met de uitvoering van het plan Ouderdoms voorziening Mgr Pessers uit China terug in de vrije wereld HEKSENJACHT, 'N CEESTES- EPIDEMIE Verdachte deed alles om een veroordeling te krijgen Renaissance van de „Western nu en dan „KONINGIN VAN DE WEG" NG- SLAGEN Advies kinderbijslag kleine zelf standigen spoedig te verwachten 0 f - ln' V Vv n s De omgekeerde tvereld Mi pas-aan servies VRIJDAG 19 MAART 1954 PAGINA 3 Suurhof wenst rust bij loonpolitiek Achttien dagen vacantie voor jonge werk krachten Wireld-gestalte Henk van der Maze. Honger-suffragetten naar ziekenhuis Geen algemene week abonnementen Uw hoofdhuid fris - Uw haar gezond heeft „voedingswaarde" voor Uw haar OMDAT Brylcreem waarde volle, versterkende stoffen en zuivere, natuurlijke oliën bevat. OMDAT de oliën in Brylcreem geëmulgeerd zijn voor smetteloze haarverzorging. OMDAT massage met Brylcreem een dubbel voordeel geeft: altijd mooi haar - gezond haar voor altijd. Heksen en Wetenschap Wegens liet leewieken van kuikens Piloot, die met Prins Bernhard vloog PROMOTIE H. ZWETSLOOT SJ. TE NIJMEGEN Duizenden slachtoffers „Shane", uitstekende film van George Stevens 2 ip voor de overheid Peter Selie Beeld van José Pirkner voor Amerikaanse parochie A. Het duurt nog wel even 's GRAVENHAGE, 18 Maart 1954 Wij hebben verleden week reeds geschreven, dat de Eerste Kamer het erop schijnt aan te leggen de zaken van de Tweede Kamer nog eens duidelijk over te willen doen. Dat was naar aanleiding van de behandeling van de begroting van Financiën, die bijna onmiddellijk volgde op de algemene financiële beschouwingen en die toch nog een repliek vorderde van ruim vier uur, iets waarover de Tweede Kamer niet meer dan een uur placht te doen. Gisteren heeft de Eerste Kamer na de algemene beschouwingen een rede van de minister van Justitie moeten aanhoren van niet minder dan drie uur in de Tweede Kamer nam dat hoogstens twee uur in beslag en hedenmorgen kwam het antwoord van de minister van Sociale Zaken op de algemene beschouwingen zijn departement betreffende in een rede, die alweer twee en een half uur in beslag nam. Daarmee was dan nog niet alles gezegd, want ook de staatssecretaris, Mr Dr Van Rhijn, had nog het een en ander in het midden te brengen. De voorstellen van de S.E.R. inzake de definitieve regeling van de Ouder domsvoorziening noemde de minister van Sociale Zaken een gelukkige synthese. Het kabinet, zo zeide hij, moet zijn standpunt natuurlijk nog bepalen en het staat ook niet vast, dat het advies van de S.E.R. tot in alle onderdelen door de regering zal worden gevolgd. Maar het werk dat de S.E.R. heeft verricht is een groot stuk werk. Dit advies om te zetten in een wetsontwerp zal geen gemakkelijke taak zijn, maar de minister zeide zich hieraan met spoed te zullen zetten. Men zal zich daarbij echter moeten hoeden voor overspannen verwachtingen wat de tijd betreft, die hij nodig zal hebben. Prof. Molenaar had de verwachting uit gesproken, dat deze ouderdomsvoorzie ning consequenties zou hebben voor de sociale verzekeringswetten en hij had daarom de minister aangeraden om dit hele complex van wetten binnen twee jaar te herzien. Dat zou betekenen, aldus de minister, dat men de hele sociale ver zekering overhoop zou moeten halen en, zo zeide hij, nu zijn er twee manieren waarop een minister kan mislukken: ten eerste door te weinig te doen en ten tweede door te veel te willen doen en al zou u mij. aldus de minister, nog voor tien jaar inhuren, dan zou het mij in die tijd nog niet gelukken dat plan van prof. Molenaar te volvoeren. De staatssecretaris, dr Van Rhijn, zei de hierover, dat dit plan aangaande de Unificatie van de sociale verzekeringen te ambitieus was. Wij wonen wat dat be treft in een oud huis en daar moeten we blijven wonen, we kunnen dus alleen vleugel voor vleugel vernieuwen. Over de loonpolitiek zei de minister, dat opheffing van de gemeente-classifi catie en dit noemt de S.E.R. ook als G0 KRANT EN tijdschrift kunnen zo te genvallen en dan ineens zo boeiend zijn, dat je er warm van wordt. Dit laatste was het geval, toen we niet beroepshalve maar als gewoon staatsburger en natuur lijk lid van de K.V.P. het jongste num mer van „De Opmars" lazen. Elke pagina eiste opnieuw de volle aandacht. Allereerst valt onze nieuwe voorzitter mr