Wederom trokken biddende mannen door mirakelstad Gloedvolle predicatie van Mgr Hanssen Aanval op Dien Bien Phoe Roofmoord in Baarle-Nassau LAXEERAKKERTJES Om de plaats van de kunstenaar Kunst een wezenlijk element in het leven Lretuigems van vreugde en verdriet ZELDZAAM GEBEUREN in de geitenwereld Tweede Stille Omgangnacht Waar Koningin Wilhelmina in 1945 het vaderland betrad Ongedwongen reis door dankbaar Zeeuw sell-V laanderen GEDENKSTEEN IN OOSTBURG Katholiek Paedagogisch Centrum gesticht Bejaarde zieke vrouw dood in haar woning gevonden Help Uw darmen Vrouwen hongeren te Cairo Mgr Alfrink op liet AKK V-congres te Utrecht Kunst geen weelde MAANDAG 15 MAART 1954 PAGINA 3 Zo was liet toen Korte plechtigheid Gulle hartelijkheid Weer trokken Zondagnacht langs de grauwe Amsterdamse stralen de zwijgende mannen in stil gebed als een bijna aaneengesloten rij. Het waren er op deze tweede Stille Omgangnacht ruim 24.000 die, vooral uit hel Zuiden en Oosten van het land, geheel in zich zelf gekeerd, biddend de bedeweg gingen, eerherstel brengend aan Christus in Zijn Mirakelsacrament en de intentie van dit jaar overwegend: „Dat de Pauselijke intenties voor het Mariajaar in vervulling mogen gaan". KAPITEIN VAN „ARGUS" GEVONDEN Mgr Hanssen met zijn Limburgers bij hun zo belangrijk werk. Neem eens per week 1 of 2 FRANSE ACTIE IN MIDDEN- VIETNAM D Op grondige wijze en op hoog niveau heeft de Algemene Katholieke Kunstenaarsvereniging in haar Zaterdag te Utrecht gehouden Congres de sociale positie van de kunstenaar in deze tijd onder de loupe genomen. Het is allerminst een jammerklacht geworden over moei lijke levensomstandigheden in een dure tijd, geillustreerd met indruk wekkende cijfers en aangrijpende voorbeelden van nood, maar veeleer een ernstige bezinning op de taak van de kunstenaar in het maat schappelijk leven en op de eisen, waaraan de kunstenaar zelf moet voldoen, wil hij zich een eervolle plaats in de gemeenschap verwerven. Opmerkelijk meer aandacht is op dit congres dan ook gewijd aan de sociale dan aan de sociaal-economische positie van de kunstenaar. oogst Rijke Onderwerping aan Kerkelijk gezag Algemene ontwikkeling Mgr Alfrink sprak Enige overlevende van groot gezin Geen geld in huis SLAGERIJ BRANDDE UIT; EIGENAAR IN ARREST (Van onze verslaggever) FEKKRULDJKR, Zaterdag Er stond een triomphanteltfkc ereboog,in Ede. naast het kleine postkantoor, aan het begin van een, door de r n "rli 7'ana'£ en met liefde geimproviseerde laan van lage, magere Hrrio-pnd rf ^wlePend bogen in de kille Oostenwind. De lucht stond grauw en het wa i" cn Zeeuwsch-Vlaanderen, en de lente leek opeens weer ver, doch dat wat j mcn niettemin in de sfeer rond deze ereboog iets terugvond van Eede's kl plaatsel'jke geschiedschrijver niet zonder recht de zonnigste dag in 13 M ne' d°ch roerende historie noemde. De dag dateerde uit de oorlogsjaren: Men herdacht hem voor de negende maal nu reeds, in Eede, en og voor H.M. Koningin Juliana op deze grauwe, kille Zaterdagmiddag om 12.29 Ul~ Precies op het kleine plein voor het postkantoor, slechts honderd meters van "e'gisch-vaderlandse grens, het monument zou onthullen waarin de bevolking nu in steen de herinnering aan die dertiende Maart bewaren zal, hing er op de ereboog al een bord met in kleine, sierljjke letters een simpel rjjm waarin Eede ue dag nog eenmaal op eigen, ongekunstelde wijze bezong: „Nadat er jaren was geleden cn gestreden Mocht hier de Koningin Haar land betreden Hier werd na Ballingschap Haar 't Welkom toegesproken Zij zag Haar volk in nood maar niet gebroken". Die dag pas, zou later burgemeester Sjcf