J DE KERSTMAALTOD Ons Succes-patroon van deze week If IW7 O Goedennacht HOE BESTEL IK MIJN PATROON? J SCHAKEL NU OVER OP PENNZ01LWINTER0UE ■KMMCLBMlgSBS ROMAN VAN CHARLES ATERDAG 19 DECEMBER 1953 PAGINA 4 Leerstoel in de filmologie. Die „lui voor stadsnieuws". Televisie contra film. Sir Michael Balcon houdt niet van huilebalken. Wij doen, nat alleen de film kan doen. Galanas en bananen. Nieuwe strop voor Hollywood: kleurentelevisie. Lana Turner s chauffeur. Gerrit van Dijk werd nazi. Leslie Caron onbedorven terug uit Holly wood. De tragedie van ballerina's. Peter Ustinov leerde paardrijden. „Nu repeteer ik staande". James Stewart: „Veeg die rommel maar van mijn gezicht". Paulette Goddard is openhartig. Leslie Caron Sir Michael Balcon „Niets te zeggen over televisie contra film ELIZABETH BIJ DE KONINGIN VAN TONGA MENU OM TE VOREN KLAAR TE MAKEN Selderijsoep (crème céléri-rave) C79Q Het afmaken van soep voor feestelijke gelegenheden Gebraden kip Chocoladevla BRAND IN DE TURF Geautoriseerde vertaling door F. van eisen (wordt vervolgd) (Van onze filmredacteur). "I R J. B. KNIPPING heeft in het „Ntf- J meegsch Universiteitsblad" een ar tikel gepubliceerd, waarin hij de istelling bepleit van een leerstoel in de ilmologie zoals die reeds in Parijs be- taat. Bovendien vraagt dr Knipping ich af, of het niet mogelijk is, dat de niversiteitsbibliotheek een behoorlijke ilmboekerij aanschaft. Tot slot oefent hij critiek op de „lui j oor stadsnieuws", die „en passant een j ilmpje recenseren". Ook de filmrecen- enten moeten volgens hem een behoor- ijke opleiding krijgen, die als extra col- ege zou kunnen worden gegeven bij de ipleiding van het Katholieke Instituut oor de Journalistiek te Nijmegen. Uiteraard zijn wij het volkomen eens et dr Knipping, als hij de instelling van t leerstoel in de filmologie nuttig acht. n vergelijking met het buitenland, met mme Amerika en Engeland, heeft de Nederlandse filmcritiek een uitstekende ïaam, die zij zich door serieus werk heeft 'erwórven. Wetenschappelijk onderzoek ■n studie kunnen dit werk slechts ten loede komen. Met de critiek van dr Knipping op de itadsverslaggevers, die ook wel eens een 'ilm bespreken, kunnen we het echter ilechts ten dele eens zijn. Natuurlijk zal n serieus blad of tijdschrift de voornaam- ;te films door een deskundige, dus er kend filmcriticus, laten bespreken. Maar niemand zal van de redactie eisen, dat jklle films, ook de rolprenten, die uit fluitend op suikerzoete romantiek of goedkope sensatie zijn gericht hetgeen, helaas, met een groot deel van de pro ductie het geval is serieus wordeft ge inomen. Een variété-voorstelling, of een uitvoering van de toneelgroep „Kunst door Gezelligheid" wordt evenmin ge recenseerd door de kunstredactie. Ver melding van het genre en het aantal do den, dat er valt, of het aantal harten, dat in eeuwige liefde samensmelt, is in zo'n geval meer dan voldoende. 0OLLIE KNOX, een Engelse jour nalist, heeft onlangs een bezoek gebracht aan een Balcon-staat. die geen onrust kent. Die staat ligt vlak bij de hoofdweg door Ealing. In een kamer op de benedenverdieping van een aardig huisje op de afstand van een ster-worp van de studiodeuren peinst de Baas, Sir Michael Balcon. Op de bovenverdieping oeinst majoor Reginald Baker, de direc- ,eur, die volgens Sir Michael „tien jaar vroedvrouw en min van de Ealing Stu dio's is geweest voordat ik voor het kind kwam zorgen". Hoewel beide mannen hun leven lang vrienden zijn geweest, ziet niemand ze ooit samen. Zij zijn nimmer gelijktijdig boven of beneden. Ze werken samen met hun zorgvuldig gekozen groep regisseurs, onder wie Ba sil Dearden de geëerbiedigde Oudere Staatsman is, als het ware op een eiland, dat volledig omringd is door Geloof aan de Britse film. Wat er daarbuiten ook moge gebeuren, ze gaan rustig en voor delig door met het produceren van hun originele, lichtelijk satiristische films met de beroemde Ealing-toets. „Ik heb niets te zeggen over de kwes tie televisie contra film", verklaarde Sir Paidette Goddard: „Liever een korte rol met lange oogwimpers Michael. „Alleen dat ik een gruwelijke hekel heb aan huilebalken van welke soort ook. Wij doen, wat alleen de film kan doen. Harry Watt, de regisseur van „West óf Zanzibar", is pas met zijn hele filmgroep terug na een verblijf van zes maanden in Afrika. Kan de televisie dat?". De Ealing-studio's leggen zich bij tele visie en de hele B.B.C. neer als door het spreekt er over zoals iemand dat doet lot gewilde „faits accomplis". Men over