9 M~U ma
Onze dagelijkse PUZZLE
IffiERQflj
VD0R30I1G
KANG TSJA MALOENG
INOUO
De techniek van de tactiek
Opleiding van zweefvliegers
uitgebreid
«i m
iüi
y."A inpp
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
mtm WÉ*
Hans
•van
Berg:
13 Pil HP
x %m &wm sr*
m tri
Geschiedenis
Aardrijkskunde
Aardrijkskunde-
puzzle
BRIDGE-R UBRIEK
Regering verstrekte meer subsidie
"b
Wie - wat - waar
Letterkunde
ZATERDAG 16 JANUARI 1954
PAGINA 6
Een huismoeder schrijft toneeldat aan al
onze eisen voldoet
en
a
m
a
L«) 0
VIEREN MAAR"
V)
V)
21 Januari: Gelukzalige Alban Roë
Oplossingen
1.
X
X
3.
X
X
X
6-
X
X
8.
X
9.
X
Oplossing van gisteren
Brandende pijn -
vanuit de maag
tot hoog in Uw keel?
„COKES-SCHANDAAL" IN
GRONINGEN
Onderzoek beëindigd
FIETSSTUREN RAAKTEN
VERWARD
Jongen bij ongeluk gedood
DE VESTING VOOR GOD"
IN BERRA
r?
Oplossingen
CORRESPONDENTIE-ADRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
Het zal niet vaak voorkomen, dat een houd is levensecht. Wij kunnen in haar
huismoeder naar de pen grijpt om zich verhalen geloven. Wij behoeven onze
aan een toneelstuk te wagen. Mevrouw fantasie daarvoor geen geweld aan te
P. L van Prooyen—Bogaerts deed het 2 doen. Ze kunnen overal en dagelijks
jaar geleden ondanks haar overstelpende rondom ons heen gebeuren. Het is alle-
s_t;;ti:~iitl-" maal natuurlijk. Als wij in dezelfde om
standigheden zouden zijn geplaatst, zou
den wij net eender kunnen handelen,
precies hetzelfde kunnen reageren.
Wij kunnen geloven in het boeren-
deerntje uit „De nieuwe Veearts", dat
in de stad op de H.B.S. geweest en nu
wat vreemd en nuffig staat tegenover het
boerenwerk. En niet alleen tegenover het
boerenwerk maar ook tegenover de boe
renjongens. Op de H.B.S. in de groot
stad heeft zij heel andere ideeën opge
daan, zo heel andere manieren geleerd.
Wij kunnen ons zo goed indenken in
haar mentaliteit. Deze veranderde men
taliteit geeft natuurlijk conflicten met
haar omgeving. Vooral als zij onder de
bekoring van de fijne manieren van een
piepjonge veearts de bons geeft aan
een boerenjongen, aan wie zij reeds
eerder haar woord gegeven had.
Een heel begrijpelijke gang van zaken.
Een oermenselijk conflict. We kunnen t
gedrag van het boerendeerntje niet goed
keuren, maar we kunnen 't BEGRIJPEN.
Hier raken wij geloof ik wel het meest
typerende van onze schrijfster, namelijk
dat zij in haar conflicten op het toneel
EVEN BEGRIJPENDE mensen tegenover
elkaar zet, als wij toeschouwers en spe
lers zelf zijn!
Ik bedoel dit: WIJ begrijpen de ver
anderde mentaliteit van een dergelijk
huishoudelijke bezigheden. Haar poging
werd beloond door een onverwacht
enorm succes, zoals bijna nog geen stuk
beleefd heeft. In één seizoen werd haar
„DE NIEUWE VEEARTS" 383 maal op
gevoerd. En haar nieuwe spel „Deining
om de dorpsdokter", dat dit jaar uit
kwam, belooft een nóg groter succes te
worden.
Waarin schuilt het geheim van dit suc
ces? Zijn haar stukken dan zo geweldig?
Zulke openbaringen?
Ach welnee! Er verschijnen stukken
veel grootser van opzet, veel gecompli
ceerder en dieper van inhoud, veel bril-
lanter van stijl.
De stukken van mevrouw van Prooyen
zijn dóódsimpel. Maar deze simpelheid,
deze eenvoud doet het hem juist.
Onze eerste eis: EENVOUD.
Haar stukken gaan de krachten van
geen enkele vereniging te boven. De in
houd is ons nergens vreemd. Geen
zwaarwichtige problemen. Geen gefor
ceerde conflicten. Een eenvoudig decor.
Maar onmiddellijk naast de eenvoud
hebben wij onze eisen gesteld aan in
houd, opbouw, typering van de personen,
stijl en dialoogvorm.
Ook aan deze eisen voldoen haar stuk
ken. Haar stukken vertonen geen enkele
fout. Ze zijn oer- en oergezond. De in-
boerendeerntje, dat in de stad gestudeerd
heeft. Nu laten heel veel schrijvers zich
verleiden om in dergelijke gevallen te
genover zo'n meisje een totaal onbegrij
pende omgeving te plaatsen. Bijvoorbeeld
een vader, die zijn dochter met geen ge
weld wil begrijpen en haar na hevige
ruzie de deur wijst.
Dit zou natuurlijk prachtige laaiende
conflicten geven. Toneel, waar de stuk
ken van af vliegen. Maar.... deze stuk
ken zouden niet levensecht zijn. Want in
werkelijkheid staat 99"/o van de vaders
met begrip tegenover hun dochters.
