Nog steeds niet ontdekt
„RECHTVAARDIGE RECHTERS"
PLOOI VAN DEEMOED IN HET
DE
EVANGELIE
TWINTIG JAAR GELEDEN VERDWENEN DE
door RECTOR
N. DE ROOY
- «"Aft!.
Een geheimzinnige geschiedenis
ZATERDAG 17 APRIL 1954
PAGINA 5
een waas van groten 18 er C€!'lT "°oit ln SesIaaS<l en nu nog hangt
&eneimzinnigheid over dit geval.
Naspeuringen
ST. JAN DE DOPER
keerde terug
Nog een coup de theatre
de rechtvaardige
RECHTERS
reeds iwiutig jaar verdwenen
De Zondendrager
Ook het boterschaap!
Verheerlijking
y
Van onze Brusselse correspondent)
Ietwas op 10 April twintig jaar geleden, dat door tot nog toe onver-
icctov ^bleven omstandigheden uit de Gentse St, Baafskathedraal een
"cl»rnndIS° i vei'dwcenvan de beroemde Lam Gods-polyptiek der
Dc Jan en Hubert van Eyck.
hCl dC ,V°lse1lule daf en onmiddcllijk kwam de
diefstal op te loss °7-- Uac n raadsel van deze geruchtmakende
Om te beginnen betreft het hier
fragment van een sedert de vijftiende
eeuw beroemd werk, dat ontelbare
malen is beschreven en gereproduceerd
geweest en over heel de wereld be
kendheid geniet.
Het mysterie begon toen in de
y&icixt - ail kxc och
tend van 11 April 1934 de „pijkenheer'
van St. Baafs als naar gewoonte in
.1 Or\n nnlr nf
de
ia ow -
kerk kwam, om de met een hek afge
sloten Vijdtkapel. waar de polyptiek
achter een zwaar gordijn wordt be
waard, voor bezoekers te openen.
Die „pijkenheer" (woord vermoede
lijk verbasterd van „piekenheer of
suisse met de hellebaard of piek), was
niet weinig verbaasd, toen hij vaststel
de, dat het slot van het hek was ge
opend. Een somber voorgevoel beving
hem. Hij tilde haastig het gordijn op
en zag met ontzetting, dat het onderste
luik links van de vijf beweegbare hou
ten luiken verdwenen was. Dit luik gaf
aan de buitenzijde een weelderig ge
kleurde voorstelling van de „Recht
vaardige Rechters", waaronder, volgens
de legende, de gebroeders Van F"
j paarden, hadden
portretteerd. De achterzijde stelde
giisaille geschilderd. Johannes
Doper voor met het Lam Gods op ue
armen. De beide luiken waren 1 49 m
hoog en 0.55 cm breed.
Gezien de hoogte waarop deze schil
derstukken uit hun houten lijst me
ten worden losgeschroefd, en mede
verband met hun gewicht, is hel
recht steeds van mening geweest
tenminste twee personen de
hebben gepleegd.
Er werden tal van vingerafdrukken
gevonden: op het hangslot aan het hek,
Eijck
ge
in
de
de
moes
in
ge-
dat
diefstal
op andere panelen, op de deur van een
zijportaal links, waarlangs de panelen
moeten zijn naar buiten gebracht en
waarop sporen van inbraak werden ge
constateerd. Algemeen werd aangeno
men, dat de diefstal rond zeven uur
s avonds moet zijn gebeurd. Binnen in
de kerk was voor het begaan van deze
Irvui Seen licht nodig, want de
ijdtkapel wordt van buitenuit verlicht
vtL°i5 6en electrische lantaarn, die zich
vlak naast de kerk bevindt.
fJe Lam Gods polyptiek was in
1422
Hoe is dat daar teruggekomen?
Hier moeten wij weer in de sfeer van
het geheimzinnige afdalen.
Het gerecht zocht overal, volgde spo
ren, tot in Wenen en elders, maar vond
niets. Naamloze brieven beweerden, dat
de gestolen luiken zich in een steen
groeve in Wallonië bevonden. Mensen
met wichelroeden hielpen zoeken. Het
hielp allemaal niets. Men volgde het
spoor van een „Duitser", die daags vóór
de diefstal veel belangstelling voor de
polyptiek aan de dag had gelegd. Men
vond hem, maar in de plaats van een
Duitser was het een eerlijk Nederlands
kunstliefhebber die zich niets had te
verwijten.
