Z
mmm
m&m
in m
«v«w
Slordigheden der meesters
m mm
VODR OOtlG
BBEITOW
EATOt/O
Onze dagelijkse PUZZLE
r
f
r
De critiek in de krant
Maandag 16 Februari 1567
Filips Willem, Prins van Oranje,
vertrekt als balling naar Spanje
Het Loo
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
É«f lfptlÉ! X
Grootse viering van
Maria jaar in het Gooi
i H HlÉl
BRIDGE-R UB RIEK
PER HELICOPTER
Vorige vragen
beantwoord
Nieuwe vragen
ZATERDAG 13 FEBRUARI 1954
PAGINA 6
Hans van Bergen
Tentoonstelling en
openluchtspel
i m 9
mje
n w '0
a n worn
9 o 'O o
V<2 Urn
m m
mw m t
t m m -# m
m 1 m
n m am
m m
m m m m c
16 Februari: H. Onesimus, leerling van S. Paulus
1'
i</
tg
Oplossi
smg van gisteren
CORRESPONDENTIE-ADRES:
POSTBUS 8, HILVERSUM
De Pers mag niet ontbreken bij onze
voorstellingen. Een voorstelling zonder
de aanwezigheid van de Pers zou niet af
zijn Daarom, hoe klein een gehucht ook
Is, waar gespeeld wordt en hoe krap het
zaaltje, waarinde Pers krijgt 'n uit
nodiging. Maar o wee, als de Pers de
voorstelling durft kraken. Het zou de
eerste keer niet zijn, dat leden van een
vereniging en bloc hun abonnement op
een krant opzegden vanwege een minder
gunstige critiek. Men heeft de Pers niet
uitgenodigd om te kraken, maar om de
loftrompet tj steken, om de voortreffe
lijke eigenschappen van het gezelschap
algemene bekendheid te geven, om re
clame te maken voor eventuele volgende
voorstellingen en om een blijvend ge
drukt aandenken te hebben aan de schit
tering van de avond. Men beschouwt de
Pers eenvoudig als 'n fotograaf, die men
eveneens uitnodigt om de prachtige mo
menten van de voorstelling op de gevoe
lige plaat vast te leggen.
Maar dit is de taak van de Pers niet.
De Pers heeft tot taak, eerlijke voorlich
ting te gevën. En dat weet men ook wel,
maar men is van zijn eigen voortreffe
lijke kwaliteiten zo overtuigd, dat, wan
neer de Pers het tegendeel beweert, zij
er óf geen verstand van heeft óf het spe
lende gezelschap niet goedgezind is.
Nu valt het ook niet mee, wanneer men
zich uitgesloofd heeft, te moeten horen,
dat er meer fout was dan goed, vooral
wanneer dit onder ieders ogen in de
krant komt. Men voelt zich dan zo licht
ontgoocheld, van zijn voetstuk gestoten.
Alleen de groten van geest kunnen 'n
dergelijke critiek velen. Zij worden lie
ver van hun voetstuk gestoten, dan op
een wankel voetstuk te gloriëren. Zij zien
in het eerlijke wijzen op hun fouten niet
een neerhalen van hun capaciteiten. In
tegendeel, zijn zien er zelfs een zekere
waardering van hun capaciteiten in, om
dat de criticus anders niet de moeite
genomen had hun tekorten te bespreken.
En zij grijpen deze gelegenheid dankbaar
aan om zichzelf te corrigeren.
„Maar", zullen velen zeggen, „waarom
heeft die criticus, nu zijn mening over
ons zo ongunstig is uitgevallen, zijn cri
tiek dan niet voor zich gehouden? Waar
om moest hij deze bekend maken in de
krant? Hij had haar toch evengoed aan
oas persoonlijk kunnen zeggen, onder
vier ogen. Dan waren wij niet neerge
haald in de ogen van anderen en hadden
wij voor onszelf evenveel voordeel kun
nen hebben van zijn critiek?"
Maar nu vergeet U één ding en wel.,
dat de criticus zijn critiek niet alleen
voor U schrijft, maar ook voor het pu
bliek, dat Uw voorstelling gezien heeft
of nog kan gaan zien
Misschien heeft U een verschrikkelijke
draak gespeeld en heeft het publiek het
prachtig gevonden. Dan is het de taak
van de Pers het publiek hierop te wij
zen. De Pers dient het publiek voor te
gaan in goede smaak. Het publiek heeft
hier recht op.
En juist omdat het amateur-toneel van
zo'n grote betekenis is voor de volksont
wikkeling en volkscultuur, is het van zo
groot belang, dat de Pers Uw voorstel
lingen bijwoont, ook al zou zij niet uitge
nodigd zijn. Hier ligt 'n pracht-gelegen-
heid om het volk in de juiste richting
van waardering te leiden. Maar dan moe
ten de critieken ook deskundig zijn en
van een opbouwend karakter. Zij moe
ten meer een les inhouden dan een dorre
critiek. Het „waarom" moet duidelijk
worden aangegeven, zodat men het ook
gaat inzien. De criticus heeft hier nu
eenmaal niet met beroepstoneel te doen
en over het algemeen ook niet met een
hoog ontwikkeld publiek. De critiek
moet met redenen omkleed zijn, zodat
men er uit leren kan. Zowel de spelers
als het publiek moeten hun voordeel met
de critiek kunnen doen.
Mag ik U even een goede raad geven?
Uit ondervinding weet ik, dat de meeste
critici er een eer in stellen als Uw advi
seur te mogen optreden. De criticus is
uit de aard van zijn beroep al Uw ad
viseur, juist door zijn critiek. Maar als
U zijn raad, zijn critiek, pas vraagt bij
Uw voorstelling, kan het voor DEZE
voorstelling wel eens te laat zijn, hoe
wel U er dan natuurlijk altijd Uw voor
deel mee kan doen voor volgende voor
stellingen.
