Sigarettenindustrie overbelast Ons Succes-patroon van deze week IETS OVER VISGENOEGENS H.H. Wijdingen in Den Bosch De brandkast maar meegenomen HOE BESTEL IK MIJN PATROON? ROMAN VAN CHARLES GARVICE ZATERDAG 6 MAART 195' PAGINA 4 Serge Reggiani als Abbé Pierre. Leven als leerschool. Luther-film in Duitsland. Na succes in Amerika. Katho lieke reserve Maar geen verbod „Filmforum", filmologie en filmijractijk Goed woordje voor de filmacteur. Film als medium niet volledig zonder geluid Alleen 't werk van de filmmaker telt Jonge Charles Chaplin in studio van de oude. Maarschalk Tito en Gina Lolobrigida. - Rila Hay worth in de chinchilla-klasse. SERGE REGGIANI Eerste-Kamerleden vragen ivijziging omzetbelasting MINSTENS EENMAAL PER WEEK VIS OP TAFEL! Kabeljauw in tomatensaus Gefileerde schol Schelvisschotel GEEN PROTESTVERGADE RING IN BREDA W ijtingkoekjes G 686 Geautoriseerde vertaling door F. van Velsen (Van onze filmredacteur) SERGE REGGIANI zal in de film „Les Chiffonniers d'Emmaüs" (De Voddenrapers van Enimaus), die, zoals gmneld, onfier regie van Robert Darène wordt gemaakt over het werk van Abbé Pierre voor de dak lozen, de rol van Abbé Pierre vertolken. Verscheidene filmproducenten hebben elkaar bet recht betwist om deze film te maken. Hunebelle beeft zelfs voorgesteld, alle productierechten af te staan ten bate van de daklozen. Maar Abbé Pierre had reeds aan Darène bet recht tot verfilming gegeven. Serge Reggiani. Een vreemd gezicht, dat men niet licht vergeet, met diepliggende ogen en stekende, doordringende blik, die zich slechts nu en dan verzacht. Een vier kant voorhoofd en vastberaden trekken verraden een sterke wil en strijdlust, maar er is geen spoor van wreedheid in dit gelaat. Het leven is lang niet gemakkelijk ge weest voor Serge Reggiani, vooral niet tij dens de oorlog, toen de toekomst onzeker was voor jongemensen. Toen hij de school had verlaten, zocht Serge Reggiani een betrekking, echter zon der veel succes. Met. een paar kennissen, die aan een toneelgezelschap waren ver bonden, ging hij eens naar een repetitie. In de ongewisheid van die dagen en omdat hij er toch toevallig was, liet hij zich en gageren als figurant, méér uit nieuwsgie righeid dan iets anders. Spoedig ging hij van het toneelspelen houden. In 1940 trad hij op in het „Théatre des Noctambules". Hier besefte hij. dat hij zich door gede gen studie op zijn beroep moest voorberei den. Nog in hetzelfde jaar liet hij zich in schrijven bij het Parijse Conservatorium, dat hij drie jaren later met goed gevolg verliet. Intussen maakte hij in 1942 zijn debuut voor de filmcamera's als de jonge mislukkeling in „Voyager de la Toussaint" van Luis Daquin, waarna zijn beide car rières aan toneel en film zich langs gelijke lijnen ontwikkelden. Het type, dat hij kreeg uit te beelden, was altijd de drama tische, heftige jeune premier, een karak tertype, dat geheel in overeenstemming was met zijn talent en zijn smaak. Voor Serge Reggiani is het leven' een voortdurende leerschool geweest, waarin hij zijn eigen weg trachtte te vinden. On der het werk heeft hij dit leren waarderen en zijn grootste ambitie is, ooit nog eens in de regiestoel te mogen plaats nemen, al lokt ook het componeren van muziek hem aan. Geboren uit Italiaanse ouders, die hem op zeer jeugdige leeftijd meenamen naar Frankrijk, heeft Serge Reggiani, die zijn jeugd doorbracht in de schaduw van de oorlog, niets van de uitbundigheid, die eigen is aan zijn volk. Hij komt niet ge makkelijk onder de indruk en toont in zijn particuliere leven dezelfde ondoorgronde lijke, bijna vijandige karaktereigenschap pen als de personages, die hij tot nog toe op het toneel en voor de film heeft uit gebeeld. Hannover en Neurenberg, waar zij werd vertoond onder beschermheerschap van de landsbisschop dr Meiser, hebben de Euro pese première gehad van de film „Maarten Luther", die in 17.000 bioscopen der Ver enigde Staten reeds grote massa's publiek heeft getrokken, waaronder ook vele ka tholieken. Deze film over leven en werk van Lu ther is tot stand gekomen door samenwer king van zes verschillende protestant se kerkgenootschappen. Irving Pichels schreef het scenario en de Engelse toneel speler Nial McGinnins vertolkt de titelrol. Van de aanvang af heeft de filmcritiek in de Verenigde Staten grote lof voor deze film gehad, omdat men er een getrouwe weergave van het toenmalige tijdsbeeld in meende terug te vinden. Bovendien achtte de critiek de regie zeer goed, het rhythme evenwichtig en het geheel zeer kunstzin nig van opzet. Hoewel het in de bedoeling had gele gen, de film uitsluitend in beperkte pro testantse kring te draaien, is het succes van eerste vertoning