Nederlanders verlaten het gelijk gauw Toon Hermans hield ZWERVEND DOOR EEN WERELDDEEL Hier raasde het Italiaanse „oproer" Schoenen kopen in 't souterrain van Esders Auto reed op drie meisjes in Brandweer reed Leimuider tolboom aan stukken 20." PHIUSHAVE I Een oude traditie in ere hersteld! grotere keuze, beter en voordeliger Band sprong: vader dood, twee kinderen gewond, drie ongedeerd Nog vijftien jaar Nieuwe provinciale weg en brug over Drecht geopend THEATERANGST ZAL VERDWIJNEN Ik ben niet ontevreden MAANDAG 16 NOVEMBER 1953 PAGINA 3 DooiMARTIN W. DUYZINGS De sfeer wat geheimzinnig PHILIPS DAMES- WINTER LAARSJES KINDER SPORTMOLIÈRE BINNENWEG PLEINWEG 196 HEREN SPORTMOLIÈRE Adieu Bonegilla Van der Plas behoorde tot de uit zonderingen. Het werd hierboven reeds gezegd: vele, vele duizenden Nederlanders die dit kamp passeer- werkkring en van accommodatie hadden weten te verzekeren alvo rens zij naar de Jonge Wereld voe ren, hadden meer geluk. Doch ook al verbleven zij er slechts kort, ver moedelijk zullen zij hetzelfde erva ren hebben wat ook Van der Plas begrijpen zal als hij straks zijn ge zin eindelijk, eindelijk!, en vraag niet hoe hij naar dat moment heeft zitten verlangen! kan binnen leiden in het huis, dat hij eigenhan dig bouwde: buiten Bonegilla ligt een béter, vriendelijker en geluk kiger Australië. Men moet in Bonegilla zijn ge weest cm dat naar waarde te kun nen schatten! Indonesische ambtenaar verongelukt „VERSCHRIKKELIJKE TOESTAND" VAN HONGAARSE MIJNEN BENOEMING IN HET BISDOM HAARLEM Het Bonegilla-kamp, doorgangs huis voor emigranten BONEGILLA, November. liet kamp leek uitgestorven Men vond lietmeer dan driehonderd rauwe kilometers Noord-Oost van Melbourneaan de rand van een rimpelloos meer en er was iets onnatuurlijks in de vredige stilte die tussen de grijze barakken van bet kamp te sluimeren hing. C1 Er scheen een bleke, flauw koesterende zon die dag. bleehts enkele mijlen verderop klom, na weken vol regen, de Murray-Rivcr nog altijd woedend en kolkend en dodelijk verraderlijk over haar oevers, en ginds, naar het Noorden, wist men Albury, het bedrijvige stadje dat in een slag een wereldfaam verwierf, nadat destijds onze „Uiver er op de racebaan een geslaagde noodlanding maakte. Doch als men hier, aan de rand van het meer, de grote weg verliet, als men de kampwacht passeerde en men vervolgens over het brede, vers geharkte grindpad voortreed tot op het kale, schaduwloze plein waar men een warm flakkerende Godslamp in een donker, sober interieur het katholieke kerkje vond, dan was het alsof men eensklaps in een andere wereld stond. Men had van dit kamp gehoord, honderden malen, op zijn dwaal tocht door de Jonge Wereld. Men had er met waardering, doch ook met onverholen afschuw over horen spreken. Men had van zijn bezoek aan dit enorme ontvangstcentrum voor emigranten wel honderd ver schillende impressies verwacht. Doch als men, die middag, daar op dat zonnige pleintje stond en men zijn oog liet gaan over de roerloos tegen elkaar leunende barakkeu, over de lege, goed onderhouden paden en de vriendelijke, reeds volop bloeiende gazons, dan luisterde men met ingehouden adem slechts naar die vreemde, onnatuurlijke stilte. Was dit dan het kamp waarin, naar men zei, ook Nederlandse emigranten vrouwen zoveel bittere tranen hebben geschreid? Was dit dan de plaats dit dorado van stilte en vrede waar nauwelijks een jaar geleden drieduizend teleurgestelde Italiaanse emigranten tierend en scheldend een soort van oproer creëerden? Men stond daar, men