z
I
Onze dagelijkse PUZZLE
m
WiWt&M
mm m
Ji
«fin
u
H
O
RS]
Een gemiste manche
VOOR 30I1G
„Avifauna" zal tegen Pasen
poorten heropenen
itlOUO
DAMMEN
rmr» m9
De Keizer uit liet Kerstevangelie
hield van knikkeren!
HET GRABBELTONNETJE
O
O
m Wé
Pi 4 WM 9
iSl A mm.„Wm...
BRIDGE-R UB RIEK
„Twaalfde provincie zal
zekerheid worden
Kerstmis in het
spraakgebruik
Hamlet's vriend over
liet Kerstfeest
Aarclrij kskunde-
puzzle
DONDERDAG 24 DECEMBER 1953
PACINA 6
,,En waar de ster bleef stille staan
•zijn wij alle drie binnengegaan
Hans van Bergen.
PUROL DOET MEER
Oplossing van gisteren
f '4m,
m n o
- a pj
o tra
'éQé
clalagcbouw
/inkelbehmmermgen
verbouwingen
o a a a
VREEMDELINGENVERKEER'
Gemeenschapscentrum te
Emmeloord geopend
1.
X
2.
X
3.
X
4.
X
5.
X
6.
X
X
3.
X
9.
X
10.
X
CORRESPONDENT! E-A DRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
..En waar de ster bleet stille staan",
dit schone Kerstspel van Felix Timmer
mans en Eduard Veterman, is U vast
niet onbekend. Indien wel, dan moet U
niet verzuimen het spoedig te gaan zien
of te lezen. Het hoort zeker in de kleine
bibliotheek van Uw vereniging thuis
Het is één van de weinig goede Kerst
spelen
Mag ik U een goede raad geven, dan
organiseert U met Uw actieve leden een
•intieme Kerstavond rond Driekoningen,
bij een van de leden thuis of in het re
petitie-lokaal. Uw regisseur of een an
dere persoon (of meerdere personen)
leest het stuk dan voor. U zult een
prachtavond hebben Een zeer vrucht
bare avond voor Uw club, want dit
voorlezen-voordragen en bespreken van
een goed stuk, dat U zelf misschien
nooit speelt, is over het algemeen aan te
raden.
En een intieme avond in deze Kerst
tijd zal de band en de goede sfeer in Uw
club zeker ten goede komen.
Het zijn drie arme slobbers in „Waar
de ster bleef stille staan", die voor Drie
koningen gaan spelen. Pietje Vogel, een
palingvisserke, vol praats, maar als het
er op aan komt zo klein en bang als
een arm wezelke; Suskewiet, de een
voudige. diepgelovige schapenherder en
Schrobberbeeck, de bedelaar, de kieken
dief, de man, die leeft als hij iemand
bedriegen kan. Gedrieën trekken zij er
in de Kerstnacht op uit. Pitje zingt,
Schrobber laat het wit van zijn ogen
zien, zodat de boeren de tranen als anijs-
bollen over de kaken rollen, Suske
draagt de echte, nagemaakte ster.
De buit overtreft al hun verwachtin
gen. Maar als zij moegezongen en moe-
gesjouwd naar „Het Zeemeerminneke"
willen stappen om hun-geld in klokken
de borrels om te slaan, blijken zij de
weg verloren. Temidden van het be
sneeuwde bos voltrekt zich nu 't won
der. Een man, een vrouw en een klein
kindeke, een zuigelingske nog, trekken
in een foorwagen voorbij. Het kindeke
heeft het koud en de man en de vrouw
zijn arm. Z'j hebben geen geld en geen
eten meer. De drie arme slobbers staan
als aan de grond genageld. Hun hart
wordt als boter. En zij geven wat van
hun buit. Zij geven nog meer. Zij ge
ven alles. Al hun geld. al hun brood, al
hun peeën, al hun heerlijke hespenkno
ken. Zij houden niets meer over. Zot
zijn ze. Ze kunnen zich zelf wel voor
hun kop slaan. Daar zitten ze weer, na
al hun moeite en zingen en trekken met
hun kou en hun bassende magen. En
tochvreemdmaar zij voelen
zich alle drie gelukkig, zonderling ge
lukkig.
Kerstmis, het feest van de liefde
Kerstmis, de nacht, waarin Christus Zjjn
onmetelijke liefde aan de mensen open
baarde en de mensen om wederliefde
vroeg.
En in de volgende bedrijven laat
Timmermans ons zien, hoe wij aan
deze drang van Christus niet ontko
men kunnen. Het zijn niet wij, die het
Christus lastig maken, die Christus
vervolgen, maar het is Christus, Die
ons vervolgt, het ons lastig maakt.
Christus is als een jaloerse Bruidegom,
Die Zijn bruid geen ogenblik in de
steek laat, totdat Hij haar kan binnen
leiden in Zijn huis, het Vaderhuis.
Waar de ster bleef stille staan, zijn
wij alle drie binnengegaan....
Suske geeft zich al heel spoedig ge
wonnen. Pitje en Schrobber zijn echter
lastiger. Pitje speelt zelfs een heel ge
vaarlijk spel en verkoopt zijn ziel aan
de duivel.
Nu treedt de Moeder Gods op als Mid
delares. Zij voert een hevige strijd met
de duivel om Pitje's ziel.
