J
DE KERSTMAALTOD
Ons Succes-patroon
van deze week
If IW7
O
Goedennacht
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
J
SCHAKEL NU OVER OP
PENNZ01LWINTER0UE
■KMMCLBMlgSBS
ROMAN VAN CHARLES
ATERDAG 19 DECEMBER 1953
PAGINA 4
Leerstoel in de filmologie. Die „lui voor stadsnieuws".
Televisie contra film. Sir Michael Balcon houdt niet van
huilebalken. Wij doen, nat alleen de film kan doen.
Galanas en bananen. Nieuwe strop voor Hollywood:
kleurentelevisie. Lana Turner s chauffeur. Gerrit van
Dijk werd nazi. Leslie Caron onbedorven terug uit Holly
wood. De tragedie van ballerina's. Peter Ustinov leerde
paardrijden. „Nu repeteer ik staande". James Stewart:
„Veeg die rommel maar van mijn gezicht". Paulette
Goddard is openhartig.
Leslie Caron
Sir Michael Balcon „Niets te zeggen
over televisie contra film
ELIZABETH BIJ DE
KONINGIN VAN TONGA
MENU OM TE VOREN KLAAR
TE MAKEN
Selderijsoep
(crème céléri-rave)
C79Q
Het afmaken van soep voor
feestelijke gelegenheden
Gebraden kip
Chocoladevla
BRAND IN DE TURF
Geautoriseerde vertaling door F. van eisen
(wordt vervolgd)
(Van onze filmredacteur).
"I R J. B. KNIPPING heeft in het „Ntf-
J meegsch Universiteitsblad" een ar
tikel gepubliceerd, waarin hij de
istelling bepleit van een leerstoel in de
ilmologie zoals die reeds in Parijs be-
taat. Bovendien vraagt dr Knipping
ich af, of het niet mogelijk is, dat de
niversiteitsbibliotheek een behoorlijke
ilmboekerij aanschaft.
Tot slot oefent hij critiek op de „lui j
oor stadsnieuws", die „en passant een j
ilmpje recenseren". Ook de filmrecen-
enten moeten volgens hem een behoor-
ijke opleiding krijgen, die als extra col-
ege zou kunnen worden gegeven bij de
ipleiding van het Katholieke Instituut
oor de Journalistiek te Nijmegen.
Uiteraard zijn wij het volkomen eens
et dr Knipping, als hij de instelling van
t leerstoel in de filmologie nuttig acht.
n vergelijking met het buitenland, met
mme Amerika en Engeland, heeft de
Nederlandse filmcritiek een uitstekende
ïaam, die zij zich door serieus werk heeft
'erwórven. Wetenschappelijk onderzoek
■n studie kunnen dit werk slechts ten
loede komen.
Met de critiek van dr Knipping op de
itadsverslaggevers, die ook wel eens een
'ilm bespreken, kunnen we het echter
ilechts ten dele eens zijn. Natuurlijk zal
n serieus blad of tijdschrift de voornaam-
;te films door een deskundige, dus er
kend filmcriticus, laten bespreken. Maar
niemand zal van de redactie eisen, dat
jklle films, ook de rolprenten, die uit
fluitend op suikerzoete romantiek of
goedkope sensatie zijn gericht hetgeen,
helaas, met een groot deel van de pro
ductie het geval is serieus wordeft ge
inomen. Een variété-voorstelling, of een
uitvoering van de toneelgroep „Kunst
door Gezelligheid" wordt evenmin ge
recenseerd door de kunstredactie. Ver
melding van het genre en het aantal do
den, dat er valt, of het aantal harten, dat
in eeuwige liefde samensmelt, is in zo'n
geval meer dan voldoende.
0OLLIE KNOX, een Engelse jour
nalist, heeft onlangs een bezoek
gebracht aan een Balcon-staat. die
geen onrust kent. Die staat ligt vlak bij
de hoofdweg door Ealing. In een kamer
op de benedenverdieping van een aardig
huisje op de afstand van een ster-worp
van de studiodeuren peinst de Baas, Sir
Michael Balcon. Op de bovenverdieping
oeinst majoor Reginald Baker, de direc-
,eur, die volgens Sir Michael „tien jaar
vroedvrouw en min van de Ealing Stu
dio's is geweest voordat ik voor het kind
kwam zorgen".
Hoewel beide mannen hun leven lang
vrienden zijn geweest, ziet niemand ze
ooit samen. Zij zijn nimmer gelijktijdig
boven of beneden.
Ze werken samen met hun zorgvuldig
gekozen groep regisseurs, onder wie Ba
sil Dearden de geëerbiedigde Oudere
Staatsman is, als het ware op een eiland,
dat volledig omringd is door Geloof aan
de Britse film. Wat er daarbuiten ook
moge gebeuren, ze gaan rustig en voor
delig door met het produceren van hun
originele, lichtelijk satiristische films met
de beroemde Ealing-toets.
„Ik heb niets te zeggen over de kwes
tie televisie contra film", verklaarde Sir
Paidette Goddard: „Liever een korte
rol met lange oogwimpers
Michael. „Alleen dat ik een gruwelijke
hekel heb aan huilebalken van welke
soort ook. Wij doen, wat alleen de film
kan doen. Harry Watt, de regisseur van
„West óf Zanzibar", is pas met zijn hele
filmgroep terug na een verblijf van zes
maanden in Afrika. Kan de televisie
dat?".
