„Jullie hebben werkers maar
geen land"
Ook de geslaagde man had zijn
moeili j kheden
Australische Aartsbisschop
over de Nederlanders
In 1970 verkeersintensiteit
verdrievoudigd
proces-verbaal voor
pietluttigheden
GEEN
GLAS... IN BETONRAMEN
ZWERVEND DOOR EEN WERELDDEEL
Elfde wegverkeersdag KNAC
DAAN WILDSCHUT:
NNf
Aantal doden daalt
Amerikaanse jonge boeren leerden
Nederland kennen
Onderhoud van huizen
De koffietijd
van elf uur
Den Haag Neerlands veiligste grote stad
Meer geld voor de wegen
erjL"lV"T0W:8,
Volledige denivelleriiig
gevraagd
Tegen de „Yzer-
betoging
a.s. Zondag
van
PAGINA 7
ZATERDAG 24 OCTOBER 1953
Door MARTIN W. DUYZ1NGS.
De wijde kloof der
eerste maanden
Ratten en slangen
Eigenaren verontrust door
regeringsvoorstel
Niet de Australiër, maar
de emigrant moet zich
aanpassen
;UID-OOST AUSTRALIË
QUEENSLA
AUSTRALIË}
NIEUW ZUID
VICTORIA
Josmgn
-/ndisent Oct aan
ASMANIE
Geen concurrentie
Wijze van bewerking
Politievak eist tact
Honden aan de lijn
Dubbelzinnige positie
„Ondeskundigheid" voordeel
Voor hogere en middelbare
ambtenaren
De emigrant wordt bedolven
onder nieuwe indrukken
ADELAIDE, October.
Mount Gambier leek een film-décor uit een vergeten Western van
de firma Metro Goldwyn Mayer....
Men landde er, na een tocht van vele bonderden mijlen over een
weinig opwindend panorama van niets dan moerassen en elkaar gretig
overwoekerende struiken, op een, goedmoedig in de koesterende voor
jaarszon soezende airstrip. Men reed vervolgens een mijl of vier door
de glooiingen van een verrassend vriendelijk landschap, dat men tegen
e i~izonder dat de
ons eigen Zuid-Limburg zou kunnen aanschuiven
Boerenbond of de Commissie tot behoud van het Landschapsschoon
daar overwegende bezwaren tegen zou hebben, en dan vond men Mount
Gambier aan de voet van een voormalige vulkaan, wier smetteloos
blauwe krater meer niet ten onrechte nog steeds toeristen lokt ui
alle delen van Australië.
Men wandelde door een brede hoofdstraat die eeli pittoresk
stadhuis en twee lange rijen vol schilderachtig-rommelige winkeltjes
evengoed in West-Texas had kunnen liggen, en vermoedelijk zoudt gij
daar in Gambier gewoon maar belangstellend op de houten veranda
van het enige gerenommeerde hotel ter plaatse zijn gaan zitten teneinde
te wachten op het ogenblik waarop de postkoets in een stofwolk vol
pistoolgeknal en lioef-gekletter door de Gemaskerde Schurk^ en diens
kornuiten overvallen zou worden, als de Lord Mayor, een vriendelijke
man, U persoonlijk niet verzekerd had, dat er in South-Australia alleen
nog maar op konijnen en (clandestien) op een kangeroe geschoten
wordt; of als die hoofdstraat toevallig niet boordevol gestaan had
met, voornamelijk uit het jaar 1953 daterende automobielen; of als
men, ergens tussen die winkeltjes, niet het alles behalve Wild Westerige
atelier gevonden had van de, zeer onlangs nog in Amsterdam wonende
gezusters Naaraat: „The first stocking repairers in Mount Gambier",
met Uw welnemen
Sinds 1938 is het motorrijtuigen
park. mede door de invasie van
de bromfietsen, verdriedubbeld.
Ten opzichte van 1951 is in 1952
aantal verkeersongelukken met
4,7 procent toegenomen. De ver
keersintensiteit nam met 5,9 pet
toe. Het aantal doden en ernstig
gewonden is relatief dalende. Het
aantal licht gewonden daarentegen
steeg met 20 pet. Bij 6 pet van de
verkeersongevallen waren in het
afgelopen jaar bromfietsen betrok
ken, waarvan 1,6 pet met dode
lijke afloop. Het aantal ongeluk
ken in Den Haag is in 1952 met
1 pet gedaald. Rotterdam en Am
sterdam hebben nog steeds stij
gende cijfers.
