Onze dagelijkse PUZZI E 0 PASEN, dag van een nieuw beginnen Lachappelle Ons Succes-patroon van deze week Het geval LEAVENWORTH Comedie Franchise in Moskou parket De vloer voor Uw leven HOF BESTEL IK MIJN PATBOON? ANNA K. GREENSJ ZATERDAG 17 APRIL 1954 PAGINA 4 Film als kunstwerk. „Inleiding tot de filmaesthetiek" Kunstenaars en moraal. Moeilijkheid begint meest bij de kunstbelever. Koop dat boekje Weer iets nieuws: Variform. Verstelbaar beeld en doek. Marilyn Monroe heeft haar zin. Nieuw salaris: „hel van een bedrag Moeilijkheden met Judy Garland en Robert Neivton. Mui Zetterling Zweedse opvolgster van Greta Garbo Maurice Cloche gaat missiefilm maken. Durante's neus nog meer buitenmodel. Oplossing van gisteren il VY DOOR (Van onze filmredacteur) „Om een film als kunstwerk te kunnen waarderen, moet de toeschouwer zich er Tan bewust zün, dat de vorm. die hfj aan schouwt, door zijn zó-zijn, dus door zijn formele en materiële eigenschappen, aan de voorstellingsinlioud een bijzondere waarde verleent Het aesthetische beleven van een film veronderstelt dus een „verstaan" van de vormentaal en dit is méér dan het kunnen onderscheiden van de objecten, die in elk filmbeeld worden afgebeeld. De vorm na melijk van elk filmbeeld bepaalt de bij zondere „waarde" van elk afgebeeld ob ject, zoals het geheel van de tot eenheid geordende filmbeelden een bijzondere „waarde" verleent, die dat gegeven uit zichzelf niet bezit. Dit „vorm-verstaan" nu is een faculteit, die de meerderheid van het bioscooppubliek niet of niet in vol doende mate bezit". Deze wijsgerige beschouwing, die nog eens aantoont, van welk een ontzaglijk be lang vorming en voorlichting op filmge bied zijn. troffen wij aan in een pas bij J. Muusses te Purmerend verschenen boekje „Inleiding tot de filmaesthetiek" van de hand van dr J. M. L. Peters. In dit boekje tracht dr Peters een be knopt. eenvoudig en overzichtelijk systeem op te zetten van de leer der filmkunst en hij is daarin voor zover de beperkin gen, die hij zichzelf (noodzakelijkerwijze) oplegde het toelieten geslaagd op een wijze, die alle lof verdient. in het eerste hoofdstuk houdt de schrij ver een inleidende beschouwing over de autonomie van de filmkunst, waarin hij tot de in het bijzonder voor de katho lieke lezer belangrijke logisch berede neerde conclusie komt, dat de morele be oordeling van een filmkunstwerk niet van de aesthetische kan worden afgezonderd, „omdat het morele, evenals het aesthe tische. de hele persoon raakt". Met betrekking tot het probleem van de onderworpenheid of de onafhankelijkheid van de kunst aan of van de moraal, merkt de schrijver op, dat hierbij onderscheid moet worden gemaakt tussen de morali teit van de kunstenaar, die van het kunst werk en die van de kunstgenieter. De kunstenaar, als ieder mens onderworpen aan de wetten der mpraal, handelt niet immoreel, indien hij het onzedelijke in het kunstwerk uitbeeldt. Voor zover het echter een weergave is van de gewone werkelijkheid moet <iit onzedelijke, om de zelfde reden als in de gewone werkelijk heid, veroordeeld worden als onzedelijk. De moeilijkheid begint, aldus dr Pters, vaak pas bij de kunstbelever. Indien deze zich niet tot het niveau van het kunstzijn weet op te werken, kan de uitbeelding van het onzedelijke hem in zijn practische strevingen treffen en zodoende een mo- reel-ongunstige invloed op hem uitoefenen. In deze uitspraak ligt een rechtvaardi ging van de katholieke nakeuring, die bij het vellen van haar oordeel rekening houdt met de hier aangestipte mogelijk heid. In de vier volgende hoofdstukken wor den achtereenvolgens de elementen van de filminhoud, de techniek van de film kunst, de elementen van de filmvorm en de eenheid van inhoud en vorm behandeld. Deze hoofdstukken, worden geïllustreerd met talrijke foto's toegelicht met voorbeel den uit de practijk. fragmenten uit het draaiboek van enkele films en ontleding van bepaalde scènes. In het laatste hoofdstuk worden ten slotte nog enkele film-genres en filmstij len besproken. Voor hen die zich na lezing van het boekje, dat in zijn beknoptheid uiteraard geen