Van Doorn met een daverende klap in huis. We laten onze voorzitter even aan het woord: Nog ruim een maand en de Staten verkiezingen zijn voorbij. Van de acti viteit van ons kader hangt het voor een belangrijk deel af hoe groot de katholieke winst zal zijn. De kader leden van de K.V.P. zullen begrijpen, dat ik er behoefte aan heb nog eens een dringend appèl te doen al het mo gelijke in het werk te stellen om een werkelijke goede uitslag der verkie zingen te bevorderen. Pater dr Van Rijen heeft het in zijn f lashelder betoog op een der zogenaam de bouwsteenavonden van de kring Den Haag zo treffend gezegd: „Wij heb ben ook, ja juist op het politieke vlak ervoor te strijden, dat de wereld een gestalte krijgt, waarin een christelijk leven de beste kansen heeft". En wie zou durven beweren, dat die wereld zo'n gestalte reeds heeft. Voor wat Ne derland ja in menig opzicht voor wat Europa betreft kan onze katho lieke partij dank zij haar beduidende invloed op de structuur van staat en maatschappij een belangrijke bijdrage leveren tot die omvorming in christe lijke geest. De Partij heeft die bijdrage voor een niet onbelangrijk, ja voor een steeds belangrijker deel, te leveren door het optreden van de K.V.P.-frac- ties in de Provinciale Staten. Wilt U dit allemaal eens even goed in U opnemen. De wereld een gestalte hel pen geven, waarin het christelijk leven de beste kansen heeft. Alleen reeds door uw stem uit te brengen. Prof. Romme hamert in datzelfde num mer nog eens op het aambeeld der Gods erkenning in de grondwet. Een ander ar tikel somt op de grote belangen bij de Provinciale Staten-verkiezingen. Voorts wordt aandacht gewijd aan de houding van Minister Witte bij de bouwerij en aan het vraagstuk der krotopruiming. Scherp wordt dan visie gegeven op de economische problemen rond één-Europa. De PvdA krijgt enkele noten te kraken. En zo'zijn er nog. meer lezenswaardige „stunts". Een zwaargeladen nummer, een koste lijke aflevering, een treffend exemplaar. „De Opmars" wordt nog veel te weinig gelezen. Zelfs vele plaatselijke bestuur ders zijn nog niet eens geabonneerd op dit politieke arsenaal. Mogen we nog even Voorzitter mr Van Doorn aan het woord laten? Een werkelijk politieke partij heeft door te stoten en zal, wil zij winnen aan innerlijke kracht, haar kiezers moeten brengen tot een steeds beter in zicht in de politieke problemen. Is dat inzicht verkregen en is het deugdelijk, het zal door inzet gevolgd worden. Een middel daartoe is „De Opmars". Ook in de politiek hebben we vakmen sen nodig, geen baantjesjagers, maar ge schoolde, geestdriftige, wakkere voor trekkers, echte vuurvreters. Politiek is niet vuil, doch onkunde en bet speculeren op die onkunde maken de vuiligheid. Men moet zijn mannetje staan, ook in «e politiek. een gevolg van de ouderdomspen sioenen alleen maar geleidelijk zou kunnen geschieden. Na de laatste loon- ronde is er een zekere rust nodig op loonpolitiek terrein, bovendien zou door een plotselinge opheffing der gemeen te-classificatie de industrialisatie van het platteland worden geremd. Wel zal, zo deelde hij mede, de regering bin nenkort overleg plegen met de Stich ting van de Arbeid over een nieuwe organisatie van de loonpolitiek. De veront rusting in sommige kringen over de groei van het Humanis tisch Verbond kon de minis ter begrijpen, maar een deel van hen. die zich veront rust tonen, meent toch ook, dat men het Verbond in zijn werk zaamheden niet mag be knotten. De gioeilijkheden liggen bij het gelijkstellen van het kerkelijke en het humanistische werk. Maar indien daar werkelijk de moeilijkheid ligt, dan meende de minis ter, dat er wel overeenstemming zou kunnen worden bereikt. Voor de ziekenhuisbouw bepleitte mi nister Suurhoff een zekere ordening. Zou deze niet tot stand komen, dan zou het kunnen gebeuren, dat ook de financiële steun van de regering geen doorgang zal vinden. De staatssecretaris deelde mede, dat het niet te verwachten was, dat de leer plichtige leeftijd tot IS jaar zou worden verhoogd. Om echter voor de leeftijd van 14 tot 16 jaar iets te kunnen doen over woog de regering een verplicht part time-onderwijs voor 60.000 jeugdige per sonen in de industrie, waarover het over leg met het ministerie van O. K. en W. gaande was. Uit het hart gegrepen De