WIJ begrijpen zo'n boerendeerntje.
Waarom een vader dan niet, die zijn
dochter door en door kent en haar met
liefde probeert te begrijpen?
Vele toneelschrijvers zien echter meer
heil in die éne procent kortzichtige
eigenzinnige liefdeloze vaders. Daar
kunnen zij meer toneel mee maken! Meer
vuurwerk! De tegenstellingen worden
veel schrijnender.
Mevrouw Van Prooyen bewandelt deze
weg niet. Zij plaatst in haar conflicten
begrijpende liefdevolle personen tegen
over elkaar. Zij beziet de realiteit m.et
het oog van een moeder. En ik geloof wel
dat dit het heel bijzondere geheim is van
haar succes.
Zij schroeft de conflicten niet op, zij
treedt de problemen niet met starre on
buigzaamheid en vooroordeel tegemoet,
maar steeds met liefdevol begrip.
Daarom stralen haar stukken een le
venswarmte uit, die ons allen goed doet.
Alle partijen krijgen bij haar hun volle
eerlijke kans. Daarom zijn haar stukken
van zulk eeri positieve strekkin.
In „DEINING OM DE DORPSDOK
TER" ondervinden wij het weer. De aan
genomen zoon van de dokter maakt als
student schulden. Maar hij vindt tegen
over zich een begrijpende vader, een be
grijpende zuster en begrijpend dienstper
soneel.
Geen zwakke toegevende vader, maar
een BEGRIJPENDE. Dit beurt de jongen
veel meer op, dan wanneer hij een vader
tegenover zich gevonden had, die hem,
zoals in alle stukken gebruikelijk, zijn
maandelijkse toelage onthouden had. Dan
had de student toch de kop in de wind
gegooid en nog veel meer schulden ge
maakt. Of. aan zijn studie de brui gege
ven met het bekende gevolg, dat hij de
verkeerde kant was opgegaan. Nu vindt
hij de moed om zich zelf te corrigeren.
Hij schaamt zich dood tegenover zijn be
grijpende vader en heel zijn omgeving
geeft hem de steun om er weer bovenop
te komen.
Een dergelijke inhoud geeft ons moed
om in onze eigen omstandigheden, in
onze eigen moeilijkheden net zo te han
delen.
Dit wat betreft de inhoud.
De opbouw en de persoonsuitbeeldin
gen zijn al even goed. Het zou te ver
voeren om hier nader op in te gaan. maar
ieder bedrijf voert naar een zekere cli
max en met belangstelling en spanning
zien wij de volgende bedrijven tegemoet.
De personen zijn zo naar het werke
lijke leven getekend, dat wij ze ieder
moment van de dag zouden kunnen ont
moeten.
Ook de stijl en de dialoogvorm voldoen
aan de eisen. Op een frisse guitige wijze
worden alle problemen behandeld. Er
wordt heel natuurlijk gesproken en de
dialoog is levendig, beweeglijk en
boeiend. Aan actie ontbreekt het zeker
niet.
Nogmaals: het zijn geen stukken, die
een geweldig kunstenaarschap verraden,
maar goede warme levensechte eenvou
dige stukken die een grote voldoening
geven.
Leest u ze eens, bespreekt u ze met
elkaar en toetst uw bevindingen aan de
mijne. Ik zou graag het resultaat ervan
horen en beloof aan uw bevindingen aan
dacht in mijn rubriek te wijden.
Beide stukken zijn verschenen bij
Vinks Uitg. Mij. te Alkmaar.
No. 1967. 16 Januari 1954
Redactie: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18 B. Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
VOOR DE LADDER-WEDSTRIJD
Ditmaal weer een viertal publicaties
van composities, welke speciaal voor deze
rubriek werden afgestaan. No. 2777 is van
de bekende problemist, de heer J. H. H.
Scheijen, die zich sedert de laatste jaren
ontwikkeld heeft tot een uitstekend com
ponist en dikwijls met weinig materiaal
verrassende effecten weet te bereiken; ook
in dit vraagstuk wordt dit door hem ge
demonstreerd. Het tweede is een fraai
meerslag-probleempje van onze trouwe
oplosser en medewerker, de heer Korpers-
hoek, die juist morgen zijn 69ste verjaardag
hoopt te vieren. Hij is dus zelfs nog enige
jaren ouder dan wij dachten en ondanks
zijn leeftijd is zijn scheppingsvermogen
niet verminderd. Een vitale heer, die wij
van harte feliciteren en nog vele geluk
kige en voorspoedige jaren toewensen. Het
derde vraagstuk is van de heer v. d. Boo
gaard en dit behoeft feitelijk geen verdere
toelichting. Ook zijn werk is altijd de
moeite van het oplossen en bestuderen
waard. De vierde compositie is echt een
„knots" van een probleem, een fantasie
stand met een verbluffende afwikkeling,
waarmede de heer Stuurman zijn con
structietalent opnieuw bevestigt.
De oplossingen van deze vier vraagstuk
ken worden gaarne ingewacht tot uiterlijk
27 Januari a.s. aan het boven deze rubriek
vermelde adres.
10. 47—41. is na deze inleiding, welke werd
aangegeven door 20x20 specialist dr K.
Venema, te Den Haag, de volgende stand
ontstaan, gecomponeerd door. uw dam-
redacteur.
