met de uitvoering van het plan Ouderdoms
voorziening
Mgr Pessers uit China terug in
de vrije wereld
HEKSENJACHT, 'N CEESTES-
EPIDEMIE
Verdachte deed alles om een
veroordeling te krijgen
Renaissance van de „Western
nu en dan
„KONINGIN VAN DE WEG"
NG-
SLAGEN
Advies kinderbijslag kleine zelf
standigen spoedig te verwachten
0 f - ln'
V Vv
n s
De omgekeerde tvereld
Mi
pas-aan servies
VRIJDAG 19 MAART 1954
PAGINA 3
Suurhof wenst rust bij loonpolitiek
Achttien dagen vacantie
voor jonge werk
krachten
Wireld-gestalte
Henk van der Maze.
Honger-suffragetten
naar ziekenhuis
Geen algemene week
abonnementen
Uw hoofdhuid fris - Uw haar gezond
heeft „voedingswaarde" voor Uw haar
OMDAT Brylcreem waarde
volle, versterkende stoffen en
zuivere, natuurlijke oliën bevat.
OMDAT de oliën in Brylcreem
geëmulgeerd zijn voor
smetteloze haarverzorging.
OMDAT massage met
Brylcreem een dubbel voordeel
geeft: altijd mooi haar - gezond
haar voor altijd.
Heksen en Wetenschap
Wegens liet leewieken van kuikens
Piloot, die met
Prins Bernhard vloog
PROMOTIE
H. ZWETSLOOT SJ.
TE NIJMEGEN
Duizenden slachtoffers
„Shane", uitstekende film van
George Stevens
2 ip voor de overheid
Peter Selie
Beeld van José Pirkner voor
Amerikaanse parochie
A.
Het duurt nog wel even
's GRAVENHAGE, 18 Maart 1954
Wij hebben verleden week reeds geschreven, dat de Eerste Kamer het
erop schijnt aan te leggen de zaken van de Tweede Kamer nog eens duidelijk
over te willen doen. Dat was naar aanleiding van de behandeling van de
begroting van Financiën, die bijna onmiddellijk volgde op de algemene
financiële beschouwingen en die toch nog een repliek vorderde van ruim
vier uur, iets waarover de Tweede Kamer niet meer dan een uur placht
te doen. Gisteren heeft de Eerste Kamer na de algemene beschouwingen
een rede van de minister van Justitie moeten aanhoren van niet minder
dan drie uur in de Tweede Kamer nam dat hoogstens twee uur in
beslag en hedenmorgen kwam het antwoord van de minister van Sociale
Zaken op de algemene beschouwingen zijn departement betreffende in een
rede, die alweer twee en een half uur in beslag nam. Daarmee was dan
nog niet alles gezegd, want ook de staatssecretaris, Mr Dr Van Rhijn, had
nog het een en ander in het midden te brengen.
De voorstellen van de S.E.R. inzake de definitieve regeling van de Ouder
domsvoorziening noemde de minister van Sociale Zaken een gelukkige
synthese. Het kabinet, zo zeide hij, moet zijn standpunt natuurlijk nog
bepalen en het staat ook niet vast, dat het advies van de S.E.R. tot in
alle onderdelen door de regering zal worden gevolgd. Maar het werk dat
de S.E.R. heeft verricht is een groot stuk werk. Dit advies om te zetten
in een wetsontwerp zal geen gemakkelijke taak zijn, maar de minister zeide
zich hieraan met spoed te zullen zetten. Men zal zich daarbij echter moeten
hoeden voor overspannen verwachtingen wat de tijd betreft, die hij nodig
zal hebben.
Prof. Molenaar had de verwachting uit
gesproken, dat deze ouderdomsvoorzie
ning consequenties zou hebben voor de
sociale verzekeringswetten en hij had
daarom de minister aangeraden om dit
hele complex van wetten binnen twee
jaar te herzien. Dat zou betekenen, aldus
de minister, dat men de hele sociale ver
zekering overhoop zou moeten halen en,
zo zeide hij, nu zijn er twee manieren
waarop een minister kan mislukken: ten
eerste door te weinig te doen en ten
tweede door te veel te willen doen en al
zou u mij. aldus de minister, nog voor
tien jaar inhuren, dan zou het mij in die
tijd nog niet gelukken dat plan van prof.
Molenaar te volvoeren.
De staatssecretaris, dr Van Rhijn, zei
de hierover, dat dit plan aangaande de
Unificatie van de sociale verzekeringen
te ambitieus was. Wij wonen wat dat be
treft in een oud huis en daar moeten we
blijven wonen, we kunnen dus alleen
vleugel voor vleugel vernieuwen.
Over de loonpolitiek zei de minister,
dat opheffing van de gemeente-classifi
catie en dit noemt de S.E.R. ook als
G0
KRANT EN tijdschrift kunnen zo te
genvallen en dan ineens zo boeiend zijn,
dat je er warm van wordt. Dit laatste
was het geval, toen we niet beroepshalve
maar als gewoon staatsburger en natuur
lijk lid van de K.V.P. het jongste num
mer van „De Opmars" lazen. Elke pagina
eiste opnieuw de volle aandacht.