opmerkingen van de heer Vixeboxse over de grenzen van de sociale politiek noemde de minister hem uit het hart ge grepen. De sociale maatregelen mogen de economische opbouw niet in de weg staan, maar de sociale uitkeringen moe ten uit de lopende productie worden ge honoreerd. deze wissel op de toekomst meende de minister wel te mogen trek ken. De baten uit het kapitaaldekkings stelsel walen immers in verband met de mogelijkheden van devaluatie óók niet onaantastbaar. De werkgelegenheidspolitiek bespre kend merkte de minister op, dat de toe passing van de vrije loonregeling op aan vullende werkobjecten in verband met de organisatie van de D.U.W. wellicht de prikkel voor de arbeiders verminderde om in het vrije bedrijf te gaan werken, maar zou men deze prikkel willen behou den door het geven van minder loon, dan zou men de sociale klok weer een heel eind terugzetten. Voorts verwachtte de minister in de naaste toekomst een zekere ontspanning op de arbeidsmarkt in de bouwbedrijven, daar de opleiding voor de bouwbedrijven zou worden versneld. Een kortere arbeidsduur, waarvoor de heer Oosterhuis had gepleit, zou een op lossing vereisen van vele problemen, lie ver zou de regering trachten deze maat regel, die bedoeld is om de narigheid van de werkloosheid wijder uit te spreiden, te voorkomen, door op andere wijze de werkloosheid te bestrijden Wat de moeilijk plaatsbare werklozen betreft wilde de minister liever het ad vies van de commissie afwachten alvo rens zich uit te spreken. Een wettelijke regeling, waardoor dwang zou worden uitgeoefend tot het in dienst nemen van deze mensen had nogal bezwaren. Voor de aanvullende werkgelegenheid zouden de Provinciale Besturen en de P.C.W.'s, die zo prachtig werken, onaangetast blijven in het reorganisatieplan, maar er moeten centraal toezicht en coördinatie zijn en men kan de Rijksdiensten niet onderge schikt maken aan dé Provinciale diensten. Dat behoefde echter niet te betekenen, dat de provinciale diensten zouden wor den verlaagd tot adviesorganen, deze had- den bovendien beroep op de C.O.W. en op de minister. De ondernemingsraden Over de onder nemingsraden sprak nog staatssecretaris dr Van Rhijn. Dat deze prac- tisch nog niet tot stand zou den zijn geko men weet hij aan het be drijfsleven. De regering over weegt geen sancties als de- STAATSSECR. VAN RHIJN „ingsraden niet Het bedrijfsleven is d« binnen de ter_ sc u mijn tot stand zouden zijn gekomen, maar ook geen ver lenging van de termijn, die reeds met één jaar was verlengd. De regering had zich ter dezer zake tot de S.E.R. om advies gewend, waarop voor drie bedrijfstakken een bedrijfscommissie was ingesteld om de zaak te stimuleren. Hij deelde voorts mede, dat aan het eind van deze maand het advies van de S.E.R. was te verwachten over de kinder bijslag voor de kleine zelfstandigen. Dezer dagen zou aan de Kamer een no ta worden Overgelegd over het regerings standpunt ten aanzien van de Ilo-confe- rentie 1951. Dit betreft het gelijkwaardig loon voor mannen en vrouwen bij gelijk waardige arbeid. De regering achtte echter een geleide lijke doorvoering gewenst en zou dus dit verdrag niet kunnen ratificeren. Met na me in de kledingindustrie, waarin veel vrouwen werkzaam zijn, zou een loons verhoging ontstaan van 35 wat een zeer belangrijke prijsstijging in deze sec tor ten gevolge zou hebben. Voor het voorzieningsfonds van werk loze kunstenaars, dat dringend verster king behoeft, zal de regeringssubsidie met 100 worden verhoogd. Tenslotte deelde de staatssecretaris nog mede, dat de regering een wettelijke vast stelling overwoog van een vacantie van 18 dagen voor jeugdige arbeiders tot acht tien jaar. Na korte replieken werd de begroting z.h.st. aangenomen met de bekende aan tekening der communisten. De volgende week zullen de begroting van Oorlog en Marine en van Maatschap pelijk Werk worden behandeld. F. S. MINISTER SUURHOFF Overeenstemming mogelijk? Advertentie! Van de negen Egyptische vrouwen, die zeven dagen geleden in het gebouw van het perssyndicaat te Cairo, in hongersta king gingen ter verkrijging van kiesrecht voor vrouwen, zijn er gisteren vijf naar een ziekenhuis overgebracht. Twee vrou wen waren reeds in onmacht gevallen. Haar toestand is zorgwekkend. Mevr. Sjafik, de leidster der