Nederlanders verlaten het
gelijk
gauw
Toon Hermans hield
ZWERVEND DOOR EEN WERELDDEEL
Hier raasde het Italiaanse „oproer"
Schoenen kopen in 't souterrain van Esders
Auto reed op drie meisjes in
Brandweer reed Leimuider
tolboom aan stukken
20."
PHIUSHAVE
I
Een oude traditie in ere hersteld!
grotere keuze, beter
en voordeliger
Band sprong: vader dood, twee kinderen
gewond, drie ongedeerd
Nog vijftien jaar
Nieuwe provinciale weg en brug over
Drecht geopend
THEATERANGST ZAL VERDWIJNEN
Ik ben niet ontevreden
MAANDAG 16 NOVEMBER 1953
PAGINA 3
DooiMARTIN W. DUYZINGS
De sfeer wat geheimzinnig
PHILIPS
DAMES-
WINTER LAARSJES
KINDER SPORTMOLIÈRE
BINNENWEG
PLEINWEG 196
HEREN SPORTMOLIÈRE
Adieu Bonegilla
Van der Plas behoorde tot de uit
zonderingen. Het werd hierboven
reeds gezegd: vele, vele duizenden
Nederlanders die dit kamp passeer-
werkkring en van accommodatie
hadden weten te verzekeren alvo
rens zij naar de Jonge Wereld voe
ren, hadden meer geluk. Doch ook
al verbleven zij er slechts kort, ver
moedelijk zullen zij hetzelfde erva
ren hebben wat ook Van der Plas
begrijpen zal als hij straks zijn ge
zin eindelijk, eindelijk!, en vraag
niet hoe hij naar dat moment heeft
zitten verlangen! kan binnen
leiden in het huis, dat hij eigenhan
dig bouwde: buiten Bonegilla ligt
een béter, vriendelijker en geluk
kiger Australië.
Men moet in Bonegilla zijn ge
weest cm dat naar waarde te kun
nen schatten!
Indonesische ambtenaar
verongelukt
„VERSCHRIKKELIJKE
TOESTAND" VAN
HONGAARSE MIJNEN
BENOEMING IN HET BISDOM
HAARLEM
Het Bonegilla-kamp, doorgangs
huis voor emigranten
BONEGILLA, November.
liet kamp leek uitgestorven
Men vond lietmeer dan driehonderd rauwe kilometers Noord-Oost
van Melbourneaan de rand van een rimpelloos meer en er was iets
onnatuurlijks in de vredige stilte die tussen de grijze barakken van bet
kamp te sluimeren hing. C1
Er scheen een bleke, flauw koesterende zon die dag. bleehts enkele
mijlen verderop klom, na weken vol regen, de Murray-Rivcr nog altijd
woedend en kolkend en dodelijk verraderlijk over haar oevers, en ginds,
naar het Noorden, wist men Albury, het bedrijvige stadje dat in een
slag een wereldfaam verwierf, nadat destijds onze „Uiver er op de
racebaan een geslaagde noodlanding maakte. Doch als men hier, aan
de rand van het meer, de grote weg verliet, als men de kampwacht
passeerde en men vervolgens over het brede, vers geharkte grindpad
voortreed tot op het kale, schaduwloze plein waar men een warm
flakkerende Godslamp in een donker, sober interieur het katholieke
kerkje vond, dan was het alsof men eensklaps in een andere wereld
stond.
Men had van dit kamp gehoord, honderden malen, op zijn dwaal
tocht door de Jonge Wereld. Men had er met waardering, doch ook met
onverholen afschuw over horen spreken. Men had van zijn bezoek aan
dit enorme ontvangstcentrum voor emigranten wel honderd ver
schillende impressies verwacht. Doch als men, die middag, daar op dat
zonnige pleintje stond en men zijn oog liet gaan over de roerloos tegen
elkaar leunende barakkeu, over de lege, goed onderhouden paden en
de vriendelijke, reeds volop bloeiende gazons, dan luisterde men met
ingehouden adem slechts naar die vreemde, onnatuurlijke stilte. Was
dit dan het kamp waarin, naar men zei, ook Nederlandse emigranten
vrouwen zoveel bittere tranen hebben geschreid? Was dit dan de plaats
dit dorado van stilte en vrede waar nauwelijks een jaar
geleden drieduizend teleurgestelde Italiaanse emigranten tierend en
scheldend een soort van oproer creëerden?