antwoord kan geven op alle vragen met betrekking tot het medium film. na der willen oriënteren op dit even belang wekkende als belangrijke gebied, is een literatuur-lijst toegevoegd, terwijl ten be hoeve van lezers, die in het geheel niet vertrouwd zijn met de terminologie van de film, een toelichting wordt gegeven op de gebruikte technische termen. Met dit boekje heeft dr Peters een bij zonder waardevolle bijdrage geleverd tot de systematiek van de filmwaardering en de Nederlandse filmliteratuur verrijkt met een werk, dat beslist niet mag ontbreken in de boekenkast van ieder, die. om welke reden ook. belang stelt in de film. Slechts wat do eenvoud betreft, is dr Peters minder goed geslaagd. Zijn uiteen zettingen, hoe helder en beknopt ook. eisen een zekere ontwikkeling, terwijl kennis van de Engelse en Duitse taal nodig is om de aangehaalde draaiboek-fragmenten te verstaan. Aan de bezwaren tegen opnamen van zeer nabij („close-ups") en tegen kamer scènes In panoramafilms (zoals cinema scope) schijnt te worden tegemoetgekomen. In een Parijs theater wordt, naar het of ficieel orgaan van de Nederlandse Bio scoopbond weet te melden, gebruik ge maakt van een projectie-systeem, waarbij het mogelijk Is tijdens de voorstelling bij iedere willekeurige scène he» projectie doek naar wens te vergroten, uiteraard binnen zekere grenzen. Daartoe wordt op een raamwerk een normaal projectiedoek van de maximaal bereikbare beeldgrootte gemonteerd, welk doek met een speciaal soort fluweel aan de horizontale en ver ticale zijden is afgedekt. Deze fluweelaf dekking is beweegbaar en staat langs electrische weg in verbinding met het ob jectief van het projectie-apparaat, waar van het brandpuntsafstand en diafragma verstelbaar zijn en wel zodanig, dat het desgewenst tot tweemaal kan worden ver groot. Wordt de brandpuntafstand van het object verkleind of vergroot, dan bewe gen de afdekkingen van het projectiedoek automatisch mee Deze bewegingen wor den geleid door een zgn. stuurband, waarin gaatjes zijn geponst. Met deze apparatuur is het ook mogelijk de hoogte of alleen de breedte van het geprojecteerde beeld te vergroten, respectievelijk te verkleinen. Ook dit wordt bereikt met ponsgaatjes in de stuurband. De speciale fluweelafdek king zorgt er voor, dat de gedeelten van het beeld, die over de randen van het doek vallen, onzichtbaar worden voor het pu bliek. Bij de toepassing van dit systeem, dat binnenkort onder de naam „Variform" in Nederland zal worden geïntroduceerd, is het niet noodzakelijk bij het projecteren van een gewijzigd beeldformaat de projec tor uit te rusten met andere beejdmaskers. Marilyn Monroe naast 3D en Cine mascope het antwoord van Hollywood op alles, wat de cassa-ontvangsten doet dalen heeft haar veldslag met 20th Century Fox gewonnen. Op 4 Januari 1.1. was deze bekoorlijke Amerikaanse ster geschorst, omdat ze weigerde op te tre den voor de film „Pink Tights" (Rood Tricot). Miss Monroe beweerde, dat ze niet accoord kon gaan met het scenario, maar er werd gefluisterd, dat het meer een kwestie van geld was. Zijzelf maakte er trouwens geen geheim van, dat ze boos was, omdat ze, hoewel een eerste rangs kassucces, maar 750 dollars (ƒ2.670) per week kreeg, terwijl andere actrices een salaris van vier cijfers ontvingen. Thans heeft ze voor zeven jaar een nieuw contract getekend voor. wat een officiële z'egsmans noemde, „een hel van een bedrag". Het juiste cijfer werd niet genoemd, maar men kan veilig aan nemen, dat het viermaal haar oude sala ris is, zodat ze alle reden heeft om in te stemmen met de titel van haar volgende Irving Berlin-film: „There's no business like show business". (Er is geen bedrijf als het amusementsbedrijf!) Nauwelijks zijn de moeilijkheden met Marilyn Monroe opgelost, of er gaan ge ruchten over ruzies tussen Judy Garland, die met veel fanfares in Hollywood zou terugkeren, en haar studio. Het laatste bericht luidt, dat ze al dagen lang niet op haar werk is verschenen. Judy Gar land speelt met James Mason de hoofd rol in een film, getiteld: „A star is born". Tenslotte heeft Renown Pictures of