9 M~U ma Onze dagelijkse PUZZLE IffiERQflj VD0R30I1G KANG TSJA MALOENG INOUO De techniek van de tactiek Opleiding van zweefvliegers uitgebreid «i m iüi y."A inpp DE HEILIGE VAN DE WEEK HET GRABBELTONNETJE mtm WÉ* Hans •van Berg: 13 Pil HP x %m &wm sr* m tri Geschiedenis Aardrijkskunde Aardrijkskunde- puzzle BRIDGE-R UBRIEK Regering verstrekte meer subsidie "b Wie - wat - waar Letterkunde ZATERDAG 16 JANUARI 1954 PAGINA 6 Een huismoeder schrijft toneeldat aan al onze eisen voldoet en a m a L«) 0 VIEREN MAAR" V) V) 21 Januari: Gelukzalige Alban Roë Oplossingen 1. X X 3. X X X 6- X X 8. X 9. X Oplossing van gisteren Brandende pijn - vanuit de maag tot hoog in Uw keel? „COKES-SCHANDAAL" IN GRONINGEN Onderzoek beëindigd FIETSSTUREN RAAKTEN VERWARD Jongen bij ongeluk gedood DE VESTING VOOR GOD" IN BERRA r? Oplossingen CORRESPONDENTIE-ADRES POSTBUS 8, HILVERSUM Het zal niet vaak voorkomen, dat een houd is levensecht. Wij kunnen in haar huismoeder naar de pen grijpt om zich verhalen geloven. Wij behoeven onze aan een toneelstuk te wagen. Mevrouw fantasie daarvoor geen geweld aan te P. L van Prooyen—Bogaerts deed het 2 doen. Ze kunnen overal en dagelijks jaar geleden ondanks haar overstelpende rondom ons heen gebeuren. Het is alle- s_t;;ti:~iitl-" maal natuurlijk. Als wij in dezelfde om standigheden zouden zijn geplaatst, zou den wij net eender kunnen handelen, precies hetzelfde kunnen reageren. Wij kunnen geloven in het boeren- deerntje uit „De nieuwe Veearts", dat in de stad op de H.B.S. geweest en nu wat vreemd en nuffig staat tegenover het boerenwerk. En niet alleen tegenover het boerenwerk maar ook tegenover de boe renjongens. Op de H.B.S. in de groot stad heeft zij heel andere ideeën opge daan, zo heel andere manieren geleerd. Wij kunnen ons zo goed indenken in haar mentaliteit. Deze veranderde men taliteit geeft natuurlijk conflicten met haar omgeving. Vooral als zij onder de bekoring van de fijne manieren van een piepjonge veearts de bons geeft aan een boerenjongen, aan wie zij reeds eerder haar woord gegeven had. Een heel begrijpelijke gang van zaken. Een oermenselijk conflict. We kunnen t gedrag van het boerendeerntje niet goed keuren, maar we kunnen 't BEGRIJPEN. Hier raken wij geloof ik wel het meest typerende van onze schrijfster, namelijk dat zij in haar conflicten op het toneel EVEN BEGRIJPENDE mensen tegenover elkaar zet, als wij toeschouwers en spe lers zelf zijn! Ik bedoel dit: WIJ begrijpen de ver anderde mentaliteit van een dergelijk huishoudelijke bezigheden. Haar poging werd beloond door een onverwacht enorm succes, zoals bijna nog geen stuk beleefd heeft. In één seizoen werd haar „DE NIEUWE VEEARTS" 383 maal op gevoerd. En haar nieuwe spel „Deining om de dorpsdokter", dat dit jaar uit kwam, belooft een nóg groter succes te worden. Waarin schuilt het geheim van dit suc ces? Zijn haar stukken dan zo geweldig? Zulke openbaringen? Ach welnee! Er verschijnen stukken veel grootser van opzet, veel gecompli ceerder en dieper van inhoud, veel bril- lanter van stijl. De stukken van mevrouw van Prooyen zijn dóódsimpel. Maar deze simpelheid, deze eenvoud doet het hem juist. Onze eerste eis: EENVOUD. Haar stukken gaan de krachten van geen enkele vereniging te boven. De in houd is ons nergens vreemd. Geen zwaarwichtige problemen. Geen gefor ceerde conflicten. Een eenvoudig decor. Maar onmiddellijk naast de eenvoud hebben wij onze eisen gesteld aan in houd, opbouw, typering van de personen, stijl en dialoogvorm. Ook aan deze eisen voldoen haar stuk ken. Haar stukken vertonen geen enkele fout. Ze zijn oer- en oergezond. De in- boerendeerntje, dat in de stad gestudeerd heeft. Nu laten heel veel schrijvers zich verleiden om in dergelijke gevallen te genover zo'n meisje een totaal onbegrij pende omgeving te plaatsen. Bijvoorbeeld een vader, die zijn dochter met geen ge weld wil begrijpen en haar na hevige ruzie de deur wijst. Dit zou natuurlijk prachtige laaiende conflicten geven. Toneel, waar de stuk ken van af vliegen. Maar.... deze stuk ken zouden niet levensecht zijn. Want in werkelijkheid staat 99"/o van de vaders met begrip tegenover hun dochters. WIJ begrijpen