Maar vraagt U gerust zijn critiek reeds
eerder. Vraagt U zijn mening eens aan
gaande het stuk, waarop U Uw keuze
hebt laten vallen. En als U wat meer ge
vorderd bent met Uw repetities, nodigt
U hem dan ook eens uit een repetitie bij
te wonen. Ik weet zeker, dat velen van
hen hiertoe, ondanks hun drukke werk
zaamheden, gaarne bereid zijn. Zij dra
gen het amateurtoneel een warm hart
toe, juist omdat zij zo overtuigd zijn van
de grote invloed van het amateurtoneel.
Van deze eerdere raad, eerdere critiek,
kunt U heel veel profijt hebben. En kunt
U Uw criticus hiertoe niet bereid vin
den, omdat hij misschien toch al iedere
avond bezet is, probeert U dan een an
dere buitenstaander als Uw adviseur
aan Uw gezelschap te verbinden. Iemand,
van wie U weet, dat hij ter zake kun
dig is en over een gezonde, goede smaak
beschikt. Het is altijd goed een buiten
staander als adviseur te hebben. De cri
ticus, de man van de krant, blijft hier
echter wel de meest geschikte persoon
voor, juist om zijn jarenlange ervaring
en om het feit, dat hij gewend is alles
zeer crltisch te bezien en te ontleden. En
op deze manier ontstaat er ook een aan
gename en vruchtbare samenwerking
tussen U en Uw criticus.
(Van onze correspondent.)
In het Gooi zal het Maria jaar op luis
terrijke wijze worden gevierd. Er is een
uitgebreid comité gevormd, dat de plan
nen uitwerkt en thans zijn verschillende
plannen al definitief.
Er zal een Mariaweek worden gehou
den, welke wordt ingezet met een grote
avond in de St Vituskerk te Bussum,
welke een litterair-muzikaal karakter zal
dragen. Met toestemming van de aarts
bisschop-coadjutor zal in deze kerk een
koor met orkest en solisten mogen zin
gen en o.m. zal het beroemde Magnificat
van Bach voor 5-stemmig koor, solisten,
orgel en orkest worden uitgevoerd.
Gabriël Smit zal een causerie houden
Maria in de literatuur en tevens zal hij
declameren. Het koor wordt gevormd
door zangers uit verschillende parochies
van het Gooi.
Deze avond zal plaats vinden op Dins
dag 25 Mei. De volgende dag wordt een
tentoonstelling geopend in Concordia,
welke bestaat uit voorwerpen van kunst
en kunstnijverheid op Maria betrekking
hebbende. Deze expositie, welke tot en
met de tweede Pinksterdag duurt, staat
onder leiding van dr D. Bouvie, conser
vator van het aartsbisschoppelijk
Museum en de aartsbisschop-coadjutor
heeft toegezegd, haar, indien enigszins
mogelijk, te zullen openen.
Mgr dr A. C. Ramselaar, president van
het klein-seminarie te Apeldoorn zal een
Inleiding houden over „Maria in de
kunst".
Op deze expositie zal een afdeling zijn
van tekeningen en aquarellen door de
jeugd onder auspiciën van onderwijs
krachten vervaardigd en een afdeling
voorwerpen op Maria betrekking heb
bende door volwassenen uit de parochies
vervaardigd, bestaande uit schilderwerk,
beeldhouwwerk, boetseer-, borduur- en
weefwerk. Een jury zal de beste inzen
dingen bekronen.
Op Hemelvaartsdag zal er 's morgens
in alle vroegte een stille omgang naar de
verschillende parochiekerken zijn en
's avonds zal in het Openluchttheater in
het Bos van Bredius te Naarden een
openluchtspel van Henri Ghéon worden
opgevoerd: „Bernadette" onder leiding
van Anton Sweers.
.•a ids mms
No. 1971. 13 Februari 1954.
Redactie: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18B, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
OPLOSSINGEN
No 2768- (v. D.) Stand was: Zw. 1. 3, 7,
9, 13—15, 17, 20, 24. Wit 25, 27, 32, 34, 35,
38, 39, 41, 43, 44. Het antwoord van de
auteur is bevestigend. Wit kan de wins'
van een schijf of van de partij afdwingen.
De hoofdvariant is: 1. 3430, 2429,
gedw., (op 13—19 volgt direct 32—28 enz.)
2. 32—28, 29—34 A, B, C, D. E. 3. 39—33
34—40 gedw. 4. 33—29 40X49. 5. 38—32,
49X29. 6. 30X8!, 3 X12. 7. 27—22!! wint,
want op 17—21 of 7—11 volgt nu 22—18
enz- Op E. zw. 2. (18). 3. 40! en tegen de
dreiging 30—24 is geen weerlegging meer.
Ook zou winnen 3. 24 (34). 4. 30 (29) en 5. 37
enz. Op Zw. D. 12, 3. 40 (6), hiermede
dreigt zw. 17—21, 6—11, 13X42, wit speelt
nu eerst 4. 22 en vervolgens 5. 24 of 34.
Op zw. 2. C. 11. 3. 40 (16). 4- 22 en weer
5. 34. Op zw. 2. B. 8. volgt 3. 40 enz. of
3. 24 (34). 4. 30 (29). 5. 37 gevolgd door 6. 32
steeds met schijfwinst. Op 2. zw. A- 6.
Wit 3. 40 (11 of 12, met dezelfde dreiging
als in var. D.). 4. 22 gevolgd door 5. 34 of
24. Wit mocht in variant E. zw. 1318,
niet direct spelen 3. 2823, wegens 712.
4. 23X34 en 1419 van zwart!