Ni j i_11,„rt V-.; 1 -iovtounnH
Er loopt van Mount Gambier fen smalle,
zanderige weg naar het Oosten, en naar
mate men verder Oostwaarts gaat, nujl na
mijl, voelt men hoe het terrein rondom
geleidelijk zijn vriendelijkheid verliest,
vindt men nog slechts grote kudden scha
pen op de schraler wordende weiden en
bereikt men, tenslotte, in de buurt van de
kleine nederzetting Caroline een punt
waar het ruwe pad zonder veel overgang
doodloopt in een onafzienbaar bos. Daar,
aan de rand van dat bos, tussen Yahl en
Caroline, bouwt men nu een grote vlas
fabriek en dat er in het geraas der zware
betonmolens voomamelijks Hollands ge
bruld wordt, komt alleen maar omdat de
onderhavige beton-contractor drie jaar
geleden nog in Leeuwarden rondliep. Hij
heeft in Australië zijn weg al gemaakt,
de man uit Leeuwarden. Samen met zijn
zwager, die nu toevallig in het ziekenhuis
ligt, bouwde hij uit niets een nog altijd
groeiend bedrijf en hij heeft al vijf andere
Nederlands in dienst (,,ik laat ze hard
werken, maar ik betaal ze twintig Pond
per week"), en hij fungeert reeds als
drummer in het muziekcorps van het Le
ger des Heils in Mount Gambier en zijn
vrouw is pas nog vier maanden met va-
cantle in Nederland geweest om te er
varen, dat ze bij nader inzien in Nederland
niet meer zou künnen wennen.
Een geslaagd emigrant! Een sterke, rus
tige en vriendelijke man, die zonder enige
opsmuk verhaalt van dat wat hij in slechts
enkele jaren tijds met hard werken en een
klare kop bereikte.
Neen, hij zou niet meer terugwillen.
Wel natuurlijk nog eens voor een holiday.
Men wil zijn eigen land en zijn eigen
Leeuwarden nog wel eens terugzien. Maar
niet om er te blijven. Waarom zou men.
Men heeft het getroffen in Australië Men
heeft al een eigen wagentje
En pas veel later, als men de man uit
Leeuwarden, thuis, in zijn eigen omgeving,
nog eens spreekt, zegt hij: „Maar wat ik
de eerste maanden, dat ik hier was, heb
meegemaakt, zou ik mijn grootste vijand
niet gunnen. Ik stond daar In Melbourne
met een kist en een koffer en zonder één
woord Engels en de wereld en de mensen
bleken heel anders dan thuis, in Leeuwar
den, en het was alsof je toen pas besefte:
nu ben ik aan mezelf overgelaten; alleen
op jezelf komt het aan, als nu je krachten
het begeven, zink je weg in de sloppen
van een stad die niet om je geeft, omdat
ze je niet kent. Man! wat ik die eerste
maanden meegemaakt heb, ook toen ik al
werkte en ik iedere week al 'n paar Pond
sparen kon, dat kan ik je onmogelijk vol
ledig beschrijven....-
Men verwerkt als pas arriverende
emigrant ineens wel duizend nieuwe in
drukken. Men heeft gehoord van een
land dat uit niets dan vrijheid en ruimte
heet te bestaan, doch men slijt z'ijn eer
ste weken in een kamp of een hostel en
de kampcommandant, een voormalig
majoor van het Australische leger, die
op het eerste oog wat stug aandoet, doch
die bij nader inzien liever een paradijs
dan een emigrantenkamp zou willen be
heren, kan om allerlei practische rede
nen niet toestaan, dat een ijverige huis
vrouw uit Hengelo, wier man honderd
mijl verderop in de bossen werkt, op een
clandestien petroleum-stel terwille van
de kinderen haar eigen potje kookt, om
dat het eten dat haar in de kampkeuken
door een Pool wordt bereid, haar niet ten
onrechte soms wat tegenstaat en omdat
zij de 3000 calorieën welke men haar ga
randeert, gaarne ruilen wil tegen drie
éétbare aardappels en één kauwbare
biefstuk.
„Als ik ze in 't kamp hun eigen potje
laat koken", zegt de kampcommandant,
„verhoog ik niet alleen 't brandgevaar,
doch creëert men bovendien etensresten.
En etensresten betekenen: ratten, en met
een kamp vol ratten, lok ik de slangen,
waarvan 't wemelt in de bush rondom, en
er zijn er, wier gift slechts twintig secon
den nodig heeft om een kind te doden".
De kampcommandant heeft gelijk en
de hierboven reeds aangeroerde Poolse
kok kan het óók niet helpen, dat hij on
der het verzamelwoord culinaire geneug
ten toevallig iets minder smakelijks ver
staat dan een Nederlandse huisvrouw.
