WBR30NG
Eff QU
i iwl
KLEIN SLAM SANS-ATOUT
De H. Jeanne d'Arc rijdt
naar haar koning
DE HEILIGE VAN DE WEEK
IIET GRABBELTONNETJE
Problemen rond de regisseur
m o
tH U
Vliegveld Ameland
wordt uitgebreid
Van wie is die klok?
wMÉH?
Wb iü
BRIDGE-R UBRIEK
FEBRUARI 1429:
Tien nieuwe vragen
H. Gabriel delAddolorata
Vorige vragen
beantwoord
Bij enkele plaats
namen
Hans van Bergen
DOCTORAAL IN HET
SANATORIUM
'm 'mm n
m m m e
jÊjtats
o g
mjrwymjm
n m s is<
1
J tTST
m mm* o
o" s m m #3
m m r<> m o
's a'n m 0
m OJ5J
rj p s o 0
'o q.g-CLü
m
WV°
m, 0 m t> 8
i tg rj
0 '0, a
■■j q n s'
m 0 m m g
O 2.. 2,. 22. SiTW
n
CORRESPONDENTIE-ADRES-
POSTBUS 8, HILVERSUM
Den Briel: brede hel?
Hopjes bij Hoorn?
Waarom zo weinig „borsten"
in het Lage Land?
lïo-l
FAGlUr» O
Een van onze eerste en steeds terug
kerende kosten geldt meestal de re
gisseur.
Een bekwaam regisseur is van onschat
bare waarde voor een vereniging. Daar
om mogen wij gerust een vrij grote post
voor een dergelijke kracht uittrekken.
Doch, hoewel er door allerlei regie
cursussen, die er tegenwoordig gegeven
worden, zich steeds meer bekwame re
gisseurs aandienen, blijft hun aantal zeer
beperkt, zodat het onmogelijk is, dat
iedere vereniging over een betaalde re
gisseur beschikken kan.
Andere verenigingen zijn het nog
steeds niet met ons eens, dat de toneel-
beoefening een liefheoberij is, die ons
gerust wat kosten mag, zoals iedere lief
hebberij ons geld kost en in het bijzon
der die liefhebberijen, waardoor wij ons
zelf ontwikkelen en geestelijk verrijken,
waaronder toch ook de toneelbeoefehing
valt. Zij hebben er eenvoudig het geld
niet voor over, om zich door een bekwa
me regisseur te laten leiden.
Zodoende ..modderen" nog heel wat
verenigingen maar zo'n beetje aan (of
doordat zij geen goede regisseur kunnen
vinden of doordat zij het geld er niet
voor over hebben).
Dergelijke verenigingen kin men het
best vergelijken met een klas vol leer
lingen zonder onderwijzer. De pienterste
jongen wordt dan uitgezocht om voor
onderwijzer te spelen. Maar ook voor
hem is de te behandelen les nog volko
men een vraagteken. Maar hij probeert
er van te maken wat er van te maken
valt. Uit een groot vreemd leerboek spelt
hij de nog nooit gehoorde letters voor en
de hele klas spelt hem de letters na U
begrijpt de resultaten, waar hier de ene
blinde de andere leidt.
Er bestaan verenigingen, die hierop
een uitzondering maken. Namelijk die
verenigingen, die onder haar leden wel
degelijk een bekwame regisseur bergen.
Maar dit behoort tot de uitzonderingen.
Aan een bekwame regisseur worden
zeer vele en hoge eisen gesteld. Hij moet
een leider zijn; over een zeer behoorlijke
ontwikkeling beschikken; hij moet an
deren iets mee kunnen geven en bijbren
gen; hij moet een zeer gezonde smaak
hebben; hij moet een kunstzinnig mens
zijn en over de nodige ervaring beschik
ken.
Juist deze ervaring is van het hoogste
belang. En hiermee wordt niet alleen
toneelervaring bedoeld, maar vooral ook
levenservaring. Want op het toneel moe
ten mensen uit het volle werkelijke leven
worden uitgebeeld. Hij moet dus in ze
kere mate psycholoog zijn, dit is iemand,
die de diepste motieven van 's mensen
handelingen doorschouwt en de juiste
reacties hierop weet te bepalen.
Wat hij volgens mij niet beslist nood
zakelijk behoeft te zijn, dat is; zelf to
neelspeler.
Dat klinkt misschien wat vreemd, maar
nader beschouwd, is het niet zo vreemd.
Een regisseur moet kunnen uitleggen,
leraar zijn dus. Hij moet de juiste rich
ting aan kunnen geven, een leider zijn
dus. En hij moet precies de fouten kun
nen onderkennen, criticus zijn dus. En
dit is naar mijn mening wel het eerste,
dat van een regisseur vereist wordt, dat
hij een goed criticus is Naar zijn aan
wijzingen en opmerkingen moeten de
spelers de juiste weg kunnen vinden. AU
zijn regie louter zou bestaan uit voor
spelen, dan zouden de spelers marionet
ten wórden, afgietsels van de regisseur.
En dit is zeker volkomen fout! Iedere
speler moet zich zelf blijven, zich zelf
geven. Dan maar liever iets minder, dan
een ander nagespeeld.
Daarom behoeft een regisseur zich
tijdens de repetities niet noodzakelijk
op het toneel te bevinden. H(j kan
rustig zijn aanwijzingen geven vanuit
de zaal, zonder dat hij ooit zelf de plan
ken beklimt. Hij moet een speler tot
nadenken brengen, tot inzicht, tot zeif-
spel, tot het zich voortdurend zelf cor
rigeren van zijn fouten.