De Ealing-studio's leggen zich bij tele
visie en de hele B.B.C. neer als door het
spreekt er over zoals iemand dat doet
lot gewilde „faits accomplis". Men
over egn bloedverwant, die voor goed is
komen inwonen en naar wie men ter
loops knikt, als men hem in de gang
ontmoet.
„Ik ben- van plan", ging Sir Michael
voort, „uit te scheiden met het maken
van films naar toneelstukken of romans
en me uitsluitend toe te leggen op on
derwerpen, die alleen in filmbeelden
kunnen worden verteld. Al die nieuwe
„snufjes" zijn interessant, maar het komt
er geen zier op aan, of het scherm een
kilometer breed is, of dat de figuren er
uitkomen en bij je op schoot gaan zitten,
zo lang het verhaal en de regie goed zijn.
Eerlijk, al dat gepraat over rivalen, die
de film om hals zullen brengen, verveelt
SHEILA SIM, die mee naar Afrika is
geweest om in de Ealing-film „West
of Zanzibar" van Harry Watt op te
treden, vertelt daarover de volgende ver
makelijke historie. In deze film spelen de
Galanas, een inboorlingenstam, een voor
name rol, hetgeen tot een vreemd misver
stand leidde, toen een assistent er op uit
gestuurd werd om 24 bananen te halen,
die voor een lunch in een bepaalde scène
nodig waren. „We vonden het een beetje
vreemd, toen hij terugkwam in een grote
f safari-auto", aldus Sheila Sim. „En toen
i kwamen we tot de ontdekking, dat hij 24
galanas had meegebracht in plaats van
bananen". 1
SIR MICHAEL BALCON moge zich
dan niets aantrekken van de televi
sie, Hollywood doet het des te
meer. Televisie in kleuren betekent zelfs
een dubbele strop voor dit Mekka van
de film. Niet alleen zal dit nieuwste
snufje een hevige concurrent worden
van de kleurenfilms, maar de studio's
hebben een grote voorraad oude zwart
witte films, die millioenen aan huur
waard zijn. Om de prijs op te drijven,
hebben ze die films vastgehouden. Maar
wat zullen ze nog waard zijn, als de kleu
rentelevisie algemeen wordt?
GERRIT VAN DIJK fungeerde als
de chauffeur van Lana Turner
tijdens de opnamen in Nederland
voor de film „The True and the Brave"
die krachtens (herroepelijk) besluit van
de hoogste Metro-Goldwyn-Mayer-mag-
naten intussen alweer is omgedoopt in
„Betrayed" (Verraden).
Net op het ogenblik, dat hij een „lei
der" nodig had voor een troep nazi-sol
daten, die een overval ondernamen op
de molen van Monnikendam, viel het
oog van regisseur Gottfried Reinhardt op
de struise chauffeur. Gerrit van Dijk was
precies het type, dat hij kon gebruiken.
Eerst had het wel wat voeten in aarde,
eer van Dijk er in toestemde om een na
zi-uniform aan te trekken, want in de
oorlog vocht hij in de Zesde Airborne
Divisie en nam deel aan de invasie in
Normandië.
Tenslotte stemde hij toe, maar er moest
beslist één clausule in zijn „filmcontract":
hij moest chauffeur van Lana Turner
blijven.
LESLIE CARON, het schattige danse
resje uit „An American in Paris",
die ook een hoofdrol speelt in de bij
zonder aantrekkelijke film „Lili", welke
onlangs hier te lande in vertoning is ge
komen, is uit Hollywood in Parijs terug
gekeerd en slaakte enthousiaste gilletjes
bij het zien van de smalle hoge huizen
en hobbelige keien van Montmartre.
Leslie Caron, een Parisienne, die 19 van
haar 22 jaar in Frankrijk heeft geleefd, is
intussen al weer naar Londen vertrokken
om daar met Roland Petit in het nieuwe
ballet-seizoen te dansen.
Het jonge Franse meisje is plotseling een
ster geworden. Maar het is Hollywood
niet gelukt, haar te bederven. De manier,
waarop ze zich kleedt, is precies het te
genovergestelde van alles, wat „glamour"
heet. Ze had al haar bezittingen in een
tas van raffia, gemaakt in Mexico en wat
ze haar „beste jurk" noemt, is een een
voudig grijs toiletje met een purperen
ceintuur om het middel. Een warenhuis
zou moeite hebben, het bij een uitverkoop
kwijt te raken. Haar mantel is iets, waar-
(„No sign of the Dove" Geen spoor
j van de duif dat intussen begin deze
j maand zijn première heeft beleefd in
Londen) staande.
Waar mijn toekomst ligt? Beslist niet
in „Western".
AMES Stewart is één van de weinige
acteurs, wie het geen zier kan sche
len, hou oud ze er uitzien. Toen hij
onlangs moest optreden in een rol, waar
voor een oud makende grime nodig was en
de grimeur het gewenste effect maar niet
kon bereiken, zei Stewart: „Veeg al die
rommel van mijn gezicht, dan krijg je pre
cies de door het scenario voorgeschreven
ouderdom".