Maria's grote rol in het Kerstgebeu
ren.
Maria, de Moeder, de Beschermster
van ons' geestelijk leven, van ons con
tact met Christus.
Pitje weet zich veilig in Maria's ban
den.
Schrobber bewandelt meer de middel
matige weg. Hij heeft het niet erg op
Christus, hij zou Hem het liefst ontlo
pen.' Maar zijn ziel aan de duivel ver
kopen, zoals Pitje, neen, dat durft hij
toch niet. Het beste is maarniet
aan Christus denken. Maar in de Kerst
nacht...., in de Kerstnacht is dat niet
goed mogelijk. Dat is zo'n vreemde
nachtdan-kun je de stilte horen.
En stilte is nu niet bepaald bevorderlijk
om de stem van je geweten het zwij
gen op te leggen.
En of Schrobber nu zijn geweten pro
beert te sussen met te beloven nooit
meer kiekens te gappen, met voortaan
zijn eigen kop om te draaien ln plaats
van de hunnehet helpt hem niet.
Zijn geweten blijft hameren. Christus
blijft aandringen. Christus kan hem niet
loslaten, hoe Schrobber er ook om
smeekt.
Totdat ook hier Maria te hulp komt
en Schrobber de moed geeft om de
juiste weg te gaan, zodat ook hij be
landt, waar zijn vrinden Suske en Pitje
reeds voor hem waren binnengegaan.
Een allerkostelijkst spel voorwaar,
maar ook een spel, zoals u ziet, met zeer
diepe inhoud.
Echter een niet gemakkelijk te spe
len spel. Een opvoering vereist de hand
van een zeer bekwaam regisseur.
Wel een voldoening gevend spel.
Het laatste toneel kunt U gevoeglijk
vervangen door een kerkingang. U
plaatst deze rechts van het toneel. Laat
door een gebrandschilderd raam licht
vallen. Men kan dan de gezangen uit de
Nachtmis ten gehore brengen. Intus
sen stromen de mensen de kerk binnen.
En als laatste ziet men Schrobber naar
binnen gaan. Het doek valt.
Wij moeten bij de opvoering van dit
stuk wel een grote eenvoud betrachten
en niet overdrijven, waartoe sommige
verenigingen nogal eens aanleiding vin
den in de persoon van Schrobberbeeck.
Van dit spel behoort een diepe wijding
uit te gaan, ondanks de kostelijke hu
mor, die erin verweven is.
Het is de Kerstnacht voor de eenvou-
digen van harte.
AflverxentiH
dan genezen; maakt ook de huid
door en door zuiver en gezond.
Horizontaal: 2 genotartikel; 7 roof
vogel; 13. wandeldreef; 14. muziekterm;
15. mogelijkheid; 17. mann. dier; 19. glib
berig; 20. hemellichaam; 23. pl. in Gro
ningen; 25. mondwater; 29. deel; 30. oor
logstuig; 31. hoofddeksel; 32. sluis; 33.
omroepvereniging; 36. boog van een ge
welf; 40. merg der sagopalm; 41. communi
catiemiddel; 42. Ierland; 43. inwendig or
gaan; 45. naaigerei; 48. voorzetsel; 51.
naaigerei; 55. wandeldreef; 59. strijdperk;
60. sein.
Verticaal: 1. vertaler; 2. stam v. camou
fleren (Duits); 3. reeds; 4. welwillende le
zer; 5. als eerder; 6. houten gebouw; 7. jon
gensnaam 8. radio-omroep; 9. voegwoord;
10. Nederland (afk.): 11. bestemming; 12.
deel v. e. servies; 16. pl. in N.-Holland;
17. heimelijk tegenwerken; 18. onheil; 19.
deel v. e. keuken; 20. militaire politie; 21.
water in N.-Brabant; 22. slede; 24. samen
hang tussen op elkaar volgende gebeurte
nissen; 26. kindergroet; 27. niet door twee
deelbaar; 28. maanstand; 33. spil; 34. fa
milielid; 35. rijksgrens; 37. onzes inziens;
38. edel metaal (fr.)39. pers. vnw.; 43.
milit. hoofddeksel; 44. pl. in O.-Europa;
46. meisjesnaam; 47. niet vroeg; 49. pl. in
Duitsland; 50. kier; 52. voertuig; 53. zang-
noot; 54. voegwoord; 56. lidwoord (fr.);
57. maanstand; 58. water in Friesland.
Horizontaal: 1. Deventer; 7. oe; 8.
Ina; 10. uk; 12. drie; 14. i<*; 15. el; 16.
mijn; 18. tram; 21. als; 22. Zeeland; 24.
eli; 26. rede; 28. ede; 29. an; 30. ee; 31.
adel; 34. nt; 35. per; 37. Ie; 38. oostkamp.
Verticaal: 2. vod; 3. eer; 4. Tiel; 5.
en; 6. ra; 9. Nunspeet; 10. Uitgeest; 11. kar;
13. Ierland; 16. made; 17. ijl; 19. Azië; 20.
me; 23. nr; 25. ld; 27. den; 29. aars; 32.
elk; 33. lea; 35. Po; 36. e.o.
.a ids namrwm raas
No. 1964.
24 December 1953
Redactie: G. J. A. VAN DAM.
Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Zuid
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
OPLOSSINGEN
No. 2752. Zoals men uit de cijferstand
heeft kunnen zien, behoorde in het dia
gram geen zw. schijf op 25 te staan. Wit
wint dan door 4742, 331, 42, 3, 41, 31 en
24. (De Zwart).
No. 2753. Wit 43!, 22, 5, 38, 37. 9, 5X19.
(Bew. Roos).
1 Deze vier Kerst-problemen bevattcfl
stuk voor stuk een merkwaardige ontle
ding. No. 2764 is een vernuftige bewer
king van een interessant minor-eindspel
van de redacteur van deze rubriek, een
eindspel, waarin op een zeer bijzondere
wijze zwart gedwongen wordt een kern
achtige motiefstand in te nemen. No. 2765
verenigt twee motieven in één construc
tie. Welke motieven dit zijn wordt niet
verklapt, maar zij zullen geen verrassing
voor onze getrouwe oplossers vormen In
no. 2766 zien wij een practische combinatie
met eeji zeer verrassende afwikkeling.
Het is ons niet gelukt deze combinatie *e
construeren in een stand van 20 tegen 20
(Donderdag 24 December 1953)
Schaakredacteur P. A. Koetsheid
Huize „St. Bernardus", Sassenheim
No. 7086. A. P. EerkeS' Wildervank
(Ie pl.) Mat in 2 zetten
No. 2754. Wit 43!, 32, 5 (46X19), 5X13. j srhijven, dus met alle stukken op het
(Bew. Viergever). bord. omdat het onmogelijk bleek die
No. 2755. Wit 3024, 9 (20 of 13), 16 (13 stand van de opening uit, dus van de aan-
of 20), 7 (35), 2! Z. (19), 2X24 Bew. v. Meg- vang van de partij af, door normaal spel
gelen met arrangement Kruyswijk). en tegenspel te verkrijgen. Wie van onze
Inderdaad vier constructies, die de j bekwame probleemcomponisten ziet daar
moeite waard zijn, temeer daar het motief we] ^ans toe? No 2767 is als tegenoresta-
weinig variatie-mogelijkheden toelaat. tie bedoeld voor de heer Stuurman. Hier-
Interessant zou het zijn als een construc
tie kon worden gevonden, waarbij de
zwarte schijf op 35 tijdens de problema
tische afwikkeling op dat veld terecht
komt.
No. 2756 (Korpershoek). Wit 29!, 18!,
X9, X2, X5, X8 w. Een fraai meerslag- i i
probleem, waarmede de 63-jarige heer! ,°for, liefhebbers van spelstudies
Korpershoek, die juist ook een van de j Y°'gt tenslotte hieronder nog een partij-
prijzen in de Octoberserie van de ladder- I frW"en> waar!n w>* de, winst van een
wedstrijd heeft gewonnen, alle eer inlegt, i sch"f of van de Part« kan trachten tc
in zitten drie verschillende ideeën ver- i
werkt, waarvan er twee geheel nieuw zijn j
en één (in enigszins andere uitvoering) ook j
in no. 2765 is terug te vinden.
SPELSTUDIE
m
No. 2757. (V. d. Boogaard). Wit 26—21,
21, 31, 34. 32. 41, 43, 5 en 2. Het Alix-motief
wederom op een andere manier te voor
schijn geroepen.
No. 2758 (Leo Springer). Wit 2! (46
gedw.), X50! (23), 45! Nieuwe motiefstand.
Op (1) volgt 24 en 34, terwijl op (46) zou
volgen 20! en 5! Geestig.
No. 2759 (Leo Springer). Op 2832 wint
Wit door 26 en 31. Op 28—33 wint wit door
22, 17, 26!
VIER SPECIALE KERST-PROBLEMEN
(voor de ladderwedstrijd)
No. 2764 No. 2765
Joh. v. d. Boogaard A. Stuurman
forceren. De vraag is of zwart gelijk spel
kan houden. Het vraagstuk geldt even-
eens voor de ladderwedstrijd en vóór de
oplossing worden, naargelang de uitwer- j
king correct en volledig is, 1 tot 3 pun
ten toegekend.
No. 7087. Dr E. Palkezka, Praag
(le pl.) Mat in 3 zetten
No. 2768
Nuland (le publ.)
Stand: Zw. 3, 5, 6,
7, 8, 12, 16, 25, 28,
42, 45, D. 13. Wit
14, 19, 21, 24, 27, 31,
34, 35, 39, 43, 44, 49.
Wit sp. en w. Het
overblijvende eind
spel dient ook vol
ledig opgelost te
worden. Alle var.
dus uitwerken s.v.p.
No. 2766
Typische neerslag
combinatie in 19X19
sch.
1 m
e
C
8 ":t
C
Stand: Zw 1, 3, 7,
9, 13—15, 17, 20, 24.
Wit 25, 27, 32, 34,
35, 38, 39, 41, 43, 44.
(Van D.) Kan wit
schijf- of partij
winst afdwingen?
Wit aan zet.
De oplossingen van deze vijf speciale
Kerst-opgaven worden ingewacht tot
uiterlijk a s. 10 Januari 1954 aan het boven
deze rubriek vermelde adres.
