Geestdrift onderschat het gevaar
Hoe de Buissche Heide haar
tachtigste verjaardag vierde
Gemis van geestelijk gewaad nadelig
voor waardigheid
Zaterdagse
mijmeringen
Herinneringen aan Henriëtte Roland Holst
Brabantse hartelijkheid en een
ouderwetse serenade
krultabak
Voor liefhebbers van
PAGINA 3
ZATERDAG 10 OCTOBER 1953
De Franse priester-arbeiders staan momenteel in het centrum der belangstelling. Een
heel interessant en tegelijk heel moeilijk werk is door het Vaticaan nauwkeurig gevolgd
en op zijn waarde geschat. Maar tegelijkertijd drong zich daar allengs de overtuiging
op, dat de priester-arbeiders aan bijzondere grote gevaren zijn blootgesteld en hun
voorbere'din0 wellicht niet in overeenstemming is met de bijzonder zware taak, welke
ze op hun schouders hebben genomen. Het werk is betrekkelijk snel gegroeid. Het vond
na de Tweede Wereldoorlog zijn grootste verspreiding, al gaan nu, zoals men heeft
kunnen lezen, de Franse priesters, die onder de landbouwers werken, reeds 't tweede
lustrum van hun heilzame werkzaamheden vieren. Inmiddels, aan het bijzonder soort
missionarissen, dat de priester-arbeiders zijn, is voorlopig een gebiedend halt toege
roepen en wel van de hoogste instantie uit. Dit is ongetwijfeld een zeer ernstige
aangelegenheid en het lijdt ook geen twijfel, dat het vraagstuk van alle kanten bestu
deerd zal worden. Het is trouwens al uitvoerig bestudeerd. Het Vaticaan neemt geen
overijlde stappen.
Observator
i
Een extra fijne
baaitabak
-ijfcfejj?
Toen in dc internationale pers de priester-arbeiders steeds meer
het onderwerp werden voor reportages en artikelen terwijl ze
toch veel liever in alle stilte waren blijven arbeiden - werden er
in Vaticaanse kringen bedenkingen geopperd. Men achtte deze
belangstelling van niet-Katholicke zijde wel een beetje gevaarlijk
en wees er vooral met nadruk op, dat het afleggen van de priester
kleding niet bevorderlijk kon worden geacht voor het aanhouden
van de priesterlijke waardigheid. Daarbij kwamen de voorvallen,
waarvan reeds in deze krant melding werd gemaakt, zoals het over
gaan naar het communisme van zo'n priester-arbeider en het meedoen
aan communistische betogingen tegen het Atlantische Pact door
enkelingen, waarover straks nog iets naders.
Er is nog geloof
Minder geloof
Jeugd hellend vlak
Ook bedroevend
En morgen?
Harry Prikker.
Schot ie avond
Diepe ontroering
Muziek verbrak de stilte
Een gedicht
Priester-arbeider in Frankrijk
bedroegen: een 9ig3rct onverschillig
in een mondhoek, nadelig voor hun
I zelfrespect en dat van het respect van
de gelovige voor hen was. De bedoe
ling was natuurlijk goed, maar de
I indruk naar buiten weieens verkeerd.
Er werd reeds van de „pêtre stalinien
gesproken, de Stalin-priester en terecht
werd dit 'even schadelijk geacht als dal
I andere uiterste :de Kerk is een steunpi
laar van 't kapitalisme. De fatale legende
van de Stalinistische priester vond rug
gesteun in het feit, dat te Bordeaux bij
een havenstaking een pêtre-ouvrier als
staker gedood werd en voorts in de ge
beurtenissen van 28 Mei 1952, toen te Pa
rijs de grote communistische betoging te
gen de komst van Ridgway georganiseerd
werd, welke we reeds hebben aangestipt.
Aan deze betogingen namen deel de
abbé's Louis Bouyer en Bernard Cagne,
kapelaans van de parochie Petit-Colombes
die beiden tevens sinds twee jaar in auto
mobielfabrieken werkten. Ze werden door
de politie vier en twintig uur lang vast
gehouden. Nadat ze waren vrijgelaten, pu
bliceerden ze een protest tegen de mis
handelingen, die ze hadden ondergaan.