aanleiding gewor den, dat zij voor openbare vertoning in de bioscopen is vrijgegeven. Daarmee kwa men de Amerikaanse katholieken, die over een uitstekend werkende Filmliga beschikken, voor de vraag te staan, hoe de film moest worden beoordeeld. De Filmliga, die alle werken, welke met mo raal en theologie in strijd zijn, op de zwarte lijst plaatst, heeft over de film geen ander oordeel uitgesproken dan dat een aantal vraagstukken van theologische en kerkelijk-historische aard zoals ar iaten, het coelibaat, de Boerenoorlog en de Bijbelvertaling niet met de katho lieke opvattingen overeenstemmen. Van de zijde van het kerkelijke gezag is evenmin een verbod gekomen om de film te zien. De filmdienst van het Ligion of Decency, waarvan de leden in grote meerderheid katholiek zijn, plaatste de film onder de rubriek „bijzondere classificatie", welke geldt voor films, waartegen geen morele bezwaren bestaan, maar die toch een ze kere mate van onderscheidingsvermogen vragen of een speciale toelichting om de onontwikkelden te helpen en valse gevolg trekkingen te voorkomen. De katholieke pers en radio in de V.S. hebben in dezelfde geest op de film gere ageerd. Naast de nodige reserve, die van katholiek standpunt uit tegen de film dient GINA LOLLOBRIGIDA .diepe indruk op maarschalk Tito. Geboren op 2 Mei 1922 in Italië in een dorp op een afstand van dertig kilometer van Parma. Gena turaliseerd Fransman. Middelbare studie te Parijs. Conservatorium van 191,0 tot 191,3. Prijs voor komedie en tragedie. Toneeldebuut in Maart 191/0 in „Le Loup Garou" van Roger Vitrac met Raymond Rouleau. Speelde in verschillende toneel stukken, waaronder „Le Survi- vant", „Les jours de notre vie", FrénésieBritannicus„Les Parents terribles", Btienne„Les Amants de Galice", „Emilv Bron- të" van Simone en „Les Justes van Albert Camus. Films: „Le Voyageur de la Toussaint" (191,2), „Le Carre four des Enfants perdus" (191,5), Fran cois Villon", „Etoile sans lumiére", J-.es Portes de la Nuit" (191,6), „Coincidences"„Le Dessous des Cartes" (191,8), Les Amants de Vérone", ManonRetour de la Vie (191,9). „Les Anciens i Samt-Loup", „La Ronde" (1950), „Le Mystère de la Chambre jaune", „Le Parfum de la Dame voir", Casque d'or" (1951), Se cret People(Engelse film 1952) en „Anges déchus(1953). te worden gemaakt, heeft men veel waar dering voor haar kwaliteiten, die in recen- ties, radiobesprekingen en zelfs in drie af zonderlijke brochures tot uitdrukking is gebracht. Hoewel hij geenszins afkerig staat te genover een systematische en wetenschap pelijk verantwoorde benadering van de film, heeft de schrijver de indruk, dat sommigen van hen, die zo enthousiast om filmologie roepen, zich niet voldoende realiseren, dat de wetenschappelijke er kenning van de filmologie en zelfs een vaste leerstoel aan de een of andere uni versiteit lang niet uitsluitend voordelen bevat of tot het „eerst noodzakelijke" moet worden gerekend. Het verschijnsel zou gaan bevriezen. En meer in het bijzon der dat men spoedig zou verdwalen in ne- vengebieden. Het nieuwste nummer van „Filmforum" opent met een artikel van Jac. Dirkse over de „filmologie", de wetenschap van de film. Jac. Dirkse acht het van belang, dat de filmologie steunt op een experimentele filmpraktijk. De film immers heeft meer behoefte aan het daadwerkelijke experi ment dan aan een volledige bibliotheek of aan een schoolse wetenschappelijke arbeid „Daarom"; aldus luidt zijn conclusie, „graag filmwetenschap, maar dan met de levende film als uitgangs- en middelpunt". E. Brumsteede doet een goed woordje voor de filmacteur zonder echter het standpunt van hen, die van mening zijn, dat de levende mens bij de bepaling van de waarde van een film als zodanig niet méér betekent <Jan een vaas, een brilletje of de loop van een kanon, te ontzenuwen. Zelf immers geeft hij toe te geloven in de alles overheersende rol van de regisseur: „Natuurlijk is ook de speler in de spre kende film niet meer dan zijn regisseur hem voorschrijft te zijn". .Ernstig bezwaar hebben wij tegen Brum- steede's stelling, dat de geluidsfilm geen vervolg is op de stomme film, maar een nieuw medium met nieuwe en andere mogelijkheden. De hard werkende pianist en de druk redenerende explicateur uit de eerste periode van de film bewijzen dat men van de aanvang af instinctief voelde, dat de film als medium niet volledig was zonder geluid. De geluidsband heeft aan de film niets toegevoegd, omdat er in feite nimmer een stomme film heeft bestaan. Wèl bracht de „sprekende film", zoals Brumsteede de geluidsfilm noemt, het ge luid (muziek en woord) onder directe con trole van de filmer en opende voor hem aldus nieuwe en andere