„Jullie hebben werkers maar geen land" Ook de geslaagde man had zijn moeili j kheden Australische Aartsbisschop over de Nederlanders In 1970 verkeersintensiteit verdrievoudigd proces-verbaal voor pietluttigheden GEEN GLAS... IN BETONRAMEN ZWERVEND DOOR EEN WERELDDEEL Elfde wegverkeersdag KNAC DAAN WILDSCHUT: NNf Aantal doden daalt Amerikaanse jonge boeren leerden Nederland kennen Onderhoud van huizen De koffietijd van elf uur Den Haag Neerlands veiligste grote stad Meer geld voor de wegen erjL"lV"T0W:8, Volledige denivelleriiig gevraagd Tegen de „Yzer- betoging a.s. Zondag van PAGINA 7 ZATERDAG 24 OCTOBER 1953 Door MARTIN W. DUYZ1NGS. De wijde kloof der eerste maanden Ratten en slangen Eigenaren verontrust door regeringsvoorstel Niet de Australiër, maar de emigrant moet zich aanpassen ;UID-OOST AUSTRALIË QUEENSLA AUSTRALIË} NIEUW ZUID VICTORIA Josmgn -/ndisent Oct aan ASMANIE Geen concurrentie Wijze van bewerking Politievak eist tact Honden aan de lijn Dubbelzinnige positie „Ondeskundigheid" voordeel Voor hogere en middelbare ambtenaren De emigrant wordt bedolven onder nieuwe indrukken ADELAIDE, October. Mount Gambier leek een film-décor uit een vergeten Western van de firma Metro Goldwyn Mayer.... Men landde er, na een tocht van vele bonderden mijlen over een weinig opwindend panorama van niets dan moerassen en elkaar gretig overwoekerende struiken, op een, goedmoedig in de koesterende voor jaarszon soezende airstrip. Men reed vervolgens een mijl of vier door de glooiingen van een verrassend vriendelijk landschap, dat men tegen e i~izonder dat de ons eigen Zuid-Limburg zou kunnen aanschuiven Boerenbond of de Commissie tot behoud van het Landschapsschoon daar overwegende bezwaren tegen zou hebben, en dan vond men Mount Gambier aan de voet van een voormalige vulkaan, wier smetteloos blauwe krater meer niet ten onrechte nog steeds toeristen lokt ui alle delen van Australië. Men wandelde door een brede hoofdstraat die eeli pittoresk stadhuis en twee lange rijen vol schilderachtig-rommelige winkeltjes evengoed in West-Texas had kunnen liggen, en vermoedelijk zoudt gij daar in Gambier gewoon maar belangstellend op de houten veranda van het enige gerenommeerde hotel ter plaatse zijn gaan zitten teneinde te wachten op het ogenblik waarop de postkoets in een stofwolk vol pistoolgeknal en lioef-gekletter door de Gemaskerde Schurk^ en diens kornuiten overvallen zou worden, als de Lord Mayor, een vriendelijke man, U persoonlijk niet verzekerd had, dat er in South-Australia alleen nog maar op konijnen en (clandestien) op een kangeroe geschoten wordt; of als die hoofdstraat toevallig niet boordevol gestaan had met, voornamelijk uit het jaar 1953 daterende automobielen; of als men, ergens tussen die winkeltjes, niet het alles behalve Wild Westerige atelier gevonden had van de, zeer onlangs nog in Amsterdam wonende gezusters Naaraat: „The first stocking repairers in Mount Gambier", met Uw welnemen Sinds 1938 is het motorrijtuigen park. mede door de invasie van de bromfietsen, verdriedubbeld. Ten opzichte van 1951 is in 1952 aantal verkeersongelukken met 4,7 procent toegenomen. De ver keersintensiteit nam met 5,9 pet toe. Het aantal doden en ernstig gewonden is relatief dalende. Het aantal licht gewonden daarentegen steeg met 20 pet. Bij 6 pet van de verkeersongevallen waren in het afgelopen jaar bromfietsen betrok ken, waarvan 1,6 pet met dode lijke afloop. Het aantal ongeluk ken in Den Haag is in 1952 met 1 pet gedaald. Rotterdam en Am sterdam hebben nog steeds stij gende cijfers. Ni j i_11,„rt V-.; 1 -iovtounnH Er loopt van Mount Gambier fen smalle, zanderige weg naar het Oosten, en naar mate men verder Oostwaarts gaat, nujl na mijl, voelt men hoe het terrein rondom geleidelijk zijn vriendelijkheid verliest, vindt men nog slechts grote kudden scha pen op de schraler wordende weiden en bereikt men, tenslotte, in de buurt van de kleine nederzetting Caroline een punt waar het ruwe pad zonder veel overgang