No. 2769. (Stuurman). Wit 11. 34—29!, 41!,
5 en wint zeer fraai en verrassend.
No. 2770. (V- d. Boogaard). Wit 4842,
35—30, 44—39, 31, 18, 27, 44, 15 (23), 10 (29),
5 (34A), 23 (39), 28 (43). 37, 49 en op A. zw.
(33), 37, 29. Een goede bewerking van een
eindspel van R. C. Keiler.
No. 2771. (Bais). Wit 23—18, 12, 7 (12A),
7, 22, 18, 17, 34, 2! Op zw. A. (11), 18. 21,
17, 34, 2. Een unieke prestatie dit door
boren van de drievoudige linie van zwarte
schijven, welke de zwarte damlijn be
schermt.
No. 2772. (De Vries). Wit 23, 20, 30, 43, 8,
13, en nu naar 3! (Niet naar 2. zoals in
„De Problemist" werd vermeld, want dat
geeft zwart gelegenheid tot remise, bijv.
door 26 of 27 enz. Na wit's 8—3 beheerst
wit niet minder dan negen zwarte schij
ven, hetgeen ongetwijfeld als een maxi
mum is te beschouwen. Zwart heeft daar
bij 17 antwoorden, wat ook reeds weer een
record-aantal varianten, althans na de
zelfde zet van wit, oplevert. Op zw. 41
volgt 3X46 over 14, 39, 21, 11, 18, 28, 41.
Op zw. 42, wit 3X26 over 14, 39, 42, 18, 10,
24, 28, 21. Op zw. 43, wit 3X26 over 14, 43,
37, 18, 10, 24, 28, 21. Op zw. 44, wit 3X50
over 21, 37, 24, 14, 18. 23, 44. Op zw. 32,
wit 3X7 over 14, 39, 37. 18, 10, 24, 32, 21, 11.
Op zw. 33, wit 3X7 over 14, 39, 37, 18, 10,
24, 33, 21, 11. Op zw. 26, wit 3X6 over 14,
39, 37, 18, 10, 24, 28, 11. Op zw. 27. wit
3X6 over 14, 39, 37, 27, 18, 10, 24, 28, 11-
On zw. 16, wit 3X26 over 14, 39, 37, 18, 10,
24, 28, 21. Op zw. 17, wit 3X6 over 14, 39,
37, 18, 10, 24, 28, 17. Oo zw. 19, wit 3X44
over 21, 37. 24, 10, 18, 28. 39, zw 16 gedw.,
35 (23). 40 (28). 49 (33). 43 wint. Oo zw. 23,
wit 3X16 over 14, 24, 28, 21, 37, 39, 23, 11.
Op zw. 22, wit 3X7 over 14. 39. 37, 22, 10,
24, 21. 11. Od zw. 29. wit 3X26 over 14,
39. 37. 18. 10. 29, 28. 21. Oo zw. 30. wi!
3X33 over 21. 37, 39. 30. 14, 18. 28 Op
zw. 20, wit 3 X33 over 21, 37, 39, 24, 18. 28, X 6
en daarna 61 of X4. On zw- 15, wit 3X50
over 21, 37. 24. 14, 18. 28, 39. De hier en
daar overhliivende eindsoelleties leveren
over het algemeen geen moeiliikheden op
Enige oplossers meenden dat zwart 19 re
mise was, maar dit is eveneens gewonnen
voor wit.
No. 2773. (Van D.) Wit 22!, 19, 18. (X12!),
3, 44 wint.
No. 2774. (Van D.) Wit 42!, 23!, 9, (X18!),
2, 16 wint.
No. 2775. (Van D.) Wit 28!. 23!, 9. zw.
naar keuze, wit 4 of 5 en wint.
No- 2776. (Van D.) Wit 18!, 20 (begin
waterval!) (X49!), 21!, (X23), 34! (in tegen
stelling met het overeenkomstige slag
moment in no. 2767 is hier veld 35 thans
wél bezet, waardoor de constructie veel
gemakkelijker is), 5, 19 (38), 24 (18), 42 (23),
37 (29), 42 (29), 43 wint. Een scherper eind
spel ontstaat door in de beginstand de
(vergeten) zwarte schijf op 3 toe te voe
gen. In dat geval is na wit's 5X19, zw.
2631 gedw. en ontstaat een interessanter
slots pel, door 19X8, (12), 42 (20), 30 (18),
38 (23), met remise, maar met winst door
na zwart's 17X26 niet te slaan 5X13, we
gens 39 en 32—37 met remise, maar
5X24! Men bestudere dit niet eenvoudige
eindspel maar eens.
Naar aanleiding van de nummers 2773,
2774 en 2775 wordt ditmaal nog een serie
op dit constructie-systeem voor de deel
nemers aan de ladder-wedstrijd ter oplos
sing gegeven, n.l. de nos. 2801 tot en met
2804.
No. 2777. '(Scheijen). Wit 40, 31 (37
gedw.), 41, (44 gedw.), 28, 15, 15, 4 wint.
Een zeer mooi „mozaiëkje", waarmede de
bekende problemist Scheijen alle eer in
legt.
No. 2778. (Korpershoek). Wit 40, 23!, 41!,
37, 9 wint. Ook een aardig „mozaïekje".
No. 2779. (V. d. Boogaard). Wit wint
door 33—29, 20, 42, 24, 31, 50—44, 39,18, waar
na 'n eindspel van de heer Van Alphen is
bereikt, zv/art's beste is nu (19), 30 (23).
29 (12). 23 (17). 18 (21), 13 (27). 9 (32),
4 (38), 15 (43), 41 enz.
In de rubriek van 23 Januari hebben
standen van 12 tot en met 15 sch. van elke
kleur de naam van „athleten" gekregen.