egn bloedverwant, die voor goed is komen inwonen en naar wie men ter loops knikt, als men hem in de gang ontmoet. „Ik ben- van plan", ging Sir Michael voort, „uit te scheiden met het maken van films naar toneelstukken of romans en me uitsluitend toe te leggen op on derwerpen, die alleen in filmbeelden kunnen worden verteld. Al die nieuwe „snufjes" zijn interessant, maar het komt er geen zier op aan, of het scherm een kilometer breed is, of dat de figuren er uitkomen en bij je op schoot gaan zitten, zo lang het verhaal en de regie goed zijn. Eerlijk, al dat gepraat over rivalen, die de film om hals zullen brengen, verveelt SHEILA SIM, die mee naar Afrika is geweest om in de Ealing-film „West of Zanzibar" van Harry Watt op te treden, vertelt daarover de volgende ver makelijke historie. In deze film spelen de Galanas, een inboorlingenstam, een voor name rol, hetgeen tot een vreemd misver stand leidde, toen een assistent er op uit gestuurd werd om 24 bananen te halen, die voor een lunch in een bepaalde scène nodig waren. „We vonden het een beetje vreemd, toen hij terugkwam in een grote f safari-auto", aldus Sheila Sim. „En toen i kwamen we tot de ontdekking, dat hij 24 galanas had meegebracht in plaats van bananen". 1 SIR MICHAEL BALCON moge zich dan niets aantrekken van de televi sie, Hollywood doet het des te meer. Televisie in kleuren betekent zelfs een dubbele strop voor dit Mekka van de film. Niet alleen zal dit nieuwste snufje een hevige concurrent worden van de kleurenfilms, maar de studio's hebben een grote voorraad oude zwart witte films, die millioenen aan huur waard zijn. Om de prijs op te drijven, hebben ze die films vastgehouden. Maar wat zullen ze nog waard zijn, als de kleu rentelevisie algemeen wordt? GERRIT VAN DIJK fungeerde als de chauffeur van Lana Turner tijdens de opnamen in Nederland voor de film „The True and the Brave" die krachtens (herroepelijk) besluit van de hoogste Metro-Goldwyn-Mayer-mag- naten intussen alweer is omgedoopt in „Betrayed" (Verraden). Net op het ogenblik, dat hij een „lei der" nodig had voor een troep nazi-sol daten, die een overval ondernamen op de molen van Monnikendam, viel het oog van regisseur Gottfried Reinhardt op de struise chauffeur. Gerrit van Dijk was precies het type, dat hij kon gebruiken. Eerst had het wel wat voeten in aarde, eer van Dijk er in toestemde om een na zi-uniform aan te trekken, want in de oorlog vocht hij in de Zesde Airborne Divisie en nam deel aan de invasie in Normandië. Tenslotte stemde hij toe, maar er moest beslist één clausule in zijn „filmcontract": hij moest chauffeur van Lana Turner blijven. LESLIE CARON, het schattige danse resje uit „An American in Paris", die ook een hoofdrol speelt in de bij zonder aantrekkelijke film „Lili", welke onlangs hier te lande in vertoning is ge komen, is uit Hollywood in Parijs terug gekeerd en slaakte enthousiaste gilletjes bij het zien van de smalle hoge huizen en hobbelige keien van Montmartre. Leslie Caron, een Parisienne, die 19 van haar 22 jaar in Frankrijk heeft geleefd, is intussen al weer naar Londen vertrokken om daar met Roland Petit in het nieuwe ballet-seizoen te dansen. Het jonge Franse meisje is plotseling een ster geworden. Maar het is Hollywood niet gelukt, haar te bederven. De manier, waarop ze zich kleedt, is precies het te genovergestelde van alles, wat „glamour" heet. Ze had al haar bezittingen in een tas van raffia, gemaakt in Mexico en wat ze haar „beste jurk" noemt, is een een voudig grijs toiletje met een purperen ceintuur om het middel. Een warenhuis zou moeite hebben, het bij een uitverkoop kwijt te raken. Haar mantel is iets, waar- („No sign of the Dove" Geen spoor j van de duif dat intussen begin deze j maand zijn première heeft beleefd in Londen) staande. Waar mijn toekomst ligt? Beslist niet in „Western". AMES Stewart is één van de weinige acteurs, wie het geen zier kan sche len, hou oud ze er uitzien. Toen hij onlangs moest optreden in een rol, waar voor een oud makende grime nodig was en de grimeur het gewenste effect maar niet kon bereiken, zei Stewart: „Veeg al die rommel van mijn gezicht, dan krijg je pre cies de door het scenario voorgeschreven ouderdom". IN één van haar zeldzame openhartige buiten heeft Paulette Goddard het volgende gezegd over haar werk: „Er was een tijd, dat ik ervan droomde een groot actrice te zijn maar die is voor bij. Nu heb ik liever een korte rol met lange oogwimpers dan een lange rol met korte wimpers". tegen een slagersjongen bezwaar