Zo vormt de regisseur de speler, zon
der dat hij zelf misschien speler is.
Ik heb zelf eens kinderen geregis
seerd. Het betrof hier een Passie-spel
en een Kerstspel. De tekst van het Pas
siespel lag vrijwel boven het bevattings
vermogen van de jeugdige spelers. Ik
heb het ze daarom voor moeten spelen.
Ze speelden het me feilloos na. De voor
stelling werd ogenschijnlijk een succes.
Nog nooit had men kindertjes zo ont
roerend zien spelen. Het succes was in
mijn ogen totaal waardeloos. De kin
dertjes waren marionetten. Ik behoefde
maar het eerste woord te zeggen en
hun spel liep van een leien dakje zon
der dat daar iets van henzelf bij was.
Perfecte kleine aapjes, die zelf niets
van de tekst en het spel begrepen.
De tekst van het Kerstspel daaren
tegen was van een kostelijk kinderlijk
gehalte. Ik liet de jeugdige spelertjes
daarom maar op de repetities begaan.
Ik deed hun nooit wat voor. Ik leidde
slechts HUN spel in goede banen. Zij
genoten er geweldig van. En het pu
bliek en ik genoten tijdens de voorstel
ling niet minder. Tijdens deze voor
steling stonden de kindertjes ZELF op
het toneel in al hun kinderlijke onbe
vangenheid en onschuld. Geen enkel ge
baartje of stembuiginkje was van mij.
Kijk, dat was waardevol. Daar hadden
de kindertjes zelf wat aan. Dat spel be
tekende voor hen een stuk vorming.
En toch bestaat ook heel dikwijls het
spel van de grote amateurspelers uit
louter nadoen van de regisseur, zonder
dat daar iets van henzelf bij is. Een
grote onvergefelijke fout van de regis
seur.
Een bekwaam regisseur is van on
schatbare waarde. Maar waar haalt
men een dergelijk man vandaan? In een
volgend artikel hoop ik U enkele waar
devolle tips hieromtrent en tevens over
het regisseren zelf te kunnen geven.
N.a.v. m\jn vorig artikel over „Cri-
tiek in de krant" werd mij de opmer
king gemaakt, dat de critieken dikwijls
zo weinigzeggend zijn. Een herhaling
van de inhoud van het spel en verder
een opsomming van de namen van de
spelers, die zich dan „duchtig van hun
taak gekweten hebben". Met een der
gelijke nietszeggende critiek wordt dan
drie-kwart kolom gevuld.
Maar zult U hiervan niet heel veel
de oorzaak bij Uzelf moeten zoeken?
De criticus kent Uw „fijngevoeligheid",
waar het de waardering van Uw capa
citeiten betreft. Hij wil U daarom spa
ren en van de andere kant U toch het
genoegen verschaffen van drie-kwart
kolom in de krant.
Zegt U hem dan. dat U niet. gespaard
wilt worden. Dat hij eerlijk zijn mening
mag zeggen. Dat U iets wilt leren van
zijn critiek. Dat U op de eerste plaats
au serieux genomen wilt worden. Dat
U samen met hem opbouwend werk
wilt verrichten.
(Van onze Haagse redactie)
Het „vliegveldje" te Ameland, dat 300
bij 300 meter groot is, zal worden uitge
breid tot een grootte van 900 bij 900
meter. Het zal dan in het vervolg moge
lijk zijn gedurende de tijd, dat het eiland
door het ijs geïsoleerd is, de verbinding
met Dakota's te onderhouden. Thans is
men uitsluitend aangewezen op lichte
vliegtuigen piper cubs die maar een
zeer beperkte vervoerscapaciteit hebben.
Zoals men weet lopen B. en W. van
Ameland met plannen rond om een vlieg
tuigje aan te schaffen. Gedeputeerde Sta
ten, zo vernemen wij, zouden dit plan
wel willen goedkeuren, mits een rede
lijke oplossing voor de dure exploitatie
gevonden kan worden. Thans worden be
sprekingen gevoerd met de luchtmacht.
De bedoeling is dat in tijden van nood
de luchtmacht het vliegend eigendom van
de gemeente Ameland zal bemannen.
(Van onze correspondent)
Een merkwaardige vondst is negen jaar
na de bevrijding in Apeldoorn gedaan,
dat sterk doet herinneren aan de bezet
tingstijd. In een van de magazijnen van
de dienst van gemeentewerken aldaar,
heeft men dezer dagen eeo kerkklok aan
getroffen, waarop een label hing met het
opschrift: „Alphen, P R.K. 3/12 C".
De klok draagt het randschrift „Soli Deo
Gloria" en is 32 cm hoog, inclusief beu
gels 44 cm en heeft een diameter van
42 cm.
Een informatie bij het gemeentebestuur
van Alphen aan de Rijn heeft de eige
naar van de klok niet aan het licht ge
bracht. Of een van de andere gelijkna
mige gemeenten in Brabant of Gelder
land de eigenaresse van de klok zal blij
ken is niet bekend. In elk geval is de
klok afkomstig van de bekende Duitse
kerkklokkenroof.
Voor het eerst is in het studentensana-
torium te Laren, waar het aan t.b.c.-
patiënten wordt mogelijk gemaakt, hun
universitaire studies op het ziekbed voort
te zetten, een ingenieur afgestudeei-d, na
melijk de heer W. Willems te Amsterdam,
die als werktuigkundig ingenieur na zijn
herstel, het sanatorium zal verlaten. In het
sanatorium zijn wel reeds juristen en me
dici afgestudeerd.