Doch zowel de kampcommandant als de
vriendelijk-blozende Pool dragen er, mét
de nimmer bijzonder vrolijke sfeer van I
een hutten-kamp, toe bij, dat de nieuwe j
emigrant nogal wat moeite heeft om de
schok welke hij onderging toen hij ein
delijk met twee voeten op Australisch
grondgebied kwam te staan, te kunnen
verwerken.
en omdat hij zijn wekelijkse biljartavond
van weleer nog altijd niet missen kan,
het blijft een moeilijk en nogal pijnlijk
proces. En de enige emigrant die er ken
nelijk nimmer mee' sukkelde, was een
jonge en blonde technische tekenaar,
werkzaam in de staf van een Amerikaan
se firma die nu in Kwinana (Zuid-Austra-
lië) druk doende is, in een fantastisch
tempo en ten behoeve van de uit Abadan
verjaagde Anglo-Iranian de grootste
olie-raffinaderij ter wereld uit de grond
te stampen. Hij kwam uit Leiden en hoe
wel hij pas drie-en-twintig lentes telde,
was hij al bijna vier jaar in Australië en
had hij, naar hij meldde, geen ogenblik
moeite gehad om volmaakt te assimile-
„De beste plaats voor een vrijgezel om
vertrouwd te raken met de Australiër
zei de jongeman uit Leiden, „is de pub,
en daarom frequenteer ik de pub en
voor mij heeft Australië geen geheimen".
Hij verdiende vijftien pond schoon per
week en als men hem vroeg hoeveel hij
in de jaren die achter hem lagen, nu al
gespaard had, greep hij nonchalant in
zijn broekzak en telde hij zjjn pennies.
„Zes shilling en vier pence", zei hij dan
met een vage glimlach.
Het bestuur van de Ned. Bond van
Huis- en Grondeigenaren heeft aan de
leden van de Tweede Kamer een adres
gezonden naar aanleiding van het voor
stel van de regering om aan artikel 27,
le lid, van de Huurwet een nieuw tweede
lid in te voegen met betrekking tot de
onderhoudsplicht. De bond acht de voor
genomen tweede huurverhoging, in het
bijzonder voor de grootste steden, vol
komen onvoldoende voor de bestrijding
van de verwaarlozing van de staat van
het gebouwde onroerende goed.
DE CONTRACTOR UIT
LEEUWARDEN
de eerste maanden een hel
Er zijn duizend verschillende manieren
om Australië en de Australiërs te leren
kennen. De jongeman uit Leiden koos
vermoedelijk de slechtste
Gevreesd wordt, dat de voorgestelde
onbeperkte bevoegdheid van de huurders
inzake onderhoud en reparaties tot niet
te overziene financiële consequenties
voor de huiseigenaren kan leiden, waar
door de reeds bestaande exploitatiemoei
lijkheden in vele gevallen aanzienlijk
zullen toenemen. De bond verzoekt
daarom aan de Tweede Kamer, de voor
gestelde aanvulling niet te aanvaarden,
subsidiair daaraan uitdrukkelijk te ver
binden de bepaling, dat aan de eigenaar
nimmer een hogere onderhoudsplicht zal
worden opgelegd dan het in de toege
stane huurverhoging begrepen bedrag
aan onderhoudskosten, zoals de Sociaal-
Economische Raad in zijn geheel aan de
regering adviseerde.
(Van onze Haagse
redactie)
„It was the most won
derful time of my life",
zei de 21-jarige Mary
Margaret Copeland uit
Jonesboro in Arkansas,
die een maand of vier
heeft gewerkt op enige
Nederlandse boerderijen.
Te samen met vier col
lega's twee dames en
twee heren is zij op
6 Juli in Nederland
aangekomen in het ka
der van de uitwisselings
actie, die georganiseerd
wordt door het „Interna
tional Farm Youth Ex
change Program". Nu
enige dagen voor het
vertrek waren deze
vijf jonge Amerikanen
met verschillende van
hun gastheren naar het
Haagse Parkhotel geko
men om de pers te ver
tellen over hun ervarin
gen.
Mary Copeland «s
eigenlijk geen boerin.
Haar ouders hebben een
uivélboerderij ter groot
te van ongeveer -j8 h.a.
Zelf is zij lerares in
sociale wetenschappen
aan 'n middelbare school
te Harrisburg. „Dat
neemt niet weg, dat ze
ons flink geholpen heeft",
vertelt haar Limburgse
gastvrouw, mevr. Deuss-
Rijss uit Limbricht. „Ze
heeft bij ons zelfs mel
ken geleerd".
Het familieleven in
Nederland concentreert
zich meer in de huiska
mer dan bij ons, vindt
de jeugdige Amerikaan
se. in die opvatting staat
ze niet. alleen, want ook
haar landgenoten is dat
opgevallen. Er is trou
wens nog één ding, waar
over zehet hartroerend
eens zijn. Het verschil
tussen de landstreken
ze hebben allen op drie
of vier boerderijen ge
werkt - komt het meest
tot uiting in het verschil
in godsdienst. Dat drukt
veel meer een stempel op
het leven dan in Ame
rika.