doodloopt in een onafzienbaar bos. Daar, aan de rand van dat bos, tussen Yahl en Caroline, bouwt men nu een grote vlas fabriek en dat er in het geraas der zware betonmolens voomamelijks Hollands ge bruld wordt, komt alleen maar omdat de onderhavige beton-contractor drie jaar geleden nog in Leeuwarden rondliep. Hij heeft in Australië zijn weg al gemaakt, de man uit Leeuwarden. Samen met zijn zwager, die nu toevallig in het ziekenhuis ligt, bouwde hij uit niets een nog altijd groeiend bedrijf en hij heeft al vijf andere Nederlands in dienst (,,ik laat ze hard werken, maar ik betaal ze twintig Pond per week"), en hij fungeert reeds als drummer in het muziekcorps van het Le ger des Heils in Mount Gambier en zijn vrouw is pas nog vier maanden met va- cantle in Nederland geweest om te er varen, dat ze bij nader inzien in Nederland niet meer zou künnen wennen. Een geslaagd emigrant! Een sterke, rus tige en vriendelijke man, die zonder enige opsmuk verhaalt van dat wat hij in slechts enkele jaren tijds met hard werken en een klare kop bereikte. Neen, hij zou niet meer terugwillen. Wel natuurlijk nog eens voor een holiday. Men wil zijn eigen land en zijn eigen Leeuwarden nog wel eens terugzien. Maar niet om er te blijven. Waarom zou men. Men heeft het getroffen in Australië Men heeft al een eigen wagentje En pas veel later, als men de man uit Leeuwarden, thuis, in zijn eigen omgeving, nog eens spreekt, zegt hij: „Maar wat ik de eerste maanden, dat ik hier was, heb meegemaakt, zou ik mijn grootste vijand niet gunnen. Ik stond daar In Melbourne met een kist en een koffer en zonder één woord Engels en de wereld en de mensen bleken heel anders dan thuis, in Leeuwar den, en het was alsof je toen pas besefte: nu ben ik aan mezelf overgelaten; alleen op jezelf komt het aan, als nu je krachten het begeven, zink je weg in de sloppen van een stad die niet om je geeft, omdat ze je niet kent. Man! wat ik die eerste maanden meegemaakt heb, ook toen ik al werkte en ik iedere week al 'n paar Pond sparen kon, dat kan ik je onmogelijk vol ledig beschrijven....- Men verwerkt als pas arriverende emigrant ineens wel duizend nieuwe in drukken. Men heeft gehoord van een land dat uit niets dan vrijheid en ruimte heet te bestaan, doch men slijt z'ijn eer ste weken in een kamp of een hostel en de kampcommandant, een voormalig majoor van het Australische leger, die op het eerste oog wat stug aandoet, doch die bij nader inzien liever een paradijs dan een emigrantenkamp zou willen be heren, kan om allerlei practische rede nen niet toestaan, dat een ijverige huis vrouw uit Hengelo, wier man honderd mijl verderop in de bossen werkt, op een clandestien petroleum-stel terwille van de kinderen haar eigen potje kookt, om dat het eten dat haar in de kampkeuken door een Pool wordt bereid, haar niet ten onrechte soms wat tegenstaat en omdat zij de 3000 calorieën welke men haar ga randeert, gaarne ruilen wil tegen drie éétbare aardappels en één kauwbare biefstuk. „Als ik ze in 't kamp hun eigen potje laat koken", zegt de kampcommandant, „verhoog ik niet alleen 't brandgevaar, doch creëert men bovendien etensresten. En etensresten betekenen: ratten, en met een kamp vol ratten, lok ik de slangen, waarvan 't wemelt in de bush rondom, en er zijn er, wier gift slechts twintig secon den nodig heeft om een kind te doden". De kampcommandant heeft gelijk en de hierboven reeds aangeroerde Poolse kok kan het óók niet helpen, dat hij on der het verzamelwoord culinaire geneug ten toevallig iets minder smakelijks ver staat dan een Nederlandse huisvrouw. Doch zowel de kampcommandant als de vriendelijk-blozende Pool dragen er, mét de nimmer bijzonder vrolijke sfeer van I een hutten-kamp, toe bij, dat de nieuwe j emigrant nogal wat moeite heeft om de schok welke hij onderging toen hij ein delijk met twee voeten op Australisch grondgebied kwam te staan, te kunnen verwerken. en omdat hij zijn wekelijkse biljartavond van weleer nog altijd niet missen kan, het