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
De lezer zal met beide problemen wel
geen al te grote moeite hebben: No. 7086
onderscheidt zich door zeer goede inter
ferenties, No. 7087 bezit een goede sleutel-
zet, waaraan zich enige economisch reine
matbeelden aansluiten.
Oplossingen over drie weken.
PROBLEEMOPLOSSINGEN q
No. 7078. J. J. P. A- Seilberger. Opl. i
Td6—d5: dreiging; 2. Td5—e5:tt- Zowel 1.
Pb2:t, Pe3? en Tc6: worden beantwoord
door 1dod4 met schaak.
No. 7079. Jac. Haring. Opl. 1- Td5—c5
dreigt 2. Dhl—c6fi- De pogingen met Td4
en Td3 falen door 1Tb8d8 en 1.
ebg: (D) door Ph6.
No. 7080. Jac. Haring. Opl. 1. Tc3—c2
dreiging 2. D h8b2tt- Niet 1. Td3, we-
gens 1Pe3.
Deze drie problemen werden goed op-
gelost door:
Ir A Bergstein, Geleen; M. v- d. Burgt,
I Utrecht; J. Dickhaut, Nijmegen; J. v. Dijk.
i De Lier; F. J. Fokkelman, Hengelo (O.);
mr P. C. Goossen, Nijmegen; dr R. J. F.
Nivard, Nijmegen; Paul Raschdorf, Han
nover; J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v- d
Weide, Rotterdam
No. 7078 en no. 7080 door: C. Boose,
Vlaardingen, mr dr R. Bromberg, Roer
mond en H. Mars, Swalmen.
No. 7079 door H. Th. v. Goor, Voorburg.
No 7080 door F. J. F. Vismans, R'dam.
Advertentie
V
V
voorhaven ioi - tel 54971
«•DAM
-39612
Schiedam (2e publ.)
Stand: Zw. 1, 5, 6
8, 11—13, 21, 36, 39.
D. 4, D. 48. Wit 15,
20, 22, 23, 24, 28, 32,
33, 35, 37, 38, 42, 44,
45. W. sp. en w.
Met dank aan de
auteur, die dit
vraagstuk in het
officieel orgaan van
de Kon. Ned. Dam-
bond, „Het Dam
spel", publiceerde,
opgedragen aan de
redactie van deze
rubriek.
No. 2767
Drievoudig motief
probleem. Opgedr.
aan A. Stuurman,
Stand: Zw. 24, 6,
7, 9—18, 20, 22, 25, 26.
Wit 21, 24, 27—29.
31, 33, 37—40, 42, 43,
45—50. Wit voert
winnende damzet
uit! (Van D.).
Eén van de moeilijkste biedspellen van
de serie Ideaaltraining kovember van de
Nederlandse bridgebond, was het navol
gende spel:
H 6 5 4
C A 9 8 5 3
O B 10
•>3 2
#987
C? 7
OA V 7 5 3
A H 8 6
A V 10 3
O H 6 4 2
O 9 8 6 2
V
4» B 2
CV B 10
O H 4
B 10 9 7 5 4
Noord was de gever, niemand kwets-1
baar.
De Meesterklassers die dit spel speel
den, waren N—Z de heren Filarski—C.
Kaiser; O—W de heren gebr. E. en C
Goudsmit.
Nadat Noord, Oost en Zuid gepast had-
Stand: Zw 3, 4, 6, den, opende F. Goudsmit als West^ met
8 10 1215, 25, 30, 1 O, waarop Noord paste Noords Aaart
32, 35, D. 1, D. 17. is zeker te zwak om een volgbod te geven;
Wit 19. 21. 23. 24, vele Noordspelers deden dat later wel.
31 34, 39, 41, 44, 45, doch als regel kwamen zij daarmede be-
48 D. 2, D. 42. Wit drogen uit, daar óf het bieden van O—W
sp en w. (Van D.j. er gemakkelijker door werd óf Zuid nog
tot 3 C ging en met een strafdouble van
een koude kermis thuis kwam.
Nadat Noord dus paste, bood Oost 1
waarop Zuid paste. Enkele latere Zuid
spelers deden het zeer slechte bod van
2 hieruit blijkt, dat in vele bridge
kringen de gedachte leeft, dat men door
een volgbod iets kan „tegenhouden" Mis
schien gaat dat onder zwakkere spelers
inderdaad op, onder goede spelers is
een dergelijke tactiek echter volkomen
waardeloos.
Toen West voor de tweede maal aan de
beurt van bieden kwam, stond hij voor een
moeilijk probleem. Oost had al gepast en
er leek niet veel in te zitten. West kon
natuurlijk wel 2 bieden, maar het leek
hem, dat 1 in elk geval een goed eind-
contract moest zijn, terwijl hij na 2
nog maar af moest wachten wat er verder
van terecht zou komen. West paste dus.
Het eindcontract werd dus 1 te spe
len door Oost. Zuid speelde C-vrouw voor,
Noord nam het aas en trok na Oost
nam >-vrouw, sneed in O, speelde toen
9 en liet die lopen: Zuid maakte #-boer
en trok na, welke in West genomen
werd. Nu werd #-heer er uit gesneden
en Oost maakte in totaal elf slagen
Het is nogal moeilijk om hier te be
oordelen, wie het fout heeft gedaan.