Voor het overige is er
niet zo'n grote afstand
tussen het leven op het
Amerikaanse platteland
en hier. „Alleen, er is
bij ons wat meer comfort
uit de stad doorgedron
gen", vertrouwt John
Henry Magness uit Ma
ryland, diè op de boer
derij van zijn vader
werkt, ons toe. Een ander
typisch verschil vindt hij,
dat in Nederland de op
brengst per hectare cn
in Amerika de opbrengst
per man het grootste is.
„Maar", en hier toont
hj) zich thuis in ons land
bouw vraagstuk, „jullie
hebben werkers maar
geen land en wij hebben
land in overvloed".
Robert William Shoe-
meyer uit Missouri is
het echte type van een
landbouwer. Op dat ge
bied weet hij zijn weetje
dan ook wel. Hij is werk
zaam op het bedrijf van
zijn vader, dat 278 hecta
ren groot is. Meermalen
was Robert, die 23 jaar
is, lid van de jury bij
keuringen van pluimvee,
vee, zuivelproducten en
veldgewassen. Hij vindt,
dat hij het bijzonder
heeft getroffen met zijn
gastheer in Noord-Hol
land. Vooral de bloemen
veiling te Aalsmeer heeft
grote indruk op hem ge
maakt. Als wij hem vra
gen of hij dc voorkeur
geeft aan de Amerikaan
se of de Nederlandse
leefwijze ontpopt Robert
Shoemeyer zich echter
ook nog als diplomaat.
„Ik denk, zo zegt hij
guitig twinkelend van
achter zijn brïlleglazen,
dat de Amerikaanse leef
wijze de beste is voor de
Amerikanen en de Ne
derlandse voor de Ne
derlanders".
En wat denken de
gastheren en -vrouwen
'er nu zelf van. Die zijn
allemaal erg enthousiast.
„Het was erg prettig en
zelfs de taalmoeilijkhe
den hadden we gaww on
der de knie. Het leuke
was, dat onze Ameri
kaanse gasten zich uit
zich zelf aanpasten bij
de gewoonten in ons ge
zin. We viiiden het jam
mer, dat ze nu weer weg
gaan".
Mary Margaret was
enthousiast over de
Nederlandse koffietijd
's morgens om elf uur.
„Dat zal ik zeker bij ons
op de boerderij ook in
voeren".
De jonge Amerikanen
gaan niet rechtstreeks
haar huis. Ze maken van
de gelegenheid -gebruik
om 'nog wat meer van
Europa, te zien. Hoewel
ze daar niet al te veel
tiid voor hebben. „Frank
rijk. Zwitserland <n
Italië, gaan we in één
week dóen", zegt Robert
Shoemeyer lachend. En
dat is zelfs voor een
Amerikaan wel wat heel
erg kort.
De wanhoop der eerste maanden..
Men kan de nieuwe emigrant opzoeken
waar men wil in de kampen, in de ho
tels, in de boarding-houses, in een pas ge
huurde caravan, ergens in de rimboe mij
len buiten de stad, of zelfs in de paar
schaars gemeubileerde kamers, waarop
een bevriende relatie reeds vóór zijn aan
komst beslag wist te leggen en zo hij
niet helemaal ten voeten uit gesneden is
uit het bikkelharde hout waarvan men ook
in vroeger eeuwen de onverschilligsten
der pioniers vervaardigde, zo zegt hij in
negen van de tien gevallen: ik kan dit l?bd
maar niet begrijpen. Hij heeft de wijde
kloof tussen de Lage Landen en de Jonge
Wereld nog niet overbrugd. Men heeft
hem in Nederland getest, voorgelicht, ge
waarschuwd. geraden en onderwezen,
doch zelfs al had men hem met de beste
bedoelingen opgeleid tot een, met diplo
ma's overladen Emigrant Eerste Klasse,
zelfs dan zou men vermoedelijk niet heb
ben kunnen voorkomen, dat de emigrant
een zware morele sc£°a,_ gaat z0
gauw men hem in Fremantle, m Mel
bourne of m Sydney aan de wal zet en het
allemaal opeens met geweld op hem aan
stormt: de eerste vlaag van heimwee, de
plotseling wat beangstigende wetenschap,
morgen of overmorgen voor de tweede
maal in zijn leven de eerste stap te moeten
zetten op de weg naar een carrière of.een
mislukking. Op dat moment lijkt Sydney
geen wereldstad en Melbourne geen m-i
lichtreclames volgehangen metropool en
Mount Gambier geen vriendelijk en ro
mantisch provincieplaatsje, neen, op dat
moment voelt men zich een eenzame: tas
tend en dwalend in e lung'
vol nimmer bevroede dreigingen en geva-
ren.
Men moet aan zoveel dingen wennen!