zo'n boerendeerntje. Waarom een vader dan niet, die zijn dochter door en door kent en haar met liefde probeert te begrijpen? Vele toneelschrijvers zien echter meer heil in die éne procent kortzichtige eigenzinnige liefdeloze vaders. Daar kunnen zij meer toneel mee maken! Meer vuurwerk! De tegenstellingen worden veel schrijnender. Mevrouw Van Prooyen bewandelt deze weg niet. Zij plaatst in haar conflicten begrijpende liefdevolle personen tegen over elkaar. Zij beziet de realiteit m.et het oog van een moeder. En ik geloof wel dat dit het heel bijzondere geheim is van haar succes. Zij schroeft de conflicten niet op, zij treedt de problemen niet met starre on buigzaamheid en vooroordeel tegemoet, maar steeds met liefdevol begrip. Daarom stralen haar stukken een le venswarmte uit, die ons allen goed doet. Alle partijen krijgen bij haar hun volle eerlijke kans. Daarom zijn haar stukken van zulk eeri positieve strekkin. In „DEINING OM DE DORPSDOK TER" ondervinden wij het weer. De aan genomen zoon van de dokter maakt als student schulden. Maar hij vindt tegen over zich een begrijpende vader, een be grijpende zuster en begrijpend dienstper soneel. Geen zwakke toegevende vader, maar een BEGRIJPENDE. Dit beurt de jongen veel meer op, dan wanneer hij een vader tegenover zich gevonden had, die hem, zoals in alle stukken gebruikelijk, zijn maandelijkse toelage onthouden had. Dan had de student toch de kop in de wind gegooid en nog veel meer schulden ge maakt. Of. aan zijn studie de brui gege ven met het bekende gevolg, dat hij de verkeerde kant was opgegaan. Nu vindt hij de moed om zich zelf te corrigeren. Hij schaamt zich dood tegenover zijn be grijpende vader en heel zijn omgeving geeft hem de steun om er weer bovenop te komen. Een dergelijke inhoud geeft ons moed om in onze eigen omstandigheden, in onze eigen moeilijkheden net zo te han delen. Dit wat betreft de inhoud. De opbouw en de persoonsuitbeeldin gen zijn al even goed. Het zou te ver voeren om hier nader op in te gaan. maar ieder bedrijf voert naar een zekere cli max en met belangstelling en spanning zien wij de volgende bedrijven tegemoet. De personen zijn zo naar het werke lijke leven getekend, dat wij ze ieder moment van de dag zouden kunnen ont moeten. Ook de stijl en de dialoogvorm voldoen aan de eisen. Op een frisse guitige wijze worden alle problemen behandeld. Er wordt heel natuurlijk gesproken en de dialoog is levendig, beweeglijk en boeiend. Aan actie ontbreekt het zeker niet. Nogmaals: het zijn geen stukken, die een geweldig kunstenaarschap verraden, maar goede warme levensechte eenvou dige stukken die een grote voldoening geven. Leest u ze eens, bespreekt u ze met elkaar en toetst uw bevindingen aan de mijne. Ik zou graag het resultaat ervan horen en beloof aan uw bevindingen aan dacht in mijn rubriek te wijden. Beide stukken zijn verschenen bij Vinks Uitg. Mij. te Alkmaar. No. 1967. 16 Januari 1954 Redactie: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18 B. Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. VOOR DE LADDER-WEDSTRIJD Ditmaal weer een viertal publicaties van composities, welke speciaal voor deze rubriek werden afgestaan. No. 2777 is van de bekende problemist, de heer J. H. H. Scheijen, die zich sedert de laatste jaren ontwikkeld heeft tot een uitstekend com ponist en dikwijls met weinig materiaal verrassende effecten weet te bereiken; ook in dit vraagstuk wordt dit door hem ge demonstreerd. Het tweede is een fraai meerslag-probleempje van onze trouwe oplosser en medewerker, de heer Korpers- hoek, die juist morgen zijn 69ste verjaardag hoopt te vieren. Hij is dus zelfs nog enige jaren ouder dan wij dachten en ondanks zijn leeftijd is zijn scheppingsvermogen niet verminderd. Een vitale heer, die wij van harte feliciteren en nog vele geluk kige en voorspoedige jaren toewensen. Het derde vraagstuk is van de heer v. d. Boo gaard en dit behoeft feitelijk geen verdere toelichting. Ook zijn werk is altijd de moeite van het oplossen en bestuderen waard. De vierde compositie is echt een „knots" van een probleem, een fantasie stand met een verbluffende afwikkeling, waarmede de heer Stuurman zijn con structietalent opnieuw bevestigt. De oplossingen van deze vier vraagstuk ken worden gaarne ingewacht tot uiterlijk 27 Januari a.s. aan het boven deze rubriek vermelde adres. 