Hoefbladen, groot en klein Reclame SCHEEPV AARTBERICHTEN TUIN- EN KAMERPLANTEN lerrem voor nieuw in stituut voor bestrijding van dierenziekten Maakt TRIJDAG 26 FEBRUARI 1954 PAGINA 4 HARINGUITVOER IN 1953 .STERK GESTEGEN AMSTEL BROUWERIJ NAAR SURINAME Uitgeroepen tot cultuurplant Nog meer aanverwante soorten gevolgd door België met ruim 11,2 millioen kg. ter waarde van 6.095.616, Oost-Duits- land met ruim 10 millioen kg ter waarde van 5.133.496 en West-Duitsland met 8,4 millioen kg. ter waarde van 5.028.093. Andere belangrijke afzetgebieden waren nog Italië, Noorwegen en de Verenigde Staten. De waarde per kg. netto was het hoogst voor de uitvoer naar de Nederland se Antillen met 1,49 en het laagst voor de uitvoer naar Tsjechoslowakije met 0,41 en de Sovjet-Ume met 0.46. Van de uitvoer in 1953 bedroeg het aan deel van exporteurs gevestigd in Scheve- ningen 42,08 pet met een waarde van 13.240.927. van exporteurs in Vlaardin- gen 27,15 pet, waarde 9.763.123, Katwijk 26.08 pet, waarde 8.301.596, IJmuiden 3,85 pet, waarde 1.232.549 en overige plaatsen 0.84 pet, waarde 272.074. Ten behoeve van het nieuwe instituut, dat zal ontstaan door samenwerking van de Rüksserum-inrichting en het Staats- veeartsenijkundig onderzoekings-instituut, resp. gevestigd te Rotterdam en Amster dam, heeft de Rijksgebouwendienst een gedeelte van het landgoed Houdringe met een oppervlakte van 25 ha, benevens een aangrenzend terrein van 15 ha., aange kocht. Deze terreinen zjjn gelegen in de gemeente De Bilt, bjj Utrecht. Het lag aanvankelijk in de bedoeling voor het nieuwe instituut een stuk land aan te kopen ter grootte van ongeveer 30 ha. Daar het nieuwe instituut echter cen traal, en bovendien, in verband met de gevaarlijke smetstoffen, geïsoleerd gelegen moet zijn, was de keuze der terreinen niet gemakkelijk. Daarenboven heeft men in de toekomst, nu het terrein groter is dan aanvankelijk was geprojecteerd, voldoen de mogelijkheid tot uitbreiding. Een en ander wordt medegedeeld in de toelichting op de nota van wijzigingen op het wetsontwerp tot wijziging van de be groting 1953, welke nota van wijzigingen de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening aan de Tweede Kamer heeft doen toekomen. De Nederlandse uitvoer van pekel- en steurharing heeft volgens opgave van de dienst der Nederlandse haringcontrole in 1953 bedragen 6 0.359.950 kg. netto ter waarde van 32.810.269 tegen 44.710.308 kg. ter waarde van 25.692.075 in 1952. In 1951 werden uitgevoerd ruim 52 mil lioen kg. ter waarde van ruim 27 mil lioen en in 1950 bijna 34 millioen kg. ter waarde van 17,5 millioen. In het afgelopen jaar is de Sovjet-Unie de grootste afnemer geweest met ruim 17 millioen kg. ter waarde van 7.859.552, Aan de reeds lang bestaande plannen der Amstel Brouwerij te Amsterdam om in samenwerking met een Zeeuwse Brouwerij een fabriek op te richten in Suriname, verwacht men binnenkort uitvoering te kunnen geven. De Staten van Suriname hebben thans n.l. een verordening regelende de heffing van een omzetbelasting op in Suriname ge brouwen bier met algemene stemmen aangenomen. Het wachten was op de behandeling van het bntwerp om in Suriname van wal te kunnen steken. Voor de fabriek is reeds een terrein beschikbaar en dit is inmiddels ook aan gekocht. De plannen voor de inrich ting zijn nog in studie, evenals de juri dische vorm die aan de exploitatie ge geven zal worden. De aanvangscapaci- teit is vastgesteld op 15.000 hectoliter per jaar. Kenmerkend voor het groot hoefblad is zijn groot rabarberaclitig blad. aangelopen