Aan de Australiër, die vriendelijk is en
goedlachs en hulpvaardig en allesbehai-
ve kleinzerig, doch die het nèt niet goed
verdragen kan als, bijvoorbeeld, een ar
geloze Nederlander niet Zonder trots
meldt, dat thuis in het oude vaderland,
het spoorwegnet voor drie-kwart is
geëlectrificeerd, in frappante tegenstel
ling tot dat wat men links en rechts in
Australië aan volop walmende spoorweg
museum-stukken nog te bezichtigen
krijgt. Aan een volk, dat zich zonder veel
zorgen baadt in een weelde van vacatu
res en haast verbluffende basisionen.
Aan een royalere, vrijere manier-van
leven waarbij het U, in tegenstelling wel
licht tot een in Nederland zorgvuldig
aangekweekte gewoonte, volmaakt koud
dient te laten wat Uw buurman doet of
hoe Uw buurvrouw haar schulden be
taalt, doch waarbij men U, daarnaast,
onverdroten op de bon slingert zo men
U na zessen nog met een glas bier in de
hand in de pub aantreft en waarbij men
U niet zonder afschuw aanstaart zo gij
bijgeval een lepeltje rechtop in een thee
kop laat staan
Er zijn er, die ontstellend veel moeite
hebben om de Australiër tenslotte te be
grijpen. Er zijn er die er nog veel langer
over doen alvorens zij vertrouwd raken
met de wat kille, nog altijd volop van
een Brits stempel getuigende sfeer waar
in 's avonds na zessen zelfs een vriende
lijk countrystadje als Mount Gambier ge
vangen wordt; een sfeer, die op een re
genachtige Zondagmiddag ook een mil
lioenenstad als Melbourne achter laat met
doodse, lege, stille straten, waarin gij
niets anders hoort dan de zwakke echo
van Uw eigen stappen.
De ervaring leert, dat men er tenslotte
wel aan went, ook al omdat de emigrant
al gauw beseft, dat het voornamelijk aan
hem is, ziCh aan te passen aan de nieuwe,
soms zo vreemde en kille omstandighe
den. Doch het blijft niet alleen voor de
emigrant uit Boxtel die per se uit het
idyllische dorp Loxton in Zuid-Austra-
lië weg wil, omdat er geen kegelclub is
„Immigrante,^ uit Nederland
naar Zuid-Australië gekomen, heb
ben hier een uitstekende indruk ge
maakt, niet alleen door hun on
kreukbaarheid en hun arbeidscapa
citeiten, maar ook omdat ze het
ware pioniersbloed hebben. Ze zijn
een waardvolle aanwinst voor dit
land en hun gezinnen zullen de
Australische zeker kunnen inspire
ren.
Die immigranten hebben er wijs
aan gedaan liever naar de platte
landsgemeenten te trekken dan
naar de grote steden. Ze kunnen
zich in die kleinere gemeenschap
pen veel vlugger leren, aanpassen en
zullen zich niet zo eenzaam voelen
als in grote steden het geval is.
Ik druk de hoop uit, dat er tussen
de regeringen van Nederland en het
Australische Gemenebest een over
eenkomst zou kunnen worden ge
sloten, waarbij het mogelijk zou
zijn, dat emigranten uit Nederland,
die bekend zijn met het boeren-
handwerk, financieel zouden kun
nen worden geholpen óm boerde
rijen te stichten. Over het algemeen
zal het dan het eerst nodig zijn, dat
zij financieel worden geholpen bij
het bouwen van een eigen huis,
hetzij dit in de steden is of op het
land.
Ik vernam van pater Beerepoot
O.F.M., die speciaal belast is met de
zielzorg voor de katholieke immi
granten uit Nederland, dat deze
laatsten over het algemeen zeer te
vreden zijn in hun nieuwe vader
land, vooral wanneer ze er in sla
gen een eigen huis te betrekken.
MATTHEW BEOVICH,
Aartsbisschop van Adelaide
Bovenstaande verklaring van de
Aartsbisschop va*n Adelaide,^ die de
zorg heeft voor de katholieken van
geheel Zuid Australië, kreeg onze re-
dacteur Martin W. Duyz-ings, bij een
bezoek, dat hij aan deze Australische
Kerkvorst bracht.
(Van onze Haagse redactie)
's Gravenhage is de veiligste grote stad van Nederland. Dit blijkt uit de
uitslag van de verkeersveiligheidscompetitie 1952, volgens welke de Volsta
evenals in 1951 winnares is in de klasse van steden met meer dan oOO.OOU
inwoners. Rotterdam neemt de tweede plaats in. Amsterdam^sluit de ry
als derde. In de overige klassen kwamen als eerste uit de bus Haarlem (v.j.
Groningen)Amersfoort (v.j. Leeuwarden)Zaandam (v.j. Deventer)
Bussum (v.j. Den Helder) en Vlissingen (v.j. Zutfen). Als beloning werd
gistermiddag in het Kurhaus te Sclieveningen aan de burgemeesters van
deze steden een zilveren beker met oorkonde uitgereikt door mr D. v.GUse,
procureur-generaal bij het gerechtshof te 's Gravenhage. Dit tot besluit
van de elfde wegverkeersdag, die de K.N.A.C. gisteren in het Kurhaus
heeft gehouden.