No. 2777
J. H. H. SCHEIJEN.
Kerkrade
No. 2778
S. KORPERSHOEK
Vlaardingen
Stand: Zw. 5, 16,
19 23, 26, 29, 35, 44.
Wit: 20, 27, 34, 36,
39, 45, 46, 50. Wit
speelt en wint.
No. 2779
J.v. d. BOOGAARD
Nuland
Stand: Zw. 13, 17,
18 19, 22, 25, 27, 35.
Wit: 24, 29, 34. 36,
38, 39, 42, 43, 44. Wit
speelt en wint.
No. 2780
A. STUURMAN,
Schiedam
Stand: Zw. 2—9, 12—20, 21, 23, 24.
Wit: 25—27, 30, 32, 33, 35—44, 46, 48—50.
Men zou nu denken een zuivere „20x20"
te zien, maar dit is niet geheel juist. De
thans mogelijke combinatie is slechts uit
voerbaar in een stand van 19x19. Deze
ontstaat als zwart eerst één om één afruilt
met 24—29. 11. 33x24 en 20x29. Thans is er
een foutzet voor wit mogelijk, namelijk
39—33? Zwart kan dan op een interessante
wijze de winst afdwingen van een schijf
door direct het tempo 410 te benutten.
Er volgt dan verder 11. 33x24, 1420;
12. 25x14. 9x29. dreigt 29—34, zodat 13.
4034 gedw. is, 29x40; 14. 50—45 gedw.,
10—14! (Men lette eens op 't merkwaardige
oprukken van de zwarte schijven op de
lange lijn). 15. 45x34, 23—28! 16. 32x23,
18x40; 17. 44—39 weer gedw., 21x32; 18
35x44 opnieuw gedw., 510!! 19. Thans
moet wit zijn vijfde dwangzet spelen, nl
38x27 die de langste v°rdediging biedt,
17—2iü. 20. 26x17, 12x32. 21. 37x28, 19—23!
(dank zij de „steunstaart", welke zwart op
zijn lange lijn heeft geformeerd). 22. 28x19
13x35 en zwart heeft een schijf gewonnen.
Een voorbeeld van een openings-combi-
natie, welke onmogelijk van uit een aan-
vangsstand met 20 tegen 20 schijven is te
construeren. Een ander voorbeeld was
vraagstuk no. 2766, waarvan in de volgen
de rubriek de oplossing zal worden gepu
bliceerd.
CORRESPONDENTIE
Heren H. K„ M. U. en U. S. te Den
Bosch. In 2762 volgt na 20 (25), 33 (24).
41 (47), 40 (29) en 5 w.
Hr O. P. te R'dam. Welkom bij de deel
nemers. Stand van vraagstuk no. 2776 is
correct. Nog maar eens analyseren, dat is
U wel toevertrouwd.
Hr A. S., te Schiedam. Ik ben door Uw
voorraad heen. Gaarne nieuwe collectie!
O O
2 Mi
0. i-
0
O. .01
O
0
O
O
Zaterdag 16 Januari 1954.
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St Bernardus, Sassenheim).
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
No. 7093 achten we geen moeilijk pro
bleem dat niet door een overbevolking
wordt ontsierd en daardoor sommige le
zers niet zal afschrikken. Pion f7 speelt
hierin een belangrijke rol.
No. 7094 is een eenvoudige opgave.
Meer inhoud bezit no. 7095, maar dat
moet ook wel, waarom zou het anders op
een eerste prijs kunnen bogen.
No. 7095. Z. Vakhlakov. Ie prijs Oeral.
1951. Mat in twee zetten.
Wit: Kh8, Dfl, Ta2—f8. Rc4—e7, Pel—
g7; b4, d7, g3.
Zwart: Ke3, Dal, Tc7dl, Rc6g5, Pc3
d2; f4.
Oplossingen over drie weken vóór
Woensdag 3 Februari.
No. 7086. A. P. Eerkes. Opl. 1. Pf6d5
dreiging 2. Pc8 ad lib.
No. 7087. Dr E. Palkoska. Opl. 1. Pc4
dreiging, 2. Pe3:t en 3. Rf5tt. 1Kc4:
2. Re6t, I<d3 3. Pf2ft. 1Re4: 2. Pe3:tt.
1bc4: 2. Dg5t, Ke4: 3. Df5tt.
Deze opgave is een jammerlijke mis
lukking gebleken. Het telt liefst drie ne
venoplossingen, geen wonder dat er zo
velen' een matvoering konden vinden.
1. Dg4 en 1. Dh3 hebben beide hetzelfde
effect. Er dreigt 2. Re6t en 3. Df5tt, of
omgekeerd 2. Df5 en 3. Re6ft. Verder
kan als eerste zet gespeeld worden Pe5—
g4. Het verloop is dan vrijwel gelijk als
in de auteursoplossing. De eenvoudigste
correctie lijkt ons door bijplaatsing van
een witte pion op h3 en een zwarte op h5,
de auteursoplossing verliest daardoor
niets van haar waarde.
Deze drie problemen werden opgelost
door: A. Bergstein, Geleen; 'mr dr R.
Bromberg, Roermond; J. Dickhaut, Nijme-
I gen; mr P. C. Goossen, Nijmegen; past.
P. v. d. Heijden, Budel Schoot; dr R. J.
F. Nivard, Nijmegen; M. E. Nordlohne,
Leiden: J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d.
Weide, Rotterdam.
No 7086 door H. Th. v. Goor, Voorburg.
