Drie jaar geëist tegen zwendelaar
bij bankierszaken
Voorlopige standaard-overeen
komst ziekenfonds-huisarts
WERKGEVERS EN OUDERDOMSVERZEKERING
Record-cijfers Shell Oil over '53
m
De strijdbijl begraven
Grooth andel sprij zen in Januari
iets h
oger
Geen premiebetaling door overheid
voor kleine zelfstandigen
Ver van het Heitelan
In t Gooi leren kwekelingen Fries
België acht springen van „Stop van
Ternaaien" een concessie aan
Nederland
Nog realiseerbaar?
De kwestie der
waterwegen (1)
Tekort aan zielzorgers
in bisdom Den Bosch
Manipuleerde met effecten van cliënten
Gemeenschappelijke commissies bevorderen
goede verstandhouding
Vetmesten onder de prijs
Verzorging vanaf moment dat dit nodig is
Kapitaal-uitgaven ook in 1954 en 1955
op hoog niveau
Driemastbark als
jeugdherberg
„Gemeenschappelij k
eigendom'
Ia$ak«n
Het opmerkelijke feit, dat de Delta-commissie haar derde inte
rim-rapport, waarin zij de Minister van Verkeer en Waterstaat
eenstemmig adviseert, te willen bevorderen, dat zo spoedig
mogelijk kan worden overgegaan tot afdamming van het Haring
vliet, het Brouwershavense Gat en de Oosterschelde met het
Veeregat, publiceerde slechts enkele dagen nadat mr dr F. Van
Cauwelaert en mr M. P L. Steenberghe te Brussel tenslotte hun
handtekening hadden geplaatst onder een gemeenschappelijk
advies aan de Belgische en de Nederlandse regering inzake de
Europeesdenken
.Pieter
Kan
Drie problemen inééns
Grote besparing
definitieve oplossing van de reeds zo lang slepende kwestie der
Nederlands-Belgische waterwegen, heeft in kringen, die zich
met name voor de Schelde-Rijn-verbinding interesseren, in
sterke mate de aandacht getrokken. Men acht het in deze
kringen niet onwaarschijnlijk, dat de Delta-commissie die, ge-
dreven vooral door de ontstellende gevolgen van de Februari-
ramp, op de eerste plaats Nederlandse belangen nastreeft, haar
jongste interim-rapport aan de openbaarheid heeft willen prijs
geven alvorens men te Brussel en in Den Haag tot de officiële
publicatie van het ad vies-Van Cauwelaert-Steenberghe kon
overgaan. Men vraagt zich in deze kringen af of het Delta-advies
dat, zo het gerealiseerd zou worden, in de Zeeuwse wateren een
geheel nieuwe situatie schept, het zogenaamde „Moerdijkka-
naal"-plan zo lang reeds een hinderpaal in de Belgisch-Neder
landse betrekkingen in zekere mate niet heeft achterhaald.
Stimulerende invloed
Dat het hier intussen niet alleen
om een concessie gaat, toonde ir C.
F. Egelie reeds aan in een studie
aangaande de „betekenis van het
Julianakanaal voor het industrie
gebied van Oost-België", gepubli
ceerd in „De Ingenieur" van 29
September 1939, terwijl in een, in
1949 verschenen publicatie van het
Limburgs Economische Techno
logisch Instituut, getiteld „De ont
wikkeling der welvaartsmogelijk
heden in Limburg", onder meer
het volgende werd vastgesteld:
„Intussen zal ongetwijfeld de ver
wijdering van de Stop van Ter
naaien en de verbinding van de
Maas met het Albertkanaal door
een sluis, geschikt voor het schut
ten van 2000-tons-schepen, van
stimulerende invloed zijn op de
economische ontwikkeling van het
Belgische, zowel als van het Ne
derlandse aangrenzende gebied, in
het bijzonder als de Economische
Unie tot stand gekomen zal zijn".
Grote veevoederdiefstal uit
1948 kwam aan 't licht
HIJ WISTWAAR DE
BRANDKAST STOND
STOOMMEELFABRIEK
„HOLLAND" HERVAT
DIVIDENDBETALING
SCHERPE STIJGING BIJ
GROEP VOEDINGS
MIDDELEN
M inderheidsnóta
Door schrijver wordt ook aandacht
besteed aan de minderheidsnota, waarvan
het zwaartepunt ligt bij de afwijzing van
de verplichte verzekering voor alle zelf
standigen en eventueel ook voor hen, die
boven een bepaalde inkomensgrens lig
gen. Voor zelfstandigen en voor zover
nodig voor loontrekkenden wordt dan een
systeem van (aanvullende) verzorgings
uitkering bepleit.
Bruto-winst f 735.7449 (v.j.
f 740.735)
e*n belastinffen ad
ZATERDAG 20 MAART 1954
PAGINA 9
schiep nieuwe situatie
Advies van de Delta-commissie
Zoals bekend, plegen de Belgische en
de Nederlandse regering momenteel nog
overleg aangaande het tijdstip van publi
catie der bijzonderheden van het, door
de heren Van Cauwelaert en Steenberghe
aanbevolen plan tot oplossing der water
wegenkwestie. Wat men er tot nu toe
van vernam, stamt practisch uitsluitend
uit officieuze bron. Doch het „lek", waar-
uit men vooral van Belgische zijde bij
de berichtgeving aangaande het vorderen
en het afsluiten van het overleg tussen
de beide onderhandelaars kon putten, lag
kennelijk zo dicht bij de officiële bron,
dat men zich niettemin een vrij betrouw
baar en nauwkeurig denkbeeld heeft
kunnen vormen van dat wat dr Van
Cauwelaert en mr Steenberghe tenslotte
neerlegden in hun gemeenschappelijk ad
vies.