„Het is verheugend, dat na de zuinige
politiek van de na-oorlogsjaren thans op
de begroting 1954 belangrijk meer is uit
getrokken ten behoeve van de voltooiing
van het wegennet", zei de minister van
CUNNA
500km
bont-
Inw* COMAW
HYWC
GRAFTON
f ••«OKtN HIU.
CqVARlC
UNGTON
DCMUOUm
—ZKAN6QtA0t C/L
RALLAfUT
SCCLO
Boss straat
hing et
ESTON
PASTOOR Klingelmann
durfde het haast niet
aan. Dit experiment leek
hem té gewaagd. Weliswaar
twijfelde hij geen moment
aan het artistieke vermogen
van de hedendaagse beel
dende kunstenaars. De mees
terlijk gebrandschilderde
vensters in het gothieke
hoogkoor van de Dom van
Aken, dq kathedraal van zijn
bisdom, vormden daarvoor de
onweerlegbare garantie. Maar
wat te denken van glas in
beton? In geheel Duitsland
was nog geen raam in deze
moderne techniek uitgevoerd.
Architect Snelder, die voor
zijn parochie te Höngen zo'n
mooie kerk heeft gebouwd,
dat ze de trots vormt v«n 4e
gehele Zelfkant, kon hem
echter de stellige verzekering
geven, dat de moderne teke
ning van Daan Wildschut het
in deze techniek voortreffe
lijk zou doen. Steunend op
diens rustig overwogen oor
deel besloot de parochie
herder het er dan toch maar
op te wagen, temeer daar het
bisdom dit plan onverwijld
had goedgekeurd.
Van dit besluit heeft pas
toor Klingelmann achteraf
geen ogenblik spijt gehad.
Van heinde en verre komen
bewonderaars van de edele
glazenierskunst naar 't roos
venster kijken, waarin de
triomferende Christus staat
uitgebeeld, een figuur, die
imponeert door vorstelijke
majesteit. Breekt in de na
middag de zon door dit glas in
beton-raam heen, dan straalt
deze koninklijke gestalte in
de brillante Thaborluister
van haar smetteloos blank
gewaad. Reeds mocht de kun
stenaar de vererende op
dracht ontvangen een aantal
ramen voor de nieuwe Sint
Annakerk te Heerlen een
bouwwerk in beton van prof.
ir F. Peutz volgens dit
procédé uit te voeren.
„Meen niet, dat glas in
beton het klassieke glas in
lood op den duur zal verdrin
gen", zegt Daan Wildschut,
wanneer hij een ogenblik de
beitel laat rusten, waarmede
hij in het atelier Flos te Steyl
dit harde materiaal bewerkt.
„Deze mening zou er volko
men naast zijn. Het zijn twee
afzonderlijke technieken die
ieder haar eigen bestaans
recht blijven behouden. Voor
sommige gebouwen kan een
glas-in-betonraam zelfs uit
den boze zijn".
De bewering, als zouden de
voortreffelijke glassoorten
naars voor hun gebrandschil
derde ramen gebruikten,
die de middeleeuwse kunste-
tegenwoordig niet meer be
staan, beschouwt hij ais een
fabeltje, want de kvvalitelt
van het moderne glas is min
stens even mooi, zo niet nog
mooier dan waarmede b.v. de
gebroeders Dirk en Wouter
Crabeth gewerkt hebben.
Glas in beton vindt hij een
voortreffelijk materiaal. Dit
wordt in de fabriek te Saint-
Juste in Frankrijk gegoten
van de restanten van antiek
glas, die in de vuurpotten
achterblijven. Voor de ver
vaardiging van glas-in-beton-
ramen maakt hij gebruik van
tegels, die 23% c.m. dik en
20 X 20 c.m. breed en lang
zijn.
„Van de geharde opper
vlakte der plaat sla ik hier en
daar facetten af", zegt hij.
„Daardoor wordt de lichtbre
king veel intenser. Die ge
deelten flonkeren dan als
kristallen. De variaties der
kleuren lopen tot in de hon
derden. Zelfs in één kleur
zitten zo onnoemelijk veel
tonaliteiten, dat je daarmede
een spel kunt spelen. En hard
als dit materiaal is! Je kan er
met geen steen doorheen
komen.
Weet u wat wel de aller
beste hoedanigheid van deze
glassoort is? Dat je daarmede
zo mooi kunt bouwen. Ze
voegt zich uitstekend in de
architectuur van het gebouw.
Zo'n raam maakt de indruk
een transparante wand te
zijn".
„Hoe gaat u met dit mate
riaal om?"
