Geestdrift onderschat het gevaar Hoe de Buissche Heide haar tachtigste verjaardag vierde Gemis van geestelijk gewaad nadelig voor waardigheid Zaterdagse mijmeringen Herinneringen aan Henriëtte Roland Holst Brabantse hartelijkheid en een ouderwetse serenade krultabak Voor liefhebbers van PAGINA 3 ZATERDAG 10 OCTOBER 1953 De Franse priester-arbeiders staan momenteel in het centrum der belangstelling. Een heel interessant en tegelijk heel moeilijk werk is door het Vaticaan nauwkeurig gevolgd en op zijn waarde geschat. Maar tegelijkertijd drong zich daar allengs de overtuiging op, dat de priester-arbeiders aan bijzondere grote gevaren zijn blootgesteld en hun voorbere'din0 wellicht niet in overeenstemming is met de bijzonder zware taak, welke ze op hun schouders hebben genomen. Het werk is betrekkelijk snel gegroeid. Het vond na de Tweede Wereldoorlog zijn grootste verspreiding, al gaan nu, zoals men heeft kunnen lezen, de Franse priesters, die onder de landbouwers werken, reeds 't tweede lustrum van hun heilzame werkzaamheden vieren. Inmiddels, aan het bijzonder soort missionarissen, dat de priester-arbeiders zijn, is voorlopig een gebiedend halt toege roepen en wel van de hoogste instantie uit. Dit is ongetwijfeld een zeer ernstige aangelegenheid en het lijdt ook geen twijfel, dat het vraagstuk van alle kanten bestu deerd zal worden. Het is trouwens al uitvoerig bestudeerd. Het Vaticaan neemt geen overijlde stappen. Observator i Een extra fijne baaitabak -ijfcfejj? Toen in dc internationale pers de priester-arbeiders steeds meer het onderwerp werden voor reportages en artikelen terwijl ze toch veel liever in alle stilte waren blijven arbeiden - werden er in Vaticaanse kringen bedenkingen geopperd. Men achtte deze belangstelling van niet-Katholicke zijde wel een beetje gevaarlijk en wees er vooral met nadruk op, dat het afleggen van de priester kleding niet bevorderlijk kon worden geacht voor het aanhouden van de priesterlijke waardigheid. Daarbij kwamen de voorvallen, waarvan reeds in deze krant melding werd gemaakt, zoals het over gaan naar het communisme van zo'n priester-arbeider en het meedoen aan communistische betogingen tegen het Atlantische Pact door enkelingen, waarover straks nog iets naders. Er is nog geloof Minder geloof Jeugd hellend vlak Ook bedroevend En morgen? Harry Prikker. Schot ie avond Diepe ontroering Muziek verbrak de stilte Een gedicht Priester-arbeider in Frankrijk bedroegen: een 9ig3rct onverschillig in een mondhoek, nadelig voor hun I zelfrespect en dat van het respect van de gelovige voor hen was. De bedoe ling was natuurlijk goed, maar de I indruk naar buiten weieens verkeerd. Er werd reeds van de „pêtre stalinien gesproken, de Stalin-priester en terecht werd dit 'even schadelijk geacht als dal I andere uiterste :de Kerk is een steunpi laar van 't kapitalisme. De fatale legende van de Stalinistische priester vond rug gesteun in het feit, dat te Bordeaux bij een havenstaking een pêtre-ouvrier als staker gedood werd en voorts in de ge beurtenissen van 28 Mei 1952, toen te Pa rijs de grote communistische betoging te gen de komst van Ridgway georganiseerd werd, welke we reeds hebben aangestipt. Aan deze betogingen namen deel de abbé's Louis Bouyer en Bernard Cagne, kapelaans van de parochie Petit-Colombes die beiden tevens sinds twee jaar in auto mobielfabrieken werkten. Ze werden door de politie vier en twintig uur lang vast gehouden. Nadat ze waren vrijgelaten, pu bliceerden ze een protest tegen de mis handelingen, die ze hadden ondergaan. Vier en twintig „prêtres-ouvriers" sloten zich hierbij aan. Maar de Parijse prefect van politie ontkende, dat de verklaringen