Orani e-hockey er s naar Zürich In drie uur van Amsterdam naar Brussel «ïvvl WM *v*v *:*aVV 1 •v»vv I m mwm m rnXm PENNZ0IL PUZZLE IOTER0A VQ0R30I1G „Daer leeft een aerdigh Man, een vaerdigli Man" BRJOM Ett QUO het grabbeltonnetje Met negen moet je slaan DE HEILIGE VAN DE WEEK Achtste interland tegen Zwitsers, die reeds zeven maal verloren Onze dagelijkse 24 October 1632 Australië Verdedigt de davis CUP Nederlandse arbiter bij Engeland-Hongarije? Als lijn Roosendaal—Antwerpen is geëlectrificeerd W.Vo •WiV W, w§ i mm U wist toch BRIDGER UB RIEK ZATERDAG 24 OCTOBER 1953 PAGINA 6 DERBY-REVANCHE OP DUINDIGT Om het uur m - mm»*m m Jyjja d m m W O* omonn c. m m a n o o.o m w* o 0 0, mnja cT 0a°q"<r mn mm 'a 'a 0 oJd ojbo:no 0, 0, 0,0 correspondentie. CORRESPONDENTIE-ADRES POSTBUS 8, HILVERSUM 25 October: Christusonze Koning m 4 1 om mensen als Kruize en Bouwman zeven- 0 4.; lenit V»o+ con-ro fP hplpft.pn is (Van onze hockey-medewerker) Het Nederlandse hockey-elftal gaat weer eens de sticks kruisen met de stoere Helveten, die tot dusverre zeven nederlagen in successie van de Oranje-mannen moesten incasseren. Het contact dateert van 1929 toen Nederland in het landentournooi te Barcelona de Zwitsers met 80 elimineerde. Daarna zijn nog zes overwinningen gevolgd en in totaal won Nederland dus alle zeven wedstrijden met 254 als doelcijfers. Toch bedenke men daarbij dat de Zwitsers na de oorlog goed partij gaven, in 1948 te Amsterdam 31, in 1950 te Zürich ook 31 en in 1952 te A dam 4—1. tig minuten lang het score te beletten is niet bepaald eenvoudig. Het blijft spel, verrassingen zijn altijd mogelijk, doch niettemin houden we het op een overwinning onzer landgenoten. De keuzecommissie van de Australi sche tennisbond heeft Ken Rosewall, Lewis Hoad, Mervyn Rose en Rex Hart- wig aangewezen voor de ploeg die de Davis Cup in de challenge round zal ver dedigen. Als non-playing captain zal Harry Hopman optreden. Vooral die wedstrijd te Zürich, drie jaren geleden was niet zo eenvoudig, zoals het voor buitenlanders in de Zwit serse atmosfeer nööit eenvoudig is. Tien Hilversum geeft Zaterdag een avond- meeting met als programma vijf drave rijen, w.o. één in series met finale; 50 inschrijvingen kwamen hiervoor binnen. De volgende ochtend gaan de meeste paarden naar Wassenaar, waar Duindigt des middags een programma heeft sa mengesteld van zes draverijen 89 aan giften en drie rennen 31 volbloeds. De Derby-revanche is hier voor de drie jarige dravers de voornaamste course. In het Zondagprograimma Duindigt zijn de paarden onzer keuze: Butterflyprijs, 2140 m., 15 Inschrijvin gen: Rosaimunde, Rita du Maire Rêve d'Or B. Carmenprijs, 2500 m., 12 inschrijvingen: Perfect Heny, Quick P, Postduifje K. Faustprijs, 2100 m., 23 inschrijvingen: Pepsi Cola, Quirimlk. Queeny Dillon. Derby-revanche, 2500 m., 11 inschrij vingen: Rijder Geersen, Roland, René M. Paljasprijs, 2100 m„ amateurs, 16 in schrijvingen: Rijder Bergisch, Prof. Heny Nico the Saint. Toscaprijs, 2100 m., 12 inschrijvingen: Notekraker S, P. Louis II. Marry Simons, Aidaprijs. ren 1250 m., leerlingen, 8 in schrijvingen: Campo, Thaha, Spring Fee ling. Cambridgeshire, ren 1800 m., 12 In schrijvingen: Britody, Karioka, Flying La Bohèmeprijs, ren 2000 m., 11 in schrijvingen: Boekanier, Prince Albert, Koridon. minuten na de rust leidde, ondanks een duidelijk Nederlands overwicht, Zwitser land nog met 1—0. Maar toen de gelijk maker van Esser er eenmaal was, toen was de wedstrijd ook „bekeken". Het wordt nu wéér Zürich en ook nü weer een riskant karwei. De Zwitsers komen uit met de oude kern en enkele nieuwelingen. Zij hebben zich goed voorbereid en zullen zich met alle energie en hardheid tegen de achtste nederlaag verzetten. Het is heel moei lijk doelpunten maken tegen de Zwitsers; zij retireren met hun allen ongeveer in en om het doelgebied als ze in de minderheid komen. En hun spel op het moei lijke effectvolle voetbalterrein 'van de Grasshoppers is destructief en hard. Zij weten vaak een technisch sterkere ploeg het doelpunten