Allereerst valt onze nieuwe voorzitter
mr Van Doorn met een daverende klap
in huis.
We laten onze voorzitter even aan het
woord:
Nog ruim een maand en de Staten
verkiezingen zijn voorbij. Van de acti
viteit van ons kader hangt het voor
een belangrijk deel af hoe groot de
katholieke winst zal zijn. De kader
leden van de K.V.P. zullen begrijpen,
dat ik er behoefte aan heb nog eens
een dringend appèl te doen al het mo
gelijke in het werk te stellen om een
werkelijke goede uitslag der verkie
zingen te bevorderen.
Pater dr Van Rijen heeft het in zijn
f lashelder betoog op een der zogenaam
de bouwsteenavonden van de kring
Den Haag zo treffend gezegd: „Wij heb
ben ook, ja juist op het politieke vlak
ervoor te strijden, dat de wereld een
gestalte krijgt, waarin een christelijk
leven de beste kansen heeft". En wie
zou durven beweren, dat die wereld
zo'n gestalte reeds heeft. Voor wat Ne
derland ja in menig opzicht voor
wat Europa betreft kan onze katho
lieke partij dank zij haar beduidende
invloed op de structuur van staat en
maatschappij een belangrijke bijdrage
leveren tot die omvorming in christe
lijke geest. De Partij heeft die bijdrage
voor een niet onbelangrijk, ja voor een
steeds belangrijker deel, te leveren
door het optreden van de K.V.P.-frac-
ties in de Provinciale Staten.
Wilt U dit allemaal eens even goed in
U opnemen. De wereld een gestalte hel
pen geven, waarin het christelijk leven
de beste kansen heeft. Alleen reeds door
uw stem uit te brengen.
Prof. Romme hamert in datzelfde num
mer nog eens op het aambeeld der Gods
erkenning in de grondwet. Een ander ar
tikel somt op de grote belangen bij de
Provinciale Staten-verkiezingen. Voorts
wordt aandacht gewijd aan de houding
van Minister Witte bij de bouwerij en
aan het vraagstuk der krotopruiming.
Scherp wordt dan visie gegeven op de
economische problemen rond één-Europa.
De PvdA krijgt enkele noten te kraken.
En zo'zijn er nog. meer lezenswaardige
„stunts".
Een zwaargeladen nummer, een koste
lijke aflevering, een treffend exemplaar.
„De Opmars" wordt nog veel te weinig
gelezen. Zelfs vele plaatselijke bestuur
ders zijn nog niet eens geabonneerd op
dit politieke arsenaal.
Mogen we nog even Voorzitter mr Van
Doorn aan het woord laten?
Een werkelijk politieke partij heeft
door te stoten en zal, wil zij winnen
aan innerlijke kracht, haar kiezers
moeten brengen tot een steeds beter in
zicht in de politieke problemen. Is dat
inzicht verkregen en is het deugdelijk,
het zal door inzet gevolgd worden.
Een middel daartoe is „De Opmars".
Ook in de politiek hebben we vakmen
sen nodig, geen baantjesjagers, maar ge
schoolde, geestdriftige, wakkere voor
trekkers, echte vuurvreters.
Politiek is niet vuil, doch onkunde en
bet speculeren op die onkunde maken de
vuiligheid.
Men moet zijn mannetje staan, ook in
«e politiek.
een gevolg van de ouderdomspen
sioenen alleen maar geleidelijk zou
kunnen geschieden. Na de laatste loon-
ronde is er een zekere rust nodig op
loonpolitiek terrein, bovendien zou door
een plotselinge opheffing der gemeen
te-classificatie de industrialisatie van
het platteland worden geremd. Wel zal,
zo deelde hij mede, de regering bin
nenkort overleg plegen met de Stich
ting van de Arbeid over een nieuwe
organisatie van de loonpolitiek.
De veront
rusting in
sommige
kringen over
de groei van
het Humanis
tisch Verbond
kon de minis
ter begrijpen,
maar een deel
van hen. die
zich veront
rust tonen,
meent toch
ook, dat men
het Verbond
in zijn werk
zaamheden
niet mag be
knotten. De
gioeilijkheden liggen bij het gelijkstellen
van het kerkelijke en het humanistische
werk. Maar indien daar werkelijk de
moeilijkheid ligt, dan meende de minis
ter, dat er wel overeenstemming zou
kunnen worden bereikt.
Voor de ziekenhuisbouw bepleitte mi
nister Suurhoff een zekere ordening. Zou
deze niet tot stand komen, dan zou het
kunnen gebeuren, dat ook de financiële
steun van de regering geen doorgang zal
vinden.
De staatssecretaris deelde mede, dat
het niet te verwachten was, dat de leer
plichtige leeftijd tot IS jaar zou worden
verhoogd. Om echter voor de leeftijd van
14 tot 16 jaar iets te kunnen doen over
woog de regering een verplicht part
time-onderwijs voor 60.000 jeugdige per
sonen in de industrie, waarover het over
leg met het ministerie van O. K. en W.
gaande was.