bloempjes bewonderen. De plant is ook goed te herkennen aan de viltlaag van de benedenzijde der bladeren, die sneeuwwit is. Vermelden wij tenslotte nog het Japanse hoefblad. Deze naam vermeldt al een deel van zijn versprei dingsgebied, waartoe ook Korea en China behoren. Van alle Petasites-soorten Is het de rijzigste verschijning, daar het gemid deld 68 dm hoog wordt, terwijl de ver scheidenheid giganteus gemakkelijk één en soms anderhalve meter haalt. De bla deren van deze soort zijn navenant; het woord „formidabel" is hier alleszins op zijn plaats. De kleine bloempjes, gerang schikt in nochtans grote trossen, zijn geel- of groenachtig wit en verschijnen in de maanden Maart en April. Verschillende soorten groot hoefblad leggen opmerkelijke verwilderingstenden ties aan de dag, o.a. het wit hoefblad, maar het Japanse spant in dezen de kroon, zodat het niet uitgesloten is, dat het nog eens een vast bestanddeel wordt van de Nederlandse wilde flora. In som mige streken van West-Nederland is dit reeds het geval. Men weet, dat andere tuinplanten hier te lande overeenkomstige neigingen vertonen; men denke slechts aan herfstasters en guldenroede-soorten, die oorspronkelijk buitenlanders zijn. maar in het land van bun ballingschap meer malen uit de band springen. RINKE TOLMAN. De bloemhoofdjes zijn gerangschikt in 1 flinke trossen. Trouwens, het groot hoef- j blad is een veel kloeker verschijning dan zijn eerder genoemde verwant. De kleur van de bloemkroon is purperachtig, dit ts tennaastebij ook het geval met de sten- j gelbladeren, al kan men deze beter met de naam schubben aanduiden. Soms is de bloemkroon geheel of nagenoeg wit. In middels ziet men bij het groot hoefblad, dat de ene plant wordt gekenmerkt door bloemtrossen, die compact en groot zijn, de andere door bloemtrossen, die ijler zijn en kleiner van afmetingen. De kloeke trossen bestaan voornamelijk uit stamper- bloemen; hierbij overheerst dus 't manne lijk element. De luchtiger trossen worden vrijwel uitsluitend opgebouwd door meel- draadbloemen; men kan hier dus van een vrouwelijke vorm spreken. Het groot hoefblad is nogal een water- minnende soort, zodat het begrijpelijk is, dat men het vooral langs vaarten, kana len of op andere vochthoudende plaatsen tegenkomt, waar de wortelstokken, die knolvormige verdikkingen vertonen, zich door de bodem verplaatsen. In tegenstel ling tot het klein hoefblad hebben de kwekers het de eer te beurt doen vallen om het tot cultuurplant te promoveren. In bescheiden tuintjes ziet men het niet vaak, maar op landgoederen en in ver wante grote ruimten wordt het vaak als decoratieve garnering van waterpartijen gebruikt. Daar de wortelstokken „ge scheurd" kunnen worden, bestaat er dus een gemakkelijke vermenigvuldigings mogelijkheid, maar men kan ook langs de weg van zaaduitstrooiing aan nieuwe plan ten komen. De onderscheiding, om de cultuurtuin te worden binnengeleid, moet het groot hoefblad overigens delen met andere Petasites-soorten, o.a. de winterheliotroop, die natuurlijk geen echte heliotroop Is, daar deze laatste tot de ruwbladigen be hoort. De naam dankt dit Zuid-Europese hoefblad (het is de soort fragens) aan de prettige geur, die de lichtrose tot lila bloempjes verspreiden. De naam winter heliotroop is gekozen, omdat de bloeitijd soms al in December kan vallen, maar de plant zendt ook nog tot in Maart haar aangename roken uit. Een kweker, die over een flinke planten- verscheidenheid beschikt, is ook in staat

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 4