luisterde naar de stilte. En twijfelde, oen ging, ergens in een der nabije barakken, krakend een deur open en hoorde men rauw en krijsend een hoge mannenstem: „Mac a»s u 'raus kommst, Du Schwein!" Het was alsof het pleintje die \errassende uitbarsting nog eenmaal terugkaartste. En men kón het niet helpen, dat men even huiverde en nog vóór gij U bovendien door stapels cijfers, tabellen en grafieken hebt heen- gewerkt en men U, figuurlijk gesproken, bedolven heeft onder de calorieën, heeft men de vreemdeling er al van overtuigd, dat, zuiver technisch gesproken, dit enorme kamp op waarlijk efficiënte wijze geleid wordt en beheerd. Doch de sfeer? Er is over de sfeer in het kamp Bone- gilla gedurende de laatste jaren meer dan één afkeurend rapport gemaakt. „De sfeer", had men U reeds in Melbourne en in Adelaide gezegd, „wordt er vergiftigd door een clan van Displaced Persons die er hangen bleef. Er zijn in Bonegilla op zedelijk gebied dingen gebeurd, die het daglicht niet verdragen konden cn de kans op excessen zou in ieder geval ge ringer zijn als men eindelijk deze clan doorbrak". De vreemdeling is slechts tien uren in Bonegilla en als hij naar de „sfeer" in dit kamp informeert, stuit hij meer dan eens op een wat mysterieuze muur-van- stilzwijgcn, en merkwaardigerwijs heb- Het kamp heet Bonegilla. Meer dan driehonderd-duizend emi granten zijn sedert 1947 door de poorten van dit kamp gegaan. Vele, vele duizen den Nederlanders hebben in Bonegilla het enige grote „ontvangstcentrum" voor Nederlandse emigranten-zonder-aecom- jnodatie sedert het Bathurst-Centre nabij plaats biedende toneelzaal, waai in men kamp wel ontevredenheid, en daar is dan nog altijd wel wat van blijven hangen. Een model-kamp! zegt men U en men toont U een uitstekend geoutilleerd kamp hospitaal, een aan twee duizend mensen O 0 Sydney werd opgeheven in de lage, kleine barakken geleefd. Vier honderd van de Nederlandse emigranten aan boord van de „Johan van Oldenbarneveldt", die begin November in Melbourne voor anker ging, maakten de lange, vermoeien de treinreis naar het Noorden en wacht ten in Bonegilla op het moment, waarop zij de eerste stap zouden kunnen zetten op de lange, moeilijke weg naar een nieuwe toekomst. „Zij wachten meestal niet lang zegt tl mister Dawson, de kampdirecteur, een kleine, zware, moeilijk ademende man niet borstelwenkbrauwen en donkere, felle, stekende ogen, „de meeste Neder landers hebben onmiddellijk werk en het duurt doorgaans niet lang of zij hebben zelfs reeds-een dak boven hun hoofd, al bedekt dit dak soms niet meer dan een shed of een kamertje. De Nederlanders n van bet type, dat lang in kam pen hangen blijft Zij nemen dit kamp voor wat het is: een ontvangst-centrum, dat de nieuwe emigrant een tijdelijk onderdak biedt zo iang hij zijn weg nog niet gevonden beeft. En het enige waar over men ae Nederlanders hier een enkele maal hoort klagen, dat is het eten Spaghetti tegen de muur Het kamp is zwak bezet. Tweeduizend bewoners in totaal, en in het Holdings- centre, waar men langer blijven kan, zo men daar door omstandigheden toe ge dwongen wordt slechts enkele Neder landse gezinnen. De top-capaciteit van Bonegilla bedraagt achtduizend mensen doch er zijn dagen geweest, dat men er elfduizend binnen de poorten had. Jjat was verleden jaar tijdens de recessie, toen liet aantal vacatures voor emigranten plotseling scherp daalde en ook in Bone gilla de sfeer zó geladen was, dat men elk ogenblik een uitbarsting verwachtte. De uitbarsting kwam. Drieduizend Ita