zou ma ken. Maar als ze haar lange bruine ha ren naar achter werpt en een brede glim lach verheldert haar gelaat zonder op maak dan ziet ze er prettiger uit dan de knapste vertegenwoordiger van de hau te couture haar zou kunnen maken. „Na mijé eerste film „An American in Paris", aldus vertelt zezelf, haastte ik me een massa geld uit te geven aan japonnen Toen hield ik er plotseling mee op. Waar om zou ik geld weggooien aan kleren, als anderen het zich niet kunnen veroorloven, redeneerde ik. Ik heb altijd geld genoeg gehad. Maar het zegt me niets. Nu beleg ik wat ik verdien (haar salaris in Holly wood kan veilig op 6000, worden ge schat maar veel kan het me niet schelen. Ik werk alleen maar. Ballet, acteren of schilderen. Ik studeer en repeteer iedere dag." Haar man, de 23-jarige George Hormei is de zoon en erfgenaam van een Ameri kaanse vleeskoning. Hij is op het ogenblik onder dienst en wil optreden in een varie- té-nummer. Zijn vrouw denkt aan de toe komst in de vorm van werk, niet van rijk nietsdoen. „Ik zal dansen en acteren belooft ze. „Er moet nog iets anders zijn dan al leen maar dansen. De tragedie van balle rina's is, dat je plotseling vijftig bentin dat je je Zwanendans hebt gedanst...." Toen'Leslie dit laatste zei, zag ze er pre cies uit als het zwervertje in haai film „Lili". PETER USTINOV („Odette". „The Way ahead", „Hotel Sahara", „Quo vadis?") heeft paard leren rijden voor zijn rol als prins regent in de film „Beau Brummel". Flier is de commentaar van mr Ustinov op deze edele kunst: „Nu heb ik inge zien, dat zelfs een vrouw een betere vriend is voor een man dan een paard. Dat is niet, omdat ik ben afgeworpen. Maar op de rijschool kijkt mijn paard altijd een tikje ongerust om, als ik mijn 99 F 2 kilo in het zadel hijs. Ik troost net dan met de opmerking, dat de prins re gent zelf 108 kilo woog, toen hij net zo oud was als ik (33 jaar). Het is voor het eerst, dat ik een persoon heb moeten uit beelden, die zwaarder is dan ik. Het paard en ik kunnen tamelijk goed met elkaar overweg op de basis, dat alles wat het paard doet door mij achteraf werd gewild. De enige moeilijkheid is, dat ik mijn hoogtevrees in het zadel niet kan overwinnen een vrees, die ik in de Alpen nooit heb gekend. Nu ben ik alleen nog maar een beetje stijf en repeteer mijn niéuwe toneelstuk Koningin Elizabeth van Groot-Brittannië en de hertog van Edinburgh zijn na een verblijf van twee dagen op de Fidzji-eilan- den per watervliegtuig naar de Tonga- archipel vertrokken en in de hoofdstad Noekoealofa aangekomen. Over deze eilan den (die een autonoom gebied vormen onder Brits protectoraat), heerst koningin Salote Toebon, die destijds de kronings plechtigheid te Londen heeft bijgewoond en bij die gelegenheid de harten der En gelsen gewonnen heeft door haar vriende lijkheid en door het feit, dat zij, als enige in een open koets de regen van de kro ningsdag trotseerde. Het menu voor een feestelijke maaltijd stellen we liefst zo samen, dat hij groten deels tevoren klaargemaakt kan worden. Wat denkt u van: selderijsoep gebra den kip, aardappelen, compote van appe len en kersen of bessen chocoladevla. Hiervan behoeven alleen de aardappe len op het laatst gekookt te worden. Ver der kunt u volstaan met het opwarmen en afmaken van de soep en het gevogelte en het versieren van de vla. Voor de soep kan gebruik gemaakt wor den van bouillon van vlees of beentjes of van een bouillonblokje. Een kleine selderijknol, 30 g (2 eetlepels) boter of margarine, 35 g (4 afgestreken eetlepels) bloem, ruim 1 liter bouillon, een scheutje melk, desgewenst een weinig nootmuskaat. De selderijknol schoonmaken en in plakken snijden. De plakken schillen en in blokjes verdelen. Deze in een deel van de boter of margarine zachtjes gaar smo ren in een gesloten pan. Een weinig bouillon toevoegen om verkleuren te voor komen. De selderij op een paar blokjes na door een zeef wrijven. De rest van de boter of margarine smel ten, de bloem er door roeren en bij scheutjes tegelijk de bouillon. De massa intussen steeds aan de kook laten komen. De gezeefde selderij, een scheut melk en desgewenst nootmuskaat toevoegen. De soep enkele minuten laten trekken. Advertentie Slaapt U slecht door rheumatiek, spit, Ischias, hoofd- en zenuwpijnen, neemt dan Togal. Verdrijft in al die gevallen snel en afdoende die pijnen en U slaapt heerlijk. Togal baat! Zuivert door de nie ren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apotheek en drogist f 0.95, f 2.40, f 8.88 j Nu de feestdagen en ook de ver schillende avondjes en bals weer voor de deur staan, willen de dames gaarne een nieuw jurkje. Dit cock tail jurkje is van gestreepte zijde, doch kan natuurlijk ook van effen zijde gemaakt worden. Het lijfje is met een leuke op staande kraag en manchetten. De rok is vierbaans klokkend met een iets afstaande zak, welke zeer afklcedt. Het patroon is verkrijgbaar in maat 38, 42, 44, 46, 48 a 0.85. Het patroon van de vorige week is verkrijgbaar a 0.50. Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste model. Plak nooit meer dan 1aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos. Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291. Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. Patronen worden niet geruild. Kort voor het gebruik de blokjes selderij er door roeren. Een lichte crème soep kan in het alge meen afgemaakt worden met een weinig losgeklopte eidooier, een scheut room. Wanneer men toch een fles witte wijn in huis heeft met een paar lepr's hieruit, anders een heel klein beetje citroensap. Men dient al deze ingrediënten op het laatst, als de soep van het vuur genomen is. toe te voegen. Het staat aardig om bij ieder soepbord een paar zoute stengels te leggen, saam gebonden met een rood lintje. 1 Braadkip, ongeveer 100 g boter of margarine, zout. Van hals maag en hart in 2 a 3 Uur bouillon trekken in een goed gesloten pan. De kip van binnen en van buiten flink schoonspoelen, uitdrukken en inwrijven met zout. Het zout tenminste een kwartier laten intrekken. Zoveel boter of marga rine in een braadpan smelten, dat de bodem er gelijkmatig mee bedekt is. Wan neer het vet lichtbruin is, de kip aan alle kanten mooi bruin braden. Dan de warm tetoevoer temperen, de pan sluiten en de kip verder zachtjes gaar braden Het vlees af en toe keren, opdat het gelijkmatig gaar wordt. Een scheut water toevoegen als de jus te donker dreigt te worden. De kip is gaar wanneer het vlees ge makkelijk van de botten loslaat en de poten opzij geduwd kunnen worden. De kip uit de pan nemen en alle bruine vleesdeeltjes onder toevoeging van heet water oplossen. De jus op smaak afmaken. De kip vóór het gebruik in een weinig jus opwarmen. De uiteinden van de poten afvegen en voorzien van een manchetje. Deze kan men gemakkelijk maken door een dubbel gevouwen reepje wit of rood papier een kokertje te maken, waar de poot net in past. De dubbele kant van dit kokertje in- knippen. De schotel van kip opmaken met bakjes van halve sinaasappelschillen, gevuld met donkerrode compote van gestoofde kersen, vossebessen (ook wel preisselbeeren ge noemd) of veenbessen (cranberries). Wilt u het heel moai doen, dan uit de rand van de sinaasappelbakjes op gelijke afstanden driehoekjes snijden. Op de bekende wijze chocoladevla maken. De vla kan men fijner maken door: er vlak na het koken een zeer stijf- geslagen eiwit door de kloppen en even mee te verwarmen; een andere methode is de vla vrij dik te maken en wanneer hij enigszins afgekoeld is, room er door te roeren tot de gewenste dikte. De vla dan op smaak maken met wat vanillesuiker. De vla versieren met schuimpjes of stijfgeslagen room met (vanille) suiker vermengd. Op de room hier en daar een zilverpil of een nootje leggen. Een van de brandstichters in het Drentse veengebied, R. W., is gisteren door de rechtbank te Assen veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met aftrek van voor arrest, nadat veertien dagen geleden een jaar en drie maanden met aftrek tegen hem was geëist. R. W. uit Erica stak de brand in zijn turf om de verzekeringsgelden te kunnen incasseren. Hij had zich laten verleiden tot een na-campagne, nadat het product van de eerste campagne aan de man was gebracht. Deze tweede productie werd evenwel niet verkocht. Een jaar later waren er wegens kwaliteitsvermindering geen liefhebbers meer voor. N.V. Ned. Import Mij-Groningen Distributors: Hauston Oliehandel - Rotterdam Handelsondern. "Pennzolia" Soésterberg Fa. C Keijzer - Oudenbosch (N.Br.) KLEIN NEST Tussen de heuvelen lag een vallei, die in tegenstelling met de vervaarlijke rots-^| blokken door een goede fee scheen te voorschijn getoverd, want zij leverde een aanblik op, zoals Daan nog nooit had aanschouwd. Het toneel was zo boven aards mooi en toverachtig in de lichte en donkere partijen, door het zonlicht ver oorzaakt. dat Daan, niettegenstaande hij het reeds maandenlang had gadegeslagen, het nooit moede was geworden het te be wonderen. Op slechts één plek was de ongerepte schoonheid van