De heer Willems begon zijn studie aan
het sanatorium in 1946. Het is gebleken
dat het studeren in het sanatorium in ver
gelijking met het studeren op de univer
siteit geen of slechts een minimale ver
traging oplevert. Het tempo, waarin de
patiënten afstuderen is uiteraard wel af
hankelijk van de stadia, waarin hun ziek
ten verkeren. Velen, ook de heer Willems,
komen gereed tegen het tijdstip dat zij het
sanatorium gaan verlaten.
sKigï wm ast
No. 1972. 20 Februari 1954
Redactie: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
OPLOSSINGEN
No. 2782. (Scholtes). Op zw. 28—33 na
wit's 4944 zou volgen 3732, 24, 29, 11,
44 enz. w. Een keurig mozaiekje.
No- 2783. (Scholtes). Wit 31, 48-42, 44,
25—20, 41, 32, 5, 40, 2 (19), 24 (23), 33 (10A),
15, 33, 38, 15 wint. Op A zw. 4, wit 22, 33
enz. wint. Jammer is de neven-opl. door
direct 31 en 25—20, slaat zwart nu eerst 25,
dan wit 48—43 en 38—32 enz., en slaat
zwart eerst 31 dan wit eerst 32 en daarna
4843 met dam op 3.
No. 2784. (v. d. Boogaard). Wit 37. 31,
44, 15, 30, 33, waarna de eindstand van
Visser is ontstaan met winst door zw. 39,
wit 40 (28), 46—1 (36), 37 (33), 42 (39) en 38!
No. 2785. (Leo Springer). Wit 50, 45, (1),
16—32A, zw. 2—7 gedw., 21! (6—11 gedw.),
16!! nu volgt op (zw- 6), 1 enz.; en op
zw. 17 volgt 2 (6), 11 wint. Hier kon wit
ook alle andere vakken van de diagonaal
16 tot 49 innemen, behalve veld 21, want
daarop mag hij pas arriveren na één
tempo te hebben verloren. Dit lijkt in
strijd met de „scherpe regels", zoals deze
voor het construeren zijn opgesteld, maar
dat is het hier o.i. niet, omdat dit zuiver
een gevolg is van de bord-mogelijkheden.
Een moeilijkheid, die Blankenaar ook
kende, o.a. in zijn kleinste eindspel bij de
tweede zet. Wel is het jammer, dat de een
voudige neven-opl. door 2213, 8 bij de
constructie is overzien.
VOOR DE LADDERWEDSTRIJD
No. 2805
A. STUURMAN,
Schiedam
"72*Wpp
M
I 0 S 0-
OP
Stand: Zw. 6, 9,
10, 14, 20, 22—24,
26—28, 31. Wit 11,
17, 25, 33, 34, 37, 39,
41—43, 47, 49. Wit
speelt en wint.
(2e publ.)
No. 2807
LEO SPRINGER,
Den Haag
a m m 4
j "1 vj 8
'O'S O O
8 'M O I
No. 2806
J. v. d. BOOGAARD
Nuland
Stand: Zw. 4, 12—
14, 18, 20, 21, 22, 27,
36. Wit 25. 30, 32, 35,
38, 39, 45, 47—49.
Wit speelt en wint.
Eindspel uitwerken.
(Ie publ.)
No. 2808
B. SPRINGER,
Den Haag
O 8 8
i mjjjk m
IMJ
Stand: Zw. 12, 36, Stand: Zw- 7, 14,
D 4, D 15. Wit sp. speelt en forceert
de winst, 'n Prach-
en forceert de wins, tig miniatuurtje van
(le publ.) de oud-wereldkam
pioen.
De oplossingen van deze vraagstukken
worden gaarne ingewacht tot uiterlijk
3 Maart a.s. aan het boven deze rubriek
vermelde adres.
In probleem no. 2803 in de vorige rubriek
staat een zwarte schijf te veel op veld 17.
Deze behoort verwijderd te worden, want
anders is de overblijvende eindstand
remise.
UITSLAG DECEMBER-SERIE
Ladder-wedstrijd
De vier prijzen van 2,50 voor de in de
maand December ter oplossing gegeven
vraagstukken vielen volgens de stand van
de puntenlijst ten deel aan de heren: H.
M. Kipping en M. Uzeel, beiden te 's-Her-
togenbosch; C. A. v. d. Pol te Eerde (N.B.);
H. Garrelts te Amsterdam, resp. met 72, 72,
68 en 57 punten.
De puntenlijst van de deelnemers ziet er
nu als volgt uit: Th. A. Romeyn (54), Rot
terdam; G. H. W. v. d. Most (53), Rotter
dam; M. Rombouts (52), Rotterdam; H.
Keukens (48U) Rotterdam; Leo Springer
(48), Den Haag; H. P. J. Goesens (46)
Geleen; K. H. Hoekstra (45), Amsterdam;
J. Smeets (41), Noordwijkérhout; W. A.
Mol (38), Pijnacker; L. W. Scholtes (37),
Den Haag; R. Goedings (35), Haarlem; S.
Korpershoek (30), Vlaardingen; F. C. de
la Roy (28), Den Haag; O. G. v. Veen (27),
Breda; A. Wouters (26), Amsterdam; M.