lianen stichtten relletjes en verwarring in het kamp, hielden protestdemonstra ties, smeten woedend de spaghetti welke men hun bereidde teneinde de signori te kalmeren, tegen de muren van de grote cantine. En hoewel hun „opstand" stellig niet in de eerste plaats tegen het Bone gilla-kamp ging, doch veel meer tegen de Australische regering gericht was, zaaiden zij niettemin ook elders in het ten gerieve der kampbewoners onder meer drie maal per week een filmvoor stelling geeft, de met zorg ingerichte kamp-crèche, een alleraardigste „Kinder garten", de keukens, de opslagplaatsen, de slagerij (er hangt daar 'n bord met de, U midden in Australië nogal frapperen de woorden: „Sei immer höflich, nett gekleidet und sauber in der Arbeit") ben de Nederlanders die hij in het kamp ontmoet ook op d i t gebied geen klachten, doch wat hij wél ontdekt, is, dat het staf personeel van dit kamp voornamelijk uit D.P.'s bestaat: de blok-supervisors, de koks (twee Jocgo Slaven, drie Letten, één Pool), de kampbewakers; Zelf bouwen Men heeft ook daar, in het kantooi der kamp-directie, een verklaring voor: „Men yindt onder de overige emigranten er maar weinig bereid, een vaste werk kring te zoeken in een kamp". Dat geldt op de eerste plaats voor de Nederlandse emigrant en met deze haast ingeboren afschuw voor het kampleven, dat nergens ter wereld waarlijk ideaal kan zijn en dus ook in Australië niet, mag de Neder landse emigrant zich dan gelukkig prij zen. Men helpt hem er trouwens zo snel mogelijk weg. De Commonwealth Em ployment Service, ons eigen emigratie apparaat, dat met Bonegilla permanent contact onderhoudt, de Nederlandse zielzorgers in het kamp, de nog jonge dominéé J. J. Mol, die volgend jaar het Australische staatsburgerschap hoopt te verwerven, en pater P. van Stokkom, S.V.D., die uit de missie op de Molukken tijdelijk naar Bonegilla kwam, de sociale werkster in het kamp, mej. C. P. Hui- zinga, zij allen bieden de emigrant die, vers uit het vaderland, in Bonegilla arriveert, de helpende hand. Zij kunnen dat doen, omdat er in Australië zeker op dit ogenblik nog royaal plaats is voor de vakman-uit-den-vreemde; zij kunnen dit bovendien, omdat de Nederlandse arbei der niet alleen in de grote steden, doch vooral ook in de country zulk een uitste kende naam heeft. Doch op het punt der huisvesting zijn zelfs zij, die in het Bone gilla-kamp de belangen der Nederlandse emigranten op zo voortreffelijke wijze behandelen, vaak machteloos. Er heerst nog steeds in Australië een enorm tekort aan woonruimte. Men voelt, dat het pijnlijkst in en rond de steden. Doch zelfs in de country is het voor de pas gearriveerde emigrant soms bijzonder moeilijk, een behoorlijke woning tegen een redelijke prijs te vinden, en in de meeste gevallen gaat hij er dan ook maar toe over, op zijn eigen stukje grond met eigen hand in een eindeloze reeks van vrije uren zijn eigen huis te bouwen. Zelfs de balalaika Dat vraagt geld, dat vraagt ook tijd. En er blijft ook in het Bonegilla-kamp zo nu en dan wel eens een gezin hangen, vele troosteloze maanden lang, wachtend op een woning. Dan pas wordt het moei lijk om aan een betere toekomst te blij ven geloven, daar temidden van de barakken en de D.P.'s van Bonegilla. Men was die avond in Blok 15, in het Holdingscentre van het enorme kamp. Als men over het donkere pad tussen de barakken liep, hoorde men dwars door de dunne muren der barakken heen flar den van gesprekkeneen huiselijke twist tussen een Joegoslavisch echtpaar.... een Duitse vrouwenstem