de vallei ge stoord. Dat was bij de bocht van een stroom, die juist nog binnen 't gezichts veld van Daan lag. Een grote, gemetsel de brug spande zich over de rivier en een groot aantal mannen, in de verte weinig groter dan mieren werkte aan dit geweldig metselwerk en droegen ste nen aan. Ofschoon zelf een der bewerkers van de verandering in het berglandschap be treurde Daan het in 't begin diep, dat de heilige, welke hier wellicht van 't begin der wereld af had geheerst, door de be hoeften van de mens zo wreed werd ver stoord- Doch verandering is het gevolg van een onveranderlijke wet en Daan, die daar over zijn ingewikkelde tekeningen zat ge bogen, ook hij was veranderd; in veel op zichten was hij een andere Daan gewor den, dan de jonge man, die in Selby Gar dens. in Oost Stepney woonde. Het voort durend werken had zijn slanke gestalte tot de lenigheid van een Romeins athleet getrain i spier en zenuw was ontwik keld en gespannen; de zon van Grado- vitch had zijn Londense bleekheid in een mengeling van bruin en amber veranderd hetgeen z'n grijze ogen bijna blauw deed schijnen. Er lag een enigszins strenge uit drukking om z'n lippen en in z'n o0®"5?" slag die in vroeger dagen jongensachtig en zorgeloos was, straalde nu iets van waakzaamheid, iets gebiedends; wanh zo als mijnheer Mountjoy had gezegd, moest Daan evengoed vechten als bouwen: nie enkel steen, ijzer en cement X°r™denAjf! materiaal waardoor de spoorlijn van Gra dovitch naar Lazzatonia tot stand kwam doch ook bloed, dat in vele twisten met de inboorlingen werd vergoten. Zijn uithoudingsvermogen was op harde proef gesteld in die eerste weken na hun komst te Gradovitch, want nooit wist hij toen, of de dag zou worden verduisterd door de plotselinge hand van de dood door ongeluk, of geweld, Het was een tijd van strijd tussen de wil van de meester en de vijandige opstandigheid van de men sen; een tijd waarin perioden voorkwa men, dat 't scheen, of de grote onderne ming van Mountjoy moest mislukken. Hoe inspannend die tijd ook geweest was, had Daan zich ondanks dat alles nooit ongeluk kig gevoeld. Ver weg, ginds in Stepney waren al zijn kundigheden en bekwaamheden verborgen eigenschappen geweest; het scheen hem toe wanneer hij aan 't verleden dacht, dat hij toen in vergelijking met het leven hier, geslapen had. Maar de spoorlijn Grado vitch—Lazzatonia had hem wakker ge schud. Het beroep op zijn geestelijke en lichamelijke vermogens was zo onophou delijk en zo dringend, dat hij zich gewon nen moest geven, of de man worden, die hij was. In de tedere verbeelding van de men sen thuis, heerst het geliefkoosde idee, dat de afwezigen in de vreemde steeds aan hun dierbaren in het vaderland denken, maar het is te vrezen, dat er niet veel grond voor deze veronderstelling bestaat. Het is waar, dat D«ian dikwijls aan z'n moeder en aan Stella dacht hij schreef zo dikwijls naar huis als mogelijk was maar hij dacht aan weinig anders uit het verleden, dat, naar 't hem toescheen, zo ver achter hem lag. De eisen van het ogenblik en de voortdurende inspanning waren zo gebiedend, dat het werkelijk was, alsof Daan het leven in Selby Gar dens van zich had afgeschud en een nieuw, absoluut ander leven was ingegaan. Om kort te gaan, onze Daan was zeer ver anderd. En op deze dag, nu hij, na een lange starende blik op de vallei, waar van hij was gaan houden wederom over zijn tekeningen en détails gebogen zat, was hij, ofschoon dezelfde welgemoede', eenvoudige Daan, in andere opzichten een heel ander mens. Op een gegeven ogen blik werd het helle zonlicht, dat door de opening naar binnen drong, verduisterd en een jonge man, niemand anders dan Geoffrey Grey, die Daan had verzocht, als assistent met hem mede te gaan, kwam de hut binnen. „Ik heb mijn rapport meegebracht, mijn heer," zei hij. Hij sprak hem altijd met mijnheer aan, omdat ofschoon hun vriend schap tot een warme genegenheid was uit gegroeid, Daan en hij geen gelijken meer waren, want er was een groot onderscheid tussen hun posities op dit werk. „Goed zo!" zei Daan. Hij leunde achter over, sloeg z'n handen achter z'n hoofd sa men en rekte zich uit. „Gaat alles goed- Grey?" Ja, zei Grey, over 't algemeen heel goed. We hebben die boog gesteld en j goede funderingen voor de volgende pei- Ier gemaakt; de mensen werken nu heel j ordelijk. Prachtig, zei Daan- Een sigaret? Hij schoof de doos naar zijn opzichter, maar stopte z'n eigen pijp. Sigaretten gebruikte Daan nooit, hij was zijn lievelingspijp trouw gebleven. Valt de nieuwe