De vraag is nu en in Rotterdam,
waar men uiteraard bijzondere belangstel
ling voor een nieuwe Rijn-Schelde-ver-
binding heeft, wees men daar reeds op
alvorens het interim-rapport der Delta
commissie het licht zag de vraag is
nu of het advies der beide onderhande
laars in al zijn details nog realiseerbaar
is, ais Nederland zijn zeegaten afsluit en
aldus de maritieme Tussenwateren ver
anderen zullen in een zoetwatermeer,
zonder eb en vloed. In dit zoetwatermeer,
zo /.eggen experts, zouden de noodzaak
van- en vele (Belgische) argumenten,
vóór een Moerdjjklianaal verdrinken,
want zo men de zeegaten afsluit, kan men,
niet meer gehinderd door stroming, golf
slag en getij, in de Tussenwateren diepe
vaargeulen baggeren en die met dammen
beschutten.
Een oud probleem, dat in 1927 vastliep
is een afwijzende houding van onze
Eerste Kamér en dat nu, onder sterk ge
wijzigde omstandigheden en met niet al
leen de Economische Unie Benelux doch
ook het streven naar Europese eenheid
op de achtergrond, dichter bij een oplos
sing scheen dan ooit tevoren, heeft door
het plan tot het afsluiten der zeegaten
een nieuw facet gekregen, en het zou
stellig niet vreemd zijn, indien nu, mede
als gevolg daarvan, met name in Lim
burg, Luik en Bonn opnieuw de aan
dacht zou worden gevestigd op andere
plannen die eveneens beogen, België een
snellere verbinding tussen Rijn en Schel
de te bezorgen.
In een aantal artikelen zullen Wij trach
ten, onze lezers een overzicht te geven
van dat wat er in België, in Noord-Bra
bant, in Zeeland, in Rotterdam, in Lim-
x V" ,T< -
De situatie der kanalen rond Maastricht. Over het op dit kaartje aangegeven
zgn. „Caberg-künaal"dat in de publicaties rond de onderhandelingen
tussen de heren Van Cauwelaert en Steenberghe eveneens ter sprake kwam,
spreken wij in een volgend artikel.
burg en West-Duitsland aan wensen en
meningen rond de kwestie der water
wegen leeft, doch nu reeds is het nuttig,
te constateren, dat men algemeen ver
wacht, dat een nieuw „Moerdijkkanaal-
debat", dat zeker niet vóór de late herfst
van dit jaar te verwachten is, niet meer
het hartstochtelijk karakter zal dragen
waardoor het een kwart eeuw geleden
werd gekenmerkt. Aan weerszijden van
deze grens ook heeft men meer oog voor
gemeenschappelijke belangen. Als men
t van Belgische (lees: op de eerste plaats
Antwerpse) zijde de kreet aanheft „Geen
Benelux zonder Moerdijkkanaal" en als,
daarnaast, de Nederlandse onderhande
laar in het gemeenschappelijk advies
aangaande dit Moerdijkkanaal wenst
vastgelegd te hebben, dat met de werk
zaamheden aan dit kanaal pas zal wor
den begonnen nadat de Economische Unie
is tot stand gekomen, blijkt daaruit wel
overduidelijk, dat men zowel hier als in
België deze Unie ziet als een kostbaar
goed.
Alvorens nu, ter verduidelijking, een
resumé te geven van dat wat omtrent
het gemeenschappelijke Belgisch-Neder
landse advies tot nu toe langs officieuze
weg bekend is geworden, dienen wij er
aan te herinneren, dat zowel dr Van Cau
welaert als mr Steenberghe reeds deel
uitmaakten van de „Belgisch-Nederlandse
Bijzondere Commissie voor de Waterwe
gen en de Havenproblemen" die, volgens
het protocol van de Ministersconferentie
te Luxemburg, op 16 October 1949 de vol
gende opdracht kreeg: „De commissie zal
voornamelijk de technische, economische
en financiële aspecten bestuderen van de
vraagstukken betreffende de havens en
de waterwegen van Antwerpen, Gent en
Luik, die van groot belang zijn voor het
verkeer tussen de twee landen".
Als gevolg van deze opdracht raakte
deze commissie in feite slechts een déél
van het probleem. Het andere deel, en
zeker niet het onbelangrijkste, lag na
melijk nog steeds in de politiek-diploma-
tieke sector. De commissie legde niette
min de basis voor het overleg Van Cau
welaertSteenberghe, dat nu werd be
ëindigd. Dit overleg omvatte geheel het
probleem, politiek, technisch, economisch
en financieel en het richtte zich een
oude Belgische eis, waaraan men vast is
blijven houden op drie oplossingen
inééns: de Schelde-Rijn-verbinding, het
kanaal GentTerneuzen en de befaam
de Stop van Ternaaien.
Met het zoeken naar een oplossing voor
he probleem-Ternaaien heeft, naar men
algemeen aanneemt, de commissie Van
Cauwelaert-Steenberghe wel de minste
moeilijkheden gehad. Deze oplossing lag
jaren geleden reeds voor de hand. Slechts
het feit, dat België de kwestie Luik (Ter
naaien nietwenste op te lossen, wan
neer niet tegelijkertijd een oplossing
voor Gent en Antwerpen werd gevonden,
verhinderde, dat jaren geleden de Stop
van Ternaaien tot springen werd ge
bracht.
