
het was in het grijze verleden, dat hij deze gewesten tot woonplaats koos
is hij niettemin zo internationaal vermaard, dat er alleszins aanleiding
is de aandacht te vestigen op deze merkwaardige trekker. ant als zodanig
kennen ook wij, Nederlanders, hem en dat hij geenszins een zeldzame
verschijning is, moge blijken uit verschillende gewestelijke benamingen,
waarvan „kroenekraan" („kroenekrane") wel de meest bekende is.
Het merendeel van de kraanvogels, die
ten onzent worden opgemerkt en die ver
moedelijk uit Noorse en Zweedse dieren
bestaan, al kunnen er ook Finse, Duitse
en Russische exemplaren onder schuilen
kiest Oost-Nederland tot doorgangsgebied
en dat feit staat ook algemeen, en terecht
in de boeken vermeld. Het schijnt echter
velen onbekend te zijn, dat de kraan
vogels zo nu en dan ook wel Westelijker
reizen; ik heb ze althans meer dan eens
boven het Utrechtse (Soest, Den Dold^r.
Lage Vuurse) zien trekken: forse verschij
ningen, op dikwijls grote hoogten de lucht
doorklievend. Veelal zijn het gezelschap
pen, uit verscheidene individuen be
staande, die zich boven ons land voort-
reppen naar hun doel; vooral in de late
middag en tegen de avond vielen de trek-
tijden van de- door mij waargenomen
exemplaren.
Wie het geluk heeft de migratie van
kraanvogels waar te nemen, zal het moei
lijk kunnen ontgaan, dat in het algemeen
voorkomen van de vliegende vogels iets
reiger- of ooievaarsachtigs zit. Vooral
verwantschap met onze eiber trekt de
aandacht. Deze overeenkomst betreft in
hoofdzaak de voortbewegingstrant, daar
beide vogelsoorten met gestrekte hals en
poten vliegen, terwijl de reiger tijdens de
vlucht de hals intrekt. De kraanvogel is
intussen nog groter dan de ooievaar, maar
hij heeft een veel korter snavel dan onze
kikkerdief, doch, omdat hij veelal hoog
vliegt, is dat verschil in sneblengte met
het blote oog niet vast te stellen.
Trekkende kraanvogels en ooievaars
worden dan ook nogal eens met elkaar
verward, maar dit geschiedt vrijwel uit
sluitend in de maand September, wanneer
late ooievaars en vroege kraanvogels zich
terzelfder tijd boven ons land kunnen
bevinden. Ziet men echter vliegformaties
van zeer forse vogels zich in October of
November tegen de lucht aftekenen en
kan men vaststellen, dat de dieren niet
naar reigertrant de halzen hebben inge
trokken, dan kan men vrij veilig aanne
men met kraanvogels te doen te hebben.
te roepen en U als het ware in aanraking
brengt met een stukje oer-natuur. In onze
tegenwoordige tijd doet de kraanvogel dan
ook bijna prae-historisch aan: in zijn
kreet heeft hij de geheimzinnigheid van
lang verstreken eeuwen bewaard.
Helaas mogen wij in Nederland de
kroenekranen, gelijk gezegd, niet meer tot
de broedvogels rekenen, in Engeland nes
telt de common crane evenmin (d.w.z.: niet
meer) maar in Duitsland is men geluk
kiger, al vertegenwoordigen daar maar
een betrekkelijk gering aantal individuen
de soort. De toestand voor de jongste
brèken donkere tinten en zwarte vlekken
niet aan slagpennen en dekveren, maar
overigens overheerst een blauwgrijs in
het kraanvogelgevederte, dat vooral bij
de stuit zeer merkwaardig is.
Daar hebben de dekveren en slagpennen
zich ontwikkeld tot zeer bekoorlijke, sier-
waakzaamheid zo actief, dat men hen üjjj gebogen sikkelvormige pronkveren, die
zelden of nooit kan naderen. Weinigen aan de vogel een fijne gratie verlenen
zijn dan ook zo gelukkig geweest de vooral wanneer de kroenekraan uit de
vogel in zijn koninklijke schoonheid in de plooi geraakt en geestdriftige bewegingen
vrije natuur te bewonderen, te genieten uitvoert, komt de schoonheid van de soe-
van zijn „intelligentie", hem statig voort peje pluimenwaaiering goed tot haar recht,
te zien schrijden of tegenstelling, die Trouwens, bij volwassen exemplaren kun-
niet verwacht zou worden hem de
koddigste bewegingen te zien uitvoeren.