te beletten. (Wij denken o.a. aan hun wedstrijd in 1948 in het Olympisch tournooi toen ze Engeland een 00 afdwongen. Bovendien, onze ploeg speelt altijd stroef tegen dit genre tegenstanders. Dat is heel iets anders dan een prettige, zui ver hockey spelende tegenpartij, als b.v. j.l. Zaterdag Venlo die tot het bittere einde „hockey" bleef spelen. Overigens bleek Zaterdag te Arnhem wel dat de Oranjeploeg in goede conditie is. De gewijzigde aanval is razend snel en In het leger-stadion te Cairo is een voetbalwedstrijd gespeeld tussen het Franse B-elftal en de nationale ploeg van Egypte, in het kader van het tournooi om de beker van de Middellandse Zee; de uitslag was 00. Ook tegen Griekenland in Athene had Frankrijk B met 00 gelijk gespeeld. Er bestaat een redelijke kans, dat de voetbal-interland tussen Engeland en en Hongarije op 25 November a.s. („wed strijd van het jaar", hoewel de match tussen Engeland en het Europese F.I.F.A.- elftal wel de „wedstrijd van de eeuw" was!) door een Nederlandse scheidsrech ter zal worden geleid. De Engelse voet- halhond had aan de Hongaren een Schot- of een Nederlandse arbiter voorge steld. De Hongaren hebben onmiddellijk een Schot geweigerd. Blijft dus een Ne derlandse scheidsrechter over. Intussen zijn echter de onderhandelingen tussen de Engelsen en de Hongaarse voetbalbond nog niet afgesloten, maar de kans, dat het inderdaad een Nederlander wordt, is zeer groot. In een avondwedstrijd, op Highbury te Londen gespeeld, heeft de Belgische ploeg Anderlecht met 3—2 van Arsenal gewon nen. De match werd gehouden in het kader van het tournooi om de Verbeeck- wisselbeker, waaraan behalve Arsenal en Anderlecht ook de Parijse Racing deel neemt. De Raad van beheer van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoor wegen heeft in zijn vergadering van gisteren bekrachtigd een tussen deze maatschappij en de N.V. Nederlandse Spoorwegen gesloten overeenkomst aangaande de electrificatie van de verbinding Antwerpen-Roosendaal. Tengevolge van deze bekrachtiging zal, zo heeft het Belgische ministerie van Verkeerswezen gisteren o.a. me degedeeld, voor de eerste maal een internationale verbinding (Brussel Amsterdam) kunnen worden verwe zenlijkt tussen twee met verschillen de spanning geëlectrificeerde spoor wegnetten. Op het stuk van de uit te voeren werken, zal de N.M.B.S. het baanvak Antwerpen Essen met een bovenleiding van 3000 vol'ts gelijkstroom uitrusten. Van hun kant zullen de Ned. Spoorwegen eveneens een leiding van 3000 volt aanleggen tuisen de grens en Roosendaal, welke door een neu trale sectie van de installaties van het station Roosendaal zal worden gescheiden. Wat de treindienst betreft, is voorzien, dat buiten de bestaande internationale ver bindingen, een dienst zal worden inge richt met een snelle verbinding om het uur in elke richting Amsterdam—Brussel, af wisselend met een verbinding Amsterdam Antwerpen Centraal. Het traject Brussel Amsterdam zal in ongeveer 3 uur kun nen worden afgelegd. Deze dienst zal worden gereden met 12 dubbele electrische motortreinen, waarvan 4 eigendom van de N.M.B S. en 8 eigen dom van de N. S. zouden worden. De bouw van dit materieel zal worden verdeeld tussen België en Nederland voor een bedrag gelijkwaardig aan hun deel neming in de oprichting van het gemeen schappelijke materieelpark. .-a mm móm 'wm asm No. 1845. 24 October 1953. Redactie: G. J. A. VAN DAM. Vossiustraat 18 b, Amsterdam Z. Bij vragen om inlichtingen s. v. p. post zegel voor antwoord insluiten. Alle correspondentie aan dit adres. SPELSTUDIES. In de volwaardige spelstudie is het aantal mogelijkheden voor zwart veel uitgebreider dan in het zetdwang-pro- bleem, terwijl daarenboven deze mogelijk heden zich blijken te ontpoppen als volledige varianten. No. 2726 is hiervan een goed voorbeeld. Stand: Zw. 3, 6, 810, 1320, 23, 24. Wit: 25—28, 32, 33, 35, 37—40, 42, 43, 45, 48. (v. D.) CS O 3 a O O O O O O moet de zwarte dam van 50 „stoppen" op 22. Wit 3. 11X13, 19X21 en 4. 