Het gaat hier om het bouwen van een
grote sluis bij het Belgische grensplaatsje
Ternaaien, waardoor schepen tot 2000 ton
rechtstreeks van het Albertkanaal het
Julianakanaal zullen kunnen bereiken, in
tegenstelling tot de huidige situatie,
waarin de kleine sluis van Ternaaien en
het verbindingskanaal naar Maastricht
slechts schepen van veel bescheidener
tonnage (tot 600 ton) een rechtstreekse
verbinding bieden.
In een rapport, dat op 11 April 1952 in
opdracht van de samenwerkende Kamers
van Koophandel voor Maastricht en Om
streken, de Mijnstreek, Midden-Limburg
en Noord-Limburg werd uitgebracht door
een Limburgse commissie voor de Water
wegen, waarin o.m. prof. dr ir H. Ge-
lissen, ir L. P. M. H. Lhoest, de voorzit
ter van de Katholieke Limburgse Werk-
Bij opheffing van de Stop van Ter
naaien vervalt deze omweg, reduceert
men het aantal te passeren sluizen tot
twee en komt men, naar men aan
neemt, tot een besparing van 8 ct. per
ton. Alleen reeds voor de thans om
varende scheepvaart, zou het verdwij
nen van de stop aldus een besparing
van 60.000 per jaar betekenen.
Men neemt aan, dat de heren Van Cau
welaert en Steenberghe tot een oplossing
in deze geest hebben geadviseerd. Ook
het verslag van de Belgisch-Nederlandse
Bijzondere Commissie voor de Water
wegen en Havenproblemen, waarin, zo
als gezegd, beide heren zitting hadden,
gaf deze oplossing trouwens reeds aan.
Men raamt de kosten, verbonden aan de
bouw van een nieuwe sluis te Ternaaien
en het verrichten van de daarop corres
ponderende andere werkzaamheden, op
300 millioen Belgische francs. Het Neder
landse aandeel in deze kosten bedraagt
20 procent, en het laten springen van de
Stop zou drie jaren werk vragen.
In het Luikse industriegebied, waar
men straks over een belangrijk betere
verbinding met Rotterdam zal beschik-
juicht men het opheffen van de Stop van
harte toe, doch in kringen van Belgische
schippers en reders staat men er nog
steeds minder geestdriftig tegenover.
Over het algemeen wordt van Belgische
zijde het doen springen van de Stop be
schouwd als een concessie (van Antwer
pen) aan Nederland, in ruil voor Neder
landse concessies inzake de Schelde-Rijn-
verbinding. I
Terwijl in 1900 het aantal gelovigen
per priester-zielzorger in het Bisdom Den
Bosch 819 was, is dit in de loop der jaren
geleidelijk hoger geworden. Op het eind
van 1953. dus ruim twee maanden ge
leden, was het gemiddeld aantal ge
lovigen per priester reeds gestegen tot
ruim 1340.
Aldus de „Sint Jansklokken", waarin
A. Bekker pr. een artikel wijdt aan het
onrustbarend tekort aan zielzorgers, dat
het bisdom Den Bosch bedreigt.
Het vraagstuk van de zielzorgers is
daarom zo pijnlijk in dit diocees, zegt
hij, wijl Den Bosch het snelst blijkt te
groeien wat het aantal katholieken be
treft, nl. met 33,4 pet in de jaren 1930
tot 1947. Naast dit verschijnsel doet zich
het andere feit voor, dat nl. de zielzor
gers niet zijn toegenomen. Terwijl in
1900 het gemiddelde per zielzorger 819
katholieken was en in 1925 nog 1025,
komt men tot ruim 1160 in 1939 ruim
1240 in 1946 en ruim 1340 op het einde
van 1953.
Er waren volgens de gezamenlijke
parochiestatistieken op 31 December 1939
ruim 757.000 gelovigen en 650 parochie
geestelijken; op 31 December 1946 ruim
891.000 gelovigen en 716 parochiegeeste
lijken; op 31 Dec. 1953 pi.m. 1.046.000
gelovigen en 780 parochiegeestelijken.
Gisteren diende voor het Haags ge
rechtshof de beroepszaak van de bankier
J. S. en de remisier J. M., die wegens
verduistering, valsheid in geschrifte en
het opzettelijk onjuist aangifte doen van
de inkomstenbelasting eerder door de
rechtbank veroordeeld werden tot resp.
7 maanden en 2 jaar gevangenisstraf met
aftrek van voorarrest.
Tijdens de behandeling van de zaak
noemde de procureur-generaal M. de man
van de duistere praktijken van het ge
failleerde bankiershuis Kuiper en Smel
ling te Den Haag. Slechts ten eigen voor
dele zou hij de vertrouwenspositie van de
bankier S. hebben aangetast. De relaties
van de bank misbruikte hij slechts ten
eigen bate. Dank zij het goede onderzoek
is tenslotte aan jarenlange duistere prak
tijken van het bankierskantoor een einde
gemaakt. Bij deze praktijken was M. de
leidende figuur.