Vier en twintig „prêtres-ouvriers" sloten
zich hierbij aan. Maar de Parijse prefect
van politie ontkende, dat de verklaringen
van de twee priesters enige waarheid be
vatten. Dit was voor kardinaal Feltin, die
voor hen in de bres gesprongen was, na
tuurlijk uiterst pijnlijk, zulks te meer om
dat steeds duidelijker kwam vast te staan,
dat de twee jonge priesters in een te ver
gaande ijver politieke propaganda hadden
gevoerd.
Dit bevestigde de noodzakelijkheid van
de waarschuwing van de oprichter der
„prêtres-ouvriers", kardinaal Suhard, al in
1949 gegeven, om niet te nauw met de
communisten samen te werken. De samen
werking modht in geen geval gewoonte
worden of te ver gaan. Het was voorts zi.jn
opvolger, kardinaal Feltin, die er met na
druk op wees, dat de „prêtres-ouviers
een experiment waren.
De verdere uitvoering van het experi
ment wordt door Rome aan het Franse
episcopaat pvergelaten, dat in ieder geval
de nodige consequenties zal trekken uit
hetgeen nu in ongeveer tien jaren ervaren
werd. En het experiment zal in ieder geval
grote invloed blijven uitoefenen op de
methoden, welke de Kerk in Frankrijk
zal aanwenden om het materialisme der
arbeidersmassa te bestrijden.
Advertentie.
piiï'**'
Dit is de priester-arbeider, Pater Césaire, Franciscaan, pratend met zijn
medearbeiders, na in de kapel van Notre Dame te Colombes de II. Mis
gelezen te hebben.
Een priester-arbeider leest de 11. Mis
voor zijn mede-arbeiders in een
hoekje van een jabriekskantoor.
toezicht van de aartsbisschop van Parijs
geplaatst. Het aantal ingeschrevenen be-
droeg zeven. Thans telt de „Mission de
Paris" er vijf en twintig, allen wereld
heren. Elders werken ook orde-geestelij
ken als „prêtre ouvrier", terwijl uit de
„Mission de Paris" de ..Mission de France"
ontstond, welke inmiddels ook uitsluitend
door seculiere geestelijken wordt gevormd.
De „Mission de France" stelde zich ove
rigens als eerste taak, priesters op te lei
den voor diocesen, waar een nijpend
priestertekort heerste, waarbij echter toch
gehouden, vooral onder de ontkerstende
arbeiders te werken.
Aangezien de „Mission de France geen
beperkingen stelde ten aanzien van toe
treding en aard van werkzaamheid, kwa
men er uit all® delen van het land pries
ters en seminaristen heen, die het zo^ hard
nodige werk van de „prêtre ouvrier" wil
den "opvatten. Ongetwijfeld heeft de ro
mantiek er van sommigen te veel bekoord
en zijn ze in hun ideëen omtrent het leven
temidden en met de arbeiders te ver ge
gaan. We mogen er in dit verband wel op
wijzen, dat ook in Frankrijk van de aan
vang af de activiteit der priester-pioniers
hier en daar met een zekere bezorgdheid
"adegeslagen werd. Reeds geruime tijd ge
leden maakte de zeer vooruitstrevende
kardinaal Saliège, aartsbisschop van Tou
louse, zekere bedenkingen.
Hij vestigde er in de jaarlijkse
retraite voor zijn priesters de aan
dacht op, dat de Kerk grenzen moet
stellen aan de activiteit van de pries
ter op het gebied van het tijdelijke
en aardse en hij waarschuwde met
name de „prêtre-ouvrier" voor de
verleiding, waarin hij in de fabrie
ken en in de havens dagelijks bloot
staat, terwijl daar vaak voldoende
tegenwicht ontbreekt. Hij waarschuw
de voor de geslepenheid van de in
Moskou uitgewerkte, communisti
sche propagandamethoden, wier doel
het is, de Kerk innerlijk te verzwak
ken en zelfs de priester-arbeiders
met communistische ideeën te be
smetten.