blijft een moeilijk en nogal pijnlijk proces. En de enige emigrant die er ken nelijk nimmer mee' sukkelde, was een jonge en blonde technische tekenaar, werkzaam in de staf van een Amerikaan se firma die nu in Kwinana (Zuid-Austra- lië) druk doende is, in een fantastisch tempo en ten behoeve van de uit Abadan verjaagde Anglo-Iranian de grootste olie-raffinaderij ter wereld uit de grond te stampen. Hij kwam uit Leiden en hoe wel hij pas drie-en-twintig lentes telde, was hij al bijna vier jaar in Australië en had hij, naar hij meldde, geen ogenblik moeite gehad om volmaakt te assimile- „De beste plaats voor een vrijgezel om vertrouwd te raken met de Australiër zei de jongeman uit Leiden, „is de pub, en daarom frequenteer ik de pub en voor mij heeft Australië geen geheimen". Hij verdiende vijftien pond schoon per week en als men hem vroeg hoeveel hij in de jaren die achter hem lagen, nu al gespaard had, greep hij nonchalant in zijn broekzak en telde hij zjjn pennies. „Zes shilling en vier pence", zei hij dan met een vage glimlach. Het bestuur van de Ned. Bond van Huis- en Grondeigenaren heeft aan de leden van de Tweede Kamer een adres gezonden naar aanleiding van het voor stel van de regering om aan artikel 27, le lid, van de Huurwet een nieuw tweede lid in te voegen met betrekking tot de onderhoudsplicht. De bond acht de voor genomen tweede huurverhoging, in het bijzonder voor de grootste steden, vol komen onvoldoende voor de bestrijding van de verwaarlozing van de staat van het gebouwde onroerende goed. DE CONTRACTOR UIT LEEUWARDEN de eerste maanden een hel Er zijn duizend verschillende manieren om Australië en de Australiërs te leren kennen. De jongeman uit Leiden koos vermoedelijk de slechtste Gevreesd wordt, dat de voorgestelde onbeperkte bevoegdheid van de huurders inzake onderhoud en reparaties tot niet te overziene financiële consequenties voor de huiseigenaren kan leiden, waar door de reeds bestaande exploitatiemoei lijkheden in vele gevallen aanzienlijk zullen toenemen. De bond verzoekt daarom aan de Tweede Kamer, de voor gestelde aanvulling niet te aanvaarden, subsidiair daaraan uitdrukkelijk te ver binden de bepaling, dat aan de eigenaar nimmer een hogere onderhoudsplicht zal worden opgelegd dan het in de toege stane huurverhoging begrepen bedrag aan onderhoudskosten, zoals de Sociaal- Economische Raad in zijn geheel aan de regering adviseerde. (Van onze Haagse redactie) „It was the most won derful time of my life", zei de 21-jarige Mary Margaret Copeland uit Jonesboro in Arkansas, die een maand of vier heeft gewerkt op enige Nederlandse boerderijen. Te samen met vier col lega's twee dames en twee heren is zij op 6 Juli in Nederland aangekomen in het ka der van de uitwisselings actie, die georganiseerd wordt door het „Interna tional Farm Youth Ex change Program". Nu enige dagen voor het vertrek waren deze vijf jonge Amerikanen met verschillende van hun gastheren naar het Haagse Parkhotel geko men om de pers te ver tellen over hun ervarin gen. Mary Copeland «s eigenlijk geen boerin. Haar ouders hebben een uivélboerderij ter groot te van ongeveer -j8 h.a. Zelf is zij lerares in sociale wetenschappen aan 'n middelbare school te Harrisburg. „Dat neemt niet weg, dat ze ons flink geholpen heeft", vertelt haar Limburgse gastvrouw, mevr. Deuss- Rijss uit Limbricht. „Ze heeft bij ons zelfs mel ken geleerd". Het familieleven in Nederland concentreert zich meer in de huiska mer dan bij ons, vindt de jeugdige Amerikaan se. in die opvatting staat ze niet. alleen, want ook haar landgenoten is dat opgevallen. Er is trou wens nog één ding, waar over zehet hartroerend eens zijn. Het verschil tussen de landstreken ze hebben allen op drie of vier boerderijen ge werkt - komt het meest tot uiting in het verschil in godsdienst. Dat drukt veel meer een stempel op het leven dan in Ame rika. Voor het overige is er niet zo'n grote afstand tussen het leven op het Amerikaanse platteland en hier. „Alleen, er is bij