Men stond daar, men luisterde naar de stilte. En twijfelde, oen
ging, ergens in een der nabije barakken, krakend een deur open en
hoorde men rauw en krijsend een hoge mannenstem: „Mac a»s u
'raus kommst, Du Schwein!" Het was alsof het pleintje die \errassende
uitbarsting nog eenmaal terugkaartste.
En men kón het niet helpen, dat men even huiverde
en nog vóór gij U bovendien door stapels
cijfers, tabellen en grafieken hebt heen-
gewerkt en men U, figuurlijk gesproken,
bedolven heeft onder de calorieën, heeft
men de vreemdeling er al van overtuigd,
dat, zuiver technisch gesproken, dit
enorme kamp op waarlijk efficiënte wijze
geleid wordt en beheerd.
Doch de sfeer?
Er is over de sfeer in het kamp Bone-
gilla gedurende de laatste jaren meer dan
één afkeurend rapport gemaakt. „De
sfeer", had men U reeds in Melbourne en
in Adelaide gezegd, „wordt er vergiftigd
door een clan van Displaced Persons die
er hangen bleef. Er zijn in Bonegilla op
zedelijk gebied dingen gebeurd, die het
daglicht niet verdragen konden cn de
kans op excessen zou in ieder geval ge
ringer zijn als men eindelijk deze clan
doorbrak".
De vreemdeling is slechts tien uren in
Bonegilla en als hij naar de „sfeer" in
dit kamp informeert, stuit hij meer dan
eens op een wat mysterieuze muur-van-
stilzwijgcn, en merkwaardigerwijs heb-
Het kamp heet Bonegilla.
Meer dan driehonderd-duizend emi
granten zijn sedert 1947 door de poorten
van dit kamp gegaan. Vele, vele duizen
den Nederlanders hebben in Bonegilla
het enige grote „ontvangstcentrum" voor
Nederlandse emigranten-zonder-aecom-
jnodatie sedert het Bathurst-Centre nabij plaats biedende toneelzaal, waai in men
kamp wel ontevredenheid, en daar is dan
nog altijd wel wat van blijven hangen.
Een model-kamp! zegt men U en men
toont U een uitstekend geoutilleerd kamp
hospitaal, een aan twee duizend mensen
O 0
Sydney werd opgeheven in de lage,
kleine barakken geleefd. Vier honderd
van de Nederlandse emigranten aan boord
van de „Johan van Oldenbarneveldt", die
begin November in Melbourne voor
anker ging, maakten de lange, vermoeien
de treinreis naar het Noorden en wacht
ten in Bonegilla op het moment, waarop
zij de eerste stap zouden kunnen zetten
op de lange, moeilijke weg naar een
nieuwe toekomst.
„Zij wachten meestal niet lang zegt
tl mister Dawson, de kampdirecteur, een
kleine, zware, moeilijk ademende man
niet borstelwenkbrauwen en donkere,
felle, stekende ogen, „de meeste Neder
landers hebben onmiddellijk werk en het
duurt doorgaans niet lang of zij hebben
zelfs reeds-een dak boven hun hoofd, al
bedekt dit dak soms niet meer dan een
shed of een kamertje. De Nederlanders
n van bet type, dat lang in kam
pen hangen blijft Zij nemen dit kamp
voor wat het is: een ontvangst-centrum,
dat de nieuwe emigrant een tijdelijk
onderdak biedt zo iang hij zijn weg nog
niet gevonden beeft. En het enige waar
over men ae Nederlanders hier een enkele
maal hoort klagen, dat is het eten
Spaghetti tegen de muur
Het kamp is zwak bezet. Tweeduizend
bewoners in totaal, en in het Holdings-
centre, waar men langer blijven kan, zo
men daar door omstandigheden toe ge
dwongen wordt slechts enkele Neder
landse gezinnen. De top-capaciteit van
Bonegilla bedraagt achtduizend mensen
doch er zijn dagen geweest, dat men er
elfduizend binnen de poorten had. Jjat
was verleden jaar tijdens de recessie, toen
liet aantal vacatures voor emigranten
plotseling scherp daalde en ook in Bone
gilla de sfeer zó geladen was, dat men
elk ogenblik een uitbarsting verwachtte.