Uit het hart gegrepen
De opmerkingen van de heer Vixeboxse
over de grenzen van de sociale politiek
noemde de minister hem uit het hart ge
grepen. De sociale maatregelen mogen de
economische opbouw niet in de weg
staan, maar de sociale uitkeringen moe
ten uit de lopende productie worden ge
honoreerd. deze wissel op de toekomst
meende de minister wel te mogen trek
ken. De baten uit het kapitaaldekkings
stelsel walen immers in verband met de
mogelijkheden van devaluatie óók niet
onaantastbaar.
De werkgelegenheidspolitiek bespre
kend merkte de minister op, dat de toe
passing van de vrije loonregeling op aan
vullende werkobjecten in verband met
de organisatie van de D.U.W. wellicht de
prikkel voor de arbeiders verminderde
om in het vrije bedrijf te gaan werken,
maar zou men deze prikkel willen behou
den door het geven van minder loon, dan
zou men de sociale klok weer een heel
eind terugzetten. Voorts verwachtte de
minister in de naaste toekomst een zekere
ontspanning op de arbeidsmarkt in de
bouwbedrijven, daar de opleiding voor de
bouwbedrijven zou worden versneld.
Een kortere arbeidsduur, waarvoor de
heer Oosterhuis had gepleit, zou een op
lossing vereisen van vele problemen, lie
ver zou de regering trachten deze maat
regel, die bedoeld is om de narigheid van
de werkloosheid wijder uit te spreiden, te
voorkomen, door op andere wijze de
werkloosheid te bestrijden
Wat de moeilijk plaatsbare werklozen
betreft wilde de minister liever het ad
vies van de commissie afwachten alvo
rens zich uit te spreken. Een wettelijke
regeling, waardoor dwang zou worden
uitgeoefend tot het in dienst nemen van
deze mensen had nogal bezwaren. Voor de
aanvullende werkgelegenheid zouden de
Provinciale Besturen en de P.C.W.'s, die
zo prachtig werken, onaangetast blijven
in het reorganisatieplan, maar er moeten
centraal toezicht en coördinatie zijn en
men kan de Rijksdiensten niet onderge
schikt maken aan dé Provinciale diensten.
Dat behoefde echter niet te betekenen,
dat de provinciale diensten zouden wor
den verlaagd tot adviesorganen, deze had-
den bovendien beroep op de C.O.W. en op
de minister.
De ondernemingsraden
Over de onder
nemingsraden
sprak nog
staatssecretaris
dr Van Rhijn.
Dat deze prac-
tisch nog niet
tot stand zou
den zijn geko
men weet hij
aan het be
drijfsleven. De
regering over
weegt geen
sancties als de-
STAATSSECR. VAN RHIJN „ingsraden niet
Het bedrijfsleven is d« binnen de ter_
sc u mijn tot stand
zouden zijn gekomen, maar ook geen ver
lenging van de termijn, die reeds met één
jaar was verlengd. De regering had zich
ter dezer zake tot de S.E.R. om advies
gewend, waarop voor drie bedrijfstakken
een bedrijfscommissie was ingesteld om
de zaak te stimuleren.
Hij deelde voorts mede, dat aan het
eind van deze maand het advies van de
S.E.R. was te verwachten over de kinder
bijslag voor de kleine zelfstandigen.
Dezer dagen zou aan de Kamer een no
ta worden Overgelegd over het regerings
standpunt ten aanzien van de Ilo-confe-
rentie 1951. Dit betreft het gelijkwaardig
loon voor mannen en vrouwen bij gelijk
waardige arbeid.
De regering achtte echter een geleide
lijke doorvoering gewenst en zou dus dit
verdrag niet kunnen ratificeren. Met na
me in de kledingindustrie, waarin veel
vrouwen werkzaam zijn, zou een loons
verhoging ontstaan van 35 wat een
zeer belangrijke prijsstijging in deze sec
tor ten gevolge zou hebben.
Voor het voorzieningsfonds van werk
loze kunstenaars, dat dringend verster
king behoeft, zal de regeringssubsidie met
100 worden verhoogd.
Tenslotte deelde de staatssecretaris nog
mede, dat de regering een wettelijke vast
stelling overwoog van een vacantie van
18 dagen voor jeugdige arbeiders tot acht
tien jaar.
Na korte replieken werd de begroting
z.h.st. aangenomen met de bekende aan
tekening der communisten.
De volgende week zullen de begroting
van Oorlog en Marine en van Maatschap
pelijk Werk worden behandeld.
F. S.
MINISTER SUURHOFF
Overeenstemming mogelijk?
Advertentie!
Van de negen Egyptische vrouwen, die
zeven dagen geleden in het gebouw van
het perssyndicaat te Cairo, in hongersta
king gingen ter verkrijging van kiesrecht
voor vrouwen, zijn er gisteren vijf naar
een ziekenhuis overgebracht. Twee vrou
wen waren reeds in onmacht gevallen.
Haar toestand is zorgwekkend.