Op 1 Juni 1934 deed zich een coup de
theatre voor. De bisschop van Gent ont
ving een naamloze brief, waarin
iemand schreef dat hij niet de dief was,
maar wist waar de twee luiken waren
verborgen. Hij eiste een losgeld voor
de terugbezorging. Door het bisdom
werd via annonces in een Brussels blad
met de mysterieuze schrijver gecorres
pondeerd. Was hij geen mystificateur?
door Judokus Vijdt, heer van Pamele
en diens gemalin aan Jan van Eijck be
steld. Deze werkte er vele jaren aan
doch kon ze nfet voltooien en het was
zijn broer Hubart, die er- de laatste
hand aan legde. Tien jaar later werd
dit meesterwerk van de XVde èeuwse
Vlaamse schilderkunst voor het eerst in
de St Baafs tentoongesteld. Het heeft
in de loop van zijn bestaan een
bewogen geschiedenis gekend,
door oorlogen, beeldstormerijen
en diefstal heen. Een paar jaren
de diefstal plaatsvond werd
Brussel volledig gerestaureerd
praalde het weer in zijn oude
rie. In de plaats van de
„Rechtvaardige Rechters", hangt
een goede hedendaagse copie
maakt naar een drie eeuwen
copie van Michiel Cosie
Johannes de Doper in
neemt daar weer zijn oude plaats
zeer
dwars
brand
voor
te
en
glo-
echte
nu
ge-
oude
het
Het luik met
grijze tinten
Helemaal niet, antwoordde de man. Om
een tastbaar bewijs tc geven dat hij
wel degelijk wist waar het gestolene
was, zond hij een stuk krant aan het
bisdom en sprak af, dat men vijf en
twintig duizend frank moest overhan
digen aan een persoon, die zich met
het daaraan passende andere stuk krant
bij de pastoor van St Laurentius te
Antwerpen zou aanmelden. Daarna zou
men nader van hem horen. Zeer tegen
de zin van het bisdom, wilde het ge
recht zich daar ook mee bemoeien en
het stuurde een in priester verkleed in
specteur naar de pastorie. Een taxi
stopte. De chauffeur kwam met het an
dere stuk krant bij de pastoor, ontving
het geld en ging weg. In de taxi bui
ten zat de geheimzinnige briefschrij
ver! De inspecteur „priester" nam al
leen het nummer van de taxi op. Toen
men hem terugvond, bleek de chauf
feur absoluut onschuldig te zijn en was
de vreemde passagier inmiddels ver
dwenen!
Een paar dagen later ontving het
bisdom te Gent een depot-bewijs van
het Noordstation te Brussel. Men ging
zien en vond daar het luik in grijstint
met Johannes de Doper. Dat was dus
weer terecht. En het kwam lgter in St
Baafs terug.
Een tweede coup de theatre zou vol
gen.
Op 25 November van dat zelfde jaar
liet een zekere Arseen Goedertier uit
Wetteren, die bij een familielid te Den-
dermonde ziek lag, een hem bekend
advocaat uit Dendermonde bu zich
komen. Goedertier had diezelfde dag
een soort beroerte gekregen op een
„politieke" vergadering, waar hij het
woord had gevoerd over het oprichten
van een nieuwe sociale klasse. „de
stand van de rijken
Bij zijn familielid stervend overge
bracht, zeide hij in een privé gesprek
tot de advocaat: „Ik weet waar het ver
dwenen Lam Godspaneel zich bevindt.
Het isDe man kwam niet verder;
zijn ogen sloten zich voor goed over
zijn geheimen.
Bij een huiszoeking in zijn woning te
Wetteren, ontdekte men afschriften en
brieven van de correspondentie met
het bisdom over de gestolen panelen.
Daar kon men o.m. uit opmaken dat
volgens Goedertier. de „Rechtvaardige
Rechters" zich ergens op een plaats be
vinden in het openbaar, waar het luik
kan gezien worden en waar het vroeg
of laat toevallig zal worden ontdekt
Het mysterie blijft dus bestaan.
Wie was die Goedertier? Een zonder-
wTtedrenVrzTcf dakfter Was Sjeest Ie
weueren zich daarna tot het beroer,
van zakenman geroepen voelde voor-
zitte.r was van verschillende philan-
Welke rol speelde hij in de verdwij
ning? Was hij de dief? Of, als „zaken
man de bemiddelaar tussen de dieven
en de bestolenen?
Hij gaf Johannes de Doper terug. Zal
het echte luik der „Rechtvaardige
Rechters" ook ooit eens terugkomen.
Mysterie, zoals alles mysterie is in deze
zaak,
HET LAM GODS ALS
In mijn jeugd werd liet gezin
van mijn ouders bediend door een
melkboer, die zijn klanten me'
Pasen verraste door bun in boter
geboetseerde schaapjes te leveren.