Bij nader inzien zou men deze beter kun
nen noemen: „turners". In deze composi
tie no. 2779 krijgt men namelijk een fraai
stukje „turnwerk" te zien. Sierlijk en toch
krachtig-
No. 2780. (Stuurman). Deze „gigantische"
constructie bevat een even gigantische
ontleding door wit 40—34, 38—33, 42—37,
3943!, 43X13!, 45X34!, waarmede een on
volledige waterval ontstaat, 29X27!, 25X 45,
43, 44, en 34 wint. Jammer is de mogelijk
heid van een overmachtswinst door 9, X29,
33, 37, 30. X6!
VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St. Bernardus, Sassenheim.)
(Zaterdag 13 Februari 1954)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
De Nestor onder onze Nederlandse com
ponisten, de heer Jan van Dijk, viert
Woensdag a.s. z'n 88ste verjaardag. Dit
feit willen we niet onopgemerkt voorbij
laten gaan, daar hij zich nog volop aan
de' probleempositie wijdt. Hiervan getui
gen beide opgaven, die we in deze rubriek
hebben opgenomen.
Moge hij bij een goede gezondheid de
activiteit behouden, om zich nog jaren aan
deze liefhebberij te kunnen geven, die hem
al zovele aangename uurtjes heeft ver
schaft. Men zal het met ons eens zijn, dai
vooral no. 7103 nog een zeer pittige op
gave is.
De heer Van Dijk verbindt aan de op
lossing van zijn beide problemen een
boekwerk als prijs. Aan het lot is de be
schikking overgelaten.
EEN PROBLEEMTOURNOOI MET HOGE
PRIJZEN
De „Züricher Woche" kondigt een tour-
nooi voor driezetten aan. Gevraagd wor
den nog niet gepubliceerde opgaven met
hoogstens 12 stukken, dus zgn. Merediths.
Hierbij wordt bijzonder gelet op origina
liteit, economie en fraaie matbeelden. De
problemen moeten op diagram, met volle
dige oplossing en voorzien van de auteurs
naam vóór 20 April 1954 gezonden worden
aan: Schachredaktion Züricher Zeitung
(Problemturnier), Postfach Zürich 39.
Juryleden zijn: Hans Henneberger en
dr H. Grossen. De prijzen zijn: fr. 100, 60,
40 en 20 en zes troostprijzen. Het oordeel
van de jury wordt vier maanden na publi
catie van het juryrapport van kracht.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7096. L. Loschinski. 1. Tc6 dreigt 2-
Tf6t enz. 1Re6, Pd5, Tbe5:, Tee5:.
2. Tec5!. Tee6!, Te6!, Tc5!, enz. Speelt wit
1. Ph8 dan volgt 1Tbe5;!.
No. 7097. J. K. Blom. 1. Thl dreigt 2.
Tbltt. Afdoend antwoord tegen 1- Dc4 is
1Tc7:.
No. 7098. H. Hermanson. 1. Pc6 dreigt 2
No. 2801
CASTOR I
No. 2802
POLLUX I
O
f U '0, W
9 o a t
a n v, o m
O.„0
Stand: Zw. 7—9, 13, Stand: Zw. 3. 11, 13.
14, 17, 21, 22, 24, 25, 14, 17, 18, 20, 21,
27, 28, 30. Wit 20, 23—25, 27, 28, 30.
23, 29, 32, 34—39, 43, Wit 15, 29, 32,
44. Wit speelt en 34—39, 43, 44. Wit
wint. (Van D., Ie speelt en wint. (Van
publicatie). D., Ie publicatie).
Dd3tt- Na 1. Pg6 volgt eenvoudig 1-
Kf5:.
Nog iets over no. 7093. Men maakt er
ons op attent, dat de auteursoplossing 1.
Td7 faalt na 1Pb4 of Pb8 2. Tc7:t
wordt dan weerlegd met Pc6 schaak. Dit
is juist gezien.
De drie problemen werden goed opge
lost door: ir A. Bergstein, Geleen; J. Dick-
haut, Nijmegen; H. Th. v. Goor, Voorburg;
mr P. C. Goossen, Nijmegen; pastoor P.
v. d. Heijden, Budel-Schoot; dr R. J. F.
Nivard, Nijmegen; J. G. M. Vos, Rijswijk.
No. 7097 en no. 7098 door: G. Bogaers,
Tilburg; J- A. H. Kersten, Arnhem; Paul
Raschdorf, Hannover; C. v. d. Weide, Rot
terdam.
No. 7097 door; W. H. Haring, Schip
luiden.
No. 7098 door: J. F. Pilgram.
No. 7103
J. VAN DIJK. De Lier
Eerste plaatsing. Mat in twee zetten
MM r
wlwl*
No. 7104
J. VAN DIJK. De Lier
Eerste plaatsing. Mat in twee zetten
No. 2803
CASTOR I-A
No. 2804
POLLUX IB
#81
I 8 'O,
'i O, M tt C
3 'O if
0 a a
Stand: Zw. 9,12—14, Stand: Zw. 6, 9,
18, 21, 24, 25, 27, 28, 11—14, 18, 21, 22, 23,
30- Wit 20. 23. 29. 32. 24, 26, 27. 28. 30. Wit
34, 35, 37—39, 43, 44. 15, 20, 25, 29, 32,
Wit speelt en wint. 34—39, 43. 44. Wit
(Van D„ le publ.) speelt en wint. (Van
D., Ie publicatie).
De oplossingen van deze vier vraagstuk
ken worden tot 24 Februari tegemoet ge
zien aan het boven deze rubriek vermelde
adres.