10. 47—41. is na deze inleiding, welke werd aangegeven door 20x20 specialist dr K. Venema, te Den Haag, de volgende stand ontstaan, gecomponeerd door. uw dam- redacteur. No. 2777 J. H. H. SCHEIJEN. Kerkrade No. 2778 S. KORPERSHOEK Vlaardingen Stand: Zw. 5, 16, 19 23, 26, 29, 35, 44. Wit: 20, 27, 34, 36, 39, 45, 46, 50. Wit speelt en wint. No. 2779 J.v. d. BOOGAARD Nuland Stand: Zw. 13, 17, 18 19, 22, 25, 27, 35. Wit: 24, 29, 34. 36, 38, 39, 42, 43, 44. Wit speelt en wint. No. 2780 A. STUURMAN, Schiedam Stand: Zw. 2—9, 12—20, 21, 23, 24. Wit: 25—27, 30, 32, 33, 35—44, 46, 48—50. Men zou nu denken een zuivere „20x20" te zien, maar dit is niet geheel juist. De thans mogelijke combinatie is slechts uit voerbaar in een stand van 19x19. Deze ontstaat als zwart eerst één om één afruilt met 24—29. 11. 33x24 en 20x29. Thans is er een foutzet voor wit mogelijk, namelijk 39—33? Zwart kan dan op een interessante wijze de winst afdwingen van een schijf door direct het tempo 410 te benutten. Er volgt dan verder 11. 33x24, 1420; 12. 25x14. 9x29. dreigt 29—34, zodat 13. 4034 gedw. is, 29x40; 14. 50—45 gedw., 10—14! (Men lette eens op 't merkwaardige oprukken van de zwarte schijven op de lange lijn). 15. 45x34, 23—28! 16. 32x23, 18x40; 17. 44—39 weer gedw., 21x32; 18 35x44 opnieuw gedw., 510!! 19. Thans moet wit zijn vijfde dwangzet spelen, nl 38x27 die de langste v°rdediging biedt, 17—2iü. 20. 26x17, 12x32. 21. 37x28, 19—23! (dank zij de „steunstaart", welke zwart op zijn lange lijn heeft geformeerd). 22. 28x19 13x35 en zwart heeft een schijf gewonnen. Een voorbeeld van een openings-combi- natie, welke onmogelijk van uit een aan- vangsstand met 20 tegen 20 schijven is te construeren. Een ander voorbeeld was vraagstuk no. 2766, waarvan in de volgen de rubriek de oplossing zal worden gepu bliceerd. CORRESPONDENTIE Heren H. K„ M. U. en U. S. te Den Bosch. In 2762 volgt na 20 (25), 33 (24). 41 (47), 40 (29) en 5 w. Hr O. P. te R'dam. Welkom bij de deel nemers. Stand van vraagstuk no. 2776 is correct. Nog maar eens analyseren, dat is U wel toevertrouwd. Hr A. S., te Schiedam. Ik ben door Uw voorraad heen. Gaarne nieuwe collectie! O O 2 Mi 0. i- 0 O. .01 O 0 O O Zaterdag 16 Januari 1954. (Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St Bernardus, Sassenheim). DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK No. 7093 achten we geen moeilijk pro bleem dat niet door een overbevolking wordt ontsierd en daardoor sommige le zers niet zal afschrikken. Pion f7 speelt hierin een belangrijke rol. No. 7094 is een eenvoudige opgave. Meer inhoud bezit no. 7095, maar dat moet ook wel, waarom zou het anders op een eerste prijs kunnen bogen. No. 7095. Z. Vakhlakov. Ie prijs Oeral. 1951. Mat in twee zetten. Wit: Kh8, Dfl, Ta2—f8. Rc4—e7, Pel— g7; b4, d7, g3. Zwart: Ke3, Dal, Tc7dl, Rc6g5, Pc3 d2; f4. Oplossingen over drie weken vóór Woensdag 3 Februari. No. 7086. A. P. Eerkes. Opl. 1. Pf6d5 dreiging 2. Pc8 ad lib. No. 7087. Dr E. Palkoska. Opl. 1. Pc4 dreiging, 2. Pe3:t en 3. Rf5tt. 1Kc4: 2. Re6t, I<d3 3. Pf2ft. 1Re4: 2. Pe3:tt. 1bc4: 2. Dg5t, Ke4: 3. Df5tt. Deze opgave is een jammerlijke mis lukking gebleken. Het telt liefst drie ne venoplossingen, geen wonder dat er zo velen' een matvoering konden vinden. 1. Dg4 en 1. Dh3 hebben beide hetzelfde effect. Er dreigt 2. Re6t en 3. Df5tt, of omgekeerd 2. Df5 en 3. Re6ft. Verder kan als eerste zet gespeeld worden Pe5— g4. Het verloop is dan vrijwel gelijk als in de auteursoplossing. De eenvoudigste correctie lijkt ons door bijplaatsing van een witte pion op h3 en een zwarte op h5, de auteursoplossing verliest daardoor niets van haar waarde. Deze drie problemen werden opgelost door: A. Bergstein, Geleen; 'mr dr R. Bromberg, Roermond; J. Dickhaut, Nijme- I gen; mr P. C. Goossen, Nijmegen; past. P. v. d. Heijden, Budel Schoot; dr R. J. F. Nivard, Nijmegen; M. E. Nordlohne, Leiden: J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d. Weide, Rotterdam. No 7086 door H. Th. v. Goor, Voorburg. W. H. Haring, Schipluiden; J. F. Pilgram, Rotterdam; F. J. F. Vismans, Rotterdam. CORRESPONDENTIE. v. G. te V. Uw opmerking over no. 7085 is ons onbegrijpelijk. Welk stuk van wit pent pion e3? Daar dit niet zo is volgt Op 1. Dd2t, e3—d2 T. J. te R. U kunt volstaan met het aan geven van de eerste zet; verdere uitvoe ring is onnodig. Dit geldt vooral bij twee- zetten. Voor driezetten kan het wel goed zijn iets uitgebreider te wezen, vooral voor beginners. No. 7093 A. P. EERKES, Wildervank Eerste plaatsing. Mat in drie zetten. No. 7094. J. VAN DIJK, De Lier. Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. O a Visser: Stand: Zw. 5. 7, 8, 18, 21, 22, 28, 35, D 27, D. 46, D. 49. Wit: 10. 14. 19, 24, 25, 29, 38, 40, 42, 43, 44, 45. 48, 50. D. 39. Wit speelt en wint Stand: Zw. 8, 13, 14, 19, 22, 23, 25, 26, 27, 32. 36, 45. Wit: 30 31, 33—35, 40, 41, 44, 46, 47, 49, 50. Wit sp. en wint. Het eindspel dient uitgewerkt te wor den ingezonden. MYSTERIES DER OPENINGS COMBINATIES Wanneer men voor wit en zwart alle schijven op het bord plaatst en dan als volgt speelt' Wit 1. 3430, 1822; 2. 3025, 12—18, 3. 40—34, 7—12; 4. 34—30, 1—7; 5. 45-40, 17—21; 6. 31—26. 11—17; 7. 37—31. 20—24; 8. 31—27, 15—20; 9. 41—37, 10—15; film over de Nederlandse trawlvis- ij, die de cineast Herman van der Horst opdracht van het Bedrijfschap voor ■■serijproducten maakt, zal, naar wij ver- Horizontaal: scheel, 28. kleur, 29. titel, 30. duur van j nemen, tot titel dragen: „Vieren maar!". 1. deel v. e. schip, 3. meubelstuk, 5. zeer eb en vloed, 31. verlaagde toon, 34. vogel, brandbaar koord, 7. nieuwe wereldtaal, 9. j| - on bid (Lat.), 11. onmeetbaar getal, 13. be taalmiddel, 15. gebogen, 16. maanstand, 17. onbehaard, 19. soort vermaak, 21. deel v. e. jas, 23. zout water, 27. geneesmiddel, 28 gebaar 32. niet door twee deelbaar, 33 reptiel," 35. lichaamsdeel, 36. lekkernij, 37. bar, 38. ongedierte, 39. voorzetsel (Eng), 41. meisjesnaam, 43. sportterm, 45. titel, 47. plaats in Nederland, 49. voorzet sel, 51. kleurling, 53. platte steen, 54. soort handvat, 57. vreselijk on geval, 60. zangnoot,61. jongensnaam, 63. zangstuk, 65. maanstand, 67, Europe aan, 68. aangezien, 69. rei, 70. deel v- h. been, 71. Europeaan. Verticaal 1. vlug, 2. pl. in O.-Europa, 3. speel goed, 4. vod, 5. verlichtingsartikel, 6 deel v. e. boom, 8. vallei, 10. rijdier. 12. pers. vnw., 14. kleine plaats, 15. onbe groeid, 16. stofmaat, 18. zeevogel, 20. ver langen. 22. houding, 23. rivier in Italië, 24. voegwoord, 25. getij, 26. lichtelijk Uit dagbladpers, boek en film berinneren de meesten zich wel de stout moedige onderneming van Hillary, Tensing, Hunt e.a. naar bet dak der wereld, de Mount Everest, ongeveer 8850 M. boven de zeespiegel. Hillary en de „sherpa" Tensing plantten een met vlaggen versierde „ijspic'kel" (houweel) op zijn grimmige top. Het spreekt vanzelf, dat de gehele expeditie tot in de allerkleinste punt jes werd voorbereid; aan toevallige omstandigheden mocht men weinig of niets overlaten Een gewichtig onder deel nu ijan expedities naar de Mount Everest vormde gewoonlijk: de vereis te toestemming van Zijne Heiligheid de Dalai' Lama. „Heiligheid" „Dalai Lama" deze woorden vergen enige nadere toelich ting. Wanneer we de natuurkundige kaart van Azië opslaan, dan zien we gemakkelijk, dat de „berg-der-bergen" en de Himalaja-keten (feitelijk krijgt de eerste a de klemtoon) enigermate tegen Tibet aanliggen. Tibet is, om het zo eens uit te drukken (mogelijk: was, de communisten zitten er thans) een kerkelijke Staat, die zich uitstrekt over het grootste hoogland ter wereld, 4— 5000 m. boven zee. Welnu, dit Rijk staat (stond) Onder heerschappij van „Zijne Heiligheid de Dalai Lama". Wij gebruiken het woord „heilighier in oneigenlijke zin, en niet wegens de persoonlijke heiligheid van de „Grote Verheven Leraar", ofschoon ons van hem niets ten nadele bekend is. Deze „Aanwezigheid", „de Bescher mer", „de Geheimste", (titels van de Dalaï Lama) verleende een algemene toestemming om, moest het zijn, ook over zijn grondgebied, naar de Everest te trekken. Ch. Bell immers bericht in zijn boeiende studie: „Portret