Hun gelige wol was met de boter
spaan krullend opgewerkt en als
staart en oren waren takjes en
blaadjes palmpaas gebruikt. Hel
was een schoon moment bij bet
Paasontbijt als de kop van liet bo
teren lam gebruikt werd tot smering
van het eerste verse kadetje. Toch
was er een stil verwijt van wreed
heid, dat onnozelheid steeds slacht
offer gemaakt werd van brute
kracht. Het jeugdige brein, gevoed
met bijbelse voorstellingen, kende
enige bezorgdheid om de theologi
sche complicaties, die bet lam als
assymbool °pHep: was hier geen
oneerbiedigheid en misverstand?
Bijbelse, theologische en kunsthisto
rische motieven hebben inderdaad het
lammeren- en schapen-symbool zo veel-
duidig aangewend, dat er een zeer ge
nuanceerd en gedifferentieerd gedach
ten-complex uit gegroeid is: het harde
lot van de kleinen, die onverdedigd zijn
Uitgeleverd aan de groten en gierigen;
ue zachtheid, nederigheid, vroomheid en
onschuld van de christen in de wereld;
Ue opofferende liefde, die gaat tot het
st°rten van het bloed; het plaatsvervan
gende lijden, dat grondslag is van de
verlossingsleer. De Bijbel schrijft over
deze dingen: de theologie heeft er over
gespeculeerd: de kunst heeft ze plas
tisch uitgebeeld; de volkse vroomheid
in de kerststal en het bonte huistafereel
aan de muur voedt er zich mee.
Het levende offerbloed
Het begint al in de Bijbel met Abel,
de herder. Wat kan hij anders geofferd
hebben dan een makkelijk grijpbaar
lam, het enige dier, dat door Adams
zonde niet aangetast werd? Was Abel
niet zelf een lam, dat met een touw om
de hals door Kaïn naar de eenzaamheid
gevoerd werd om te bezwijken onder
een ezelskakebeen, zoals het schoolver
haal vermeldt? Hier is reeds de on
schuld, die aan de schuld van de ander
bezwijkt, een met zin geladen symbool,
dat zich opnieuw voltrekt als Abel
Christus sterft onder de handen van
Kaïn Israël. Dat Abraham een gehoornd
ram ontdekt en dit in de plaats stelt van
Isaac, die hem gespaard wordt, schijnt
een van die veel-betekenende afwijkin
gen, waarvan de Bijbel vol is: ook dit
had een lam behoren te zijn, want ook
Isaac, de gebondene en met een slacht
mes gedreigde, is een Christus-lam. Het
offer, dat Isaacs plaats inneemt, draagt
hoorns als een vreemde woekering.
Maar tenslotte heeft het Lam in Sint
Jans Apocalyps wel zeven hoornen,
ieder bovendien bezet met een oog. Nu
is het in de strdiken verwarde offerdier
plaatsvervanger van de onschuldige, die
leven moet, omdat hij Jahwe's beloften
draagt.
Als de eeuwen verder dreunen en
overal het bloed van mensen en dieren
vloeit staat er in de Bijbel plotseling
Gods opdracht aan Mozes. Het pasgebo
ren lammetje, dat Iedere Joodse herder
met zijn familie at op het feest, dat de
lente opende, wordt dan naar Gods be
doeling door zijn bloed op drempel en
wTTcuriiost de afweer van Goddelijke
Dip AS11 to,orn on verzekering van heil.
ben editi zegen van dit bloed heb-
de vrühn-j11 zuBen uit de slavernij naar
van vluchten door een stapeling
varen heen; voor hen zal God
us ae bodem van de zee bloot leggen
ais een zandig voetpad. En kort daarop
is het een stierbeeld, dat de Joden zich
maken uit de gouden sierselen van hun
vrouwen; om het harde beeld van woes-
te kracht vergeet men het levende of
ferbloed van de zachtste der dieren.
Toch werd het jaarlijkse slachten van
het lam, door wetgevers en priesters tel
kens ingescherpt, een der kenmerken
van het religieuze Jodendom. Telkens
was het een feest van herinnering; ieder
jaar beleefde de vrome Jood zijn vlucht
naar de vrijheid. Maar het was een
feest, dat zwaar geladen was met toe
komst: nieuwe bevrijding uit nieuwe
horigheid.
De avond der vervulling
En dan komt de avond der vervulling
van wat eeuwen lang in tekens verscho
len had gelegen. Op de avond, dat
Christus de rituele beker met de wijn
der herinnering en de korf met het on
gedesemde gebak liet rondgaan, had Hij
ook met Zijn leerlingen het lam gege
ten, dat Hem al zo lang had voorgesteld.