Krachtens de voorwaarden kan de firma
effecten van cliënten belenen en verhan
delen, indien de debet-posities der cliën
ten daartoe aanleiding gaven. Gezien
geversvereniging, mr dr L. F. H. Regout
en de voorzitter van de commissie voor
vervoeraangelegenheden van de geza
menlijke Steenkolenmijnen in Limburg,
ir M. W. E. E. Reinards zitting hadden,
publiceerde men aangaande de voorde
len, welke het opheffen van de Stop van
Ternaaien de scheepvaart biedt, een aan
tal opmerkelijke bijzonderheden. De hoe
veelheid goederen die per schip bij Maas-
stricht de Nederlands-Belgische grens
passeert, is, volgens dit rapport, te stel
len op 4.000.000 ton per jaar.
Hiervan is 3.000.000 ton uitsluitend
Zuid-Noord-vervoer, d.w.z. het komt
van of gaat naar het Maas-Sambre-
gebied. Van deze hoeveelheid goede
ren maken bij de huidige situatie rond
750000 ton per jaar een veertien K.M.
lange omweg via Briegden, Neerharen
en Smeermaes, omdat deze omweg de
mogelijkheid biedt, de schepen op 2.50
M. af te laden, inplaats van op 2.05 M.
op de rechtstreekse vaarweg via de
sluizen van Ternaaien en St. Pieter
(Maastricht).
De voorzitter van de Ziekenfondsraad
heeft aan de algemene ziekenfondsen me
dedeling gedaan van de inhoud der voor
lopige standaard-overeenkomst zieken
fonds-huisarts, waarvan de tekst is vast
gesteld in overleg tussen de organisaties
der fondsen en de Kon. Ned. Maatschappij
tot bevordering der geneeskunst en door
de ziekenfondsraad is goedgekeurd. Een
tussen een fonds en een huisarts gesloten
individuele overeenkomst kan, indien zij
gelijkluidend is aan de voorlopige stan
daard-overeenkomst. worden geacht door
de raad te zijn goedgekeurd. De in Fe
bruari gepubliceerde voorlopige honore-
ringsregeiing voor huisartsen, die aan al
gemene ziekenfondsen medewerking ver
lenen, maakt een onderdeel uit van de
voorlopige standaard-overeenkomst. Deze
bevat een algemene regeling van de rech
ten en verplichtingen van fondsen en
huisartsen.
Ingesteld zullen worden regionale com
missies van toezicht, die een goede ver
standhouding moeten bevorderen tussen
fondsen en medewerkers en tussen fond
sen onderling en medewerkers onderling.
Met medewerkers worden bedoeld huis
artsen, specialisten, tandartsen en apothe
kers. Het is de bedoeling, dat die com
missies zulen worden betrokken bij stan
daardovereenkomsten, welke de fondsen
ook met specialisten, tandartsen en apothe
kers zullen sluiten. De commissies moe
ten voorts in gevallen, in de voorlopige
standaardovereenkomsten genoemd, be
slissingen en maatregelen nemen.
Een in te stellen centrale commissie van
toezicht heeft o.a. tot taak, het werk der
regionale commissies te coördoneren.
De fondsen hebben in de commissies
evenveel vertegenwoordigers als de groe
pen medewerkers gezamenlijk. De commis
sies kunnen bijvoorbeeld richtlijnen geven
ten aanzien van redelijke eisen, waaraan
wacht- en behandelingskamers van huis
artsen moeten voldoen. Ook houden zij
toezicht °P bet aantal verwijzingen van
huisarts naar specialist.
In overleg tussen de fondsen-organisaties
en de artsen-organisaties worden voorts
regionale rechtspraak-commissies en een
centrale rechtspraak-commissie ingesteld
met paritaire samenstelling. In alle bij de
uitvoering van de overeenkomsten gere
zen geschillen, welke niet in minnelijk
overleg kunnen worden opgelost, doen
deze regionale commissies in eerste aanleg
echter de positie van de firma en de ge
ringe debet-posities der cliënten achtte
de procureur-generaal dit subjectieve
recht misbruikt.
Verdachte J. M. werd speciaal aan de
tand gevoeld over het vermogen van
25.000 van een oude dame. Deze had
effecten in een kluis bij de bank Tom
zij in 1943 ziek werd, gaf zij de kluis
sleutel in verzegelde bewaring Zij be
schuldigde M. ervan het zegel te hebben
verbroken en met haar bezit te hebban
gemanipuleerd. Voorts liep het verhoor
over het afgeven van kwitanties aan de
Amsterdamse koopman R., die een bereid
verklaring van tweemaal 20.000 nodig
had om zaken te kunnen doen.
In werkelijk was dit om „zwart geld"
van een Belgische relatie weer „wit" te
maken. M. ontkende dit geweten te hebben
Bij de zeer ingewikkelde verhoren en
verklaringen over het indienen van al-
dan niet valse belasting aangiften door M.
persoonlijk ontkende deze pertinent ge
fraudeerd te hebben.
De procureur-generaal eiste tenslotte
tegen M. 3 jaar gevangenisstraf met af
trek en tegen de hoogbejaarde S. vroeg
hij bevestiging van het rechtbankvonnis.
Uitspraak 2 April.
De rijkspolitie te Diemen heeft een
grote veevoederdiefstal, daterend uit 1913,
tot klaarheid gebracht. Men heeft de 38
jarige bouwvakarbeider E. O. gearres
teerd, die bekende in 1948 grote hoeveel
heden veevoeder uit de fabriek „De
Gaasp" te Weesperkarspel te hebben ge
stolen. Dit veevoeder, dat in die periode
nog op de bon werd verstrekt, werd ge
transporteerd naar de veehouder B. K. in
de omgeving van Weesperkarspel, die het
en de centrale commissie in hoogste res
sort een bindende uitspraak. Tegenover
fondsen en artsen kunnen deze commissies
sancties toepassen. Deze voorlopige over-
fÜÜ 20 m°Selijk nog dit jaar door onder het hooi verborg. Later werd het
naar veehouders in de omtrek vervoerd
en ver onder de prijs verkocht. In dit
verband werden gearresteerd R. v. d. B. uit
Weesperkarspel, G. S. uit Amsterdam, de
veehouder B. K. uit Weesperkarspel en
de veehouder V. uit Duivendrecht.