IN één van haar zeldzame openhartige
buiten heeft Paulette Goddard het
volgende gezegd over haar werk: „Er
was een tijd, dat ik ervan droomde een
groot actrice te zijn maar die is voor
bij. Nu heb ik liever een korte rol met
lange oogwimpers dan een lange rol
met korte wimpers".
tegen een slagersjongen bezwaar zou ma
ken. Maar als ze haar lange bruine ha
ren naar achter werpt en een brede glim
lach verheldert haar gelaat zonder op
maak dan ziet ze er prettiger uit dan
de knapste vertegenwoordiger van de hau
te couture haar zou kunnen maken.
„Na mijé eerste film „An American in
Paris", aldus vertelt zezelf, haastte ik me
een massa geld uit te geven aan japonnen
Toen hield ik er plotseling mee op. Waar
om zou ik geld weggooien aan kleren, als
anderen het zich niet kunnen veroorloven,
redeneerde ik. Ik heb altijd geld genoeg
gehad. Maar het zegt me niets. Nu beleg
ik wat ik verdien (haar salaris in Holly
wood kan veilig op 6000, worden ge
schat maar veel kan het me niet schelen.
Ik werk alleen maar. Ballet, acteren of
schilderen. Ik studeer en repeteer iedere
dag."
Haar man, de 23-jarige George Hormei
is de zoon en erfgenaam van een Ameri
kaanse vleeskoning. Hij is op het ogenblik
onder dienst en wil optreden in een varie-
té-nummer. Zijn vrouw denkt aan de toe
komst in de vorm van werk, niet van rijk
nietsdoen.
„Ik zal dansen en acteren belooft
ze. „Er moet nog iets anders zijn dan al
leen maar dansen. De tragedie van balle
rina's is, dat je plotseling vijftig bentin
dat je je Zwanendans hebt gedanst...."
Toen'Leslie dit laatste zei, zag ze er pre
cies uit als het zwervertje in haai film
„Lili".
PETER USTINOV („Odette". „The
Way ahead", „Hotel Sahara", „Quo
vadis?") heeft paard leren rijden
voor zijn rol als prins regent in de film
„Beau Brummel".
Flier is de commentaar van mr Ustinov
op deze edele kunst: „Nu heb ik inge
zien, dat zelfs een vrouw een betere
vriend is voor een man dan een paard.
Dat is niet, omdat ik ben afgeworpen.
Maar op de rijschool kijkt mijn paard
altijd een tikje ongerust om, als ik mijn
99 F 2 kilo in het zadel hijs. Ik troost net
dan met de opmerking, dat de prins re
gent zelf 108 kilo woog, toen hij net zo
oud was als ik (33 jaar). Het is voor het
eerst, dat ik een persoon heb moeten uit
beelden, die zwaarder is dan ik.
Het paard en ik kunnen tamelijk goed
met elkaar overweg op de basis, dat alles
wat het paard doet door mij achteraf
werd gewild. De enige moeilijkheid is,
dat ik mijn hoogtevrees in het zadel niet
kan overwinnen een vrees, die ik in
de Alpen nooit heb gekend.
Nu ben ik alleen nog maar een beetje
stijf en repeteer mijn niéuwe toneelstuk
Koningin Elizabeth van Groot-Brittannië
en de hertog van Edinburgh zijn na een
verblijf van twee dagen op de Fidzji-eilan-
den per watervliegtuig naar de Tonga-
archipel vertrokken en in de hoofdstad
Noekoealofa aangekomen. Over deze eilan
den (die een autonoom gebied vormen
onder Brits protectoraat), heerst koningin
Salote Toebon, die destijds de kronings
plechtigheid te Londen heeft bijgewoond
en bij die gelegenheid de harten der En
gelsen gewonnen heeft door haar vriende
lijkheid en door het feit, dat zij, als enige
in een open koets de regen van de kro
ningsdag trotseerde.
Het menu voor een feestelijke maaltijd
stellen we liefst zo samen, dat hij groten
deels tevoren klaargemaakt kan worden.
Wat denkt u van: selderijsoep gebra
den kip, aardappelen, compote van appe
len en kersen of bessen chocoladevla.
Hiervan behoeven alleen de aardappe
len op het laatst gekookt te worden. Ver
der kunt u volstaan met het opwarmen en
afmaken van de soep en het gevogelte en
het versieren van de vla.
Voor de soep kan gebruik gemaakt wor
den van bouillon van vlees of beentjes of
van een bouillonblokje.
Een kleine selderijknol, 30 g (2 eetlepels)
boter of margarine, 35 g (4 afgestreken
eetlepels) bloem, ruim 1 liter bouillon, een
scheutje melk, desgewenst een weinig
nootmuskaat.
De selderijknol schoonmaken en in
plakken snijden. De plakken schillen en
in blokjes verdelen. Deze in een deel van
de boter of margarine zachtjes gaar smo
ren in een gesloten pan. Een weinig
bouillon toevoegen om verkleuren te voor
komen. De selderij op een paar blokjes na
door een zeef wrijven.
De rest van de boter of margarine smel
ten, de bloem er door roeren en bij
scheutjes tegelijk de bouillon. De massa
intussen steeds aan de kook laten komen.
De gezeefde selderij, een scheut melk en
desgewenst nootmuskaat toevoegen. De
soep enkele minuten laten trekken.
Advertentie
Slaapt U slecht door rheumatiek, spit,
Ischias, hoofd- en zenuwpijnen, neemt
dan Togal. Verdrijft in al die gevallen
snel en afdoende die pijnen en U slaapt
heerlijk. Togal baat! Zuivert door de nie
ren en is onschadelijk voor hart en maag.
