WBR30NG Eff QU i iwl KLEIN SLAM SANS-ATOUT De H. Jeanne d'Arc rijdt naar haar koning DE HEILIGE VAN DE WEEK IIET GRABBELTONNETJE Problemen rond de regisseur m o tH U Vliegveld Ameland wordt uitgebreid Van wie is die klok? wMÉH? Wb iü BRIDGE-R UBRIEK FEBRUARI 1429: Tien nieuwe vragen H. Gabriel delAddolorata Vorige vragen beantwoord Bij enkele plaats namen Hans van Bergen DOCTORAAL IN HET SANATORIUM 'm 'mm n m m m e jÊjtats o g mjrwymjm n m s is< 1 J tTST m mm* o o" s m m #3 m m r<> m o 's a'n m 0 m OJ5J rj p s o 0 'o q.g-CLü m WV° m, 0 m t> 8 i tg rj 0 '0, a ■■j q n s' m 0 m m g O 2.. 2,. 22. SiTW n CORRESPONDENTIE-ADRES- POSTBUS 8, HILVERSUM Den Briel: brede hel? Hopjes bij Hoorn? Waarom zo weinig „borsten" in het Lage Land? lïo-l FAGlUr» O Een van onze eerste en steeds terug kerende kosten geldt meestal de re gisseur. Een bekwaam regisseur is van onschat bare waarde voor een vereniging. Daar om mogen wij gerust een vrij grote post voor een dergelijke kracht uittrekken. Doch, hoewel er door allerlei regie cursussen, die er tegenwoordig gegeven worden, zich steeds meer bekwame re gisseurs aandienen, blijft hun aantal zeer beperkt, zodat het onmogelijk is, dat iedere vereniging over een betaalde re gisseur beschikken kan. Andere verenigingen zijn het nog steeds niet met ons eens, dat de toneel- beoefening een liefheoberij is, die ons gerust wat kosten mag, zoals iedere lief hebberij ons geld kost en in het bijzon der die liefhebberijen, waardoor wij ons zelf ontwikkelen en geestelijk verrijken, waaronder toch ook de toneelbeoefehing valt. Zij hebben er eenvoudig het geld niet voor over, om zich door een bekwa me regisseur te laten leiden. Zodoende ..modderen" nog heel wat verenigingen maar zo'n beetje aan (of doordat zij geen goede regisseur kunnen vinden of doordat zij het geld er niet voor over hebben). Dergelijke verenigingen kin men het best vergelijken met een klas vol leer lingen zonder onderwijzer. De pienterste jongen wordt dan uitgezocht om voor onderwijzer te spelen. Maar ook voor hem is de te behandelen les nog volko men een vraagteken. Maar hij probeert er van te maken wat er van te maken valt. Uit een groot vreemd leerboek spelt hij de nog nooit gehoorde letters voor en de hele klas spelt hem de letters na U begrijpt de resultaten, waar hier de ene blinde de andere leidt. Er bestaan verenigingen, die hierop een uitzondering maken. Namelijk die verenigingen, die onder haar leden wel degelijk een bekwame regisseur bergen. Maar dit behoort tot de uitzonderingen. Aan een bekwame regisseur worden zeer vele en hoge eisen gesteld. Hij moet een leider zijn; over een zeer behoorlijke ontwikkeling beschikken; hij moet an deren iets mee kunnen geven en bijbren gen; hij moet een zeer gezonde smaak hebben; hij moet een kunstzinnig mens zijn en over de nodige ervaring beschik ken. Juist deze ervaring is van het hoogste belang. En hiermee wordt niet alleen toneelervaring bedoeld, maar vooral ook levenservaring. Want op het toneel moe ten mensen uit het volle werkelijke leven worden uitgebeeld. Hij moet dus in ze kere mate psycholoog zijn, dit is iemand, die de diepste motieven van 's mensen handelingen doorschouwt en de juiste reacties hierop weet te bepalen. Wat hij volgens mij niet beslist nood zakelijk behoeft te zijn, dat is; zelf to neelspeler. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar nader beschouwd, is het niet zo vreemd. Een regisseur moet kunnen uitleggen, leraar zijn dus. Hij moet de juiste rich ting aan kunnen geven, een leider zijn dus. En hij moet precies de fouten kun nen onderkennen, criticus zijn dus. En dit is naar mijn mening wel het eerste, dat van een regisseur vereist wordt, dat hij een goed criticus is Naar zijn aan wijzingen en opmerkingen moeten de spelers de juiste weg kunnen vinden. AU zijn regie louter zou bestaan uit voor spelen, dan zouden de spelers marionet ten wórden, afgietsels van de regisseur. En dit is zeker volkomen fout! Iedere speler moet zich zelf blijven, zich zelf geven. Dan maar liever iets minder, dan een ander nagespeeld. Daarom behoeft een regisseur zich tijdens de repetities niet noodzakelijk op het toneel te bevinden. H(j kan rustig zijn aanwijzingen geven vanuit de