Men verwacht in deze zaak, waarin het
onderzoek nog voortduurt, meer arres
taties.
een definitieve worden vervangen.
Vier inwoners van Beverwijk zijn giste
ren door de politie aangehouden wegens
inbraken in fabrieken te Wormerveer en
Assendelft. Twee van hen waren colpor
teurs van een wasserij in deze plaatsen,
een ander bezocht als expediteur vele fa
brieken in de Zaanstreek en nummer vier
had vroeger gewerkt in 'n machinefabriek
te Assendelft. Het edele viertal was dus in
zijn operatie-terrein goed bekend, maar
toch niet goed genoeg. Zij braken o.a. in
bij de machinefabriek omdat de „oud
gediende" wist waar de brandkast stond.
De inbraak leverde echter niets op. De
brandkast was namelijk verplaatst
Naar de directie meedeelt zal op de a.s.
vergadering van aandeelhouders der
Stoommeelfabriek „Holland" N.V. worden
voorgesteld over het boekjaar 1953 een
dividend uit te keren van 4 procent (v.j.
nihil).
Het C.B.S. heeft thans indexcijfers van
groothandelsprijzen samengesteld per 30
Januari 1954. Het algemeen indexcijfer
steeg t.o.v. December 1953 met 1 punt en
bedraagt thans 135. Het sterkst is. de
stijging van het prijsindexcijfer van voe
dingsmiddelen. Dit indexcijfer steeg nl.
van 122 naar 127. Speciaal de stijging van
het indexcijfer voor dierlijke voedings
middelen met 6 punten van 114 naar 120
is hiervan de oorzaak. In dit verband kun
nen genoemd worden: boter, melk, kaas.
rundvee en varkens.
Van de plantaardige voedingsmiddelen
was de stijging van het prijsindexcijfer
(Van onze correspondent)
Als men de klasse van
Frater Winnifred Brou
wer in de Aartsbisschop
pelijke „St. Ludgerus"-
kweekschool aan tie Oude
Amersfoortse weg te Hil
versum binnen stapt,
hoort men Frater en leer
lingen vreemde klanken
uitsloten. Vreemd, ais
men althans de Friese
taal niet machtig is. Ver
van het „Heitelan", in do
Gooise hoofdstad, wordt
les in het Fries gegeven.
Dit mag wellicht verba
zing wekken, maar zó
Verwonderlijk is dit Frie
se onderwijs te Hilversum
toch niet.
De St. Ludgerus-kweek-
school is de enige R. K.
kweekschool voor aan
staande katholieke onder
wijzers in het Aartsbis
dom Utrecht, waaronder
ook Friesland valt. Men
leidt te Hilversum dus
ook de katholieke onder
wijzers op die in Fries-
]aid rriettertijd - eerst
Koet het desbetreffende
Wetsontwerp worden aan
genomen. hetgeen, naar
O'e-i verwacht, geen moei-
'Ükheden zal opleveren
oo binnen afzienbare tijd
?;|1 gebeuren de Friese
'a4i In de hogere klas-
*"0 van de lagere scho-
len als voertaal mogen
Baan gebruiken. Te Hil
versum nemen momenteel
twintig onderwijzers aan
deze bijzondere scholing
in het Fries deel.
Vooral voor platteland
Frater Brouwer, die de
geenszins gemakkelijke
taak, het Fries aan de
twintig toekomstige on
derwijzers bij te brengen
op zich genomen heeft,
vertelde ons dat dit on
derwijs hoogst noodzake
lijk is. Dat de onderwij
zers het Fries volledig
beheersen, is vooral voor
de Friese plattelandsscho-
len van groot belang De
kinderen die hier de scho
len bezoeken, spreken
weinig of in het geheel
geen Nederlands, ook al
krijgen zij onderricht in
de Nederlandse taal. De
onderwijzer, die geen
Fries beheerst en de leer
lingen in het Nederlands
les geeft, zuilen zij dit
probleem geldt dus vooral
voor de lagere klassen
niet kunnen volgen, waar
uit logischerwijs voort
vloeit c zij van hem
ook het Nederlands niet
zullen kunnen leren. Hoe
belangrijk het beheersen
van de Friese taal op de
plattelandscholen is heefl
een onderzoek uitgewe
zen. Men kwam bijvoor
beeld tot de conclusie dat
97 pet van de leerlingen
in de eerste klassen het
Nederlandse begrip „mor
sen" niet kende en er 't
Friese woord „griemen"
of een van de synoniemen
voor gebruikten. De on
bekendheid met het No-
derlands van de zijde der
leerlingen remt het on
derwijs op de plattelands-
scholen dus in sterke
mate.
Friese bibliotheek
Frater Brouwer interes
seert zich sterk voor dit
probleem. Een jaar gele
den heeft hij zich de be
voegdheid om het Fries
te doceren verworven en
thans draagt hij zijn rijke
kennis van het Fries op
zijn pupillen over.