van de twee priesters enige waarheid be vatten. Dit was voor kardinaal Feltin, die voor hen in de bres gesprongen was, na tuurlijk uiterst pijnlijk, zulks te meer om dat steeds duidelijker kwam vast te staan, dat de twee jonge priesters in een te ver gaande ijver politieke propaganda hadden gevoerd. Dit bevestigde de noodzakelijkheid van de waarschuwing van de oprichter der „prêtres-ouvriers", kardinaal Suhard, al in 1949 gegeven, om niet te nauw met de communisten samen te werken. De samen werking modht in geen geval gewoonte worden of te ver gaan. Het was voorts zi.jn opvolger, kardinaal Feltin, die er met na druk op wees, dat de „prêtres-ouviers een experiment waren. De verdere uitvoering van het experi ment wordt door Rome aan het Franse episcopaat pvergelaten, dat in ieder geval de nodige consequenties zal trekken uit hetgeen nu in ongeveer tien jaren ervaren werd. En het experiment zal in ieder geval grote invloed blijven uitoefenen op de methoden, welke de Kerk in Frankrijk zal aanwenden om het materialisme der arbeidersmassa te bestrijden. Advertentie. piiï'**' Dit is de priester-arbeider, Pater Césaire, Franciscaan, pratend met zijn medearbeiders, na in de kapel van Notre Dame te Colombes de II. Mis gelezen te hebben. Een priester-arbeider leest de 11. Mis voor zijn mede-arbeiders in een hoekje van een jabriekskantoor. toezicht van de aartsbisschop van Parijs geplaatst. Het aantal ingeschrevenen be- droeg zeven. Thans telt de „Mission de Paris" er vijf en twintig, allen wereld heren. Elders werken ook orde-geestelij ken als „prêtre ouvrier", terwijl uit de „Mission de Paris" de ..Mission de France" ontstond, welke inmiddels ook uitsluitend door seculiere geestelijken wordt gevormd. De „Mission de France" stelde zich ove rigens als eerste taak, priesters op te lei den voor diocesen, waar een nijpend priestertekort heerste, waarbij echter toch gehouden, vooral onder de ontkerstende arbeiders te werken. Aangezien de „Mission de France geen beperkingen stelde ten aanzien van toe treding en aard van werkzaamheid, kwa men er uit all® delen van het land pries ters en seminaristen heen, die het zo^ hard nodige werk van de „prêtre ouvrier" wil den "opvatten. Ongetwijfeld heeft de ro mantiek er van sommigen te veel bekoord en zijn ze in hun ideëen omtrent het leven temidden en met de arbeiders te ver ge gaan. We mogen er in dit verband wel op wijzen, dat ook in Frankrijk van de aan vang af de activiteit der priester-pioniers hier en daar met een zekere bezorgdheid "adegeslagen werd. Reeds geruime tijd ge leden maakte de zeer vooruitstrevende kardinaal Saliège, aartsbisschop van Tou louse, zekere bedenkingen. Hij vestigde er in de jaarlijkse retraite voor zijn priesters de aan dacht op, dat de Kerk grenzen moet stellen aan de activiteit van de pries ter op het gebied van het tijdelijke en aardse en hij waarschuwde met name de „prêtre-ouvrier" voor de verleiding, waarin hij in de fabrie ken en in de havens dagelijks bloot staat, terwijl daar vaak voldoende tegenwicht ontbreekt. Hij waarschuw de voor de geslepenheid van de in Moskou uitgewerkte, communisti sche propagandamethoden, wier doel het is, de Kerk innerlijk te verzwak ken en zelfs de priester-arbeiders met communistische ideeën te be smetten. Teeenover de talrijke priester-arbeiders di» alleen al in Parijs werken en de vele anderen wier werkzaamheid op industrie- anaeren, steden gericht is, vallen centra in an - natuurlijk in het niet, deze uitzonderingen na hoe betreurenswaardig z- ri aln (je laten hier een oordeel uiteraard aan de Kerkelijke autoriteiten °^®r' J ve, handhaving van de waardigheid „j priesterschap wel het