zaal, zonder dat hij ooit zelf de plan ken beklimt. Hij moet een speler tot nadenken brengen, tot inzicht, tot zeif- spel, tot het zich voortdurend zelf cor rigeren van zijn fouten. Zo vormt de regisseur de speler, zon der dat hij zelf misschien speler is. Ik heb zelf eens kinderen geregis seerd. Het betrof hier een Passie-spel en een Kerstspel. De tekst van het Pas siespel lag vrijwel boven het bevattings vermogen van de jeugdige spelers. Ik heb het ze daarom voor moeten spelen. Ze speelden het me feilloos na. De voor stelling werd ogenschijnlijk een succes. Nog nooit had men kindertjes zo ont roerend zien spelen. Het succes was in mijn ogen totaal waardeloos. De kin dertjes waren marionetten. Ik behoefde maar het eerste woord te zeggen en hun spel liep van een leien dakje zon der dat daar iets van henzelf bij was. Perfecte kleine aapjes, die zelf niets van de tekst en het spel begrepen. De tekst van het Kerstspel daaren tegen was van een kostelijk kinderlijk gehalte. Ik liet de jeugdige spelertjes daarom maar op de repetities begaan. Ik deed hun nooit wat voor. Ik leidde slechts HUN spel in goede banen. Zij genoten er geweldig van. En het pu bliek en ik genoten tijdens de voorstel ling niet minder. Tijdens deze voor steling stonden de kindertjes ZELF op het toneel in al hun kinderlijke onbe vangenheid en onschuld. Geen enkel ge baartje of stembuiginkje was van mij. Kijk, dat was waardevol. Daar hadden de kindertjes zelf wat aan. Dat spel be tekende voor hen een stuk vorming. En toch bestaat ook heel dikwijls het spel van de grote amateurspelers uit louter nadoen van de regisseur, zonder dat daar iets van henzelf bij is. Een grote onvergefelijke fout van de regis seur. Een bekwaam regisseur is van on schatbare waarde. Maar waar haalt men een dergelijk man vandaan? In een volgend artikel hoop ik U enkele waar devolle tips hieromtrent en tevens over het regisseren zelf te kunnen geven. N.a.v. m\jn vorig artikel over „Cri- tiek in de krant" werd mij de opmer king gemaakt, dat de critieken dikwijls zo weinigzeggend zijn. Een herhaling van de inhoud van het spel en verder een opsomming van de namen van de spelers, die zich dan „duchtig van hun taak gekweten hebben". Met een der gelijke nietszeggende critiek wordt dan drie-kwart kolom gevuld. Maar zult U hiervan niet heel veel de oorzaak bij Uzelf moeten zoeken? De criticus kent Uw „fijngevoeligheid", waar het de waardering van Uw capa citeiten betreft. Hij wil U daarom spa ren en van de andere kant U toch het genoegen verschaffen van drie-kwart kolom in de krant. Zegt U hem dan. dat U niet. gespaard wilt worden. Dat hij eerlijk zijn mening mag zeggen. Dat U iets wilt leren van zijn critiek. Dat U op de eerste plaats au serieux genomen wilt worden. Dat U samen met hem opbouwend werk wilt verrichten. (Van onze Haagse redactie) Het „vliegveldje" te Ameland, dat 300 bij 300 meter groot is, zal worden uitge breid tot een grootte van 900 bij 900 meter. Het zal dan in het vervolg moge lijk zijn gedurende de tijd, dat het eiland door het ijs geïsoleerd is, de verbinding met Dakota's te onderhouden. Thans is men uitsluitend aangewezen op lichte vliegtuigen piper cubs die maar een zeer beperkte vervoerscapaciteit hebben. Zoals men weet lopen B. en W. van Ameland met plannen rond om een vlieg tuigje aan te schaffen. Gedeputeerde Sta ten, zo vernemen wij, zouden dit plan wel willen goedkeuren, mits een rede lijke oplossing voor de dure exploitatie gevonden kan worden. Thans worden be sprekingen gevoerd met de luchtmacht. De bedoeling is dat in tijden van nood de luchtmacht het vliegend eigendom van de gemeente Ameland zal bemannen. (Van onze correspondent) Een merkwaardige vondst is negen jaar na de bevrijding in Apeldoorn gedaan, dat sterk doet herinneren aan de bezet tingstijd. In een van de magazijnen van de dienst van gemeentewerken aldaar, heeft men dezer dagen eeo kerkklok aan getroffen, waarop een label hing met het opschrift: „Alphen, P R.K. 3/12 C". De klok draagt het randschrift „Soli Deo Gloria" en is 32 cm hoog, inclusief beu gels 44 cm en heeft een diameter van 42 cm. Een informatie bij het gemeentebestuur van Alphen aan de Rijn heeft de eige naar van de klok niet aan het licht ge bracht. Of een van de andere gelijkna mige gemeenten in Brabant of Gelder land de eigenaresse van de klok zal blij ken is niet bekend. In elk geval is de klok afkomstig van de bekende Duitse kerkklokkenroof. Voor het eerst is in het studentensana- torium te Laren, waar het aan t.b.c.