van Dongen tijdens een toespraak zeggen, die dag pas vierde Zeeuwsch-Vlaanderen werkelijk de bevrijding. En niet alléén de burgemeester is het, in Eede, die zich nog herinnert hoe grote, sterke en in een meedogenloze verzetsstrijd geharde mannen van ontroering met hun tranen geen raad wisten, die middag van 13 Maart 1945 toen Koningin Wilhelmina hier, juist hier, na vele donkere, bange jaren eindelijk weer voet op vaderlandse grond zette. Het was, de onthulling van het oorlogs monument te Eede, ongetwijfeld 't hoogte punt van de tocht welke Koningin Juliana Zaterdag door Zeeuwsch-Vlaanderen maakte, 's Morgens om half elf was Hare Majesteit, gekleed in een bruine bont mantel, met de Koninklijke trein in Vlis- singen gearriveerd. Daar waren onder meer ter begroeting aanwezig jhr mr A. F. C. de Casembroot, commissaris der Konin gin in de provincie Zeeland; de burge meester mr B. Kolff; de Kamerheer in buitengewone dienst H. A. A. baron Col- lot d'Escury en de commandant van het district Middelburg der Rijkspolitie, W. H. van Ballegoijen de Jong. Slechts enkele minuten later voer H. M. met de „Ooster- schelde", aan boord waarvan zich ook de directeur van de Provinciale Stoomboot diensten G. J. de Jonge en de hoofd ingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie Zeeland, ir H. van der Burgt, bevonden, over naar Breskensv waar burgemeester J. A. Eekhout de Koningin in Zeeuwsch-Vlaanderen wei- Kom heette. In snel tempo reed vervolgens e steeds in omvang groeiende stoet auto's Schoondijke naar Oostburg. Daar ont hulde H. M. ten huize van notaris J. Mijs en in aanwezigheid o.a. van het college van B. en W. een gedenksteen, herinne rend aan het feit, dat H. M. Koningin Wilhelmina negen jaren geleden eveneens een bezoek bracht aan het huis van de Oostburgse notaris: het was het eerste huis op Nederlands grondgebied dat H. M. destijds na de bevrijding betrad. In een te Den Bosch gehouden vergade ring had de oprichting plaats van de Stichting Katholiek Paedagogisch Cen trum, gevestigd te Utrecht. Deze stichting kwam tot stand door samenwerking van de Bond van schoolbesturen voor R.K. V.H.M.O. (St. Bonaventura), de Rectoren Vereniging, de Bond van R.K. Kweek scholen, de Vereniging voor R.K. Mulo, de Bond ten behoeve van het R.K. V.L.O., St. iBernardus (Nijverheids Onderwijs), het Katholiek Onderwijs Verbond en de KAVOKO (Kleuteronderwijs), zodat alle takken van het Katholiek onderwijs in het Katholiek Paedagogisch Centrum betrok ken zijn. In nauwe samenwerking met de Katholieke Centrale voor Studie en Re search ten behoeve van opvoeding en on derwijs hoopt het Katholiek Paedagogisch Centrum zijn arbeid voor het Katholiek Onderwijs te volbrengen. Tot voorzitter werd gekozen, prof. dr H. Robbers S.J. te Nijmegen, tot secretaris de heer A. J. Sar- neel te Eindhoven, terwijl de heer H. Be zems te Tilburg voorlopig als penning meester zal fungeren. Tevens werd beslo ten tot oprichting van een bureau, dat voor de uitvoering der werkzaamheden zorg zal dragen. Op het met vlaggen en wimpels versier de pleintje gingen de minuten traag. Rond de erewacht aan het monument, gevormd door vier, onder kolbakken schuil gaande leden der Kon. Marechaussée, die destijds tot het escorte van H.M. Koningin Wilhelmina behoorden, en door de ver kenners van de St Bavo-groep, dromden naast de vele autoriteiten en genodigden vele honderden belangstellenden in de kou. De nabije grenspost lag verlaten, zoals zij er negen jaar geleden verlaten gelegen moet hebben, toen plots een blij gerucht door Zeeuwsch-Vlaanderen circuleerde en slechts enkele uren later een