mogelijkheden. verdwijnen van talrijke acteurs uit het tijdperk van de „stomme" film na de komst van de geluidsfilm de eisen, die aan de filmacteur worden gesteld, anders en zwaarder geworden. Nogmaals, wij willen niets afdoen aan het belang van de beroepsacteur in de film, die ongetwijfeld groter is dan die van de-man-in-de-straat en onbereken baar groter is dan die van een vaas, een brilletje of de loop van een kanon. Maar bij de beoordeling van datgene, wat op het witte doek wordt geprojecteerd en wat uit de luidsprekers klinkt, telt alleen het werk van de filmmaker. Charles Chaplin jr is onlangs in een Hollywoodse studio aan het werk gegaan om films voor de televisie te maken. Het is de oude studio, waarvan eens Charles Chaplin sr. eigenaar is geweest. 4 AN maarschalk Tito werd tijdens het iiner, dat hem onlangs door de bui- .enlandse pers in Belgrado is aange- Serge Reggiani zal de rol van Abbé Pierre vertolken in de film, die over het werk onder de daklozen ivorat gemaakt. De geluidsfilm, die, behalve de scha duw van de auteur op het witte scherm te projecteren, langs optische weg ook zijn stem weergeeft, heeft intussen niets veranderd aan de waarde en de beteke nis van de acteur in de orde van de film kunst. Al 2(ijn blijkens de praktijk het boden, de vraag gesteld, welke persoon lijkheid in het tegenwoordige Italië de meeste indruk op hem had gemaakt. Tito ontweek de vraag, tot hij ontdek te, dat er niet werd gedoeld op een poli tieke figuur. ,;In dat geval", verklaarde hij met een glimlach, „moet ik een film actrice noemen Gina Lollobrigida". Rita Hayworth zit tegenwoordig in de chinchilla-klasse. Zo is één van de zes vrouwen in de Verenigde Staten gewor den, die een bontjas van chinchilla ter waarde van 30.000 dollars 100.000) heb ben. De anderen zijn de zangeres Lily Pons, de actrice Mary Pickford en drie „onbe kende" dames. Het is een 25 centimeter lang knaag diertje, dat in het Chileense Andesge- bergte voorkomt en waarop zo druk jacht werd gemaakt, dat het bijna was uitge storven. Z. van „De fiscale overbelasting van de sigaret tenindustrie is van die aard, dat alleen een zeer grote omzet nog de logelijkheid van een gering rendement oplevert. Inge volge de wet tot wijziging van de omzet belasting met betrekking tot sigaren en sigaretten werd met ingang van 1 Decem ber 1950 de omzetbelasting voor sigaren afgeschaft en die voor sigaretten in de prijsklasse van 90 ct en hoger verhoogd van 4 op 6 pet. Deze maatregel zou ver- vallen 2 jaren na inwerkingtreding, doch op 1 December 1952 is hij zonder meer blij ven bestaan en hij vindt ook thans nog toepassing". Aangezien h i. een herziening van de accijns bezwaarlijk op korte termijn kan worden bereikt en de sigarettenindustrie inderdaad op korte termijn minder onre delijk zal moeten worden belast hebben verscheidene Eerste-Kamerleden de mi nister van Econ. Zaken gevraagd te willen bevorderen de toepassing van de in 1952 reeds voorgestelde wijziging van de wet op de omzetbelasting, waardoor 5 pet uit sluitend bij de fabrikant zou worden ge heven Hiermede zouden tevei.s de ver houdingen met België weer gelijk worden getrokken. H. Exc. mgr W. Mutsaerts, bisschop 's-Hertogenbosch, zal op Vrijdag 12 Maart in de bisschoppelijke huiskapel het H. Priesterschap toedienen aan Aloysius Janssen van de Abdij Koningshoeven te Tilburg; aan de fraters Zacharias Burger, Romualdus Boevenbrink, Christinus van den Nieuwenhof en Wilhelmus Maassen van de Augustijnen; aan de eerw. frater Mathieu Dijker van de Assumptionisten en aan de fraters Joannes Jaspers en Jacobus Langelaan van de Oblaten van de H. Franciscus van Sales. Het H. Subdiaconaat wordt toegediend aan de eerw. frater PI. Hulshoff van de Augustijnen en aan de eerw. fraters A. A. Henneman, A. Th. van Oeffelen, W. G. Robben, J. B. v. d. Nieuwenhof, G. L. Schoonebeek, P. J. Driedonkx. H. J. Ver- berne, Chr. Th. Dols, J. Fr. Leers, J. L. de Raaij en M. J. Zwakenberg, allen van de Priesters van het H. Hart van Jesus. Er zijn in ons land zowel liefhebbers van vissen als liefhebbers van vis. De eersten zien we bij goed en slecht weer urenlang geduldig op hun simmetje staren. Het zijn de hengelaars en tevens aanhangers van de tweede categorie: die der overtuigende viseters. Deze zijn, he laas, niet zó dik gezaaid. En dat is haast onbegrijpelijk in een land, waande aan voer van verse vis zo'n grote omvang heeft, dat eigenlijk iedereen vis zou moe ten eten. Vis, zó rijk aan eiwitten, vitaminen en voedingszouten, dat ze in voedingswaarde zeker niet onderdoet voor vlees, terwijl ze bovendien vaak goedkoper is. Een visschotel kan een sieraad voor Uw tafel zijn en indien goed