26X30!, slaat vier geheel vrij op één en dezelfde hori zontale lijn staande zwarte dammen cn wint. De dam op 24 in de beginstand kon geen schijf zijn, maar moet daar als „dam" zijn gekomen, omdat anders zwart s laatste zet onverklaarbaar zou zijn ge weest. No. 2697. Hiervan is gebleken, dat de gegeven oplossing faalt, indien in de diagramstand de witte dam op 1 staat. De afwikkeling is echter correct door plaat sing van de witte dam op 6, waarna wit in de A zowel als B-variant niet speelt 1—7, maar steeds 6—1. Deze opgave wordt als gevolg hiervan uit de wedstrijd genomen. VOOR )NZE LADDER-WEDSTRIJD. Bij de invulling der diagrammen van de vraagstukken in onze vorige rubriek zijn enige foutjes geslopen, waardoor deze vier „20X20 standen" hieronder worden herplaatst. De inzendtermijn van de oplos sing wordt verlengd tot 4 November a.s. No. 2723. (Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St. Bernardus, Sassenheim.) (Zaterdag 24 October 1953.) No. 7059. J. J. RIETVELD, Resteren. 2de E. V. British Chess. Federation 71ste tournooi 1953. Mat in drie zetten. In deze stelling forceert wit op de vol gende wijze voordeel: 1. 39—34. Thans blijkt dat zwart zes antwoorden tot zijn beschikking heeft, namelijk: A. 24—30. Dan wit 2. 35X24, 19X39. 3. 43X34!. 13-19 gedw. 4. 34-29, 23X34. 5. 40X29 en wit wint thans door de dubbele dreiging 29—23 of 27—21 tenminste een schijf. B. Zw. 2429. Wit 2. 33X24, 19X39. 3. 43X34!, 13—19 gedw. 4. 28—22 17X28. 5. 38—33, 28X30. 6. 35X2 of 4 en wint. Bij), dus bij wit's vierde zet was ook mogelijk: 4. 34—29, 23X34. 5. 40X29, 8—12 de beste. 6. 28—22, 17X28. 7. 32 X23, 19X28. 8. 27—21, 16X27! 9. 37—32, 28X37. 10. 42X4! Een dergelijke andere mogelijkheid in het spel van wit noemt men geen variant doch een „een dual" en deze werkt in een minder variantenrijke compositie, meestal verzwakkend en ontsierend. C. Zw. 1722. Wit 2. 28X17, 24 30. 3. 35X24, 19X28. 4. 27—22!, 18X27. 5. 32X21, 16X27. 6. 17—11, 6X17. 7. 37—32, 28X37. 8. 42X11 en wint. D. Zw. 8—12. Wit 2. 34—29, 23X34. 3. 40 X29, 3—8 gedw. 4. 27—21, 16X27. 5. 32X21, 18—22 of 6. 29—23! en zwart moet een schijf offeren, want op 1318 volgt 35 enz. en op 611 speelt wit 2116! E. Zw. 16—21. Wit 2. 27X16, 17—22. 3. 28X17, 24—30. 4. 35X24. 19X28. 5. 40—34! en wit wint nu tenminste weer een schijf door de dreiging 3429. E. Zw. 6—11. Wit 2. 34—30, 24—29 (G.) 3 33X24, 20X29. 4. 25—20, 14X34. 5. 27—21, 16X27. 6. 32X12, 23X41. 7. 12X5, 41—47 gedw. 8. 42—37, 47X33. 9. 43—38, 33X31. 10. 26X37 wint. G. Zw. 1. 6—11. Wit 2. 34—30, en zwart nu 8—12, dan wit 3. 43—39, 3—8 of 4. 48—43 en thans is 24—29 met 20 X 29 weer gedwongen, waarna wit toch een schijf verovert, nu door 3933 enz. Wit's sleutelzet is in dit geval wel een bijzondere krachtzet, een „matzet" a. h. w., omdat practisch alle varianten uit deze eerste zet voortvloeien en zwart in geen daarvan aan nadeel kan ontsnappen. Over het in de rubriek van 10 October geplaatste voorbeeld van een zetdwang- probleem, onder no. 2715 ontving ik van enige lezers opmerkingen, die van nauw keurige studie getuigen. Hierop kom ik in een volgende rubriek nog nader terug. OPLOSSINGEN. No 2707 Wit 1. 4943! zw. 19X37, 41 of 46 Wit 2. 45-40!, 35X44. 3. De niet voor de hand liggende 29rl°"15J 35x5 40—35!, 44X33. 5. 50—44, 49X40 en 6. 35X5, inHipn de zwarte dam op de lange lijn naar 46 is geslagen, anders 6. 35X40 wint. v. 2708 -wrif i 4034. 2. 4943 .3. 38 32! 4. 32X34. 5. 3530!! 6. 30X28 en 7. 15X23! Door wit's 5e zet „stopt" de zwarteschijf van 26 op 39. Door het komen opveld29 van die zwarte schijf moet nu de witte schiif bij wit's 6de zet. van 30 komende, op 28 stoppen en komt de „spil" in wer king met het slaan van zwart (rondom h nu gevormde groepje schijven op 28, 33, 34 en 39) van 46 naar 40 en wit precies in oppositie kan winnen. Daarom „stopper- spil-systeem." No. 2708. Wit 1. 22—17!, 4X23, een onzui vere Turkse slag, want rein zou deze zijn zonder de witte schijven op 43 en 44 2. 16llü Hiermede komt het stopperspil- 6ysteem opnieuw in werking; want nu No. 2722. 0 0 0. 