kleine Koninklijke stoet inderdaad in spel tempo over de smalle betonweg van Maldeghem het vaderland bereikte. „Nooit meer", zegt men nu in Eede en in Aardenburg, „nooit meer zal er hier zulk een blijde geestdrift heersen als op die dag. Men trachtte de weg welke H.M. ging, af te zetten, doch geen enkele afzetting was tegen deze geestdrift opgewassen. Men doorbrak het cordon van militairen, cn die dag heeft Koningin Wilhelmina honderden, neen duizenden handen moeten drukken, en in iedere handdruk lag iets van de hartelijkheid, de dankbaarheid en de ont roering rond dit weerzien met de Lands vrouwe". Van deze dankbaarheid en deze ont roering getuigt nu het monument, dat links van de grensweg MaldeghemEede Aardenburg werd opgericht. Het werd uit tufsteen gehouwen door de Limburgse beeldhouwer Peter Roovers uit Heyen: een grote grenspaal, bekroond door een levensgrote meisjesfiguur die het Konink lijke Wapen terugbrengt naar Nederland. De tekst, welke door Roovers werd inge- kapt, is sober, zoals heel dit monument van een strakke, boeiende soberheid ge tuigt. Deze enkele woorden slechts: „Hier keerde op 13 Maart 1945 Onze Lands vrouwe terug tot Haar volk". Doch voor Eede zijn deze paar woorden meer dan voldoende. Zij vertegenwoordigen alles: het leed en de pijn der oorlogsjaren, de gruwzame winter van 1944—1945, en de diepe, innige vreugde om een weerzien. De plechtigheid der onthulling vroeg slechts enkele minuten. Twee Aardenburgse oorlogsweesjes, toch wat verlegen onder de grote eer, boden de Koningin een bos rose anjers aan en burgemeester Van Dongen hield, onge dwongen en zo maar recht uit het hart, een korte toespraak, waarin hij niet alleen teruggreep naar de vreugde van die der tiende Maart 1945, doch waarin hij boven dien hen die door of voor de bevrijding hun leven lieten herdacht. „Dit monu ment betekent voor ons een blijvende herinnering aan dat sombere verleden der oorlogsjaren", aldus de burgemeester, „doch het getuigt ook van onze dank voor de bevrijding, van onze aanhankelijkheid aan het Vorstenhuis en van de wil van geheel Zeeuwsch-Vlaanderen om Neder land weer groot en sterk te maken". Nadat vervolgens H.M. het monument had onthuld en burgemeester Van Don gen namens het gemeentebestuur een krans aan de voet er van had gedepo neerd, zongen de schoolkinderen, begeleid door de Koninklijke Aardenburgse fan fare, het „Wilhelmus", dat teer en ijl onmiddellijk weer wegwoei op de wind. Het betekende het einde van de plechtig heid. De douaniers haastten zich terug naar de grenspost, de stoet der auto's reed onder de grote ereboog door de sparren laan en de bevolking haastte zich naar het parochiehuis Sancta Maria, waar de aan wezige gasten aan Hare Majesteit werden Tegen drie uur liep het Koninklijke bezoek aan Eede ten einde. Gedurende de maaltijd in het parochiehuis had H.M. zich ongedwongen met de vele aanwezi gen onderhouden en had zij grote be langstelling getoond voor de vorderingen in de wederopbouw van Zeeuwsch-Vlaan deren. Van deze belangstelling gaf de Koningin bovendien herhaaldelijk blijk gedurende de rest van haar tocht door Zeeuwsch-Vlaanderen. Van Eede uit ging deze tocht over Waterlandkerkje, IJzen- dijke, Philipine, Driekwart en Sluiskil naar Terneuzen, waar ten gemeentehuize de leden van de gemeenteraad aan H.M. werden voorgesteld en waar zich boven dien de burgemeesters van Biervliet, Hoek, Philipine en Zaamslag bevonden. Onder de aanwezigen zag men de heer H. Bakker, hoofd der afdeling Domeinen van het ministerie van Financiën en ir J. Kluyte- naer, rentmeester der Domeinen te Breda, die H.M. een uiteenzetting