die, mat en moe, een huilend kindje troostte.... de klagen de klanken van een Russische balalaika, in zwart en beige boxleder, warm ge voerd, riemsluiting, crêpe zolen tan-bruin, riemsluiting, crêpe zolen "7 75 met kleine stijging A Een welkom St, Nicolaas geschenk Op onze schoenenafdeling vindt U een enorme keuze in pantoffels. Een kloeke van bruin boxleder met plateau voorstuk en dubbel lederen zolen 24.9° Daar, in blok 15, vond men de Haarlemse huisschilder Van der Plas. Ruim een jaar geleden arriveerde hij met zijn vrouw, zijn zes kinderen en een stapel getuig schriften in Bonegilla, en als men hem op dat ogenblik verteld had, dat hij een jaar later nog altijd in Bonegilla zou zit ten, zou hij het niet geloofd hebben. „Maar hoe gaat dat", zegt Van der Plas, „ik kwam net in de slechte tijd; De baantjes lagen hier maar niet voor het oprapen. Ik liad papieren die van 26 jaren huisschilderschap in Nederland getuigden, maar dat maakte geen indruk genoeg en ze kwalificeerden me als „ongeschoold arbeider", en dat maakte het vinden 'van werk nog moeilijker. Ik ben toen maar op eigen gelegenheid naar Albury gegaan en ik kreeg er niet alleen een baan als huisschilder, doch boven dien (binnen twee weken) mijn „ticket" van de vakbond, en ik verdiende vijftien pond per week, en toen ben ik gaan rekenen. Er viel voor Van der Plas niet veel te rekenen. Hij had een dochter die 5 Pond en een zoon die 6 Pond verdiende, en sa men kwamen zij op 26 Pond, en als men het krap-aan deed in den huize Van der Plas, dan hield men per week een Pond of zes over. „En daar", zegt Van der Plas, „bouw je ook in Australië helaas geen huizen van". Hij is een jaar verder nu, de Haarlem-1 den omdat zij zich niet van een mer. Hij ging een compagnonschap aan met een landgenoot-huisschilder en hij houdt nu wel méér over, en hij heeft in de buurt van Albury al zijn eigen lapje grond en tijdens ieder week-end bouwt hij daar nu verder aan zijn eigen huis: met stenen die hij samen met zijn zoon eigenhandig vervaardigde. „Het is nu makkelijker", zegt Van dei- Plas rustig, „als je van week tot week met kleine beetjes je eigen huis ziet groeien, als je wéét: er komt binnenkort ook voor mij en mijn gezin een einde aan Bonegilla, dan kun je een kamp en het eten-op-z'n-Pools voor lief nemen. Maar er zijn dagen geweest, dat ik dacht: Van der Plas, man, je komt hier nooit meer uit. En die dagen gun ik mijn erg ste vijand niet...." Schilderachtige plekjes zijn er in het berggebied van het Eilden-reservoir in de staat Victoria. In Jamieson- rivier, die de foto in beeld geeft, wordt veel gevist ELECTRISCH droogscheerapparaat Bij verscheidene verkeersongelukken in het afgelopen weekeinde zijn drie personen om het leven gekomen, terwijl door verdrinking eveneens drie mensen om het leven kwamen. Een tragisch ongeval gebeurde te Rodeschool, waar het 6-jange jongetje Jan K. met zijn hoofdje onder een zwaar wiel terecht kwam. Het kind was op slag dood. Het ventje had zijn fietsje tegen het wiel gezet om er vervolgens op te klimmen. Het wiel kantelde echter met het noodlottige gevolg. Gisteravond kwam de 80-jarige J. E. van een perceel van de Eerste Jan van der Heijdenstraat te Amsterdam om het leven, nadat de man van een stoep van 18 treden was gevallen. Op weg naar het Wilhelmina Gasthuis overleed het slachtoffer. BONEGILLA, October. Experts verwachten, dat het ze" K.er «OK wet vijftien jaar zal duren ®..P™ns 't woningtekort in Austra lië min ot meer tot het verleden zal vooropgesteld, dal de im- ml8 atli n de lo°P Ier eerstvol- gende jaren met nog sterk zal toc- neme opgesteld verder, dat het tempo van de woningbouw niet vertraagd zal worden door een nieuwe recas"o a°or een (niet denkbeeldig) tekort aan bouwmate rialen. De cj'sis vaii vcrleden jaar vond onmiddellijk haar terugslag jn de woningbouw. 