W. H. Haring, Schipluiden; J. F. Pilgram,
Rotterdam; F. J. F. Vismans, Rotterdam.
CORRESPONDENTIE.
v. G. te V. Uw opmerking over no. 7085
is ons onbegrijpelijk. Welk stuk van wit
pent pion e3? Daar dit niet zo is volgt Op
1. Dd2t, e3—d2
T. J. te R. U kunt volstaan met het aan
geven van de eerste zet; verdere uitvoe
ring is onnodig. Dit geldt vooral bij twee-
zetten. Voor driezetten kan het wel goed
zijn iets uitgebreider te wezen, vooral voor
beginners.
No. 7093
A. P. EERKES, Wildervank
Eerste plaatsing. Mat in drie zetten.
No. 7094.
J. VAN DIJK, De Lier.
Eerste plaatsing. Mat in twee
zetten.
O a Visser:
Stand: Zw. 5. 7,
8, 18, 21, 22, 28, 35,
D 27, D. 46, D. 49.
Wit: 10. 14. 19, 24,
25, 29, 38, 40, 42, 43,
44, 45. 48, 50. D. 39.
Wit speelt en wint
Stand: Zw. 8, 13,
14, 19, 22, 23, 25, 26,
27, 32. 36, 45.
Wit: 30 31, 33—35,
40, 41, 44, 46, 47, 49,
50. Wit sp. en wint.
Het eindspel dient
uitgewerkt te wor
den ingezonden.
MYSTERIES DER OPENINGS
COMBINATIES
Wanneer men voor wit en zwart alle
schijven op het bord plaatst en dan als
volgt speelt' Wit 1. 3430, 1822; 2. 3025,
12—18, 3. 40—34, 7—12; 4. 34—30, 1—7;
5. 45-40, 17—21; 6. 31—26. 11—17; 7. 37—31.
20—24; 8. 31—27, 15—20; 9. 41—37, 10—15;
film over de Nederlandse trawlvis-
ij, die de cineast Herman van der Horst
opdracht van het Bedrijfschap voor
■■serijproducten maakt, zal, naar wij ver-
Horizontaal: scheel, 28. kleur, 29. titel, 30. duur van j nemen, tot titel dragen: „Vieren maar!".
1. deel v. e. schip, 3. meubelstuk, 5. zeer eb en vloed, 31. verlaagde toon, 34. vogel,
brandbaar koord, 7. nieuwe wereldtaal, 9. j| - on
bid (Lat.), 11. onmeetbaar getal, 13. be
taalmiddel, 15. gebogen, 16. maanstand, 17.
onbehaard, 19. soort vermaak, 21. deel v.
e. jas, 23. zout water, 27. geneesmiddel, 28
gebaar 32. niet door twee deelbaar, 33
reptiel," 35. lichaamsdeel, 36. lekkernij, 37.
bar, 38. ongedierte, 39. voorzetsel (Eng),
41. meisjesnaam, 43. sportterm, 45. titel,
47. plaats in Nederland, 49. voorzet
sel, 51. kleurling, 53. platte steen,
54. soort handvat, 57. vreselijk on
geval, 60. zangnoot,61. jongensnaam,
63. zangstuk, 65. maanstand, 67, Europe
aan, 68. aangezien, 69. rei, 70. deel v- h.
been, 71. Europeaan.
Verticaal
1. vlug, 2. pl. in O.-Europa, 3. speel
goed, 4. vod, 5. verlichtingsartikel, 6
deel v. e. boom, 8. vallei, 10. rijdier. 12.
pers. vnw., 14. kleine plaats, 15. onbe
groeid, 16. stofmaat, 18. zeevogel, 20. ver
langen. 22. houding, 23. rivier in Italië,
24. voegwoord, 25. getij, 26. lichtelijk
Uit dagbladpers, boek en film berinneren de meesten zich wel de stout
moedige onderneming van Hillary, Tensing, Hunt e.a. naar bet dak
der wereld, de Mount Everest, ongeveer 8850 M. boven de zeespiegel.
Hillary en de „sherpa" Tensing plantten een met vlaggen versierde
„ijspic'kel" (houweel) op zijn grimmige top.
Het spreekt vanzelf, dat de gehele
expeditie tot in de allerkleinste punt
jes werd voorbereid; aan toevallige
omstandigheden mocht men weinig of
niets overlaten Een gewichtig onder
deel nu ijan expedities naar de Mount
Everest vormde gewoonlijk: de vereis
te toestemming van Zijne Heiligheid de
Dalai' Lama.
„Heiligheid" „Dalai Lama" deze
woorden vergen enige nadere toelich
ting. Wanneer we de natuurkundige
kaart van Azië opslaan, dan zien we
gemakkelijk, dat de „berg-der-bergen"
en de Himalaja-keten (feitelijk krijgt
de eerste a de klemtoon) enigermate
tegen Tibet aanliggen. Tibet is, om het
zo eens uit te drukken (mogelijk: was,
de communisten zitten er thans) een
kerkelijke Staat, die zich uitstrekt over
het grootste hoogland ter wereld, 4—
5000 m. boven zee. Welnu, dit Rijk
staat (stond) Onder heerschappij van
„Zijne Heiligheid de Dalai Lama". Wij
gebruiken het woord „heilighier in
oneigenlijke zin, en niet wegens de
persoonlijke heiligheid van de „Grote
Verheven Leraar", ofschoon ons van
hem niets ten nadele bekend is.