De uitbarsting kwam. Drieduizend Ita
lianen stichtten relletjes en verwarring
in het kamp, hielden protestdemonstra
ties, smeten woedend de spaghetti welke
men hun bereidde teneinde de signori te
kalmeren, tegen de muren van de grote
cantine. En hoewel hun „opstand" stellig
niet in de eerste plaats tegen het Bone
gilla-kamp ging, doch veel meer tegen
de Australische regering gericht was,
zaaiden zij niettemin ook elders in het
ten gerieve der kampbewoners onder
meer drie maal per week een filmvoor
stelling geeft, de met zorg ingerichte
kamp-crèche, een alleraardigste „Kinder
garten", de keukens, de opslagplaatsen,
de slagerij (er hangt daar 'n bord met de,
U midden in Australië nogal frapperen
de woorden: „Sei immer höflich, nett
gekleidet und sauber in der Arbeit")
ben de Nederlanders die hij in het kamp
ontmoet ook op d i t gebied geen klachten,
doch wat hij wél ontdekt, is, dat het staf
personeel van dit kamp voornamelijk uit
D.P.'s bestaat: de blok-supervisors, de
koks (twee Jocgo Slaven, drie Letten,
één Pool), de kampbewakers;
Zelf bouwen
Men heeft ook daar, in het kantooi
der kamp-directie, een verklaring voor:
„Men yindt onder de overige emigranten
er maar weinig bereid, een vaste werk
kring te zoeken in een kamp". Dat geldt
op de eerste plaats voor de Nederlandse
emigrant en met deze haast ingeboren
afschuw voor het kampleven, dat nergens
ter wereld waarlijk ideaal kan zijn en
dus ook in Australië niet, mag de Neder
landse emigrant zich dan gelukkig prij
zen. Men helpt hem er trouwens zo snel
mogelijk weg. De Commonwealth Em
ployment Service, ons eigen emigratie
apparaat, dat met Bonegilla permanent
contact onderhoudt, de Nederlandse
zielzorgers in het kamp, de nog jonge
dominéé J. J. Mol, die volgend jaar het
Australische staatsburgerschap hoopt te
verwerven, en pater P. van Stokkom,
S.V.D., die uit de missie op de Molukken
tijdelijk naar Bonegilla kwam, de sociale
werkster in het kamp, mej. C. P. Hui-
zinga, zij allen bieden de emigrant die,
vers uit het vaderland, in Bonegilla
arriveert, de helpende hand. Zij kunnen
dat doen, omdat er in Australië zeker op
dit ogenblik nog royaal plaats is voor de
vakman-uit-den-vreemde; zij kunnen dit
bovendien, omdat de Nederlandse arbei
der niet alleen in de grote steden, doch
vooral ook in de country zulk een uitste
kende naam heeft. Doch op het punt der
huisvesting zijn zelfs zij, die in het Bone
gilla-kamp de belangen der Nederlandse
emigranten op zo voortreffelijke wijze
behandelen, vaak machteloos. Er heerst
nog steeds in Australië een enorm
tekort aan woonruimte. Men voelt, dat
het pijnlijkst in en rond de steden. Doch
zelfs in de country is het voor de pas
gearriveerde emigrant soms bijzonder
moeilijk, een behoorlijke woning tegen
een redelijke prijs te vinden, en in de
meeste gevallen gaat hij er dan ook maar
toe over, op zijn eigen stukje grond met
eigen hand in een eindeloze reeks van
vrije uren zijn eigen huis te bouwen.
Zelfs de balalaika
Dat vraagt geld, dat vraagt ook tijd.
En er blijft ook in het Bonegilla-kamp
zo nu en dan wel eens een gezin hangen,
vele troosteloze maanden lang, wachtend
op een woning. Dan pas wordt het moei
lijk om aan een betere toekomst te blij
ven geloven, daar temidden van de
barakken en de D.P.'s van Bonegilla.
Men was die avond in Blok 15, in het
Holdingscentre van het enorme kamp.