'n liet laatste kwartaal van 19j»2 n»g mecr dan 20.000 woningen voltooid wer den 'zakte dat aantal in het eerste kwartaal van 1953 tot Op 30 Juni J.L ^^rniettë: m^„1eeferde"dar70.000 wonin gen in aanbouw, een aant voor een belangrijk deel op "■ng van de zelfbouwers geschreven moest worden. De cijfers voor de onderscheidene staten luidden op 30 Juni Jl als volgt: New South Wales: in a*nb°uV9-7'5 woningen; Victoria: zz.05^, Queensland: 3.918: South Au,s. ba: 6'464; West Australia: 5 951; Tasmamë: 2.114; Canberra: b46. Op de Polderweg bü Breezand (Noord- Holland) zijn Zaterdagmiddag tegen kwart voor zes drie 13-jarige meisjes aangere den door een personenauto. Een van haar, G. L. uit de gemeente Anna Paulowna, Was onmiddellijk dood. Het dochtertje van de familie K. uit Breezand moest met een beenbreuk in het R.K. ziekenhuis in Den Helder worden opgenomen. Het derde meisje, eveneens uit Breezand afkomstig, werd slechts licht gewond. De personenauto, die werd bestuurd door de garagehouder C. B. uit Anna Pau lowna, reed in de richting Kleine Sluis, toen hij ter hoogte van de katholieke kerk door de koplampen van een onbekend ge bleven tegenligger schijnt te zijn verblind. Zowel de meisjes, die van zangles kwa men, als de auto bevonden zich aan de rechterkant van de weg. Men neemt aan, dat de bestuurder door de donkere, van de regen glimmende weg is misleid. De politie tracht de bewuste tegenligger, die zijn weg zonder te stoppen vervolgde, op te sporen. Dodelijke slippartij Eveneens Zaterdag, omstreeks een uur 's middags, is de 50-jarige Amsterdammer T G met zijn motorrijwiel over de tram rails on de hoek van de Jan Evertsen- straat en de Admiralengracht te Amster dam geslipt waardoor hij kwam te vallen. De man is vermoedelijk met een hersen schudding! naar hct Wilhelmma^ Gasthuis overgebracht, waar hij later Een 48-jarige ambtenaar van hel J'°®® Commissariaat van Indonesië, drs R. <J. uit Den Haag, is Zondagmiddag op de Rij ksstraatweg GroningenLeeuwarden bjj Twjjzel in de gemeente Achtkarspelen om het leven gekomen toen hij met zijn auto, waarin ook zijn vijf kinderen van tien tot zeventien jaar zaten, slipte. De auto, die naar Groningen reed, kwam in de sloot terecht. Drs O. werd zo zwaar gewond, dat hij ter plaatse overleed. Hel bleek, dat zijn borstkas door het stuur was ingedrukt. Twee kinderen werden met lichte verwondingen naar Den Haag overgebracht; de anderen kwamen met de schrik vrij. Drie verdrinkingsgevallen Tijdens zijn werkzaamheden op een der baggermolens op de Maas in Wessem is Zaterdag de 42-jarige arbeider J. Snijders uit Buggenum op onverklaarbare wijze te water geraakt en verdronken. Het slachtoffer was nog pas enkele maanden gehuwd. De directeur van de Centrale Bakkerij te Buitenpost, de heer J. V., is Vrijdag avond onderweg naar huis te water ge raakt en verdronken. Zaterdagmorgen heeft men zij" "jk gevonden. Het slacht offer was 39 jaar en laat een vrouw met vier kinderen achter. Te Slochteren is 't anderhalf jarig zoon tje van de familie H. de V. in de Molen wijk geraakt en eveneens verdronken. (Van onze correspondent) ZATERDAG is Nederland opnieuw een tol „armer" geworden. Van de zes die ons land nog bezat, is die dag de tol van