Mevr. Sjafik, de leidster der staaksters,
verklaarde, dat zij de hongerstaking in het
ziekenhuis zou voortzetten tot haar eisen
waren ingewilligd.
Zouden, aldus de minister van Verkeer
in zijn M. v. A. aan de Eerste Kamer voor
zeven dagen algemene abonnementen ver
krijgbaar worden gesteld, dan zou dit
voor de vacantiegangers slechts aantrek
kelijk zijn bij zo lage prijs, dat ook het
zakenleven er gebruik van zou maken.
Dit zou echter gevaar opleveren voor aan
tasting van 't vervoer, dat thans op andere
tarieven wordt afgewikkeld. Tegen weder
invoering van algemene weekabonne
menten bestaat qp deze grond ernstig be
zwaar.
iiuomtiutu u ia - vw nuui yc^uuu...
BRYLCREEM
BRYLCREEM
bevat geen gent,
geen zeep,
geen aleohel.
County Perfumery Co. Ud., Stanmore, England - Imp. Jacq. Mot Jr., Amsterdam
Gisteren ontving het provincialaat van de Paters Franciscanen te
Weert telegrafisch bericht uit Hongkong, dat mgr Quintinus Pessers OFM
aldaar Woensdag in goede gezondheid uit communistisch China is aan
gekomen. Hij is de laatste Nederlandse Franciscaan, die uit communistisch
China naar de vrije wereld terugkeert. Bijzonderheden omtrent de reden
van zijn terugkeer ontbreken nog. Wel is bekend, dat de communistische
autoriteiten er al sedert twee jaar op hebben aangedrongen, dat hij
vrijwillig het land zou verlaten, wat mgr Pessers weigerde. Zijn standpunt
was: „zolang ik niet gedwongen word, blijf ik". Reeds eerder werd
abusievelijk zijn overlijden gemeld.
Mgr Pessers, die in 1896 te Tilburg ge
boren is, vertrok in 1923 naar China en
is dus meer dan dertig jaar in dit land
werkzaam geweest. In 1936 werd hij be-
de drie. kenmerken van een echt
"pas-aan servies zijn:
ieder onderdeel draagt het
pas-aan merk,
20 jarige garantie op kwaliteit
en na léve ring
ieder onderdeel steeds los
verkrijgbaar
'Ur
Z PAS A A N O).
ur Q m'
U) DAS AAN Z
wat de tour is op het goud, is
hetpas-aan merk op porselein
Een niet alledaagse zaak is Donderdag! De procureur-generaal zeide in zijn
voor het Arnhemse Hof behandeld. Hetrequisitoir, dat het er niet om gaat of
- leewieken valt onder de algemene delict-
merkwaardige feit deed zich voor, datf jguur van f}e wet op de dierenmishan-
de procureur-generaal bewijzen trachtte deling, art. 254. Aan te nemen is, dat er
aan te voeren die vrijspraak zouden j van pijn geen sprake is. Overigens kan
kunnen bewerkstelligen, terwijl de ver- men niet uitzoeken in hoeverre er pijn
wordt toegebracht. De procureur-generaal
dachte en zqn raadsman het mogelijke 5aseerde zich op het opdeel, dat het ver
deden om veroordeling te verkrijgen.
Het ging hier om het leewieken van
kuikens. De verdachte Roelof R., kuiken
broeder te Gene, gemeente Epe, had zo'n
grote tegenzin tegen het leewieken van
kuikens, dat hij zich had aangeklaagd
wegens dierenmishandeling. Verdachte
ging tot deze handeling over, omdat er
steeds meer vraag is naar geleewiekte
kuikens, dat zijn kuikens waarvan een
vleugeltje door middel van een gloeiende
electrische draad zodanig is verschroeid
dat de vleugel niet meer groeit. Zij be
hoeven dan later niet meer periodiek ge
kortwiekt te worden en vrees voor weg
vliegen behoeft niet te bestaan.
Hij stond nu in hoger beroep terecht
wegens het „zonder redelijk doel opzet
telijk aan een dier pijn of letsel veroor
zaken".
Verdachte zei, dat volgens zijn oordeel
de beestjes ontzettend veel pijn lijden.
Ook later blijft de verminkte vleugel
pijnlijk.
Een deskundige van de Pluimveecen-
trale verklaarde echter, dat het leewie
ken een grote besparing aan omheinings-
kosten geeft. Het snoeien geschiedt vol
gens deze deskundige nagenoeg pijnloos.
Het gebeurt meestal vlak na het sexen.
De 33-jarige Californische proefpiioot
Joseph A. Lynch jr, die bü Prins Bernhard
was, toen deze Zaterdag j.l. met een
TF-86 Sabre straaloefenvliegtuig de gc-
luidsmuur doorbrak, is Woensdag met dit
vliegtuig verongelukt en omgekomen.
Lynch is vijf jaar lang proefpiioot ge
weest en heeft in de tweede wereldoorlog
als piloot van een jachtvliegtuig gediend.