Als men over het donkere pad tussen de
barakken liep, hoorde men dwars door
de dunne muren der barakken heen flar
den van gesprekkeneen huiselijke
twist tussen een Joegoslavisch echtpaar....
een Duitse vrouwenstem die, mat en moe,
een huilend kindje troostte.... de klagen
de klanken van een Russische balalaika,
in zwart en beige
boxleder, warm ge
voerd, riemsluiting,
crêpe zolen
tan-bruin, riemsluiting,
crêpe zolen "7 75
met kleine stijging
A Een welkom St, Nicolaas geschenk
Op onze schoenenafdeling vindt U een
enorme keuze in pantoffels.
Een kloeke
van bruin boxleder met
plateau voorstuk en dubbel
lederen zolen 24.9°
Daar, in blok 15, vond men de Haarlemse
huisschilder Van der Plas. Ruim een jaar
geleden arriveerde hij met zijn vrouw,
zijn zes kinderen en een stapel getuig
schriften in Bonegilla, en als men hem
op dat ogenblik verteld had, dat hij een
jaar later nog altijd in Bonegilla zou zit
ten, zou hij het niet geloofd hebben.
„Maar hoe gaat dat", zegt Van der
Plas, „ik kwam net in de slechte tijd; De
baantjes lagen hier maar niet voor het
oprapen. Ik liad papieren die van 26
jaren huisschilderschap in Nederland
getuigden, maar dat maakte geen indruk
genoeg en ze kwalificeerden me als
„ongeschoold arbeider", en dat maakte
het vinden 'van werk nog moeilijker. Ik
ben toen maar op eigen gelegenheid naar
Albury gegaan en ik kreeg er niet alleen
een baan als huisschilder, doch boven
dien (binnen twee weken) mijn „ticket"
van de vakbond, en ik verdiende vijftien
pond per week, en toen ben ik gaan
rekenen.
Er viel voor Van der Plas niet veel te
rekenen. Hij had een dochter die 5 Pond
en een zoon die 6 Pond verdiende, en sa
men kwamen zij op 26 Pond, en als men
het krap-aan deed in den huize Van der
Plas, dan hield men per week een Pond
of zes over. „En daar", zegt Van der Plas,
„bouw je ook in Australië helaas geen
huizen van".
Hij is een jaar verder nu, de Haarlem-1 den omdat zij zich niet van een
mer. Hij ging een compagnonschap aan
met een landgenoot-huisschilder en hij
houdt nu wel méér over, en hij heeft in
de buurt van Albury al zijn eigen lapje
grond en tijdens ieder week-end bouwt
hij daar nu verder aan zijn eigen huis:
met stenen die hij samen met zijn zoon
eigenhandig vervaardigde.
„Het is nu makkelijker", zegt Van dei-
Plas rustig, „als je van week tot week
met kleine beetjes je eigen huis ziet
groeien, als je wéét: er komt binnenkort
ook voor mij en mijn gezin een einde
aan Bonegilla, dan kun je een kamp en
het eten-op-z'n-Pools voor lief nemen.
Maar er zijn dagen geweest, dat ik dacht:
Van der Plas, man, je komt hier nooit
meer uit. En die dagen gun ik mijn erg
ste vijand niet...."
Schilderachtige plekjes zijn er in het
berggebied van het Eilden-reservoir
in de staat Victoria. In Jamieson-
rivier, die de foto in beeld geeft,
wordt veel gevist
ELECTRISCH droogscheerapparaat
Bij verscheidene verkeersongelukken in het afgelopen weekeinde
zijn drie personen om het leven gekomen, terwijl door verdrinking
eveneens drie mensen om het leven kwamen.
Een tragisch ongeval gebeurde te Rodeschool, waar het 6-jange
jongetje Jan K. met zijn hoofdje onder een zwaar wiel terecht kwam.
Het kind was op slag dood. Het ventje had zijn fietsje tegen het wiel
gezet om er vervolgens op te klimmen. Het wiel kantelde echter met
het noodlottige gevolg.
Gisteravond kwam de 80-jarige J. E. van een perceel van de Eerste
Jan van der Heijdenstraat te Amsterdam om het leven, nadat de man
van een stoep van 18 treden was gevallen. Op weg naar het Wilhelmina
Gasthuis overleed het slachtoffer.
BONEGILLA, October.