Suyskens (25), Den Bosch; M. W. Diels (23),
Dreumel; dr K. Venema (23), Den Haag;
C. v. d. Weide (23), Rotterdam; H. J. van
Alphen (20), Rotterdam; J. A. M. Brouwer
(20) Delft; F. H. Tusveld (19), Den Haag;
A- Buyen v. Weelderen (14'2). Delft; J. v.
Berkum (12), Noordwijkérhout; L. P. de
Caluwe (11), Wateringen; A. v. Beek (10),
Schiebroek; J. Pennings (9), Den Bosch; C.
H. Blokzijl (8), Amsterdam; dr R. J. Nivard
(3), Nijmegen.
UIT EEN SIMULTAAN-SéANCE
Onderstaand fragment kwam voor in een
door de oud-wereldkampioen B. Springer
gegeven simultaan-séance.
Stand no. 2798
Stand: Zw. 15, 39, D 46. Wit 8, 24, 42,
D 35. Wit (Springer) aan zet.
Wit speelde 8—3!! dreigt winst door
325, want bijv. op zw. 1. 4628 zou vol
gen 2- 3—25, 28—33; 3. 25x48, 33x20; 4.
48—25, 20x47; 5. 35—24 enz. wint, terwijl
op 1 zw. 532 zwart evenmin kan 6nt-
snappen wegens 2. 3549!, 3216 gedw. 3.
42—38, 16x43; 4. 49x16, 39—44; 5. 16-49!,
44—50; 6. 49—44, 50x20; 7. 3x25 wint. Zwart
is dus wel gedwongen tot 1. 3943; 2.
42—38!!, 43x32; 3. 3—14 en zwart staat mat.
Op 15—20 volgt 4. 14x37, 46x30 roet 5.
35x15. Op zw. 3. 32—38 volgt 4- 14—23,
46x30; 5. 35x47 wint. In de partij volgde
zw. 3. 46—37, 4. 14—28!, 32x23; 5. 24—20
enz. en wit won.
Te vroeg meende Springer's tegenstander
een remise te hebben bevochten!
Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
(Huize St. Bernardus, Sassenheim)
(Zaterdag 20 Februari 1954)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
De rubriek brengt ditmaal twee help-
matproblemen, die ons ter plaatsing wer
den aangeboden. De strekking hiervan zal
voor verscheidene lezers mogelijk onbe
kend zijn, zodat we er een uiteenzetting
van geven. Bij deze composities begint
zwart. Een strijd ontbreekt, daar wit en
zwart broederlijk samenwerken om zwart
in het gestelde aantal zetten mat te geven.
Dat bij de samenstelling van zulke opgaven
grote nauwkeurigheid wordt 'vereist, ligt
voor de hand. Zeer interessante proeven
zijn op dit terrein reeds geleverd. Dikwijls
door verplaatsing of vervanging van een
stuk ontstaat een geheel andere oplossing.
Als voorbeeld hiervan moge de volgende
helpmattweezet dienen van H. Fröberg,
eerste prijs Springarn 1952.
Wit: Kc4. Dd4. Pa6;. Zwart: Ke8, Df3; f5.
Opl. 1. Da3, Pb8. 2. Df8, Dd7ft- Door de
dame op f3 te vervangen met T, R. of P.
ontstaat telkens een nieuwe oplossing, bijv.
1 Td3, Dg7- 2. Td8, Pc7tt- Met een R. op
f3 1 Rc6, Df6. 2. Rd7, Pc7tt- Tenslotte met
een P. op f3. 1. Pg5, Dd6. 2. Pf7, Pc7ft.
Oplossingen over drie weken
Deze gelieve men voor Woensdag 10
Maart in te zenden. Enkele inzenders
maken zich de notatie hiervan veel te ge
compliceerd. Bij tweezetten is het vol
doende de eerste zet aan te geven. De
kundige oplosser kan hiermee ook bij drie-
zetten volstaan. Voor hen, die nog geen
voldoende routine hebben verworven is
het aan te raden om daarbij van een paar
voorname varianten de beginzet aan *e
geven. Bij vergissingen is het voor ons
gemakkelijker aan te tonen waar zij het
goede spoor gemist hebben.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7099. Jac. Haring. Opl. 1. Pc4—a3
enz. Geschiedt 1. Pd6, dan 1De5:f,
of 1- Pd2 1Dhl.
No. 7100. Dr E. Palkoska. Opl. 1 Kd5
dreigt 2. Re4f, Kh5: 3. Kd4tt- Na 1
Rd6:, Pa3 en Pa7 ad lib. 2. Rff4, Kd61t,
Kc4tt of Kc6ff. Zowel 1. Rg4 als 1- Kf4
worden weerlegd door 1Rd6:.
Beide problemen werden goed opgelost
door: A. F. v. Asten, te Asten; ir A. Berg-
stein, Geleen; G- Bogaers, Tilburg; J.
Dickhaut, Nijmegen; F .J. Fokkelman,
Hengelo; mr P. C. Goossen, Nijmegen;
past. P. v. d. Heijden, Budelschoot; J. A.
H. Kersten, Arnhem; M. v. Nieuwstad,
Kaatsheuvel; dr R. J. F. Nivard, Nijmegen;
M. E. Nordlohne, Leiden; Ob den Camp,
Maastricht; Paul Raschdorf, Hannover; J.
G. M- Vos, Rijswijk; C. v. d. Weide, R'dam.
No. 7099 door mr dr R. Bromberg, Roer
mond; A. T. Groïn, Delft; H. Th. v. Goor,
Voorburg; W. H. Haring, Schipluiden; T.