staaksters, verklaarde, dat zij de hongerstaking in het ziekenhuis zou voortzetten tot haar eisen waren ingewilligd. Zouden, aldus de minister van Verkeer in zijn M. v. A. aan de Eerste Kamer voor zeven dagen algemene abonnementen ver krijgbaar worden gesteld, dan zou dit voor de vacantiegangers slechts aantrek kelijk zijn bij zo lage prijs, dat ook het zakenleven er gebruik van zou maken. Dit zou echter gevaar opleveren voor aan tasting van 't vervoer, dat thans op andere tarieven wordt afgewikkeld. Tegen weder invoering van algemene weekabonne menten bestaat qp deze grond ernstig be zwaar. iiuomtiutu u ia - vw nuui yc^uuu... BRYLCREEM BRYLCREEM bevat geen gent, geen zeep, geen aleohel. County Perfumery Co. Ud., Stanmore, England - Imp. Jacq. Mot Jr., Amsterdam Gisteren ontving het provincialaat van de Paters Franciscanen te Weert telegrafisch bericht uit Hongkong, dat mgr Quintinus Pessers OFM aldaar Woensdag in goede gezondheid uit communistisch China is aan gekomen. Hij is de laatste Nederlandse Franciscaan, die uit communistisch China naar de vrije wereld terugkeert. Bijzonderheden omtrent de reden van zijn terugkeer ontbreken nog. Wel is bekend, dat de communistische autoriteiten er al sedert twee jaar op hebben aangedrongen, dat hij vrijwillig het land zou verlaten, wat mgr Pessers weigerde. Zijn standpunt was: „zolang ik niet gedwongen word, blijf ik". Reeds eerder werd abusievelijk zijn overlijden gemeld. Mgr Pessers, die in 1896 te Tilburg ge boren is, vertrok in 1923 naar China en is dus meer dan dertig jaar in dit land werkzaam geweest. In 1936 werd hij be- de drie. kenmerken van een echt "pas-aan servies zijn: ieder onderdeel draagt het pas-aan merk, 20 jarige garantie op kwaliteit en na léve ring ieder onderdeel steeds los verkrijgbaar 'Ur Z PAS A A N O). ur Q m' U) DAS AAN Z wat de tour is op het goud, is hetpas-aan merk op porselein Een niet alledaagse zaak is Donderdag! De procureur-generaal zeide in zijn voor het Arnhemse Hof behandeld. Hetrequisitoir, dat het er niet om gaat of - leewieken valt onder de algemene delict- merkwaardige feit deed zich voor, datf jguur van f}e wet op de dierenmishan- de procureur-generaal bewijzen trachtte deling, art. 254. Aan te nemen is, dat er aan te voeren die vrijspraak zouden j van pijn geen sprake is. Overigens kan kunnen bewerkstelligen, terwijl de ver- men niet uitzoeken in hoeverre er pijn wordt toegebracht. De procureur-generaal dachte en zqn raadsman het mogelijke 5aseerde zich op het opdeel, dat het ver deden om veroordeling te verkrijgen. Het ging hier om het leewieken van kuikens. De verdachte Roelof R., kuiken broeder te Gene, gemeente Epe, had zo'n grote tegenzin tegen het leewieken van kuikens, dat hij zich had aangeklaagd wegens dierenmishandeling. Verdachte ging tot deze handeling over, omdat er steeds meer vraag is naar geleewiekte kuikens, dat zijn kuikens waarvan een vleugeltje door middel van een gloeiende electrische draad zodanig is verschroeid dat de vleugel niet meer groeit. Zij be hoeven dan later niet meer periodiek ge kortwiekt te worden en vrees voor weg vliegen behoeft niet te bestaan. Hij stond nu in hoger beroep terecht wegens het „zonder redelijk doel opzet telijk aan een dier pijn of letsel veroor zaken". Verdachte zei, dat volgens zijn oordeel de beestjes ontzettend veel pijn lijden. Ook later blijft de verminkte vleugel pijnlijk. Een deskundige van de Pluimveecen- trale verklaarde echter, dat het leewie ken een grote besparing aan omheinings- kosten geeft. Het snoeien geschiedt vol gens deze deskundige nagenoeg pijnloos. Het gebeurt meestal vlak na het sexen. De 33-jarige Californische proefpiioot Joseph A. Lynch jr, die bü Prins Bernhard was, toen deze Zaterdag j.l. met een TF-86 Sabre straaloefenvliegtuig de gc- luidsmuur doorbrak, is Woensdag met dit vliegtuig verongelukt en omgekomen. Lynch is vijf jaar lang proefpiioot ge weest en heeft in de tweede wereldoorlog als piloot van een jachtvliegtuig gediend. Z.K.H. prins Bernhard heeft uitdruk king gegeven aan zijn leedwezen over de dood van de Amerikaanse invlieger Lynch, met wie de prins Zaterdag de geluidsbarrière heeft doorbroken. „Ik ben diep getroffen door het bericht van zijn dood", aldus de Prins. „Hij was een van de beste piloten met wie men mij heeft