PRIJSWINNAARS NOVEMBER-SERIE
De vier hoogstaankomende deelnemets
gedurende de Novembermaand zijn de he
ren: C. H. Blokzijl (69 p.), Amsterdam; dr
R. J. Nivard (65 p.), Nijmegen; J. van
Berkum (63 p.), Noordwijkerhout, en P. H
Schokker (63 p.), Amsterdam, die elk een
prijs van ƒ2.50 ontvangen- De puntenlijst
van de overige deelnemers wordt in de
volgende rubriek opgenomen.
In het begin van de match U.S.A.
Hoiland veikeerden de wereldkampioenen
wellicht in de gedachte, dat de wedstrijd
door hen op niet al te moe'lijke wijze ge
wonnen z"t. kunnen worden Vermoedelijk
is het daaraan te wijten dat er aan
Amerikaanse zijde enkele slordigheden te
constateren vielen, die 'n een wereld
kampioensteam feitelijk niet voor mogen
komen.
Wat bijvoorbeeld te denken van het
volgende spel, het. elfde spel van de
wedstrijd:
6.5
V A 10,2
A H,9.5.2
9.5,4
A 9,8,4
V V 4
O V 8,7
B 6,3,2
V,10,7,2
-I? B,9,7,6,3
6 B,4
A,8
0 H B,3
V H 8,5
O 10,6,3
«f. H,V,10,7
Zuid was de gever, niemand kwetsbaar.
De Nederlandse Zuidspeler opende met
1 SA (de zwakke Acolsan»), West paste.
Noord 2 (Staymancoiventie, vragend
naar een vierkaart in een hoge kleur).
Oost paste Zuid 2 (mimmum). Noord
2 SA allen passen.
Ook de Amerikanen bereikten dit con
tract na de volgende bieoserie. Zuid en
West paster.. Noord 1 O, Oost paste. Zuid
2 SA allen passen.
Aan beide tafels werd met 4» 4 uitge
komen, Oost de -vrouw en Zuid, die
er geen enkel voordeel ip kon zien de
slag te laten lopen, heer Beide spelers
zetten nu op de volgende wijze voort, O 3
nagespeeld Noord -O-heer en toen 4»
vanuit Noord. De beide O iFtspelers pakten
direct ♦-aas en trokken na. Op de
derde en vierde 0 moesten in Noord
twee kaarten afgegooid worden. De Neder
landse Zuidspelei liet in Noord één Ruiten
en één Klaver afgooien; oierdoor was het
mogelijk, door het afgeven van nog een
Ruitenslag drie slagen in die kleur te
maken; daar Zuid zelf 1 ♦-slag, 2 ij
slagen en 2 -slagen kon maken, was het
contract verzekerd.
De Amerikaanse Zuidspeler, Bishop,
maakte echter de onvergeeflijke fout op
de twee Schoppens die Wes' speelde, de
O 2 en de 5 van de dummy af te
gooien; hierdoor zette Zuid al zijn geld
op het vaHen van de Kla vei kleur, maar
daar deze bij West voldoende beschermd
was, konden er geen 3 Klaverslagen door
Zuid gemaakt werden.
Het contract ging dan nok één down,
zodat Nederland 50 punten noteerde, plus
de 120 van de andere tafel 170 punten
3 matchpuüten.
Natuurlijk kan deze Amerikaanse speler
het spel veel beter afspelen dan hij deed
en in wezen is dit spel ook wel zó een
voudig dat men kan zeggen dat slechts
de luiheid om er over na te denken dit
slechte Amerikaanse resul'aat veroorzaak
te. Toen de Amerikanen later beter gin
gen ople'ten hielp hun da' niet veel meer;
de Nederlanders gaven de winst niet meer
uit handen.
MIMIR.
m
Advertentie.
zon en warmte tegemoet!
Indien U des Maandags of Donderdags om
3 uur 's middags van Rotterdam-Heliport
vertrekt naar Brussel en vandaar om 17.20
uur per DC-4 naar Barcelona (en de Balea
ren!). Aankomst reeds om 20.45 uur Tarief
Toeristenklasse af Rotterdam enkele reis
f 188.retour f 338.40. Bagage vrij tot
15 kg. (SABENA-Mededeling).
Horizontaal: 1 familielid, 5 met de zijnen
(lat.), 7 vreemde munt, 9 priester (afk.), 11
mondwater, 12 deel van de, bijbel, 13 water
in Utrecht, 15 voorzetsel, 16 behoeftig, 17
deel van de mast, 18 steensoort, 19 voor
zetsel, 20 bloem, 21 soort vaartuig, 22
bloedvat, 25 watering, 26 voegwoord, 28
waterplant, 29 iedere, 33 hekeldicht, 34
bouwland, 35 gezelschapsspel, 37 made,
41 nergens uitgezonderd, 46 zoogdier, 47
lust, 49 het romeinse rijk, 50 zangstem,
51 deel van het hoofd, 54 lekkernij, 55
Engels bier, 58 zwakke, of open plek m
het ijs, 60 zonnescherm, 62 vogelproduct,
63 kloostervoogd, 65 meisjesnaam, 66
drank (Eng.), 67 jongensnaam, 68 kleur,
70 windrichting (Eng.), 71 rijks-grens (afk.),
72 zonnegod, 73 dunne plek in stof.
