Orani e-hockey er s naar Zürich
In drie uur van Amsterdam naar
Brussel
«ïvvl
WM
*v*v
*:*aVV 1
•v»vv
I m
mwm
m rnXm
PENNZ0IL
PUZZLE
IOTER0A
VQ0R30I1G
„Daer leeft een aerdigh Man,
een vaerdigli Man"
BRJOM
Ett QUO
het grabbeltonnetje
Met negen moet je slaan
DE HEILIGE VAN DE WEEK
Achtste interland tegen Zwitsers,
die reeds zeven maal verloren
Onze dagelijkse
24 October 1632
Australië Verdedigt de
davis CUP
Nederlandse arbiter bij
Engeland-Hongarije?
Als lijn Roosendaal—Antwerpen is
geëlectrificeerd
W.Vo
•WiV
W, w§ i mm
U wist toch
BRIDGER UB RIEK
ZATERDAG 24 OCTOBER 1953
PAGINA 6
DERBY-REVANCHE OP
DUINDIGT
Om het uur
m
- mm»*m m
Jyjja d
m m
W O*
omonn c.
m m
a n o o.o
m w* o
0 0, mnja
cT 0a°q"<r
mn mm
'a 'a 0 oJd
ojbo:no
0, 0, 0,0
correspondentie.
CORRESPONDENTIE-ADRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
25 October: Christusonze Koning
m 4
1 om mensen als Kruize en Bouwman zeven-
0 4.; lenit V»o+ con-ro fP hplpft.pn is
(Van onze hockey-medewerker)
Het Nederlandse hockey-elftal gaat weer eens de sticks kruisen met de
stoere Helveten, die tot dusverre zeven nederlagen in successie van de
Oranje-mannen moesten incasseren. Het contact dateert van 1929 toen
Nederland in het landentournooi te Barcelona de Zwitsers met 80
elimineerde. Daarna zijn nog zes overwinningen gevolgd en in totaal won
Nederland dus alle zeven wedstrijden met 254 als doelcijfers. Toch
bedenke men daarbij dat de Zwitsers na de oorlog goed partij gaven, in
1948 te Amsterdam 31, in 1950 te Zürich ook 31 en in 1952 te A dam
4—1.
tig minuten lang het score te beletten is
niet bepaald eenvoudig.
Het blijft spel, verrassingen zijn altijd
mogelijk, doch niettemin houden we het
op een overwinning onzer landgenoten.
De keuzecommissie van de Australi
sche tennisbond heeft Ken Rosewall,
Lewis Hoad, Mervyn Rose en Rex Hart-
wig aangewezen voor de ploeg die de
Davis Cup in de challenge round zal ver
dedigen. Als non-playing captain zal
Harry Hopman optreden.
Vooral die wedstrijd te Zürich, drie
jaren geleden was niet zo eenvoudig,
zoals het voor buitenlanders in de Zwit
serse atmosfeer nööit eenvoudig is. Tien
Hilversum geeft Zaterdag een avond-
meeting met als programma vijf drave
rijen, w.o. één in series met finale; 50
inschrijvingen kwamen hiervoor binnen.
De volgende ochtend gaan de meeste
paarden naar Wassenaar, waar Duindigt
des middags een programma heeft sa
mengesteld van zes draverijen 89 aan
giften en drie rennen 31 volbloeds.
De Derby-revanche is hier voor de drie
jarige dravers de voornaamste course. In
het Zondagprograimma Duindigt zijn de
paarden onzer keuze:
Butterflyprijs, 2140 m., 15 Inschrijvin
gen: Rosaimunde, Rita du Maire Rêve
d'Or B.
Carmenprijs, 2500 m., 12 inschrijvingen:
Perfect Heny, Quick P, Postduifje K.
Faustprijs, 2100 m., 23 inschrijvingen:
Pepsi Cola, Quirimlk. Queeny Dillon.
Derby-revanche, 2500 m., 11 inschrij
vingen: Rijder Geersen, Roland, René M.
Paljasprijs, 2100 m„ amateurs, 16 in
schrijvingen: Rijder Bergisch, Prof. Heny
Nico the Saint.
Toscaprijs, 2100 m., 12 inschrijvingen:
Notekraker S, P. Louis II. Marry Simons,
Aidaprijs. ren 1250 m., leerlingen, 8 in
schrijvingen: Campo, Thaha, Spring Fee
ling.
Cambridgeshire, ren 1800 m., 12 In
schrijvingen: Britody, Karioka, Flying
La Bohèmeprijs, ren 2000 m., 11 in
schrijvingen: Boekanier, Prince Albert,
Koridon.
minuten na de rust leidde, ondanks een
duidelijk Nederlands overwicht, Zwitser
land nog met 1—0. Maar toen de gelijk
maker van Esser er eenmaal was, toen
was de wedstrijd ook „bekeken". Het
wordt nu wéér Zürich en ook nü weer
een riskant karwei.
De Zwitsers komen uit met de oude kern
en enkele nieuwelingen. Zij hebben zich
goed voorbereid en zullen zich met alle
energie en hardheid tegen de achtste
nederlaag verzetten. Het is heel moei
lijk doelpunten maken tegen de Zwitsers;
zij retireren met hun allen ongeveer in en
om het doelgebied als ze in de minderheid
komen. En hun spel op het moei
lijke effectvolle voetbalterrein 'van de
Grasshoppers is destructief en hard. Zij
weten vaak een technisch sterkere ploeg
het doelpunten te beletten. (Wij denken
o.a. aan hun wedstrijd in 1948 in het
Olympisch tournooi toen ze Engeland een
00 afdwongen.