America een eis tot schadeloosstelling tot een bedrag van 301.000 dollars 1.007 500) ingediend tegen Robert Newton, omdat hij verleden week uit de film „Trilby and Svengali" die in Engeland wordt ge maakt is weggelopen en naar Amerika gevlogen. De filmmaatschappij beroept er zich op. dat Newton tot gisteren bij haar onder contract stond. De sterren worden tegenwoordig wèl recalcitrant. Mai („Frieda", „Iris", „Quartet", „The Romantic Age") Zetterling, die in het Londense Devonshire-place woont, is op alle Hollywoodse lippen. De filmmensen vragen zich af. of ze eindelijk de Zweed se opvolgster van Ingrid Bergman en Greta Garbo hebben gevonden. De critici bedenken hun fraaiste bij voeglijke naamwoorden voor haar optre den in haar eerste Amerikaanse film ..Knock on Wood" (Afkloppen) met Danny Kaye. „De blonde Mai is een warme, intieme actrice uit een bevroren Zweden" schrijft de „Los Angeles Mirror" ..Ze is het laat ste bioscoopsnoepje voor het reeds lang van alle lekkers verstoken snoepgrage Hollywood" beweert de „Los Angeles Evening Star". En. wat heel wat méér zegt, de „Daily Variety" verklaart, dat ze „een voortreffelijke actrice" is. Na de première van de film Danny Kaye in de Moeambo-nachtclub een partij die 18.000 kostte. Maurice Cloche, regisseur van „Mon sieur Vincent" ,Cage aux filles" en „Pep- pino", is van Frankrijk naar Afrika ver trokken, waar hij in de maand Juni de buitenopnamen zal maken voör een film over het missieleven. Hij zal er ook met assistentie van Pater Bernier de gegevens verzamelen voor zijn scenario, dat hij na zijn terugkeer verder zal uitwerken Tot nog toe wordt alleen Charles 'Vanel als één der in deze film optredende acteurs genoemd. O „Schnozzle" Durante's buiten-model- neus is, volgens zijn eigen zeggen op het ogenblik tweemaal zo groot. Hij speelde met dit opvallende lichaamsdeel een lied je op de piano, toen iemand per ongeluk het deksel dichtsloeg van talen, 56 zangnoot. 59 maanstand. 60 vergen, 62 werkelijk, 64 deel v. h. hoofd, 66 pers. vnw., 69 eerste vrouw, 70 spaan- se titel, 72 onder het nodige voorbe houd (lat.), 73 pers. vnw., 74 getij. Horizontaal: 1 smeer, 3 la, 6 koster, 9 teug, 13 larie, 15 gom, 17 na, 19 dor, 20 me, 21 kit, 23 enter, 25 lang, 27 slepen, 29 lt, 30 neger. Verticaal: 2 ent, 3 lot, 4 or, 5 nu, 6 kron kel. 7 sol, 8 eerder, 10 eng, 11 gamelan, 12 vertel, 14 ion, 16 em, 18 ai, 22 ton, 24 rap, 25 aal, 26 git, 27 st, 28 ere. Horizontaal: 1 vloerbedekking, 6 gever nist, 11 lab. benodigdheid, 13 rivier in Italië, 15 zuil, 18 onder andere (afk.), 20 rivier (spaans), 21 verbrandingsrest, 22 kindergroet, 23 korte hevige windvlaag met regen, 25 vliegveld, 27 opzij, 29 zoals de akten getuigen (lat.), 31 voormalig eiland, 33 sportterm, 34 sprookjesfiguur, 35 godheid, 37 graag, 40 inhoudsmaat, 41 bijb. figuur, 42 zangnoot,. 43 soort on derwijs, 44 stuk hout, 46 water in Fries land, 47 ruime, 50 voetpunt, 52 sportterm, 54 meterton (afk.), 55 nakomelingschap, 57 water in Friesland, 58 guitig persoon, 61 rangtelwoord, 63 werelddeel, 65 water in Friesland, 66 op deze wijze, 67 vis, 68 zangnoot, 69 gelijk, 71 titel, 73 pi. in Zwit serland, 75 eisen, 76 weegschaal. Verticaal: 2 vis, 3 pracht, 4 aanzien, 5 bekende races (afk.), 6 deel v. e„ vis, 7 voegwoord (fr.>, 8 Waterhoogte 9 met weinig woorden, 10 deel v. Griekenland, 12 deel v. h. hoofd, 14 vrucht, 16 be staat, 17 vogel, 19 wapen, 2u sarren, 24 water in Brabant, 26 pers. vnw. (duits), 28 militaire groep, 30 eenzaam, 32 aan legplaats, 33 omroepvereniging. 