ploeg arbeiders nog al mee? Uitstekend, nu ze eenmaal gewend zijn, zei Grey en schonk zich een glas wa ter in uit een aarden kruik. In 't begin zijn die mensen moeilijk te regeren, maar als je ze goed weet aan te pakken, beginnen ze al heel gauw te spinnen als een poes op een haardkleedje en eten uit je hand. Ik bofte er bij, dat Anderson weg was, toen deze ploeg arbei ders hier kwam, voegde hij er op gedemp te toon bij. Er verschenen een paar rimpels op het voorhoofd van Daan, toen hij Andersons naam hoorde. Anderson was een nagel aan Daan's doodkist. De bekwaamheid van An derson, zijn ondervinding, kennis en vin dingrijkheid waren boven alle twijfel ver heven en voor die bekwaamheden had Daan alle respect, doch het was onmoge lijk Anderson als mens te respecteren. Evenals mijnheer Mountjoy was hij als matroos begonnen en daarna op een fa briek gekomen, waar hij het tenslotte zo ver had gebracht, dat hem de leiding van grote werken werd toevertrouwd. In te genstelling met zijn patroon was het An derson onmogelijk geweest z'n zeemans manieren af te leren doch het moet ge zegd, niet wanneer hij nuchter was, want dan was hij een behoorlijke kerel en rede lijk tegenover de werklieden. Doch wan neer hij alcohol had gebruikt, dan gedroeg hij zich als een slavenjager, waardoor hij de haat van de inheemse arbeiders op zich laadde, terwijl Daan en Grey door hun goede behandeling alles van de mensen konden gedaan krijgen, zodat, terwijl An derson door hen gevreesd en gehaat werd, de twee jonge mannen gerespecteerd en bijna op de handen gedragen werden. Wat ook niet medewerkte om de stem ming onder de inboorlingen te verzachten, was het feit, dat Anderson, die zelf onge lofelijke hoeveelheden sterke drank kon gebruiken, zonder echter laveloos be schonken te worden, hun geen borrel gun de. Hij was enige dagen afwezig geweest naar het havenstadje, om de leiding bij het uitladen van materiaal en het ont schepen van werklieden op zich te nemen. Doch hij werd elk ogenblik terug ver wacht en de gedachte aan z'n terugkeer was noch voor Daan, noch voor Grey prettig; evenmin voor de mierenhoop, die ginds beneden in de vallei aan 't werk was. Met een rustige openhartigheid en het verlangen, goed over zijn meerdere te spreken, zei Daan kalm: Een pientere kerel, die Anderson! En of!, stemde Grey onmiddellijk toe. Hij is goed genoeg, als hij maar wat ver standiger met de mensen omging, gich kalm hield en niet zo barbaars zoop. Ja, zei Daan peinzend- Maar als 1e die gebreken niet meetelt, is hij hier de rechte man op de rechte plaats. Hij heeft een buitengewone kijk op rotsblokken. Met beslistheid stelt hij vast, dat er een scheur moet zijn op een plek, waar iemand anders 't nooit zou verwacht hebben. En dan het laten springen van zo'n rots en de bokken laten terechtkomen, waar hij ze wil hebben! 't Is gewoon fantastisch! De manier, waarop hij laatst met die span ning manoeuvreerde was beslist een ge niaal stuk werk. Ja, hij is een reuze kerel! Ja, beaamde Grey, als hij z'n mond in meer dan één opzicht kon dichthouden, zou hij onovertrefbaar zijn. Och, hij behoort tot de oude school, zei Daan, die steeds bereid was een ver ontschuldiging aan te voeren, die vast overtuigd is, dat de enige manier om de werklui aan de gang te houden is, op hen te vloeken. Misschien was dat vroeger in Engeland mogelijk en wellicht loopt 't nu ook goed af, als je met een. troep da go's te doen hebt, maar met deze mensen lukt het niet, of slecht. Dat is zo, gaf Grey toe. Deze inboor lingen zijn trots en stijfhoofdig en vatten onmiddellijk vuur en vlam. In 't begm viel het me op, dat ze zo beleefd tegenover elkaar waren; maar spoedig begreep ik hen; op een meningsverschil volgen klap pen en op klappen volgen messteken. Ze zijn heel bruikbaar, als je maar met hen weet om te gaan, verklaarde Daan; ze zijn gewillig genoeg, als je hen maar niet beledigt. Ik voor mij heb geen klagen over die mensen. Ik ook niet, zei Grey. Een paar minuten zwegen beide jonge mannen, Dan keek Grey naar Daan, wiens gelaat tekenen van vermoeidheid vertoon de. Zoudt, u niet eens een wandelingetje gaan doen? opperde hij. U heeft veel te lang achter elkaar aan dat ingewikkelde werk gezeten- „Ja, dat was niet kwaad," antwoordde Daan. terwijl hij opstond en zich uitrekte „maai ik moet eigenlijk eerst deze détail tekening afmaken-" „Laat mij 't restje van u overnemen. U werkt veel te hard." „Och, ik doe het graag," zei Daan en haalde z'n schouders op. „Dat doe ik ook, maar genoeg is