gaven over de inpoldering van de Braakman en voorts de Polder- en Waterschapsbesturen van de Nieuw-Neuzenpolder, de Nieuw- Othenepolder en de Ser-Lippenspolder, Het liep al tegen vijven, toen burge meester Tellegen H.M. uitgeleide deed tot aan de grens zijner gemeente, die vol was van vlaggen en geestdrift, zoals heel Zeeuwsch-Vlaanderen van zijn dankbaar heid voor dit Koninklijke bezoek met gulle hartelijkheid getuigde, en toen bij het Hellegat burgemeester F. A. Hendrikse van Zeedorp zich bij het gezelschap voeg de. Langs Walsoorden, Duivenhoek en De Paal, waar eveneens de burgemeesters ter begroeting aanwezig waren, reed dan het gezelschap naar het gemeentehuis van Kloosterzande, waar de raadsleden der gemeenten Hontenisse, Grauw- en Lan- gendam en Vogelwaarde zich verzameld hadden, in gezelschap van een groot aan tal polder- en waterschapsbesturen. Hier, in Kloosterzande, bracht H.M. bovendien nog een bezoek van twintig minuten aan het huis van baron Collot d'Escury. Tegen half zeven begaf de Koningin zich te Perk- polder opnieuw aan boord van de „Ooster- schelde". Daar nam zij gedurende de overvaart naar Hoedekenskerke deel aan een welverzorgde maaltijd, door het Pro vinciaal bestuur der provincie Zeeland aangeboden. Van Hoedekenskerke begaven de Koningin en haar gevolg zich tenslotte per auto naar Goes, waar om half negen 's avonds de Koninklijke trein het station uitreed, op weg naar Soestdijk. De bekende Zuid-Hollandse kampioengeit. „Joke" (S-493) van de heer Teunis Versloot te Leerdam, leverde gisteren niel een zeer bijzondere prestatie door in één worp niet minder dan 4 beste jongen ter wereld te brengen. Drie hiervan zijn van het vrouwelijke geslacht, terwijl de vierde een bok is. Men ziet de trotse eigenaar met de geit Joke en de dartele vierling. Het gebeurt wel eens, dat 'n geit 3 jongen werpt, doch 4 is wel een zeldzaamheid Zondagochtend is In dc Nieuwe Maas ter hoogte van de Rotterdamsche Droog- dok-Mü het stoffelijk overschot gevonden van de 61-jarige C. R., gewoond hebbende te Rotterdam. R. was kapitein van de sleepboot „Ar gus", van L. Smit Co's Internationale Sleepdienst te Rotterdam, die enige tijd geleden op de Nieuwe Maas werd overva ren, waardoor zij kapseisde en zonk. Zo als bekend werden vier van de zes ver dronken opvarenden in de sleepboot ge vonden, toen het schip was geborgen. Een der slachtoffers wordt nu nog vermist. In Eede (Zeeuws-Vlaanderen) op het zelfde tijdstip en dezelfde plaats waar in 1944 H.M. Koningin Wilhelmina in ons land terugkeerde, onthulde H.M. Koningin Juliana een monument. Na de onthulling, links van H.M. de Koningin de commissaris in Zeeland jhr mr A. F. C. dc Casembroot, rechts de burgemees ter van i aardenburg, de heer J. A. C. van Dongen. Pater Floris die met zijn groep ste vige dokwerkers van de Nederlandse Droogdok- en Scheepsbouwmaatschappij de lange rij van pelgrims reeds een half uur na middernacht opende, onmiddellijk gevolgd door een 500 Purmerenders en een groep van bijna 600 bidders uit Heemstede, trok in rustig tempo over het goed verlichte Spui, om daarna bijna on gemerkt in het donker van de Begijnen- sloot te verdwijnen om vervolgens in de Kal verstraat de Ommegang te beginnen, zich een weg banend door het nog rumoe rige Zaterdagavond-publiek. Ondanks het feit, dat de felle Oostenwind, die Zaterdag duchtig van zich deed spreken, aanmer kelijk minder was, was het op de Dam en de Prins Hendrikkade flink koud. Geluk kig had men op de grote stukken door de nauwe Amsterdamse straten door de hoge huizen hier weinig last van. Het weer was droog en de temperatuur kon