Bovendien, onze ploeg speelt altijd
stroef tegen dit genre tegenstanders. Dat
is heel iets anders dan een prettige, zui
ver hockey spelende tegenpartij, als b.v.
j.l. Zaterdag Venlo die tot het bittere
einde „hockey" bleef spelen.
Overigens bleek Zaterdag te Arnhem
wel dat de Oranjeploeg in goede conditie
is. De gewijzigde aanval is razend snel en
In het leger-stadion te Cairo is een
voetbalwedstrijd gespeeld tussen het
Franse B-elftal en de nationale ploeg van
Egypte, in het kader van het tournooi
om de beker van de Middellandse Zee; de
uitslag was 00. Ook tegen Griekenland in
Athene had Frankrijk B met 00 gelijk
gespeeld.
Er bestaat een redelijke kans, dat de
voetbal-interland tussen Engeland en
en Hongarije op 25 November a.s. („wed
strijd van het jaar", hoewel de match
tussen Engeland en het Europese F.I.F.A.-
elftal wel de „wedstrijd van de eeuw"
was!) door een Nederlandse scheidsrech
ter zal worden geleid. De Engelse voet-
halhond had aan de Hongaren een Schot-
of een Nederlandse arbiter voorge
steld. De Hongaren hebben onmiddellijk
een Schot geweigerd. Blijft dus een Ne
derlandse scheidsrechter over. Intussen
zijn echter de onderhandelingen tussen
de Engelsen en de Hongaarse voetbalbond
nog niet afgesloten, maar de kans, dat
het inderdaad een Nederlander wordt, is
zeer groot.
In een avondwedstrijd, op Highbury te
Londen gespeeld, heeft de Belgische ploeg
Anderlecht met 3—2 van Arsenal gewon
nen. De match werd gehouden in het
kader van het tournooi om de Verbeeck-
wisselbeker, waaraan behalve Arsenal en
Anderlecht ook de Parijse Racing deel
neemt.
De Raad van beheer van de Nationale
Maatschappij der Belgische Spoor
wegen heeft in zijn vergadering van
gisteren bekrachtigd een tussen deze
maatschappij en de N.V. Nederlandse
Spoorwegen gesloten overeenkomst
aangaande de electrificatie van de
verbinding Antwerpen-Roosendaal.
Tengevolge van deze bekrachtiging
zal, zo heeft het Belgische ministerie
van Verkeerswezen gisteren o.a. me
degedeeld, voor de eerste maal een
internationale verbinding (Brussel
Amsterdam) kunnen worden verwe
zenlijkt tussen twee met verschillen
de spanning geëlectrificeerde spoor
wegnetten.
Op het stuk van de uit te voeren werken,
zal de N.M.B.S. het baanvak Antwerpen
Essen met een bovenleiding van 3000
vol'ts gelijkstroom uitrusten. Van hun kant
zullen de Ned. Spoorwegen eveneens een
leiding van 3000 volt aanleggen tuisen de
grens en Roosendaal, welke door een neu
trale sectie van de installaties van het
station Roosendaal zal worden gescheiden.
Wat de treindienst betreft, is voorzien,
dat buiten de bestaande internationale ver
bindingen, een dienst zal worden inge
richt met een snelle verbinding om het uur
in elke richting Amsterdam—Brussel, af
wisselend met een verbinding Amsterdam
Antwerpen Centraal. Het traject Brussel
Amsterdam zal in ongeveer 3 uur kun
nen worden afgelegd.
Deze dienst zal worden gereden met 12
dubbele electrische motortreinen, waarvan
4 eigendom van de N.M.B S. en 8 eigen
dom van de N. S. zouden worden.
De bouw van dit materieel zal worden
verdeeld tussen België en Nederland voor
een bedrag gelijkwaardig aan hun deel
neming in de oprichting van het gemeen
schappelijke materieelpark.
.-a mm móm 'wm asm
No. 1845. 24 October 1953.
Redactie: G. J. A. VAN DAM.
Vossiustraat 18 b, Amsterdam Z.
Bij vragen om inlichtingen s. v. p. post
zegel voor antwoord insluiten. Alle
correspondentie aan dit adres.
SPELSTUDIES.
In de volwaardige spelstudie is het
aantal mogelijkheden voor zwart veel
uitgebreider dan in het zetdwang-pro-
bleem, terwijl daarenboven deze mogelijk
heden zich blijken te ontpoppen als
volledige varianten. No. 2726 is hiervan
een goed voorbeeld.
Stand: Zw. 3, 6, 810, 1320, 23, 24.
Wit: 25—28, 32, 33, 35, 37—40, 42, 43, 45,
48. (v. D.)
CS O 3
a O O
O O O O
moet de zwarte dam van 50 „stoppen" op
22. Wit 3. 11X13, 19X21 en 4. 26X30!, slaat
vier geheel vrij op één en dezelfde hori
zontale lijn staande zwarte dammen cn
wint. De dam op 24 in de beginstand kon
geen schijf zijn, maar moet daar als „dam"
zijn gekomen, omdat anders zwart s
laatste zet onverklaarbaar zou zijn ge
weest.