Bij apotheek en drogist f 0.95, f 2.40, f 8.88 j
Nu de feestdagen en ook de ver
schillende avondjes en bals weer
voor de deur staan, willen de dames
gaarne een nieuw jurkje. Dit cock
tail jurkje is van gestreepte zijde,
doch kan natuurlijk ook van effen
zijde gemaakt worden.
Het lijfje is met een leuke op
staande kraag en manchetten.
De rok is vierbaans klokkend met
een iets afstaande zak, welke zeer
afklcedt.
Het patroon is verkrijgbaar in
maat 38, 42, 44, 46, 48 a 0.85.
Het patroon van de vorige week is
verkrijgbaar a 0.50.
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plak nooit meer dan 1aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt
wordt is waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291.
Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd.
Patronen worden niet geruild.
Kort voor het gebruik de blokjes selderij
er door roeren.
Een lichte crème soep kan in het alge
meen afgemaakt worden met een weinig
losgeklopte eidooier, een scheut room.
Wanneer men toch een fles witte wijn in
huis heeft met een paar lepr's hieruit,
anders een heel klein beetje citroensap.
Men dient al deze ingrediënten op het
laatst, als de soep van het vuur genomen
is. toe te voegen.
Het staat aardig om bij ieder soepbord
een paar zoute stengels te leggen, saam
gebonden met een rood lintje.
1 Braadkip, ongeveer 100 g boter of
margarine, zout.
Van hals maag en hart in 2 a 3 Uur
bouillon trekken in een goed gesloten pan.
De kip van binnen en van buiten flink
schoonspoelen, uitdrukken en inwrijven
met zout. Het zout tenminste een kwartier
laten intrekken. Zoveel boter of marga
rine in een braadpan smelten, dat de
bodem er gelijkmatig mee bedekt is. Wan
neer het vet lichtbruin is, de kip aan alle
kanten mooi bruin braden. Dan de warm
tetoevoer temperen, de pan sluiten en de
kip verder zachtjes gaar braden Het vlees
af en toe keren, opdat het gelijkmatig gaar
wordt. Een scheut water toevoegen als de
jus te donker dreigt te worden.
De kip is gaar wanneer het vlees ge
makkelijk van de botten loslaat en de
poten opzij geduwd kunnen worden.
De kip uit de pan nemen en alle bruine
vleesdeeltjes onder toevoeging van heet
water oplossen. De jus op smaak afmaken.
De kip vóór het gebruik in een weinig jus
opwarmen.
De uiteinden van de poten afvegen en
voorzien van een manchetje. Deze kan
men gemakkelijk maken door een dubbel
gevouwen reepje wit of rood papier een
kokertje te maken, waar de poot net in
past. De dubbele kant van dit kokertje in-
knippen.
De schotel van kip opmaken met bakjes
van halve sinaasappelschillen, gevuld met
donkerrode compote van gestoofde kersen,
vossebessen (ook wel preisselbeeren ge
noemd) of veenbessen (cranberries). Wilt
u het heel moai doen, dan uit de rand van
de sinaasappelbakjes op gelijke afstanden
driehoekjes snijden.
Op de bekende wijze chocoladevla
maken. De vla kan men fijner maken
door: er vlak na het koken een zeer stijf-
geslagen eiwit door de kloppen en even
mee te verwarmen; een andere methode is
de vla vrij dik te maken en wanneer hij
enigszins afgekoeld is, room er door te
roeren tot de gewenste dikte. De vla dan
op smaak maken met wat vanillesuiker.
De vla versieren met schuimpjes of
stijfgeslagen room met (vanille) suiker
vermengd. Op de room hier en daar een
zilverpil of een nootje leggen.
Een van de brandstichters in het Drentse
veengebied, R. W., is gisteren door de
rechtbank te Assen veroordeeld tot een
jaar gevangenisstraf met aftrek van voor
arrest, nadat veertien dagen geleden een
jaar en drie maanden met aftrek tegen
hem was geëist.
R. W. uit Erica stak de brand in zijn
turf om de verzekeringsgelden te kunnen
incasseren. Hij had zich laten verleiden
tot een na-campagne, nadat het product
van de eerste campagne aan de man was
gebracht. Deze tweede productie werd
evenwel niet verkocht. Een jaar later
waren er wegens kwaliteitsvermindering
geen liefhebbers meer voor.
N.V. Ned. Import Mij-Groningen
Distributors:
Hauston Oliehandel - Rotterdam
Handelsondern. "Pennzolia" Soésterberg
Fa. C Keijzer - Oudenbosch (N.Br.)
KLEIN NEST
Tussen de heuvelen lag een vallei, die in
tegenstelling met de vervaarlijke rots-^|
blokken door een goede fee scheen te
voorschijn getoverd, want zij leverde een
aanblik op, zoals Daan nog nooit had
aanschouwd. Het toneel was zo boven
aards mooi en toverachtig in de lichte
en donkere partijen, door het zonlicht ver
oorzaakt. dat Daan, niettegenstaande hij
het reeds maandenlang had gadegeslagen,
het nooit moede was geworden het te be
wonderen. Op slechts één plek was de
ongerepte schoonheid van de vallei ge
stoord. Dat was bij de bocht van een
stroom, die juist nog binnen 't gezichts
veld van Daan lag. Een grote, gemetsel
de brug spande zich over de rivier en
een groot aantal mannen, in de verte
weinig groter dan mieren werkte aan
dit geweldig metselwerk en droegen ste
nen aan.