Teeenover de talrijke priester-arbeiders
di» alleen al in Parijs werken en de vele
anderen wier werkzaamheid op industrie-
anaeren, steden gericht is, vallen
centra in an - natuurlijk in het niet,
deze uitzonderingen na
hoe betreurenswaardig z- ri aln (je
laten hier een oordeel uiteraard aan de
Kerkelijke autoriteiten °^®r' J ve,
handhaving van de waardigheid „j
priesterschap wel het beste gewaarborgd
is en willen ons hier even met de J®zel
verdiepen in de geschiedenis van het heel
aparte werk der „prêtres ouvriers'\
Ter nadere oriëntatie vermelden we nog,
dat het kanunnik Augros was, de oud
prefect van. het seminarie te Autum, die
het eerste seminarie van de „Mission de
France" te Lisieux organiseerde, dat later
naar Limogés verplaatst werd en toen
onder leiding kwam van kanunnik Basse-
ville, oud-prefect van het seminarie te
Nantes.
Het sluiten van het seminarie te Limo-
gea gCBV.Hiv.wuv, 0,
professoren het verzoek kregen, er bij de
aanvang van het nieuwe studiejaar niet
meer heen te gaan. De verdere maatrege
len in overeenstemming met de afgezant
van Rome en de nuntius te Parijs, mgr
Marella genomen, omvatten een instructie
aan de bisschoppen, hun geestelijken niet
toe te staan, aspiranten naar het seminarie
te sturen en hun „prêtres-ouvriers" van
hun standplaatsen terug te roepen. Ook
aan de hoofden der orden, waarvan leden
als prêtre-ouvrier werkzaam waren, werd
het verzoek gedaan, deze naar hun kloos
ters terug te roepen. Een twintigtal „prê
tres-ouvriers" behoort tot de een of an
dere orde of congregatie. Er zijn Jezuieten,
Dominicanen, Franciscanen en Capucij-
nen onder. Het probleem der priester-
arbeiders houdt overigens een aantal
pastoors in, die hun pastoraat met het
werken in een fabriek verenigen en de
niet talrijke leden van de „Mission de la
Mer", op schepen werken. Er moeten ook
nog 'toe gerekend worden de „Petils
Frères de Faucould", priesters en broe
ders, die slechts een gedeelte van de dag
in een gesloten communiteit leven en voor
de rest als gewoon arbeider werken.
't Is ook de manier geweest, waar
op sommige schrijvers de „prêtre-
ouvrier" aan hun lezers hebben voor
gesteld, waardoor er in Frankrijk be
denkingen zijn gerezen, alhoewel in
een boek als dat van Gilbert Cesbron
„De heiligen gaan naar de hel" wel
duidelijk uitkomt, dat de priester
arbeider geen bepaald type is en niet
verschilt van zijn medepriesters.
Daartegenover werd een bepaalde
glorificatie van wat men noemde
„avonturiers van de Kerk niet be
vorderlijk geacht voor het hoog hou
den van de priesterlijke waardigheid.
Men meende ook, dat de wijze, waar
op sommige priester-arbeiders zich
kleedden, met het alpientje op een
oor en een lok er onder uit en zich
'T LAATSTE nummer van .,Civil-
h olica", het onder redactie van
dt lieten te Rome verschijnende tijd-
sch../t-, wijdt in een hoofdartikel uit
voerig aandacht aan de verhoudingen
achter het IJzeren Gordijn. Het orgaan
spreekt de gerechtvaardigde verwach
ting uit, dat het geloof aan God onder
de jonge generatie gestadig zal toene
men. De Russische macht, is lang niet
zo groot als schijnt en het enthousias
me van het. Russische volk voor het
Sovjet-regime is meer propaganda dan
werkelijkheid. Het geloof in het com
munisme krijgt door de zonderlinge
practijken lelijke deuken. Alleen radi
caal katholicisme kan de wereld helpen.
Ik schrijf radicaal. Let wel.
DE KERKEN in Zweden blijven leeg.
De belangstelling der officieel voor bijna
100 pet Protestantse bevolking voor
de Lutherse Staatskerk is minimaal.
De dominees preken des Zondags voor
enkele getrouwen, hoofdzakelijk be
jaarde mensen. Statistieken geven aan.
dat slechts ongeveer h pet van de vol
wassen bevolking van Zweden regel
matig ter kerke gaat. In de steden
is de toestand ivei bijzonder droevig:
hier gaat slechts 1 pet des Zondags
nog naar de kerk. Onlangs celebreerde
een Protestantse aartsbisschop een mis
voor zegge en schrijve twee perso
nen.
Er schijnen nog steeds te weinig
rampen te gebeuren om tot bezinning te
komen. De meeste benen zijn niet
sterk genoeg, om sociale weelde ie
kunnen Jragen Dankbaarheid jegens
dr Gever van alle goeds is er niet meer
bij. Mm meent hei zelf allemaal te kun
nen klaar maken.