van de Dalaï Lama", dat op de „reispas" stond: „Naar het Zuidelijk land waar voor de vogels wordt gezorgd". De naam: „Everest" kenden de Dalaï Lama en zijn raadgevers niet. Wel de heilige, hoogste top „in het Zuidelijk land waar voor de vogels wordt ge zorgd" („Lho tsja ma loeng") en die allerhoogste berg noemden ze: „Kang Tsja Maloeng". Éen „kang" is een „sneeuwberg". We krijgen dus: „De Sneeuwberg in het land waar voor de vogels wordt gezorgd" populair gezegd: de Mount Everest! Om deze ietwat eigenaardige bena ming te verklaren, moeten we eeuwen teruggaan in de Tibetaanse geschiede nis. Toen, in die goeie, ouwe tijd, heerste er welvaart binnen heel het Rijk. Niemand kwam voor aalmoezen in aanmerking. Om nu toch de liefda digheid te beoefenen werden op 's Rijks kosten, de vogels gevoerd. Ch. Bell vestigt nog de aandacht op het volgende: „Tibet, de oude vijand, stond toe wat Nepal, de standvastige bondgenoot, niet wou toestaan. Volgens het geloof der Tibetanen is de „Dalaï Lama" (een „lama" is niet elke priester, maar een zeer hoge pries ter) niemand minder dande Plaats bekleder van God? Neen: God-in-het- vlees-verschenen! Heerser over dit leven. Optiller in het hiernamaals. Een „incarnatie" (vleeswording) van de God-der-Barmhartigheid: Tsjen-re-zi, beschermer van Tibet; stichter van het Tibetaanse ras. Hij is alwetend, al machtig, en onsterfelijk; sterven „naar het Eervolle Veld vertrekken doet hij alleen maar als hij er zin in heeft. Dan „verhuist" zijn ziel, enkele maanden na de dood, in het lichaam van een kleine jongen. Waarzeggers, orakels, geleerden, geven te kennen, waar die jongen zo ongeveer ter wereld komt. In plechtige stoet, trekt men die kant uit. Voldoet een kind aan bepaalde kentekenen, heeft het bijv. een afdruksel als van een zeeschelp in zijn hand, dan is men vrijwel zeker, dat de „incarnatie" ont dekt is. Zekerheid, die des te stelliger wordt, naarmate dat kind gewijde za ken tussen andere weet aan te wijzen, die de gestorven Leraar gebruikte, bijv. zijn rozenkrans. Charles Bell verhaalt, dat de dertien de incarnatie van Tsjen-re-zi een boe renjongetje was, aan wie nu eensklaps heel Tibet toeviel; de ouders ontvin gen brieven van adeldom. We zitten hier midden in het geloof der „zielsverhuizing" een zeer oud geloof: bij het sterven laat de ziel het lichaam als een gewaad achter en keert dan bij een andere mens, of dier, in. Men kan waarderen, dat de kern van dit geloof enigermate naar de on sterfelijkheid der ziel heenwijst, maar moet toch vaststellen, dat eenzelfde ziel niet meer lichamen achtereen kan „bezielen", omdat nu eenmaal tus sen ziel en lichaam een natuurlijke eenheid bestaat. Van een menselijke ziel in het lijf van een redeloos dier kA evenmin sprake zijn: de ziel ver mag slechts in te werken op het eigen lichaam, dat zij „bezielt". De Dalaï Lama heeft een ambtgenoot in de Pantsjen-Lama. De eerste be woont een geweldig paleis te Lhasa, mioN „Potala"; de laatste heeft zijn zetel in het ontzagwekkende kloostercomplex van Tasji Lhunpo. Beide steunpilaren van Tibet leefden soms in onmin met elkaar. De Pantsjen bemoeide zich meer met geestelijke de Dalaï met tijdelijke aangelegenheden. Ook de Pantsjen Lama, „Alwetende", is een vleesgeworden God, maar hij schijnt toch niet geheel het aanzien te genieten van zijn ambtgenoot in „De Piek", gelijk het Potala-paleis wel wordt genoemd. Een derde, allerhoogste incarnatie is: een vrouw, een kloosteroverste over monniken: een abdis. Het heet, dat zij zichzelve en haar onderhorigen in varkens kan veranderen. Zij draagt de minder welluidende naam van: „Vrouwtjeszwijn". In 1940 beklom de veertiende Dalaï Lama de troon, anderhalf jaar nadat zijn voorganger naar het Eervolle Veld was vertrokken (gestorven). Charles Bell schrijft over de troonsbestijging't volgende: „Iedereen bemerkte de kalme waar digheid van de jonge Dalaï Lama, die nu vier en een half jaar oud'was. Ter wijl hij zijn volle aandacht schonk aan de ceremonie werd hij geen enkele maal zenuwachtig en scheen telkens de juiste handeling te doen op een vol maakt natuurlijke wijze. De ceremonie der ten-troon-verheffing werd ver scheidene malen