Jansen, R'dam; F. J. F. Vismans, R'dam.
Van 7096 nog te vermelden: C. v. d.
Weide, R'dam en van no. 7097 T. Jansen,
R'dam; M- v. Nieuwstad, Kaatsheuvel.
No. 7105
J. VAN DIJK. De Lier
(le plaatsing)
Helpmat in 2 zetten
No. 7106
J. L. VAN GRIEKEN, Breda
(le plaatsing)
Helpmat in 4 zetten
Het bieden van een slambod in sans-
atout wordt vaak in parenwedstrijden toe
gepast, omdat een score van 190 punten
belangrijker is dan de 180 of 120 punten
die men voor het slambod in een kleur
begint te noteren.
Niettemin wordt deze biedtechmek vaak
schromelijk overdreven en regelmatig zie:
men paren 6 SA spelen en down gaan, ter
wijl zes in een kleur een eenvoudige op
gave zou zijn geweest.
Een slambod in Sans-Atout moet feite
lijk gereserveerd blijven tot die spellen,
waarin men of in alle kleuren zeer _S°ed®
dekking heeft óf waarin men door één of
twee volkomen soliede kleuren de 12 sla
gen kan binnenhalen.
In de wedstrijd tussen USA en Holland
zagen wij een slamspel, dat inderdaad
beter in 6 SA gespeeld kon worden dan
in 6 in een kleur. De kaartverdeling was
de volgende:
a 10 2
9V82
O V B 4 3
•T»
V
9 B 6 4
O H 10 9 7
A 9 8 7 5 4
9 7 6 4
C? 10 9 7
O 8 6 2
A B 3 2
H B 8 5 3
9 A H 53
O A 5
H 10
Oost was de gever, niemand kwetsbaar.
OW boden natuurlijk niets; de Amerika
nen EllenbySteen (NZ) boden als volgt:
Zuid 1 Noord 2 O, Noord 4 Zuid
4 SA, Noord 5^, Zuid 5 SA, Noord 6
Zuid 6 Noord pas. De betekenis van
de biedingen: 3 O-mancheforcing, uiter
aard gerechtvaardigd omdat Noord over
1 een bod van 2 heeft kunnen doen.
4 sterke voorkeur voor 4 SA-azen
vragen; 5 V, twee azen; 5 SA, heren vra
gen, 6 «f>, geen heer.
Het eindbod ls wel redelijk, doch niet
het beste. Indien de -kleur zeer slecht
zit, b.v. 5 schoppens bij West, dan kan 6
niet gemaakt worden, terwijl bij zo'n
slecht schoppenzitsel het spel toch altijd
nog wel een winstkans heeft in 6 SA.
Immers de overige kleuren kunnen nog
wel 8 a 9 slagen opleveren, tenminste als
er niet afgetroefd kan worden, hetgeen
in Sans-atout uiteraard niet het geval ls.
De Nederlandse NZ-spelers (Bob Kaiser
Filarski) boden als volgt: Zuid 1
Noord 3 O, Zuid 3 V, Noord 3 Zuid
4 SA, Noord 5 SA, Zuid 6 Noord 6 SA,
Zuid pas. -
tmm
Betekenis der biedingen: 3 0, mache-
forcing in het Acolsysteem worden
lichtere mancheforcings gegeven dan in
het Amerikaanse, hetgeen uit dit bod wel
blijkt; 3 <^>-tweede kleur; 3 schoppen-
steun; 4 SA, geeft aan twee azen en een
heer ener geboden kleur en vraagt tevens
naar partner's azen; 5 SA, twee azen; 6 A,
klaverheer extra en tevens een aanwijzing
dat Zuid nog wel iets voor groot-slam
voelt; 6 SA, is nu het logische eindbod,
daar Noord weet in alle kleuren zeer sterk
te zijn. Uit het 6 SA-bod concludeerde
Zuid, dat Noord zeker niet over *A, V
beschikte, want in dat geval zou Noord
aan een contract in de voorkeur gege
ven hebben, dan wel groot-slam hebben
geboden. Daar Noord evenmin over een
zeer sterke ruitenkleur kon beschikken,
daar hij in dat geval óók de groot-slam-
uitnodlging zou hebben aangenomen (6
moest Zuid thans wel passen.
Door het gunstig vallen van de werd
aan beide tafels geen enkele slag verloren.
De Amerikanen scoorden 1010, de Hollan
ders 1020 punten op dit spel, een onbelang
rijke winst voor ons team, die echter veel
groter had kunnen zijn, als de Amerika
nen tegen een slechtere *-verdeling wa
ren aangelopen. MIMIR.
theorieën zijn afdoende weerlegd, en de
„legende" tot historische waarheid ver-
Tegen liet einde
der maand Februari
1429 verliet 'n kleine
ruiterstoet 't Franse
stadje Vaucouleurs,
aan du Maas, niet
ver van Toul. De
landwegen wemelden
van kwaad volk,
rovers, sluipmoorde
naars, brandstichters,
schenders van kerken
en kloosters.
Daar, waar het gevaar
de stoet het meest be
dreigde, dempten doeken
om de hoeven der paar
den het geluid. Gewa-
penden spiedden de om
geving af naar mogelij
ke hinderlagen. Zij had
den een jong meisje in
hun midden, het haar
geknipt zoals de jongens
toen droegen. Een degen
hing van haar heup af
en zij was geheel in een
oorlogsharnas gestoken.