0 0 Zw. 2, 4—15, 17 19, 21, 23—25. Wit 26, 28, 30—38, 40—45, 48—50. Er zijn 10 zetten ge speeld. Wit aan zet (v. D.) No. 2724. a r- <~t 0 Zw. 1, 2, 4, 5, 7—11, 13, 15—20, 23 —26. Wit 22, 27, 30—41, 43—46, 48, 49. Twaalf zetten ge speeld. Wit aan zet. (v. D.) No. 2725. 0, 0, 0, 0, 0, 0,0,0, 0 0 Zw. 2—11, 13, 15 —19, 23—26. Wit 22, 27, 30—32, 34—46, 48, 49. Tien zetten speeld. W. a. z. (v. D.) Zw. 1, 2, 4, 6—11, 13, 15—20, 23—26. Wit 22, 27, 30—46, 48. Dertien zetten gespeeld. Wit aan zet. (v. D.) In deze vier vraagstukjes zijn verschil lende bekende slagzet-mogelijkheden ver werkt. Gevraagd wordt de combinaties aan te geven, waarin wit tenminste één schijf wint of een winnende stelling ver krijgt. Het viertal wordt opgedragen aan de heren Dr K. Venema, te Den Haag on G. L. Gortmans, te Londen. No. 7060. E. VISSERMAN, 's Gravenhage. Ie pr. Magasinet tournooi X, 1953. Mat in drie zetten. DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK. Hier is weer eens 'n rubriek met uit sluitend nationale lauweren. De lezer heeft hierop mirchien reeds gerekend, daar we deze in uitzicht hadden gesteld. We hebben nog een restantje, dat in de twee volgende weken een beurt krijgt De stof, die in de aangeboden problemen is verwerkt, loopt sterk uiteen; dat biedt de oplossers een prettige afwisseling. No. 7061. J. A. W. SWANE. 3e pr. „Magazinet" le halfjaar 1953. Mat in twee zetten. Wit: Kh8, Dg5, Td7—h4, Ra8—f8, Pb8 e7; e3, f2, f5, f7, g7. Advertentie Horizontaal: 1 pl. In Gelderland 5 deel van het hoofd, 7 delfstof, 11 roofdier, 13 vogel, 16 meisjesnaam, 17 pl. in Engeland, 19 een der eerste bewoners van ons land, 20 goed gekookte, 22 grote bijl, 24 familie lid, 26 uiterste grens, 28 slot, 29 van onde ren (afk.), 30 rekening, 32 vis, 34 tegen, 36 droevig (Eng.), 37 vogel, 40 Europeaan, 42 insecteneter, 43 Engelse zwaardlelie, 44 onbewimpeld, 45 meemaken, 49 klooster voogd, 50 zangstuk, 52 vogel, 53 het wel varen, 55 plus minus, 56 soort schoeisel, 58 deel v. d. Voet, 60 lidwoord (Fr.), 62 dus, 64 gast, 66 muziekterm, 67 neerslag, 70 vers, 71 pl. in Engeland, 73 nobele, 75 betalings middel, 76 deel van een boom, 77 witte klaver. Verticaal: 2 inwendig orgaan, 3 deel v. e. dier, 4 motorraces, 5 omroepvereniging, 6 ontkenning, 7 getij, 8 wjjder of langer maken, 9 borduursel, 10 steeg, 12 paradijs, 14 land in Azië, 15 jongensnaam, 18 vice versa, 21 plantensoort, 23 ind. gewoonte recht, 25 letterkeer, 27 soort bij, 28 bijb. naam, 29 zichtbaar, 31 reukwater, 33 bouw land, 35 land in Amerika, 36 drank, 38 Eng. bier, 39 aanzien, 41 geheel de uwe, 45 af gestroopte huid, 46 flauw, 47 ton, 48 luizen- ei 51 de aartsvader Jacob, 54 vlugge, 55 vreselijke ziekte, 57 plaats, 59 vogel, 61 slot 62 pers. vnw. (Fr.), 63 landbouwwerk tuig 65 lang smal stuk leer, 68 Europeaan, 69 eikenschors, 72 jongensnaam, 74 maan stand. Safè LubncAtion N.V. Ned. Import Mij. Groningen Distributor Zuid-Holland Hauston Oliehandel De 24ste October 1632 was deze „aerdighe en vaerdighe Man" nog maar een „knechtgen", want... toen werd hij, binnen Delft, geboren. ÜJijn vader, die een mandenmakerij bezat aan de^ hoek van de L-eeuwensteeg in die vermaarde stad, noemde hem 1 bonis, afgeleid van: Antoni. Maar, omdat je in bet leven aan een voornaam alleen niet altijd genoeg hebt, moest er een „van" bij, een achternaam. Nu, die lag voor de band: Van Leeuwenhoek! Of, zoals men toen liever schreef: Leeuwenhoeck. Zwart: Ke5, Dhl, Ta4—cl, Ra2—h2, Pc3 g3; c7, d6, h5, h7 No. 7062. JAC. HARING. Ie eerv. verm. tournooi als voren. Mat in twee zetten. Wit: Kei, Db2, Tc6—g3, Re6—h2; a3, b5, f2, f5, g2, h3. Zwart: Ke5, Tf4, Pd4; a4, b3, b6, c7, e2, e4, f6. Oplossingen oven drie weken. Inzen dingen hiervan voor Woensdag 11 Nov. PROBLBEMQPLOSSINGEN. No. 7049. J. Scheel. Opl. 1. Da3 dreigt 2. Rd2 enz. 1Kg3 (Tf8), Pg6, Te8, c4. 2. Rf6, Rel!!, Re5t, Dd6t. Tegen 1. Td3 is zwart om 'n antwoord verlegen. Hij kan spelen 1Te8, Tf8, Pd7 ad lib en c5—c4. No. 7050. R. C. O. Matthews. Opl. 1. Db5 dreigt 2. T(3f enz. 1Tc5, Td5, Rc5, Rd5, 2. Td6t, TcGf, Te6f, Tb6t enz. No. 7051. Z. Fjellstrom. 