Experts verwachten, dat het ze"
K.er «OK wet vijftien jaar zal duren
®..P™ns 't woningtekort in Austra
lië min ot meer tot het verleden zal
vooropgesteld, dal de im-
ml8 atli n de lo°P Ier eerstvol-
gende jaren met nog sterk zal toc-
neme opgesteld verder, dat
het tempo van de woningbouw niet
vertraagd zal worden door een
nieuwe recas"o a°or een (niet
denkbeeldig) tekort aan bouwmate
rialen. De cj'sis vaii vcrleden jaar
vond onmiddellijk haar terugslag jn
de woningbouw. 'n liet
laatste kwartaal van 19j»2 n»g mecr
dan 20.000 woningen voltooid wer
den 'zakte dat aantal in het eerste
kwartaal van 1953 tot
Op 30 Juni J.L ^^rniettë:
m^„1eeferde"dar70.000 wonin
gen in aanbouw, een aant
voor een belangrijk deel op
"■ng van de zelfbouwers geschreven
moest worden.
De cijfers voor de onderscheidene
staten luidden op 30 Juni Jl
als volgt: New South Wales: in
a*nb°uV9-7'5 woningen; Victoria:
zz.05^, Queensland: 3.918: South
Au,s. ba: 6'464; West Australia:
5 951; Tasmamë: 2.114; Canberra:
b46.
Op de Polderweg bü Breezand (Noord-
Holland) zijn Zaterdagmiddag tegen kwart
voor zes drie 13-jarige meisjes aangere
den door een personenauto. Een van haar,
G. L. uit de gemeente Anna Paulowna,
Was onmiddellijk dood. Het dochtertje
van de familie K. uit Breezand moest met
een beenbreuk in het R.K. ziekenhuis in
Den Helder worden opgenomen. Het derde
meisje, eveneens uit Breezand afkomstig,
werd slechts licht gewond.
De personenauto, die werd bestuurd
door de garagehouder C. B. uit Anna Pau
lowna, reed in de richting Kleine Sluis,
toen hij ter hoogte van de katholieke kerk
door de koplampen van een onbekend ge
bleven tegenligger schijnt te zijn verblind.
Zowel de meisjes, die van zangles kwa
men, als de auto bevonden zich aan de
rechterkant van de weg. Men neemt aan,
dat de bestuurder door de donkere, van
de regen glimmende weg is misleid. De
politie tracht de bewuste tegenligger, die
zijn weg zonder te stoppen vervolgde, op
te sporen.
Dodelijke slippartij
Eveneens Zaterdag, omstreeks een uur
's middags, is de 50-jarige Amsterdammer
T G met zijn motorrijwiel over de tram
rails on de hoek van de Jan Evertsen-
straat en de Admiralengracht te Amster
dam geslipt waardoor hij kwam te vallen.
De man is vermoedelijk met een hersen
schudding! naar hct Wilhelmma^ Gasthuis
overgebracht, waar hij later
Een 48-jarige ambtenaar van hel J'°®®
Commissariaat van Indonesië, drs R. <J.
uit Den Haag, is Zondagmiddag op de
Rij ksstraatweg GroningenLeeuwarden
bjj Twjjzel in de gemeente Achtkarspelen
om het leven gekomen toen hij met zijn
auto, waarin ook zijn vijf kinderen van
tien tot zeventien jaar zaten, slipte. De
auto, die naar Groningen reed, kwam in
de sloot terecht. Drs O. werd zo zwaar
gewond, dat hij ter plaatse overleed. Hel
bleek, dat zijn borstkas door het stuur
was ingedrukt. Twee kinderen werden
met lichte verwondingen naar Den Haag
overgebracht; de anderen kwamen met de
schrik vrij.
Drie verdrinkingsgevallen
Tijdens zijn werkzaamheden op een der
baggermolens op de Maas in Wessem is
Zaterdag de 42-jarige arbeider J. Snijders
uit Buggenum op onverklaarbare wijze te
water geraakt en verdronken.
Het slachtoffer was nog pas enkele
maanden gehuwd.
De directeur van de Centrale Bakkerij
te Buitenpost, de heer J. V., is Vrijdag
avond onderweg naar huis te water ge
raakt en verdronken. Zaterdagmorgen
heeft men zij" "jk gevonden. Het slacht
offer was 39 jaar en laat een vrouw met
vier kinderen achter.
Te Slochteren is 't anderhalf jarig zoon
tje van de familie H. de V. in de Molen
wijk geraakt en eveneens verdronken.