Z.K.H. prins Bernhard heeft uitdruk
king gegeven aan zijn leedwezen over de
dood van de Amerikaanse invlieger
Lynch, met wie de prins Zaterdag de
geluidsbarrière heeft doorbroken. „Ik ben
diep getroffen door het bericht van zijn
dood", aldus de Prins. „Hij was een van
de beste piloten met wie men mij heeft
laten vliegen".
Prins Bernhard zeide, dat er geen en
kele overeenstemming was tussen de
vlucht, die hij Zaterdag met Lynch had
gemaakt en die waarbij Lynch is omge
komen. De Prins en Lynch hadden Za
terdag op grote hoogte een weinig gestunt.
Lynch stuntte tijdens zijn laatste vlucht
op zeer geringe hoogte, aldus de Prins.
hogen van de handelswaarde een rede
lijk doel moet worden geacht. Het kui
ken is na het leewieken geen wrak, het
mist alleen een stukje vleugel.
De procureur-generaal vroeg bevesti
ging van het vonnis van de Zutphense
rechtbank, die verdachte van Jiet ten laste
gelegde, had vrijgesproken.
Frater H. J- Zwetsloot S.J. is vanmiddag
in Nijmegen gepromoveerd <>P het Proef
schrift „Friedrich Spee und die Hexen-
prozesse". De promotor was prof. dr L. J,
Rogier.
Wie zich in de geschiedenis van de hek
senprocessen verdiept, treedt een wereld
binnen zonder licht en warmte. Het schijnt
de wereld van satan, met aan de ene kant
haat en blind vooroordeel, aan de andere
kant angst en vertwijfeling.
Dat in de christelijke wereld van de late
middeleeuwen en de nieuwere tijd zo'n
gruwelijke waan heeft kunnen heersen, is
een huiveringwekkend mysterie.
Het werk van dr Zwetsloot geeft een uit
gebreid overzicht van de geschiedenis der
heksenprocessen. De schrijver opent een
nieuwe visie op het probleem door diepere
oorzaak te zoeken in een moraaltheolo
gische dwaling. De theologen hebben de
onmenselijke praktijken in stand gehouden
door hun leer van het duivelspact: iedere
vorm van bijgeloof schreven ze toe aan
een overeenkomst met de duivel.
In feite waren de meeste „heksen" en
„tovenaars" echter domme, bijgelovige
mensen, die door hun kruiden, spreuken
of zalfjes macht meenden te bezitten over
ziekte en gezondheid (een bijgeloof dat op
het platteland nog steeds voortleeft). Dui
velse boosheid was hun volkomen vreemd.
De meesten kwamen pas voor de recht
bank tot de ontdekking dat ze dienaren
van de duivel waren.
Anderen, die zeer gehecht waren aan
oude, overgeleverde gebruiken, namen het
„duivelspact" op de koop toe bij het uit
oefenen van hun praktijken. Zo is een on
juiste moralistische beoordeling oorzaak
geweest van werkelijke zonden: de gewe
tens werden verkeerd gevormd. Van de
kant van de rechters was er echter maar
één uitweg: ze moesten de consequentie
van hun onzalige leer aanvaarden en de
duivelse elementen uitroeien.
De heksenwaan werd een van de facto
ren waardoor de bevolking van Europa
gedecimeerd werd. Enkele duizenden
slachtoffers per jaar kwamen in de vlam
men om. Dr Zwetsloot vraagt zich af, of
we hier met millioenen moeten rekenen.
Een Lotharingse rechter beroemde zich op
zijn 800 slachtoffers; een andere ver
brandde meer dan 700 heksen binnen twee
jaar.
De geestesepidemie woedde niet alleen in
Duitsland, maar ook in Spanje, Italië,
Zwitserland, Frankrijk, Engeland, Dene
marken, Zweden en Polen. In Nederland
nam ze niet zulke schrikbarende vormen
aan.
In sommige dorpen werden de vrouwen
ongeveer uitgemoord. Een heksenproces
werkte immers als een kettingreactie: de
beschuldigde man of vrouw begon met te
ontkennen, zwichtte echter spoedig voor
de onmenselijke folteringen, en noemde
zo veel medeschuldigen als men maar
wenste. De beulen beroemden zich er op,
dat ze uit iedere willekeurige persoon een
bekentenis konden persen..
En onder het volk heerste een ware hek
senwaanzin. Door angst en haat werden de
mensen tot steeds nieuwe verdenkingen en
beschuldigingen opgejaagd.
We vragen ons thans met schrik af, of
de ontwikkelde mensen dan -met blindheid
waren geslagen. De meeste theologen en
juristen berustten in de verschrikking,
omdat ze hier een strijd meenden te zien
tegen het rijk van satan. Ook de folterin
gen werden goedgepraat met het motief,
dat de tegenstand van de duivel in de
schuldigen gebroken moest worden.
Gelukkig ontmoet men in de eeuwen van
de heksenvervolging enkele mensen die
hun stem verhieven tegen 't schreeuwende
onrecht. Zo'n lichtende gestalte is de
Jezuiet Friedrich Spee, die leefde van 1591
tot 1635. Als professor in de moraaltheolo
gie schreef hij een werk tegen de alge
mene verdwazing: de „Cautio criminalis"
(1631). Dit miste zijn uitwerking niet, of
schoon er nog een lange tijd moest ver
strijken voordat alle sporen waren uitge
wist. De achttiende eeuw bracht pas een
volledige bevrijding, nadat de waanzin
vier eeuwen had geduurd.