No. 2697. Hiervan is gebleken, dat de
gegeven oplossing faalt, indien in de
diagramstand de witte dam op 1 staat. De
afwikkeling is echter correct door plaat
sing van de witte dam op 6, waarna wit
in de A zowel als B-variant niet speelt
1—7, maar steeds 6—1. Deze opgave wordt
als gevolg hiervan uit de wedstrijd
genomen.
VOOR )NZE LADDER-WEDSTRIJD.
Bij de invulling der diagrammen van de
vraagstukken in onze vorige rubriek zijn
enige foutjes geslopen, waardoor deze
vier „20X20 standen" hieronder worden
herplaatst. De inzendtermijn van de oplos
sing wordt verlengd tot 4 November a.s.
No. 2723.
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St. Bernardus, Sassenheim.)
(Zaterdag 24 October 1953.)
No. 7059.
J. J. RIETVELD, Resteren.
2de E. V. British Chess. Federation
71ste tournooi 1953.
Mat in drie zetten.
In deze stelling forceert wit op de vol
gende wijze voordeel: 1. 39—34. Thans
blijkt dat zwart zes antwoorden tot zijn
beschikking heeft, namelijk: A. 24—30.
Dan wit 2. 35X24, 19X39. 3. 43X34!. 13-19
gedw. 4. 34-29, 23X34. 5. 40X29 en wit
wint thans door de dubbele dreiging 29—23
of 27—21 tenminste een schijf.
B. Zw. 2429. Wit 2. 33X24, 19X39. 3.
43X34!, 13—19 gedw. 4. 28—22 17X28. 5.
38—33, 28X30. 6. 35X2 of 4 en wint. Bij),
dus bij wit's vierde zet was ook mogelijk:
4. 34—29, 23X34. 5. 40X29, 8—12 de beste. 6.
28—22, 17X28. 7. 32 X23, 19X28. 8. 27—21,
16X27! 9. 37—32, 28X37. 10. 42X4! Een
dergelijke andere mogelijkheid in het spel
van wit noemt men geen variant doch
een „een dual" en deze werkt in een
minder variantenrijke compositie, meestal
verzwakkend en ontsierend.
C. Zw. 1722. Wit 2. 28X17, 24 30. 3.
35X24, 19X28. 4. 27—22!, 18X27. 5. 32X21,
16X27. 6. 17—11, 6X17. 7. 37—32, 28X37. 8.
42X11 en wint.
D. Zw. 8—12. Wit 2. 34—29, 23X34. 3.
40 X29, 3—8 gedw. 4. 27—21, 16X27. 5. 32X21,
18—22 of 6. 29—23! en zwart moet een
schijf offeren, want op 1318 volgt 35
enz. en op 611 speelt wit 2116!
E. Zw. 16—21. Wit 2. 27X16, 17—22. 3.
28X17, 24—30. 4. 35X24. 19X28. 5. 40—34! en
wit wint nu tenminste weer een schijf
door de dreiging 3429.
E. Zw. 6—11. Wit 2. 34—30, 24—29 (G.)
3 33X24, 20X29. 4. 25—20, 14X34. 5. 27—21,
16X27. 6. 32X12, 23X41. 7. 12X5, 41—47
gedw. 8. 42—37, 47X33. 9. 43—38, 33X31. 10.
26X37 wint.
G. Zw. 1. 6—11. Wit 2. 34—30, en zwart
nu 8—12, dan wit 3. 43—39, 3—8 of 4.
48—43 en thans is 24—29 met 20 X 29 weer
gedwongen, waarna wit toch een schijf
verovert, nu door 3933 enz.
Wit's sleutelzet is in dit geval wel een
bijzondere krachtzet, een „matzet" a. h.
w., omdat practisch alle varianten uit
deze eerste zet voortvloeien en zwart in
geen daarvan aan nadeel kan ontsnappen.
Over het in de rubriek van 10 October
geplaatste voorbeeld van een zetdwang-
probleem, onder no. 2715 ontving ik van
enige lezers opmerkingen, die van nauw
keurige studie getuigen. Hierop kom ik
in een volgende rubriek nog nader terug.
OPLOSSINGEN.
No 2707 Wit 1. 4943! zw. 19X37, 41 of
46 Wit 2. 45-40!, 35X44. 3. De niet voor
de hand liggende 29rl°"15J 35x5
40—35!, 44X33. 5. 50—44, 49X40 en 6. 35X5,
inHipn de zwarte dam op de lange lijn
naar 46 is geslagen, anders 6. 35X40 wint.
v. 2708 -wrif i 4034. 2. 4943 .3. 38 32!
4. 32X34. 5. 3530!! 6. 30X28 en 7. 15X23!
Door wit's 5e zet „stopt" de zwarteschijf
van 26 op 39. Door het komen opveld29
van die zwarte schijf moet nu de witte
schiif bij wit's 6de zet. van 30 komende,
op 28 stoppen en komt de „spil" in wer
king met het slaan van zwart (rondom h
nu gevormde groepje schijven op 28, 33, 34
en 39) van 46 naar 40 en wit precies in
oppositie kan winnen. Daarom „stopper-
spil-systeem."
No. 2708. Wit 1. 22—17!, 4X23, een onzui
vere Turkse slag, want rein zou deze zijn
zonder de witte schijven op 43 en 44 2.
16llü Hiermede komt het stopperspil-
6ysteem opnieuw in werking; want nu
No. 2722.