36 lid- woord (fr.), 38 meisjesnaam, 39 heikau- wer (meerv.), 42 knaagdier, 45 de somma van, 46 onderzoek naar goud- en zil vergehalte, 48 bijenhouder, 49 meisjes naam, 51 lab. benodigdheid, 53 vorm De beroemde Comedie Francaise geeft op het ogenblik een serie op voeringen in Moskou. De belang stelling hiervoor moet enorm zijn. De Sovjetrussische premier Malen kof, bracht Donderdagavond een onverwacht bezoek aan de voor stelling van Molières „Le bourgeois gentilhomme" Een der leden van net toneelgezelschap vertelde later dat er reeds voor de twaalfde maal gehaald" was, toen de vice-minis ter van cultuur de spelers op het toneel kwam verzoeken, hem te volgen naar een kleedkamer. Daar waren Malenkof, Molotof, Kroest- ïjef, Worosjilof en Boelganin aan wezig. „Malenkof klopte ons op de rug, stopte chocolade en andere lekker nijen in onze zakken en gaf een van ons nog een grote doos choco lade „voor de kinderen thuis", zo vertelde de zegsman. Er werden vele dronken uitgebracht op de „vooruitstrevende kunst", cp de vriendschap en op Molière. Molotvt bracht een dronk uit op madame Beatrice Bretty, de veterane van het Franse toneel, met de woorden: „Op uw aanstekelijke glimlach!" Judy Garland (links) liecft het weer met haar studio aan de stok. Marilytr Monroe daarentegen liecft alle reden tot lachen: haar salaris is minstens verviervoudigd. Breda lachappelleslraat 12 Tel. 8702 ol 6442 C 805 Over heel de wereld beieren morgen de Paasklokken en ons hart wordt won derlijk zacht, als wij bedenken, wat dit voor ons inhoudt Wij hebben in de vastentijd het lijden van Jesus intens overwogen wij. hebben de Kruisweg gebeden op Goede Vrijdag en Zijn laatste woorden toen: „Vader, in Uwe handen beveel ik Mijn geest", op ons in laten werken. Pasen 1954Wij knielen ootmoe dig neer aan de communiebank en ont vangen Hem, om opnieuw te beginnen, bezield met de allerbeste voornemens. Want wij zijn niet altijd even geduldig thuis tegenover man en kinderen tegen- ovér onze naaste omgeving, het leven gaat immers zo snel en er is zoveel, wat onze intense aandacht heeft. Soms zijn wij opstandig, als het niet gaat zoals wjj het zo graag zouden wensen. Opgroeiende kinderen plaatsen je voor problemen, die je aan moet kunnen en de ene dag gaat dat makke lijker dan de andere! Maar O. L. Heer kent ons allen. Hij weet wel, dat er ondanks alles, daar binnen in dat hart voor Hem altijd plaats is. Dan vallen alle beslommerin gen van je af, dan weten wij ons ge dragen door de liefde van het gezin en is al dat andere immers zo onbelang rijk. Al zouden wij allSs kunnen kopen, wat wij begeenden, dan zou er toch al tijd nog iets onbereikbaars zijn. Hoofdzaak is, dat je samen nog één bent, zoals je de eerste dag van je huwelijk begonnen bent. Dat |e met het verstrijken der jareh naar elkaar toe gegroeid bent en alle moeilijkheden, alle zotg, samen bepraten kunt Dat is zo oneindig veel waard, juist in deze ontwrichte tijd. waar zoveel gezinnen het geluk van een goede verstandhou ding niet kennen. Als de kinderen later op de plaats van hun bestemming zijn, ^dan moeten zij de herinnering hebben aan een goed huisgezin, aan ouders, die elkander verstonden, dat zal hun altijd bij blijven en op die grondslag zullen zij mogelijk later zélf een gezin stich ten. Feestelijke klokken op een hoogtij dag. Zet ei Uw hart wagenwijd voor open! Macht U denken, dat U Hem niet meer nodig hebt. in Uw leven, och, denk dan eens terug aan die éne dag, toen U Hem voor het eerst ontving. Die liéfde kan nooit sterven, U praat tegen U zeil in, denk daar eens rustig over na. Niet voor niets is Hij de kruisdood gestorven, niet voor niets gedenken wij elk jaar Zijn Heilig lijden. Feestelijke klokken op Paasmorgen, mogen zij ook U weer terugvoeren naar Hem. die daar altijd is, die vergeving schenkt keer op keer, omdat Zijn leven enkel liefde was. Ik wens U met heel mijn hart een Zalig Pasen MIEKE. LEUK PAKJE VOOR JONGENS Een eenvoudig broekje met een overhemd, blousje is iels, wat voor de jongens altijd aardig staat en in liet dragen praktisch is. Het blousje is hier als een leuke ruit getekend, doch kan natuurlijk van effen stof ook heel mooi zijn. Voor dc grotere jongens kan er nog een colbertjasje overheen gedragen wor den, hoewel voor de kleine een bolero of vestje het aardigst is. Dit pakje is verkrijgbaar in maal: 23 jaar, 45 jaar, 67 jaar, 8—9 jaar, 1011 jaar en 1213 jaar a 0,h Plak aan de adreszij^e van e^n briefkaart naast en buiten het frankeerzegel het verschuldigde 6èÓrag aan geldige postzegels en zend de?e naar ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT 4. ROTTERDAM Plak nooit meer dan f 1.— aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste model Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291 Patronen worden niet geruild Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. Hoelang bleef zij daar? Toen wij terugkwamen, was zij al weg. Hm! Wanneer zag u haar weer? Een minuut later. Toen wij het ver trek verlieten, ging zij naar de deur toe. Had zij iets in de hand? Ik geloof het niet. Werd er iets van de tafel vermist? Ik heb er niet aan gedacht om er naar te kijken. Ik stelde geen belang in de tafel. Ik dacht er alleen maar aan, dat ik naar de dokter moest, hoewel ik wist, dat het niet meer nodig was. Wie liet u na uw vertrek In de kamer achter? De keukenmeid, Molly en juffrouw Eleonore Juffrouw Mar.v niet? Neen, mijnheer. Dank je wel. Wil iemand van de heren juryleden nog een vraag stellen. Een kleine man met een gezicht als een wezel, die al lang op zijn stoel heen en weer zat te schuiven, met de klaarbliil<^" lijke bedoeling in het debat tussen beide te komen, sprong op als een duiveltje uit een doosje. Ik vraag verlof, om de getuige een paar vragen te mogen stellen. Ik ben „eheel tot uw dienst, ant woordde Thomas. Maar terwijl de wezel diep ademhaalde bij wijze van voorbereiding, vroeg zijn buurman, een grote, gewichtigdoende ke rel, met nadruk: U woont sedert twee jaar in deze fa milie, hebt u gezegd. Hoe gingi zij met elkaar om. hielden zij van elkaar? Stonden zii met elkaar op goede voet? Na deze vraag zette hii een gewichtig gezicht en speelde nonchalant met zijn horlogeketting, die op zijn buik bengelde om aan te duiden, dat hij een bevredi gend antwoord wenste. Thomas, misschien in de war gebracht door deze houding, wierp een hulpeloze blik om zich heen en antwoordde ten slotte: Ja, mijnheer,, voor zover ik er over kan oordelen. Hielden de meisjes van hun oom? O ja, mijnheer! En ook van elkaar? Ja dat geloof ik wel. U gelooft het. Hebt u redenen om het tegendeel te veronderstellen? Thomas aarzelde een ogenblik, maar toen Zijn ondervrager zijn vraag wilde herhalen, bedwong hij zich en ant woordde: Zeker niet, mijnheer. Het jurylid maakte een beweging met de hand om aan te duiden, dat hij niets meer te vragen had. Toen stond de kleine man met het wezelgezicht op en vroeg nu zonder omwegen: Hoe laat opende u vanochtend? Omstreeks zes uur. Zou daarna iemand hebben kunnen vertrekken zonder dat u het merkte? Na zes uur zou het moeilijk zijn, te vertrekken zonder dat de keukenmeid of ik het merken. Midden op de dag pleegt men niet uit een raam van de tweede ver dieping te springen. Alleen de deuren ko men dus in aanmerking; de straatdeur maakt een lawaai waar het hele huis van davert van de kelder tot de zolder; en om bij de dienstdeur te komen moet men de binnenplaats oversteken en daar komt de keuken op uit. Ik zou wel eens iemand willen zien, die de plaats overstak zonder door de keukenmeid gezien te weden. Dit antwoord verwekte grote opschud ding onder de toehoorders. Het huis was gesloten en niemand was er uit gegaan! Conclusie: de moordenaar kon niet ver zijn. Wensen de heren mij nog iets te vra gen? vroeg Thomas, Toen hij geen antwoord kreeg, ver dween de huisknecht haastig, na een blik vol voldoening op zijn kameraden gewor pen te hebben, waarvan ik toen de bete kenis niet begreep. De tweede getuige die voorgeroepen werd was Harwell. Het verloop van het belangwekkend verhoor van Leaven worth's secretaris deed mij spoedig de huisknecht vergeten. Harwell nam voor de jury een fiere, waardige houding aan, waardoor hij het publiek dadelijk voor zich innam, maar die mij. die door ons eerste onderhoud niet buitengewoon bekoord was, al zeer aangenaam verraste. Zoals ik reeds op merkte was hij met zijn bleke, regelmati ge gelaatstrekken en Zijn zwart goed ge knipt haar een vrij onbeduidende ver schijning: maar zijn rustige beheerste ernst deed dit voor 't ogenblik geheel ver geten en maakte hem tot een haast in drukwekkende figuur. De co'roner wendde zich tot hem: Hoe is uw naam? James Trueman Harwell. Wat is uw beroep? Sedert acht maanden secretaris van mijnheer Leavenworth. U is de laatste die mijnheer