ons wat meer comfort uit de stad doorgedron gen", vertrouwt John Henry Magness uit Ma ryland, diè op de boer derij van zijn vader werkt, ons toe. Een ander typisch verschil vindt hij, dat in Nederland de op brengst per hectare cn in Amerika de opbrengst per man het grootste is. „Maar", en hier toont hj) zich thuis in ons land bouw vraagstuk, „jullie hebben werkers maar geen land en wij hebben land in overvloed". Robert William Shoe- meyer uit Missouri is het echte type van een landbouwer. Op dat ge bied weet hij zijn weetje dan ook wel. Hij is werk zaam op het bedrijf van zijn vader, dat 278 hecta ren groot is. Meermalen was Robert, die 23 jaar is, lid van de jury bij keuringen van pluimvee, vee, zuivelproducten en veldgewassen. Hij vindt, dat hij het bijzonder heeft getroffen met zijn gastheer in Noord-Hol land. Vooral de bloemen veiling te Aalsmeer heeft grote indruk op hem ge maakt. Als wij hem vra gen of hij dc voorkeur geeft aan de Amerikaan se of de Nederlandse leefwijze ontpopt Robert Shoemeyer zich echter ook nog als diplomaat. „Ik denk, zo zegt hij guitig twinkelend van achter zijn brïlleglazen, dat de Amerikaanse leef wijze de beste is voor de Amerikanen en de Ne derlandse voor de Ne derlanders". En wat denken de gastheren en -vrouwen 'er nu zelf van. Die zijn allemaal erg enthousiast. „Het was erg prettig en zelfs de taalmoeilijkhe den hadden we gaww on der de knie. Het leuke was, dat onze Ameri kaanse gasten zich uit zich zelf aanpasten bij de gewoonten in ons ge zin. We viiiden het jam mer, dat ze nu weer weg gaan". Mary Margaret was enthousiast over de Nederlandse koffietijd 's morgens om elf uur. „Dat zal ik zeker bij ons op de boerderij ook in voeren". De jonge Amerikanen gaan niet rechtstreeks haar huis. Ze maken van de gelegenheid -gebruik om 'nog wat meer van Europa, te zien. Hoewel ze daar niet al te veel tiid voor hebben. „Frank rijk. Zwitserland <n Italië, gaan we in één week dóen", zegt Robert Shoemeyer lachend. En dat is zelfs voor een Amerikaan wel wat heel erg kort. De wanhoop der eerste maanden.. Men kan de nieuwe emigrant opzoeken waar men wil in de kampen, in de ho tels, in de boarding-houses, in een pas ge huurde caravan, ergens in de rimboe mij len buiten de stad, of zelfs in de paar schaars gemeubileerde kamers, waarop een bevriende relatie reeds vóór zijn aan komst beslag wist te leggen en zo hij niet helemaal ten voeten uit gesneden is uit het bikkelharde hout waarvan men ook in vroeger eeuwen de onverschilligsten der pioniers vervaardigde, zo zegt hij in negen van de tien gevallen: ik kan dit l?bd maar niet begrijpen. Hij heeft de wijde kloof tussen de Lage Landen en de Jonge Wereld nog niet overbrugd. Men heeft hem in Nederland getest, voorgelicht, ge waarschuwd. geraden en onderwezen, doch zelfs al had men hem met de beste bedoelingen opgeleid tot een, met diplo ma's overladen Emigrant Eerste Klasse, zelfs dan zou men vermoedelijk niet heb ben kunnen voorkomen, dat de emigrant een zware morele sc£°a,_ gaat z0 gauw men hem in Fremantle, m Mel bourne of m Sydney aan de wal zet en het allemaal opeens met geweld op hem aan stormt: de eerste vlaag van heimwee, de plotseling wat beangstigende wetenschap, morgen of overmorgen voor de tweede maal in zijn leven de eerste stap te moeten zetten op de weg naar een carrière of.een mislukking. Op dat moment lijkt Sydney geen wereldstad en Melbourne geen m-i lichtreclames volgehangen metropool en Mount Gambier geen vriendelijk en ro mantisch provincieplaatsje, neen, op dat moment voelt men zich een eenzame: tas tend en dwalend in e lung' vol nimmer bevroede dreigingen en geva- ren. Men moet aan zoveel dingen wennen! Aan de Australiër, die vriendelijk is en goedlachs en hulpvaardig en allesbehai- ve kleinzerig, doch die het nèt niet goed verdragen kan als, bijvoorbeeld, een ar geloze Nederlander niet Zonder trots meldt, dat thuis in het oude vaderland, het spoorwegnet voor drie-kwart is geëlectrificeerd, in frappante