van 1 eyen was een sci rijke zonderling NG- SLAGEN VLOEK OP EEN KASTEEL Minister Altera bezocht liet ziin huisarts 90 millioen na Velser tunnelbouw Lustrum bedetocht Pax Christi naar Delft PAGïNA 3 nis. Deze familie er zijn nog 35 verwanten, die nu van plan zijn een nieuwe procedure te be ginnen om hun recht te bewijzen is ervan over tuigd, dat het met de erfe nis niet allemaal volgens recht is toegegaan. Naar haar mening mocht de dokter helemaal geen aan spraak op de erfenis ma ken, omdat de wet een arts verbiedt te erven van een patiënt, laat staan van een patiënt, die gees tesziek was. De nazaten hebben zich verenigd in een familie vereniging en zij zijn van plan tot het al of niet bittere einde voor hun rechten te vechten. Zij moeten dan kunnen be wijzen, dat Oene van Teyen bij zijn sterven geestelijk niet normaal meer was en dat er met het testament is geknoeid, ook al omdat in een eerst later verdwenen testa ment de familie wèl als erfgenaam van de rijk dommen zou zijn aange wezen. sommen steevast in zilver liet uitbetalen, in zijn huis talrijke kisten met zilver stukken hebben gehad. De vader van de Hilver- sumse vishandelaar, wiens vrouw de zuster was van de echtgenote van Oene van Teyen, heeft tever geefs getracht de erfenis los te krijgen. Zijn zwager bleek het geld namelijk te' hebben achtergelaten aan zijn huisdokter, die de zonder ling dikwijls bezocht. Joa- chimus Tonckens heette deze huisarts, maar onder de Van Teyen-nazaten gaat het verhaal, dat de oude Oene door arsenicum moet zijn gedood. Er wer den wei sporen van arse nicum in het lijk aange troffen. maar wie daarin de hand heeft gehad, is nooit bewezen. Hoe het ook zij: de dok ter erfde de millioenen 'ot gramschap van Van Teyens vrouw en haar familieleden. De rijkaard had geen kinderen, zodat de familie der vrouw aan spraak maakte op de erfe- Van Zwitserse zijde is steeds bezwaar gemaakt tegen de bepalingen ten aan zien van schippers-eigenaren, nachtrust en lonen. Deze bezwaren waren zó sterk, dat de Zwitsers te kennen gaven het verdrag niet te zullen bekrachtigen. Daar echter bekrachtiging door alle betrokken partijen noodzakelijk was, zou het verdrag dus nooit in werking kun nen treden. Tot dusver hebben alle po gingen om de Zwitsers tot andere ge dachten te brengen gefaald. Na jarenlang overleg is men daarom tot de slotsom gekomen, dat een verdrag met lagere normen in ieder geval beter zou zijn dan in het geheel géén verdrag en zo wil men thans te Genève proberen op deze basis de vastgelopen wagen weer op gang te brengen. De agenda voor de komende conferentie, waaraan zal worden deelgenomen door afgevaardigden van de betrokken rege ringen en door vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisa ties, omvat o.m. de volgende punten: de gedeeltelijke vrijstelling ten gunste van schippers-eigenaren; de nachtrust gedu rende de vaart; toevoeging van de le Mei aan de lijst van erkende feestdagen en verlening van het jaarlijkse verlof van 12 dagen met behoud van loon in beginsel na 6 maanden dienst i. p. v. na 12 maan den. De Nederlandse delegatie naar deze con ferentie zal bestaan uit de heren: voor de regering als afgevaardigden: mr P. Valentgoed, directeur-generaal van de Arbeid, mr J. Muilwijk, administrate ïr departement van Sociale Zaken; voor de regering als raadslieden: mr ir P. Rus, hoofdinspecteur van de Havenarbeid te Rotterdam, mr C. Kalhorn. Rijnvaart attaché te Duisburg; voor de werkgevers als afgevaardigde: mr J. Elsh^ut, presi dent-commissaris van de Ned. Part- Rijn vaart Centrale; voor de werkgevers als raadslieden: mr W. de Meester, directeur Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnen vaart te Rotterdam, P. Voorwinde, direc teur N. V. Stoomsleepdienst v/h P. Smit te Rotterdam; voor de werknemers als afgevaardigde; Tt. Smeding, voorzitter van de Unie Verkeer te Rotterdam; voor de werknemers als raadsman: J. van der Linden van de R. K Bond van Transport arbeiders te Rotterdam. De dochters van wijlen maarschalk Foch, de beroemde Franse opperbe velhebber in de wereldoorlog 1914 1918, zijn, behalve van een sommetje van 100.000 pond sterling, erfgena men geworden van een soort middel eeuws kasteel, dat in de buurt van Angmering (Sussex) gelegen is en toebehoorde aan een zekere menèer Butscher. Het gebouw was eertijds eigendom van Franciskaner monniken, die ech ter door koning Hendrik VIII van hun bezit beroofd werden. Volgens de legende spraken de monniken daarop hun vervloeking erover uit, welke inhield, dat geen enkele man nelijke erfgenaam in het slot zou ge boren worden, zo lang dit niet zou zijn teruggegeven aan de rechtmatige eigenaars, die van Franse afkomst waren. Volgens in de volksmond levende verhalen is deze vervloeking Ietter- lijk in vervulling gegaan. In de doop boeken van de parochie binnen wel ker grenzen het kasteel gelegen is, is geen enkele geboorte opgetekend van een mannelijke erfgenaam in het kasteel. De boeren in de omtrek verheugen er zich dan ook ten zeerste over, dat het kasteel thans in Franse handen is gekomen. De dochters van wijlen maarschalk Foch hebben er op het einde van het afgelopen jaar een weekend doorgebracht en de bedien den van de erflater, die op het kas teel gebleven zijn, bereiden zich thans op een veel langduriger ver blijft van de dochters van Foch voor. Men denkt echter niet, dat de meis jes het kasteel permanent zuHen be wonen. Maar een verblijf van een paar maanden zal volgens het volks geloof wel voldoende zijn om het slot van zijn vloek te bevrijden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 3