(Van onze correspondent)
ZATERDAG is Nederland opnieuw een tol „armer" geworden. Van de zes
die ons land nog bezat, is die dag de tol van Leimuiden met veel feest-
vertoon opgeheven. Dit was mogelijk doordat de nieuwe provinciale brug
over de Drecht en de nieuwe provinciale weg Alphen aan den Rijn-Amsterdam,
diezelfde middag voor het verkeer werden opengesteld. Deze gebeurtenissen
hebben behalve heel de Rijnstreek, die door tal van burgemeesters was verte
genwoordigd, vele autoriteiten van provinciale besturen van Zuid- en Noord-
Holland, dijkgraven van Rijnland, polderbesturen, de ANWB en KNAC, WV's,
de KLM en vertegenwoordigers van het openbare vervoerwezen naar Leimui
den gedirigeerd. Uiteraard trok deze driedubbele gebeurtenis in het kleine
dorpje, dat ten teken van vreugde de vlaggen had uitgestoken, veel be lang
stelling.
To be or not to be
Shakespeare's beroemde
woorden vonden een frap
pante vertolking bij het
smaakvol geklede meisje,
dat zonder enig merkbaar
spoor van nervositeit een
gedeelte uit de Hamlet (in
Ie oorspronkelijke taal!)
voordroeg.
Dat gebeurde Zaterdag
middag in het Minerva-
paviljoen te Amsterdam,
waar in een der zalen Toon
Hermans, Guus Oster, Wil
lem Andriessen en Corry
Hartong, benevens een aan
tal journalisten en persfoto
grafen het publiek vormden
voor al degenen, wier hart
een tikkeltje vlugger moeten
hebben geklopt toen ze
lezer dagen uit krantenbe-
-ichten vernamen, dat op
initiatief van Neerlands
„Ballot"-meester een tweede
auditie zou worden gehou
den.
Een auditie, georganiseerd
met het doel jonge be
schaafde mensen uit te
kiezen voor een cursus
wij schreven er onlangs
reeds over die tot ver
betering van het moderne
cabaret kan bijdragen.
Het is een auditie gewor
den onder wel wat gunsti
ger omstandigheden dan een
dik half jaar geleden in
Zandvoort, waar Toon Her
mans toen zijn eerste talen
tenmarkt hield.
Destijds zeker 300 hoop-
vollen, die op een reeds
door journalisten en andere
genodigden overbevolkt
toneel, waar onophoudelijk
blitzlampen flisten, hun
kunnen moesten tonen; nu
circa 40 jonge mensen, die
op hun gemak voor het
voetlicht konden treden.
Niet dat dit laatste bij ieder
een het geval was, maar een
feit is, dat het merendeel der
gegadigden zijn zenuwen, zo
op het oog althans, goed
onder bedwang had.
Nachtmerrie van de
kegelaar
Zoals b.v. het hierboven
vermelde meisje, studente
en 21 jaar oud, dat helaas!
T/eertig
hoopvollen voor
het voetlicht
zei ze, toen ze zich zelf aan
kondigde een gedeelte uit
Hamlet voordroeg en uiter
lijk volkomen zeker van
zich zelf over het toneeltje
wandelde.
Zoals b-v. ook de heer, die
als imitator min of meer de
draak stak met bekende
figuren uit de wereld van
toneel en radio.
Zoals voorts de leerling
van Du Croux, die een volle
7 minuten zwoegde tot het
zweet hem uit al zijn poriën
brak aan een nieuwe voor
stelling van wat hij zelf de
„nachtmerrie van een kege-
laar" noemde.
Zo kwamen en gingen de
40: zangers van lichte lied
jes, van het Franse lied en
van serieuze liederen, een
piepjong meisje, dat wij
reeds in Zandvoort signa
leerden en het nu nog eens
probeerde, een (vrouwelijke)
clown en een danseresje.
Om 5 uur was de auditie
afgelopen en gaf Toon Her
mans ons zijn mening. „Ik
ben zeker niet ontevreden
over wat ik gezien heb", zei
hij, „en in ieder geval blij
te ontdekken, dat tenminste
bij deze beschaafde mensen
niet die angst voor het
theater bestaat, die, naar ik
hoop, in de toekomst geheel
zal verdwijnen".
FRED ROMBOUTS.
In het gemeentehuis was eerst een
bijeenkomst, waar burgemeester J.