laten vliegen". Prins Bernhard zeide, dat er geen en kele overeenstemming was tussen de vlucht, die hij Zaterdag met Lynch had gemaakt en die waarbij Lynch is omge komen. De Prins en Lynch hadden Za terdag op grote hoogte een weinig gestunt. Lynch stuntte tijdens zijn laatste vlucht op zeer geringe hoogte, aldus de Prins. hogen van de handelswaarde een rede lijk doel moet worden geacht. Het kui ken is na het leewieken geen wrak, het mist alleen een stukje vleugel. De procureur-generaal vroeg bevesti ging van het vonnis van de Zutphense rechtbank, die verdachte van Jiet ten laste gelegde, had vrijgesproken. Frater H. J- Zwetsloot S.J. is vanmiddag in Nijmegen gepromoveerd <>P het Proef schrift „Friedrich Spee und die Hexen- prozesse". De promotor was prof. dr L. J, Rogier. Wie zich in de geschiedenis van de hek senprocessen verdiept, treedt een wereld binnen zonder licht en warmte. Het schijnt de wereld van satan, met aan de ene kant haat en blind vooroordeel, aan de andere kant angst en vertwijfeling. Dat in de christelijke wereld van de late middeleeuwen en de nieuwere tijd zo'n gruwelijke waan heeft kunnen heersen, is een huiveringwekkend mysterie. Het werk van dr Zwetsloot geeft een uit gebreid overzicht van de geschiedenis der heksenprocessen. De schrijver opent een nieuwe visie op het probleem door diepere oorzaak te zoeken in een moraaltheolo gische dwaling. De theologen hebben de onmenselijke praktijken in stand gehouden door hun leer van het duivelspact: iedere vorm van bijgeloof schreven ze toe aan een overeenkomst met de duivel. In feite waren de meeste „heksen" en „tovenaars" echter domme, bijgelovige mensen, die door hun kruiden, spreuken of zalfjes macht meenden te bezitten over ziekte en gezondheid (een bijgeloof dat op het platteland nog steeds voortleeft). Dui velse boosheid was hun volkomen vreemd. De meesten kwamen pas voor de recht bank tot de ontdekking dat ze dienaren van de duivel waren. Anderen, die zeer gehecht waren aan oude, overgeleverde gebruiken, namen het „duivelspact" op de koop toe bij het uit oefenen van hun praktijken. Zo is een on juiste moralistische beoordeling oorzaak geweest van werkelijke zonden: de gewe tens werden verkeerd gevormd. Van de kant van de rechters was er echter maar één uitweg: ze moesten de consequentie van hun onzalige leer aanvaarden en de duivelse elementen uitroeien. De heksenwaan werd een van de facto ren waardoor de bevolking van Europa gedecimeerd werd. Enkele duizenden slachtoffers per jaar kwamen in de vlam men om. Dr Zwetsloot vraagt zich af, of we hier met millioenen moeten rekenen. Een Lotharingse rechter beroemde zich op zijn 800 slachtoffers; een andere ver brandde meer dan 700 heksen binnen twee jaar. De geestesepidemie woedde niet alleen in Duitsland, maar ook in Spanje, Italië, Zwitserland, Frankrijk, Engeland, Dene marken, Zweden en Polen. In Nederland nam ze niet zulke schrikbarende vormen aan. In sommige dorpen werden de vrouwen ongeveer uitgemoord. Een heksenproces werkte immers als een kettingreactie: de beschuldigde man of vrouw begon met te ontkennen, zwichtte echter spoedig voor de onmenselijke folteringen, en noemde zo veel medeschuldigen als men maar wenste. De beulen beroemden zich er op, dat ze uit iedere willekeurige persoon een bekentenis konden persen.. En onder het volk heerste een ware hek senwaanzin. Door angst en haat werden de mensen tot steeds nieuwe verdenkingen en beschuldigingen opgejaagd. We vragen ons thans met schrik af, of de ontwikkelde mensen dan -met blindheid waren geslagen. De meeste theologen en juristen berustten in de verschrikking, omdat ze hier een strijd meenden te zien tegen het rijk van satan. Ook de folterin gen werden goedgepraat met het motief, dat de tegenstand van de duivel in de schuldigen gebroken moest worden. Gelukkig ontmoet men in de eeuwen van de heksenvervolging enkele mensen die hun stem verhieven tegen 't schreeuwende onrecht. Zo'n lichtende gestalte is de Jezuiet Friedrich Spee, die leefde van 1591 tot 1635. Als professor in de moraaltheolo gie schreef hij een werk tegen de alge mene verdwazing: de „Cautio criminalis" (1631). Dit miste zijn uitwerking niet, of schoon er nog een lange tijd moest ver strijken voordat alle sporen waren uitge wist. De achttiende