Deze „Aanwezigheid", „de Bescher
mer", „de Geheimste", (titels van de
Dalaï Lama) verleende een algemene
toestemming om, moest het zijn, ook
over zijn grondgebied, naar de Everest
te trekken. Ch. Bell immers bericht in
zijn boeiende studie: „Portret van de
Dalaï Lama", dat op de „reispas"
stond: „Naar het Zuidelijk land waar
voor de vogels wordt gezorgd".
De naam: „Everest" kenden de Dalaï
Lama en zijn raadgevers niet. Wel de
heilige, hoogste top „in het Zuidelijk
land waar voor de vogels wordt ge
zorgd" („Lho tsja ma loeng") en die
allerhoogste berg noemden ze: „Kang
Tsja Maloeng".
Éen „kang" is een „sneeuwberg".
We krijgen dus: „De Sneeuwberg in
het land waar voor de vogels wordt
gezorgd" populair gezegd: de Mount
Everest!
Om deze ietwat eigenaardige bena
ming te verklaren, moeten we eeuwen
teruggaan in de Tibetaanse geschiede
nis. Toen, in die goeie, ouwe tijd,
heerste er welvaart binnen heel het
Rijk. Niemand kwam voor aalmoezen
in aanmerking. Om nu toch de liefda
digheid te beoefenen werden op
's Rijks kosten, de vogels gevoerd.
Ch. Bell vestigt nog de aandacht op
het volgende: „Tibet, de oude vijand,
stond toe wat Nepal, de standvastige
bondgenoot, niet wou toestaan.
Volgens het geloof der Tibetanen is
de „Dalaï Lama" (een „lama" is niet
elke priester, maar een zeer hoge pries
ter) niemand minder dande Plaats
bekleder van God? Neen: God-in-het-
vlees-verschenen! Heerser over dit
leven. Optiller in het hiernamaals. Een
„incarnatie" (vleeswording) van de
God-der-Barmhartigheid: Tsjen-re-zi,
beschermer van Tibet; stichter van het
Tibetaanse ras. Hij is alwetend, al
machtig, en onsterfelijk; sterven
„naar het Eervolle Veld vertrekken
doet hij alleen maar als hij er zin in
heeft. Dan „verhuist" zijn ziel, enkele
maanden na de dood, in het lichaam
van een kleine jongen.
Waarzeggers, orakels, geleerden,
geven te kennen, waar die jongen zo
ongeveer ter wereld komt. In plechtige
stoet, trekt men die kant uit. Voldoet
een kind aan bepaalde kentekenen,
heeft het bijv. een afdruksel als van
een zeeschelp in zijn hand, dan is men
vrijwel zeker, dat de „incarnatie" ont
dekt is. Zekerheid, die des te stelliger
wordt, naarmate dat kind gewijde za
ken tussen andere weet aan te wijzen,
die de gestorven Leraar gebruikte, bijv.
zijn rozenkrans.
Charles Bell verhaalt, dat de dertien
de incarnatie van Tsjen-re-zi een boe
renjongetje was, aan wie nu eensklaps
heel Tibet toeviel; de ouders ontvin
gen brieven van adeldom.
We zitten hier midden in het geloof
der „zielsverhuizing" een zeer oud
geloof: bij het sterven laat de ziel het
lichaam als een gewaad achter en
keert dan bij een andere mens, of dier,
in. Men kan waarderen, dat de kern
van dit geloof enigermate naar de on
sterfelijkheid der ziel heenwijst, maar
moet toch vaststellen, dat eenzelfde
ziel niet meer lichamen achtereen
kan „bezielen", omdat nu eenmaal tus
sen ziel en lichaam een natuurlijke
eenheid bestaat. Van een menselijke
ziel in het lijf van een redeloos dier
kA evenmin sprake zijn: de ziel ver
mag slechts in te werken op het eigen
lichaam, dat zij „bezielt".
De Dalaï Lama heeft een ambtgenoot
in de Pantsjen-Lama. De eerste be
woont een geweldig paleis te Lhasa,
mioN
„Potala"; de laatste heeft zijn zetel in
het ontzagwekkende kloostercomplex
van Tasji Lhunpo. Beide steunpilaren
van Tibet leefden soms in onmin met
elkaar. De Pantsjen bemoeide zich
meer met geestelijke de Dalaï met
tijdelijke aangelegenheden.
Ook de Pantsjen Lama, „Alwetende",
is een vleesgeworden God, maar hij
schijnt toch niet geheel het aanzien te
genieten van zijn ambtgenoot in „De
Piek", gelijk het Potala-paleis wel
wordt genoemd.
Een derde, allerhoogste incarnatie is:
een vrouw, een kloosteroverste over
monniken: een abdis. Het heet, dat
zij zichzelve en haar onderhorigen in
varkens kan veranderen. Zij draagt de
minder welluidende naam van:
„Vrouwtjeszwijn".
In 1940 beklom de veertiende Dalaï
Lama de troon, anderhalf jaar nadat
zijn voorganger naar het Eervolle Veld
was vertrokken (gestorven). Charles
Bell schrijft over de troonsbestijging't
volgende:
„Iedereen bemerkte de kalme waar
digheid van de jonge Dalaï Lama, die
nu vier en een half jaar oud'was. Ter
wijl hij zijn volle aandacht schonk aan
de ceremonie werd hij geen enkele
maal zenuwachtig en scheen telkens de
juiste handeling te doen op een vol
maakt natuurlijke wijze. De ceremonie
der ten-troon-verheffing werd ver
scheidene malen herhaald. Allen erken
den de jongen als de ware Reïncar
natie. In geheel Tibet was er vreugde
betoon. Het gevoel van verweesdheid
was verdwenen. De Grote Dertiende
was tot zichzelf teruggekomen". (Char
les Bell. Dalaï Lama. Wereldbiblio
theek).