Dr Zwetsloot tekent Spee als een man
met een diep rechtsgevoel, met grote moed
en onverschrokkenheid. Hij schets uitvoe
rig Spee's karakter, de plaats en de in
vloed van zijn boek. Bij de hoofdpunten
uit Spee's werk maakt de promovendus
rijkelijk gebruik van andere bronnen tot
de kennis der heksenprocessen. Daardoor
groeide dit werk uit tot een een standaard
werk over dit onderwerp. Voetnoten en
bibliographie getuigen niet alleen van een
respectabele bronnenstudie, maar geven
tegelijkertijd aan geïnteresseerden een
bijna volledige oriëntatie op dit terrein.
Ook voor de niet-wetenschappelijk geïn
teresseerde is dit proefschrift boeiende
lectuur.
Het boek van dr Zwetsloot is rijk geïl
lustreerd met oude afbeeldingen van ver
hoor. foltering en terechtstelling. In de
„Anhang" is een volledig verslag van een
heksenproces afgedrukt, daterend van on
geveer 1600. Een uitgebreide bibliografie
en een register verhogen de waarde van
dit keurig verzorgde proefschrift.
E avonturenfilm is voor de Ameri
kaanse cineasten steeds een geliefd
genre geweest. De Hollywoodse pro
ductie is voor een groot deel gericht op 't
afleveren van de zgn. „Westerns", een
film, die min of meer tot inhoud heeft 't
heldendom van de revolvertrekkers en
de zwart-wit tekening van schurken en
moedige mannen. David Griffith heeft
met dit genre reeds bewezen, dat in de
achtervolgingsscène door middel van een
goede montage een ongewoon spannend
effect is te bereiken.
Het genre van deze avonturen- of
WildrWest films werd gaandeweg in een
schablonevorm geperst, zodat de inhoud
steeds meer stereotype werd en de vorm-
geving nauwelijks aanleiding tot juichen i
gaf. Nog niet zo lang geleden echter is
door verschillende regisseurs van naam,
z'oals Fritz Lang en Alfred Hitchkock, een
offensief begonnen tegen deze verstarde
vormgeving en met een uitermate ver
heugend resultaat. Met „High Noon" en
„Rancho Notorious" z'ijn interessante pro
ducten afgeleverd, waarin men met
vreugde de renaissance van de goede
avonturenfilm met het gezonde roman
tisme van de schurken en helden be
groette. George Stevens (A place in the
sun") heeft in de jubileumfilm van A
Zukor „Shane" opnieuw het bewijs gele
verd, dat de wedergeboorte van de
„Western" niet is vastgelopen. Men kan
zonder meer met grote vreugde deze film
aanschouwen en zich verheugen in het
grote vakmanschap van de regisseur en
tevens in zijn artisticiteit, waardoor
„Shane" een zeer waardevol product is
geworden. Niet alleen een film, die breekt
met de romantiek van te lauwe thee, on
danks de geduchte robbertjes, die er in
worden gevochten, maar ook een film,
die onderhoudend is door inhoud en
vormgeving samen, een eenheid, die een
kunstwerk niet kan ontberen.
ET weinig woorden kan men de in
houd van „Shane" vertellen. Deze
„Shane" is namelijk een „gun-figh-
ter" die poogt zijn verkeerde handelwij
ze af te zweren. Hij komt op de boerderij
van Joe Starett in Alabama, waar hij di
rect reeds na aankomst getuige is van de
grote strijd, die in de omgeving wordt
gestreden tussen enkele boeren, onder
wie Starett, en een bende onder aanvoe
ring van Rijker. Shane neemt stelling in
deze strijd en kiest de z'ijde van Starett.
Hij blijft op de boerderij, weliswaar poogt
hij de moeilijkheden uit de weg te gaan,
maar als Rijker een beruchte scherp
schutter huurt om aan zijn zijde te vech
ten, dan blijft Shane niet langer de ge
duldige man. Hij slaat zelfs op het kritie
ke moment de boer Starett neer, om in
diens plaats naar Rijker te gaan en zo
doende te voorkomen, dat Starett in een
hinderlaag wordt gelokt.
Shane is iemand, die sterk tot de ver-
eringsdrang van het zoontje van Starett
spreekt. Deze knaap verafgoodt de man,
Alan Ladd als Shane in de gelijk
namige film van G. Stevens.
die nooit mét zijn revolver mist en die
een uitzonderlijke lichaamskracht de
monstreert, zodat de tegenstanders pogen.
Shane van Starett los te weken. De
scènes, waarin de jongen van zijn bewon
dering geuigt. zijn zonder meer koste
lijk. Voortreffelijk ook heeft Stevens de
sfeer van geladenheid, van afwachten
vóór de strijd en van het losbarsten van
de gevechten vastgelegd.