bereid een streling voor de tong. Kom, laten we er een gewoonte van maken tenminste eenmaal per week vis op tafel te zetten: hetzij gebakken, hetzij gekookt, hetzij ge stoofd. En laten we ons vismaal niet be perken tot de warme maaltijd, maar oo.k eens vis gebruiken bij de boterham. Hoe en wanneer U de verse vis ook op dient, koop ze kort voor het gebruik. Kookt U ze in water, doe dat dan niet te lang en dien de vis meteen op met een goed-smakende saus. Neemt U daarentegen bevroren of ge rookte vis, laat deze dan enige tijd voor het gebruik in de keuken liggen om op temperatuur te komen. En nu de recepten voor 4 personen: 300 gr kabeljauwmoten, zout, een schijf ui, 50 gr boter of margarine, 2 eet lepels tomatenpuree, 1 eetlepel aardappel meel. De moten afspoelen en zouten. De to matenpuree in een pan of vuurvaste schaal verdunnen met ongeveer 2% dl water. De ui snippéresp. De vis en ui in de tomatensaus leggen en klontjes boter of margarine op de vis leggen. Hierover beschuitkruim of paneermeel strooien. De pan of schaal sluiten en het geheel aan de kook brengen. De vis gaar koken in 15 a 20 minuten. Het vocht binden met een papje van aardappelmeel en water. Voor dit gerecht kan zowel verse als bevroren kabeljauw 1 genomen worden. Bevroren kabeljauw eerst laten ont dooien. 2 schollen, zout, desgewenst mosterd; ui, peterseliestengels, 80 gr boter of mar garine, 40 gr (4 eetlepels) bloem, azijn, een zure augurk. De schollen (laten) fileren. De graten en kop met Vi water en zout, een stukje ui en peterselie aan de kook brengen en een kwartier laten trekken. Het nat ze ven. De filets zouten, desgewenst met een weinig mosterd inwrijven, en oprollen met de velkant naar binnen. De filetsrol letjes tegen elkaar zetten in een vuur vaste schaal of pan. Een scheutje vis bouillon er over gieten en de vis gaar ko ken in 15 a 20 minuten. Van de rest van de visbouillon een gebonden saus maken. Hiertoe de helft van de boter of marga rine smelten en de bloem er even in ver warmen. Bij scheutjes tegelijk, onder roeren, de visbouillon toevoegen. De saus steeds even aan de kook laten komen al vorens nieuwe visbouillon toe te voegen. Wanneer de saus goed van dikte is. van het vuur af de rest van de boter of mar garine in kleine klontjes er door kloppen. De saus op smaak afmaken met een lepel azijn en een zeer fijngehakte zure augurk. 500 gr schelvis, 1 a l1/. kg aardappelen, vissaus van 1. visbouillon of water met een bouillonblokje, 40 gr boter of marga rine, 40 gr bloem en een paar eetlepels fijngesneden peterselie; een citroen. De schelvis koken en van vel en graat ontdoen. De aardappelen schoonmaken, gaarko ken in water met zout en in dikke plak ken snijden. Een vuurvaste schaal invet ten met boter of margarine. Een laag aardappelen er in leggen, daarop een laag vis en een schep peterseliesaus. Zo door gaan tot dat de schaal gevuld is; hierbij de bovenste laag uit aardappelen laten be staan. Op de aardappelen nog een paar j klontjes boter of margarine leggen en het geheel door en door heet maken. De scho tel garneren met partjes citroen. Het bestuur van de afdeling Breda van de Ned. Kath. Middenstandsbond deelt mede, dat de voor Dinsdag aangekondigde vergadering over de Middenstandsnota geen doorgang zal vinden. Op deze ver gadering zou drs Neefs over de Midden standsnota spreken. (Van onze correspondent) Toen de heer P Kralt, voorziter van de veilingvereniging „Flora" en wethouder van Rijnsburg, na een afscheidsbijeen komst ten huize van een predikant zijn woning wilde betreden, bemerkte hij tot zijn grote verbazing, dat de deur open stond. Een nader onderzoek bracht al spoedig aan het licht, dat er inbrekers aan de slag waren geweest. Aangezien ze ver moedelijk weinig tijd hadden, besloten zij de brandkast naar buiten te sjouwen en daar op een gereedstaande wagen te la den. Achteraf kunnen enkele dorpelingen zich wel iets dergelijks herinneren. Helaas is de heer Kralt zijn brandkast kwijt, die een zeer waardevolle inhoud had. De politie is direct met de nasporingen begonnen, maar tot op heden zonder succes. 