„Hoe kunt ge 'n tocht
als deze ondernemen, nu
het overal wemelt van
soldatenvolk?" vroeg
haar iemand.
„Ik ducht de soldaten
niet" luidde het kloeke
antwoord. „Mijn weg ligt vóór mij.
Messire God zal mij bijstaan, om de
Dauphin te bereiken. Daartoe heb ik
mij op weg begeven".
Die zo sprak, was Jeanne d'Arc, een
boerenmeisje uit Domrémy (waar men
thans nog haar geboortehuis bezoekt).
En de Dauphin, dat was de latere Fran
se koning, Karei VII, omsingeld door
de Engelsen, die een groot deel van
Frankrijk onder de voet gelopen had
den. De 17e Juli 1429 werd hij gekroond
in de kathedraal van Reims; Jeanne
d'Arc hief haar standaard boven hem
uit! Haar zending was geslaagd.
De geschiedenis ls bekend; Twee jaar
later, de 30e Mei 1431, een Woensdag,
vlamde de brandstapel op te Rouen,
daar, waar thans een gedenkplaat op
de Oude Markt te kennen geeft; „Hier
werd Jeanne d'Arc verbrand", het hei
lige meisje, dat haar vaderland aan be
zetters ontrukte, die er niets te maken
hadden.
Zij was in handen der Engelsen ge
vallen, die er het grootste belang bij
hadden „de Maagd van Orléans", de
verpersoonlijking van 't Franse vader
land, een smadelijke dood te doen ster
ven.
Een politiek proces moest haar schuld
uitwijzen; het vonnis stond al vast, eer
één zitting begon! Bedreigingen, bang
makerij, gevangenschap, kerker,
boeien, bedoelden Jeanne er toe te
brengen haar zending ten gunste van
de Franse koning te verloochenen. In
derdaad: „tegen dit proces zijn ernsti
ge bezwaren in te brengen", stelt een
niet-katholiek geleerde in een Neder
landse encyclopedie.
Haar wonderbare tussenkomst, die de
krijgskans in het voordeel van haar
vaderland deed keren, moest voor dui
velswerk doorgaan. Vreemd: terwijl
aan een staak bij de brandstapel het
waarom der marteling was gespijkerd:
„Afvallige, ketterse, Godslasteraarster"
liet men het weerloze slachtoffer
niettemin aan de ochtend van die 30e
Mei tot de Heilige Communie toe! De
rechters verloochenden daardoor prae-
tisch hun eigen vonnis!
Des avonds zwierf de beul door de
straten van Rouen, de voorbijgangers
verzekerend, dat zijzeive èn'hij verlo
ren waren „want wij hebben een Hei
lige verbrand"
Weinig figuren uit de geschiedenis
zijn zo verschillend beoordeeld als „la
Pucelle", „de Maagd", wier voorspel
lingen in vervulling gingen zelfs die
over haar eigen gevangenneming en
die een aarzelende en wankelmoedige
dauphin tot koning wist te doen kro
nen. Haar eigen landgenoot, de karak
terloze Voltaire, verguisde haar in een
spotdicht (gebrandmerkt als „schanda
lig" in de literatuur) en aanvankelijk,
achter „honderd sleutels" bewaard.
Later maakte Anatole France twee
zware delen over haar vol (1927), waar
door hij eens te meer bewees, dat men
onderlegd kan zijn in psychiatrie en
neurologie en nog een heleboel dingen
méér, zonder ook maar enigszins voor
heiligheid open te staan: een ongelovi
ge kan evenmin over bovennatuurlijke
voorvallen schrijven als een dove over
een symphonie.
De Engelse schrijver, Bernard Shaw,
wist het zelfs klaar te spelen zie ons
blad d.d. 13.2.'54 de Heilige als de
eerste Protestant uit te beelden, die
God boven de H. Kerk stelde, terwijl
zij zich juist bij herhaling op de Paus
beriep, dan wel op een algemene kerk-
vergadering.
Dit is nu niet bepaald een geste, die
in Protestantse kringen bijzonder ge
waardeerd zou worden! De „laagharti
ge, politieke konkelarij, op touw gezet
door de Engelsen" (het proces van 1431)
wordt door Shaw beschreven als gold
het een zitting yan een onfeilbare kerk
vergadering.
Het komt ons vooralsnog veiliger
voor, wat de heiligheid van „de Maagd"
betreft, liever op de Paus te vertrou
wen, die haar in 1920 canoniseerde,
dan op een cynische godloochenaar als
Bernard Shaw. Deze heer had zich, bij
het schrijven van zijn drama, de woor
den uit „Hamlet" voor ogen moeten
stellen: „There are more things in
heaven and earth, Horatio, than are
dreamt of in your philosophy!" „Daar
is meer in de hemel en op aarde, vriend
Horatio, dan waarvan uw wijsheid
droomt".
Wij voor ons waarderen Schiller's ro
mantische tragedie: „Jungfrau von Or-
heven".
Dezer dagen zal Shaw's drama, nu
onder een Engelse regisseur, opnieuw
voor het voetlicht komen. Katholieke
bezoekers zullen er goed aan doen, te
voren het onlangs verschenen
werk na te gaan, dat het pro-
ces-van-eerherstel weergeeft („Vie
et Mort de Jeanne d'Arc"; Régine Per-
noud. Hachette, Paris; 1953). De geleer
de schrijfster, Madem. Pernoud, geldt
als een uitermate vakkundig beoor
delaarster, die ons de Heilige, aan de
hand van tientallen, beëdigde getui
genissen veelszins van tijdgenoten
tekent, gelijk zij werkelijk was, niet
de verwrongen caricatuur van het
„proces".