Ofschoon zelf een der bewerkers van de
verandering in het berglandschap be
treurde Daan het in 't begin diep, dat de
heilige, welke hier wellicht van 't begin
der wereld af had geheerst, door de be
hoeften van de mens zo wreed werd ver
stoord- Doch verandering is het gevolg van
een onveranderlijke wet en Daan, die daar
over zijn ingewikkelde tekeningen zat ge
bogen, ook hij was veranderd; in veel op
zichten was hij een andere Daan gewor
den, dan de jonge man, die in Selby Gar
dens. in Oost Stepney woonde. Het voort
durend werken had zijn slanke gestalte
tot de lenigheid van een Romeins athleet
getrain i spier en zenuw was ontwik
keld en gespannen; de zon van Grado-
vitch had zijn Londense bleekheid in een
mengeling van bruin en amber veranderd
hetgeen z'n grijze ogen bijna blauw deed
schijnen. Er lag een enigszins strenge uit
drukking om z'n lippen en in z'n o0®"5?"
slag die in vroeger dagen jongensachtig
en zorgeloos was, straalde nu iets van
waakzaamheid, iets gebiedends; wanh zo
als mijnheer Mountjoy had gezegd, moest
Daan evengoed vechten als bouwen: nie
enkel steen, ijzer en cement X°r™denAjf!
materiaal waardoor de spoorlijn van Gra
dovitch naar Lazzatonia tot stand kwam
doch ook bloed, dat in vele twisten met
de inboorlingen werd vergoten.
Zijn uithoudingsvermogen was op harde
proef gesteld in die eerste weken na hun
komst te Gradovitch, want nooit wist hij
toen, of de dag zou worden verduisterd
door de plotselinge hand van de dood door
ongeluk, of geweld, Het was een tijd van
strijd tussen de wil van de meester en
de vijandige opstandigheid van de men
sen; een tijd waarin perioden voorkwa
men, dat 't scheen, of de grote onderne
ming van Mountjoy moest mislukken. Hoe
inspannend die tijd ook geweest was, had
Daan zich ondanks dat alles nooit ongeluk
kig gevoeld.
Ver weg, ginds in Stepney waren al zijn
kundigheden en bekwaamheden verborgen
eigenschappen geweest; het scheen hem toe
wanneer hij aan 't verleden dacht, dat hij
toen in vergelijking met het leven hier,
geslapen had. Maar de spoorlijn Grado
vitch—Lazzatonia had hem wakker ge
schud. Het beroep op zijn geestelijke en
lichamelijke vermogens was zo onophou
delijk en zo dringend, dat hij zich gewon
nen moest geven, of de man worden, die
hij was.
In de tedere verbeelding van de men
sen thuis, heerst het geliefkoosde idee,
dat de afwezigen in de vreemde steeds aan
hun dierbaren in het vaderland denken,
maar het is te vrezen, dat er niet veel
grond voor deze veronderstelling bestaat.
Het is waar, dat D«ian dikwijls aan z'n
moeder en aan Stella dacht hij schreef
zo dikwijls naar huis als mogelijk was
maar hij dacht aan weinig anders uit het
verleden, dat, naar 't hem toescheen, zo
ver achter hem lag. De eisen van het
ogenblik en de voortdurende inspanning
waren zo gebiedend, dat het werkelijk
was, alsof Daan het leven in Selby Gar
dens van zich had afgeschud en een nieuw,
absoluut ander leven was ingegaan. Om
kort te gaan, onze Daan was zeer ver
anderd. En op deze dag, nu hij, na een
lange starende blik op de vallei, waar
van hij was gaan houden wederom over
zijn tekeningen en détails gebogen zat,
was hij, ofschoon dezelfde welgemoede',
eenvoudige Daan, in andere opzichten een
heel ander mens. Op een gegeven ogen
blik werd het helle zonlicht, dat door de
opening naar binnen drong, verduisterd
en een jonge man, niemand anders dan
Geoffrey Grey, die Daan had verzocht,
als assistent met hem mede te gaan, kwam
de hut binnen.
„Ik heb mijn rapport meegebracht, mijn
heer," zei hij. Hij sprak hem altijd met
mijnheer aan, omdat ofschoon hun vriend
schap tot een warme genegenheid was uit
gegroeid, Daan en hij geen gelijken meer
waren, want er was een groot onderscheid
tussen hun posities op dit werk.
„Goed zo!" zei Daan. Hij leunde achter
over, sloeg z'n handen achter z'n hoofd sa
men en rekte zich uit. „Gaat alles goed-
Grey?"
Ja, zei Grey, over 't algemeen heel
goed. We hebben die boog gesteld en j
goede funderingen voor de volgende pei-
Ier gemaakt; de mensen werken nu heel j
ordelijk.
Prachtig, zei Daan- Een sigaret? Hij
schoof de doos naar zijn opzichter, maar
stopte z'n eigen pijp. Sigaretten gebruikte
Daan nooit, hij was zijn lievelingspijp
trouw gebleven. Valt de nieuwe ploeg
arbeiders nog al mee?
Uitstekend, nu ze eenmaal gewend
zijn, zei Grey en schonk zich een glas wa
ter in uit een aarden kruik.