Leaven worth in leven heeft gezien? Harwell keek op en antwoordde: Zeker niet, want ik heb hem niet gedood. Dit antwoord, dat scheen te spotten met de droeve ernst van dit verhoor maakte een slechte indruk, Harwell bemerkte het en nam een nog hooghartiger houding aan. Dat begrijp ik, hernam de coroner, blijkbaar geprikkeld door de uitlegging die aan zijn vraag gegeven werd, U bent de laatste persoon die hem gezien heeft, voordat de moord begaan werd door een onbekende. De secretaris sloeg de armen over el kaar, waarschijnlijk, om een lichte trilling te verbergen die hem overviel of mis schien ook wel om tijd te winnen en zijn antwoord voor te bereiden. Mijnheer, zei hij, ik kan uw vraag noch bevestigend, noch ontkennend be antwoorden. Zeer waarschijnlijk ben ik de laatste geweest die met hem gespro ken heeft, maar in .zo'n groot huis als dit, kan ik er niet voor instaan. Toen hij de uitdrukking van ontevre denheid op aller gelaat zag, voegde hij er langzaam aan toe: Mijn plicht noodzaakte mij om hem tot laat in de avond gezelschap te houden. Uw plicht?O natuurlijk! In uw hoedanigheid van secretaris! Harwell knikte bevestigend. Wilt u ons uitleggen waaruit uw bezigheden bestonden? hernam de coroner Mijnheer Leavenworth was, zoals u waarschijnlijk wel zult weten, buiten gewoon rijk. Hij was lid van verschillen de genootschapben, clubs, instellingen enz. en bovendien bekend om zijn vrij gevigheid. Hij ontving dus dagelijks een groot aantal brieven." Ik opende en be antwoordde ze. Zijn particuliere corres pondentie droeg op de enveloppe een af gesproken teken, dat haar van de rest onderscheidde. Mijn werkzaamheden be perkten zich niet alleen daartoe. Daar hij zich in zijn jonge jaren aan de thee handel wijdde, maakte hij verschillende reizen in China en nu schreef hij daar een boek over. Ik hielp hem bij de voor bereiding van dat boek; hij dicteerde mi) minstens drie uur per dag. Onze laatste zitting had gewoonlijk van half tien tot half elf plaats. U nam dus iedere avond zijn dictaat op? Gisteren ook? Ja mijnheer. Hebt u iets bijzonders aan hem op gemerkt? Gedroeg hij zich als gewoonlijk? De secretaris fronste de wenkbrauwen en antwoordde Daar niets hem het droevig lot dat hem wachtte voorspelde, was er dan wal een reden om zich anders dan gewoonlijk te gedragen? De coroner kreeg nu eens kans om zich te wreken over de onbeschaamdheid van daar straks; hij liet deze niet voorbijgaan. De wet eist- dat een getuige vrag.n beantwoordt en niet dat hij er stelt, 'ei hij streng. De secretaris kreeg een kleur en zei: Heel goed mijnheer. Zo mijnheer Lea venworth al een voorgëvoelJ18? van rijn dood. dan heeft hij 't mij toch niet meege deeld. Integendeeli, meer dan ooit scheen hij op te gaan in zijn werk Een van de laatste dingen die hij zei was dit: „Niet waar Trueman, over een maand zal dit boek ter perse gaan!" Ik herinner mij. dat hij zich al sprekende een glas sherrv inschonk. Voordat hij naar bed ging dronk hij altijd een glas sherry. Van ochtend vond men het nog halfvol op .in schrijftafel. Die herinnering scheen Harwell buiten mate te ontroeren, want hij haalde zijn zakdoek te voorschijn en veegde zijn voorhoofd af. Dat is de laatste daad va:> mijnheer Leavenworth die ik bijgewoonl heb, vervolgde Ijij. De coroner, ongevoelig vo?r deze ont roering, leunde achterover in zijn stoel en keek de jonge man onderzoekend aan Waar ging u heen toen u mijnheer Leavenworth verliet? vroeg hij. Naar mijn kamer. Bent u onderweg iemand tegenge komen? Neen, mijnheer. Hebt u iets ongewoons gehoord of gezien? Neen, mijnheer. De stem van de secretaris trilde even Denk eens goed na, mijnheer Har well. Bent u bereid onder ede te ver klaren, dat u niemand ontmoet hebt, da' u niemand gehoord hebt- of dat u niets bijzonders bemerkt hebt? De verbazing stond op Harwell's gelaat te lezen. Twee maal opende hij de lippen alsof hij spreken wilde en twee keer sloot hij ze weer zonder een enkel woord geu-t te hebben. Tenslotte antwoordde hij met enige inspanning: Ik heb iets gezien, maar het was zo a kleinigheid, dat ik er niet meer aan dacht: niettemin