het vries punt nog net niet bereiken. De regeling was weer voortreffelijk en slechts één moeilijkheid deed zich voor doordat de groep Zwolle (1000 man) een treinvertraging had van een half uur Deze grote groep kwam daardoor midden in het spitsuur terecht, met als gevolg, dat enkele groepen een kwartier op het Spui hebben moeten wachten alvorens zij de bedegang konden beginnen. De grote groepen kwamen ditmaal uit Utrecht (1800 man), waarvan de vorige week reeds eenzelfde aantal pelgrims was geweest. Den Haag met 1700 man en na tuurlijk de karakteristieke groep Volen- dammers in hun stevige wijdbroeken, die aan de Stille Omgang altijd een bijzonder tintje geven. De grootste groep was die van ruim 2000 man, die uit Midden- en Noord-Lim burg kwamen, met aan het hoofd hun Bisschop-coadjutor, mrg dr J. M. J. A. Hanssen. Deze groep was in drie delen verdeeld, die achtereenvolgens de H. Mis in de Krijtberg aan het Singel hadden. In elk van deze H.H. Missen sprak mgr Hans sen van de preekstoel af de gelovigen toe in zeer gloedvolle bewoordingen. Na de grootheid van Christus in het H. Sacra ment van Mirakel belicht te hebben, wees hij op de a.s. heiligverklaring van Paus Pius X en legde vooral de nadruk op het vele, dat deze Paus heeft gedaan tot be vordering van de veelvuldige H. Commu nie. Hij spoorde de zijnen aan toch meer tot de H. Tafel te naderen en daardoor de genaden te ontvangen van dit wel grootste sacrament. De zeer ingewikkelde organisatie van deze grote groep is bijzonder vlot ver lopen, mede dank zij de voortreffelijke leiding van Pater Thijssen. Nadat de Bfsschoppelijke kweekschool met een klein groepje, gevolgd door Westland en Overveen, evenals twee Am sterdamse parochies, het Spui waren ge passeerd, Jcwam Duivendrecht als laatste groep tegen vijf uur in de morgen de grote rij stil-biddende mannen sluiten. Advertentie (Van onze correspondent) Het enclave-gebied van Baarle-Nassau aan de Belgisch-Nederlandse grens ten Zuiden van Tilburg werd Zaterdagmorgen in opschudding gebracht door de ontdek king van het lijk van de 68-jarige Wieske Martcns in de boerderij aan de Chaamse- weg 33 a. Het slachtoffer werd rond 8 uur in de morgen door de bakker van het dorp in de keuken van haar woning gevonden met ingedeukte schedel en badend in haar bloed Dr Govaerts van Baarle-Hertog consta teerde, dat het slachtoffer reeds verschil lende uren tevoren moest overleden zijn. Aan de linker slaap stelde hij een lange snjjwonde vast en aan de rechterkant was de schedel door een slag of stoot verbrij zeld. In de keuken heerste niet de minste wanorde, maar in de aangrenzende slaap kamer was alles overhoop geworpen. De inhoud van de linnenkasten en het bedde- goed lagen over de vloer. Omdat alles in de richting van roof- De verwachte aanval der Vietminh-op- standelingen tegen het Franse bolwerk Dien Phoe, 300 km ten westen van Hanoi, is in de nacht van Zaterdag op Zondag be gonnen. Aanvankelijk slaagden dc aanval lers er in twee positiestellingcn van het versterkte kamp te bezetten. Hun .verlie zen schijnen echter zeer groot te zijn ge weest: men spreekt van 1000 man. Naar schatting hebben 30.000 man Vietminh- troepen aan de actie deelgenomen. Vol gens te Parijs ontvangen berichten zou de aanval tenslotte zijn afgeslagen. In Midden-Vietminh hebben Frans-Viet- namese strijdkrachten Zaterdagochtend een landingsoperatie uitgevoerd en de stad Quinhon bezet' De aanval werd uitgevoerd met verscheidene bataljons. Onder bescherming van de vloot en de luchtmacht gingen de eerste eenheden bij het aanbreken van de dag aan land. Korte tijd later rukten de