1.-Pg7 dreigt 2. Dd7:tt- Deze drie problemen werden goed opge lost door: mr dr R. Bromberg, Roermond; M. v. d. Burgt, Tilburg; dr R. J. F. Nivard, Nijmegen; C. v. d. Weide, Rotterdam; B. S. Witte, Rotterdam. No. 7050 en No. 7051 door H. Th. v. Goor, Voorburg. No. 7051 door: Albert Buiteman, Etten; W. H. Haring, Schipluiden; B. Kouwen- hoven, Rotterdam; J. F. Pilgram, Rotter dam; Paul Raschdorf, Hannover; F. J. F. Vismans, Rotterdam. P. A. te N. Van uw zes oplossingen is er slechts een van de auteur bijAls we u een raaJ mogen geven, bepaal u dan voorlopig tot het oplossen van tweezetten. Is u hierin voldoende gevorderd ga eerst dan over tot drie- en meerzettige pro blemen. De buren, die de ouders kwamen ge lukwensen met hun spruit, zullen wei nig vermoed hebben, dat diens naam en „van" nog eens de beschaafde wereld met hun roem zouden vervullen. Dat gaat meer zo in het leven. „Antoni van Leeuwenhoek" zou de ontdekker worden van de „bacteriën", letterlijk: „stokjes" of „staafjes" (bak- tron stok), de kleine, plantaardige, eencellige organismen, die menigmaal verwekkers zijn van zeer veel ziekten. Hun lengte loopt uiteen van 1 tot 8 duizendste delen van een.... milli meter! Daar moest dus wel een microscoop aan te pas komen. Natuurlijk. En Leeu wenhoek vervaardigde microscopen (mikros: klein; skopien: bekijken). Toen hij, hoogbejaard (1723), stierf, liet hij niet minder dan pl.m. 550 eigenhandig gemaakte vergrootglazen en microsco pen na, deze „aerdighe (knappe) en vaerdighe" man. Daarmede had hij „diertjes" begluurd „tienduysent mael cleijnder dan het diertje met de naem van watervloo off waterluys". Zijn sterkste lenzen vergrootten eeri paar honderd keer, mogelijk tot pl.m. vijfhonderd keer toe. Tegenwoordig zou men de vergroting, theoretisch, schier onbeperkt kunnen opvoeren. Maar voor die tijd was 500 al een hele prestatie. Wat kreeg de garen-en-bandhande laar, die Leeuwenhoek in zijn vrije uren nog was, te zien? Wij stelden al één „baan" van zjjn belangstelling vast: de bacteriën. Maar hij toonde de befaamde Czaar Peter de Grote, bij diens bezoek aan Delft, „de wonder- lijcke ommeloop des bloets in een aale- staart"; de bloedsomloop dus. Niet, alsof Leeuwenhoek deze ontdekt zou hebben. Reeds pl.m. 1616 leerde de Engelse ontleedkundige, William Har vey tijdens een door hem gegeven les, zijn studenten, dat het bloed in een kring rondstroomt en dat de hartslag het voortdurend in beweging brengt. Maar Leeuwenhoek liet de Russische despoot zien, dat 't werkelijk zo is. Hij bracht een bezoek aan het keizerlijk jacht en hield Czaar Peter enkele uren bezig. Als aandenken kreeg de vorst een miscroscoop van Leeuwenhoek-uit- Delft ten geschenke (1698). Bij die gelegenheid zal de Delftse len- zenslijper de czaar ook over andere „diertjes" dan bacteriën hebben ge sproken. Want hij kende eveneens de DAT een haas wel acht jaar oud kan worden, vier tot vijf keer per jaar jongen krijgt en dat er dikwijls vijf in één „leger" geboren worden? DAT het ratel-toestel van de vergif tige ratelslang uit hoornachtige rin gen aan het einde van de staart be staat, die „ratelen" tijdens beweging? DAT geen enkele andere „orde" in het dierenrijk zoveel „soorten" oplevert als de orde der kevers of torren? 240.000 Alleen in Nederland3500 soorten! DAT kleurenblinden zo goed als geen benoeming bij „diensten" kunnen krijgen waar „geseind" wordt? Im mers kunnen de meeste lijders aan deze afwijking het verschil tussen rood (onveilig) en groen (veilig) niet waarnemen. DAT het woordje Mac (mek) in namen als Mac Arthur enz. betekent: zoon van? DAT de voornaam „Bernard", Barend, Berend, zoveel zeggen wil als: on onvervaard gelijk 'n beer? DAT het woordje kil in plaatsnamen als: Kilbride, Kildonan, oorspr.: cel van een kluizenaar, later: kerk, be tekent? DAT het woordje inver in plaatsnamen als: Inverness, Inveraray, „mond ener rivier" betekent? DAT het woordje ham in namen als Buckingham, Clapham, betekent: home? DAT de Anglicaanse aartsbisschop