Leimuiden met veel feest- vertoon opgeheven. Dit was mogelijk doordat de nieuwe provinciale brug over de Drecht en de nieuwe provinciale weg Alphen aan den Rijn-Amsterdam, diezelfde middag voor het verkeer werden opengesteld. Deze gebeurtenissen hebben behalve heel de Rijnstreek, die door tal van burgemeesters was verte genwoordigd, vele autoriteiten van provinciale besturen van Zuid- en Noord- Holland, dijkgraven van Rijnland, polderbesturen, de ANWB en KNAC, WV's, de KLM en vertegenwoordigers van het openbare vervoerwezen naar Leimui den gedirigeerd. Uiteraard trok deze driedubbele gebeurtenis in het kleine dorpje, dat ten teken van vreugde de vlaggen had uitgestoken, veel be lang stelling. To be or not to be Shakespeare's beroemde woorden vonden een frap pante vertolking bij het smaakvol geklede meisje, dat zonder enig merkbaar spoor van nervositeit een gedeelte uit de Hamlet (in Ie oorspronkelijke taal!) voordroeg. Dat gebeurde Zaterdag middag in het Minerva- paviljoen te Amsterdam, waar in een der zalen Toon Hermans, Guus Oster, Wil lem Andriessen en Corry Hartong, benevens een aan tal journalisten en persfoto grafen het publiek vormden voor al degenen, wier hart een tikkeltje vlugger moeten hebben geklopt toen ze lezer dagen uit krantenbe- -ichten vernamen, dat op initiatief van Neerlands „Ballot"-meester een tweede auditie zou worden gehou den. Een auditie, georganiseerd met het doel jonge be schaafde mensen uit te kiezen voor een cursus wij schreven er onlangs reeds over die tot ver betering van het moderne cabaret kan bijdragen. Het is een auditie gewor den onder wel wat gunsti ger omstandigheden dan een dik half jaar geleden in Zandvoort, waar Toon Her mans toen zijn eerste talen tenmarkt hield. Destijds zeker 300 hoop- vollen, die op een reeds door journalisten en andere genodigden overbevolkt toneel, waar onophoudelijk blitzlampen flisten, hun kunnen moesten tonen; nu circa 40 jonge mensen, die op hun gemak voor het voetlicht konden treden. Niet dat dit laatste bij ieder een het geval was, maar een feit is, dat het merendeel der gegadigden zijn zenuwen, zo op het oog althans, goed onder bedwang had. Nachtmerrie van de kegelaar Zoals b.v. het hierboven vermelde meisje, studente en 21 jaar oud, dat helaas! T/eertig hoopvollen voor het voetlicht zei ze, toen ze zich zelf aan kondigde een gedeelte uit Hamlet voordroeg en uiter lijk volkomen zeker van zich zelf over het toneeltje wandelde. Zoals b-v. ook de heer, die als imitator min of meer de draak stak met bekende figuren uit de wereld van toneel en radio. Zoals voorts de leerling van Du Croux, die een volle 7 minuten zwoegde tot het zweet hem uit al zijn poriën brak aan een nieuwe voor stelling van wat hij zelf de „nachtmerrie van een kege- laar" noemde. Zo kwamen en gingen de 40: zangers van lichte lied jes, van het Franse lied en van serieuze liederen, een piepjong meisje, dat wij reeds in Zandvoort signa leerden en het nu nog eens probeerde, een (vrouwelijke) clown en een danseresje. Om 5 uur was de auditie afgelopen en gaf Toon Her mans ons zijn mening. „Ik ben zeker niet ontevreden over wat ik gezien heb", zei hij, „en in ieder geval blij te ontdekken, dat tenminste bij deze beschaafde mensen niet die angst voor het theater bestaat, die, naar ik hoop, in de toekomst geheel zal verdwijnen". FRED ROMBOUTS. In het gemeentehuis was eerst een bijeenkomst, waar burgemeester J. Bakhuizen in korte trekken de 92-ja- rige historie releveerde van Leimuiden's tol, die bij toerbeurten eigendom