was het merkwaardig. Wat was het? Een deur die op een kier stond. Welke deur? Die van juffrouw Eleonore's kamer Zijn stem was niets meer dan een ge fluister. Hebt u uw deur gesloten toen u op uw kamer kwam? Ja, mijnheer. Bent u dadelijk naar bed gegaan? Ja, dadelijk. Hebt u niets gehoord voor dat u in sliep? Weer een nauw merkbare aarzeling. Ik zou bijna zeggen van niet. Hebt u bijvoorbeeld niet een stap in de hall gehoord? Dat zou niet onmogelijk geweest zijn. Maar hebt u het inderdaad gehoord' Ik zou het niet durven zweren. Maar u denkt het dan toch!? Ja. Ik herinner mij, dat ik, vlak voor dat ik in saap viel, een stap in de hall en het geruis van een japon meende te horen; maar ik schonk er verder ge.-n aandacht aan en sliep in. En toen? Een poosje later werd ik plotseling wakker, alsof iets mij had doen schrikken Wat het een beweging, een geluid? Ik zou het niet precies kunnen zeggen. Ik ging rechtop in mijn bed zitten en kÜk om mij heen. Maar daar alles in huis stil was, sliep ik weer rustig in. Toen men hem ondervroeg over de ma nier waarop men hét lijk ontdekt had, ver telde Harwell het verhaal, dat noen reeds kent van de huisknecht. De coroner vroeg hem vervolgens of hij had opgemerkt in welke staat zich de schrijftafel van de studeerkamer bevond nadat men het lichaam had weggehaald. Zeker, mijnheer, enigszins, ant woordde hij. Wat lag er op? De gewone voorwerpen: boeken, pa pier, een pen waaraan de inkt opgedroogd was en verder de karaf en het wijnglas waaruit mijnheer Leavenworth de avond te voren had gedronken. Verder niets? Ik herinner het mij niet. Wat betreft het wijnglas, viel een van de juryleden hem in de rede, u hebt ons immers gezegd, dat u het halfvol hebt te ruggevonden, juist zoals het was op het moment waarop u afscheid nam van mijn heer Leavenworth? Ja, mijnheer. De overledene had toch de gewoonte zijn glas te ledigen nietwaar? Ja, mijnheer. Welnu, mijnheer Harwell, dan moet men hem dus zijn komen storen vlak na uw vertrek. Een asgrauwe kleur verspreidde zich over het gelaat van de jonge man. H j wankelde en een ogenblik leek het alsof hij door een vreselijke gedachte getroffen werd. Dat volgt er niet uit, mijnheer, bracht hij met moeite uit. Mijnheer Leavenworth heeft misschien.... Toen hield hij plot seling op, te verschrikt om verder te spreken. Kom, mijnheer Harwell, vertel ons wat u weet. Ik weet niets, antwoordde hij met zwakke stem, en het leek alsof hij met een heftige ontroering te kampen had. Daar dit voorval meer betrekking had op een gevraagde verklaring dan op een scljerp gestelde vraag, stapte de coroner er van af. Maar ik zag verschillende per sonen achterdochtig om zich heen kijken, alsof de ontroering van de ■ioj'Se man hen eindelijk op een nieuw spoor had gebracht. De coroner, die zowel Hat well s ver warring als de emotie die zij had teweeg gebracht negeerde, zette het verhoor voort. Weet u of de sleutel al of niet in het slot stak toen u de studeerkamer verliet? Ik heb er niet op gelet. Had hij er moeten zijn? ik veronderstel van wel. In ieder geval was de deur vanoch tend gesloten en de sleutel was weg! Ja, mijnheer. Dus de moordenaar heeft de deur achter zich gesloten en de sleutel meege nomen? Waarschijnlijk. De coroner wendde zich met een ernstig ezicht tot de jury!! en sprak: Mijne heren, er bestaat omtrent deze sleutel een mysterie, dat we moeten ophel deren. Een van de juryleden stelde voor, dat men hem op staande voet zou gaan zoe ken, maar de coroner besloot, dat men eerst de getuigen zou horen. Sta mij dan toe, dat ik een vraag stel, vervolgde het jurylid. Wij hebben ge hoord, mijnheer Harwell, dat de twee nichten van mijnheer Leavenworth achter u de studeerkamer zijn binnengekomen nadat men de deur had opengebroken. Eén maar, mijnheer, juffrouw Eleo nore. Is het juffrouw Eleonore, die door mijnheer Leavenworth tot universeel erf gename benoemd is? onderbrak de coro ner. Neen, dat is juffrouw Mary. Dus juffrouw Eleonore beval het lijk naar de slaapkamer te brengen? Ja, mijnheer. U hielp daarbij, nietwaar? Ja, mijnheer. Hebt u toen niets opgemerkt, dat