strijdkrachten der Franse Unie de stad Quinhon binnen. Ter- zelfdertijd bezette de marine het schier eiland Foucat, dat de toegang tot de ha ven van Quinhon beheerst. Bij de ontscheping van de troepen werd ïreinig tegenstand ontmoet. Het bleek, dat de rebellen de burgerbevolking uit de stad hadden weggevoerd. Enkele kleine Viet- minh-eenheden werd uit elkaar geslagen. Deze operatie vormt de tweede phase van de operatie-„Atlante", die twee maanden geleden door generaal Navarre is begon nen. De guerilla-activiteit van de Vietminh in Zuid-Vietnam is sinds Vrijdag toegeno men. De rebellen slaagden er in twee door regionale en hulpstrijdkrachten bezette stellingen te nemen. De hongerstaking der Egyptische femi nisten breidt zich uit. De voorzitter van de redactie-commissie van de grondwet, zocht de hongerende dames op en trachtte haar te bewegen haar actie op te geven. „U hebt de eerste ronde gewonnen", zei hij: „door de aandacht op uw zaak te ves tigen. Laat nu de rest aan de mannen over. Wij zullen uw rechten in de grond wetgevende vergadering verdedigen". Maar hij kreeg van de leidster ten ant woord: „Wij hebben geen vertrouwen meer in de beloften van mannen. Nie mand kan de rechten van de vrouw beter verdedigen dan de vrouwen zelf. Wij zul len onze hongerstaking voortzetten!" Tot nog toe hebben slechts twee van de staaksters een flauwte gehad; maar dat was meer het gevolg van de emoties dan van de honger, zeiden zij: „Wij zullen ons in leven houden met sinaasappelen en ons idealisme". In zijn openingsrede heeft de algemeen voorzitter, dc heer Willem Andriessen, wel even deze laatste factor aangeroerd, toen hij opmerkte, dat slechts een klein gedeelte van ons volk besef heeft van de waarde en de betekenis van goede schil derijen ter opluistering van het interieur der woningen, tengevolge waarvan met name de beeldende kunstenaars een on voldoende afzet kunnen vinden voor hun producten. En even later toen hij sprak over de noodzaak voor de toonkunstenaars om na vrij langdurige en zware studie bijlessen te moeten geven, omdat hun po sitie niet voldoende middelen oplevert om in hun onderhoud te voorzien. Maar daar naast heeft hij in lyrische bewoordingen de schoonheid van het kunstenaarsberoep geprezen: schoonheid, geluk cn culturele verheffing te brengen in de samenleving. Met nadruk stelde hij vervolgens vast, dat kunst geen weelde en geen franje is, maar een wezenlijk element in het leven van de mens, nauw verweven met zijn maat schappelijke verrichtingen. Ten slotte pleitte hij nog voor de noodzakelijkheid van een algemene ontwikkeling voor de kunstenaar, in het bijzonder voor de toonkunstenaar. Er is op dit gebied aldus de heer An driessen sinds de vorige eeuw wel een en ander verbeterd, toen de musici uit de lagere volksklassen werden gerecruteerd Thans worden zij uit andere kringen ge wonnen, zodat zij in tegenstelling met voorheen kunnen bogen op eruditie en levensstijl, twee factoren, die hij mogelijk maken een volwaardige plaats in te ne- ,?ld,de? van antJere kunstenaars en intellectuelen. Onmiddellijk na de plenaire openings vergadering, welke o.m. werd bijgewoond door dr J. Hulsker, chef van de afd. Kunst van het Departement van 0.,K. en W. als vertegenwoordiger van minister Cals, vin gen de beraadslagingen in de sectie-ver gaderingen aan, waar resp. ir H. J. W. Thunnissen, de heer J. W. Seelen en pater Jos Smits van Waesberghe S.J. inleidin gen hielden over de sociale positie van de architect, de beeldende kunstenaar en de toonkunstenaar. Een en ander gevolgd door gedachtenwisseling. Het resultaat van deze verhandelingen en