Bakhuizen in korte trekken de 92-ja-
rige historie releveerde van Leimuiden's
tol, die bij toerbeurten eigendom van de
gemeente was en perioden van verpach
ting had meegemaakt. De baten, die de
tol voor de gemeente had afgeworpen,
varieerden van 500 tot ruim 21.000
per jaar. Werd enerijds het verlies van
deze inkomsten betreurd, anderzijds was
het gemeentebestuur bereid dit offer te
brengen voor het normaliseren van het
wegverkeer, dat voor Leimuiden onge
veer 1000 voertuigen per dag bedraagt.
Om half drie werd de tol officiëel op
geheven. De laatste tolbetalers, de heren
Van der Laan en Aartman uit Nieuw
koop werden in de raadzaal ontvangen.
De burgemeester overhandigde hun een
oorkonde als blijvende herinnering. Het
gezelschap begaf zich vervolgens naar de
plaats, waar de tol zich bevond. De tol
gaarders J. N. de Konir.g en N. J. de
Koning wier familie van geslacht op
geslacht tolgaarders heeft geleverd, ont
vingen geschenken.
De Leimuidense brandweerauto, volledig
bemand en uitgerust en keurig opge
poetst, reed daarna de in de tijd van de
bestorming door de Haarlemmermeerder
Vos berucht geworden tolboom, die voor
deze gelegenheid door een van carton was
vervangen, onder het geloei van de sirene
en gejuich van de talloze belangstellen
den, ln stukken. En hiermede was de
laatste bladzijde geschreven van een
92-jarige tolgeschiedenis. Een legertje
persfotografen en filmoperateurs vereeu
wigde dit moment, terwijl De Langeraar-
se muziekvereniging „Artivoor de vro
lijke noot zorgde.
Weg en brug tegelijk
opengeknipt
Onmiddellijk na deze plechtigheid be
gaf het grote gezelschap genodigden
zich naar de nieuwe provinciale weg.
Hier sprak ir G. Terluin, hoofd-ingenieur
van Provinciale Waterstaat in Zuid-Hol
land. Er heerst in vele kringen grote
vreugde over het realiseren van dit
nieuwe weggedeelte. In het gehele tracé
ontbreekt nog het wegvak Boskoop
Alphen aan den Rijn. Dit werk stagneert
nog, maar zal nu toch met spoed worden
afgewerkt. Dan kan deze weg: Rotter
dam—Amsterdam door het hart van de
Rijnstreek tot volledige ontplooiing ko
men.
Het dochtertje Marianne van ir Terluin
bood hierna aan mevr. Bakhuizen, echt
genote van Leimuiden's burgemeester,
een schaar aan, waarmede deze een lint
doorknipte: weg en brug waren geopend.
Nadat „Arti" het „Wilhelmus" had ge
speeld, reden de genodigden in drie auto
bussen de nieuwe weg op, over de brug
tot aan de grens van de gemeente.
Tijdens een bijeenkomst in hotel Snee-
boer „Het wapen van Leimuiden", werden
nog vele vriendelijke toespraken gehou
den, o.a. door burgemeester Ed. C. Wit-
schey van Alphen a. d. Rijn, de districts
vertegenwoordiger van V.V.V., de heer
Joh. v. Zwieten en Warmonds burgemees
ter Von Fisenne.
De wnd. dijkgraaf van Rijnland ver
telde, dat als bijdrage voor de verbete
ring van het waterverkeer door Leimui
den naar Amsterdam en Rotterdam, de
Drecht spoedig zal worden uitgediept.
Naar de bedrijfsleider van de Hongaarse
Tabanya-kolenmjjnen Donderdag in het
dagblad Szabad Nep schrijft, beeft men
„met schrik ontdekt in welk een ver
schrikkelijke toestand de mijnen gebracht
*i)n door het werken zbnder plan gedu
rende enige jaren en het overdreven
werktempo van de laatste maanden."
Verscheidene gangen zijn onbegaanbaar
geworden, zodat het moeilijk is de werk
plaatsen te bereiken.
„In de verblijven van de werklieden lekt
het en zij moeten dikwijls zonder ontbijt
aan het werk gaan", verklaart hij.
Z.H. Exc. de bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot conrector van het St Bavo-
gesticht te Noordwijkerhout, de weleerw.
zeergel, heer dr J. J. A. vaa Dijk.