De vijftiende December 1929
werd „op Gezag van Paus Pius XI"
een lijst van honderd zes en dertig
Engelse Martelaren gepubliceerd;
één hunner was de Benedictijn
Alban Roë.
Alban Roë was van huis uit pro
testant. Mij studeerde aan de be
roemde hogeschool van Cambridge.
Eens zocht hij een „papist" in de
gevangenis op, om hem van de
dwaling der katholieke leer te
overtuigen. De gevangene zette zijn
bezoeker schaakmat.
Roë bekeerde zich en trad in
een klooster der Benedictijnen.
In de maand April 1615 werd hij
priester gewijd. Bij een poging om
het H. Geloof onder de Engelsen
te Verbreiden, raakte hij eerst enige
tijd in de gevangenis; daarna voor
goed. De rechter veroordeelde hem
ter dood.
Met een andere priester hoog
bejaard, werd pater Alban letter
lijk naar het schavot „gesleept".
Daar richtte hij zich tot de rech-
ter"
„Mijnheer wanneer ik Uw
geloof omhels en lid word van
Uw kerk, zult Ge me dan vrijla
ten?".
„Zonder enige twijfel. Indien
niet, dan wil ik er met mijn hoofd
voor boeten".
Zich tot het publiek wendende,
sprak pater Alban nu: „Mensen, U
hoort dus. dat mijn enige mis
daad mijn H. Geloof is. Alleen aan
dat „hoogverraad" heb ik me schul
dig gemaakt".
Zelf bevestigde de Martelaar
de strop om zijn hals en kuste
hem. Velen konden hun tranen
nauwelijks bedwingen. Pater Al
ban hield de handen gevouwen
voor de borst: biddende ging zijn
sterke ziel de eeuwigheid in.
Claudius Civilis; 810—1010: Noor
mannen; graaf Willem II; der keerlen
God; Abdij van Egmond; Kabeljauwse
twisten; Jacoba van Beieren; Karei de
Stoute; Kaas- en Broodvolk; Grote
Pier, een Friese zeeschuitper; smeek
schrift der edelen; Adolf van Nassau
sneuvelde bij Heiligerlee (monument);
Lodewijk en Hendrik bij Mook; veer
man Jan P. Coppelstock; Wigbout Rip-
perda verdedigde Haarlem 1573.
Zevenbergen.
1. Z(uiden); 2. Eem; 3. haven; 4. Ka-
merik; 5. Molenbeek; 6. Maarsbergen;
7. Rotterdam; 8. Meersen; 9. Regge;
10. Nes; 11. N(oorden).
Op de negen kruisjes komt de naam
van een vaargeul in de Westerschelde.
Op de nummers 2—8 namen enz. ver
band houdend met de aardrijkskunde
Veel eeuwen geleden leefde er hier
ver vandaan een keizer', die Basiiius
heette. Hij was keizer over alle Rus
sen. Schonk hun goud en zilver en
dure stoffen, zodat de mensen zeiden:
„Zo een keizer hebben we nog nooit
gehad". Maar het mooiste cadeau
komt nog, sprak Basiiius. „Wat zou
dat wezen?", vroegen de mensen zich
af. Goud, zilver, prachtige stoffen
hadden ze al gekregen. Wat zou er nu
nog komen?
Er kwam een hoge priester
katholieke Kerk: een bisschop,
toonde hun het Evangelieboek.
Russen hadden nog nooit van
Boek gehoord. Was dat soms
Basiiius hun beloofd had? En moésten
ze nu hun heidens geloof laten varen
om katholiek te worden? Tot de bis
schop spraken ze:
„U laat ons een nieuw boek zien.
van Nederland.
2.
4-
a
der
Hij
De
dat
wat
Hoe kunnen we weten, dat het beter
is dan onze boeken? Geef ons een be
wijs. Dan zullen we het geloven".
De bisschop wist, dat men God niet
mag uitdagen. Maar terwille van het
heidense volk, bad hij: „Heer, ver
heerlijk Uw Naam jegens deze arme
mensen".
De Russen begonnen nu een oven
gloeiend heet te stoken. Een heidens
priester wierp er een van zijn boeken
in. Het verkoolde aanstonds. Toen
schoof de bisschop het Evangelieboek
in diezelfde oven. Het bleef heel. Het
werd niet zwart. Zelfs de randen ble
ven heel. Na uren: heel!
Toen de heidenen dit wonder zagen,
begrepen ze, dat God achter Zijn
Evangelie staat. Zij lieten zich de leer
der H. Kerk uitleggen. En werden in
menigten gedoopt.
Duidt een windrichting aan, die
meestal regen veroorzaakt.
Waterdiepte tussen twee zandban
ken of hoogten; de Dordse
Aldus wordt een bewoner onzer
minst-volkrijke provincie aange
duid.
Eiland, door Jan Willem Friso ge
kocht en bij de provincie Friesland
gevoegd.