0 0 0. 0 0
Zw. 2, 4—15, 17
19, 21, 23—25.
Wit 26, 28, 30—38,
40—45, 48—50. Er
zijn 10 zetten ge
speeld. Wit aan zet
(v. D.)
No. 2724.
a r- <~t 0
Zw. 1, 2, 4, 5,
7—11, 13, 15—20, 23
—26.
Wit 22, 27, 30—41,
43—46, 48, 49.
Twaalf zetten ge
speeld. Wit aan zet.
(v. D.)
No. 2725.
0, 0, 0, 0, 0,
0,0,0, 0 0
Zw. 2—11, 13, 15
—19, 23—26.
Wit 22, 27, 30—32,
34—46, 48, 49. Tien
zetten speeld. W. a.
z. (v. D.)
Zw. 1, 2, 4, 6—11,
13, 15—20, 23—26.
Wit 22, 27, 30—46,
48. Dertien zetten
gespeeld. Wit aan
zet. (v. D.)
In deze vier vraagstukjes zijn verschil
lende bekende slagzet-mogelijkheden ver
werkt. Gevraagd wordt de combinaties
aan te geven, waarin wit tenminste één
schijf wint of een winnende stelling ver
krijgt. Het viertal wordt opgedragen aan
de heren Dr K. Venema, te Den Haag on
G. L. Gortmans, te Londen.
No. 7060.
E. VISSERMAN, 's Gravenhage.
Ie pr. Magasinet tournooi X, 1953.
Mat in drie zetten.
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK.
Hier is weer eens 'n rubriek met uit
sluitend nationale lauweren. De lezer
heeft hierop mirchien reeds gerekend,
daar we deze in uitzicht hadden gesteld.
We hebben nog een restantje, dat in de
twee volgende weken een beurt krijgt
De stof, die in de aangeboden problemen
is verwerkt, loopt sterk uiteen; dat biedt
de oplossers een prettige afwisseling.
No. 7061.
J. A. W. SWANE.
3e pr. „Magazinet" le halfjaar 1953.
Mat in twee zetten.
Wit: Kh8, Dg5, Td7—h4, Ra8—f8, Pb8
e7; e3, f2, f5, f7, g7.
Advertentie
Horizontaal: 1 pl. In Gelderland 5 deel
van het hoofd, 7 delfstof, 11 roofdier, 13
vogel, 16 meisjesnaam, 17 pl. in Engeland,
19 een der eerste bewoners van ons land,
20 goed gekookte, 22 grote bijl, 24 familie
lid, 26 uiterste grens, 28 slot, 29 van onde
ren (afk.), 30 rekening, 32 vis, 34 tegen, 36
droevig (Eng.), 37 vogel, 40 Europeaan, 42
insecteneter, 43 Engelse zwaardlelie, 44
onbewimpeld, 45 meemaken, 49 klooster
voogd, 50 zangstuk, 52 vogel, 53 het wel
varen, 55 plus minus, 56 soort schoeisel, 58
deel v. d. Voet, 60 lidwoord (Fr.), 62 dus,
64 gast, 66 muziekterm, 67 neerslag, 70 vers,
71 pl. in Engeland, 73 nobele, 75 betalings
middel, 76 deel van een boom, 77 witte
klaver.
Verticaal: 2 inwendig orgaan, 3 deel v. e.
dier, 4 motorraces, 5 omroepvereniging, 6
ontkenning, 7 getij, 8 wjjder of langer
maken, 9 borduursel, 10 steeg, 12 paradijs,
14 land in Azië, 15 jongensnaam, 18 vice
versa, 21 plantensoort, 23 ind. gewoonte
recht, 25 letterkeer, 27 soort bij, 28 bijb.
naam, 29 zichtbaar, 31 reukwater, 33 bouw
land, 35 land in Amerika, 36 drank, 38 Eng.
bier, 39 aanzien, 41 geheel de uwe, 45 af
gestroopte huid, 46 flauw, 47 ton, 48 luizen-
ei 51 de aartsvader Jacob, 54 vlugge, 55
vreselijke ziekte, 57 plaats, 59 vogel, 61
slot 62 pers. vnw. (Fr.), 63 landbouwwerk
tuig 65 lang smal stuk leer, 68 Europeaan,
69 eikenschors, 72 jongensnaam, 74 maan
stand.
Safè LubncAtion
N.V. Ned. Import Mij.
Groningen
Distributor Zuid-Holland
Hauston Oliehandel
De 24ste October 1632 was deze „aerdighe en vaerdighe Man" nog
maar een „knechtgen", want... toen werd hij, binnen Delft, geboren.
ÜJijn vader, die een mandenmakerij bezat aan de^ hoek van de
L-eeuwensteeg in die vermaarde stad, noemde hem 1 bonis, afgeleid
van: Antoni. Maar, omdat je in bet leven aan een voornaam alleen
niet altijd genoeg hebt, moest er een „van" bij, een achternaam. Nu,
die lag voor de band: Van Leeuwenhoek! Of, zoals men toen liever
schreef: Leeuwenhoeck.
Zwart: Ke5, Dhl, Ta4—cl, Ra2—h2, Pc3
g3; c7, d6, h5, h7
No. 7062.
JAC. HARING.
Ie eerv. verm. tournooi als voren.
Mat in twee zetten.