In 't begin zijn die mensen moeilijk
te regeren, maar als je ze goed weet aan
te pakken, beginnen ze al heel gauw te
spinnen als een poes op een haardkleedje
en eten uit je hand. Ik bofte er bij, dat
Anderson weg was, toen deze ploeg arbei
ders hier kwam, voegde hij er op gedemp
te toon bij.
Er verschenen een paar rimpels op het
voorhoofd van Daan, toen hij Andersons
naam hoorde. Anderson was een nagel aan
Daan's doodkist. De bekwaamheid van An
derson, zijn ondervinding, kennis en vin
dingrijkheid waren boven alle twijfel ver
heven en voor die bekwaamheden had
Daan alle respect, doch het was onmoge
lijk Anderson als mens te respecteren.
Evenals mijnheer Mountjoy was hij als
matroos begonnen en daarna op een fa
briek gekomen, waar hij het tenslotte zo
ver had gebracht, dat hem de leiding van
grote werken werd toevertrouwd. In te
genstelling met zijn patroon was het An
derson onmogelijk geweest z'n zeemans
manieren af te leren doch het moet ge
zegd, niet wanneer hij nuchter was, want
dan was hij een behoorlijke kerel en rede
lijk tegenover de werklieden. Doch wan
neer hij alcohol had gebruikt, dan gedroeg
hij zich als een slavenjager, waardoor hij
de haat van de inheemse arbeiders op zich
laadde, terwijl Daan en Grey door hun
goede behandeling alles van de mensen
konden gedaan krijgen, zodat, terwijl An
derson door hen gevreesd en gehaat werd,
de twee jonge mannen gerespecteerd en
bijna op de handen gedragen werden.
Wat ook niet medewerkte om de stem
ming onder de inboorlingen te verzachten,
was het feit, dat Anderson, die zelf onge
lofelijke hoeveelheden sterke drank kon
gebruiken, zonder echter laveloos be
schonken te worden, hun geen borrel gun
de. Hij was enige dagen afwezig geweest
naar het havenstadje, om de leiding bij
het uitladen van materiaal en het ont
schepen van werklieden op zich te nemen.
Doch hij werd elk ogenblik terug ver
wacht en de gedachte aan z'n terugkeer
was noch voor Daan, noch voor Grey
prettig; evenmin voor de mierenhoop, die
ginds beneden in de vallei aan 't werk
was.
Met een rustige openhartigheid en het
verlangen, goed over zijn meerdere te
spreken, zei Daan kalm:
Een pientere kerel, die Anderson!
En of!, stemde Grey onmiddellijk toe.
Hij is goed genoeg, als hij maar wat ver
standiger met de mensen omging, gich
kalm hield en niet zo barbaars zoop.
Ja, zei Daan peinzend- Maar als 1e
die gebreken niet meetelt, is hij hier de
rechte man op de rechte plaats. Hij heeft
een buitengewone kijk op rotsblokken.
Met beslistheid stelt hij vast, dat er een
scheur moet zijn op een plek, waar iemand
anders 't nooit zou verwacht hebben. En
dan het laten springen van zo'n rots en de
bokken laten terechtkomen, waar hij ze
wil hebben! 't Is gewoon fantastisch! De
manier, waarop hij laatst met die span
ning manoeuvreerde was beslist een ge
niaal stuk werk. Ja, hij is een reuze kerel!
Ja, beaamde Grey, als hij z'n mond
in meer dan één opzicht kon dichthouden,
zou hij onovertrefbaar zijn.
Och, hij behoort tot de oude school,
zei Daan, die steeds bereid was een ver
ontschuldiging aan te voeren, die vast
overtuigd is, dat de enige manier om de
werklui aan de gang te houden is, op hen
te vloeken. Misschien was dat vroeger
in Engeland mogelijk en wellicht loopt 't
nu ook goed af, als je met een. troep da
go's te doen hebt, maar met deze mensen
lukt het niet, of slecht.
Dat is zo, gaf Grey toe. Deze inboor
lingen zijn trots en stijfhoofdig en vatten
onmiddellijk vuur en vlam. In 't begm
viel het me op, dat ze zo beleefd tegenover
elkaar waren; maar spoedig begreep ik
hen; op een meningsverschil volgen klap
pen en op klappen volgen messteken.
Ze zijn heel bruikbaar, als je maar
met hen weet om te gaan, verklaarde
Daan; ze zijn gewillig genoeg, als je hen
maar niet beledigt. Ik voor mij heb geen
klagen over die mensen.
Ik ook niet, zei Grey.
Een paar minuten zwegen beide jonge
mannen, Dan keek Grey naar Daan, wiens
gelaat tekenen van vermoeidheid vertoon
de.
Zoudt, u niet eens een wandelingetje
gaan doen? opperde hij. U heeft veel te
lang achter elkaar aan dat ingewikkelde
werk gezeten-
„Ja, dat was niet kwaad," antwoordde
Daan. terwijl hij opstond en zich uitrekte
„maai ik moet eigenlijk eerst deze détail
tekening afmaken-"
„Laat mij 't restje van u overnemen. U
werkt veel te hard."
„Och, ik doe het graag," zei Daan en
haalde z'n schouders op.
„Dat doe ik ook, maar genoeg is genoeg.
Ik zou graag zien, dat u wat meer en lan
ger vrijaf nam."