Eén der getuigen heeft verklaard:
„Jeanne wilde zich onderwerpen aan
de Paus, ja, zij heeft zich met name op
de Paus beroepen. Maar, tegen alle gel
dende regelen in, heeft men dit beroep
niet in de stukken (van het proces) op
genomen".
Een andere getuige: „Ik herinner mij
heel goed, dat Jeanne zich beriep op
onze „Seigneur le pape" (pag. 221).
Nog een andere: „In mijn tegenwoor
digheid heeft Jeanne zich steeds onder
worpen aan het oordeel van de Paus
en van de Kerk. Op uitdrukkelijk bevel
van Cauchon (bisschop van Beauvais,
die zich door het proces een trieste
naam verwierf) werd dit beroep noch
uitgevoerd, noch vastgelegd in de stuk
ken". Hém voegde Jeanne toe: „U laat
wèl noteren wat tegen mij pleit, niet
wat vóór mij pleit".
De lezing van het door ons genoem
de boek, ontneemt aan Shaw's opzet, als
zoude de H. Jeanne d'Arc „de eerste
Protestant" geweest zijn, volkomen allo
grond
Frankrijk's nationale Heilige: de Maagd van
Orleans
leans" hoger 's dichters lievelings
werk! omdat hij, op zijn (onhistori
sche) wijze, de „Pucelle" wilde ver
dedigen tegen het schandstuk van Vol
taire.
Het allerergste maakte 't een Fran
se schrijver uit de tegenwoordige tijd,
Jean Grimod, die stelde, lo. dat niet de
Heilige werd verbrand op de Place-du-
Vieux-Marché te Rouen, maar iemand
anders, en, 2o. dat zij niet het eenvou
dige boerenmeisje uit Domrémy was,
maar iemand met koninklijk bloed in
haar aderen!
Prof. mr J. v Hamel, geen katholiek,
stelde daartegenover in een niet-katho
liek weekblad: „Aanstonds mag even
wel verklaard, dat, bij behoorlijk on
derzoek, van deze bewering niets is
overgebleven". En de liberale N.R.Ct.
van 13 Juni '52 besloot een studie ter
zake aldus: „Grimod geeft blijk van
ontstellend gebrek aan kennis. Zijn
1. Allen wel eens gehoord van „Goe-
ree", op het Zuidholl. eiland? De naam
betekent natuurlijk: „Goede rede?"
2. Te Heenvliet (Z.H.) bezit de Am
bachtsheer „het zwanerecht"?
3. Waar bevindt zich wel de grootste
haven (310 ha) der gehele aarde?
4- Een waar moeten we ter wereld
wel de grootste sluis zoeken?
5. Welk kanaal is langer: de Nieuwe
Waterweg of het Noordzeekanaal?
6. Wat verstaat u onder: „normaal-
spoor", beide voor trein en tram?
7. Waar bevindt zich de grootste en
modernste mijn van heel Europa?
8. Het Marsdiep (Tessel-Den Helder)
bij onze oorlogshaven, heet bepaald
wel naar de oorlogsgod Mars?
9. Heeft Geldrop (N.B.) iets met
„drop" te maken? Met zoutedrop of
katjesdrop
10. Hoe hoog is de hoogste toren van
Amsterdam?
„Hoe verlang ik er naar deze
aantrekkelijke heilige te mogen
uitroepen als voorbeeld en be
schermer der christelijke jeugd!"
Woorden van Paus Pius X die
dit jaar zélf onder het getal der
Heiligen zal worden opgenomen.
Dus: woorden van een Heilige
over een Heilige.
„Sint Gabriël del Addolorata!"
„Gabriël" heette hij pas later.
Gedoopt werd hij als Franciscus
nogal makkelijk te verklaren: hij
aanschouwde te Assisi het le
venslicht. -
„Gabriël" „Man Gods"
„Vertrouweling Gods" we
kennen Hem allemaal uit het
Evangelie op Maria Boodschap:
„In die tijd werd de Engel Ga
briël door God gezonden naar
Nazareth". Door Gabriël leerden
we dus het mysterie der Mens
wording kennen. En „Addolora
ta?" Dat is een Italiaans woord.
Tn Nederland zeggen we: „De
Moeder van Zeven Smarten".
Wanneer we zijn levensbe
schrijving lezen, voelen we ons
eerlijk gezegd, haast als teleur
gesteld. Geen wonderbare ver
schijningen. Geen boodschappen
aan de H. Vader. Geen opvallen
de wonderwerken. Niets van dit
alles!
De H. Gabriël is Heilig gewor
den.... door de kloosterregel
nauwgezet in acht te nemen en
de plichten van zijn staat naar
behoren te vervullen.
Ziedaar, zo dunkt het ons, de
sleutel tot zijn verheven leven.
Net als die heilige Capucijn,
broeder Konrad: eenvoudig zijn
plicht gedaan.
Franciscus Possenti ging als
jongeman graag keurig gekleed.
Hij maakte veel werk van zijn
kapsel. Hij bezocht het theater.
En, als hij een standje kreeg,
werd hij kwaad! Vóór alles was
hij godsdienstig en edelmoedig.
Zijn medeleerlingen mochten
hem graag en zijn leraren ook.
(Slot volgt).