- patiënten wordt mogelijk gemaakt, hun universitaire studies op het ziekbed voort te zetten, een ingenieur afgestudeei-d, na melijk de heer W. Willems te Amsterdam, die als werktuigkundig ingenieur na zijn herstel, het sanatorium zal verlaten. In het sanatorium zijn wel reeds juristen en me dici afgestudeerd. De heer Willems begon zijn studie aan het sanatorium in 1946. Het is gebleken dat het studeren in het sanatorium in ver gelijking met het studeren op de univer siteit geen of slechts een minimale ver traging oplevert. Het tempo, waarin de patiënten afstuderen is uiteraard wel af hankelijk van de stadia, waarin hun ziek ten verkeren. Velen, ook de heer Willems, komen gereed tegen het tijdstip dat zij het sanatorium gaan verlaten. sKigï wm ast No. 1972. 20 Februari 1954 Redactie: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. OPLOSSINGEN No. 2782. (Scholtes). Op zw. 28—33 na wit's 4944 zou volgen 3732, 24, 29, 11, 44 enz. w. Een keurig mozaiekje. No- 2783. (Scholtes). Wit 31, 48-42, 44, 25—20, 41, 32, 5, 40, 2 (19), 24 (23), 33 (10A), 15, 33, 38, 15 wint. Op A zw. 4, wit 22, 33 enz. wint. Jammer is de neven-opl. door direct 31 en 25—20, slaat zwart nu eerst 25, dan wit 48—43 en 38—32 enz., en slaat zwart eerst 31 dan wit eerst 32 en daarna 4843 met dam op 3. No. 2784. (v. d. Boogaard). Wit 37. 31, 44, 15, 30, 33, waarna de eindstand van Visser is ontstaan met winst door zw. 39, wit 40 (28), 46—1 (36), 37 (33), 42 (39) en 38! No. 2785. (Leo Springer). Wit 50, 45, (1), 16—32A, zw. 2—7 gedw., 21! (6—11 gedw.), 16!! nu volgt op (zw- 6), 1 enz.; en op zw. 17 volgt 2 (6), 11 wint. Hier kon wit ook alle andere vakken van de diagonaal 16 tot 49 innemen, behalve veld 21, want daarop mag hij pas arriveren na één tempo te hebben verloren. Dit lijkt in strijd met de „scherpe regels", zoals deze voor het construeren zijn opgesteld, maar dat is het hier o.i. niet, omdat dit zuiver een gevolg is van de bord-mogelijkheden. Een moeilijkheid, die Blankenaar ook kende, o.a. in zijn kleinste eindspel bij de tweede zet. Wel is het jammer, dat de een voudige neven-opl. door 2213, 8 bij de constructie is overzien. VOOR DE LADDERWEDSTRIJD No. 2805 A. STUURMAN, Schiedam "72*Wpp M I 0 S 0- OP Stand: Zw. 6, 9, 10, 14, 20, 22—24, 26—28, 31. Wit 11, 17, 25, 33, 34, 37, 39, 41—43, 47, 49. Wit speelt en wint. (2e publ.) No. 2807 LEO SPRINGER, Den Haag a m m 4 j "1 vj 8 'O'S O O 8 'M O I No. 2806 J. v. d. BOOGAARD Nuland Stand: Zw. 4, 12— 14, 18, 20, 21, 22, 27, 36. Wit 25. 30, 32, 35, 38, 39, 45, 47—49. Wit speelt en wint. Eindspel uitwerken. (Ie publ.) No. 2808 B. SPRINGER, Den Haag O 8 8 i mjjjk m IMJ Stand: Zw. 12, 36, Stand: Zw- 7, 14, D 4, D 15. Wit sp. speelt en forceert de winst, 'n Prach- en forceert de wins, tig miniatuurtje van (le publ.) de oud-wereldkam pioen. De oplossingen van deze vraagstukken worden gaarne ingewacht tot uiterlijk 3 Maart a.s. aan het boven deze rubriek vermelde adres. In probleem no. 2803 in de vorige rubriek staat een zwarte schijf te veel op veld 17. Deze behoort verwijderd te worden, want anders is de overblijvende eindstand remise. UITSLAG DECEMBER-SERIE Ladder-wedstrijd De vier prijzen van 2,50 voor de in de maand December ter oplossing gegeven vraagstukken vielen volgens de stand van de puntenlijst ten deel aan de heren: H. M. Kipping en M. Uzeel, beiden te 's-Her- togenbosch; C. A. v. d. Pol te Eerde (N.B.); H. Garrelts te Amsterdam, resp. met 72, 72, 68 en 57 punten. De puntenlijst van de deelnemers ziet er nu als volgt uit: Th. A. Romeyn (54), Rot terdam; G. H. W. v. d. Most (53), Rotter dam; M. Rombouts (52), Rotterdam; H. Keukens (48U) Rotterdam; Leo Springer (48), Den Haag; H. P. J. Goesens (46) Geleen; K. H. Hoekstra (45), Amsterdam; J. Smeets (41), Noordwijkérhout; W. A. Mol (38), Pijnacker; L. W. Scholtes (37), Den Haag; R. Goedings (35), Haarlem; S. Korpershoek (30), Vlaardingen; F. C. de la Roy (28), Den Haag; O. G. v. Veen (27), Breda; A. Wouters (26), Amsterdam; M. Suyskens (25), Den Bosch; M. W. Diels (23), Dreumel; dr K. Venema (23), Den Haag; C. v. d. Weide (23), Rotterdam; H. J. van Alphen (20), Rotterdam; J. A. M. Brouwer (20) Delft; F. H. Tusveld (19), Den Haag; A- Buyen v. Weelderen (14'2). Delft; J. v. Berkum (12), Noordwijkérhout; L. P. de Caluwe (11), Wateringen; A. v. Beek (10), Schiebroek; J. Pennings (9), Den Bosch; C. H. Blokzijl (8), Amsterdam; dr R. J. Nivard (3), Nijmegen. UIT EEN SIMULTAAN-SéANCE Onderstaand fragment kwam voor in een door de oud-wereldkampioen B. Springer gegeven simultaan-séance. Stand no. 2798 Stand: Zw. 15, 39, D 46. Wit 8, 24, 42, D 35. Wit (Springer) aan zet. Wit speelde 8—3!! dreigt winst door 325, want bijv. op zw. 1. 4628 zou vol gen 2- 3—25, 28—33; 3. 25x48, 33x20; 4. 48—25, 20x47; 5. 35—24 enz. wint, terwijl op 1 zw. 532 zwart evenmin kan 6nt- snappen wegens 2. 3549!, 3216 gedw. 3. 42—38, 16x43; 4. 49x16, 39—44; 5. 16-49!, 44—50; 6. 49—44, 50x20; 7. 3x25 wint. Zwart is dus wel gedwongen tot 1. 3943; 2. 42—38!!, 43x32; 3. 3—14 en zwart staat mat. Op 15—20 volgt 4. 14x37, 46x30 roet 5. 35x15. Op zw. 3. 32—38 volgt 4- 14—23, 46x30; 5. 35x47 wint. In de partij volgde zw. 3. 46—37, 4. 14—28!, 32x23; 5. 24—20 enz. en wit won. Te vroeg meende Springer's tegenstander een remise te hebben bevochten! Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, (Huize St. Bernardus, Sassenheim) (Zaterdag 20 Februari 1954) DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK De rubriek brengt ditmaal twee help- matproblemen, die ons ter plaatsing wer den aangeboden. De strekking hiervan zal voor verscheidene lezers mogelijk onbe kend zijn, zodat we er een uiteenzetting van geven. Bij deze composities begint zwart. Een strijd ontbreekt, daar wit en zwart broederlijk samenwerken om zwart in het gestelde aantal zetten mat te geven. Dat bij de samenstelling van zulke opgaven grote nauwkeurigheid wordt 'vereist, ligt voor de hand. Zeer interessante proeven zijn op dit terrein reeds geleverd. Dikwijls door verplaatsing of vervanging van een stuk ontstaat een geheel andere oplossing. Als voorbeeld hiervan moge de volgende helpmattweezet dienen van H. Fröberg, eerste prijs Springarn 1952. Wit: Kc4. Dd4. Pa6;. Zwart: Ke8, Df3; f5. Opl. 1. Da3, Pb8. 2. Df8, Dd7ft- Door de dame op f3 te vervangen met T, R. of P. ontstaat telkens een nieuwe oplossing, bijv. 1 Td3, Dg7- 2. Td8, Pc7tt- Met een R. op f3 1 Rc6, Df6. 2. Rd7, Pc7tt- Tenslotte met een P. op f3. 1. Pg5, Dd6. 2. Pf7, Pc7ft. Oplossingen over drie weken Deze gelieve men voor Woensdag 10 Maart in te zenden. Enkele inzenders maken zich de notatie hiervan veel te ge compliceerd. Bij tweezetten is het vol doende de eerste zet aan te geven. De kundige oplosser kan hiermee ook bij drie- zetten volstaan. Voor hen, die nog geen voldoende routine hebben verworven is het aan te raden om daarbij van een paar voorname varianten de beginzet aan *e geven. Bij vergissingen is het voor ons gemakkelijker aan te tonen waar zij het goede spoor gemist hebben. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7099. Jac. Haring. Opl. 1. Pc4—a3 enz. Geschiedt 1. Pd6, dan 1De5:f, of 1- Pd2 1Dhl. No. 7100. Dr E. Palkoska. Opl. 1 Kd5 dreigt 2. Re4f, Kh5: 3. Kd4tt- Na 1 Rd6:, Pa3 en Pa7 ad lib. 2. Rff4, Kd61t, Kc4tt of Kc6ff. Zowel 1. Rg4 als 1- Kf4 worden weerlegd door 1Rd6:. Beide problemen werden goed opgelost door: A. F. v. Asten, te Asten; ir A. Berg- stein, Geleen; G- Bogaers, Tilburg; J. Dickhaut, Nijmegen; F .J. Fokkelman, Hengelo; mr P. C. Goossen, Nijmegen; past. P. v. d. Heijden, Budelschoot; J. A. H. Kersten, Arnhem; M. v. Nieuwstad, Kaatsheuvel; dr R. J. F. Nivard, Nijmegen; M. E. Nordlohne, Leiden; Ob den Camp, Maastricht; Paul Raschdorf, Hannover; J. G. M- Vos, Rijswijk; C. v. d. Weide, R'dam. No. 7099 door mr dr R. Bromberg, Roer mond; A. T. Groïn, Delft; H. Th. v. Goor, Voorburg; W. H. Haring, Schipluiden; T. Jansen, R'dam; F. J. F. Vismans, R'dam. Van 7096 nog te vermelden: C. v. d. Weide, R'dam en van no. 7097 T. Jansen, R'dam; M- v. Nieuwstad, Kaatsheuvel. No. 7105 J. VAN DIJK. De Lier (le plaatsing) Helpmat in 2 zetten No. 7106 J. L. VAN GRIEKEN, Breda (le plaatsing) Helpmat in 4 zetten