Weliswaar zitten de N—Z-kaarten zeer
gunstig verdeeld, tóch hadden O—W zeker 5 onmogelijkheid,
wel een manchebod mogen bieden. Of
Oost na 1 O van West iets anders moet
zeggen dan 1 staat te betwijfelen; het
enige alternatief is 3 O, hetwelk het na
deel heeft, dat de -kleur verzwegen
wordt. Wij geloven, dat West na 1 van
Oost nog wel iets had moeten doen; West
heeft een goede, volwaardige opening. Er
zijn talloze kaarten denkbaar, waarmede
OW een manche kunnen maken, b.v.
reeds in alle gevallen, waarin Oost over
een vrij sterke vijf- of zeskaart in
beschikt.
Het meeste voelen wij dan ook voor een
volgende biedserie:
Drie man passen, dan West 1 O, Oost
1 West 2 Oost 40, West 5 O. Er
waren verschillende paren, die in de
O—W-lijn het 3 AS-contract of het 5 O-
contract wisten te bereiken; 3 SA lijkt
ons ondanks het feit, dat dit spel ge
makkelijk gemaakt wordt nu niet be
paald het meest elegante eindcontract. De
C-dekking waarover O—W beschikken is
wel van uiterst dubieuze kwaliteit, temeer
daar het bieden er op lijkt te wijzen, dat
O—W nog wel één of twee malen van
slag zullen moeten.
Eén paar slaagde er zowaar in de O—W
kaarten tot 6 O uit te bieden. Het bied-
verloop was: West 1 <0, Oost 2 O, West
5 O, Oost 6 O. Het lijkt meer toeval dan
kennis,-dat men dit contract bood; 2
is veel te laag, 5 O is hierna veel te hoog.
Om 6 O te kunnen maken, moet #-heer
goed zitten (50 pet kans), O-heer goed
zitten (50 pet), troef 2 2 vallen (40 pet) en
C-aas goed zitten (50 pet), in totaal onge
veer 1 kans op de 16 Draait men de N—Z-
kaarten om, dan is reeds een contract van
m
De Heilige Schrift vermeldt verschillende Romeinse keizers. Wie
vorige Zondag goed opgelet heeft bij de voorlezing van het H. Evangelie
volgens St. Lucas, hoorde keizer Tiberius noemen „Caesar Tiberius".
Een mensenhater. Al in zijn jonge jaren noemde men hem: „de oude
man". Christus kende hem van zijn portret, het portret op de
cijnspenning. „Wiens beeld draagt deze tienling?" „Van de keizer" van
Tiberius.
Wij lezen ook van keizer Claudius
„onder wiens regering een grote hon
gersnood over de hele wereld kwam".
Slachtoffer van kinderverlamming.
Zijn moeder zei wel eens van iemand:
„Die mens is nog gekker dan mijn
zoon Claudius!" Maar „gek" was hij
allesbehalve, hij deed wel eens gek.
De naam van de drieste keizer Nero
komt, misschien, voor onder het getal
666? Genoemd wordt hij nergens. Maar
S. Paulus heeft zich jegens dit vol
tooide monster wel moeten verant
woorden: „Bij mijn eerste verdediging
stond niemand mij ter zijde, maar allen
lieten me in de steek", schrijft hij. De
Enige, die hem niet verliet, die een
mens nooit verlaat, was God.
De vierde keizer, die in het Nieuwe
Testament voorkomt, is: keizer Augus
tus. Wanneer wij in het Evangelie der
Nachtmis zijn naam horen noemen,
staat hij, in gedachten, vóór ons: „In
die tijd ging er een edict uit van
Caesar Augustus, dat de hele wereld
moest worden opgeschreven".
„De hele wereld?" Indië, China,
Amerika óók? Letterlijk staat er in de
Griekse taal: de „Oikoumenè", „de
bewoonde aarde", naar een woord:
„Oikeo", „bewoner". Voor keizer
Augustus telden landen buiten zijn
keizerrijk niet mee; die hadden in zijn
oog geen waarde ofschoon de ge
leerden reeds toen bevroedden, dat de
aarde geen platte schijf, maar een bol
is. Scyten, noch Parthen, noch Ethio-
piërs, die toch ook bewoners der
„Oikoumenè" waren, trokken zich van
Caesar's gebod iets aan. Zij hoefden
zich niet te buigen onder het Romeinse
Gezag. Maar al snijden we hun landen
er af, dan blijft er toch nog een aan
zienlijk „wereld" over. Later is er
steeds meer bijgekomen.
De Romeinse Staat kreeg zijn aller
grootste uitbreiding pas onder de „Vir
optimus", de „beste man, tevens ver-
meerderaar-des-Rijks"; Caesar Traja
nus 100). Tot deze Vorst richtte ze
kere Gaius Plimus de bekende brief,
waarin hij de Christenen beschuldigde
„op een bepaalde dag vóór zonsopgang
samen te komen en onderling een ge
bed uit te spreken tot Christus, alsof
hij een god was".