Dat zijn allemaal prettige dingen en een
natuurvriend krijgt daar nooit genoeg
van, maar er zijn ook andere mensen, die
hem niet zo weten te waarderen. De
boeren in de streken, waar hij voorkomt,
zijn nuchterder en zeggen: „Alles goed en
wel, maar de kroenekraan haalt ons de
dubbeltjes uit de portemonnaie". Wat hij
op de kerfstok heeft? De zaak zit zo:
onze kraanvogel is omnivoor: aan de
ene kant voedt hij zich met dierlijke spij
zen, zoals sprinkhanen, kikvorsen, wormen,
salamanders, muizen enz. Anderzijds
wel overwegend, plant
nen ook niemand de borstelige veren aan
de kop ontgaan, waar een mooie donkere
glanzing over ligt en die een attractie te
meer verlenen aan onze bewoner van
moeilijk toegankelijke moerassen.
In laatstgenoemde gebieden, ver van het
gewoel der wereld, is het ook, dat de
kraanvogel zijn nest inricht, dat helemaal
geen aanspraak kan maken op „kunstzin
nigheid". Wel is het, wat van zo'n kloek
gebouwde vogel is te verwachten, bijzon
der groot, doch het bestaat slechts uit
een niet al te diepe kom op de grond, die
veelal in de warrigheid van de moeras
vegetatie, onder struwelen e.d. schuil
gaat. Twijgjes, biezen, mos en riet vormen
aardige kost tot zich. Er zou "geen 'bezwaar wel het voornaamste materiaal, waaruit
totfon 7.iin. wanneer hii zich bepaalde tot het 1S samengesteld. Algemeen woidt
Actiefoto van de Kroenekraan.
Een ongemeen boeiend schouwspel biedt
zo'n doortocht van kroenekranen met hun
geduchte vleugelspanning. De ene keer
bestaat hun vliegfiguur uit een schuine
lijn, een andermaal heeft het de wig- of
maakt echter hun overtrekken wel, wan
neer hun roep hun vleugelslag begeleidt;
niet zonder recht en reden is hun stern-
uiting wel vergeleken met het hees schal
len van een schorre trompet. Van een
fijne muzikaliteit is hun roep geenszins
en ook het piepen van de jongen, dat,
naarmate deze verder opgroeien, overgaat
in de rauwe roep van de oudere indivi
duen, mag geen aanspraak maken op
zangerigheid, al kan anderzijds niet wor
den ontkend, dat men van de kraanvogel
ook wel, tussen de forse ongepolijste kre
ten door, zo nu en dan eens een rijtje
klanken verneemt, die aanmerkelijk lief
lijker zijn.
Men weet, dat men hetzelfde kan vast
stellen bij de gaaien, die na hun oor
verdovend kresj-kresj plotseling kunnen
verrassen door kinderlijk fijn gebabbel en
oorlog was zo, dat men ze daar vooral
kon vinden in Mecklenburg en Pommeren,
terwijl verder als broedplaatsen de Mark,
de Bartschniederung en enkele andere
localiteiten werden vermeld.
Vestiging der kraanvogels, die tot op
68 graden Noorderbreedte nestelen en
vooral geprononceerd Noordelijke vogels
zijn, al vermeldt de literatuur ook broed
plaatsen in Italië (bij Venetië), Zuid-
Spanje en enkele Balkanstaten, hangt van
bepaalde voorwaarden af: zij laten alleen
hun keuze op streken vallen, waar uit
gestrekte ruige, door struikgewas onder
broken moerassen hun een veilige schuil-
tegen zijn, wanneer hij zich bepaalde tot
wat in het wild groeit, maar de kraan
vogel kiest nu eenmaal heel smakelijke
en voedzame gerechten: graan in verschil
lende stadia van ontwikkeling, en bovenal
schijnt hij op erwten verlekkerd te zijn.
Zodoende komt hij met de boeren in
conflict, wier spontaanste beweging ge
meenlijk het grijpen naar een geweer is,
opdat verhinderd wordt, dat de vogels te
erg huis houden. In streken echter, waar
men nu eenmaal niet volop in de kraan
vogels zit, betekent de dood van één
hunner o.i. een belangrijk aesthetisch ver
lies. In dit verband moge niet onvermeld
blijven wat wijlen dr Kurt Floericke van
'n daadwerkelijke beschermer der kraan
vogels eens heeft verteld: „So laszt es
sich z. B. der Fürst v. Hatzfeld nicht
verdrieszen, den Bauern alljahrlich 600
700 Mk. Schadenersatz für den durch die
Kraniche Angerichteten 'Schaden zu
bezahlen".