200 gr gekookte wijting (ontdaan van vel en graat); 2 kleine gekookte aard appelen, een stukje ui, zout. nootmuskaat, boter, margarine of olie. De wijting in stukjes verdelen, de aard appelen fijndrukken, de ui zeer fijnsnij- den. Deze ingrediënten dooreenmengen tot een samenhangende massa (zonodig met toevoeging van een weinig bouillon of melk). Het mengsel op smaak afmaken met zout en nootmuskaat. De boter, margarine of olie heet laten worden in de koekenpan. Het vismengsel er in uitdrukken en vlug bruin bakken. De koek op een deksel schuiven, keren en aan de tweede kant in nieuw vet bruin bakken. Deze week zijn de kleine peuters aan liet woord. Een schattig, ruim valkmd jurkje van soepele wollen slot. Het is een klokkend modelletje, met voor en achter midden in het rokje wat ingestikte naadjes, die klokkend uitvallen. Het ballonmouwtjc. is niet een smal manchetje afgewerkt. De schouder stukjes, de kraag en de kleppen, worden een beetje breed op en doorgestikt. Er is van 130 cm brede stof voor nodig ong. 75 cm95 cm,1,15 m. Het patroon is verkrijgbaar in maat 40—50—60 a 0,50. Plak aan de adreszijde van een briefkaart naast en buiten hét frankeerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON, BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM Plak nooit meer dan f 1.aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos. Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste model. Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291. Patronen worden niet geruild. Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. KLEIN NIEST „Ja, mijnheer, hi.er zijn ze", zei Grey. „Ik ben bisteravond laat opgebleven om ze af te maken". „Gelukkig heb je al de olie niet opge brand, zoals ik aan je haar zie", schert ste Daan. Het haar van Grey vertoonde een toverachtige, soepele en glanzende oppervlakte geheel in overeenstemming met de heersende mode. „Je ziet er reuze chic uit vanmorgen, zeg. Moet je naar het Cristal Palace?" „Neen", zei Grey lachend en blozend, „ik ga met mijnheer Mountjoy lunchen; klein gezelschap, geloof ik; verduiveld aardig van hem om mij te inviteren. Jij komt toch ook, nietwaar? 't Is in Savoy, denk er om". Wanneer zij samen alleen waren, sprak Grey hem altijd met jij en jou aan. Daan stond daar op. Ja, maar ik weet niet, of ik de tijd er af kan nemen. Toe, kom toch, drong Grey aan. Er is niets, wat werkelijk haast heeft behalve deze bestekken en die heb ik al doorge werkt. Mijnheer Mountjoy verwacht je be slist Heel vriendelijk van hem, zei Daan, maar als ik al de invitaties aannam naar de zin van mijnheer Mountjoy, dan zou ar bedroefd weinig tijd voor de zaken over schieten. Ga zitten en laten wij dit nog even doornemen. Het is een groot werk, zei hij, toen hij de berg tekeningen en papieren bekeek Ja, stemde Grey toe. Een van de grootste, die wij ooit gehad hebben. Niet zo groot natuurlijk 1"" Gradovitch. lachend, terwijl zijn blik op het gebogen hoofd van Daan rustte. Nu, deze documenten schijnen hele maal in orde te zijn, zei Daan, terwijl hij de papieren in een map borg, en hoe eer der wij beginnen, hoe beter. Het was mis schien het beste, als je de trein van twaal ven nam en.o, neen, onderbrak hij zich zelf, toen hij een wolkje op het gelaat van Grey zag verschijnen, je moet naar d'e lunch neen, ga er dan maar vanavond heen, dat kan even goed. Ja, maar, als je 't nodig oordeelt, ga ik direct naar het werk, zei Grey bereid willig Neen, neen, kerel, ik wil je de ge legenheid niet ontnemen, je keurig toilet en de nieuwste snufjes op modegebied te demonstreren! lachte Daan. Maar zeg, weet je wie er al zo aan die lunch deel nemen? Mijnheer Mountjoy noemde een paar namen: mevrouw Carlton Plummer, Lady Aminta Dorley en nog een paar, maar die herinner ik me niet meer. Nu goed, zei Daan, ik zal komen, zo dra ik weg kan- Dat hoop ik, verklaarde, terwijl hij naar de deur ging. O ja, zei hij met de knop van de deur in z'n hand. Ik heb een brief uit Gradovitch gehad, van de op zichter bij de reparatie-afdeling. Is er iets gebeurd? vroeg Daan en ging weer voor z'n bureau zitten, waar nij enige papieren uit een lade haalde. Neen, niets bijzonders, zei Grey, niMs om je bezorgd over te maken. Wat hij I genau „..Vot ik best in orde maken. Jij als de spoorlijn van I vraatf kan Hij sch ef nog een en ander over Maritaria, voegde Neen, zei Daan kalm. Ik geloof niet, 'Q.rey er terwijl hij de kruk van de dat wij tijd genoeg aan deze dingen heb- ^eur omdraaide i tir:: _..ll».— A ndaHentl ben kunnen besteden. Wij zullen Anderson en een paar jongelui van de Welsh af deling er bij nemen. Heb je binnenkort nog iets van hem gehoord? Is hij weer geheel hersteld? Ja, hij is weer helemaal de oude, antwoordde Grey* Gisteravond heb ik nog een brief van hem gehad. Een leuke brief; hij schreef, dat hij nog nooit zo gezond en sterk was geweest en dat het werk van een leien dakje ging. 'n Reuze kerel, die Anderson, ver klaarde Daan op sympathieke toon. Een van de bovenste plank. Er is geen betere! Grappig is dat! Anderson schrijft pre- eles hetzelfde over iemand anders, wien- naam ik niet zal noemen, zei Grey glim- O ja? zei Daan onverschillig, want hij wilde z'n belangstelling niet verraden. Gaat daar alles weer z'n geregelde gang. Ja, uitstekend, schrijft de opzichter. Ze hebben Prins Yovan gekroond maar dat zal je wel in de kranten gelezen heb ben. Ik heb niet veel tijd voor kranten lezen beweerde Daan met tegenzin. Hij voegde er niet bij, dat hij zorgvuldig de kolom vermeed, waarin het nieuws over de Balkan te vinden was. Ja, ze hebben hem feestelijk gekroond, zei Gr'ey. 