van Canterbury Primaat van „All England" is, en zijn ambtgenoot van York „van Engeland"? DAT de eerstgenoemde het ambt be kleedt „door de Goddelijke Voor zienigheid" en de laatstgenoemde „door Goddelijke toestemming"? fameuze raderdiertjes, met hun door zichtige lichaampjes, hoogstens een halve m.m. lang en die, tijdens het zwemmen, ooit (niet alle!) een rader orgaan ontplooien, twee raderen, welke snel om hun as schijnen te draaien. En wat mag de Russische heerser wel gezegd hebben over de pantoffeldier tjes, zich voortbewegend met trilharen, die hun lichaam gelijkmatig bedekken? Aan hun platte vorm danken zij hun naam. Ook de trompetdiertjes bracht Van Leeuwenhoek onder de aandacht van zijn vorstelijke gastheer. Hij had ze aangetroffen in het wonderlijke ge krioel binnen een druppel slootwater. Het zijn nietige wezentjes, die zich graag aan de stengels van waterplanten hechten. Inderdaad, ze hebben de vorm van een trompet, maar het „dikste" gedeelte vormt tegelijk het voorste ge deelte, dat door middel van een be weeglijke spiraal voedsel tot zich neemt. De „geleerde" naam van zo een diertje is „Stentor". De stem van Sten tor, een der strijders van Troje, had de kracht van die van vijftig mannen. Nu, „Stentor" is een ware reus onder de „infusoriën", zegge en schrijve: 1 milli meter. Maar de kracht van vijftig mannestemmenwe zouden het eerst eens moeten horen! Tenslotte toonde de Delftse geleerde de czaar de alleraardigste klokdiertjes, ook afkomstig uit slootwater, net kleine klokjes aan een klokketouw. Dat klokketouw werkt hier als een soort schrikdraad. Komt het in onzachte aan raking met „iets" anderse dan trekt het klokdiertje zich bliksemsnel terug. Het is met deze dingen zo: zelfs de uitvoerigste beschrijving kan het bekij ken niet vervangen. De pracht en de bijzonderheden rond deze microscopi sche waterdruppelwereld, moet men met eigen ogen gezien hebben, wil men zich ten zeersteverbazen. Met het volste recht kon de dichter van Leeu wenhoek getuigen: „Dit 's groote Leeuwenhoeck, die ziet wat niemand zag, Natuurs geheim ontdekt en zet in held'ren dag. Is 't wonder, dat hij all' die wond'ren heeft begrepen? Zijn geest is fijner dan het fijnste glas geslepen". (Dr. A. Schierbeek: Leeuwenhoek) Wij moeten ons Van Leeuwenhoek niet voorstellen als een echte „geleer de", ofschoon hij zeer scherpzinnig was. Vreemde talen heeft hij nimmer bestu deerd; Latijn zou hem, in die dagen, van groot nut zijn geweest, en zeker Engels. Heel zijn lange leven werkte hij „meest uyt een drift van weetgierig- heijt"! Zelfs nog enkele dagen vóór zijn dood „gloeide het vuur van yver noch soodanig, dat hij met zijn bijna ver- steve en stamelende lippen zijn ge dachten noch op het papier liet stellen over eene soort van zand". Scherpzinnige „dilettanten", gelijk onze Delftse microscopist, noemen we: „auto-didacten". 'n Auto-didact (autos: zelf; didaktos: geleerd) is iemand, die zijn kennis zonder vreemde hulp door zelfstudie heeft verkregen. Slechts enkele jaren heeft Leeuwen hoek te Amsterdam gewoond, waar hij zijn kennis verrijkte door de omgang met Jan Swammerdam, die de rode bloedlichaampjes vaststelde in het bloed; in normale omstandigheden be vat 1 kubieke m.m. van ons bloed 4,5 a 5 millioen van deze rode cellen (en 6000 8000 witte). Maar het grootste deel van zijn leven speelde zich toch af bin nen Delft, waar hij in de Nieuwe Kerk was gedoopt (4 November 1632). Te Delft kreeg hij ook een baantje bij de gemeente. Hij moest er de Schepen kamer van het stadhuis „pertinentelijk reinigen ende schoonhouden, 't vuyr op syn bequamen tijd aanleggen" enz. Dit ambt, dat waarschijnlijk iemand anders voor hem verzorgde, bracht hem jaar lijks ruim "50 op. Eveneens bekleedde hij nog een postje als „wijnroeyer ende peilder". Wijnroeien: de gevulde wijn vaten meten, peilen: de sterkte van de drank onderzoeken. De werkzaamheden te Delft trokken de zeer bijzóndere aandacht van de Koninklijke Sociëteit te Londen, de „Royal Society". Niet minder dan 375 brieven heeft onze geleerde