Verticaal: 1 rivier in Italië, 2 meisjes
naam, 3 afbeelding, 4 bergweide, 5 meis
jesnaam, 6 houding, 7 rechtmatig, 8 Euro
peaan, 9 groente, 10 steenmassa, 14 bericht,
15 geneesmiddel, 19 emmer, 21 Europese
luchtvaartmaatschappij, 23 gewicht, 24
rechtuitlopende streek, 25 de lezer heil
(lat.), 27 troefkaart, 28 jongensnaam, 30
maanstand, 31 lidwoord (fr.), 32 bijwoord,
36 deel van het hoofd, 37 laatstleden (afk.),
38 water in N-Brabant, 39 vreemde munt,
40 afgesloten, begrensde ruimte, 42 vogel,
43 schoonmaakartikel, 44 op de wijze van,
45 rang in het leger, 47 op deze wijze,
48 weefterm, 52 windrichting, 53 soort ont
steking, 55 vrouwelijk dier, 56 bergruimte
57 tijdperk, 59 opera, 61 ijzerhoudende
aarde, 63 woede, 64 gesloten, 69 lidwoord.
lffiERaa
Onder de kinderen van Willem dc Zwijger wordt Filips Willem wel
liet slechtst gekend. En tocli was hij niemand minder dan 's Prinsen
oudste zoon. Geboren werd hij op de landgoederen van zijn moeder,
Anna van Egmond, te Buren. Maar gedoopt te Breda, in de kapel
van het Prinsenhof, de 26ste Maart 1555, „als eerstgebooren zoon van
onssen Genadigen Heere den Prince".
ren heren van Diest van 1499 tot de
Franse revolutie toe bevat de graf
kelder van Willem de Zwijger's oudste
zoon, Filips Willem, overleden in het
jaar 1618.
Nu, de Bredanaars waren erg in hun
schik met de heuglijke gebeurtenis. Aan
feestgedruis geen gebrek, waarbij nog
kwam, dat het jonge Prinsje te Breda
zou blijven wonen ook, onder de hoede
van zijn moeder, een zeer verstandige
vrouw, die van stijfheid en vormelijk
heid in de opvoeding niets wilde we
ten. Hoe heerlijk zou de stamhouder
zich kunnen vermaken in de Prinsen
tuin hoe vrij en onbekommerd zou
hij er met zijn zusje, de kleine Maria,
kunnen spelen! Helaas de Voorzie
nigheid beschikte het anders: eerst
vijf-en-twintig jaar oud, werd die zorg
volle moeder in de prinselijke grafkel
der van de Grote Kerk te Breda bij
gezet, diep betreurd door de burgerij,
die de vorstelijke vrouwe een zeer goed
hart toedroeg. Welk een heel andere
figuur was zij dan de tweede moeder,
de eigenwijze, verkwistende Anna van
Saksen!
In Februari van het jaar 1566, het
rampzalige jaar, waarin alleen reeds
in Brabant en Vlaanderen honderden
kerken geschonden werden door de
dolzinnige beeldenstormers, werd Prins
Filips Willem, zoon van Neerland's
rijkste edelman, student aan de be
roemde hogeschool te Leuven. Hij
richtte zich op waarlijk vorstelijke
wijze in en de stedelijke overheid be
wees hem de eer, die met zijn hoge
afkomst en rang overeenstemde. Kwam
Prins Willem de Zwijger persoonlijK
naar Leuven, dan werd ook hij er met
open armen ontvangen.
Het bleek, dat de Prins een zeer bij
zondere aanleg voor vreemde talen had,
niet alleen voor Latijn, maar ook voor
de „moderne" uit die tijd, inzonderheid
Spaans en Italiaans Maar zijn belang
stelling ging eveneens naar godsdien
stige vraagstukken uit, waardoor bij
sommigen de mening postvatte, als zou
hij zich op het H- Priesterschap voor
bereiden. De boog kan niet altijd ge
spannen zijn: in zijn vrije uren mocht
de Oranjetelg graag een kaartje leggen
en een partijtje schaken.
Toen de verhouding Koning Philips
II van Spanje—Willem de Zwijger hos
langer hoe slechter werd, besloot dn
eerste zich van de persoon van Filips
Willem meester te maken. Met de jeug
dige Prins als „onderpand" meende hij
de „onhandelbare" vader geheel naar
zijn hand te kunnen zetten een ver
gissing!
Hoe dan ook, Alva kreeg opdracht,
„het Graafje van Buren" uit Leuven
weg te tronen, en hem, vandaar uit, op
transport naar Spanje te stellen. Nu
was dit een onmogelijke figuur, want
reeds meer dan een eeuw tevoren had
de Paus vastgelegd, dat geen Leuvense
professor, of student, voor vreemde
rechters mocht worden geleid. Maar
van Spaanse zijde reageerde men hier
op met de vermaarde woorden: „Wat
hebben wij maling aan Uw voorrech
ten"!
Wie nu denkt, dat Filips Willem de
reis naar Spanje, waar zijn koninklijke
peetoom woonde, vervelend vond, be
denke, dat hij toen helemaal dertien
jaar oud was, en dan tilt men aan zul
ke politieke streken niet zwaar.
Te Vlissingen ging de Prins scheep
en bereikte ongedeerd Spanje.
In het eerst leek het verblijf onder
die Spaanse hoge heren niet onaardig,
maar naarmate de jaren verstreken,
werd, wat Willem de Zwijger deed,
gewroken op zijn oudste zoon.
Omstreeks het jaar 1580 treffen we
de vorstelijke gijzelaar in een alles
behalve benijdenswaardige en armoe
dige omgeving aan. De laatste jaren
van zijn gevangenschap, die tot 1595
duurde, waren nog harder, 's Prinsen
gezondheid kwijnde tussen vochtige
muren. Zijn bewakers verlieten hem
zelfs 's nachts niet, nadat zij de deur
van zijn slaapvertrek voor alle zeker
heid met een achttal sloten hadden ge
barricadeerd.
Eerst door bemiddeling van een hoge
dame, de Infante Isabella, vernam Fi
lips Willem, uitgerekend op 31 Augus
tus 1595, de blijde tijding, dat hij voort
aan een vrij man zou zijn. Hij reisde
naar Brussel via Rome, waar hij zijn
opwachting maakte bij Z. H. de Paus,
en de Santa Maria dell' Anima bezocht.