't Zou iemand haast verwaand maken bij de gedachte, dat hij had mede- geholpen, om. hem wederom op de troon te plaatsen. Tot zekere grens hebben wij daar zeker aan meegewerkt, zei Daan, terwijl hij z'n pen vlug over het papier liet gaan. Hij voelde maar al te levendig het hevig verlangen, om iets over het huwelijk van de prinses te horen, ondanks het feit, dat hij vreesde haar naam te zullen vernemen. Maa? zoals hij gehoopt en gevreesd had, gesclyedde- De prinses is ernstig ziek geweest en heeft geen deel aan de feestelijkheden ge nomen, zei Grey. Wat een prachtmeisje! Je hebt haar immers nog even gezien voor je vertrek, is het niet? Ja, even maar, stemde Daan toe. Is zij nu beter? Dat weet ik niet; de opzichter schrijft het niet. Ga je nu maar gauw verkleden, zei Daan, en vergeet vooral niet een paar andere sokken aan te doen, deze kleuren niet precies bij je das. Plaaggeest! lachte Grey. Jij hebt je ogen ook niet in je zak zitten! Gewoonte man; niets dan gewoonte. Vergeet niet, dat ik, dank zij jou, de laat ste maanden een diepgaande studie van sokken en dassen heb kunnen maken. Na dit complimentje verliet Grey .lachend het privékantoor en bleef Daan nog een paar minuten schrijven; vervol gens legde hij z'n pen neer, leunde achter over in z'n stoel en bleef zo. met z'n ar men over elkaar en z'n kin op z'n borst, zitten peinzen. Stella pardon! de Prinses ziek! Steeds had hij horen verzekeren, dat de Tijd alle wonden heelt en alle smarten lenigt, zelfs de hartepijn van een teleur gestelde liefde. Nieuwsgierig vroeg hij zich af, hoeveel jaren het zou duren, dat een zinspeling op Maritaria of 't gewone woord van „Prinses" hem geen hartdoor- snijdende pijn zouden bezorgen. In ieder geval was er gelukkig geen beter middel, om zijn ziekte te genezen, dan werken en na enige minuten dwong hij zich, om zijn becijferingen weer ter hand te nemen. Plotseling verscheen om ongeveer kwart over een mijnheer Mountjoy. Zeg jongeheer, je zal te laat komen! riep hij. Het spijt me, zei Daan, die niet in een lunchstemming Verkeerde. Ik kan 't vandaag niet klaar spelen ik heb een massa werk gekregen om te controleren. Schei er dan mee uit, zei mijnheer Mountjoy. Als 't er zo mee gesteld is, zal ik wel hier blijven en het afmaken; dan ga jij en neemt de honneurs als gastheer waar. Stel u voor! Dat gaat toch niet, zei Daan. Maar als u er op staat, dat ik kom. Dat ik juist wat ik bedoel, zei Mountjoy. Zou je denken, dat ik mevrouw Carlton Plummer onder de ogen durf te komen zonder jou? Ik wed dat zij on middellijk rechtsomkeer zou maken en naar huis gaan. Dat beslist de zaak! zei Daan en ging naar de weelderig ingerichte toiletkamer, om zich gereed te maken. In de hal pikten zij Grey op en de drie mannen begaven zich naar het Savoy- hotel, waar Mountjoy een uitgebreide, luxueuse lunch had besteld, die in een apart zaaltje werd opgediend. De overige gasten waren mevrouw Carl ton Plummer en Lady Aminta, die reeds per auto gekomen waren en Lord Man- ville, die met mijnheer Carlton Plummer er de voorkeur aan gegeven had, te wan delen. 1 Het was een allergezelligst noenmaal en het. ontbrak er niet aan scherts en orgininele kwinkslagen van mevrouw Carlton Plihnmer, die Grey een reuze knappe jongeman vond, maar toch aan Daan de voorkeur scheen te geven. Na de lunch verenigden zich de gasten in paren en groepjes en begaven zich naar het balcon, van waar men een mooi uit zicht had op de rivier. Daan voegde zich bij mijnheer Mountjoy en Lord Manville, doch Grey bleef bij de dames en te oor delen naar hun lachen, scheen hij de da mes bijzonder te amuseren. Na een half uurtje keek Daan op zijn horloge en ver klaarde, dat hij naar 't kantoor moest, waarna hij afscheid nam. Mevrouw Carl ton Plummer bood Lord Manville en haar echtgenoot plaatsen in haar Rolls Royce, doch de heren beweerden, dat zij naar een vergadering moesten, zodat zij met Lady Aminta in het luxueuse vehikel wegreed. Enige ogenblikken zwegen beide da mes. Dan zei mevrouw Carlton Plummer en naar aanleiding van niets: Ik geloof, dat elke vrouw in haar hart een flirt is. Slaat die cynische overweging op mij, lieve vriendin?, vroeg Lady Aminta. Natuurlijk, schat, antwoordde me vrouw Carlton Plummer op haar slepen de toon. Zou je denken, kindje, dat ik geen ogen in mijn hoofd had? Dat denk ik zeker