Hij bezit uitgebreide
lectuur over de Friese
taai en talrijke Friese
streekromans, welke voor
de aanstaande onderwij
zers alleszins waardevol
studiemateriaal vormen.
Hij heeft o.a. de beschik-
king over een bibliotheek,
die de Friezen in 't Gooi
bijeen hebben gebracht
Uiteraard hebben ook de
Friese katholieken grote
waardering voor het ini
tiatief van Frater Brou
wer en ook zij steunen
hem bij zijn werk in Hil
versum, dat van zo groot
belang is voor de toekom
stige ontwikkeling van de
Friese katholieke school
jeugd.
In een hoofdartikel bespreekt „De Ka
tholieke Werkgever'" van 20 Maart het
advies van de Sociaal-Economische Raad
inzake de wettelijke ouderdomsverzeke-
ring. De schrijver, de algemeen secretaris
van de A.K.W.V., drs Derksen, spreekt er
zijn voldoening over uit, dat een zeer gro
te meerderheid verkregen kon worden
zonder dat in het algemeen in de bereikte
compromissen de werkelijke beginselen
geweld werd aangedaan.
In het meerderheidsadvies komt de soli-
dariteitsgedachte tot uiting, in het alge
meen wordt hierbij echter slechts in be
perkte mate op deze solidariteit een be
roep gedaan. „In het algemeen"', want er
zijn enkele opvallende uitzonderingen. Eén
daarvan betreft de „kleine zelfstandigen"
en het is hier, aldus schrijver, dat naar
onze opvatting het doel voorbij gestreefd
werd.
Het meerderheidsadvies geeft voor de
laagste inkomensgroepen der kleine zelf
standigen vrijstelling van premie-betaling
op de formele grond van innings-onmacht
in overweging; voor de iets hoger liggende
categorie differentiatie der premie op de
formele grond van betalingsonmacht. De
ontbrekende premiebedragen zullen dan
door de overheid dienen te worden betaald
Wij voelen ons, aldus drs Derksen, ten
aanzien van dit punt geestverwant aan de
enkele leden, die hieromtrent de volgende
passage deden opnemen:
„Enkele leden kunnen zich met de
hierboven weergegeven gedachtengang
niet verenigen. Deze leidt in feite tot 'n
vrijstelling van premie-betaling voor 'n
bepaalde groep, hetgeen een doorbre
king vormt van het beginsel, dat een
ieder, die in het productie-proces is in
geschakeld en inkomen geniet, premie is
verschuldigd. Eén der grondslagen,
waarop de geschetste ouderdomsverzeke-
ring berust, wordt hiermede naar hun
mening onnodig geweld aangedaan. Zij
kunnen er mede instemmen, dat om ad-
ministratief-technische redenen het met
de premie-inning belaste orgaan innings
onmacht kan aannemen bij zelfstandigen
met een inkomen beneden de 2000. Zij
wensen echter ook voor deze categorie
de consequentie van het niet betalen
van premie te trekken, in deze zin, dat
hiertegenover een vermindering van
rechten wordt gesteld op de wijze als in
hoofdstuk III is omschreven. Deze leden
verwerpen dan ook het betalen van de
premie voor deze categorie door de over
heid".
De bedoelde vermindering van rechten
bedraagt 2 pet der uitkering voor elk jaar,
waarin inkomen werd genoten en geen
premie werd betaald.
De discriminatie tegenover de werkne
mers, die minder dan f 2000 verdienen is
naar de opvatting van drs Derksen op zich
geen afdoend argument voor zijn opvat
ting. Deze steunt op een geheel andere
overweging van sociaal-economische aard.
Dat mensen onvoldoende inkomen weten
te bereiken kan twee oorzaken hebben: of
zij arbeiden onvoldoende, of zij verrichten
arbeid, waaraan geen voldoende maat
schappelijke behoefte bestaat. Dit klinkt,
naar schrijver gebleken is, velen zeer hard
en onsociaal in de oren; hij wijst er echter
op, dat voor elke samenleving de noodzaak
bestaat tot het aanvaarden van een be
paald systeem, dat orde in de voortbren
ging van goederen en diensten verzekert.
Wie geen dictatuur wil, zal zich hebben
te houden aan het algemeen maatschappe
lijk oordeel t.a.v. de waarde van aange
boden goederen of diensten, zoals dit in
vrije prijsvorming tot uitdrukking komt.
Maar dit betekent dan ook, dat niet van
de samenleving gevraagd mag worden, dat
zij ten behoeve van een ouderdomsver
zekering de inkomsten aanvult van hen,
die klaarblijkelijk deze goederen of dien
sten niet aanbieden.
Zeker er is een plicht tot verzorging en
deze berust op de diepste algemeen men
selijke solidariteit en zij blijft onder alle
omstandigheden bestaan, maar eerst dan,
wanneer er aan deze verzorging behoefte
bestaat.
Past men deze gedachtengang toe op het
onderhavige vraagstuk der ouderdoms
voorziening, dan kan de conclusie geen an
dere zijn, dan dat er voor deze grote groep
van kleine zelfstandigen in het heden geen
plaats is voor premiebetaling door de over
heid, maar wel voor verzorging vanaf het
tijdstip en zolang als zijzelf onvoldoende
inkomen genieten.