Caesar Augustus had het ver ge
bracht. Zijn vader was barbier; zijn
grootvader ook. Lastertongen wisten
bovendien nog te vertellen, dat de fa
milie enerzijds van een touwslager,
anderzijds van een eau-de-cologne-
handelaar afstamde. Nu oefenen bar
biers, touwslagers en handelaars in
reukwerken, ongetwijfeld, een alleszins
onberispelijk beroep uit, maar later in
de geschiedenis is het toch maar nooit
meer voorgekomen, dat een kappers-
zoon een edict uitvaardigen kon, dat
een „hele wereld" in rep en roer zou
brengen.
Een hoogst merkwaardige carrière.
Bovendien naar welke kapperszoon
is één der maanden van 't jaar verder
nog genoemd? Hij kwam dus „uit een
goed nest" eelijk dat fleet. Omtrent
zijn achttiende jaar erfgenaam van de
vermaarde Julius Caesar, wiens aan
genomen kind hij werd. Rond zijn der
tigste verjaardag: heerser over „de
wereld". En hóe?
Men heeft een oude steen gevonden
met het opschrift: „De eeuwige en on
sterfelijke natuur van het heelal heeft
als buitengewone weldaad de mensen
het hoogste goed geschonken, keizer
Augustus, vader des vaderlands, hei
land van het menselijk geslacht, wiens
voorzienigheid de gebeden van allen
niet slechts vervulde,' doch zelfs over
trof: want in vrede verkeren aarde en
zee; de steden bloeien door goede wet
ten, eensgezindheid en zegen; al wat
goed is, kwam tot bloei en draagt
vruchten; hoopvol zijn de mensen ge
stemd voor de toekomst en met goede
moed vervuld voor het tegenwoordige"
(Prof. Dr A. Sizoo).
Maar dit alles, hoe verheugend ook
en hoe geschikt voor de verbreiding
van 't H. Evangelie, kan het toch niet
halen bij de betekenis van de Eeuwige
Vredevorst, onder Caesar Augustus
nederig geboren als het werkelijke en
onvergankelijke Hoogste Goed!
Een eigenaardige mens, deze keizer
Augustus. Hij liep een beetje mank en
zwachtelde zich 's winters van top tot
teen in. Kon maar juist even paardrij
den en werd ooit naar het slagveld ge
dragen in een zetel. Een oude man op
35-jarige leeftijd. Was uiterst nauwge
zet in het vervullen van zijn plichten
en las zijn redevoeringen liever vóór
inplaats van ze uit zijn blote hoofd te
zeggen wat ook al niet kon, omdat
hij bang was voor zonnesteek. Ja,
Suetonius, die men niet altijd kan ge
loven, beweert,- dat hij gewichtige ge
sprekken oplas, zelfs gesprekken met
zijn vrouw. Zijn lijfspreuk luidde:
„Festina lente" zoveel als: „Haas
tige spoed is zelden goed"!
Iemand had hem eens de raad gege
ven: „Als je driftig wordt, zeg dan
niets, doe niets, eer je de letters van
het a, b, c, allemaal hebt opgezegd".
Een kostelijke raad!
Caesar Augustus hield niet van tan
den poetsen, evenmin van haar kam
men. of scheren. Des te meer van
spelletjes met een bal, ófvan knik
keren! Onder zijn slaven bevonden zich
veel kinderen, die met de keizer moch
ten knikkeren. Knikkeren met de „va
der des vaderlands"! Ook liep hij te
Rome zo maar tussen de mensen door;
iedereen kon hem naderen met een ver
zoekschrift of een beleefde groet.
Eens durfde iemand dat nauwelijks te
wagen. Tot hem zei de keizer: „Je doet
net of ik een olifant ben, wie Je een
cent of een stukje brood in zijn slurf
wilt steken"!
In de katechismus leren we, dat er
engelen zijn ,die ons bizonder bewaren
van het begin tot het einde van ons
üeven; „ieder mens heeft zulk een
engel: het is zijn engelbewaarder"
Waar we op het Kerstfeest zoveel over
de engelen horen, willen we hier iets
vertellen van heel bizondere engelbe
waarders.
De H. Francisca Romana heeft
er.... drie gehad. Drie verschillende
engelbewaarders. De eerste: uit het
koor der engelen. De tweede: uit het
koor der Aartsengelen. De derde: uit
het koor der Machten
De eerste zag zij bijna nooit. Maar
wanneer de heilige een kleine fout be
ging. strafte zij haar. En soms was die
straf erg streng. Waren haar fouten
dan zo groot? Neen, dat niet, maar God
•gebruikte die straf als een beitel om
haar ziel meer en meer op de volmaak
te ziel van Christus te doen gelijken.
De tweede engelbewaarder was, ge
lijk we al vertelden, een Aartsengel,
dus: hoger dan de eerste. .Zijn gelaat
schitterde zo sterk, dat Francisca er
soms niet naar kon kijken. Hij leek
niet groter dan een kind van negen
jaar en ging steeds rechts van de hei
lige. Hij was haast altijd bij haar
Vreemd was, dat zijn kleine voeten,
waar hij liep, geen sporen achterlieten.
Ook kwam er geen stof of modder op.
Maar het allerschoonste was zijn hoofd
haar. Het viel in lange krullen tot aan
de schouders. Doch het treffendste
moet nog komen: bij de hemelse glans
van dit hoofdhaar alleen kon de hei
lige des nachts haar kerkboek lezen.
Ooit schoten er als vonken uit dat
haar. vooral wanneer slechte gedach
ten op haar afkwamen.