Bovendien kenmerkt de film van Ste
vens zich door een uitstekende toepas
sing van het geluid. Toch is dit geen
trouvaille, maar een reeds meermalen
toegepast procédé om namelijk de ge
beurtenissen aaneen te rijgen met een
„Leifmotiv". Het „Shanemotief", is dus
geen primeur, maar de toepassing is goed
en het is te waarderen, dat Stevens niet
krampachtig naar noviteiten heeft ge
zocht, maar gebruik heeft willen maken
van hetgeen reeds bewezen heeft zijn
waarde te bezitten.
Zonder meer kan men met grote waar
dering getuigen, dat Stevens erin is ge
slaagd, een spannende en waardige
avonturenfilm te maken. Spannend door
een weldoordachte vormgeving met uit
stekende montageprestaties en waardig
ook, ondanks de niet malse vechtpartijen.
Bu.
noemd tot apostolisch prefect van Kiang-
chow in de provincie Shansi. Tijdens de
tweede wereldoorlog werd hij met al zijn
missionarissen in een concentratiekamp
geïnterneerd. Na de capitulatie in Novem
ber 1945 keerde hij echter onmiddellijk
naar zijn diocees terug. De missie in zijn
gebied vond hij in desolate toestand terug,
maar met nieuwe moed begon hij aan de
heropbouw.
In April 1947 trof hem de tweede grote
slag. De communisten drongen zijn ge
bied binnen en maakten een einde aan de
heropbouw van zijn werk. De verbindin
gen met Nederland werden verbroken,
terwijl meerdere missionarissen gedwon
gen waren het land te verlaten. Op 9
December 1947 ontving het provincialaat
der paters Franciscanen via het ministe
rie van buitenlandse zaken plotseling een
telegram, dat mgr Pessers en pater Bruns
door de communisten waren vermoord en
dat pater Ruys en vier missiezusters van
Heerlen gevangen waren genomen. Naar
aanleiding hiervan werden er in de kloos
ters van de paters Franciscanen plechtige
lijkdiensten gehouden voor mgr Pessers.
Spoedig bleek echter, dat het telegram
onjuist was geweest. Alleen pater Bruns
was gemarteld en vermoord. Mgr Pessers
was tezamen met pater Ruys en de zusters
gevangen genomen. Na 8 maanden in de
gevangenis te hebben doorgebracht, waar
zij weinig en slecht voedsel kregen, zwaar
werk verrichtten en mishandelingen te
verduren kregen, werden zij medio 1948
wederom op vrije voeten gesteld en wa
ren zelfs in staat naar hun hoofdstatie
terug te keren.
Pater Ruys was tijdens zijn gevangen
schap echter zo verzwakt, dat hij veer
tien dagen na de invrijheidstelling stierf.
Binnen de hoofdstatie genoten mgr Pes
sers en de vier zusters een betrekkelijke
vrijheid. Hoewel zij bijna alles waren
kwijt geraakt, tot en met de nieuwe
hoofdkerk, waren zij in staat de zielzorg
onder de christenen, zo goed en kwaad als
dat ging, weer op te nemen. Begin 1952
achtte mgr Pessers de toestand zo ver
ergerd, dat hij de zusters opdracht gaf
naar Nederland terug te keren. Zelf bleef
hij als enige Europeaan in zijn missie
achte?. Twee jaar lang is hij er met veel
moeite in geslaagd in zijn levensonder
houd te voorzien.
Langzamerhand werden de schroeven
echter aangedraaid en begon men hem
aan allerlei verhoren te onderwerpen,
evenals zijn christenen. Men drong er bij
mgr Pessers op aan, het land vrijwillig
te verlaten. Daar de autoriteiten hem
echter van niets konden beschuldigen,
was men niet in staat hem te dwingen.
Het standpunt van mgr Pessers was het
land niet te verlaten, zo lang hij daartoe
niet genoodzaakt werd. Zelfs boden de
communistische autoriteiten hem allerlei
faciliteiten en de nodige permits en papie
ren aan. Mgr Pessers bleef echter weige
ren, hoewel hij voelde dat zijn verblijf in
China niet lang meer zou duren. De com
munisten dulden er immers geen buiten
landse priesters meer. Hoe zijn vertrek
precies in zijn werk is gegaan is nog niet
bekend. Men verwacht binnen korte tijd
nadere bijzonderheden.
DE OVERHEID HEEFT haar gezagheb
bende mond vol over vacantiesprei-
ding. Niet Jan en Alleman alleen in
Juli en Augustus naar de Veluwe, Scheve-
ningen en Valkenburg, maar tourisme over
het hele jaar uitgesmeerd. Het idee op zich
is lang niet kwaad, verre van dat, alhoe
wel wij er wel voor zouden passen in Mei
of October aan de Nederlandse kust te
gaan zitten of op de grote stille, maar ook
winderige heide.
Wij Nederlanders, altijd onbewust con
servatief van gedachte, willen er maar
met één-twee-drie aan. Daar gaan nog wel
enige jaartjes overheen. Wat ligt er nu
meer voor de hand dan dat de Overheid,
die zich toch het regeren en daarbij ho-
penlijk het vooruitzien tot haar taak
heeft gemaakt, een goed voorbeeld geven?