genoeg. Ik zou graag zien, dat u wat meer en lan ger vrijaf nam." „Ja, dat komt wel goed hoor!" lachte Daan, maar het klonk toch dankbaar te genover de bezergheid van Grey. „Ik zal eens naar het dorp wandelen en tevens naar de nieuwe peiler gaan kijken." „Neen maar!" protesteerde Grey lachend. „Dan blijft u bij het werk en zal u drom mels weinig van het dorp te zien krijgen." „Neen, ik blijf er maar een paar minuut jes," verzekerde hem Daan. „Hij trok z'n witte stofjas aan, zette z'n breed gerande Panamahoed op en begaf zich,' na z'n pijp aangestoken te hebben, op weg. Met een kameraadschappelijke, bewon derende blik oogde Grey hem na; dan zet te hij zich aan de tafel en ging met het werk van Daan verder. Spoedig had Daan langs het hollende voetpad de vallei bereikt en keek met wel gevallen, evenals een vader naar een flink uit de kluiten geschoten zoon, naar de in aanbouw zijnde brug. Bij zijn verschijning in hun midden, staakten de werklieden een ogenblik hun praten en lachten en groetten de inlandse arbeiders hem op hun gewone hoffelijke manier- Ofschoon de Engelse werklieden hem niet groetten, ke ken zij toch naar hem op met dezelfde uitdrukking in hun ogen, als Grey had ge daan. Enige ogenblikken bleef Daan zwij gend bij hen staan en bekeek aandachtig het pas gemaakte metselwerk. Dan zei hij eenvoudig: ,,'t Gaat best zo, jongens." Meer niet. Maar't was voldoende; de in boorlingen vertoonden een bredere_ glim lach dan gewoonlijk en krabden óp hun hoofd, met een karakteristiek gebaar van voldoening, terwijl enige van de Engelse werklieden een zacht gebrom lieten horen, hetgeen dezelfde betekenis had. Overeenkomstig z'n belofte aan Grey stak Daan de rivier over en begaf zich naar het dorp, dat sedert de aanleg van de eerste spoorlijn, welke Mountjoy had uit gevoerd, reeds bijna een stad was gewor den. Het was toevallig marktdag en de nau we straten waren overvol van mensen, die in hun nationale veelkleurige klederdracht een schilderachtig toneel vormden; de mannen in rood, blauw en geel, de vrou wen met hun rode rokken en witte sluiers om hun hoofd. Er heerste het gewone rumoer van een Oosterse stad, Veel geschreeuw, veel ge lach, veel gebedel. Overal stalletjes met de meest uiteenlopende koopwaar. Daan kocht enige pakjes tabak en siga retten welke laatste voor Grey bestemd waren. Na nog even door de bazar ge slenterd te hebben, ging hij de markt over om de terugweg te aanvaarden. Op een gegeven ogenblik zag hij aan het einde van een straat een meisje aankomen, dat bij het zien van Daan onmiddellijk bleef staan en na een ogenblik van verbijsterend staren, vlug een zijstraatje inwipte, en dicht bij de ingang bleef wachten, om hem voorbij te zien gaan. Zij was op dezelfde wijze gekleed als de dorpelingen, doch droeg haar kleding met een bevalligheid die de dame kenmerkt. Enige ogenblikken stond zij bewegingloos daar en staarde met zichtbare ontroering naar de zich verwijderende gestalte. Zij drukte haar hand tegen haar boezem en haar adem haling werd sneller, alsof zij nog steeds aan de verrassing ten prooi was, die zich van haar had meester gemaakt, toen zij hem zoeven voor 't eerst ontdekte. Dan ging zij naar een bloemenkraampje waar op ook heerlijke vruchten waren uitgestald cn vroeg cicin het gerimpelde oude vrouw- tje, die eigenares van het stalletje was: „Wie is die Engelsman, die daar juist voorbijging, moedertje? De oude vrouw spiedde over de straat, terwijl het meisje enige trossen druiven nam en in haar tas deed. Er zijn er zoveel,' zei ze beleefd, ,,'t Is er zeker een van de spoorwegwerken. Goede klanten, die Engelsen. Schijnen volop geld te hebben. Hoe ziet hij er uit? vroeg zij. Een jonge man, heel groot met een witte jas en een Panamahoed bijzonder knap van uiterlijk. In 't wit en mooi als Sint Sebastiaan? Die noemen ze Nortone; hij is een van de hoofdleiders van het grote werk. Ja, dat is hij zeker. Hoe komt 't, dat u hem niet kent? Er is hier in de stad geen meisje, die het zou vragen, zei ze met een knikje van haar hoofd en een glimlachje. Het meisje bloosde, maar herstelde zich weer vlug; dan glimlachte zij en ant woordde: Ik woon hier pas, moedertje en ik heb die Engelsman nog nooit gezien. Hier is het geld voor de druiven. Dag vrouwtje, goede zaken! Dat zullen we maar hopen, antwoord de het oudje gelaten. Dus woont u pas hier! Dan heeft u zeker dat grote werk van de spoorlijn ook nog niet gezien. Nu, dan moet u eens gaan kijken. Prachtig is het! Die Engelsen doen wonderen. Vroeger was het