onderzoe ker tot deze heren gericht. En bij zijn dood vermaakte hij hun 26 microsco pen. Niemand minder dan de Engelse gezant maakte zijn opwachting en deel de Leeuwenhoek mede, dat de Royal Society hem had benoemd als „fellow", d.w.z. „medebroeder van de selve Sociëteit''. Tot op hoge leeftijd genoot de be roemde Hollander de liefdevolle zorg en toewijding van 2ijn dochter Maria. De 26e Augustus 1723 overleed hij en werd begraven in de Oude Kerk, waar reeds Piet Hein, Maerten Tromp en de dichter Stalpaert v. d. V/iele, pastoor te Delft, rustten. „Hier rust Antony van Leeuwenhoek, oudste lid van de Koninklijke Sosyteijt in Londen, out sijnde 90 jaren, 10 maanden en 2 dagen". Een „Koning" Christus klinkt sommigen misschien wel wat vreemd? Christus, de goede Her der, dat laat zich horen. Christus de grote Hogepriester naar de orde van Melchisedech, gaat ook nog. Christus, onze gerechte Helper bij de Vader hoe aan genaam het te weten. Maar Christus: Koning? Een geduchte Heerser, naar Oosterse trant? Een Koning, die maar al te vaak tot dwingeland werd? Neen. En toch: Hij was al Koning In de kribbe. De Wijzen uit het Oosten offerden Hem daarom: goud. Hij was Koning toen Hij voor de Romeinse landvoogd stond: „Zijt Gij dan koning?" „Gij zegt het: Ik ben Koning". Eerst aan de Overzijde is Christus' Koninklijke macht tot algehele ontwikkeling gekomen; immers is daar niets meer, wa die ontplooiing zou vermogen belemmeren. Aan onze geëerbiedigde Ko ningin gehoorzamen wij uit aan hankelijkheid, als goede Neder landers. Aan Christus-Koning gehoorzamen wij, wijl Hij onze Broeder is, en ons heeft vrij gekocht. Koning en Herder tevens! „De Heer is mijn Herder, Hij laat mij rusten in groene beem den. Hij leidt mij in het juiste spoor" zingt de Psalmist. Ziet Ge nu wel? Dus: toch oo» een Herder. Duizenden erkennen in deze tijd uitsluitend de mens als koning, de mens die vrij is van Gods' H. Wet: „ere zij de mens in den hoge" gelijk een ge leerd priester dat onlangs teken de. Wie Christus als Koning door genade aanvaardt, aanvaardt de Macht, die de satan overwon, en onder Wier invloed de wanorde van deze tijd kan verkeren in een rijk van rechtvaardigheid, liefde en vrede- Eens toen Koning Arthur met de beroemde ridders van de Tafelronde vergaderde, kwam er plotseling een ruiter binnen, die helemaal in het groen was gekleed zelfs zijn paard was groen. „Wie durft mij een klap met deze bijl te geven?" riep hij uit. „Die mag over een jaar bij de Groene Kapel te rugkomen. Daar moet hij dan een klap van mij in ontvangst nemen!" Als men in één kleur tezamen met óe partner 9 kaarten heeft en rnen mist de vrouw van die kleur, speelt men gewoon lijk aas en heer, in de hoop dat de vrouw zal vallen. „Met negen moet je slaan' heet dat in de bridge-term) nologie. Zoals zovele algemene bndge-the->rieën is ook deze regel in verschillende geval len aanvechtbaar. Strikt theoretisch is de regel wel juist; els men aas en heer speelt, heeft men, om precies te zijn, 52Yz pet kans da4 de vrouw valt, n.l. als de 4 ontbrekende kaarten 2 2 verdeeld zijn (waarop 40 pet kans bestaat) plus In het geval dat de vrouw sec zit (12% pet kans) Er blijft dus nog een respectabel aan tal gevallen over, waarin de vrouw niét tweede of sec zit en een goed bridgespe- ler zal toch wel graag in een aantal van deze gevallen de vrouw er uit willen snij den. Deze kans is veelvuldig aanwezig, als men het bied- en spelverioop goed in het oog houdt; daaruit valt meer dan eens te concluderen, wie van de twee tegen standers vermoedelijk drie van de vier ontbrekende kaarten heeft en als men dat min of meer nauwkeurig heeft uit gerekend, is het beter om te snijden. In het hieronder beschreven spel zou de Zuidspeler b.v. zeker niet goed terecht gekomen zijn, indien hij uitsluitend ver trouwd had op de simpele stelling, dat men met negen samen „moet slaan". B73 H 10 6 5 O A V 10 7 4 5 4» AV865 <?3 O 8 6 2 H 10 8 3 OPLOSSING VAN GISTEREN Horizontaal: 1 exploiteren, 5 lamento, 9 er; 10 ep, 11 negen, 12 radio, 13 einde, 