Wit: Kei, Db2, Tc6—g3, Re6—h2; a3, b5,
f2, f5, g2, h3.
Zwart: Ke5, Tf4, Pd4; a4, b3, b6, c7, e2,
e4, f6.
Oplossingen oven drie weken. Inzen
dingen hiervan voor Woensdag 11 Nov.
PROBLBEMQPLOSSINGEN.
No. 7049. J. Scheel. Opl. 1. Da3 dreigt 2.
Rd2 enz.
1Kg3 (Tf8), Pg6, Te8, c4. 2. Rf6,
Rel!!, Re5t, Dd6t.
Tegen 1. Td3 is zwart om 'n antwoord
verlegen. Hij kan spelen 1Te8, Tf8,
Pd7 ad lib en c5—c4.
No. 7050. R. C. O. Matthews. Opl. 1. Db5
dreigt 2. T(3f enz.
1Tc5, Td5, Rc5, Rd5, 2. Td6t, TcGf,
Te6f, Tb6t enz.
No. 7051. Z. Fjellstrom. 1.-Pg7 dreigt 2.
Dd7:tt-
Deze drie problemen werden goed opge
lost door: mr dr R. Bromberg, Roermond;
M. v. d. Burgt, Tilburg; dr R. J. F. Nivard,
Nijmegen; C. v. d. Weide, Rotterdam; B.
S. Witte, Rotterdam.
No. 7050 en No. 7051 door H. Th. v. Goor,
Voorburg.
No. 7051 door: Albert Buiteman, Etten;
W. H. Haring, Schipluiden; B. Kouwen-
hoven, Rotterdam; J. F. Pilgram, Rotter
dam; Paul Raschdorf, Hannover; F. J. F.
Vismans, Rotterdam.
P. A. te N. Van uw zes oplossingen is
er slechts een van de auteur bijAls we
u een raaJ mogen geven, bepaal u dan
voorlopig tot het oplossen van tweezetten.
Is u hierin voldoende gevorderd ga eerst
dan over tot drie- en meerzettige pro
blemen.
De buren, die de ouders kwamen ge
lukwensen met hun spruit, zullen wei
nig vermoed hebben, dat diens naam en
„van" nog eens de beschaafde wereld
met hun roem zouden vervullen. Dat
gaat meer zo in het leven.
„Antoni van Leeuwenhoek" zou de
ontdekker worden van de „bacteriën",
letterlijk: „stokjes" of „staafjes" (bak-
tron stok), de kleine, plantaardige,
eencellige organismen, die menigmaal
verwekkers zijn van zeer veel ziekten.
Hun lengte loopt uiteen van 1 tot 8
duizendste delen van een.... milli
meter!
Daar moest dus wel een microscoop
aan te pas komen. Natuurlijk. En Leeu
wenhoek vervaardigde microscopen
(mikros: klein; skopien: bekijken). Toen
hij, hoogbejaard (1723), stierf, liet hij
niet minder dan pl.m. 550 eigenhandig
gemaakte vergrootglazen en microsco
pen na, deze „aerdighe (knappe) en
vaerdighe" man. Daarmede had hij
„diertjes" begluurd „tienduysent mael
cleijnder dan het diertje met de naem
van watervloo off waterluys".
Zijn sterkste lenzen vergrootten eeri
paar honderd keer, mogelijk tot pl.m.
vijfhonderd keer toe. Tegenwoordig zou
men de vergroting, theoretisch, schier
onbeperkt kunnen opvoeren. Maar voor
die tijd was 500 al een hele prestatie.
Wat kreeg de garen-en-bandhande
laar, die Leeuwenhoek in zijn vrije
uren nog was, te zien? Wij stelden al
één „baan" van zjjn belangstelling
vast: de bacteriën. Maar hij toonde de
befaamde Czaar Peter de Grote, bij
diens bezoek aan Delft, „de wonder-
lijcke ommeloop des bloets in een aale-
staart"; de bloedsomloop dus.
Niet, alsof Leeuwenhoek deze ontdekt
zou hebben. Reeds pl.m. 1616 leerde de
Engelse ontleedkundige, William Har
vey tijdens een door hem gegeven les,
zijn studenten, dat het bloed in een
kring rondstroomt en dat de hartslag
het voortdurend in beweging brengt.
Maar Leeuwenhoek liet de Russische
despoot zien, dat 't werkelijk zo is. Hij
bracht een bezoek aan het keizerlijk
jacht en hield Czaar Peter enkele uren
bezig. Als aandenken kreeg de vorst
een miscroscoop van Leeuwenhoek-uit-
Delft ten geschenke (1698).
Bij die gelegenheid zal de Delftse len-
zenslijper de czaar ook over andere
„diertjes" dan bacteriën hebben ge
sproken. Want hij kende eveneens de
DAT een haas wel acht jaar oud kan
worden, vier tot vijf keer per jaar
jongen krijgt en dat er dikwijls vijf
in één „leger" geboren worden?
DAT het ratel-toestel van de vergif
tige ratelslang uit hoornachtige rin
gen aan het einde van de staart be
staat, die „ratelen" tijdens beweging?
DAT geen enkele andere „orde" in het
dierenrijk zoveel „soorten" oplevert
als de orde der kevers of torren?
240.000 Alleen in Nederland3500
soorten!