Het bieden van een slambod in sans- atout wordt vaak in parenwedstrijden toe gepast, omdat een score van 190 punten belangrijker is dan de 180 of 120 punten die men voor het slambod in een kleur begint te noteren. Niettemin wordt deze biedtechmek vaak schromelijk overdreven en regelmatig zie: men paren 6 SA spelen en down gaan, ter wijl zes in een kleur een eenvoudige op gave zou zijn geweest. Een slambod in Sans-Atout moet feite lijk gereserveerd blijven tot die spellen, waarin men of in alle kleuren zeer _S°ed® dekking heeft óf waarin men door één of twee volkomen soliede kleuren de 12 sla gen kan binnenhalen. In de wedstrijd tussen USA en Holland zagen wij een slamspel, dat inderdaad beter in 6 SA gespeeld kon worden dan in 6 in een kleur. De kaartverdeling was de volgende: a 10 2 9V82 O V B 4 3 •T» V 9 B 6 4 O H 10 9 7 A 9 8 7 5 4 9 7 6 4 C? 10 9 7 O 8 6 2 A B 3 2 H B 8 5 3 9 A H 53 O A 5 H 10 Oost was de gever, niemand kwetsbaar. OW boden natuurlijk niets; de Amerika nen EllenbySteen (NZ) boden als volgt: Zuid 1 Noord 2 O, Noord 4 Zuid 4 SA, Noord 5^, Zuid 5 SA, Noord 6 Zuid 6 Noord pas. De betekenis van de biedingen: 3 O-mancheforcing, uiter aard gerechtvaardigd omdat Noord over 1 een bod van 2 heeft kunnen doen. 4 sterke voorkeur voor 4 SA-azen vragen; 5 V, twee azen; 5 SA, heren vra gen, 6 «f>, geen heer. Het eindbod ls wel redelijk, doch niet het beste. Indien de -kleur zeer slecht zit, b.v. 5 schoppens bij West, dan kan 6 niet gemaakt worden, terwijl bij zo'n slecht schoppenzitsel het spel toch altijd nog wel een winstkans heeft in 6 SA. Immers de overige kleuren kunnen nog wel 8 a 9 slagen opleveren, tenminste als er niet afgetroefd kan worden, hetgeen in Sans-atout uiteraard niet het geval ls. De Nederlandse NZ-spelers (Bob Kaiser Filarski) boden als volgt: Zuid 1 Noord 3 O, Zuid 3 V, Noord 3 Zuid 4 SA, Noord 5 SA, Zuid 6 Noord 6 SA, Zuid pas. - tmm Betekenis der biedingen: 3 0, mache- forcing in het Acolsysteem worden lichtere mancheforcings gegeven dan in het Amerikaanse, hetgeen uit dit bod wel blijkt; 3 <^>-tweede kleur; 3 schoppen- steun; 4 SA, geeft aan twee azen en een heer ener geboden kleur en vraagt tevens naar partner's azen; 5 SA, twee azen; 6 A, klaverheer extra en tevens een aanwijzing dat Zuid nog wel iets voor groot-slam voelt; 6 SA, is nu het logische eindbod, daar Noord weet in alle kleuren zeer sterk te zijn. Uit het 6 SA-bod concludeerde Zuid, dat Noord zeker niet over *A, V beschikte, want in dat geval zou Noord aan een contract in de voorkeur gege ven hebben, dan wel groot-slam hebben geboden. Daar Noord evenmin over een zeer sterke ruitenkleur kon beschikken, daar hij in dat geval óók de groot-slam- uitnodlging zou hebben aangenomen (6 moest Zuid thans wel passen. Door het gunstig vallen van de werd aan beide tafels geen enkele slag verloren. De Amerikanen scoorden 1010, de Hollan ders 1020 punten op dit spel, een onbelang rijke winst voor ons team, die echter veel groter had kunnen zijn, als de Amerika nen tegen een slechtere *-verdeling wa ren aangelopen. MIMIR. theorieën zijn afdoende weerlegd, en de „legende" tot historische waarheid ver- Tegen liet einde der maand Februari 1429 verliet 'n kleine ruiterstoet 't Franse stadje Vaucouleurs, aan du Maas, niet ver van Toul. De landwegen wemelden van kwaad volk, rovers, sluipmoorde naars, brandstichters, schenders van kerken en kloosters. Daar, waar het gevaar de stoet het meest be dreigde, dempten doeken om de hoeven der paar den het geluid. Gewa- penden spiedden de om geving af naar mogelij ke hinderlagen. Zij had den een jong meisje in hun midden, het haar geknipt zoals de jongens toen droegen. Een degen hing van haar heup af en zij was geheel in een oorlogsharnas gestoken. „Hoe kunt ge 'n tocht als deze ondernemen, nu het overal wemelt van soldatenvolk?" vroeg haar iemand. „Ik ducht de soldaten niet" luidde het kloeke antwoord. „Mijn weg ligt vóór mij. Messire God zal mij bijstaan, om de Dauphin te bereiken. Daartoe heb ik mij op weg begeven". Die zo sprak, was Jeanne d'Arc, een boerenmeisje uit Domrémy (waar men thans nog haar geboortehuis bezoekt). En de Dauphin, dat was de latere Fran se koning, Karei VII, omsingeld door de Engelsen, die een