„Ja, dat komt wel goed hoor!" lachte
Daan, maar het klonk toch dankbaar te
genover de bezergheid van Grey. „Ik zal
eens naar het dorp wandelen en tevens
naar de nieuwe peiler gaan kijken."
„Neen maar!" protesteerde Grey lachend.
„Dan blijft u bij het werk en zal u drom
mels weinig van het dorp te zien krijgen."
„Neen, ik blijf er maar een paar minuut
jes," verzekerde hem Daan.
„Hij trok z'n witte stofjas aan, zette z'n
breed gerande Panamahoed op en begaf
zich,' na z'n pijp aangestoken te hebben, op
weg.
Met een kameraadschappelijke, bewon
derende blik oogde Grey hem na; dan zet
te hij zich aan de tafel en ging met het
werk van Daan verder.
Spoedig had Daan langs het hollende
voetpad de vallei bereikt en keek met wel
gevallen, evenals een vader naar een flink
uit de kluiten geschoten zoon, naar de in
aanbouw zijnde brug. Bij zijn verschijning
in hun midden, staakten de werklieden
een ogenblik hun praten en lachten en
groetten de inlandse arbeiders hem op hun
gewone hoffelijke manier- Ofschoon de
Engelse werklieden hem niet groetten, ke
ken zij toch naar hem op met dezelfde
uitdrukking in hun ogen, als Grey had ge
daan. Enige ogenblikken bleef Daan zwij
gend bij hen staan en bekeek aandachtig
het pas gemaakte metselwerk. Dan zei hij
eenvoudig:
,,'t Gaat best zo, jongens."
Meer niet. Maar't was voldoende; de in
boorlingen vertoonden een bredere_ glim
lach dan gewoonlijk en krabden óp hun
hoofd, met een karakteristiek gebaar van
voldoening, terwijl enige van de Engelse
werklieden een zacht gebrom lieten horen,
hetgeen dezelfde betekenis had.
Overeenkomstig z'n belofte aan Grey
stak Daan de rivier over en begaf zich
naar het dorp, dat sedert de aanleg van de
eerste spoorlijn, welke Mountjoy had uit
gevoerd, reeds bijna een stad was gewor
den.
Het was toevallig marktdag en de nau
we straten waren overvol van mensen, die
in hun nationale veelkleurige klederdracht
een schilderachtig toneel vormden; de
mannen in rood, blauw en geel, de vrou
wen met hun rode rokken en witte sluiers
om hun hoofd.
Er heerste het gewone rumoer van een
Oosterse stad, Veel geschreeuw, veel ge
lach, veel gebedel. Overal stalletjes met de
meest uiteenlopende koopwaar.
Daan kocht enige pakjes tabak en siga
retten welke laatste voor Grey bestemd
waren. Na nog even door de bazar ge
slenterd te hebben, ging hij de markt over
om de terugweg te aanvaarden. Op een
gegeven ogenblik zag hij aan het einde
van een straat een meisje aankomen, dat
bij het zien van Daan onmiddellijk bleef
staan en na een ogenblik van verbijsterend
staren, vlug een zijstraatje inwipte, en
dicht bij de ingang bleef wachten, om hem
voorbij te zien gaan. Zij was op dezelfde
wijze gekleed als de dorpelingen, doch
droeg haar kleding met een bevalligheid
die de dame kenmerkt. Enige ogenblikken
stond zij bewegingloos daar en staarde
met zichtbare ontroering naar de zich
verwijderende gestalte. Zij drukte haar
hand tegen haar boezem en haar adem
haling werd sneller, alsof zij nog steeds
aan de verrassing ten prooi was, die zich
van haar had meester gemaakt, toen zij
hem zoeven voor 't eerst ontdekte. Dan
ging zij naar een bloemenkraampje waar
op ook heerlijke vruchten waren uitgestald
cn vroeg cicin het gerimpelde oude vrouw-
tje, die eigenares van het stalletje was:
„Wie is die Engelsman, die daar juist
voorbijging, moedertje?
De oude vrouw spiedde over de straat,
terwijl het meisje enige trossen druiven
nam en in haar tas deed.
Er zijn er zoveel,' zei ze beleefd, ,,'t Is
er zeker een van de spoorwegwerken.
Goede klanten, die Engelsen. Schijnen
volop geld te hebben. Hoe ziet hij er uit?
vroeg zij.
Een jonge man, heel groot met een
witte jas en een Panamahoed bijzonder
knap van uiterlijk.
In 't wit en mooi als Sint Sebastiaan?
Die noemen ze Nortone; hij is een van de
hoofdleiders van het grote werk. Ja, dat
is hij zeker. Hoe komt 't, dat u hem niet
kent? Er is hier in de stad geen meisje, die
het zou vragen, zei ze met een knikje van
haar hoofd en een glimlachje.
Het meisje bloosde, maar herstelde zich
weer vlug; dan glimlachte zij en ant
woordde:
Ik woon hier pas, moedertje en ik heb
die Engelsman nog nooit gezien. Hier is
het geld voor de druiven. Dag vrouwtje,
goede zaken!