In 1436 kwam Lorenzo, de man van
de H. Francisca. te sterven. Nu was
zij vrij om naar het klooster te gaan.
En bij die gelegenheid zond God haar
een andere engelbewaarder, uit het
koor der Machten Diens haar glansde
zo sterk, dat de heilige er niet naar kon
kijken. Hij bracht haar gebeden naar
de Hemel. Ook breide hij, of liever:
weefde hij, een weefsel uit honderd
gouden draden bestaande. „Daarna",
zeide hij, „maak ik er een uit zestig. En
als dat af is, een uit dertig". Nu, dat
wordt hoe langer hoe minder: De H.
Francisca begreep, dat haar levens
draad gauw op zou zijn. En, inderdaad,
nog geen jaar later zag zij het derde
breiwerk, dat bijna klaar was Kort
daarna stierf zij, de 9e Maart 1440.
Mogen wij onze hemelse gids altijd
zo trouw volgen .gelijk de H. Fran
cisca dat heeft gedaan
(Van onze correspondent).
Naar wjj vernemen ligt het in de bedoe
ling van het gemeentebestuur van Aiphen
aan den Rijn, het Vogelpark „Avifauna"
het volgend jaar. Zaterdag 10 April, even
vóór Pasen, officieel te heropenen.
Ged. Staten hebben intussen enkele be
denkingen geopperd ten aanzien van de
statuten van de onlangs opgerichte Stich
ting tot exploitatie van dit park.
In korte besloten en langdurige
openbare beraadslagingen kwam de ge
meenteraad aan deze bezwaren tegemoet.
Het gemeentebestuur is er nog steeds niet
in geslaagd het bestuur volledig te bezet
ten. Er is nog niet voorzien in de twee
vacatures. De belangstelling en ambitie
voor het vervullen van deze plaatsen in
het Stichtingsbestuur schijnt dermate ge
ring te zijn, dat het college aan de raad
heeft voorgesteld het aantal bestuursleden
op tenminste vijf en ten hoogste zeven te
bepalen.
Ged. Staten hebben, in afwachting van
de regeling van bovenstaande zaken, hun
goedkeuring opgeschort op het raadsbe
sluit, waarbij de gemeente een bedrag
van 145.000 beschikbaar stelde voor de
noodzakelijke werkzaamheden om 't park
voor het komende seizoen in gereedheid
te brengen. Naar het zich laat aanzien,
zal hiervoor nog wel een gelijk bedrag
MIM1R.
Twee jaar geleden moest de Alg. Ned.
Ver. v. Vreemdelingenverkeer (A.N.V.V.)
de uitgave van haar maandblad „het
V.V.V.-wezen" wegens geldgebrek staken.
Een gestencild „mededelingen"-orgaan
voorzag tijdelijk in de behoefte aan voor
lichting aan- en contact met het V.V.V.-
wezen.
Thans is het eerste nummer versche
nen van een nieuw gedrukt A.N.V.V.-
blad onder de naam „Vreemdelingenver
keer". Dit orgaan komt één maal in de
twee maanden uit.
nodig zijn, zoals een der raadslid-bestuur
ders heeft doen blijken.
In dezelfde raadsvergadering besloot de
raad in principe tot de bduw van een
zwembad in de nabijheid van Avifauna.
Onder zeer grote belangstelling is giste
ren te Emmeloord het gemeenschapshuis
geopend, dat de naam draagt van ,,'t
Voorhuys". In dit gemeenschapshuis zijn
ondergebracht een hotel-café-restaurant,
een beurszaal en een toneelzaal.
O.m. werd gesproken dooi de heer Van
Eek, hoofd van de bouwkundige dienst in
de N.O.-Polder, die het gebouw namens en
voor het openbaar lichaam overdroeg aan
de landdrost.
In totaal zal er hier beurs gehouden
kunnen worden voor 1600 personen; in de
schouwburg kunnen 603 bezoekers. Namens
de aannemers bood de heer Kamphuis een
grote in de muur van de beurszaal aan
gebrachte klok aan. De uurcijfers worden
aangegeven door de elf provinciale wapens
en een twaalf met daaronder de letters
N.O.P.
Daarna was het woord aan de landdrost,
de heer Smeding. Hij noemde deze dag
zeer gewichtig voor de polder. Had Em
meloord kort na de oorlog nog maar 700
inwoners, nu zijn het er reeds 4400. Dr
Smeding aanvaardde daarop namens het
polderbestuur het gebouw zeer gaarne ten
gebruike der bevolking.
Naar aanleiding van het uurcüfer van
de twaalf op de klok, vestigde hij er do
aandacht op, dat dit eens veranderd zal
moeten worden in het wapen der twaalfde
provincie van Nederland. Want die twaalf
de provincie zal zekerheid worden, als
wij allen dat maar willen, zo zeide dr
Smeding.
Hij verscheen zelf aan de stembus
om te stemmen. De senatoren mochten
niet opstaan, wanneer hij hun verga
dering betrad.
Anno 27 v. Dhr. verleende de Senaat
hem de titel: „Augustus" zoveel als:
„hij die men in vroomheid moet eren"
Veel tempels beschouwden hem als
een god. Bij het verbranden van zijn
stoffelijk overschot op een brandsta
pel was er iemand, een hooggeplaatst
iemand, die zijn wezen uit rook en
vlammen ten hemel zag varen; hij had
het met eigen ogen mogen aanschou
wen!