beste gewaarborgd is en willen ons hier even met de J®zel verdiepen in de geschiedenis van het heel aparte werk der „prêtres ouvriers'\ Ter nadere oriëntatie vermelden we nog, dat het kanunnik Augros was, de oud prefect van. het seminarie te Autum, die het eerste seminarie van de „Mission de France" te Lisieux organiseerde, dat later naar Limogés verplaatst werd en toen onder leiding kwam van kanunnik Basse- ville, oud-prefect van het seminarie te Nantes. Het sluiten van het seminarie te Limo- gea gCBV.Hiv.wuv, 0, professoren het verzoek kregen, er bij de aanvang van het nieuwe studiejaar niet meer heen te gaan. De verdere maatrege len in overeenstemming met de afgezant van Rome en de nuntius te Parijs, mgr Marella genomen, omvatten een instructie aan de bisschoppen, hun geestelijken niet toe te staan, aspiranten naar het seminarie te sturen en hun „prêtres-ouvriers" van hun standplaatsen terug te roepen. Ook aan de hoofden der orden, waarvan leden als prêtre-ouvrier werkzaam waren, werd het verzoek gedaan, deze naar hun kloos ters terug te roepen. Een twintigtal „prê tres-ouvriers" behoort tot de een of an dere orde of congregatie. Er zijn Jezuieten, Dominicanen, Franciscanen en Capucij- nen onder. Het probleem der priester- arbeiders houdt overigens een aantal pastoors in, die hun pastoraat met het werken in een fabriek verenigen en de niet talrijke leden van de „Mission de la Mer", op schepen werken. Er moeten ook nog 'toe gerekend worden de „Petils Frères de Faucould", priesters en broe ders, die slechts een gedeelte van de dag in een gesloten communiteit leven en voor de rest als gewoon arbeider werken. 't Is ook de manier geweest, waar op sommige schrijvers de „prêtre- ouvrier" aan hun lezers hebben voor gesteld, waardoor er in Frankrijk be denkingen zijn gerezen, alhoewel in een boek als dat van Gilbert Cesbron „De heiligen gaan naar de hel" wel duidelijk uitkomt, dat de priester arbeider geen bepaald type is en niet verschilt van zijn medepriesters. Daartegenover werd een bepaalde glorificatie van wat men noemde „avonturiers van de Kerk niet be vorderlijk geacht voor het hoog hou den van de priesterlijke waardigheid. Men meende ook, dat de wijze, waar op sommige priester-arbeiders zich kleedden, met het alpientje op een oor en een lok er onder uit en zich 'T LAATSTE nummer van .,Civil- h olica", het onder redactie van dt lieten te Rome verschijnende tijd- sch../t-, wijdt in een hoofdartikel uit voerig aandacht aan de verhoudingen achter het IJzeren Gordijn. Het orgaan spreekt de gerechtvaardigde verwach ting uit, dat het geloof aan God onder de jonge generatie gestadig zal toene men. De Russische macht, is lang niet zo groot als schijnt en het enthousias me van het. Russische volk voor het Sovjet-regime is meer propaganda dan werkelijkheid. Het geloof in het com munisme krijgt door de zonderlinge practijken lelijke deuken. Alleen radi caal katholicisme kan de wereld helpen. Ik schrijf radicaal. Let wel. DE KERKEN in Zweden blijven leeg. De belangstelling der officieel voor bijna 100 pet Protestantse bevolking voor de Lutherse Staatskerk is minimaal. De dominees preken des Zondags voor enkele getrouwen, hoofdzakelijk be jaarde mensen. Statistieken geven aan. dat slechts ongeveer h pet van de vol wassen bevolking van Zweden regel matig ter kerke gaat. In de steden is de toestand ivei bijzonder droevig: hier gaat slechts 1 pet des Zondags nog naar de kerk. Onlangs celebreerde een Protestantse aartsbisschop een mis voor zegge en schrijve twee perso nen. Er schijnen nog steeds te weinig rampen te gebeuren om tot bezinning te komen. De meeste benen zijn niet sterk genoeg, om sociale