15 maggi, 17 de, 18 re, 19 enteren, 22 duizend- gen, 14 den, 16 are, 20 the, 21 rad. poot. Verticaal: 1 eigengereid, 2 oom, 3 ton, 4 nervositeit, 5 legende, 6 are, 7 tea, 8 opda- 4» H 10 9 2 <S> V72 03 AV964 AB984 OHB95 •f» B 7 2 In dit merkwaardige spel, waarin géén der vier spelers bepaald een mooi openingsbod heeft, is voor het OW-paar een contract van 5+ of 5* gemakkelijk te maken, tewijl NZ 11 slagen in O» of O kunnen maken als de O-vrouw geëlimi neerd kan worden. Het bieden verliep als volgt: Oost Zuid West Noord IA 1 O 14» 4 O 4 m pas pas 5<> pas pas double pas pas pas West's laatste pasbod is zeker aan vechtbaar; daar West enerzijds er niet zeker van kon zijn, dat S<> zou down gaan en anderzijds een goede kans moest hebben op 5 4, had hij zeker dat laatste bod moeten kiezen. Toe het zij, Noord kreeg 5 O te spelen, waarbij Oost de 2 voorspeelde. West nam <|k aas en trok 3 na, Oost 4»VTOUW; Oost vervolgde m'et A aas, welke door Noord ingetroefd werd. Noord baalde nu drie malen troef en stond ver volgens voor het probleem, hóe oi ce ■s?-kleur gespeeld moest worden. Noord dacht eens goed na en realisee de zich het volgende: a. Noord had „van huis vermoe delijk 44» en 5* gehad! ^0welr^^o als het spelen wezen m deze richting, b. Oost had slechts één gehad, want West had er drie laten zien tijdens het afspeien-n^ wag dus aanmerkelijk groot, dat Oost met lengte in tegenzat In elk geval was het vrij zeker, dat West niet de P-vrouw derde kon hebben. Alhoewel Noord geen 100 pet zekerheid kon verkrijgen, achtte hij de kansen op snijden in P toch aanmerkelijk groter dan het slaan. P Heer werd nagespeeld en toen beide tegenstanders bekend had den, kwam de PlO op tafel waar Oost een kleine bijspeelde. Noord ging nog eens eventjes nadenken en iedereen be leefde spannende ogenblikken. Tenslotte kwam het hoge woord er uit: „Een kleintje, partner!" MIMIR Ridder Gawein nam de uitdaging aan. Hij pakte de bijl en gaf de vreemdeling een verschrikkelijke slag in de nek. Het hoofd rolde over de grond. Maar de handen pakten het beet en zetten het weer op zijn plaats! Daarna reed de groene ruiter weg. Toen het jaar bijna verstreken was, gordde Gawein zich aan om naar de Groene Kapel te gaan zoeken. Zijn weg voerde hem over bergen en da len, over meren en rivieren. Einde lijk kwam hij aan een prachtig kas teel. De- ridder en zijn vrouw ontvingen hem zoals het behoort, met edel moedige gastvrijheid. Na een paar dagen vroeg Gawein aan de hoge dame: „Weet u soms ook. waar de Groene Kapel is? Want daar moet ik naar toe, volgens een af spraak" „Pas maar goed op, want die Kapel is het verblijf van een machtige tovenaar. Hij zal u kwaad doen. Maar doe deze riem van groe ne zijde om. Dant zult ge veilig zijn", antwoordde de burchtvrouwe. De volgende ochtend sloeg Gawein het woeste pad naar de Groene Ka pel in. Niemand vergezelde hem. Plotseling hoorde hij een gedruis als van een kudde wilde dieren. En door dat gedruis heen, bulderde een stem: „Daar komt ridder Gawein. Wacht maar, mannetje, ik zal je wel krij gen!" Onvervaard reed Gawein verder. Daar was, eindelijk, de Groene Ka pel. •.Je hebt je woord gehouden. Maar nu krijg je dan ook je klap". Vóór Koning Arthur dapperste rid der stond de groene ruiter van een jaar geleden. Hij zwaaide een vrese lijke strijdbijl. De slag zou een boom dodelijk gekwetst hebben. Maar Ga wein wankelde slechts even. Alleen een paar druppeltjes bloed gleden langs zijn nek. Gawein trok zijn zwaard. ,Laat dat zwaard op zijn plaats, ridder. Ik merk: je bent onkwets baar. Zie je niet, dat ik de heer van het kasteel ben, waar' je een paar dagen gast bent geweest! Mijn vrouw heeft je zeker mijn groene riem ge geven? Was je bang om zónder die riem tegen mij te vechten?" Gawein werd rood van schaamte: „Ik had hem niet moeten aannemen", sprak hij. „Het was laf"! „Houd hem maar", antwoordde de groene ruiter: „Voortaan zullen we goede vrienden zijn". Samen keerden zij toen naar het kasteel terug. r

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 6