„Mijn eerste werk is: een
karton maken op ware
grootte. Volgens dit ontwerp
kap ik met een mozaïek
hamer de stukken in de juiste
vorm. Dit vereist een be
paalde vaardigheid, want het
materiaal, dat 'n vrij amorfe
massa is, valt veel moeilijker
te bewerken dan b.v. mar
mer, dat van nature een be
paalde geleding en structuur
bezit. Dit glas, dat niet orga
nisch gegroeid is, barst naar
alle kanten. Het duurt ge
ruime tijd voordat je deze
techniek te pakken hebt.
De afzonderlijke stukken
glas vormen tezamen als het
ware een legpuzzle. Ik voeg
ze met speciaal bereid cement
aan elkaar. In tegenstelling
met de loodbanden wordt het
beton volledig in de tekening
opgenomen en bezit een ver
rassende en nobele toon-
waarde: het blijkt n.l. prach
tig zwart te zijn".
Reeds werd deze techniek
elders in toepassing gebracht,
vertelt hij ons. Vooral in
Frankrijk. Fernand Léger
werkt er al tien jaar mee. In
Audencourt heeft hij zelfs
een hele kerk op deze wijze
beglaasd. Miro ontwerpt glas-
in-betonramen voor de doop
kapel van dit bezienswaar
dige gebouw. In Zwitserland
worden eveneens glas-in-
betonramen vervaardigd.
„In ons land ben ik de
eerste die er een opdracht in
vervaardigde", verklaart ons
Daan Wildschut. „Bij de uit
voering heb ik veel te danken
gehad aan de goede hulp van
Frans Smeets, een Jonge kun
stenaar uit Kuyk".
Verkeer en Waterstaat, mr J. Algera, die
de wegverkeersdag opende. Zo is 7 mil-
lioen gulden meer dan dit jaar beschik
baar voor de bouw van de- Velsertunnel.
Ir A. G. Maris, directeur-generaal van
de Rijkswaterstaat, wees er op, dat het
wegennet moet worden opgebouwd vol-'
gens een plan, dat geregeld aan de zich
wijzigende behoeften kan worden aange
past. Momenteel zijn er niet veel wegen,
die ontoelaatbaar zijn belast. In alle ge
vallen, waarin dat wel zo is, zijn wer
ken in uitvoering of zullen binnenkort
werkzaamheden worden verricht om ver
betering in de toestand te brengen.
Ir Maris voorspelde, dat dc verkeersin
tensiteit in 1970 verdrievoudigd zal zijn.
De wegen, die van de randstad Holland
naar het Oosten en Zuiden leiden, zul
len dan het meest overbelast zijn. De we
gen binnen dc randstad zullen nog een
heel eind meekunnen.
De hoofdcommissaris van politie te Rot
terdam, de heer H. Staal, betoogde, dat
bij strenge handhaving van de verkeers-
voorschriften het aantal ongevallen in be
langrijke mate en wel tot 40°/» ver
mindert. Een en ander moet met tact ge
schieden. Agenten moeten geen verbaal
opmaken voor pietluttigheden. Het is dan
ook geenszins zo, dat de promotiekansen
stijgen met het aantal processen-verbaal.
Een teveel zal worden aangemerkt als een
uiting van verkeerde activiteit en vitterig
heid ten nadele van de weggebruiker. Een
tekort wijst er op, dat de agent ook ern
stige overtredingen met een waarschu-
wing afdoet. Tenslotte bracht de heer
Staal de funeste invloed van alcohol bij
snelverkeer naar voren. Ondanks de
strenge straffen blijft het aantal veroor
delingen terzake zich in Rotterdam op
een zelfde peil 100 per jaar bewegen,
Dit aantal zou nog veel hoger zijn, indien
de politie niet preventief optrad.
Dieren in het wegverkeer was het on
derwerp dat de vierde spreker, de heer
H. van Poelgeest, voorzitter van de Ned.
vereniging tot bescherming van dieren
voor zijn rekening nam. Hij vroeg om de
dieren, die vervoerd worden in het bijzon
der naar en van veemarkten, te ontzien
door het vermijden van plotseling rem
men en overhellen van de wagens. Loslo
pende huisdieren veroorzaken V5 tot 2'/»
van het totaal aantal verkeersongevalen.
Het comité „Dieren in het wegverkeer"
zal daarom aandringen op het verplicht
stellen van 't aan de lijn houden van hon
den bij druk verkeer. In afwachting van 'n
centrale regeling is aan de Ged. Staten ver
zocht op de belangrijke verkeersroutes in
de provincie een verbod uit te vaardigen
om honden los te laten lopen. Voorts is
gevraagd de gemeentebesturen hierop te
attenderen. Voorzover de antwoorden
binnen zijn werd vrijwel algemeen instem
ming betuigd.