u de naam van de moordenaar zou kunnen doen vermoeden? De secretaris schudde het hoofd en ant woordde nadrukkelijk: „Ik heb geën enkel vermoeden". Door de klank van zijn stem en door he samenknijpen van zijn handen op de mouw van zijn jas, voelde ik, dat men geen ge loof moest hechten aan de woorden van deze man. Ik zou graag een vraag aan mijnheer Harwell willen stellen, zei een van de ge zworenen, die nog met gesproken had. „Wij weten nu, - is. Iedere moord nu heeft een motief. Kent u mijnheer Harwell, een of andere geheime vijand van mijnheer Leaven worth?" Neen, mijnheer. Leefde iedereen in dit huis in goede verstandhouding met hem? .Ja, mijnheer. Dit zei hij met een nauw merkbare verandering van stem. Hebt u nooit een schaduw van onenig heid waargenomen tussen één van de huis genoten en hem? Dat is een moeilijke vraag. Een scha duw is tenslotte zo iets gerings. Misschien was er wel iets Tussen wie en wie? Een lange aarzeling. Tussen hem en een van' zijn nichten Welke? Juffrouw Eleonore, antwoordde Har well en boog het hoofd. Sedert wanneer hebt u die schaduw bemerkt? Dat zou ik niet precies kunnen zeggen. Kent u de reden? Neen. En de mate van die onenigheid? Ook niet. U opent de brieven van mijnheer Leavenworth, nietwaar? Ja, mijnheer. Valt u uit de laatste brieven niet het een of ander in, dat enig licht in deze zaak zou kunnen brengen? Harwell leek niet in staat tot ant woorden of was hij van zijn stuk gebracht? Mijnheer Harwell, hebt u de gezwo rene niet verstaan? vroeg de coroner. dat er iemand vermoord Zeker wel mijnheer; ik dacht na. Nu clan, antwoord. Zoals gewoonlijk, heb ik ook de laat ste weken de brieven van mijnheer Lea venworth geopend en ik geloof niet, dat iets van hun inhoud betrekking had op dit vreselijk drama. De man loog, dat merkte ik duidelijk Zijn hand namelijk - en de hand verraadt vaak meer dan de ogen die eerst half gesloten was, sloot zich nu krampachtig als om zijn bezitter te stijven in de leugen. Mijnheer Harwell, besloot de coroner, dat kan ontegenzeggelijk waar zijn volgens uw opvatting, maar de correspondentie van mijnheer Leavenworth zal nog nader on der de loupe genomen worden. Natuurlijk, mijnheer, dal begrijp Ik, antwoordde hij op onverschillige toon. Hiermee was Harwell's verhoor afgelo pen. Terwijl hij weer ging zitten, resu meerde ik het gehooide als volgt: 1. Om een onbekende reden koesterde Harwell een verdenking, die hij graag wil de uitwissen, zelfs uit zijn eigen geest 2. Er was een vrouw bij gemoeid, daar hij in de hall het gerus van een japon had gehoord. 3. Er was korte tijd geleden een brief ontvangen, waarvan de inhoud zeer zeker interessant zou zijn. 4. De naam van Eleonore Leavenworth kwam moeilijk over zijn lippen; deze man die er helemaal niét overgevoelig uitzag' kon zijn ontroering niet verbergen wan neer hij haar naam moest uitspreken. VIERDE HOOFDSTUK. Een Spoor. Vervolgens riep men de keukenmeid, ueze achtenswaardige persoon kwam met ■"Üt aastiSe passen naar voren; haar gezicht drukte zo'n mengsel van bereid vaardigheid en angst Uit, dat bijna alle aanwezigen begonnèn te lachen zodra zij binnenkwam. Hoe is uw naam, begon de coroner. Kate, mijnheer, Katherine Malone. Welnu, Kate, sedert hoe lang ben je in dienst van mijnheer Leavenworth? Het is zeker al wel twaall maanden geleden, mijnheer, dat ik op aanbeveling van mevrouw Wilson hier ben komen aan kloppen en dat Goed, goed, laten wij verder gaan. U woont dus sedert een jaar bij de familie Leavenworth? Ja, mijnheer. Had U het er naar uw zin? Was hij goed voor zijn bedienden? ik heb nooit een beter mens gekend. Hij was zo goed, zo edelmoedig, dat ik vaak tegen Hannah zei Kate hield plotseling op, de mond op koddige wijze half open van schrik en keek de bedienden aan als iemand, die een flater begaan hèeft De coroner maakte er gebruik van om te vragen: Hannah! Wie is Hannah? mes Z'' 'S kamenier van de <*a~ zién ^annah hier n°S n'et ge- pe coroner wendde zich tot Thomas en zei: Toen WÜ he' over de bedienden had den, hebt u die naam niet genoemd. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 4