tegenstel ling tot dat wat men links en rechts in Australië aan volop walmende spoorweg museum-stukken nog te bezichtigen krijgt. Aan een volk, dat zich zonder veel zorgen baadt in een weelde van vacatu res en haast verbluffende basisionen. Aan een royalere, vrijere manier-van leven waarbij het U, in tegenstelling wel licht tot een in Nederland zorgvuldig aangekweekte gewoonte, volmaakt koud dient te laten wat Uw buurman doet of hoe Uw buurvrouw haar schulden be taalt, doch waarbij men U, daarnaast, onverdroten op de bon slingert zo men U na zessen nog met een glas bier in de hand in de pub aantreft en waarbij men U niet zonder afschuw aanstaart zo gij bijgeval een lepeltje rechtop in een thee kop laat staan Er zijn er, die ontstellend veel moeite hebben om de Australiër tenslotte te be grijpen. Er zijn er die er nog veel langer over doen alvorens zij vertrouwd raken met de wat kille, nog altijd volop van een Brits stempel getuigende sfeer waar in 's avonds na zessen zelfs een vriende lijk countrystadje als Mount Gambier ge vangen wordt; een sfeer, die op een re genachtige Zondagmiddag ook een mil lioenenstad als Melbourne achter laat met doodse, lege, stille straten, waarin gij niets anders hoort dan de zwakke echo van Uw eigen stappen. De ervaring leert, dat men er tenslotte wel aan went, ook al omdat de emigrant al gauw beseft, dat het voornamelijk aan hem is, ziCh aan te passen aan de nieuwe, soms zo vreemde en kille omstandighe den. Doch het blijft niet alleen voor de emigrant uit Boxtel die per se uit het idyllische dorp Loxton in Zuid-Austra- lië weg wil, omdat er geen kegelclub is „Immigrante,^ uit Nederland naar Zuid-Australië gekomen, heb ben hier een uitstekende indruk ge maakt, niet alleen door hun on kreukbaarheid en hun arbeidscapa citeiten, maar ook omdat ze het ware pioniersbloed hebben. Ze zijn een waardvolle aanwinst voor dit land en hun gezinnen zullen de Australische zeker kunnen inspire ren. Die immigranten hebben er wijs aan gedaan liever naar de platte landsgemeenten te trekken dan naar de grote steden. Ze kunnen zich in die kleinere gemeenschap pen veel vlugger leren, aanpassen en zullen zich niet zo eenzaam voelen als in grote steden het geval is. Ik druk de hoop uit, dat er tussen de regeringen van Nederland en het Australische Gemenebest een over eenkomst zou kunnen worden ge sloten, waarbij het mogelijk zou zijn, dat emigranten uit Nederland, die bekend zijn met het boeren- handwerk, financieel zouden kun nen worden geholpen óm boerde rijen te stichten. Over het algemeen zal het dan het eerst nodig zijn, dat zij financieel worden geholpen bij het bouwen van een eigen huis, hetzij dit in de steden is of op het land. Ik vernam van pater Beerepoot O.F.M., die speciaal belast is met de zielzorg voor de katholieke immi granten uit Nederland, dat deze laatsten over het algemeen zeer te vreden zijn in hun nieuwe vader land, vooral wanneer ze er in sla gen een eigen huis te betrekken. MATTHEW BEOVICH, Aartsbisschop van Adelaide Bovenstaande verklaring van de Aartsbisschop va*n Adelaide,^ die de zorg heeft voor de katholieken van geheel Zuid Australië, kreeg onze re- dacteur Martin W. Duyz-ings, bij een bezoek, dat hij aan deze Australische Kerkvorst bracht. (Van onze Haagse redactie) 's Gravenhage is de veiligste grote stad van Nederland. Dit blijkt uit de uitslag van de verkeersveiligheidscompetitie 1952, volgens welke de Volsta evenals in 1951 winnares is in de klasse van steden met meer dan oOO.OOU inwoners. Rotterdam neemt de tweede plaats in. Amsterdam^sluit de ry als derde. In de overige klassen kwamen als eerste uit de bus Haarlem (v.j. Groningen)Amersfoort (v.j. Leeuwarden)Zaandam (v.j. Deventer) Bussum (v.j. Den Helder) en Vlissingen (v.j. Zutfen). Als beloning werd gistermiddag in het Kurhaus te Sclieveningen aan de burgemeesters van deze steden een zilveren beker met oorkonde uitgereikt door mr D. v.GUse, procureur-generaal bij het gerechtshof te 's Gravenhage. Dit