Tenslote betoogde prof. dr D. J. van
Lennep, directeur van de Nederlandse
stichting voor psychotechniek, dat de si
tuatie, waarin de chauffeur zich bevindt,
vol dubbelzinnige aspecten is. Hij moet
zich niet alleen de betekenis van de ver
keerssituatie realiseren, zoals deze voor
hèm verschijnt, maar minstens evenzeer
de betekenis in het verkeersbeeld van de
andere weggebruiker. Om te leren chauf
feren dit geldt natuurlijk evenzeer voor
het leren wandelen en fietsen moet
ieder trachten een compromis te vinden
in deze dubbelzinnige positie. De beste
rijder moet hij worden genoemd, die tole
rant is voor de dubbelzinnigheid van zijn
situatie en die deze dubbelzinnigheid heeft
weten te aanvaarden. Een middel om deze
gevarenbron te bestrijden noemde prof.
Van Lennep onderwijs dat er op gericht
is altijd weer op de verschillende dubbel-
zinningheden van de chauffeurs-situatie
te wijzen.
Nadat mr Van Gilse de prijzen van de
steden-verkeers-veiligheidcompetitie had
uitgereikt, waarbij ir L. J. M. Feber als
loco-burgemeester de beker voor Den
Haag in ontvangst nam, werd de wegver
keersdag gesloten door de voorzitter van
de K.N.A.C., jhr mr J. Th. M. Smits van
Oyen.
Geen verkeerskamers bij de rechtban
ken, zo oordeelde mr F. P. E. Bloemarts,
vice-president van de arrondissements
rechtbank te Rotterdam en president van
de verkeerskamer bij deze rechtbank
Weliswaar eist het wegverkeer een bij
zondere studie, doch de problematiek
werpt in het algemeen geen rechtsvragen
maar vragen van beleid op. Bovendien is
het stelsel van onze wetgeving, dat de
rechter in verreweg de meeste gevallen
heeft te oordelen over zaken, die geen
weerklank vinden in zijn eigen herinne
ring en ervaring. Deze betrekkelijke „on
deskundigheid" van de rechter vond mr
Bloemarts zelfs een voordeel, omdat zij
de rechter dwingt afstand te nemen tot
het hem voorgelegde onderwerp en zich
daarin van geval tot geval te verdiepen.
Waarom verkeerskamers, waarvan de
meerderheid geregeld zelf aan het motori
sche verkeer deelneemt of heeft deelgeno
men?, vroeg hij zich af. Immers er is geen
principieel onderscheid tussen het geval,
dat de rechter de navigatie van een zee
schip beoordeelt zonder ooit gevaren te
hebben en het geval, dat de rechter de
gedragingen van een automobilist op de
korrel neemt zonder ooit zelf gechauffeurd
te hebben. Overigens kunnen de voorstan
ders van verkeerskamers zich troosten
met de wetenschap, dat een onderzoek
heeft uitgewezen, dat 50'/o van de leden
der rechtbanken en gerechtshoven zelf
met een motorvoertuig rijdt of vroeger
gereden heelt.
Naar uit het voorlopig vers-lag van de
Twee-de Kamer over de begrotin-g VE-n
Bi-n-nenlanidse Zaken blij'kt, zijn vele le
den va-n m-endn-g, dat, de aainva-n-g, weike
de minister heeft gema-aikt met de oplos
sing van dit probleem, gevolgd dient^ te
worden door verdere stappen, welke
moeten leiden n-aar een volledige denivel
lering. Gaarne zou men vernemen, of de
minister een regeling, als voor d-e top
functionarissen in het voornemen l:gt,
ook mogelijk acht ten aanzien van de
hoogste ambtenaren van de lagere pu
bliekrechtelijk* organen.
Donderdag zijn te Diksmuide de voor
posten aangekomen van 't Vlaamse jeugd-
comité en is een begin gemaakt met de
„operatie Uilenspiegel". Dit, voor het
grootste gedeelte uit studenten der
Vlaamse universiteiten bestaande, jeugd-
comité is voornemens de bedevaart der
leden van het IJzerfront oud-strijders
en verzetslieden met alle mogelijke
middelen te verhinderen.
De studenten hebben Donderdag aan ae
bewoners van Diksmuide en omgeving
circulaires uitgedeeld. Op de voorzijde
hiervan prijkt een afbeelding van Koning
Leopold. Op de achterzijde een afbeelding
van de IJzertoren. In de tekst wordt de
bevolking aangespoord „geen lessen te
gedogen in vaderlandsliefde van de leden
van het IJzerfront". „De dynamiteurs
van de IJzertoren, dezelfden, die Koning
Leopold van de troon stootten, willen de
Vlaamse mensen treffen", zo heet_ het
verder. „Vlaanderen stoot hen uit..."
Intussen hebben de studenten van _«e
vrije "Tiversiteit te Brussel besloten zien
Zond i bij de bedevaart van de IJzer-
fronters aan te sluiten.