weelde ie kunnen Jragen Dankbaarheid jegens dr Gever van alle goeds is er niet meer bij. Mm meent hei zelf allemaal te kun nen klaar maken. DE ZWEEDSE predikanten doen al het mogelijke om volk te trekken en de jeugd te bewerken. Zij organiseren ge zellige avondjes', partijtjes, ronde-tafel conferenties en tafeltenniswedstrijden. Maar het helpt weinig. Heel wat domi nees hebben het moeizame recruterings- werk opgegeven. Zij zijn ontmoedigd. Zij sloven zich uit voor de gemeente, be reiden zorgvuldig de Zondagspreek voor, maar de mensen blijven thuis. An deren gaan op de oude voet voort. Z[j vinden, dat het geen zin heeft om- jonge mensen met ping-pong tot Chris, tus te brengen. Interesse voor de kerk, op diemanier gewektkan niet eerlijk zijn. Weer anderen zijn van mening, dat er iets rationeels moet gebeuren, maar wat? Het is moeilijk verharde gemoederen te ontdooien. Echter naast actie veel, veel veel gebed. Het geloof is een gave waarom gesmeekt moet worden, 't Ge luk van aeloof is voor hem of haar die goed besef heeft, onbetaalbaar. Maar tja KATHOLIEKE groeperingen in Noord- Duitsland hebben haar stem verheven tenen het grote aantal wettelijke vrucht afdrijvingen. dat in Noord-Duitsland voorkomt- en daar drie maal het gemid delde van de Bondsrepubliek over schrijdt. Uit een onderzoek is komen vast te staan, dat het z.g. medische advies allerminst zuiver medisch is. maar raai,' sociaal of egocentrischDe stem der Katholieken heeft weerklank aevohden bij de artsenkamer van SleeswiikHolstein, waar de doktoren concludeerden, dot de bevoegde instan ties te gemakkelijk zijn met het ver leven ran toestemming. Dat komt ook al weer van te weinig geloof en te v.eel materialisme. Grote groeperingen in Europa hollen vandaag achteruit. MORGEN is het weer Zondag. Houd er rekening mee. dat de Bisschop dan uwer op u rekent als de bekende schaal voor de nieuwe kerken 1'oorbij komt. Werst gelijk het epistel opmerkt, ooi- in dit opzicht, niet kortzichtig. Richt de levenswandel niet als on verstandigen maar als wijze mensen. Hef evangelie brengt weer een treffende beloning i'an groot vertrouwen. Voor de rest een Canharnaün-Zondag d.w.z to on het blije gelaat van iemand, die bliksems oord wert. hoe onschatbaar een sterk ge loof is. Deze priester-arbeider is kapelaan in gen parochie, maar werkt te Nail- terre tegelijkertijd in een fabriek. Dit is. uit een' boek ontstaan en te vens uit liet initiatief van -de grote kar dinaal Suhard. Het boek werd geschreven door Abbé Godin, oud-aalmoezenier van de Katholieke arbeidersbeweging in Paris- Nord. Het heeft tot titel: „France, pays de mission". Dus „Het Missieland Frankrijk". In zijn boek vestigde de oud-aalmoezenier die over een grote ervaring onder de ar beiders beschikte, er de aandacht op, dat onder de moderne arbeidersmassa de Christelijke gedachte vrijwel verloren is gegaan en de Kerk daardoor voor een uiterst moeilijke taak staat. De gemiddelde Franse arbeider is dusdanig van de Kerk vervreemd (vele gelukkige uitzonderingen daargelaten) als gevolg van de rode pro- naganda dat zelfs het Christelijk geloof niets meer voor hem betekent, eenvoudig, omdat hij het niet eens kent. Hij groeit als een heiden op en blijft een heiden. Vandaar, dat Abbé Godin de stelling ver- kondigde: In Frankrijk, het Katholieke Frankrijk, ligt een uitgestrekt missiege bied. Daar zal gemissioneerd moeten wor den, als in het hart van Donker Afrika. Het ontroerde vele Franse katho lieken en het stemde talrijke Franse jongeren, die roeping voelden voor het priesterschap, tot diep nadenken. Ze zagen een onbegrensd terrein van pioniersarbeid in de ware zin des woords en het sprak tot hun