Wij kunnen ons, aldus drs Derksen, in
zekere zin de door de stellers van deze
nota ontwikkelde argumenten zeer wel
indenken, doch wij verschillen met hen
in twee punten, n.l. dat voor een beroep
op solidariteit niet zo'n scherp onder
scheid tussen loontrekkenden en zelf
standigen gemaakt hoeft te worden en
dat vervolgens de realiteit der onvol
doende eigen zorg, die het verplichtings
karakter van een bodempensioen schraagt,
eveneens op ruime schaal bij de zelfstan
digen wordt aangetroffen.
Schrijver onderschrijft echter niet de
voorwaarden, die de meerderheid van de
Raad stelt voor eventuele vrijstellingen
en sluit zich aan bij de volgende opmer
kingen van enkele leden van de Raad:
„Enkele leden van de Raad kunnen
zich niet verenigen met de beide laat
ste hierboven vermelde voorwaarden,
waaraan een groep der bevolking zou
moeten voldoen om van de verplichte
verzekering te worden vrijgesteld. Zo
wel de eis, dat een redelijke zekerheid
bestaat, dat gedurende de gehele actie
ve periode de getroffen voorziening zal
kunnen worden voortgezet, als de eis,
dat deze voorziening op het moment
van de uitkering de beoogde koop
kracht zal hebben, veronderstelt, dat
de overheid het recht en de moge
lijkheid bezit deze persoonlijke risico's
van de betrokkenen over te nemen.
Deze eisen zijn daardoor, naar hun
mening, in strijd met het beginsel van
de primaire zelfverantwoordelijkheid
van de burger voor zijn economische
bestaan en met de door hen aanvaar
de grondslag van de wettelijke ver
plichting tot verzekering van de oude
dag. Deze verplichting dient naar hun
mening te worden gezien als een steun
bij de verwezenlijking van deze pri
maire zelfverantwoordelijkheid van de
burger.
De leden kunnen echter op grond van
andere hierna te noemen overwegingen
wel de conclusie van de Raad onder
schrijven, dat geen vrijstelling voor
enige groep van de verzekeringsplicht
moet worden gegeven. Met name wor
den hier bedoeld de overwegingen, dat
door het vrijstellen van individuen of
groepen deze zich zonder meer zouden
onttrekken aan het solidariteitselement,
hetwelk in een stelsel van sociale ver
zekering aanwezig is, terwijl boven
dien het vrijstellen van deze indivi
duen of groepen op grote administra-
tief-technische bezwaren kan stuiten".
van aardappelen van veel invioad. De
prijsstijgingen van rogge, gerst, haver,
groene erwten, geïmporteerde copra, mais
en cacaobonen waren van mindèr beteke
ns. De daling in de prijsindfees voor
geïmporteerde tarwe en gerst, suiker
(accijnsverlaging), schapen en kippen le
verde slechts een gedeeltelijke compen
satie van de bovengenoemde stijging in de
sector voedingsmiddelen op.
Het indexcijfer van de grond- en hulp
stoffen vertoont in haar totaal geen wijzi
ging t.o.v December 1953, hoewel zich ooli
hier wel prijsbewegingen voordoen. D#
stijging van de prijsindices van katoen
garens, geïmporteerde ruwe gewassen woj
ruwe katoen, tinerts, suifietcellulose, ben
zine en gasolie wordt echter gecompen
seerd door een daling van de prijsindices
van ruwe ongewassen wol, zoolleder. hui
den en stalen platen.
Het indexcijfer van de afgewerkte pro
ducten steeg t.o.v. December 1953 met 1
punt. Hier zijn het de prijsindices van
aardewerk, dakpannen, meubelen, super
fosfaat, zachte zeep, verbandmiddelen,
meststoffen, kalizout, courantenpapier
cartonnages, ijzer- en staalgietwerk, haar
den en kachels, margarine, chocolade,
koffie, thee en geïmporteerde veekoeken,
welke een stijging vertonen, waartegen
over een daling staat van de prijsindices
van houten emballage, verf, jute zakken,
rijwielbuitenbanden, behangselpapier, me
talen huishoudelijke artikelen, tarwe
bloem, suikerwerken en glucose.
Onderstaand staatje geeft ven het ver
loop der indexcijfers van groothandels-
prijzen een overzicht (basis 1948
1953
(jaar)
Voedingsmiddelen 123
Grond- en hulpstoffen 156
Afgew. producten 132
Alg, indexcijfer 134
1953
31
Dec.
122
153
132
134
100):
1954
30
Jan.
127
153
133
135
De netto-Inkomsten, de omzetten, de
kapitaaluitgaven, de ruwe-olieproductie,
de verwerkingsactiviteit en het bedrag
der uitbetaalde lonen en salarissen stegen
in 1953 boven alle in vroegere jaren door
de Shell Oil Co. bereikte niveaux uit.
Zoals reeds gemeld in ons blad van
29 Januari j.I. bedroeg de geconsolideer
de netto-winst over 1953 S 115.407.000 of
8.40 per uitgegeven aandeel, (v.j. resp.
90.873.000 én 6.G1).
De omzetten overschreden voor het
derde achtereenvolgende jaar het mil
liard dollar en vestigden een nieuW record
van 1.269.551.000.
Het nieuwe record der kapitaaluitgaven
nl. 237.712.000 weerspiegelt het ontwik
kelingsprogramma van de maatschappij,
o.m. omvattende de bouw van nieuwe
installaties en uitrustingen, alsmede uit
gebreide opsporings- en boorwerkzaam-
heden.
De netto ruwe-olieproductie bedroeg in
1953 gemiddeld 286.000 vaten per dag te
gen 263.000 vaten in 1952.