herhaald. Allen erken den de jongen als de ware Reïncar natie. In geheel Tibet was er vreugde betoon. Het gevoel van verweesdheid was verdwenen. De Grote Dertiende was tot zichzelf teruggekomen". (Char les Bell. Dalaï Lama. Wereldbiblio theek). De vijftiende December 1929 werd „op Gezag van Paus Pius XI" een lijst van honderd zes en dertig Engelse Martelaren gepubliceerd; één hunner was de Benedictijn Alban Roë. Alban Roë was van huis uit pro testant. Mij studeerde aan de be roemde hogeschool van Cambridge. Eens zocht hij een „papist" in de gevangenis op, om hem van de dwaling der katholieke leer te overtuigen. De gevangene zette zijn bezoeker schaakmat. Roë bekeerde zich en trad in een klooster der Benedictijnen. In de maand April 1615 werd hij priester gewijd. Bij een poging om het H. Geloof onder de Engelsen te Verbreiden, raakte hij eerst enige tijd in de gevangenis; daarna voor goed. De rechter veroordeelde hem ter dood. Met een andere priester hoog bejaard, werd pater Alban letter lijk naar het schavot „gesleept". Daar richtte hij zich tot de rech- ter" „Mijnheer wanneer ik Uw geloof omhels en lid word van Uw kerk, zult Ge me dan vrijla ten?". „Zonder enige twijfel. Indien niet, dan wil ik er met mijn hoofd voor boeten". Zich tot het publiek wendende, sprak pater Alban nu: „Mensen, U hoort dus. dat mijn enige mis daad mijn H. Geloof is. Alleen aan dat „hoogverraad" heb ik me schul dig gemaakt". Zelf bevestigde de Martelaar de strop om zijn hals en kuste hem. Velen konden hun tranen nauwelijks bedwingen. Pater Al ban hield de handen gevouwen voor de borst: biddende ging zijn sterke ziel de eeuwigheid in. Claudius Civilis; 810—1010: Noor mannen; graaf Willem II; der keerlen God; Abdij van Egmond; Kabeljauwse twisten; Jacoba van Beieren; Karei de Stoute; Kaas- en Broodvolk; Grote Pier, een Friese zeeschuitper; smeek schrift der edelen; Adolf van Nassau sneuvelde bij Heiligerlee (monument); Lodewijk en Hendrik bij Mook; veer man Jan P. Coppelstock; Wigbout Rip- perda verdedigde Haarlem 1573. Zevenbergen. 1. Z(uiden); 2. Eem; 3. haven; 4. Ka- merik; 5. Molenbeek; 6. Maarsbergen; 7. Rotterdam; 8. Meersen; 9. Regge; 10. Nes; 11. N(oorden). Op de negen kruisjes komt de naam van een vaargeul in de Westerschelde. Op de nummers 2—8 namen enz. ver band houdend met de aardrijkskunde Veel eeuwen geleden leefde er hier ver vandaan een keizer', die Basiiius heette. Hij was keizer over alle Rus sen. Schonk hun goud en zilver en dure stoffen, zodat de mensen zeiden: „Zo een keizer hebben we nog nooit gehad". Maar het mooiste cadeau komt nog, sprak Basiiius. „Wat zou dat wezen?", vroegen de mensen zich af. Goud, zilver, prachtige stoffen hadden ze al gekregen. Wat zou er nu nog komen? Er kwam een hoge priester katholieke Kerk: een bisschop, toonde hun het Evangelieboek. Russen hadden nog nooit van Boek gehoord. Was dat soms Basiiius hun beloofd had? En moésten ze nu hun heidens geloof laten varen om katholiek te worden? Tot de bis schop spraken ze: „U laat ons een nieuw boek zien. van Nederland. 2. 4- a der Hij De dat wat Hoe kunnen we weten, dat het beter is dan onze boeken? Geef ons een be wijs. Dan zullen we het geloven". De bisschop wist, dat men God niet mag uitdagen. Maar terwille van het heidense volk, bad hij: „Heer, ver heerlijk Uw Naam jegens deze arme mensen". De Russen begonnen nu een oven gloeiend heet te stoken. Een heidens priester wierp er een van zijn boeken in. Het verkoolde aanstonds. Toen schoof de bisschop het Evangelieboek in diezelfde oven. Het bleef heel. Het werd niet zwart. Zelfs de randen ble ven heel. Na uren: heel! Toen de heidenen dit wonder zagen, begrepen ze, dat God achter Zijn Evangelie staat. Zij lieten zich de leer der H. Kerk uitleggen. En werden in menigten gedoopt. Duidt een windrichting aan, die meestal regen veroorzaakt. Waterdiepte tussen twee zandban ken of hoogten; de Dordse Aldus wordt een bewoner onzer minst-volkrijke provincie aange duid. Eiland, door Jan Willem Friso ge kocht en bij de provincie Friesland gevoegd. Gemeente in Gelderland, aan de Waal ten W. van Nijmegen, in het Rijk van Nijmegen. Groot landgoed in de duinen bij Wassenaar met hoogste duin van Zuid-Holland. Deze linkerzijrivier van de Vecht vormde vroeger de scheepvaartweg door Twente. Waterloop tussen Warmond en de plassen van de Kaag. Duidt een minder gewaardeerde windrichting aan. 35. indien, 39. als volgt (afk>. 