jeugdig, enthousiasme. Hoe groot het enthou siasme nog steeds is, blijkt wel hier uit. dat toen het Groot Seminarie van Limoges ingevolge het bulletin van het diocees Ghartres, uitgevaar- di<-d in verhand met een wenk van logerhand, liet dit moest doen voor honderd vijftig seminaristen. Ook de jongeren waren bezield met de gedachte, welke hun voorgan gers tot de keuze van het pretre- ouvrier gedreven had ,n.l. te mis sioneren onder de „déchristianisé s de ontkerstenden, zoals abbé Godin de I'ranse arbeiders had genoemd. Zoals gezegd, was het kardinaal Suhard die het initiatief nam tot het oprichten van een instituut, waar priester-arbeiders zouden worden geschoold. Hij stichtte op 1 .luli 1943, dus midden in de oorlog, de „Mission de Paris" en stelde deze onder leiding van Abbé Hollande, oud-pastoor van Polangis, die nog steeds overste is. De „Mission de Paris" werd onder direct i i -«Tin A ehlmaal Toen Henriëtte Roland Holst op 24 December 1949 haar tachtigste verjaardag vierde, verbleef ze in Amsterdam. De dag zelf bracht ze bij vrienden door, maar later waren er enkele huldigingen. Twee hiervan stelde ze bijzonder op prijs: dc opvoering van haar machtige en aangrijpende spel „Thomas More" en de oprichting van de Henr. Roland Holst-stichting, welke beoogde het openen van een jeugdoord voor kinderen van alle gezindten. Dankbaar was ze voor al de bewijzen van genegenheid en bewondering, die ze mocht ontvangen. Maar of dit alles haar wel zo diep getroffen heeft als de eenvoudige, hartelijke huldiging, die haar een halt jaar later op de Buissche Heide werd bereid door mensen uit de omgeving, is nog de vraag. Ik bezocht haar enkele dagen later, 15 Juni 1950, en direct begon ze me te vertellen over deze huldiging en ze las me het vers voor, Holst, dat de pastoor van Achtmaal, dc Z E. Heer Jos. van Horsigh, was meege komen. Direct werd er in de serre een stoel voor hem geplaatst. Verder waren tientallen dorpelingen de fanfare gevolgd en zp kozen een plaatsje achter de muzi kanten op het veldje. „Sint MartinUs" speelde enkele num mers en daarna hield de pastoor een toe spraak, waarin hij de talenten van de dichteres beschreef en haar werk roem de als dat van een groot en zuiver mens. Ooggetuigen vertelden me later, dat Me vrouw met de grootste aandacht toe luisterde en zeer ontroerd was. De pastoor was met hen meegekomen en luisterde met mij naar de muziek (etc.) Wat er in haar om is gegaan toen ze dc klanken van ons volkslied hoorde, blijkt uit de regels: het Wilhelmus, het lied van der va'dren strijd voor vrij heid van geweten: grooten tijd, groot leed, gedragen zonder kreet of zucht". Natuur lijk dacht zij terug aan de jaren van oor log en bezetting, die zij zo intens had medegeleefd. En hetgeen zij in haar redevoering had willen zeggen, is zonder twijfel uitge drukt in de laatste coupletten van het gedicht: De drang kwam ovër ons om God te loven, die den mensch heerlijke gaven schonk, muziek en poëzie stammen van boven, van beiden doet de mensch een diepen dronk. Wij vonden woorden, die het hart ontroeren, wij eerden God, ieder op zijne wijs. Reeds werd het klare blauw des hemels grijs en huiswaarts moesten keeren al die stoere mannen. Al spelend togen zij op weg. Steeds zachter klonken de koperen klanken: ons bleef alleen over om God te danken èn hen, die mij schonken de zoete dranken van schoonen avond na een schoonen dag. Het originele handschrift van het ge dicht „De serenade", opgedragen aan A. Bruyns, bevindt zich in het archief van de Fanfare Sint Martinus. Maar belang rijker is het, dat in de harten van de mensen die deze huldiging medemaakten, de herinnering voortleeft aan een