tot besluit van de elfde wegverkeersdag, die de K.N.A.C. gisteren in het Kurhaus heeft gehouden. „Het is verheugend, dat na de zuinige politiek van de na-oorlogsjaren thans op de begroting 1954 belangrijk meer is uit getrokken ten behoeve van de voltooiing van het wegennet", zei de minister van CUNNA 500km bont- Inw* COMAW HYWC GRAFTON f ••«OKtN HIU. CqVARlC UNGTON DCMUOUm —ZKAN6QtA0t C/L RALLAfUT SCCLO Boss straat hing et ESTON PASTOOR Klingelmann durfde het haast niet aan. Dit experiment leek hem té gewaagd. Weliswaar twijfelde hij geen moment aan het artistieke vermogen van de hedendaagse beel dende kunstenaars. De mees terlijk gebrandschilderde vensters in het gothieke hoogkoor van de Dom van Aken, dq kathedraal van zijn bisdom, vormden daarvoor de onweerlegbare garantie. Maar wat te denken van glas in beton? In geheel Duitsland was nog geen raam in deze moderne techniek uitgevoerd. Architect Snelder, die voor zijn parochie te Höngen zo'n mooie kerk heeft gebouwd, dat ze de trots vormt v«n 4e gehele Zelfkant, kon hem echter de stellige verzekering geven, dat de moderne teke ning van Daan Wildschut het in deze techniek voortreffe lijk zou doen. Steunend op diens rustig overwogen oor deel besloot de parochie herder het er dan toch maar op te wagen, temeer daar het bisdom dit plan onverwijld had goedgekeurd. Van dit besluit heeft pas toor Klingelmann achteraf geen ogenblik spijt gehad. Van heinde en verre komen bewonderaars van de edele glazenierskunst naar 't roos venster kijken, waarin de triomferende Christus staat uitgebeeld, een figuur, die imponeert door vorstelijke majesteit. Breekt in de na middag de zon door dit glas in beton-raam heen, dan straalt deze koninklijke gestalte in de brillante Thaborluister van haar smetteloos blank gewaad. Reeds mocht de kun stenaar de vererende op dracht ontvangen een aantal ramen voor de nieuwe Sint Annakerk te Heerlen een bouwwerk in beton van prof. ir F. Peutz volgens dit procédé uit te voeren. „Meen niet, dat glas in beton het klassieke glas in lood op den duur zal verdrin gen", zegt Daan Wildschut, wanneer hij een ogenblik de beitel laat rusten, waarmede hij in het atelier Flos te Steyl dit harde materiaal bewerkt. „Deze mening zou er volko men naast zijn. Het zijn twee afzonderlijke technieken die ieder haar eigen bestaans recht blijven behouden. Voor sommige gebouwen kan een glas-in-betonraam zelfs uit den boze zijn". De bewering, als zouden de voortreffelijke glassoorten naars voor hun gebrandschil derde ramen gebruikten, die de middeleeuwse kunste- tegenwoordig niet meer be staan, beschouwt hij ais een fabeltje, want de kvvalitelt van het moderne glas is min stens even mooi, zo niet nog mooier dan waarmede b.v. de gebroeders Dirk en Wouter Crabeth gewerkt hebben. Glas in beton vindt hij een voortreffelijk materiaal. Dit wordt in de fabriek te Saint- Juste in Frankrijk gegoten van de restanten van antiek glas, die in de vuurpotten achterblijven. Voor de ver vaardiging van glas-in-beton- ramen maakt hij gebruik van tegels, die 23% c.m. dik en 20 X 20 c.m. breed en lang zijn. „Van de geharde opper vlakte der plaat sla ik hier en daar facetten af", zegt hij. „Daardoor wordt de lichtbre king veel intenser. Die ge deelten flonkeren dan als kristallen. De variaties der kleuren lopen tot in de hon derden. Zelfs in één kleur zitten zo onnoemelijk veel tonaliteiten, dat je daarmede een spel kunt spelen. En hard als dit materiaal is! Je kan er met geen steen doorheen komen. Weet u wat wel de aller beste hoedanigheid van deze glassoort is? Dat je daarmede zo mooi kunt bouwen. Ze voegt zich uitstekend in de architectuur van het gebouw. Zo'n raam maakt de indruk een transparante wand te zijn". „Hoe gaat u met dit mate riaal om?" „Mijn eerste werk is: een karton maken op ware grootte. Volgens dit ontwerp kap ik met een mozaïek hamer de stukken in de juiste vorm. Dit vereist een be paalde vaardigheid, want het materiaal, dat 'n vrij amorfe massa is, valt