groot deel van Frankrijk onder de voet gelopen had den. De 17e Juli 1429 werd hij gekroond in de kathedraal van Reims; Jeanne d'Arc hief haar standaard boven hem uit! Haar zending was geslaagd. De geschiedenis ls bekend; Twee jaar later, de 30e Mei 1431, een Woensdag, vlamde de brandstapel op te Rouen, daar, waar thans een gedenkplaat op de Oude Markt te kennen geeft; „Hier werd Jeanne d'Arc verbrand", het hei lige meisje, dat haar vaderland aan be zetters ontrukte, die er niets te maken hadden. Zij was in handen der Engelsen ge vallen, die er het grootste belang bij hadden „de Maagd van Orléans", de verpersoonlijking van 't Franse vader land, een smadelijke dood te doen ster ven. Een politiek proces moest haar schuld uitwijzen; het vonnis stond al vast, eer één zitting begon! Bedreigingen, bang makerij, gevangenschap, kerker, boeien, bedoelden Jeanne er toe te brengen haar zending ten gunste van de Franse koning te verloochenen. In derdaad: „tegen dit proces zijn ernsti ge bezwaren in te brengen", stelt een niet-katholiek geleerde in een Neder landse encyclopedie. Haar wonderbare tussenkomst, die de krijgskans in het voordeel van haar vaderland deed keren, moest voor dui velswerk doorgaan. Vreemd: terwijl aan een staak bij de brandstapel het waarom der marteling was gespijkerd: „Afvallige, ketterse, Godslasteraarster" liet men het weerloze slachtoffer niettemin aan de ochtend van die 30e Mei tot de Heilige Communie toe! De rechters verloochenden daardoor prae- tisch hun eigen vonnis! Des avonds zwierf de beul door de straten van Rouen, de voorbijgangers verzekerend, dat zijzeive èn'hij verlo ren waren „want wij hebben een Hei lige verbrand" Weinig figuren uit de geschiedenis zijn zo verschillend beoordeeld als „la Pucelle", „de Maagd", wier voorspel lingen in vervulling gingen zelfs die over haar eigen gevangenneming en die een aarzelende en wankelmoedige dauphin tot koning wist te doen kro nen. Haar eigen landgenoot, de karak terloze Voltaire, verguisde haar in een spotdicht (gebrandmerkt als „schanda lig" in de literatuur) en aanvankelijk, achter „honderd sleutels" bewaard. Later maakte Anatole France twee zware delen over haar vol (1927), waar door hij eens te meer bewees, dat men onderlegd kan zijn in psychiatrie en neurologie en nog een heleboel dingen méér, zonder ook maar enigszins voor heiligheid open te staan: een ongelovi ge kan evenmin over bovennatuurlijke voorvallen schrijven als een dove over een symphonie. De Engelse schrijver, Bernard Shaw, wist het zelfs klaar te spelen zie ons blad d.d. 13.2.'54 de Heilige als de eerste Protestant uit te beelden, die God boven de H. Kerk stelde, terwijl zij zich juist bij herhaling op de Paus beriep, dan wel op een algemene kerk- vergadering. Dit is nu niet bepaald een geste, die in Protestantse kringen bijzonder ge waardeerd zou worden! De „laagharti ge, politieke konkelarij, op touw gezet door de Engelsen" (het proces van 1431) wordt door Shaw beschreven als gold het een zitting yan een onfeilbare kerk vergadering. Het komt ons vooralsnog veiliger voor, wat de heiligheid van „de Maagd" betreft, liever op de Paus te vertrou wen, die haar in 1920 canoniseerde, dan op een cynische godloochenaar als Bernard Shaw. Deze heer had zich, bij het schrijven van zijn drama, de woor den uit „Hamlet" voor ogen moeten stellen: „There are more things in heaven and earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy!" „Daar is meer in de hemel en op aarde, vriend Horatio, dan waarvan uw wijsheid droomt". Wij voor ons waarderen Schiller's ro mantische tragedie: „Jungfrau von Or- heven". Dezer dagen zal Shaw's drama, nu onder een Engelse regisseur, opnieuw voor het voetlicht komen. Katholieke bezoekers zullen er goed aan doen, te voren het onlangs verschenen werk na te gaan, dat het pro- ces-van-eerherstel weergeeft („Vie et Mort de Jeanne d'Arc"; Régine Per- noud. Hachette, Paris; 1953). De geleer de schrijfster, Madem. Pernoud, geldt als een uitermate vakkundig beoor delaarster, die ons de Heilige, aan de hand van tientallen, beëdigde getui genissen veelszins van tijdgenoten tekent, gelijk zij werkelijk was, niet de verwrongen caricatuur van het „proces". Eén der getuigen heeft verklaard: „Jeanne wilde zich onderwerpen aan de Paus, ja, zij heeft zich met name op de Paus beroepen. Maar, tegen alle gel dende regelen in, heeft men dit beroep niet in de stukken (van het proces) op genomen". Een andere getuige: „Ik herinner mij heel goed, dat Jeanne zich beriep op onze „Seigneur le pape" (pag. 221). Nog een andere: „In mijn tegenwoor digheid heeft Jeanne zich steeds onder worpen aan het oordeel van de Paus en van de Kerk. Op uitdrukkelijk bevel van Cauchon (bisschop van Beauvais, die zich door het proces een trieste naam verwierf) werd dit beroep noch uitgevoerd, noch vastgelegd in de stuk ken". Hém voegde Jeanne toe: „U laat wèl noteren wat tegen mij pleit, niet wat vóór mij pleit". De lezing van het door ons genoem de boek, ontneemt aan Shaw's opzet, als zoude de H. Jeanne d'Arc „de eerste Protestant" geweest zijn, volkomen allo grond Frankrijk's nationale Heilige: de Maagd van Orleans leans" hoger 's dichters lievelings werk! omdat hij, op zijn (onhistori sche) wijze, de „Pucelle" wilde ver dedigen tegen het schandstuk van Vol taire. Het allerergste maakte 't een Fran se schrijver uit de tegenwoordige tijd, Jean Grimod, die stelde, lo. dat niet de Heilige werd verbrand op de Place-du- Vieux-Marché te Rouen, maar iemand anders, en, 2o. dat zij niet het eenvou dige boerenmeisje uit Domrémy was, maar iemand met koninklijk bloed in haar aderen! Prof. mr J. v Hamel, geen katholiek, stelde daartegenover in een niet-katho liek weekblad: „Aanstonds mag even wel verklaard, dat, bij behoorlijk on derzoek, van deze bewering niets is overgebleven". En de liberale N.R.Ct. van 13 Juni '52 besloot een studie ter zake aldus: „Grimod geeft blijk van ontstellend gebrek aan kennis. Zijn 1. Allen wel eens gehoord van „Goe- ree", op het Zuidholl. eiland? De naam betekent natuurlijk: „Goede rede?" 2. Te Heenvliet (Z.H.) bezit de Am bachtsheer „het zwanerecht"? 3. Waar bevindt zich wel de grootste haven (310 ha) der gehele aarde? 4- Een waar moeten we ter wereld wel de grootste sluis zoeken? 5. Welk kanaal is langer: de Nieuwe Waterweg of het Noordzeekanaal? 6. Wat verstaat u onder: „normaal- spoor", beide voor trein en tram? 7. Waar bevindt zich de grootste en modernste mijn van heel Europa? 8. Het Marsdiep (Tessel-Den Helder) bij onze oorlogshaven, heet bepaald wel naar de oorlogsgod Mars? 9. Heeft Geldrop (N.B.) iets met „drop" te maken? Met zoutedrop of katjesdrop 10. Hoe hoog is de hoogste toren van Amsterdam? „Hoe verlang ik er naar deze aantrekkelijke heilige te mogen uitroepen als voorbeeld en be schermer der christelijke jeugd!" Woorden van Paus Pius X die dit jaar zélf onder het getal der Heiligen zal worden opgenomen. Dus: woorden van een Heilige over een Heilige. „Sint Gabriël del Addolorata!" „Gabriël" heette hij pas later. Gedoopt werd hij als Franciscus nogal makkelijk te verklaren: hij aanschouwde te Assisi het le venslicht. - „Gabriël" „Man Gods" „Vertrouweling Gods" we kennen Hem allemaal uit het Evangelie op Maria Boodschap: „In die tijd werd de Engel Ga briël door God gezonden naar Nazareth". Door Gabriël leerden we dus het mysterie der Mens wording kennen. En „Addolora ta?" Dat is een Italiaans woord. Tn Nederland zeggen we: „De Moeder van Zeven Smarten". Wanneer we zijn levensbe schrijving lezen, voelen we ons eerlijk gezegd, haast als teleur gesteld. Geen wonderbare ver schijningen. Geen boodschappen aan de H. Vader. Geen opvallen de wonderwerken. Niets van dit alles! De H. Gabriël is Heilig gewor den.... door de kloosterregel nauwgezet in acht te nemen en de plichten van zijn staat naar behoren te vervullen. Ziedaar, zo dunkt het ons, de sleutel tot zijn verheven leven. Net als die heilige Capucijn, broeder Konrad: eenvoudig zijn plicht gedaan. Franciscus Possenti ging als jongeman graag keurig gekleed. Hij maakte veel werk van zijn kapsel. Hij bezocht het theater. En, als hij een standje kreeg, werd hij kwaad! Vóór alles was hij godsdienstig en edelmoedig. Zijn medeleerlingen mochten hem graag en zijn leraren ook. (Slot volgt). 1. Het woord „mode-ramen" heeft in derdaad met „mode" weinig te maken. In de Hervormde kerk is het een „lichaam", dat met gezag optreedt naar buiten. 2. De Nieuwe Kerk te Amsterdam is nimmer een toren rijk geweest. 