Dus om te beginnen zouden de leden van
ons hooggeleerd Kabinet eens „ter spru-
dinge ende verlightinge" in Maart naar
hun pension Boschzicht in Lunteren
Beekbergelf of Woest Hoeve kunnen trek
ken. De Kanjerleden, wie het zonder mi
nisters wee om het hart wordt, konden
dan tezelfder periode hun of heur hart
ophalen. Evert Vermeer bijvoorbeeld zou
in zijn pilo-broek, de dwarsfluit in de
hand, naar Broek op Langendijk kunnen
trekken, om er zijn geliefde rooie kool te
consumeren; hij zou dan minister Beel een
stukje kunnen vergezellen, die van de
nood een deugd maakt, om bij de kapper
van Een een frictionnetje te halen, ter
opwekking van de haargroei dienende.
Ja, wij kunnen op z'n tijd zo heerlijk
dromen. De lieve schooljeugd een paar
weekjes eerder de vrijheid tegemoet en
een zelfde aantal weken eerder terug naar
dat gebouw, waarop door velen Dante's
gevleugelde woord „Die hier binnen gaat.
laat alle hoop maar varen" zo zeer van
toepassing wordt gebracht; de examens
nou niet uitgerekend in Juli en Juni, maar
in November.
Helaas. Het is wel een smak, waarmee
wij weer op de aarde terugstuiten, want
wat lezen wij daar in ons dagblad: Tele
visie met vacantiein Augustus.
In het souterrain van een
der hoge „woonbakken"
te Utrecht, zoals onze tijd
die kent, troffen wij hem
aan, de jonge Tiroolse me
taal-beeldhouwer, gelijk hij
zich zelf bij voorkeur
noemt, José Pirkner, ter
wijl hij in koortsachtige
haast de laatste hand lagde
aan een 2 meter hoog
Maria-beeld, gedreven in
roodkoper en tomback, be
stemd voor Amerika. Een
dezer dagen moest het ver
scheept worden. Een ma
jestueus beeld, zoals al
direct de eerste indruk is
en waarlijk niet alleen, om
dat Maria een hoge kroon
draagt, want zij moest
voorgesteld worden als
„Koningin van de weg" om
te plaatsen in een tuin bij
de kerk, die is toegewijd
aan „The Lady of the
Highway" te Signac in
New Yersey.
De kunstenaar was dus
min of meer gebonden aan
zijn opdracht en hij zond
een schets op tekening in,
maar eenmaal aan het
werk heeft Pirkner, nog 'n
jongeman van 26 jaar, wie
het modelleren blijkbaar in
het bloed zit, getuige ook
de werkstukken, die door hem als leerling
van de school in Graz gemaakt werden
en menigmaal een bekroning vonden, zijn
fantasie nog meer doen uitleven.
Met een goed gevoel voor verhoudin
gen, wijzigde hij hier en daar toch zijn
oorspronkelijke ontwerp. Waar dit in het
raam van de idee, waarvan hij moest uit
gaan, geoorloofd was, bracht hij som
wijlen een meer speelse noot hoe
geestig is niet het sceptertje met een
spiraaltje, waaraan een klein vliegwiel-
tje is verbonden, om toch ook iets van
het verkeer uit te drukken in de hand
van Maria en men krijgt de indruk,
dat hij het betreurde, in zijn vrijheid be
perkt te zijn.
Het moest immers vooral een konink
lijk en rijk beeld worden, welnu dit is
het, maar een goed opmerker ziet er toch
het joyeuze en echt menselijke in terug,
dat vergissen wij ons niet Pirkner liefst
nog verder zou willen hebben doorvoe
ren. Het beeld moet indruk maken, wat
het alleen reeds door het kostbare ma
teriaal doet vergeet niet voor welk
land het bestemd is! en het komt op
een ter plaatse reeds aanwezige console
van 60 cM., helaas in een soort nis, te
staan.
Toch is er een fijne, zij het bescheiden
elegance aan gegeven. Door een soepele
buiging van de rechterknie wordt een al
te grote statigheid opgeheven en smal
loopt het beeld met een wijde mantel,
die werkelijk „los" hangt, naar onder toe,
zodat geen vrees voor logheid lijkt te
bestaan. We zouden het beeld echter ge
plaatst moeten zien om daarover eon
juist oordeel te kunnen uitspreken. De
krulletjes van draadwerk op het hoofd
van het Goddelijk Kind en het zwierige
haar van Maria onder de kroon uit,
geven eveneens iets ongedwongens. Het
Kind. alsook de voeten van Maria zijn in
tomback een legering van rood en geel
koper gedreven en lichten hierdoor
enigszins op in het zacht-groen van het
koper, dat gepatineerd werd.
Een fraaie statue, die ook het ambach
telijk kunnen van Pirkner bewijst, waar
voor hij bij wijlen Jan Eloy Brom, die
hem in 1948 als zijn medewerker aan
zocht, een goede leerschool vond.