40. zoals j de akten getuigen (lat.), 41. pers. vnw. (fr.), 42. spie, 44. voorzetsel. 45. lidwoord, j 46. onder het nodige voorbehoud (lat.), j 48. voorzetsel. 49. grondsoort, 50. tijdperk, j 52. plakmiddel, 54. vogel, 55. rivier in j Duitsland, 56. schrede, 57. meisjesnaam, 58. karakter, 59. familielid, 60. vernis, 62 godin, 64. opstootje, 66. onbep. vnw. Horizontaal: 1. ap, 3. op, 5. pa, 7. 11, 8. kaart, 9. loket, 11. emmen, 14. sla, 15. X'as, 16. ode, 17. vrij, 18. ere, 19. ski, 20. sen, 21, sop, 22. aap, 23. tas, 24. sla, 26. ore, 27. oog, 30. forto, 32. ranke, 34. greet, 35. ad, 36. tt, 37. no. 33. ri. Verticaal. 2. pool, 3. oke, 4. patrijspoort, 5. presen teren. 6. atm., 7. leed, 9. is, 10. kaviaar, 12. moesson, 13. ne, 24. af, 25. lord, 28. oker, 29. ge, 31. tgt, 33. ato. In sommige omstandigheden is het nodig, om een tegenspel-manoeuvre uit te voeren, die de tegenstander een verkeer de beslissing kan doen nemen. Zodra zich een dergelijk geval voordoet, móet men de vereiste speelwijze onder kennen en dienovereenkomstig handelen. Men zou kunnen zeggen, dat men een be hoorlijke technische kennis van de tactiek behoort te hebben. Hieronder volgt een geval, dat zicb een enkele maal pleegt voor te doen; zéér sterke spelers kennen deze figuur en zui len er geen moeilijkheden moe hebben. De minder sterken doen er goed aan, hier van eens kennis te nemen: A V 3 9V84 A 7 6 5 2 A H V H 7 6 4 H 2 O B 8 4 A 7 5 3 2 B 10 9 10 9 3 O V 10 9 10 8 6 8A2B 7 6 5 O H 3 4» A B 9 4 Het bieden ging als volgt (O WT boden niets): Zuid Noord li? 3 O 3 0? 4 SA 5 0? 5 SA 6 O 6 0? Met 4 SA vroeg Noord naar de azen, met 5 SA naar de heren. Het eindcontract. is zeker verantwoord, want er behoeft niet véél goed te zitten om 12 slagen te maken. West kwam met ♦-Boer uit en Zuid zag. dat hem niet veel anders overbleef dan te snijden met de vrouw; dit mis- Artvertentle Een of twee Kennies blussen die pijn dadelijk! Een kwestie van een of twee minuten. Houdt altijd een paar Kennies by de hand. Ze ziin stuk voor stuk hygiënisch vemakt en water of wat ook komt er niet aan te pas. Gewoon laten smelten op de tong enze ziin nog smakelijk ook het niet onmogelijk, dat Zuid gaat denken, dat West Harten 10 en 9 sec heeft. Zuid gaat dan misschien als volgt verder spe len: eerst de blinde aan slag brengen (b.v. met Klaver) en dan Hartenvrouw naspelen. Zoals de kaarten hggen, zal Zuid nu down gaan, want West zal de Harten 10 maken Men merke echter op, dat Zuid het goed zou doen als West inderdaód oorspronke lukte, zodat Zuid in troef niets meer ver-lijk Harten 10 en 9 sec had en Oost de liezen mocht. In de tweede slag speelde Oost Schoppen na, waardoor Noord met Schoppenaas aan slag kwam. Van Noord uit werd in slag 3 de Har ten 4 nagespeeld. Oost de Harten 2, Zuid Hartenheer. 3 en 2 Met dit tegenspel stelt West dus de Zuidspeler voor een tweede kans en be sluit Zuid de verkeerde te nemen, dan gaat hij down. Zou West niet zo tegen- de Hartenboer. Óp dit moment moet West spelen, dan valt het wellicht niemand op 1 Jt,\/i '1 1 i_ 11 c_:i f.i hnnft döm o a it t de bovengenoemde tactische wending toe passen door de harten 9 bij te spelen. Doet hij dat niet. dan blijft Zuid niets anders over dan Hartenaas te spelen, hopende dal de Hartenheer za] vallei). Daar dit gebeurt, wint Zuid het contract gemakkelijk. Gooit West echter de Harten 9, dan is dat hij feitelijk een fout heeft gemaakt; want het niet kennen van de juiste tac- O c5 Daartoe in de gelegenheid gesteld door 1 zweefvliegtuigen - °Dnr|sta°t^!7gwe!fI uenheifiiArPöPiinff van over- I trainers en 1-persoons prestatie zweei een verhoogde subsidieregeling van over heidswege zal de K.N.V V.L., mede ten behoeve van de werving en voorselectie van civiele en militaire aspirant-vliegers, haar zweefvliegopleidingen in de komende laren een belangrijke uitbreiding geven. tische manoeuvres rekenen veie spelers Te dien einde