DAT kleurenblinden zo goed als geen
benoeming bij „diensten" kunnen
krijgen waar „geseind" wordt? Im
mers kunnen de meeste lijders aan
deze afwijking het verschil tussen
rood (onveilig) en groen (veilig)
niet waarnemen.
DAT het woordje Mac (mek) in namen
als Mac Arthur enz. betekent: zoon
van?
DAT de voornaam „Bernard", Barend,
Berend, zoveel zeggen wil als: on
onvervaard gelijk 'n beer?
DAT het woordje kil in plaatsnamen
als: Kilbride, Kildonan, oorspr.: cel
van een kluizenaar, later: kerk, be
tekent?
DAT het woordje inver in plaatsnamen
als: Inverness, Inveraray, „mond
ener rivier" betekent?
DAT het woordje ham in namen als
Buckingham, Clapham, betekent:
home?
DAT de Anglicaanse aartsbisschop
van Canterbury Primaat van „All
England" is, en zijn ambtgenoot van
York „van Engeland"?
DAT de eerstgenoemde het ambt be
kleedt „door de Goddelijke Voor
zienigheid" en de laatstgenoemde
„door Goddelijke toestemming"?
fameuze raderdiertjes, met hun door
zichtige lichaampjes, hoogstens een
halve m.m. lang en die, tijdens het
zwemmen, ooit (niet alle!) een rader
orgaan ontplooien, twee raderen, welke
snel om hun as schijnen te draaien.
En wat mag de Russische heerser wel
gezegd hebben over de pantoffeldier
tjes, zich voortbewegend met trilharen,
die hun lichaam gelijkmatig bedekken?
Aan hun platte vorm danken zij hun
naam.
Ook de trompetdiertjes bracht Van
Leeuwenhoek onder de aandacht van
zijn vorstelijke gastheer. Hij had ze
aangetroffen in het wonderlijke ge
krioel binnen een druppel slootwater.
Het zijn nietige wezentjes, die zich
graag aan de stengels van waterplanten
hechten. Inderdaad, ze hebben de vorm
van een trompet, maar het „dikste"
gedeelte vormt tegelijk het voorste ge
deelte, dat door middel van een be
weeglijke spiraal voedsel tot zich
neemt. De „geleerde" naam van zo een
diertje is „Stentor". De stem van Sten
tor, een der strijders van Troje, had de
kracht van die van vijftig mannen. Nu,
„Stentor" is een ware reus onder de
„infusoriën", zegge en schrijve: 1 milli
meter. Maar de kracht van vijftig
mannestemmenwe zouden het
eerst eens moeten horen!
Tenslotte toonde de Delftse geleerde
de czaar de alleraardigste klokdiertjes,
ook afkomstig uit slootwater, net kleine
klokjes aan een klokketouw. Dat
klokketouw werkt hier als een soort
schrikdraad. Komt het in onzachte aan
raking met „iets" anderse dan trekt het
klokdiertje zich bliksemsnel terug.
Het is met deze dingen zo: zelfs de
uitvoerigste beschrijving kan het bekij
ken niet vervangen. De pracht en de
bijzonderheden rond deze microscopi
sche waterdruppelwereld, moet men
met eigen ogen gezien hebben, wil men
zich ten zeersteverbazen. Met het
volste recht kon de dichter van Leeu
wenhoek getuigen:
„Dit 's groote Leeuwenhoeck,
die ziet wat niemand zag,
Natuurs geheim ontdekt en
zet in held'ren dag.
Is 't wonder, dat hij all'
die wond'ren heeft begrepen?
Zijn geest is fijner dan
het fijnste glas geslepen".
(Dr. A. Schierbeek: Leeuwenhoek)
Wij moeten ons Van Leeuwenhoek
niet voorstellen als een echte „geleer
de", ofschoon hij zeer scherpzinnig was.
Vreemde talen heeft hij nimmer bestu
deerd; Latijn zou hem, in die dagen,
van groot nut zijn geweest, en zeker
Engels. Heel zijn lange leven werkte
hij „meest uyt een drift van weetgierig-
heijt"! Zelfs nog enkele dagen vóór zijn
dood „gloeide het vuur van yver noch
soodanig, dat hij met zijn bijna ver-
steve en stamelende lippen zijn ge
dachten noch op het papier liet stellen
over eene soort van zand".
Scherpzinnige „dilettanten", gelijk
onze Delftse microscopist, noemen we:
„auto-didacten". 'n Auto-didact (autos:
zelf; didaktos: geleerd) is iemand, die
zijn kennis zonder vreemde hulp door
zelfstudie heeft verkregen.
Slechts enkele jaren heeft Leeuwen
hoek te Amsterdam gewoond, waar hij
zijn kennis verrijkte door de omgang
met Jan Swammerdam, die de rode
bloedlichaampjes vaststelde in het
bloed; in normale omstandigheden be
vat 1 kubieke m.m. van ons bloed 4,5 a
5 millioen van deze rode cellen (en 6000
8000 witte). Maar het grootste deel
van zijn leven speelde zich toch af bin
nen Delft, waar hij in de Nieuwe Kerk
was gedoopt (4 November 1632). Te
Delft kreeg hij ook een baantje bij de
gemeente. Hij moest er de Schepen
kamer van het stadhuis „pertinentelijk
reinigen ende schoonhouden, 't vuyr op
syn bequamen tijd aanleggen" enz. Dit
ambt, dat waarschijnlijk iemand anders
voor hem verzorgde, bracht hem jaar
lijks ruim "50 op. Eveneens bekleedde
hij nog een postje als „wijnroeyer ende
peilder". Wijnroeien: de gevulde wijn
vaten meten, peilen: de sterkte van de
drank onderzoeken.