besprekingen door de algemeen voorzitter in zijn slotrede terecht een rijke oogst genoemd werd in discussie ge bracht in de des namiddags gehouden plenaire slotzitting. Hier formuleerde de algemeen discus sieleider, mt P. J. Witteman, de in de secties aangenomen conclusies tot een har monieus geheel, bijna uitsluitend betrek king hebbend op de maatschappelijke po sitie van de kunstenaar in het algemeen. Na een hernieuwde bespreking werden de dertien eindstellingen door de verga dering goedgekeurd. Daarin wordt o.m. uitgesproken de on voorwaardelijke onderwerping van de kunstenaar aan de uitspraken van het hoogste kerkelijk gezag voor wat betreft de sacrale kunst. Aangedrongen wordt op het in overleg treden met de erkende kunstenaarsorganisaties bij het geven van opdrachten voor het scheppen van kunst werken het bouwen en inrichten van ker ken of het besteden van voor kunstdoel einden uitgetrokken gelden, zowel door de burgerlijke als door de geestelijke overheid, niet alleen door de landsrege ring, alsook door de lagere bestuursorga nen. Hulde werd gebracht aan minister Cals voor de wijze, waarop hij de belan gen van de kunstenaars behartigt, maar daarnaast werd de wenselijkheid uitge sproken, dat alle ministers een deel van hun begroting besteden voor de kunst. Een en ander impliceert de erkenning door de Overheid, dat kunst geen luxe of franje is, maar een essentieel bestanddeel van het gemeenschapsleven. Anderzijds erkennen de kunstenaars, dat zij een constante zorg voor de schoon heid zullen hebben, waarvan zij het ob jectieve ideaal als maatstaf voor hun werk aanvaarden. De kunstenaars achten het voorts nood zakelijk, dat meer zorg wordt gewijd aan de aesthetische vorming van de jeugd, waarbij de kunstenaars zouden moeten worden betrokken. Ditzelfde geld h.i. ook voor de seminaria. Een nauwe onderlinge samenwerking tussen de kunstenaars wordt nodig geacht om de in hun midden levende idealen naar buiten tot uitdruk king te brengen. De wenselijkheid wordt uitgesproken tot opname van kunstenaars in de liturgische commissies, die advise ren omtrent kerkenbouw en inrichting. Nodig is het op korte termijn te ko men tot een wettelijke status van de be roepen van architect en toonkunstenaar. Bij bouwwerken, vooral voor openbare bouwwerken, moet niet te eenzijdig de aandacht, worden gevestigd op de utiliteit, maar moet meer speling gegeven worden aan de expressiviteit van de kunstenaar. Onder de huidige omstandigheden wordt voor de kunstenaars een algemene ontwikkeling nodig geacht; de toonkun stenaars wensen die algemene ontwikke ling als programeis bij hun examens. Kort na de aanvang van de plenaire zitting kwam Z.H. Exc. Mgr dr B. J. Al frink, aartsbisschop-coadjutor, ter verga dering. ingehaald door de voorzitter en enige bestuursleden. Met grote aandacht volgde Z.H. Exc. de besprekingen en richtte aan het eind van het congres een kort woord tot de aanwezigen. Mgr Alfrink wees erop, dat de kun stenaars voor wat betreft de sociale ver heffing van hun status een zware taak op zich genomen hebben, omdat practisch de kunst in het moderne leven door velen als een luxe wordt beschouwd, hoewel zij het van nature niet is. Dat de kunst een wezenlijk element in 's mensen leven vormt, bewijzen o.m. de kunstuitingen bij de primitieve volkeren. Voorts wees Mgr er op, dat bij de bouw van kerken aanmerkelijk meer dan IV2 a 5ct,van bouwkosten voor de kunst wordt besteed, zoals door de kunstenaars wordt gevraagd. Voor wat betreft de sa menwerking tussen kerkelijke overheid en kunstenaars zou Mgr t.z.t. gaarne con crete voorsteilen tegemoet zien. Ten