hier maar een klein dorpje en nu! Nu lopen de spoorrails om de berg en er is een reuzenbrug in de maak over de rivier en het halve dal. Als u de moeite wilt doen deze straat uit te lopen en dan links af te slaan, dan kunt u eens zien, wat die Engelsen in korte tijd hebben lot stand gebracht. Ik zal er eens bij gelegenheid heen- wandelen. Nu moedertje, nogmaals veel geluk in zaken, hoor! Het meisje verwijderde zich en sloeg de weg in, die de oude vrouw had gewezen en toen zij links was afgeslagen zag ze weldra in de verte de grootse in aan bouw zijnde weéken. Ze gingen op een reuzekei langs de weg zitten en trok de sluier, die haar hoofddeksel vormde zo, dat hij bijna heel haat gelaat verborg. Natuurlijk was zij nog opgewonden door de vele emoties, want het ene ogenblik bloosde zij in haar dromerige overpein zingen en zweefde een glimlachje om haar kersrode lippen, im in het volgende moment weer plaats te maken voor een matte bleekheid en een uitdrukking van sentimentele melancholie in haar blauw grijze ogen. Volgens de beschrijving moet hij het zijn, fluisterde ze bij zichzelf. Groot, sterk, knap. Aantrekkelijk zowel voor mannen als voor vrouwen. Ja hij zal 't zijn! En dan te denken, dat h" hier is.... hier vlak bij, zodat hij misschien aanstonds hier voorbij kan komen en ik met hem zou kunnen spreken. O, als ik zijn zware stem nog eens mocht horen. Maar neen, het mag niet. O, wat jammer, wat jam mer! Ik zou hem zo graag de hand wil len drukken en hem horen zeggen: „O, bent u 't, juffrouw Stella!!" Zij lachte, maar 't was een droevig lach je en met een gebaar van berusting stond zij op, ging terug naar de markt, waar zij nog enige boodschappen deed en keerde vervolgens naar haar woning terug, die in een stille buitenwijk lag. Evenals alle andere huizen was haar huis geheel van steen gebouwd met een balcon aan alle zijden, maar in tegenstelling mei de andere liep er een muur omheen. Het meisje deed met een sleutel de deur open die zij zorgvuldig weer op slot deed. De huis deur werd door een oude vrouw geopend, nadat zij eerst door een traliewerk had gekeken, wie er was. Stella gaf haar de tas met boodschappen en ging de trap op. Dan stootte zij de deur open en riep: „Vader,...!" doch zij hield het woord plotseling in, toen ze zag, dat haar vader niet alleen was. De heer Landon was in nationale kle derdracht gestoken, die hem buitenge woon goed stond en de bezoeker graaf Andrea was eveneens zo gekleed. Hij sprong onmiddellijk op en zette zich in postuur, toen hij haar salueerde. Ik wist niet, dat u hier was, graaf, zei Stella, na z'n groet beantwoord te hebben. Ik ben zoeven aangekomen, Barishna, zei hij. Het verheugt mij u zo welvarend aan te treffen, en de Barin ook! met een blik van z'n koude blauwe ogen naar mijntieer Landon. Hij schijnt een goede gezondheid te gi nieten. Maar, natuurlijk, want nu ademt u beiden de vaderlandse lucht weer in. Ja, gaf Stella toe. Maar de helft van mijn vaderlandse lucht is in Engeland, graaf. Laat liever alle titels weg, kindlief, fluisterde haar vader vriendelijk. Neem mij niet kwalijk, maar ik ben zo vergeetachtig, en met een zucht ver volgde zij: 't Is moeilijk, om te beseffen, dat alles zo veranderd is: dat wij niet meer in Engeland zijn waar het zo veilig is. Niet altijd, herinnerde haar de heer Landon met een limlachje. Ik voel, dat het voor ons nergens veilig is, zelfs hier niet voordat.Hij hield met een schou derophalen stil. ik heb uw gesprek gestoord, vader Blijft u bij ons eten! Ik vrees dat wij u slechts een zeer eenvoudig maal kunnen voorzetten. Een korst brood in uw tegenwoor digheid zou voor mij een feestmaal zijn, verklaarde Andrea met een buiging en een eigenaardige schittering in zijn ogen. Stella beantwoordde lachend met een ré vérence. Het spijt mij, zei Andrea hoe on weerstaanbaar de uitnodiging ook moge zijn, ik ben toch verplicht te bedanken, aangezien ik bijna onmiddellijk vertrek. Dat is helaas zo, Stella, bracht haar vader in het midden; ik vertelde zoeven juist tegen Andrea, dat het gevaarlijk voor hem was, indien hij hier werd ge zien. Wij zijn zo lang afwezig geweest en zijn dermate veranderd dat wij niet licht herkend zullen worden; doch hij zou waar schijnlijk opgemerkt worden. Veronderstellende, dat de heren nog een en ander hadden te bespreken, zei Stella: Ik zal u met vader alleen laten, om uw zaken af te wikkelen. Zij stak de graaf haar hand toe, die hij eerbiedig aan de lippen bracht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 4