De 11e Februari 1596 hield hij zijn
feestelijke intocht binnen Brussel
Maar de stille hoop der Spaanse hoge
heren, dat deze Oranje de opstandige
Nederlanders met de Kroon zou ver
zoenen, is nimmer in vervulling ge
gaan- Onze Staten Generaal vonden de
Oranjetelg een hele aardige man en
feliciteerden hem met zijn verworven
vrijheid maar: of hij voorlopig niet
in de Noordelijke Nederlanden wou
komen zonder hun toestemming, want
daar waren zij niet bijster op gesteld.
Filips Willem is sedertdien nog eens
weer naar Spanje teruggereisd en hij
verwierf er de zeer hoge onderschei
ding van het Gulden Vlies, maar, wat
hij wellicht nog meer op prijs stelde:
een Spaanse toelage.
Voor de derde keer driemaal is
scheepsrecht! ondernam hij een reis
naar het schiereiland, nu in 1602. Daar
na wijdde hij zich aan het bestuur van
zijn bezittingen, volgens A. Hallema,
„de gelukkigste periode van zijn le
ven".
De in hoog-gotielc opgetrokken, 15e-
I eeuwse St. Sulpitiuskerk van Diest, in
Belgisch Brabant, de Nassau's wa-
„Het Loo", wie kent het niet, het
koninklijk paleis ten N. van Apel
doorn? Maar er is veel meer dan één
„loo"! Er is een Groenlo, Oplo
Dinxperlo, Ermelo, Ballo, Mierlo, Wa-
terlol, Baarle, Oerle (oer-lo), Wes-
terlee (lo!); in Engelse woorden.
Bromley Hadley, en waar niet al?
Dit oeroude woordje „lo" komen we
in tientallen plaatsnamen telkens
weer^ tegen, tot zelfs in het „Loch-
ness", waar het geheimzinnige mon
ster verwijlt, al of niet uit de prae-
historische tijden.
Een oeroud woordje? Inderdaad,
overoud. We ontmoeten het al, schrik
niet, in de oude heilige, klassieke
taal van Voor-Indië, het Sanskrit, dat
daarginds, in de gewijde teksten der
Veda's dezelfde dienst verrichtte als
het Latijn in de H. Kerk.
In deze Veda's speelt reeds het
woord: loka, met de betekenis: plaats,
ruimte, wereld zelfs! Het latijn heeft
eveneens een verwant woord: lucus
en uit dat lucus" is het Duitse „Loh"
ontstaan, dat zoveel betekent als: be
groeide plaats, bosschage, heilig woud.
De Nederlandse betekenis komt,
volgens de aardrijkskundige K. Ter
laan, overeen met: bosland. Aanvan
kelijk beperkter: een begroeide plek,
waar de varkens zich tegoed deden
aan de talrijke eikels der eikenbossen!
Nu voor eikenbossen en varkens bood
de Veluwe volop gelegenheid, en zo
komt het dat er nergens zoveel „lo's"
in ons vaderland zijn als in dit „wilt
en bijster landt!".
wf hebben niet te doen met gewoon
weideland dus, doch met weidegrond
afgewisseld door struikgewas of ge
boomte. Op de Veluwe kwam het
woordje gewoonlijk in het enkelvoud
voor: „Ermelo", van „Irmenlo"; maar
Otterlo was oudtijds een meervoudig
woord: Ottarloun.
Gelijk we al aanduidden, gaat „lo"
soms onder een andere uitgang schuil.
Wie enigszins bekend is met het dia
lect van de Gelderse Achterhoek weet,
dat men daar niet spreekt van Hum-
melo, maar van: Hummele, ja, van:
Hummel. Evenmin van Hengelo, maar
van: Hengel; „Grolle" verzwakt men
tot „Grol" enz., omdat men, mogelijk
de oudste betekenis van „lo" niet
meer duidelijk beseft.
De H. Onesimus was een slaaf,
een Christenslaaf. Hoe we dat
weten? Uit de Bijbel! Heel ach
teraan, in het Nieuwe Testament,
staat een Brief afgedrukt, ge
schreven door de H. Paulus, de
Apostel. Er staat iets bij, niet
door S. Paulus geschreven: „Deze
brief, klein van omvang (25 „ver
zen" slechts) en schijnbaar on
beduidend van inhoud, behoort
niettemin tot de schoonste en
meest fijngevoelde bladzijden
van het Nieuwe Testament. Hij
laat ons een blik werpen in het
liefdevolle en gevoelige hart van
de grote Apostel Paulus, die met
de drukkende zorg voor alle
kerken óók de zorg voor een
weggelopen slaaf wist te verbin
den". Die wegloper nu was:
Onesimus, zijn baas heette: File-
mon, een welgesteld Christen
uit de stad Kolosse.
Onesimus was de drang naar
de vrijheid te machtig geworden.
S Paulus schrijft: „Hij is u vroe
ger van weinig nut geweest, be
minde mede-arbeider Filemon!"
Filemon zal even geglimlacht
hebben, want de naam Onesimus
wil juist wél zeggen: „Nuttig".
Goed, uit Klein-Azië bereikte O.,
na een halve wereld doorkruist
te hebben, Rome. Een gevaar
lijke stad voor een weggelopen
slaaf! Hij liep kans gevangen ge
nomen te worden en voor de
wilde dieren gegooid te worden.
S. Paulus nam hem liefderijk
op. Maar: zond hem óók weer
terug, naar zijn vroegere baas.
Met de Brief, waarin de Apostel
verzocht O. niet hard te behan
delen, doch hem veeleer de hand
te drukken als een broeder:
„hem, dat is mijn eigen hart"
schrijft S. Paulus.