Dat zullen we maar hopen, antwoord
de het oudje gelaten. Dus woont u pas
hier! Dan heeft u zeker dat grote werk
van de spoorlijn ook nog niet gezien. Nu,
dan moet u eens gaan kijken. Prachtig is
het! Die Engelsen doen wonderen. Vroeger
was het hier maar een klein dorpje en
nu! Nu lopen de spoorrails om de berg
en er is een reuzenbrug in de maak over
de rivier en het halve dal. Als u de moeite
wilt doen deze straat uit te lopen en dan
links af te slaan, dan kunt u eens zien,
wat die Engelsen in korte tijd hebben lot
stand gebracht.
Ik zal er eens bij gelegenheid heen-
wandelen. Nu moedertje, nogmaals veel
geluk in zaken, hoor!
Het meisje verwijderde zich en sloeg de
weg in, die de oude vrouw had gewezen
en toen zij links was afgeslagen zag ze
weldra in de verte de grootse in aan
bouw zijnde weéken. Ze gingen op een
reuzekei langs de weg zitten en trok de
sluier, die haar hoofddeksel vormde zo,
dat hij bijna heel haat gelaat verborg.
Natuurlijk was zij nog opgewonden door
de vele emoties, want het ene ogenblik
bloosde zij in haar dromerige overpein
zingen en zweefde een glimlachje om
haar kersrode lippen, im in het volgende
moment weer plaats te maken voor een
matte bleekheid en een uitdrukking van
sentimentele melancholie in haar blauw
grijze ogen.
Volgens de beschrijving moet hij het
zijn, fluisterde ze bij zichzelf. Groot, sterk,
knap. Aantrekkelijk zowel voor mannen
als voor vrouwen. Ja hij zal 't zijn!
En dan te denken, dat h" hier is.... hier
vlak bij, zodat hij misschien aanstonds
hier voorbij kan komen en ik met hem
zou kunnen spreken. O, als ik zijn zware
stem nog eens mocht horen. Maar neen,
het mag niet. O, wat jammer, wat jam
mer! Ik zou hem zo graag de hand wil
len drukken en hem horen zeggen: „O,
bent u 't, juffrouw Stella!!"
Zij lachte, maar 't was een droevig lach
je en met een gebaar van berusting stond
zij op, ging terug naar de markt, waar zij
nog enige boodschappen deed en keerde
vervolgens naar haar woning terug, die
in een stille buitenwijk lag. Evenals alle
andere huizen was haar huis geheel van
steen gebouwd met een balcon aan alle
zijden, maar in tegenstelling mei de andere
liep er een muur omheen. Het meisje deed
met een sleutel de deur open die zij
zorgvuldig weer op slot deed. De huis
deur werd door een oude vrouw geopend,
nadat zij eerst door een traliewerk had
gekeken, wie er was. Stella gaf haar de
tas met boodschappen en ging de trap op.
Dan stootte zij de deur open en riep:
„Vader,...!" doch zij hield het woord
plotseling in, toen ze zag, dat haar vader
niet alleen was.
De heer Landon was in nationale kle
derdracht gestoken, die hem buitenge
woon goed stond en de bezoeker graaf
Andrea was eveneens zo gekleed. Hij
sprong onmiddellijk op en zette zich in
postuur, toen hij haar salueerde.
Ik wist niet, dat u hier was, graaf,
zei Stella, na z'n groet beantwoord te
hebben.
Ik ben zoeven aangekomen, Barishna,
zei hij. Het verheugt mij u zo welvarend
aan te treffen, en de Barin ook! met
een blik van z'n koude blauwe ogen naar
mijntieer Landon. Hij schijnt een goede
gezondheid te gi nieten. Maar, natuurlijk,
want nu ademt u beiden de vaderlandse
lucht weer in.
Ja, gaf Stella toe. Maar de helft van
mijn vaderlandse lucht is in Engeland,
graaf.
Laat liever alle titels weg, kindlief,
fluisterde haar vader vriendelijk.
Neem mij niet kwalijk, maar ik ben
zo vergeetachtig, en met een zucht ver
volgde zij: 't Is moeilijk, om te beseffen,
dat alles zo veranderd is: dat wij niet meer
in Engeland zijn waar het zo veilig is.
Niet altijd, herinnerde haar de heer
Landon met een limlachje. Ik voel, dat
het voor ons nergens veilig is, zelfs hier
niet voordat.Hij hield met een schou
derophalen stil.
ik heb uw gesprek gestoord, vader
Blijft u bij ons eten! Ik vrees dat wij u
slechts een zeer eenvoudig maal kunnen
voorzetten.
Een korst brood in uw tegenwoor
digheid zou voor mij een feestmaal zijn,
verklaarde Andrea met een buiging en
een eigenaardige schittering in zijn ogen.
Stella beantwoordde lachend met een ré
vérence.
Het spijt mij, zei Andrea hoe on
weerstaanbaar de uitnodiging ook moge
zijn, ik ben toch verplicht te bedanken,
aangezien ik bijna onmiddellijk vertrek.
Dat is helaas zo, Stella, bracht haar
vader in het midden; ik vertelde zoeven
juist tegen Andrea, dat het gevaarlijk
voor hem was, indien hij hier werd ge
zien. Wij zijn zo lang afwezig geweest en
zijn dermate veranderd dat wij niet licht
herkend zullen worden; doch hij zou waar
schijnlijk opgemerkt worden.
Veronderstellende, dat de heren nog een
en ander hadden te bespreken, zei Stella:
Ik zal u met vader alleen laten, om
uw zaken af te wikkelen. Zij stak de graaf
haar hand toe, die hij eerbiedig aan de
lippen bracht.