Gemeente in Gelderland, aan de
Waal ten W. van Nijmegen, in het
Rijk van Nijmegen.
Groot landgoed in de duinen bij
Wassenaar met hoogste duin van
Zuid-Holland.
Deze linkerzijrivier van de Vecht
vormde vroeger de scheepvaartweg
door Twente.
Waterloop tussen Warmond en de
plassen van de Kaag.
Duidt een minder gewaardeerde
windrichting aan.
35. indien, 39. als volgt (afk>. 40. zoals j
de akten getuigen (lat.), 41. pers. vnw.
(fr.), 42. spie, 44. voorzetsel. 45. lidwoord, j
46. onder het nodige voorbehoud (lat.), j
48. voorzetsel. 49. grondsoort, 50. tijdperk, j
52. plakmiddel, 54. vogel, 55. rivier in j
Duitsland, 56. schrede, 57. meisjesnaam,
58. karakter, 59. familielid, 60. vernis, 62
godin, 64. opstootje, 66. onbep. vnw.
Horizontaal:
1. ap, 3. op, 5. pa, 7. 11, 8. kaart, 9. loket,
11. emmen, 14. sla, 15. X'as, 16. ode, 17. vrij,
18. ere, 19. ski, 20. sen, 21, sop, 22. aap,
23. tas, 24. sla, 26. ore, 27. oog, 30. forto,
32. ranke, 34. greet, 35. ad, 36. tt, 37. no.
33. ri.
Verticaal.
2. pool, 3. oke, 4. patrijspoort, 5. presen
teren. 6. atm., 7. leed, 9. is, 10. kaviaar,
12. moesson, 13. ne, 24. af, 25. lord, 28.
oker, 29. ge, 31. tgt, 33. ato.
In sommige omstandigheden is het nodig,
om een tegenspel-manoeuvre uit te
voeren, die de tegenstander een verkeer
de beslissing kan doen nemen.
Zodra zich een dergelijk geval voordoet,
móet men de vereiste speelwijze onder
kennen en dienovereenkomstig handelen.
Men zou kunnen zeggen, dat men een be
hoorlijke technische kennis van de tactiek
behoort te hebben.
Hieronder volgt een geval, dat zicb een
enkele maal pleegt voor te doen; zéér
sterke spelers kennen deze figuur en zui
len er geen moeilijkheden moe hebben.
De minder sterken doen er goed aan, hier
van eens kennis te nemen:
A V 3
9V84
A 7 6 5 2
A H V
H 7 6 4
H 2
O B 8 4
A 7 5 3 2
B 10 9
10 9 3
O
V 10 9
10 8 6
8A2B 7 6 5
O H 3
4» A B 9 4
Het bieden ging als volgt (O WT boden
niets):
Zuid Noord
li? 3 O
3 0? 4 SA
5 0? 5 SA
6 O 6 0?
Met 4 SA vroeg Noord naar de azen,
met 5 SA naar de heren. Het eindcontract.
is zeker verantwoord, want er behoeft niet
véél goed te zitten om 12 slagen te maken.
West kwam met ♦-Boer uit en Zuid
zag. dat hem niet veel anders overbleef
dan te snijden met de vrouw; dit mis-
Artvertentle
Een of twee Kennies blussen die pijn
dadelijk! Een kwestie van een of twee
minuten. Houdt altijd een paar Kennies by
de hand. Ze ziin stuk voor stuk hygiënisch
vemakt en water of wat ook komt er niet
aan te pas. Gewoon laten smelten op de
tong enze ziin nog smakelijk ook
het niet onmogelijk, dat Zuid gaat denken,
dat West Harten 10 en 9 sec heeft. Zuid
gaat dan misschien als volgt verder spe
len: eerst de blinde aan slag brengen
(b.v. met Klaver) en dan Hartenvrouw
naspelen. Zoals de kaarten hggen, zal
Zuid nu down gaan, want West zal de
Harten 10 maken
Men merke echter op, dat Zuid het goed
zou doen als West inderdaód oorspronke
lukte, zodat Zuid in troef niets meer ver-lijk Harten 10 en 9 sec had en Oost de
liezen mocht. In de tweede slag speelde
Oost Schoppen na, waardoor Noord met
Schoppenaas aan slag kwam.
Van Noord uit werd in slag 3 de Har
ten 4 nagespeeld. Oost de Harten 2, Zuid
Hartenheer. 3 en 2
Met dit tegenspel stelt West dus de
Zuidspeler voor een tweede kans en be
sluit Zuid de verkeerde te nemen, dan
gaat hij down. Zou West niet zo tegen-
de Hartenboer. Óp dit moment moet West spelen, dan valt het wellicht niemand op
1 Jt,\/i '1 1 i_ 11 c_:i f.i hnnft döm o a it t
de bovengenoemde tactische wending toe
passen door de harten 9 bij te spelen.
Doet hij dat niet. dan blijft Zuid niets
anders over dan Hartenaas te spelen,
hopende dal de Hartenheer za] vallei).
Daar dit gebeurt, wint Zuid het contract
gemakkelijk.