eeuw bracht pas een volledige bevrijding, nadat de waanzin vier eeuwen had geduurd. Dr Zwetsloot tekent Spee als een man met een diep rechtsgevoel, met grote moed en onverschrokkenheid. Hij schets uitvoe rig Spee's karakter, de plaats en de in vloed van zijn boek. Bij de hoofdpunten uit Spee's werk maakt de promovendus rijkelijk gebruik van andere bronnen tot de kennis der heksenprocessen. Daardoor groeide dit werk uit tot een een standaard werk over dit onderwerp. Voetnoten en bibliographie getuigen niet alleen van een respectabele bronnenstudie, maar geven tegelijkertijd aan geïnteresseerden een bijna volledige oriëntatie op dit terrein. Ook voor de niet-wetenschappelijk geïn teresseerde is dit proefschrift boeiende lectuur. Het boek van dr Zwetsloot is rijk geïl lustreerd met oude afbeeldingen van ver hoor. foltering en terechtstelling. In de „Anhang" is een volledig verslag van een heksenproces afgedrukt, daterend van on geveer 1600. Een uitgebreide bibliografie en een register verhogen de waarde van dit keurig verzorgde proefschrift. E avonturenfilm is voor de Ameri kaanse cineasten steeds een geliefd genre geweest. De Hollywoodse pro ductie is voor een groot deel gericht op 't afleveren van de zgn. „Westerns", een film, die min of meer tot inhoud heeft 't heldendom van de revolvertrekkers en de zwart-wit tekening van schurken en moedige mannen. David Griffith heeft met dit genre reeds bewezen, dat in de achtervolgingsscène door middel van een goede montage een ongewoon spannend effect is te bereiken. Het genre van deze avonturen- of WildrWest films werd gaandeweg in een schablonevorm geperst, zodat de inhoud steeds meer stereotype werd en de vorm- geving nauwelijks aanleiding tot juichen i gaf. Nog niet zo lang geleden echter is door verschillende regisseurs van naam, z'oals Fritz Lang en Alfred Hitchkock, een offensief begonnen tegen deze verstarde vormgeving en met een uitermate ver heugend resultaat. Met „High Noon" en „Rancho Notorious" z'ijn interessante pro ducten afgeleverd, waarin men met vreugde de renaissance van de goede avonturenfilm met het gezonde roman tisme van de schurken en helden be groette. George Stevens (A place in the sun") heeft in de jubileumfilm van A Zukor „Shane" opnieuw het bewijs gele verd, dat de wedergeboorte van de „Western" niet is vastgelopen. Men kan zonder meer met grote vreugde deze film aanschouwen en zich verheugen in het grote vakmanschap van de regisseur en tevens in zijn artisticiteit, waardoor „Shane" een zeer waardevol product is geworden. Niet alleen een film, die breekt met de romantiek van te lauwe thee, on danks de geduchte robbertjes, die er in worden gevochten, maar ook een film, die onderhoudend is door inhoud en vormgeving samen, een eenheid, die een kunstwerk niet kan ontberen. ET weinig woorden kan men de in houd van „Shane" vertellen. Deze „Shane" is namelijk een „gun-figh- ter" die poogt zijn verkeerde handelwij ze af te zweren. Hij komt op de boerderij van Joe Starett in Alabama, waar hij di rect reeds na aankomst getuige is van de grote strijd, die in de omgeving wordt gestreden tussen enkele boeren, onder wie Starett, en een bende onder aanvoe ring van Rijker. Shane neemt stelling in deze strijd en kiest de z'ijde van Starett. Hij blijft op de boerderij, weliswaar poogt hij de moeilijkheden uit de weg te gaan, maar als Rijker een beruchte scherp schutter huurt om aan zijn zijde te vech ten, dan blijft Shane niet langer de ge duldige man. Hij slaat zelfs op het kritie ke moment de boer Starett neer, om in diens plaats naar Rijker te gaan en zo doende te voorkomen, dat Starett in een hinderlaag wordt gelokt. Shane is iemand, die sterk tot de ver- eringsdrang van het zoontje van Starett spreekt. Deze knaap verafgoodt de man, Alan Ladd als Shane in de gelijk namige film van G. Stevens. die nooit mét zijn revolver mist en die een uitzonderlijke lichaamskracht de monstreert, zodat de tegenstanders pogen. Shane van Starett los te weken. De scènes, waarin de jongen van zijn bewon dering geuigt. zijn zonder meer koste lijk. Voortreffelijk ook heeft Stevens de sfeer van geladenheid, van afwachten vóór de strijd en van het losbarsten van de gevechten vastgelegd. Bovendien kenmerkt de film van Ste vens zich door een uitstekende toepas