veel moeilijker te bewerken dan b.v. mar mer, dat van nature een be paalde geleding en structuur bezit. Dit glas, dat niet orga nisch gegroeid is, barst naar alle kanten. Het duurt ge ruime tijd voordat je deze techniek te pakken hebt. De afzonderlijke stukken glas vormen tezamen als het ware een legpuzzle. Ik voeg ze met speciaal bereid cement aan elkaar. In tegenstelling met de loodbanden wordt het beton volledig in de tekening opgenomen en bezit een ver rassende en nobele toon- waarde: het blijkt n.l. prach tig zwart te zijn". Reeds werd deze techniek elders in toepassing gebracht, vertelt hij ons. Vooral in Frankrijk. Fernand Léger werkt er al tien jaar mee. In Audencourt heeft hij zelfs een hele kerk op deze wijze beglaasd. Miro ontwerpt glas- in-betonramen voor de doop kapel van dit bezienswaar dige gebouw. In Zwitserland worden eveneens glas-in- betonramen vervaardigd. „In ons land ben ik de eerste die er een opdracht in vervaardigde", verklaart ons Daan Wildschut. „Bij de uit voering heb ik veel te danken gehad aan de goede hulp van Frans Smeets, een Jonge kun stenaar uit Kuyk". Verkeer en Waterstaat, mr J. Algera, die de wegverkeersdag opende. Zo is 7 mil- lioen gulden meer dan dit jaar beschik baar voor de bouw van de- Velsertunnel. Ir A. G. Maris, directeur-generaal van de Rijkswaterstaat, wees er op, dat het wegennet moet worden opgebouwd vol-' gens een plan, dat geregeld aan de zich wijzigende behoeften kan worden aange past. Momenteel zijn er niet veel wegen, die ontoelaatbaar zijn belast. In alle ge vallen, waarin dat wel zo is, zijn wer ken in uitvoering of zullen binnenkort werkzaamheden worden verricht om ver betering in de toestand te brengen. Ir Maris voorspelde, dat dc verkeersin tensiteit in 1970 verdrievoudigd zal zijn. De wegen, die van de randstad Holland naar het Oosten en Zuiden leiden, zul len dan het meest overbelast zijn. De we gen binnen dc randstad zullen nog een heel eind meekunnen. De hoofdcommissaris van politie te Rot terdam, de heer H. Staal, betoogde, dat bij strenge handhaving van de verkeers- voorschriften het aantal ongevallen in be langrijke mate en wel tot 40°/» ver mindert. Een en ander moet met tact ge schieden. Agenten moeten geen verbaal opmaken voor pietluttigheden. Het is dan ook geenszins zo, dat de promotiekansen stijgen met het aantal processen-verbaal. Een teveel zal worden aangemerkt als een uiting van verkeerde activiteit en vitterig heid ten nadele van de weggebruiker. Een tekort wijst er op, dat de agent ook ern stige overtredingen met een waarschu- wing afdoet. Tenslotte bracht de heer Staal de funeste invloed van alcohol bij snelverkeer naar voren. Ondanks de strenge straffen blijft het aantal veroor delingen terzake zich in Rotterdam op een zelfde peil 100 per jaar bewegen, Dit aantal zou nog veel hoger zijn, indien de politie niet preventief optrad. Dieren in het wegverkeer was het on derwerp dat de vierde spreker, de heer H. van Poelgeest, voorzitter van de Ned. vereniging tot bescherming van dieren voor zijn rekening nam. Hij vroeg om de dieren, die vervoerd worden in het bijzon der naar en van veemarkten, te ontzien door het vermijden van plotseling rem men en overhellen van de wagens. Loslo pende huisdieren veroorzaken V5 tot 2'/» van het totaal aantal verkeersongevalen. Het comité „Dieren in het wegverkeer" zal daarom aandringen op het verplicht stellen van 't aan de lijn houden van hon den bij druk verkeer. In afwachting van 'n centrale regeling is aan de Ged. Staten ver zocht op de belangrijke verkeersroutes in de provincie een verbod uit te vaardigen om honden los te laten lopen. Voorts is gevraagd de gemeentebesturen hierop te attenderen. Voorzover de antwoorden binnen zijn werd vrijwel algemeen instem ming betuigd. Tenslote betoogde prof. dr D. J. van Lennep, directeur van de Nederlandse stichting voor psychotechniek, dat de si tuatie, waarin de chauffeur zich bevindt, vol dubbelzinnige aspecten is. Hij moet zich niet alleen