Gooit West echter de Harten 9, dan is
dat hij feitelijk een fout heeft gemaakt;
want het niet kennen van de juiste tac-
O c5
Daartoe in de gelegenheid gesteld door 1 zweefvliegtuigen - °Dnr|sta°t^!7gwe!fI
uenheifiiArPöPiinff van over- I trainers en 1-persoons prestatie zweei
een verhoogde subsidieregeling van over
heidswege zal de K.N.V V.L., mede ten
behoeve van de werving en voorselectie
van civiele en militaire aspirant-vliegers,
haar zweefvliegopleidingen in de komende
laren een belangrijke uitbreiding geven.
tische manoeuvres rekenen veie spelers Te dien einde zal zowel voor het K. 5F
V. V L. zweefvliegcentrum Teriet als
zichzelve niet als een tekortkoming aan
Dat dit natuurlijk wei zo is, staat vast;
tenminste als men zichzelf aan dc hoogste
critische eisen onderwerpen wil.
M1M1R.
voor de bij de K. N. V. V. L. aangesloten
zweef vliegclubs, een aantal nieuwe zweef
vliegtuigen moeten worden aangeschaft.
Het betreft hier 2-persoons opleidings-
en i-persoons
vliegtuigen.
Er is nog in genen dele beslist, waai de
orders voor deze toestellen geplaatst zul
len worden, ai wordt vooropgesteld, dat
de K.N.V.V.L. hier in de eerste plaats de
nationale industrie een kans wil geven.
Zoals wij reeds in het kort berichtten
hoopt de Boskoopse fabriek van Mulders
Rollend Matei iaal en Landbouwwerktui
gen deze orders tot zich te trekken.
Naast vliegtuigen is behoefte aan een stig uit Neder land,
aantal lieren en aan hangars. Over de uit
voering van het schema, dat in verband
met de uitbreiding is opgesteld, is nog
intern overleg gaande. Van dit overleg
hangt het af hoeveel zweefvliegtuigen dit
jaar en de volgende jaren kunnen worden
aangeschaft.
Het onderzoek inzake de onlangs
ontdekte fraude van cokes bij het ge
meentelijk gasbedrijf te Groningen is
thans geëindigd. Zevenentwintig perso
neelsleden zijn betrokken bij de op grote
schaal gepleegde verduistering van cokes
waarbij duizenden mudden gestolen zijn.
Proces verbaal is opgemaakt tegen oo
brandstofhandelaren, die ongeveer veertig
firma's vertegenwoordigen. Zij nebben
allen geprofiteerd van het sedert 1948
gegeven overwicht van 10 tot Ij pet op
leveranties van cokes. De toegift werd
later verrekend. Deze omvangrijke zaak
zal binnenkort voor de Groningse recht
bank behandeld worden.
De 16-jarige j. van T. uit Hilversum is
Donderdag het slachtoffer geworden van
een dodelijk ongeval. Hij fietste met twee
vrienden door de Hendrik de Keyserlaan,
tóen zijn stuur in dat van de fiets van
zijn vriend verward geraakte. De jongen
kwam te vallen, juist op het moment dat
een zeswielige vrachtwagen passeerde.
De wielen van de auto gingen over de
borst van de jongen, die spoedig na het
ongeval overleed.
In de eerste „vesting van God" die Zon
dag .10 Januari te Bebra werd ingezegend,
zijn thans drie zusters aangekomen, die
de paters Capucijnen bij hun arbeid in de
gezinnen behulpzaam zullen zijn. Zij be
horen tot de Congregatie van de Dochters
van het H. Kruis en zijn gehuisvest in een
eigen zusterhuis. Zoals men weet is het
merendeel van de paters van het klooster
te Bebra, dat staat onder de Westfaalse
provincie der paters Capucijnen, afkom-
1. „Ons hart is onrustig, totdat het
rust vindt in U". Wiens bekendste
woorden? Waar staan ze?
2. Dispereert niet, ontsiet uw
vijanden niet". Van wie is deze be
roemde passage? Tot wie gericht?
Wanneer?
3. „Die staet. siet toe, dat hij met
en vaiie". In welk boek? Bij welke
tragische gelegenheid?
4! „Ghij rustte van uw trouwe
plichten. Na 'et rusten van dien ouden
stock". Wie was die „oude stock?"
Van wie zijn deze regels? Waarin
komen ze voor?
5. „Helvetiorum fidei ac virtuti".
„Aan der Zwitsers trouw en dapper
heid". Waar gebeiteld? Door wie? Ter
herinnering aan welk feit?
6. „Het was God, die gaf; het was
God. die nam: Gods' Naam zij ge
loofd". In welk Boek? Door wie ge
sproken?
7. „Eureka!" „Ik heb gevonden!"
Wie riep dit uit? Waarom? Waar be
vond hij zich?
8. „Urbi et orbi". „Aan stad en
wereld". Welke stad".-
9. „Zijn of niet-zijn". Door wie
gesproken? In welk drama? Van
welke dichter?
10. „De profundis". Waar vinden
we deze woorden als eerste woorden?
„De roman der Vier Heemgkinders",
„zijnde seer genoegeliik om fe leesen";
het vervaarlijke ros Beyaert; Coninck
Karei endè Elegast; sp-oke van Floris
en de Blanchefloer: die hystorie van
Reynaert die Vos; van eene nonne die
Beatrys hiet; de reis van Sint Bran-
daen; het lied „Eens Meiens morgens
vroege"; Wapene Martijn; der Naturen
Bloeme; secretaris van Graaf Floris V:
Melis Stoke; de zevenste Bliscap van
Maria; Mariken van Nimwegen (Som
migen zijn van oordeel, dat dit mira
kelspel door Anna Bijns werd geschre
ven); Lof der Zotheid; Anna Bijns.