De werkzaamheden te Delft trokken
de zeer bijzóndere aandacht van de
Koninklijke Sociëteit te Londen, de
„Royal Society". Niet minder dan 375
brieven heeft onze geleerde onderzoe
ker tot deze heren gericht. En bij zijn
dood vermaakte hij hun 26 microsco
pen. Niemand minder dan de Engelse
gezant maakte zijn opwachting en deel
de Leeuwenhoek mede, dat de Royal
Society hem had benoemd als „fellow",
d.w.z. „medebroeder van de selve
Sociëteit''.
Tot op hoge leeftijd genoot de be
roemde Hollander de liefdevolle zorg
en toewijding van 2ijn dochter Maria.
De 26e Augustus 1723 overleed hij en
werd begraven in de Oude Kerk, waar
reeds Piet Hein, Maerten Tromp en de
dichter Stalpaert v. d. V/iele, pastoor te
Delft, rustten. „Hier rust Antony van
Leeuwenhoek, oudste lid van de
Koninklijke Sosyteijt in Londen, out
sijnde 90 jaren, 10 maanden en 2
dagen".
Een „Koning" Christus klinkt
sommigen misschien wel wat
vreemd? Christus, de goede Her
der, dat laat zich horen. Christus
de grote Hogepriester naar de
orde van Melchisedech, gaat ook
nog. Christus, onze gerechte
Helper bij de Vader hoe aan
genaam het te weten. Maar
Christus: Koning? Een geduchte
Heerser, naar Oosterse trant?
Een Koning, die maar al te
vaak tot dwingeland werd? Neen.
En toch: Hij was al Koning In
de kribbe. De Wijzen uit het
Oosten offerden Hem daarom:
goud. Hij was Koning toen Hij
voor de Romeinse landvoogd
stond: „Zijt Gij dan koning?"
„Gij zegt het: Ik ben Koning".
Eerst aan de Overzijde is
Christus' Koninklijke macht tot
algehele ontwikkeling gekomen;
immers is daar niets meer, wa
die ontplooiing zou vermogen
belemmeren.
Aan onze geëerbiedigde Ko
ningin gehoorzamen wij uit aan
hankelijkheid, als goede Neder
landers. Aan Christus-Koning
gehoorzamen wij, wijl Hij onze
Broeder is, en ons heeft vrij
gekocht. Koning en Herder
tevens!
„De Heer is mijn Herder, Hij
laat mij rusten in groene beem
den. Hij leidt mij in het juiste
spoor" zingt de Psalmist. Ziet
Ge nu wel? Dus: toch oo» een
Herder.
Duizenden erkennen in deze
tijd uitsluitend de mens als
koning, de mens die vrij is van
Gods' H. Wet: „ere zij de mens
in den hoge" gelijk een ge
leerd priester dat onlangs teken
de.
Wie Christus als Koning door
genade aanvaardt, aanvaardt de
Macht, die de satan overwon, en
onder Wier invloed de wanorde
van deze tijd kan verkeren in
een rijk van rechtvaardigheid,
liefde en vrede-
Eens toen Koning Arthur met de
beroemde ridders van de Tafelronde
vergaderde, kwam er plotseling een
ruiter binnen, die helemaal in het
groen was gekleed zelfs zijn paard
was groen.
„Wie durft mij een klap met deze
bijl te geven?" riep hij uit. „Die mag
over een jaar bij de Groene Kapel te
rugkomen. Daar moet hij dan een
klap van mij in ontvangst nemen!"
Als men in één kleur tezamen met óe
partner 9 kaarten heeft en rnen mist de
vrouw van die kleur, speelt men gewoon
lijk aas en heer, in de hoop dat de vrouw
zal vallen. „Met negen moet je slaan'
heet dat in de bridge-term) nologie.
Zoals zovele algemene bndge-the->rieën
is ook deze regel in verschillende geval
len aanvechtbaar. Strikt theoretisch is de
regel wel juist; els men aas en heer
speelt, heeft men, om precies te zijn, 52Yz
pet kans da4 de vrouw valt, n.l. als de 4
ontbrekende kaarten 2 2 verdeeld zijn
(waarop 40 pet kans bestaat) plus In het
geval dat de vrouw sec zit (12% pet kans)
Er blijft dus nog een respectabel aan
tal gevallen over, waarin de vrouw niét
tweede of sec zit en een goed bridgespe-
ler zal toch wel graag in een aantal van
deze gevallen de vrouw er uit willen snij
den. Deze kans is veelvuldig aanwezig,
als men het bied- en spelverioop goed in
het oog houdt; daaruit valt meer dan eens
te concluderen, wie van de twee tegen
standers vermoedelijk drie van de vier
ontbrekende kaarten heeft en als men
dat min of meer nauwkeurig heeft uit
gerekend, is het beter om te snijden.
In het hieronder beschreven spel zou
de Zuidspeler b.v. zeker niet goed terecht
gekomen zijn, indien hij uitsluitend ver
trouwd had op de simpele stelling, dat
men met negen samen „moet slaan".