1. Het woord „mode-ramen" heeft in
derdaad met „mode" weinig te maken.
In de Hervormde kerk is het een
„lichaam", dat met gezag optreedt naar
buiten.
2. De Nieuwe Kerk te Amsterdam is
nimmer een toren rijk geweest.
3. Twee Raadpensionarissen: Jan de
Witt; Schimmelpenninck. De eerste:
ambtenaar der Staten van Holland. De
tweede: bijna een president!
4. Indien Willem I, de koopman-ko
ning, geen vorst was geweest, zou hil
stellig een befaamd bankier of fabri
kant geworden zijn.
5. De eerste stoomboot, die in Neder
land aankwam (1816), voer via Vere
naar Rotterdam (De „Defiance").
6. De „Sint Nicolaasavond" werd ge
schilderd door Jan Steen (Rijksmu
seum).
7. Onder de herkauwers bezit de ka
meel geen boekmaag.
8. „Scheepskamelen" heetten toestel
len om zwaargeladen schepen over on
diepten heen te brengen.
9 De „IJzeren Gouverneur Generaal"
was J. P. Coen.
10. „Je maintiendrai, Nassau" stond
onder de befaamde „apologie" (verdedi
ging) van Prins Willem I.
Heel, heel lang geleden was Rome,
waar onze Heilige Vader de Paus
woont, nog niet zo groot als tegen
woordig. De stad werd dikwijls door
vijanden aangevallen. De Romeinen
trokken dan naar een sterk kasteel, een
vesting zullen we maar zeggen die
boven op een heuvel was gelegen. Die
heuvel was wel vijftig meter hoog en
niet zo groot als andere heuvels in
Rome. Hij heette: het Capitool.
Toen de vesting door woeste mannen
uit Gallië werd aangevallen, kregen de
soldaten van Rome het erg moeilijk. Er
was haast geen eten meer. En er werd
al over gedacht het Capitoo) aan de
vijanden le geven. De Galliërs merkten
heel goed, dat het kasteel zwak stond.
Op zekere nacht besloten ze naar bo
ven te klimmen. Heel, heel zacht; zelfs
de waakhonden begonnen niet te blaf
fenen die horen scherp.
De Romeinse schildwacht was van
honger en narigheid in slaap gevallen.
Die hoorde ook niks. Maar, opeens, een
gesnater, een geklap van sterke vleu
gels: de ganzen van het Capitool wa
ren wakker geworden! Dit waren „hei
lige" ganzen, die niemand mocht op
eten.
De Romeinse soldaten vlogen over
eind, naar de muren. Nog juist bijtijds
om de Galliërs terug te slaan. De
„domme ganzen" hadden het Capitool
gered!
Weinig steden zijn in onze geschie
denis zo vermaard als Den Briel, waar
van Joh. H Been zeide: „Al ligt het
daar verlaten, aan Hollands Wester-
strand, het heeft zijn naam doen
klinken, door heel ons vaderland
Minder bekend is de eigenlijke be
tekenis van de naam „Briel". Vroeger
meende men wel, dat het woord:
brede hel" zou betekenen, naar een
oude Rijnmond. Maar: hoe komen we
dan aan Den Briel, mannelijk want
„hei" is vrouwelijk?
Neen, de naam: briel, breul, bruhl,
bruii, enz. werd gegeven aan zekere
lage- enigszins vochtige, in meer
of mindere mate met houtgewas be
groeide, en voor het weiden yan vee
geschikte plaatsen. Later zijn deze
oorden dan, door drooglegging, meer
bewoonbaar gemaakt.
De vorm: ,»Brielle" komt in de oudste
bescheiden zo goed als nooit voor.
Reeds in 1330 lezen we: „den Briel".
En zeker werd de 1 zelden verdubbeld;
tot aan het begin der XVe eeuw
slechts een enkele maal.
In Vlaanderen (B.) komt de naam
„Briel" veel meer .voor dan hier te
lande (buurtschap bij Princenhage).
Haagse hopjes wie kent ze niet
aldus genoemd naar Jacob Hop, van
1773 tot 1794 gezant aan ons Hof na
mens de Oostenrijkse Nederlanden-
Maar heeft Den Haag zijn hop, Hoorn
niet minder! Op de kaart van Neder
land wijzen we het Hoornse hop aan,
de inham van het IJsselmeer bij Hoorn
(=- Hoek). Heeft dit „hop" nu ook iets
met de bekende ulevellen te maken?
„Natuurlijk niet!"
Prachtig, maar: wat betekent 't dan?
Het is een „Fries" verschijnsel, en in
het IJslands heel gewoon: „hop" be
tekent daar: inham, baai, „het Diep",
bocht. Onze beroemde Van Dale ver
meldt: „inham".
Gelderland, Overijssel, Brabant en
Limburg wemelen van „horsten": Huls
horst- Nljhorst, Horst, Riethorst. Maar
in Zuid- en Noord-Holland komt
„horst" slechts weinig voor. De Engel
sen hebben hun „hurst"
We kennen de horst, het hoge, wei
nig toegankelijke, ruige nest van grote-
of roofvogels. Speelt dat hier eveneens?
Nu, met zekerheid is zulks moeilijk
vast te stellen. In de plaatsnaam
„Ooievaarshorst" wel; in „Kraaien
horst" is het: bos, begroeide hoogte.
Misschien duidt ..horst" meestal op een
moeilijk toegankelijke, begroeide hoog
te, of heuvel, in het vlakke polderland
weinig voorkomend)