DE ZWEEDSE predikanten doen al
het mogelijke om volk te trekken en de
jeugd te bewerken. Zij organiseren ge
zellige avondjes', partijtjes, ronde-tafel
conferenties en tafeltenniswedstrijden.
Maar het helpt weinig. Heel wat domi
nees hebben het moeizame recruterings-
werk opgegeven. Zij zijn ontmoedigd. Zij
sloven zich uit voor de gemeente, be
reiden zorgvuldig de Zondagspreek
voor, maar de mensen blijven thuis. An
deren gaan op de oude voet voort. Z[j
vinden, dat het geen zin heeft om-
jonge mensen met ping-pong tot Chris,
tus te brengen. Interesse voor de
kerk, op diemanier gewektkan niet
eerlijk zijn. Weer anderen zijn van
mening, dat er iets rationeels moet
gebeuren, maar wat?
Het is moeilijk verharde gemoederen
te ontdooien. Echter naast actie veel,
veel veel gebed. Het geloof is een gave
waarom gesmeekt moet worden, 't Ge
luk van aeloof is voor hem of haar
die goed besef heeft, onbetaalbaar. Maar
tja
KATHOLIEKE groeperingen in Noord-
Duitsland hebben haar stem verheven
tenen het grote aantal wettelijke vrucht
afdrijvingen. dat in Noord-Duitsland
voorkomt- en daar drie maal het gemid
delde van de Bondsrepubliek over
schrijdt. Uit een onderzoek is komen
vast te staan, dat het z.g. medische
advies allerminst zuiver medisch is.
maar raai,' sociaal of egocentrischDe
stem der Katholieken heeft weerklank
aevohden bij de artsenkamer van
SleeswiikHolstein, waar de doktoren
concludeerden, dot de bevoegde instan
ties te gemakkelijk zijn met het ver
leven ran toestemming.
Dat komt ook al weer van te weinig
geloof en te v.eel materialisme. Grote
groeperingen in Europa hollen vandaag
achteruit.
MORGEN is het weer Zondag. Houd
er rekening mee. dat de Bisschop dan
uwer op u rekent als de bekende schaal
voor de nieuwe kerken 1'oorbij komt.
Werst gelijk het epistel opmerkt, ooi-
in dit opzicht, niet kortzichtig. Richt
de levenswandel niet als on verstandigen
maar als wijze mensen. Hef evangelie
brengt weer een treffende beloning i'an
groot vertrouwen. Voor de rest een
Canharnaün-Zondag d.w.z to on het blije
gelaat van iemand, die bliksems oord
wert. hoe onschatbaar een sterk ge
loof is.
Deze priester-arbeider is kapelaan in
gen parochie, maar werkt te Nail-
terre tegelijkertijd in een fabriek.
Dit is. uit een' boek ontstaan en te
vens uit liet initiatief van -de grote kar
dinaal Suhard. Het boek werd geschreven
door Abbé Godin, oud-aalmoezenier van
de Katholieke arbeidersbeweging in Paris-
Nord. Het heeft tot titel: „France, pays de
mission". Dus „Het Missieland Frankrijk".
In zijn boek vestigde de oud-aalmoezenier
die over een grote ervaring onder de ar
beiders beschikte, er de aandacht op, dat
onder de moderne arbeidersmassa de
Christelijke gedachte vrijwel verloren is
gegaan en de Kerk daardoor voor een
uiterst moeilijke taak staat. De gemiddelde
Franse arbeider is dusdanig van de Kerk
vervreemd (vele gelukkige uitzonderingen
daargelaten) als gevolg van de rode pro-
naganda dat zelfs het Christelijk geloof
niets meer voor hem betekent, eenvoudig,
omdat hij het niet eens kent. Hij groeit
als een heiden op en blijft een heiden.
Vandaar, dat Abbé Godin de stelling ver-
kondigde: In Frankrijk, het Katholieke
Frankrijk, ligt een uitgestrekt missiege
bied. Daar zal gemissioneerd moeten wor
den, als in het hart van Donker Afrika.
Het ontroerde vele Franse katho
lieken en het stemde talrijke Franse
jongeren, die roeping voelden voor
het priesterschap, tot diep nadenken.