van de gemeente was en perioden van verpach ting had meegemaakt. De baten, die de tol voor de gemeente had afgeworpen, varieerden van 500 tot ruim 21.000 per jaar. Werd enerijds het verlies van deze inkomsten betreurd, anderzijds was het gemeentebestuur bereid dit offer te brengen voor het normaliseren van het wegverkeer, dat voor Leimuiden onge veer 1000 voertuigen per dag bedraagt. Om half drie werd de tol officiëel op geheven. De laatste tolbetalers, de heren Van der Laan en Aartman uit Nieuw koop werden in de raadzaal ontvangen. De burgemeester overhandigde hun een oorkonde als blijvende herinnering. Het gezelschap begaf zich vervolgens naar de plaats, waar de tol zich bevond. De tol gaarders J. N. de Konir.g en N. J. de Koning wier familie van geslacht op geslacht tolgaarders heeft geleverd, ont vingen geschenken. De Leimuidense brandweerauto, volledig bemand en uitgerust en keurig opge poetst, reed daarna de in de tijd van de bestorming door de Haarlemmermeerder Vos berucht geworden tolboom, die voor deze gelegenheid door een van carton was vervangen, onder het geloei van de sirene en gejuich van de talloze belangstellen den, ln stukken. En hiermede was de laatste bladzijde geschreven van een 92-jarige tolgeschiedenis. Een legertje persfotografen en filmoperateurs vereeu wigde dit moment, terwijl De Langeraar- se muziekvereniging „Artivoor de vro lijke noot zorgde. Weg en brug tegelijk opengeknipt Onmiddellijk na deze plechtigheid be gaf het grote gezelschap genodigden zich naar de nieuwe provinciale weg. Hier sprak ir G. Terluin, hoofd-ingenieur van Provinciale Waterstaat in Zuid-Hol land. Er heerst in vele kringen grote vreugde over het realiseren van dit nieuwe weggedeelte. In het gehele tracé ontbreekt nog het wegvak Boskoop Alphen aan den Rijn. Dit werk stagneert nog, maar zal nu toch met spoed worden afgewerkt. Dan kan deze weg: Rotter dam—Amsterdam door het hart van de Rijnstreek tot volledige ontplooiing ko men. Het dochtertje Marianne van ir Terluin bood hierna aan mevr. Bakhuizen, echt genote van Leimuiden's burgemeester, een schaar aan, waarmede deze een lint doorknipte: weg en brug waren geopend. Nadat „Arti" het „Wilhelmus" had ge speeld, reden de genodigden in drie auto bussen de nieuwe weg op, over de brug tot aan de grens van de gemeente. Tijdens een bijeenkomst in hotel Snee- boer „Het wapen van Leimuiden", werden nog vele vriendelijke toespraken gehou den, o.a. door burgemeester Ed. C. Wit- schey van Alphen a. d. Rijn, de districts vertegenwoordiger van V.V.V., de heer Joh. v. Zwieten en Warmonds burgemees ter Von Fisenne. De wnd. dijkgraaf van Rijnland ver telde, dat als bijdrage voor de verbete ring van het waterverkeer door Leimui den naar Amsterdam en Rotterdam, de Drecht spoedig zal worden uitgediept. Naar de bedrijfsleider van de Hongaarse Tabanya-kolenmjjnen Donderdag in het dagblad Szabad Nep schrijft, beeft men „met schrik ontdekt in welk een ver schrikkelijke toestand de mijnen gebracht *i)n door het werken zbnder plan gedu rende enige jaren en het overdreven werktempo van de laatste maanden." Verscheidene gangen zijn onbegaanbaar geworden, zodat het moeilijk is de werk plaatsen te bereiken. „In de verblijven van de werklieden lekt het en zij moeten dikwijls zonder ontbijt aan het werk gaan", verklaart hij. Z.H. Exc. de bisschop van Haarlem heeft benoemd tot conrector van het St Bavo- gesticht te Noordwijkerhout, de weleerw. zeergel, heer dr J. J. A. vaa Dijk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 3