sing van het geluid. Toch is dit geen trouvaille, maar een reeds meermalen toegepast procédé om namelijk de ge beurtenissen aaneen te rijgen met een „Leifmotiv". Het „Shanemotief", is dus geen primeur, maar de toepassing is goed en het is te waarderen, dat Stevens niet krampachtig naar noviteiten heeft ge zocht, maar gebruik heeft willen maken van hetgeen reeds bewezen heeft zijn waarde te bezitten. Zonder meer kan men met grote waar dering getuigen, dat Stevens erin is ge slaagd, een spannende en waardige avonturenfilm te maken. Spannend door een weldoordachte vormgeving met uit stekende montageprestaties en waardig ook, ondanks de niet malse vechtpartijen. Bu. noemd tot apostolisch prefect van Kiang- chow in de provincie Shansi. Tijdens de tweede wereldoorlog werd hij met al zijn missionarissen in een concentratiekamp geïnterneerd. Na de capitulatie in Novem ber 1945 keerde hij echter onmiddellijk naar zijn diocees terug. De missie in zijn gebied vond hij in desolate toestand terug, maar met nieuwe moed begon hij aan de heropbouw. In April 1947 trof hem de tweede grote slag. De communisten drongen zijn ge bied binnen en maakten een einde aan de heropbouw van zijn werk. De verbindin gen met Nederland werden verbroken, terwijl meerdere missionarissen gedwon gen waren het land te verlaten. Op 9 December 1947 ontving het provincialaat der paters Franciscanen via het ministe rie van buitenlandse zaken plotseling een telegram, dat mgr Pessers en pater Bruns door de communisten waren vermoord en dat pater Ruys en vier missiezusters van Heerlen gevangen waren genomen. Naar aanleiding hiervan werden er in de kloos ters van de paters Franciscanen plechtige lijkdiensten gehouden voor mgr Pessers. Spoedig bleek echter, dat het telegram onjuist was geweest. Alleen pater Bruns was gemarteld en vermoord. Mgr Pessers was tezamen met pater Ruys en de zusters gevangen genomen. Na 8 maanden in de gevangenis te hebben doorgebracht, waar zij weinig en slecht voedsel kregen, zwaar werk verrichtten en mishandelingen te verduren kregen, werden zij medio 1948 wederom op vrije voeten gesteld en wa ren zelfs in staat naar hun hoofdstatie terug te keren. Pater Ruys was tijdens zijn gevangen schap echter zo verzwakt, dat hij veer tien dagen na de invrijheidstelling stierf. Binnen de hoofdstatie genoten mgr Pes sers en de vier zusters een betrekkelijke vrijheid. Hoewel zij bijna alles waren kwijt geraakt, tot en met de nieuwe hoofdkerk, waren zij in staat de zielzorg onder de christenen, zo goed en kwaad als dat ging, weer op te nemen. Begin 1952 achtte mgr Pessers de toestand zo ver ergerd, dat hij de zusters opdracht gaf naar Nederland terug te keren. Zelf bleef hij als enige Europeaan in zijn missie achte?. Twee jaar lang is hij er met veel moeite in geslaagd in zijn levensonder houd te voorzien. Langzamerhand werden de schroeven echter aangedraaid en begon men hem aan allerlei verhoren te onderwerpen, evenals zijn christenen. Men drong er bij mgr Pessers op aan, het land vrijwillig te verlaten. Daar de autoriteiten hem echter van niets konden beschuldigen, was men niet in staat hem te dwingen. Het standpunt van mgr Pessers was het land niet te verlaten, zo lang hij daartoe niet genoodzaakt werd. Zelfs boden de communistische autoriteiten hem allerlei faciliteiten en de nodige permits en papie ren aan. Mgr Pessers bleef echter weige ren, hoewel hij voelde dat zijn verblijf in China niet lang meer zou duren. De com munisten dulden er immers geen buiten landse priesters meer. Hoe zijn vertrek precies in zijn werk is gegaan is nog niet bekend. Men verwacht binnen korte tijd nadere bijzonderheden. DE OVERHEID HEEFT haar gezagheb bende mond vol over vacantiesprei- ding. Niet Jan en Alleman alleen in Juli en Augustus naar de Veluwe, Scheve- ningen en Valkenburg, maar tourisme over het hele jaar uitgesmeerd. Het idee op zich is lang niet kwaad, verre van dat, alhoe wel wij er wel voor zouden passen in Mei of October aan de Nederlandse kust te gaan zitten of op de grote stille, maar ook winderige heide. Wij Nederlanders, altijd onbewust con servatief van gedachte, willen er maar met één-twee-drie aan. Daar gaan nog wel enige jaartjes overheen. Wat ligt er nu meer voor de hand dan dat de Overheid, die zich toch het