Ze zagen een onbegrensd terrein van
pioniersarbeid in de ware zin des
woords en het sprak tot hun jeugdig,
enthousiasme. Hoe groot het enthou
siasme nog steeds is, blijkt wel hier
uit. dat toen het Groot Seminarie
van Limoges ingevolge het bulletin
van het diocees Ghartres, uitgevaar-
di<-d in verhand met een wenk van
logerhand, liet dit moest doen voor
honderd vijftig seminaristen.
Ook de jongeren waren bezield
met de gedachte, welke hun voorgan
gers tot de keuze van het pretre-
ouvrier gedreven had ,n.l. te mis
sioneren onder de „déchristianisé s
de ontkerstenden, zoals abbé Godin
de I'ranse arbeiders had genoemd.
Zoals gezegd, was het kardinaal Suhard
die het initiatief nam tot het oprichten
van een instituut, waar priester-arbeiders
zouden worden geschoold. Hij stichtte op
1 .luli 1943, dus midden in de oorlog, de
„Mission de Paris" en stelde deze onder
leiding van Abbé Hollande, oud-pastoor
van Polangis, die nog steeds overste is.
De „Mission de Paris" werd onder direct
i i -«Tin A ehlmaal
Toen Henriëtte Roland Holst op 24 December 1949 haar tachtigste
verjaardag vierde, verbleef ze in Amsterdam. De dag zelf bracht ze bij
vrienden door, maar later waren er enkele huldigingen. Twee hiervan stelde
ze bijzonder op prijs: dc opvoering van haar machtige en aangrijpende
spel „Thomas More" en de oprichting van de Henr. Roland Holst-stichting,
welke beoogde het openen van een jeugdoord voor kinderen van alle
gezindten. Dankbaar was ze voor al de bewijzen van genegenheid en
bewondering, die ze mocht ontvangen. Maar of dit alles haar wel zo diep
getroffen heeft als de eenvoudige, hartelijke huldiging, die haar een halt
jaar later op de Buissche Heide werd bereid door mensen uit de omgeving,
is nog de vraag. Ik bezocht haar enkele dagen later, 15 Juni 1950, en direct
begon ze me te vertellen over deze huldiging en ze las me het vers voor,
Holst, dat de pastoor van Achtmaal, dc
Z E. Heer Jos. van Horsigh, was meege
komen. Direct werd er in de serre een
stoel voor hem geplaatst. Verder waren
tientallen dorpelingen de fanfare gevolgd
en zp kozen een plaatsje achter de muzi
kanten op het veldje.
„Sint MartinUs" speelde enkele num
mers en daarna hield de pastoor een toe
spraak, waarin hij de talenten van de
dichteres beschreef en haar werk roem
de als dat van een groot en zuiver mens.
Ooggetuigen vertelden me later, dat Me
vrouw met de grootste aandacht toe
luisterde en zeer ontroerd was.
De pastoor was met hen meegekomen
en luisterde met mij naar de muziek
(etc.)
Wat er in haar om is gegaan toen ze
dc klanken van ons volkslied hoorde,
blijkt uit de regels: het Wilhelmus,
het lied van der va'dren strijd voor vrij
heid van geweten: grooten tijd, groot leed,
gedragen zonder kreet of zucht". Natuur
lijk dacht zij terug aan de jaren van oor
log en bezetting, die zij zo intens had
medegeleefd.
En hetgeen zij in haar redevoering had
willen zeggen, is zonder twijfel uitge
drukt in de laatste coupletten van het
gedicht:
De drang kwam ovër ons om God te loven,
die den mensch heerlijke gaven schonk,
muziek en poëzie stammen van boven,
van beiden doet de mensch een diepen
dronk.
Wij vonden woorden, die het hart
ontroeren,
wij eerden God, ieder op zijne wijs.
Reeds werd het klare blauw des hemels
grijs
en huiswaarts moesten keeren al die
stoere
mannen. Al spelend togen zij op weg.
Steeds zachter klonken de koperen
klanken:
ons bleef alleen over om God te danken
èn hen, die mij schonken de zoete dranken
van schoonen avond na een schoonen dag.
Het originele handschrift van het ge
dicht „De serenade", opgedragen aan A.
Bruyns, bevindt zich in het archief van
de Fanfare Sint Martinus. Maar belang
rijker is het, dat in de harten van de
mensen die deze huldiging medemaakten,
de herinnering voortleeft aan een onver
getelijke gebeurtenis.