Twintig steden achtten net een on
derscheiding zich naar zo groot een
heerser te mogen noemen „Augusta
Taurinorum" (Turijn); „Augusta Trevi-
rorum' (Trier). „Caesarea Augusta"
(Zaragoza, aan de Ebro); „Augusta Vin-
delicorum" (Augsburg); enz.
Niets nieuws onder de zon: onder
Caesar Augustus kregen echtparen, die
drie en meer kinderen de hunne moch
ten noemen, kinderbijslag!
Het is geen toeval, dat veel „win
terse" spreekwijzen het Hoogfeest van
Kerstmis, een der gewichtigste feesten
van het jaar, als achtergrond hebben.
Tegen ong. 21 December stijgt te
Amsterdam de zon niet hoger dan ruim
14 graden boven de horizon; vergelijk
dit eens met haar „zomerse" stand!
Het is wel de kortste dag. Dikwijls een
dag met weinig zonneschijn en dus een
„donkere" dag, een der „donkere da
gen voor Kerstmis".
Naar de mening der weerkundigen
zullen we het zonder sneeuw moeten
stellen: geen witte Kerstmis. Mogelijk
zijn er koude dagen op komst? „Die
kunnen we dan alvast aftrekken van
de koude dagen welke we nog tegoed
hebben", verzucht iemand misschien.
Mis „Dat vóór Kerstmis vriest, doet
geen afslag"!
De weerkundigen hebben het ook
wel eens mis. Er kan nog sneeuw ge
noeg komen. „Zo zeldzaam als het
gras om Kerstmis" zou dit niet wezen
Nu, wat ons betreft, wij mogen een
witte Kerst wel: „Zijn de bomen om
Kerstmis wit van sneeuw, zijn ze in
de lente wit van bloesem"! En dat is
alvast een boeiend vooruitzicht. Maar
aan de andere kant: „Een groene
Kerstmis maakt een witte Pasen"!
Zorg er vooral voor tijdens de feest
dagen aan de dis flink toe te tasten,
want wie dan lekker eet, eet het hele
jaar lekker
En mogen we verschoond blijven van
■paardengetrappel. Paardengetrappel
duidt op oorlog. Neen, een klare hemel
moge over de feestdagen schijnen: „Is
op Kerstmis de hemel klaar, dan ver
wachten we een vruchtbaar jaar".
Pas na de kortste dag met de laagste
zonnestand moeten we, volgens de sta
tistiek, de hevigste kou verwachten.
Gemiddeld valt de koudste dag van het
hele jaar op 17 Januari, ong. een maand
na de „winter-zonnewende". Gelukkig
beginnen dan ook de dagen wat te
lengen: „Van Sint Lucia tot Kerstmis
meerdert de dag eene haneschrede",
zeiden onze grootouders (Sint Lucia
valt, gelijk bekend, de 13e December;
helemaal juist is het rijmpje dus niet).
In Zuidelijke landen volgen de ge
lovigen dikwijls staande de H Mis. Wie
dat op Kerstmis ook doet, staat er niet
slecht voor: „Van al 't Jaer en sal hij
niet verdrincken, Die de Kerst-mis
staande hoort, En 't Kindeke gaet wie
gen. Een haestige doot en sal hem
niet krincken"!
In Shakespeare's bekende drama
„Hamlet" zegt de officier Marcellus
het volgende over de Kerstnacht:
„Men zegt, dat telkens in die tijd
van 't jaar,
Waarin wij 's Heilands komst op
aarde vieren.
De daag'raadsvogel heel de nacht
door kraait,
En dan, zo zegt men, waagt geen
geest te waren;
De nachten zijn verkwikkend, geen
planeet brengt kwaad,
Geen elf betovert, geen kol heeft
tovermacht,
Zo geheiligd, rijk aan g'naden is die
tijd"
In Shakespeare's dagen meende men
niet alleen, dat er heksen bestonden
maar ook de planeten konden on
heil stichten.
Het antwoord van Horatio hierop
luidt:
„Dat heb ook ik gehoord, en ik g'loof
er wel wat van".
Op de 10 kruisjes, van boven naar
beneden, naam van een Zeeuws dorpje
bij Domburg. De in te vullen nummers
de van
Nederland.
n
t
en de
iscn.
vloeien sa-
Omschrijving:
1. De Bommel
men bij Den BoscTi.
2. Recht gedeelte van een kanaal of
geul.
3. Gedeeltelijk en gebrekkig bevaar
baar zijriviertje van de Vecht in Over-
ijsel.
4. Dorpje op de Hondsrug onder
Odoorn ook wel zonder h geschre
ven; „mond" komt er achter!
5. Bewoners onzer grootste provin
cie.
6. Zeegat tussen N- en Z. Beveland,
ook genoemd1 Zuidvliet.
7. Gemeente op Schouwen met be
kend, prachtig strand.
8. Stadje ln Overijsel tussen Almelo
en Hengelo, met textielnijverheid.
9. Aldus roept men op grote stations
de krantenjongens aan.
10. Ook geschreven: Ee, IJ, Ie. Duidt
op een waterloop; denk aan dam".