niet! beweerde Lady Aminta en bootste de lijmerige spraak van de vraagster met succes na. Je hebt er twee en wel bijzonder mooie! Nu, mooi of niet, maar ze staan wijd genoeg open om te zien. dat je schande lijk met die jonge Grey flirtte en het was hem aan te zien, dat hij zich in 't Paradijs waande, inplaats van naast een volleerde coquette. Hij is een bijzonder knappe jonge man, zei Lady Aminta boos, doch met een licht blosje. Dat is toch zo'n vreselijke misdaad niet, zei hij. Ik ken wel een half dozijn I vrijgezellen, die zo gelukkig zijn als een 1 lammetje in de wei! Ja, maar jij bent niet gelukkig, jon genlief, zei ze hoogst ernstig. Een ogenblik fronste hij zijn wenk brauwen en zweeg. Dan z'ei hij: U ver geet. dat ik eon kwade tijd «achter de rug heb en dat ik een afdeling van een reuze zaak heb te besturen, hetgeen veel hoofd brekens kost. Zij schudde haar hoofd. Je kunt een moeder niet misleiden, Daan. Maar dat komt er nu niet op aan. Ik gevoel geen lust om te spionneren. Ik beweer, dat zelfs een moeder niet het recht heeft de hartsaangelegenheden van een man te onderzoeken. Een volwassen man heeft zijn moeilijkheden en hij heeft het recht ze voor zich zelf te houden, wanneer hij ze niet wenst mede te delen. Maar Daan- lief, je zult mij echter ongelukkig maken als je er op staat, om op dezelfde voet door te gaan. Je bent altijd een goede z'oon voor mij geweest en je zult mij ook dit niet weigeren, hè! Zul je aan mijn wens gevolg geven? Hij zag hoe het met haar stond. Iets van zijn eigen standvastige karakter had hij van haar geërfd. Hij zag, dat zij een be sluit had genomen en na enige ogenblik ken van overweging, zei hij: Ik begrijp uw standpunt moeder; er zit wel iets in en ik zal, wat betreft dat verhuizen, doen, wat u verlangt, doch slechts op voorwaarde, dat u met mij meegaat; met andere woorden, dat u er mij nooit toe krijgen zal, bij u vandaan te gaan. Ook zij dacht enige ogenblikken na; vervolgens zei ze met een z"ucht van be rusting: Goed Daan, je moet je zin hebben Per slot van rekening, zullen je deftige vrienden, zoveel als ik van hen heb ge zien, niet minder goed over je denken, omdat je aan je moeder hangt, en zij die zich over mij schamen —Kunnen mijn vrienden niet zijn, vul de Daan snel aan Maar dat idee is be lachelijk. Want mijn allerliefst dwaas moedertje, weet u niet, dat iedereen, die kennis met u heeft gemaakt, niet alleen achting voor u heeft, maar veel van u houdt? U moest mijnheer Mountjoy en mijnheer Green eens horen: die praten geregeld over u. Heeft u onze ontmoeting vergeten met mevrouw Carlton Plummer en Lady Aminta toen wij in 't Hydepark reden? Ja dat weet ik nog heel goed, gaf juffrouw Norton toe. Zij waren zo vrien delijk als maar mogelijk was en behan delden mij, of ik hun gelijke was. En dat was gemeend, verzekerde Daan met nadruk. Mevrouw Carlton Plummer was vre selijk teleurgesteld, toen u laatst yoor haar invitatie bedankte, om met mij bij haar te komen dineren. Nu, moeder, voegde hij er vastberaden aan toe, laten wij over dit onderwerp nooit meer spre ken. Toch hindert het mij, ofschoon er niet de minste reden yoor bestaat. De hemel weet, dat ik er niet naar verlang, maar ik weet met een lach wat een plezier het voor u zal zijn, om huizen te gaan kijken en meubelen te kopen. Niettegenstaande dat hij had toegestemd scheen hij niet de minste haast te maken en het was slechts door vriendelijk aan dringen en zeuren, dat juffrouw Norton er in slaagde hem naar een verhuurkan toor te doen gaan. Na de gebruikelijke onaangename be moeiingen. koos Daan, of liever juf frouw Norton een huis op Eton Square, niet ver van mijnheer Carlton Plummer's woning, Mevrouw Carton Plummer be wees in deze aangelegenheid onbetaalba re diensten. Zij nam de leiding bij het kiezen ,van een huis en hielp juffrouw Norton in de keuze van de ameublemen ten. Het behoeft niet gezegd, dat die twee vrouwen een tweetal weken van onge stoorde gelukzaligheid beleefden; een tijd waarin mevrouw Carlton Plummer open lijk verklaarde, zelfs tegenover juffrouw Norton, dat in ieder geval een van Daans beste vrienden z'ich niet alleen met over haar schaamde doch zeel veel van haar hield. Eindelijk was de woning Zo weel derig ingericht, dat juffrouw Norton het soms wel een beetje te vond bijna ge reed. Op zekere dag deelde juffrouw Norton, na een drukke dag, Daan mede, dat volgens haar berekening zij over veertien dagen het huis konden betrek ken. Zij zijn vandaag met je kamer gereed gekomen, zei ze. Ik hoop, dat een en ander naar je zin is. Ik ben er wel een beetje ik geloof, dat hij denkt, haar nooit te zul len krijgen. Met verbaasde ogen staarde mevrouw Carlton