B73
H 10 6 5
O A V 10 7 4
5
4» AV865
<?3
O 8 6 2
H 10 8 3
OPLOSSING VAN GISTEREN
Horizontaal: 1 exploiteren, 5 lamento, 9
er; 10 ep, 11 negen, 12 radio, 13 einde, 15
maggi, 17 de, 18 re, 19 enteren, 22 duizend- gen, 14 den, 16 are, 20 the, 21 rad.
poot.
Verticaal: 1 eigengereid, 2 oom, 3 ton, 4
nervositeit, 5 legende, 6 are, 7 tea, 8 opda-
4» H 10 9 2
<S> V72
03
AV964
AB984
OHB95
•f» B 7 2
In dit merkwaardige spel, waarin géén
der vier spelers bepaald een mooi
openingsbod heeft, is voor het OW-paar
een contract van 5+ of 5* gemakkelijk
te maken, tewijl NZ 11 slagen in O» of O
kunnen maken als de O-vrouw geëlimi
neerd kan worden.
Het bieden verliep als volgt:
Oost Zuid West Noord
IA 1 O 14» 4 O
4 m pas pas 5<>
pas pas double pas
pas pas
West's laatste pasbod is zeker aan
vechtbaar; daar West enerzijds er niet
zeker van kon zijn, dat S<> zou down
gaan en anderzijds een goede kans moest
hebben op 5 4, had hij zeker dat laatste
bod moeten kiezen.
Toe het zij, Noord kreeg 5 O te spelen,
waarbij Oost de 2 voorspeelde. West
nam <|k aas en trok 3 na, Oost
4»VTOUW; Oost vervolgde m'et A aas,
welke door Noord ingetroefd werd. Noord
baalde nu drie malen troef en stond ver
volgens voor het probleem, hóe oi ce
■s?-kleur gespeeld moest worden.
Noord dacht eens goed na en realisee
de zich het volgende:
a. Noord had „van huis vermoe
delijk 44» en 5* gehad! ^0welr^^o
als het spelen wezen m deze richting,
b. Oost had slechts één gehad, want
West had er drie laten zien tijdens het
afspeien-n^ wag dus aanmerkelijk groot,
dat Oost met lengte in tegenzat In elk
geval was het vrij zeker, dat West niet
de P-vrouw derde kon hebben.
Alhoewel Noord geen 100 pet zekerheid
kon verkrijgen, achtte hij de kansen op
snijden in P toch aanmerkelijk groter
dan het slaan. P Heer werd nagespeeld
en toen beide tegenstanders bekend had
den, kwam de PlO op tafel waar Oost
een kleine bijspeelde. Noord ging nog
eens eventjes nadenken en iedereen be
leefde spannende ogenblikken. Tenslotte
kwam het hoge woord er uit: „Een
kleintje, partner!" MIMIR
Ridder Gawein nam de uitdaging
aan. Hij pakte de bijl en gaf de
vreemdeling een verschrikkelijke
slag in de nek. Het hoofd rolde over
de grond. Maar de handen pakten
het beet en zetten het weer op zijn
plaats! Daarna reed de groene ruiter
weg.
Toen het jaar bijna verstreken was,
gordde Gawein zich aan om naar de
Groene Kapel te gaan zoeken. Zijn
weg voerde hem over bergen en da
len, over meren en rivieren. Einde
lijk kwam hij aan een prachtig kas
teel.
De- ridder en zijn vrouw ontvingen
hem zoals het behoort, met edel
moedige gastvrijheid.
Na een paar dagen vroeg Gawein
aan de hoge dame: „Weet u soms ook.
waar de Groene Kapel is? Want daar
moet ik naar toe, volgens een af
spraak" „Pas maar goed op, want
die Kapel is het verblijf van een
machtige tovenaar. Hij zal u kwaad
doen. Maar doe deze riem van groe
ne zijde om. Dant zult ge veilig
zijn", antwoordde de burchtvrouwe.
De volgende ochtend sloeg Gawein
het woeste pad naar de Groene Ka
pel in. Niemand vergezelde hem.
Plotseling hoorde hij een gedruis als
van een kudde wilde dieren. En door
dat gedruis heen, bulderde een stem:
„Daar komt ridder Gawein. Wacht
maar, mannetje, ik zal je wel krij
gen!"
Onvervaard reed Gawein verder.
Daar was, eindelijk, de Groene Ka
pel.
•.Je hebt je woord gehouden. Maar
nu krijg je dan ook je klap".
Vóór Koning Arthur dapperste rid
der stond de groene ruiter van een
jaar geleden. Hij zwaaide een vrese
lijke strijdbijl. De slag zou een boom
dodelijk gekwetst hebben. Maar Ga
wein wankelde slechts even. Alleen
een paar druppeltjes bloed gleden
langs zijn nek. Gawein trok zijn
zwaard.
,Laat dat zwaard op zijn plaats,
ridder. Ik merk: je bent onkwets
baar. Zie je niet, dat ik de heer van
het kasteel ben, waar' je een paar
dagen gast bent geweest! Mijn vrouw
heeft je zeker mijn groene riem ge
geven? Was je bang om zónder die
riem tegen mij te vechten?"
Gawein werd rood van schaamte:
„Ik had hem niet moeten aannemen",
sprak hij. „Het was laf"!
„Houd hem maar", antwoordde de
groene ruiter: „Voortaan zullen we
goede vrienden zijn". Samen keerden
zij toen naar het kasteel terug.
r