slotte wees Mgr Alfrink nog op de verheven taak van de kunstenaar, met name van de katholieke kunstenaar, die de mens niet alleen materiële schoonheid en vreugde brengt, maar ook geestelijke schoonheid en stichting, die hem opvoert tot God. moord wees, heeft de Riikspolitie een uit gebreid onderzoek ingesteld, dat Zondag avond nog steeds voortduurde. Met speur honden werd de hele omgeving afgezocht en ook de Belgische politie werd bij het onderzoek betrokken. Het verhoor van enkele personen wekte heel wat opschud ding maar het is vast komen te staan, dat zij niets met de zaak te maken hebben. Wieske Mariens le_fde zeer teruggetrok ken. Zij was de laatst overgeblevene van een groot gezin, dat een halve eeuw ge leden de grote welvarende hoeve be woonde. Al haar broers en zusters werden in de loop der jaren op vrij jeugdige leef tijd uit het leven weggerukt door een ziekte, die d or de Baarlenaren „Konings zeer" wordt genoemd. Ook Wieske leed aan deze hoofdkwaal. Sinds een twinigtal jaren kwam de vrouw niet meer uit haar woning, tenzij van tijd tot tijd voor een kort bezoek aan de kerk aan de overzijde van de straat. Reeds jaren werd zij zw ar geplaagd door rheuma. De enige bezoekers waren de pastoor en de vrouw van een vroegere knecht van de hoeve, die eenmaal in de week de woning in orde bractOp aan dringen van de pastoor hai Wieske er in toegestemd de volgende zeek haar woning te verlaten om haar intrek te nemen in een gesticht voor ouden van d:»gen te Gilze. In Baarle is men ervan overtuigd, dat de dader goed met de plaats bekend moet zijn geweest.Hoewel de hoeve langs de grote weg, in de kom van het dorn ligt, is zij door de aangrenzende stal en schuur vrijwel van de andere huizen geïsoleerd. De aanrander moet langs het achtererf de woning zijn binnengedrongen. Uit het feit, dat het slachtoffer nog ge heel gekleed was, valt niets omtrent het uur van de misdaad vast te stellen want het oude mens schijnt zich bij het ter ruste gaan niet meer de moeite te hebben gege ven zich te ontkleden. Zij was zeer bemiddeld. De reusachtige boerderij wag haar eigendom en de grote stal en schuur waren door de gemeente en de brandweer in gebruik genomen Geld had zij nooit noemenswaard in huis daar zij dit op de bank had geplaatst. Wel be schikte zij over 'n aardige collectie antiek. Het onderzoek wordt inmiddels onder leiding van de Officier van Justitie te Breda voortgezet. Het stoffelijk overschot is naar Breda overgebracht waar dr Hulst de autopsie heeft verricht. In dezelfde nacht van de moord werd in een huis niet ver van de woning van het slachtoffer een regenjas met een paar glacé handschoenen er in gestolen van de bagagedrager van een fiets, die fn een schuurtje achter het huis stond. Men weet nog niet of dit enig verband met de mis daad kan houden. Te Baarle en omgeving is men sterk onder de indruk van het gebeurde, want het is de eerste maal sinds mensenheu genis dat te Baarle een moord is gepleegd. De eigenaar van een slagerij te Ursum (N.-H.) die. terwijl hij Donderdagavond al leen thuis was, „ontdekte" dat de boven verdieping van zijn huis in de brand stond, is vandaag door de politie op verdenking van brandstichting gearresteerd. Bij de brand gingen huis en Inboedel geheel ver loren. De omliggende panden konden door de brandweren van Alkmaar en Ursera behouden worden. Koningin Juliana onthulde een monument in feestelijk Eede ~w ~w a voorgesteld en waar men vervolgens zat aan 'n Zeeuwsch-Viaamse koffiemaal tijd, door het gemeentebestuur aan de Koningin en de overige gasten aange-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 3