De Apostel wil ook de veroor
zaakte „schade" geldelijk ver
goeden.' „ik, Paulus, zal het be
talen"!
Omstreeks het jaar 100 zou
Onesimus de marteldood zijn ge
storven.
Zij noemde zich Maria Francisca.
Maar, omdat haar leven bijna geheel
over doornen en distels ging, voegt
men daar altijd aan toe: „van de vijf
wonden des Heren".
Haar vader was een ongemakkelijk
heer. Maria Francisca moest hem
helpen bij zijn werk. Dat hindert niet,
maar als ze niet genoeg naar zijn zin
gedaan had, werd hij erg kwaad. En
zij kon er toch echt niets aan doen.
Dit alles is nauwelijks de moeite
waard om anderhalve eeuw na haar
dood nog te vertellen. Maar in dit
leven was een zeer bijzonder iets:
Maria Francisca van 's Heren vijf
wonden genoot de zichtbare aanwezig
heid van een Engel aan haar zijde. En
niet van een gewone Engel. Maar van
een Aartsengel: de Aartsengel Ra
phael.
Nu moeten we even goed op die
naam letten: Raphaël; hij wil zeg
gen: „God geneest"; Raphaël heeft
macht over ziekten. Tot Maria Fran
cisca sprak hij: „Ik ben Uw broer, de
Engel"; „fra Angelo".
Mensen, die de nederige woning be
zochten, kwam daar dikwijls een lief
lijke geur tegemoet. Pater Bianchi
vroeg eens, waar die bovenaardse
reuk vandaan mocht komen? „We
hebben de Aartsengel Raphaël in ons
midden", luidde toen het antwoord.
De Aartsengel begeleidde haar, toen
zij voor de woede van haar vader
moest vluchten; hij voerde haar uit
een sacristie, die even later instortte;
hij genas haar wonden zodat er zelfs
geen litteken overbleef; tijdens haar
ziekte bracht hij haar een verkwik
kende drank ja, eenmaal, toen zij niet
meer kon, sneed hijzelf het brood
voor haar.
Maria Francisca alleen zag de hand
die sneed; de anderen zagen de sne
den wel vallen, maar de hand niet.
Na een zeer moeilijk en lang leven
stierf zij (1791). In 1867 zeide de Paus,
dat zij een heilige was.
Sf
fó
6o
it
Horizontaal: 1 o.a., 3 vader, 6 te, 8 prei,
10 aken, 12 iran, 14 eter, 15 set, 16 abt, 18
pek, 20 sl„ 22 ei, 23 al, 24 eerst, 25 ap, 26
os, 27 st., 29 ros, 31 ski, 33 eik, 35 olie,
37 nier, 39 iron, 41 dras, 43 ad, 44 arena,
45 ks.
Verticaal: 1 op, 2 Arie 3 vin, 4 dg, 5 rat,
6 tero, 7 en, 9 erts, 11 kepi, 13 na, 14 et, 15
snaar, 17 barak, 19 kapok, 21 les, 22 ets,
26 Oslo, 28 teer, 30 oord, 31 se, 32 in, 34
Irak, 36 Ina, 38 Ida, 39 ia, 40 le, 42 sa.
1. Wanneer een Z.E. Pater achter
zijn naam de letters O.E.S.A. plaatst,
dan behoort hij tot de H. Orde der
Augustijnen: Ordo Eremitarum Sancti
Augustini".
2. De letters S.J. duiden in een der
gelijk geval aan, dat de geestelijke een
Jezuïet is: „Sociëtatis Jesu".
3. Over de republiek Andorra (Pyre
neeën) heeft mede een bisschop de lei-
ling.
4. De Anglicaanse Kerk telt slechts
2 aartsbischoppen: te Canterbury en te
York. De eerste staat hiërarchisch bo
ven de tweede.
5. Op Goede Vrijdag behoort het An-
gelusklokje niet te kleppen.
6. Sarcophagen zijn geen „hagen"
maar „sarco-phagen" (ph f). Letter
lijk „vlees-etend".
We verstaan hieronder stenen dood
kisten, vooral door de Ouden gebruikt
3n wel van een steensoort, die het vlees
spoedig deed vergaan.
7. De (oorspr.) Griekse kolonie By
zantium werd in 330 door Constantijn
de Grote verheven tot hoofdstad van
het Romeinse Rijk en heette sedertdien
Constantinopel. De Turkse naam luidt:
Stamboel of Istanboel.
8. De Westzijde krijgt meer last van
stormvlagen en regens dan de Oost
zijde.
9. In de rekenkunde is het cijfer 1
het symbool van God, 1 is de oorsprong
van alle andere getallen.
10. De staf van Aaron die op Gods
bevel in de Ark des Verbonds werd
geplaatst, bloeide de volgende dag en
droeg vruchten (Num. 17, 23).
1. Modekleur; modegril, modeblad.
Wat is: moderamen?
2. De Nieuwe Kerk nabij het Paleis
te Amsterdam, heeft geen toren. Door
brand of zo verwoest?
3. Raadpensionaris Johan de Witt.
Raadpensionaris Schimmelpenninck.
Wie van beiden had (op papier!) het
meeste te zeggen?
4. Welke Nederlandse koning heette:
de koopman-koning?
5. In welk jaar vertoonde zich voor
het eerst een Engelse stoomboot op de
Maas bij Rotterdam?
6. Op welk schilderij krijgt een
kleine deugniet „de gard"?.
f. De maag van welke herkauwer
heeft geen boekpens?
8. Scheepsromp, scheepsvolk, scheeps
roeper. Wat is: scheepskameel?
9. „De ijzeren Gouverneur-Gei/
raai". Wie was dat?
10. „Je Maintiendrai": ,Ik zal hand-
haven". Aan het eind van welk his-
torisch document?