onver getelijke gebeurtenis. H. R. dat ze er over gemaakt had. De boswachter van de Buissche Heide, A. Bruyns, was haar op een goede morgen komen vertellen, dat de harmonie van Achtmaal het verlangen had geuit om haar een serenade te mogen brengen. De oude dichteres was altijd vriendelijk met de bewoners van de streek omgegaan; graag .maakte ze een praatje met hen en was altijd belangstellend naar hun gezin en bedrijf. Toen ik eens een boodschap moest doen op het postagentschap van Acht maal, vroeg ze me of ik haar „vriend Van Bedaf" wilde groeten. En deze, ook al een oude man, wees op een kranten knipsel met de foto van „Mevrouw 'olst", zo maar aan de muur geplakt van de ka mer waarin hij zijn kleine „ambtelijke bezigheden" uitoefende. En hij haalde herinneringen op aan haar en de profes sor. Dat een van deze eenvoudige mensen ooit een vers van haar zou hebber, ge lezen, kon zij zich eenvoudig niet voor stellen En daarom trof het haar deste- meer, dat spontaan het plan tot een hul diging bij hen was opgekomen. En dit al leen al was voldoende voor haar om „ja" te zeggen. Bruyns, die voorzitter is van de R. K. Fanfare Sint Martinus, maakte de nodige afspraken en op een zeldzaam schone zo meravond wachtte de dichteres, in gezel schap van haar huishoudster, mevrouw Kampes, en de echtgenote van Bruyns voor de bezoekers van de Buissche Heide: Cathrien in de serre van de Angora hoeve de komst van de fanfare af. Vlak voor de serre ligt een open plek, naast „het weitje". Daar zouden de mu zikanten zich opstellen. Wie de immense stilte van dit ongeschonden plekje kent, kan zich voorstellen hoe de muziek van de door het bos aankomende harmonie van verre al te horen was en steeds lui der werd. Daar kwamen dc mannen, voor afgegaan door het vaandel, het bos uit, over het pad tussen het weitje en de hoge, oude bomen, recht naar de Angora-hoeve toe. Een verrassing was het voor mevrouw Hoe getroffen zij was, bleek toen zij de toespraak van de pastoor beant woordde. De vrouw, die in haai leven honderden redevoeringen had gehouden, in verschillende talen en voor zowel geleerde mensen als eenvoudige arbei ders zij vond nu wel de woorden, maar de ontroering maakte het haar onmo gelijk om ze verstaanbaar te maken. Alleen zij, die vlak bij haar stonden, konden enkele delen van de toespraak opvangen. Maar iedereen kon voelen, hoe recht uit het hart deze zwakke, vermoei de vrouw sprak. En was de dichteres ontroerd, ook degenen die haar waren komen huldigen voelden zich zeer bewo gen. Nadat het Wilhelmus was gespeeld, gin gen de muzikanten en dorpelingen terug naar Achtmaal. Zij lieten de oude dich teres vol dankbaarheid achter. Vanaf het terrasje voor de serre van de Angora-hoeve sprak pastoor Van Horsigh op die gedenkwaardige Juni-avond van 1950 de dich teres Henriëtte Roland Holst (tweede van links) toe. Hoewel zij zeer vermoeid was, wilde zij beslist staande luisteren en men kan zien met hoeveel aandacht zij de woorden van de pastoor volgde. In de late avondzon weerspiegelde het vaandel van de R.K. Fanfare Sint Martinus te Achtmaal zich in de ruiten van de serre (rechts op de foto). „En verbeeld je", vertelde ze me: „dat Bruyns me de volgende dag kwam vra gen of ik wilde proberen een gedicht over deze serenade te schrijven. Zou zó iets vroeger ooit mogelijk zijn geweest? Nee, dat geloof je toch ook niet, hè? Natuur lijk heb ik het direct gedaan en ik hoop dat het zo goed is". En zij las me voor: Zij kwamen ons in den klaren avond uit het dorpje, dat tussen weien ligt; een koele wind speelde om elks gezicht, na den heeten werkdag de vermoeiden lavend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 3