Dat was een ongetwijfeld sympathiek
gebaar, waardoor voorkomen werd, dat
als gevolg van de botsing tussen de be
langen van de boeren en die van de vogels
de laatste als slachtoffers in de toch
ongelijke strijd vielen. Elk door Fürst v.
Hatzfeld gered exemplaar kon onder nor
male omstandigheden ieder jaar een gezin
stichten, en zodoende droeg zijn te waar
deren houding weer aanmerkelijk tot
uitbreiding van het aantal kraanvogel-
individuen bij, d.w.z.: tot het ongerept
bewaren van een uitzonderlijke vogel
schoonheid.
gewaagd van het moeilijk vindbare der
nesten en de omzichtigheid, die de kraan
vogel leidt bij zijn neiging om de nest-
plaats niet te verraden. Noch rechtstreeks
verlaat hij het nest, noch direct strijkt hij
erop neer.
Het behoeft niet te verbazen, dat de
kraanvogel kanjers van eieren legt en er
zijn niet veel vogels, die er grotere heb
ben. Het legsel is daarentegen geenszins
veeltallig: er zijn onder gewone omstan
digheden steeds slechts twee eieren, die
aan de olijfkleurige kant en bovendien
rossig grijs en olijfbruin getekend zijn.
De jongen, die na ruim vier weken broe-
dens de schaal verbreken, zijn niet zo
lang hulpeloos als die van zovele zang
vogels. Nauwelijks zijn een paar dagen
verstreken, of zij gaan de wijdere wereld
in. Letterlijk kunnen zij nog niet dadelijk
op eigen wieken drijven (daarmee zijn
negen tot tien weken gemoeid) doch.
eveneens letterlijk gesproken, op eigen
benen kunnen zij niettemin na genoemd
dagental reeds staan.
Soms kunnen wij in het prille voorjaar
ten onzent opnieuw getuigen zijn van de
passage der kraanvogels, die uit hun
winterkwartieren terugreizen naar hun
broedgebieden. Zelden ziet men hen dan
neerstrijken; men kan zich dan ook mi.in
verbazing voorstellen, toen ik enkele jaren
geleden in het grotendeels drooggeva'Vn
oevergedeelte van het IJsselmeer, dicht
bij de Eemmond, zo'n prachtige kraan
vogel zag staan. Dat was op een Maartdag
en het beviel de sierlijke vogel daar ter
plaatse zo goed, dat hij er geruime tijd
bleef hangen. Hij stond daar in het
Misschien kent deze of gene de kleuren
van de kroenekranen met hun pracht van
wieken, dank zij het bezoek aan een
dierentuin? Eén daarvan trekt wel heel
plaats bieden en zij, tamelijk onbezorgd, spoedig de aandacht: een zeer sprekend ondiepe IJsselmeer soms te slapen en dan
hun schuwe leven kunnen leiden. Landen, rood kleurt namelijk een onbevederd gebeurde het wel eens, dat de kemphanen
waar de grond op grootscheepse wijze in schedelgedeelte. Van deze ruwe rode vlak in zijn buurt hun vermakelijke balts-
cultuur is gebracht, mijden zij dus angst- huidvlek loopt een donkergrijze lijn, bijna spelen te aanschouwen gaven. Soms scho-
vallig. Zij houden er niet van bespied en op het zwarte af, een eindje nekwaarts ten zij tussen de lange poten van de
oordelen over de roep van de kraanvogel,
die in hoofdzaak kan worden weergegeven
door kroe-koer, een feit is het inmiddels,
dat hij op verwonderlijke wijze vroegere
V-vorm aangenomen. De meeste indruk tijdperken der aarde in de geest weet op
geprevel. Hoe men overigens ook moge nagegaan te worden en missen derhalve naar beneden. Laatstvermelde kleur valt buitenlander door, maar hij bleef gemoe-
- n i i .1 i.J An nni nr.onre Qironppnc traJbt tP Rt.pllpn aflh hal.R U"PPl pn .rlaliilr Hnnrdutten. F,Pr» flirt oorrinht urae hp t
de vertrouwelijkheid van de ooievaars, eveneens vast te stellen aan hals, keel en delijk doordutten. Een fijn gezicht was het
Slechts met de grootste moeite kan men kin. Overigens is het halsgedeelte bleek- ook, wanneer de kraanvogel, ter afwisse-
de vogels in hun broedgebied besluipen grijs, in de buurt van het oog haast op ling, zo nu en dan zijn majesteitelijke
en ook wanneer zij zich ergens hebben het witte af. Het verdere verenkleed ziet ronden vloog. Het was onvergetelijk,
neergelaten om voedsel te zoeken, is hun er aanmerkelijk eentoniger uit; wel ont- RINKE TOLMAN.
oen