De hoeveelheid ruwe olie, die door de
raffinaderijen der maatschappij werd
verwerkt, beliep in 1953 in totaal
150.371.000 vaten. d.i. 7.7 pet meer dan
in 1952.
Het totaal der uitbetaalde lonen en sa
larissen bedroeg in 1953 ƒ187.447.000, of
10 pet meer dan in het voorafgaande jaar.
Het in geld uitgekeerde dividend werd
op 3 per aandeel gehandhaafd. Boven
dien werd in October een dividend in
aandelen verdeeld ad 2 pet. van de uitge
geven aandelen.
Gedurende het jaar verminderde het
bedrijfskapitaal met 14.160.000 tot
191.695.000 op 31 December 1953. Kasgeld
en staatsfondsen, beschikbaar voor alge
mene doeleinden, beliepen aan het einde
van het jaar 88.613.000 tegen 92.601.000
aan het begin van het jaar. De voorzienin
gen voor aanschrijvingen, onttrekking
aan de ondergrondse reserves, amortisa
tie, enz. gedurende het jaar bedroegen in
totaal 153.837.000 of 65 pet. van de ka
pitaaluitgaven.
Het verslag wijst er op dat het hoge
peil der kapitaaluitgaven in 1954 en 1955
zal worden gehandhaafd.
De opsporings- en productiewerkzaam
heden leidden in 1953 tot 37 ontdekkin
gen Het aantonen van belangrijke pro-
duceerbare reserves in Cabin Creek
(staat Montana) heeft de vooruitzichten
van het Willistonbekken verbeterd An
dere ontdekkingen van betekenis werden
in West Texas en New Mexico gedaan.
Bovendien werden zich verder of dieper
uitstrekkende reserves aangetoond in
reeds vroeger ontdekte velden in Texas,
Louisiana, New Mexico en Californië.
In de verwerkingssector werd voort
gegaan met het grote uitbreidingsplan,
waarmede in 1951 werd begonnen. De
voornaamste projecten, nl. die betreffen
de de raffinaderijen te Wood River (Illi
nois), Norco (Louisiana) en Wilmington
(Californië) zullen volgens het schema in
1954 gereed komen. De bouw van een
nieuwe raffinaderij te Anacortes (staat
Washington) zal spoedig beginnen en
naar verwachting tegen het einde van
1955 voltooid zSjn.
Zeer waarschijnlijk zal Delfzijl een
bijzondere jeugdherberg krijgen. De oud-
Delfzijler. de heer A. J. Koerts, thans
woonachtig in Amerika, wil ter nage
dachtenis van zijn vader, iets doen voor
Delfzijl.
Zo werd Vrijdagmorgen de prachtige
driemastmark de ,,Seute Deern" aange-
kocht, met het doel deze als jeugdherberg
in te richten. De „Seute Deern", zal naar
AmVader van de beer Koerts, „Pieter
Alberts Koerts" worden genoemd. Het
schip is plm. 1000 ton groot, heeft een
lengte van 62 meter, een breedte van
ruim 11 meter, terwij] de masten een
lengte van 37 meter hebben.
De N.V. Gemeenschappelijk Eigendom,
Mij tot Exploitatie van Woon- en Winkel
huizen te 's-Gravenhage meldt in het ver
slag over 1953. dat de exploitatiekosten
ad 848.576 v.j794.600) hoger waren
dan in het vorige jaar, hetgeen veroor
zaakt werd door meerdere onderhouds
kosten. Deze zijn in verhouding tot de
huur te hoog, doch noodzakelijk t a v de
instandhouding van het bezit. De ont
vangsten aan huren en rijksbijdragen be
droegen 2.118.132 (v.j. 2.078.294).
De bruto-winst over 1953 bedraagt
735.49 (740.735). Na afschrijving van
194.731 (33.596) en reservering voor dl-
f AtiKOQn /ow'aVJ resteert aIs netto-winst
405.290 (377.055), waarvan aan het sta-
!.1 reservefonds 40.529 (37.705/
Ti/K o?eKev°egd en een dividend van
J pct per Pref- winstd. aandeel
van 500 en een dividend van 1% (7) pet
per gewoon aandeel zal worden uitbe
taald.
huizenbezit der vennootschap en
«et bezit der dochtermijen-nieuwbouw
bestaat per 31 December 1953: te 's-Gra
venhage e.o. uit 928 percelen met een
boekwaarde van ca 12.000 000, te Rotter
dam uit 403 percelen met een boekwaarde
van ca. 7.000.000, te Delft uit 208 perce
len met een boekwaarde van ca 1.175.000
te Amsterdam uit 9 percelen met een
boekwaarde van ca 210.000. in andere
gemeenten uit 67 percelen met een boek
waarde van ca 1 000.000.
Op 31 December 1953 waren in totaal
in omloop 13.423 amortisatiebewijzen
rechtgevende om in totaal 250 per be
loof ifi„°RnVangei- uit de overwinst. In
1953 zijn 80 amortisatiebewijzen a 250
per stuk uitgeloot. Uit de winst over 1953
®f.n. bedrag van 26.190 beschikbaar
wiizen N00/r ultlot?nS van amortisatiebe-
i toevoeging van het onverdeeld
saldo kunnen 105 amortisatiebewijzen
worden uitgeloot. J
De JAV -Gebam" was in het afgelopen
jaar behoorlijk van werk voorzien er de
resultaten over het afgelopen boekjaar
do'SVbevredigend. De uitkomsten van
de N.V Makelaarskantoor Gemako" ga
ven wederom reden tot tevredenheid