H. R.
dat ze er over gemaakt had.
De boswachter van de Buissche Heide,
A. Bruyns, was haar op een goede morgen
komen vertellen, dat de harmonie van
Achtmaal het verlangen had geuit om
haar een serenade te mogen brengen. De
oude dichteres was altijd vriendelijk met de
bewoners van de streek omgegaan; graag
.maakte ze een praatje met hen en was
altijd belangstellend naar hun gezin en
bedrijf. Toen ik eens een boodschap moest
doen op het postagentschap van Acht
maal, vroeg ze me of ik haar „vriend
Van Bedaf" wilde groeten. En deze, ook
al een oude man, wees op een kranten
knipsel met de foto van „Mevrouw 'olst",
zo maar aan de muur geplakt van de ka
mer waarin hij zijn kleine „ambtelijke
bezigheden" uitoefende. En hij haalde
herinneringen op aan haar en de profes
sor.
Dat een van deze eenvoudige mensen
ooit een vers van haar zou hebber, ge
lezen, kon zij zich eenvoudig niet voor
stellen En daarom trof het haar deste-
meer, dat spontaan het plan tot een hul
diging bij hen was opgekomen. En dit al
leen al was voldoende voor haar om „ja"
te zeggen.
Bruyns, die voorzitter is van de R. K.
Fanfare Sint Martinus, maakte de nodige
afspraken en op een zeldzaam schone zo
meravond wachtte de dichteres, in gezel
schap van haar huishoudster, mevrouw
Kampes, en de echtgenote van Bruyns
voor de bezoekers van de Buissche Heide:
Cathrien in de serre van de Angora
hoeve de komst van de fanfare af.
Vlak voor de serre ligt een open plek,
naast „het weitje". Daar zouden de mu
zikanten zich opstellen. Wie de immense
stilte van dit ongeschonden plekje kent,
kan zich voorstellen hoe de muziek van
de door het bos aankomende harmonie
van verre al te horen was en steeds lui
der werd. Daar kwamen dc mannen, voor
afgegaan door het vaandel, het bos uit,
over het pad tussen het weitje en de hoge,
oude bomen, recht naar de Angora-hoeve
toe.
Een verrassing was het voor mevrouw
Hoe getroffen zij was, bleek toen zij
de toespraak van de pastoor beant
woordde. De vrouw, die in haai leven
honderden redevoeringen had gehouden,
in verschillende talen en voor zowel
geleerde mensen als eenvoudige arbei
ders zij vond nu wel de woorden, maar
de ontroering maakte het haar onmo
gelijk om ze verstaanbaar te maken.
Alleen zij, die vlak bij haar stonden,
konden enkele delen van de toespraak
opvangen. Maar iedereen kon voelen, hoe
recht uit het hart deze zwakke, vermoei
de vrouw sprak. En was de dichteres
ontroerd, ook degenen die haar waren
komen huldigen voelden zich zeer bewo
gen.
Nadat het Wilhelmus was gespeeld, gin
gen de muzikanten en dorpelingen terug
naar Achtmaal. Zij lieten de oude dich
teres vol dankbaarheid achter.
Vanaf het terrasje voor de serre van de Angora-hoeve sprak pastoor Van
Horsigh op die gedenkwaardige Juni-avond van 1950 de dich teres Henriëtte
Roland Holst (tweede van links) toe. Hoewel zij zeer vermoeid was, wilde
zij beslist staande luisteren en men kan zien met hoeveel aandacht zij de
woorden van de pastoor volgde. In de late avondzon weerspiegelde het
vaandel van de R.K. Fanfare Sint Martinus te Achtmaal zich in de ruiten
van de serre (rechts op de foto).
„En verbeeld je", vertelde ze me: „dat
Bruyns me de volgende dag kwam vra
gen of ik wilde proberen een gedicht over
deze serenade te schrijven. Zou zó iets
vroeger ooit mogelijk zijn geweest? Nee,
dat geloof je toch ook niet, hè? Natuur
lijk heb ik het direct gedaan en ik hoop
dat het zo goed is". En zij las me voor:
Zij kwamen ons in den klaren avond
uit het dorpje, dat tussen weien ligt;
een koele wind speelde om elks gezicht,
na den heeten werkdag de vermoeiden
lavend.