3. Twee Raadpensionarissen: Jan de Witt; Schimmelpenninck. De eerste: ambtenaar der Staten van Holland. De tweede: bijna een president! 4. Indien Willem I, de koopman-ko ning, geen vorst was geweest, zou hil stellig een befaamd bankier of fabri kant geworden zijn. 5. De eerste stoomboot, die in Neder land aankwam (1816), voer via Vere naar Rotterdam (De „Defiance"). 6. De „Sint Nicolaasavond" werd ge schilderd door Jan Steen (Rijksmu seum). 7. Onder de herkauwers bezit de ka meel geen boekmaag. 8. „Scheepskamelen" heetten toestel len om zwaargeladen schepen over on diepten heen te brengen. 9 De „IJzeren Gouverneur Generaal" was J. P. Coen. 10. „Je maintiendrai, Nassau" stond onder de befaamde „apologie" (verdedi ging) van Prins Willem I. Heel, heel lang geleden was Rome, waar onze Heilige Vader de Paus woont, nog niet zo groot als tegen woordig. De stad werd dikwijls door vijanden aangevallen. De Romeinen trokken dan naar een sterk kasteel, een vesting zullen we maar zeggen die boven op een heuvel was gelegen. Die heuvel was wel vijftig meter hoog en niet zo groot als andere heuvels in Rome. Hij heette: het Capitool. Toen de vesting door woeste mannen uit Gallië werd aangevallen, kregen de soldaten van Rome het erg moeilijk. Er was haast geen eten meer. En er werd al over gedacht het Capitoo) aan de vijanden le geven. De Galliërs merkten heel goed, dat het kasteel zwak stond. Op zekere nacht besloten ze naar bo ven te klimmen. Heel, heel zacht; zelfs de waakhonden begonnen niet te blaf fenen die horen scherp. De Romeinse schildwacht was van honger en narigheid in slaap gevallen. Die hoorde ook niks. Maar, opeens, een gesnater, een geklap van sterke vleu gels: de ganzen van het Capitool wa ren wakker geworden! Dit waren „hei lige" ganzen, die niemand mocht op eten. De Romeinse soldaten vlogen over eind, naar de muren. Nog juist bijtijds om de Galliërs terug te slaan. De „domme ganzen" hadden het Capitool gered! Weinig steden zijn in onze geschie denis zo vermaard als Den Briel, waar van Joh. H Been zeide: „Al ligt het daar verlaten, aan Hollands Wester- strand, het heeft zijn naam doen klinken, door heel ons vaderland Minder bekend is de eigenlijke be tekenis van de naam „Briel". Vroeger meende men wel, dat het woord: brede hel" zou betekenen, naar een oude Rijnmond. Maar: hoe komen we dan aan Den Briel, mannelijk want „hei" is vrouwelijk? Neen, de naam: briel, breul, bruhl, bruii, enz. werd gegeven aan zekere lage- enigszins vochtige, in meer of mindere mate met houtgewas be groeide, en voor het weiden yan vee geschikte plaatsen. Later zijn deze oorden dan, door drooglegging, meer bewoonbaar gemaakt. De vorm: ,»Brielle" komt in de oudste bescheiden zo goed als nooit voor. Reeds in 1330 lezen we: „den Briel". En zeker werd de 1 zelden verdubbeld; tot aan het begin der XVe eeuw slechts een enkele maal. In Vlaanderen (B.) komt de naam „Briel" veel meer .voor dan hier te lande (buurtschap bij Princenhage). Haagse hopjes wie kent ze niet aldus genoemd naar Jacob Hop, van 1773 tot 1794 gezant aan ons Hof na mens de Oostenrijkse Nederlanden- Maar heeft Den Haag zijn hop, Hoorn niet minder! Op de kaart van Neder land wijzen we het Hoornse hop aan, de inham van het IJsselmeer bij Hoorn (=- Hoek). Heeft dit „hop" nu ook iets met de bekende ulevellen te maken? „Natuurlijk niet!" Prachtig, maar: wat betekent 't dan? Het is een „Fries" verschijnsel, en in het IJslands heel gewoon: „hop" be tekent daar: inham, baai, „het Diep", bocht. Onze beroemde Van Dale ver meldt: „inham". Gelderland, Overijssel, Brabant en Limburg wemelen van „horsten": Huls horst- Nljhorst, Horst, Riethorst. Maar in Zuid- en Noord-Holland komt „horst" slechts weinig voor. De Engel sen hebben hun „hurst" We kennen de horst, het hoge, wei nig toegankelijke, ruige nest van grote- of roofvogels. Speelt dat hier eveneens? Nu, met zekerheid is zulks moeilijk vast te stellen. In de plaatsnaam „Ooievaarshorst" wel; in „Kraaien horst" is het: bos, begroeide hoogte. Misschien duidt ..horst" meestal op een moeilijk toegankelijke, begroeide hoog te, of heuvel, in het vlakke polderland weinig voorkomend)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 6