zal zowel voor het K. 5F V. V L. zweefvliegcentrum Teriet als zichzelve niet als een tekortkoming aan Dat dit natuurlijk wei zo is, staat vast; tenminste als men zichzelf aan dc hoogste critische eisen onderwerpen wil. M1M1R. voor de bij de K. N. V. V. L. aangesloten zweef vliegclubs, een aantal nieuwe zweef vliegtuigen moeten worden aangeschaft. Het betreft hier 2-persoons opleidings- en i-persoons vliegtuigen. Er is nog in genen dele beslist, waai de orders voor deze toestellen geplaatst zul len worden, ai wordt vooropgesteld, dat de K.N.V.V.L. hier in de eerste plaats de nationale industrie een kans wil geven. Zoals wij reeds in het kort berichtten hoopt de Boskoopse fabriek van Mulders Rollend Matei iaal en Landbouwwerktui gen deze orders tot zich te trekken. Naast vliegtuigen is behoefte aan een stig uit Neder land, aantal lieren en aan hangars. Over de uit voering van het schema, dat in verband met de uitbreiding is opgesteld, is nog intern overleg gaande. Van dit overleg hangt het af hoeveel zweefvliegtuigen dit jaar en de volgende jaren kunnen worden aangeschaft. Het onderzoek inzake de onlangs ontdekte fraude van cokes bij het ge meentelijk gasbedrijf te Groningen is thans geëindigd. Zevenentwintig perso neelsleden zijn betrokken bij de op grote schaal gepleegde verduistering van cokes waarbij duizenden mudden gestolen zijn. Proces verbaal is opgemaakt tegen oo brandstofhandelaren, die ongeveer veertig firma's vertegenwoordigen. Zij nebben allen geprofiteerd van het sedert 1948 gegeven overwicht van 10 tot Ij pet op leveranties van cokes. De toegift werd later verrekend. Deze omvangrijke zaak zal binnenkort voor de Groningse recht bank behandeld worden. De 16-jarige j. van T. uit Hilversum is Donderdag het slachtoffer geworden van een dodelijk ongeval. Hij fietste met twee vrienden door de Hendrik de Keyserlaan, tóen zijn stuur in dat van de fiets van zijn vriend verward geraakte. De jongen kwam te vallen, juist op het moment dat een zeswielige vrachtwagen passeerde. De wielen van de auto gingen over de borst van de jongen, die spoedig na het ongeval overleed. In de eerste „vesting van God" die Zon dag .10 Januari te Bebra werd ingezegend, zijn thans drie zusters aangekomen, die de paters Capucijnen bij hun arbeid in de gezinnen behulpzaam zullen zijn. Zij be horen tot de Congregatie van de Dochters van het H. Kruis en zijn gehuisvest in een eigen zusterhuis. Zoals men weet is het merendeel van de paters van het klooster te Bebra, dat staat onder de Westfaalse provincie der paters Capucijnen, afkom- 1. „Ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U". Wiens bekendste woorden? Waar staan ze? 2. Dispereert niet, ontsiet uw vijanden niet". Van wie is deze be roemde passage? Tot wie gericht? Wanneer? 3. „Die staet. siet toe, dat hij met en vaiie". In welk boek? Bij welke tragische gelegenheid? 4! „Ghij rustte van uw trouwe plichten. Na 'et rusten van dien ouden stock". Wie was die „oude stock?" Van wie zijn deze regels? Waarin komen ze voor? 5. „Helvetiorum fidei ac virtuti". „Aan der Zwitsers trouw en dapper heid". Waar gebeiteld? Door wie? Ter herinnering aan welk feit? 6. „Het was God, die gaf; het was God. die nam: Gods' Naam zij ge loofd". In welk Boek? Door wie ge sproken? 7. „Eureka!" „Ik heb gevonden!" Wie riep dit uit? Waarom? Waar be vond hij zich? 8. „Urbi et orbi". „Aan stad en wereld". Welke stad".- 9. „Zijn of niet-zijn". Door wie gesproken? In welk drama? Van welke dichter? 10. „De profundis". Waar vinden we deze woorden als eerste woorden? „De roman der Vier Heemgkinders", „zijnde seer genoegeliik om fe leesen"; het vervaarlijke ros Beyaert; Coninck Karei endè Elegast; sp-oke van Floris en de Blanchefloer: die hystorie van Reynaert die Vos; van eene nonne die Beatrys hiet; de reis van Sint Bran- daen; het lied „Eens Meiens morgens vroege"; Wapene Martijn; der Naturen Bloeme; secretaris van Graaf Floris V: Melis Stoke; de zevenste Bliscap van Maria; Mariken van Nimwegen (Som migen zijn van oordeel, dat dit mira kelspel door Anna Bijns werd geschre ven); Lof der Zotheid; Anna Bijns.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 6