Plummer haar aan. Hoor me dat kind toch eens aan! Je moest ergens in Bond Street kamers hu ren en je als clairvoyante en gedachten- lezeres vestigen. Wil je wel geloven, dat ik bang voor je word. Arme Daan! indien dat waar is! Reken maar, dat het waar is, zei Lady Aminta met een droevig lachje. En ben je daarom met die jonge Grey aan 't flirten geslagen? riep de oudere dame. Neen, ontken het maar niet: Ik heb je beloerd! Ja; maar mijn heer Norton heeft het niet gemerkt, zei Lady Aminta met haar roekeloze schranderheid, en alshij t wel gezien had, zou 't hem niet hebben kun nen schelen. Neen. kijk mij maar niet zo aan. Ik verdien geen medelijden en heb er ook geen behoefte aan. Heb ik je niet gezegd, dat ik mijn ontdekking in tijds deed? Mevrouw Carlton Plummer sloeg haar arm om de leest van het jonge meisje en gaf haar een vluchtig kusje Dat heb je liefje. En dat doet mij ge noegen. Maar die arme Daan Norton! La ten wij hopen, dat hij nooit zal beseffen, wat hij heeft verloren! XXVII. Toen Daan die avond huiswaarts keer- vond hij juffrouw Norton erg stil en in gedachten verzonken; inderdaad was zb zo verstrooid, dat zij vergat zijn avond eten op te dienen. Lachend verklaarde Daan, dat 't hem wel een shilling waard was om te weten, waar zij aan dacht. Dat behoeft je niets te kosten, mijn jongen, zei ze. Ik heb de laatste dagen veel gepie kerd, omdat mijn gedachten mij niet met rust laten en niet alles naar mijn zin gaat. Heeft Topsy weer een bord gebro ken? vroeg Daan, want niettegenstaande Topsy een juweel van een meisje was, maakte zij telkens averij in de porcelein- kast van juffrouw Norton. Neen, in dat opzicht heb ik de laatste tijd geen klagen over haar; na die soep terrine heeft zij niets meer gebroken. Neen.Daan, over jou is het, dat ik heb zitten piekeren. Wacht, ik zal bij je ko men zitten. Je levenswijze is tegenwoor dig niet, wat 't zijn moest. Toe maar, moeder! Ik kom toch niet meer aangeschoten thuis dan vroeger, is 't wel? Maar moeder Norton liet zich niet met een grapje van de wijs brengen. Het is niet behoorlijk en 't past niet, ging zij voort, voor jou een heer van jouw positie om in een huisje van Selby Gardens te wonen. Het is absoluut onge schikt om je vrienden te ontvangen; voor zulke deftige en hooggeplaatste vrienden is het hier veel te min. En dat hindert me, dat bedroeft me, beste Daan; 't is net een gevoel voor mij, of ik, je eigen moeder, je in de weg sta. Toe lief moedertje, doe nu niet zo be lachelijk, smeekte Daan. Ja, dat is de waarheid, hield zij vol. Ik ben een sta-in-de-weg voor je. Niet dat jij je ooit over mij hebt geschaamd. Ach, lief, dwaas moedertje! zei hij vriendelijk, terwijl hij z'n pijp voor de dag haalde. Neen, je hebt je nooit over mij ge schaamd en dat zal je ook nooit, zei ze, maar met dat al ben ik toch een soort sta- in-de-weg en dat kan ik niet langer zo laten doorgaan! Neen, Daan, spreek mij niet tegen: je moet me laten uitpraten. Ik verlang, dat je naar een betere woning verhuist, misschien een van die flats, waar je tegenwoordig zoveel over hoort praten. Het moet een heel mooie woning zijn en fijn goj-neubileerd, zodat je er je vrienden waardig kan ontvangen. Het zou natuurlijk in t West-End moeten zijn, maar de afstand speelt geen rol, want je zou altijd een taxi kunnen nemen, om mij te bezoeken, of misschien met je eigen 3i j°' '!e Serust kan aanschaffen met ?at wat je verdient. En van tijd tot tijd zou ik je ook komen bezoeken, als je alleen bent. Dat is heel vriendelijk van u, moeder tje. Daan begon te lachen. Neen, 't is hele maal niet vriendelijk. Weet u wel wat u voorstelt? Dat ik op mijzelf ga wonen in een groot huis of zo'n vervloekt flat en een lief geriefelijk huisje,, zoals wij hier hebben, ga verlaten, om niet te spreken van u zelf, die zo goed en liefderijk voor mij zorgt, als nooit een moeder haar zoon heeft vertroeteld. 'Je behoeft niet alleen te wonen,, Daan. hield zij hem veelbetekenend onder 't oog. U bedoelt zeker, dat ik zou kunnen trouwen, zei hij, niet veinzende haar niet te begrijpen. Moeder, ik zal nooit trouwen. Zij keek hem zo verbijsterd aan, dat hij moest lachen. Dat is hij, stemde haar vriendin toe. En dat is mijnheer Norton ook. Lady Aminta leverde hierop geen com mentaar, doch keek strak voor zich uit. Mevrouw Carlton Plummer keek vluchtig naar het meisje en zei na enige ogenblik ken op haar Amerikaans, openhartige ma nier: Heb je hem nog niet kunnen inpal men, liefje? Het meisje zweeg nog steeds, doch nu lecde zij haar hand op de pols van haar vriendin. Hij is niet iemand, om door mij Is gepalmd te worden. (Wordt vervolgd). 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 4