regeren en daarbij ho- penlijk het vooruitzien tot haar taak heeft gemaakt, een goed voorbeeld geven? Dus om te beginnen zouden de leden van ons hooggeleerd Kabinet eens „ter spru- dinge ende verlightinge" in Maart naar hun pension Boschzicht in Lunteren Beekbergelf of Woest Hoeve kunnen trek ken. De Kanjerleden, wie het zonder mi nisters wee om het hart wordt, konden dan tezelfder periode hun of heur hart ophalen. Evert Vermeer bijvoorbeeld zou in zijn pilo-broek, de dwarsfluit in de hand, naar Broek op Langendijk kunnen trekken, om er zijn geliefde rooie kool te consumeren; hij zou dan minister Beel een stukje kunnen vergezellen, die van de nood een deugd maakt, om bij de kapper van Een een frictionnetje te halen, ter opwekking van de haargroei dienende. Ja, wij kunnen op z'n tijd zo heerlijk dromen. De lieve schooljeugd een paar weekjes eerder de vrijheid tegemoet en een zelfde aantal weken eerder terug naar dat gebouw, waarop door velen Dante's gevleugelde woord „Die hier binnen gaat. laat alle hoop maar varen" zo zeer van toepassing wordt gebracht; de examens nou niet uitgerekend in Juli en Juni, maar in November. Helaas. Het is wel een smak, waarmee wij weer op de aarde terugstuiten, want wat lezen wij daar in ons dagblad: Tele visie met vacantiein Augustus. In het souterrain van een der hoge „woonbakken" te Utrecht, zoals onze tijd die kent, troffen wij hem aan, de jonge Tiroolse me taal-beeldhouwer, gelijk hij zich zelf bij voorkeur noemt, José Pirkner, ter wijl hij in koortsachtige haast de laatste hand lagde aan een 2 meter hoog Maria-beeld, gedreven in roodkoper en tomback, be stemd voor Amerika. Een dezer dagen moest het ver scheept worden. Een ma jestueus beeld, zoals al direct de eerste indruk is en waarlijk niet alleen, om dat Maria een hoge kroon draagt, want zij moest voorgesteld worden als „Koningin van de weg" om te plaatsen in een tuin bij de kerk, die is toegewijd aan „The Lady of the Highway" te Signac in New Yersey. De kunstenaar was dus min of meer gebonden aan zijn opdracht en hij zond een schets op tekening in, maar eenmaal aan het werk heeft Pirkner, nog 'n jongeman van 26 jaar, wie het modelleren blijkbaar in het bloed zit, getuige ook de werkstukken, die door hem als leerling van de school in Graz gemaakt werden en menigmaal een bekroning vonden, zijn fantasie nog meer doen uitleven. Met een goed gevoel voor verhoudin gen, wijzigde hij hier en daar toch zijn oorspronkelijke ontwerp. Waar dit in het raam van de idee, waarvan hij moest uit gaan, geoorloofd was, bracht hij som wijlen een meer speelse noot hoe geestig is niet het sceptertje met een spiraaltje, waaraan een klein vliegwiel- tje is verbonden, om toch ook iets van het verkeer uit te drukken in de hand van Maria en men krijgt de indruk, dat hij het betreurde, in zijn vrijheid be perkt te zijn. Het moest immers vooral een konink lijk en rijk beeld worden, welnu dit is het, maar een goed opmerker ziet er toch het joyeuze en echt menselijke in terug, dat vergissen wij ons niet Pirkner liefst nog verder zou willen hebben doorvoe ren. Het beeld moet indruk maken, wat het alleen reeds door het kostbare ma teriaal doet vergeet niet voor welk land het bestemd is! en het komt op een ter plaatse reeds aanwezige console van 60 cM., helaas in een soort nis, te staan. Toch is er een fijne, zij het bescheiden elegance aan gegeven. Door een soepele buiging van de rechterknie wordt een al te grote statigheid opgeheven en smal loopt het beeld met een wijde mantel, die werkelijk „los" hangt, naar onder toe, zodat geen vrees voor logheid lijkt te bestaan. We zouden het beeld echter ge plaatst moeten zien om daarover eon juist oordeel te kunnen uitspreken. De krulletjes van draadwerk op het hoofd van het Goddelijk Kind en het zwierige haar van Maria onder de kroon uit, geven eveneens iets ongedwongens. Het Kind. alsook de voeten van Maria zijn in tomback een legering van rood en geel koper gedreven en lichten hierdoor enigszins op in het zacht-groen van het koper, dat gepatineerd werd. Een fraaie statue, die ook het ambach telijk kunnen van Pirkner bewijst, waar voor hij bij wijlen Jan Eloy Brom, die hem in 1948 als zijn medewerker aan zocht, een goede leerschool vond.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 3