de betekenis van de ver keerssituatie realiseren, zoals deze voor hèm verschijnt, maar minstens evenzeer de betekenis in het verkeersbeeld van de andere weggebruiker. Om te leren chauf feren dit geldt natuurlijk evenzeer voor het leren wandelen en fietsen moet ieder trachten een compromis te vinden in deze dubbelzinnige positie. De beste rijder moet hij worden genoemd, die tole rant is voor de dubbelzinnigheid van zijn situatie en die deze dubbelzinnigheid heeft weten te aanvaarden. Een middel om deze gevarenbron te bestrijden noemde prof. Van Lennep onderwijs dat er op gericht is altijd weer op de verschillende dubbel- zinningheden van de chauffeurs-situatie te wijzen. Nadat mr Van Gilse de prijzen van de steden-verkeers-veiligheidcompetitie had uitgereikt, waarbij ir L. J. M. Feber als loco-burgemeester de beker voor Den Haag in ontvangst nam, werd de wegver keersdag gesloten door de voorzitter van de K.N.A.C., jhr mr J. Th. M. Smits van Oyen. Geen verkeerskamers bij de rechtban ken, zo oordeelde mr F. P. E. Bloemarts, vice-president van de arrondissements rechtbank te Rotterdam en president van de verkeerskamer bij deze rechtbank Weliswaar eist het wegverkeer een bij zondere studie, doch de problematiek werpt in het algemeen geen rechtsvragen maar vragen van beleid op. Bovendien is het stelsel van onze wetgeving, dat de rechter in verreweg de meeste gevallen heeft te oordelen over zaken, die geen weerklank vinden in zijn eigen herinne ring en ervaring. Deze betrekkelijke „on deskundigheid" van de rechter vond mr Bloemarts zelfs een voordeel, omdat zij de rechter dwingt afstand te nemen tot het hem voorgelegde onderwerp en zich daarin van geval tot geval te verdiepen. Waarom verkeerskamers, waarvan de meerderheid geregeld zelf aan het motori sche verkeer deelneemt of heeft deelgeno men?, vroeg hij zich af. Immers er is geen principieel onderscheid tussen het geval, dat de rechter de navigatie van een zee schip beoordeelt zonder ooit gevaren te hebben en het geval, dat de rechter de gedragingen van een automobilist op de korrel neemt zonder ooit zelf gechauffeurd te hebben. Overigens kunnen de voorstan ders van verkeerskamers zich troosten met de wetenschap, dat een onderzoek heeft uitgewezen, dat 50'/o van de leden der rechtbanken en gerechtshoven zelf met een motorvoertuig rijdt of vroeger gereden heelt. Naar uit het voorlopig vers-lag van de Twee-de Kamer over de begrotin-g VE-n Bi-n-nenlanidse Zaken blij'kt, zijn vele le den va-n m-endn-g, dat, de aainva-n-g, weike de minister heeft gema-aikt met de oplos sing van dit probleem, gevolgd dient^ te worden door verdere stappen, welke moeten leiden n-aar een volledige denivel lering. Gaarne zou men vernemen, of de minister een regeling, als voor d-e top functionarissen in het voornemen l:gt, ook mogelijk acht ten aanzien van de hoogste ambtenaren van de lagere pu bliekrechtelijk* organen. Donderdag zijn te Diksmuide de voor posten aangekomen van 't Vlaamse jeugd- comité en is een begin gemaakt met de „operatie Uilenspiegel". Dit, voor het grootste gedeelte uit studenten der Vlaamse universiteiten bestaande, jeugd- comité is voornemens de bedevaart der leden van het IJzerfront oud-strijders en verzetslieden met alle mogelijke middelen te verhinderen. De studenten hebben Donderdag aan ae bewoners van Diksmuide en omgeving circulaires uitgedeeld. Op de voorzijde hiervan prijkt een afbeelding van Koning Leopold. Op de achterzijde een afbeelding van de IJzertoren. In de tekst wordt de bevolking aangespoord „geen lessen te gedogen in vaderlandsliefde van de leden van het IJzerfront". „De dynamiteurs van de IJzertoren, dezelfden, die Koning Leopold van de troon stootten, willen de Vlaamse mensen treffen", zo heet_ het verder. „Vlaanderen stoot hen uit..." Intussen hebben de studenten van _«e vrije "Tiversiteit te Brussel besloten zien Zond i bij de bedevaart van de IJzer- fronters aan te sluiten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 7