Misschien heeft Hij het Zelf naar de
tempel gebracht zoals Hij het ezeltje
van de intocht er heen had gevoerd en
misschien had Hij er bij gestaan, toen
het gedood werd. Dan heeft Hij gedacht:
dit ben Ik. En op die gedenkwaardige
avond werd Hij door eigen wil het
Paaslam voor allen, toen Hij Zijn
Lichaam bood als spijs en Zijn Bloed
als drank. Niet meer drempel en deur
posten van aardse woningen maar de
gehele behuizing van de ziel wordt nu
door en door rood geverfd met dit God
delijk Bloed van het Lam. Vreemd is
het, dat Sint Jan bij de uitwerking van
dit motief in de Apocalyps de in het
bloed van het Lam gewassenen ziet als
gekleed met het witte zonlicht zoals
Christus zelf was bij de glorie op de
Thabor. Maar dat is de stijl van het
visioen en het droomgezicht, waarin
zulke wisselingen vanzelfsprekend zijn.
Schoon van gedachte zijn de middel
eeuwse primitieven, die ons het Laatste
Avondmaal geven op het moment van
de lammeren-maaltijd: Christus met
mes en vork in de hand klaar om het
offer te snijden en weg te delen aan de
zijnen: ook Judas mist zijn aandeel niet,
■want het lam is voor allen, voor goeden
en slechten; de goeden worden er beter
van, de slechten beginnen er goed door
te worden. Zo werd het Lam een
Eucharistisch symbool, hoewel bij de
viering van de Eucharistie en de chris
telijke agape het Joodse paaslam geen
enkele rol meer speelde en alleen het
brood en de wijn gebruikt werden, die
immers meer dan symbolen waren want
dragers van de hoogste Goddelijke rea
liteiten.
In de tweede helft van Isaias' Gods
spraken, die gewoonlijk worden toege
schreven aan een naamloze profeet uit
de Babylonische gevangenschap, Deute-
ro-Isaias genaamd, speelt de voorzeg
ging van de Messias met de ideeën van
de Knecht van Jahwe, die als een ge
willig lam ter slachtbank geleid wordt
on stom is onder de schaar van zijn
scheerders. In knechtgestalte draagt de
Messias een vernietigend lijden als een
melaatsheid, waardoor de schoonste der
mensen wordt ontluisterd; Hij is door
ploegd met gesels, die voor de ruggen
der anderen bestemd waren. Omdat in
het Aramees de woorden voor knecht
en lam hetzelfde zijn, is hier reeds het
Knecht-lammetje van de Doper, die
Christus aanwees als het Lam Gods, dat
de zonden der wereld wegneemt En
weer constateert men een verschuiving
in accent van bruutheid en hardheid
naar zachte weerloosheid, als de zon-
dendragende bok van de verzoendag
met zijn gehoornde kop en zijn vecht
lust een zondendragend lam geworden
is. Zo werd het lammeren-symbool
reeds voor de oudste christeneeuwen
beeld van het verzoenend Kruisoffer.
En dit bloedend Lam met de geopende
zijde kan dan ook staan voor de Eucha
ristie, wanneer de bloedende wond haar
inhoud leegstort in de eucharistische
kelk, die evenzeer liet doopbad beteke
nen kan, waarin de zondige mens zich
wast, zodat hij wit wordt als sneeuw en
zonlicht. Men heeft de symboolkracht
van het bloedende Lam wel op wonder
lijke wijze ervaren. Maar het ineenlo
pen van de schaduwbeelden is uiterst
dienstbaar geweest om de samenhang
van een teer theologisch ideeën-com
plex te suggereren.
PAASSYMBOOL
een herderende Apostel en deze kan de
trekken dragen van een levende Paus of
een levende Bisschop. Niet alleen de
grote kerken-decoratie gebruikt het
lammeren-symbool, maar op allerlei ge
bruiksvoorwerpen vindt men onder de
uitstalling van de christelijke symbool
inventaris veelal het lam terug: op luch
ters en lampen, waar het lam het begin
sel van licht en genade betekent; op de
bodem van goudglazen, waar soms als
beeld en spiegelbeeld enerzijds Christus
staat in mensengedaante op de berg van
de nieuwe Wet met naast zich Petrus en
Paulus, de Apostelen van Joden en hei
denen, anderzijds het Lam op de apoca
lyptische godenberg met links en rechts
de schapen, die tot het Koningslam ko
men uit Jerusalem en Bethlehem; aan
halssnoeren en oorbellen, totdat het ge
slachte Lam verschijnt aan de halskete
nen van de Gulden-Vliesridders, die er
echter een afbeelding in zagen van het
gouden ramsvel, dat de Argonauten uit
de tempel van Zeus stalen. Op een oud
christelijke gesneden steen vindt men
alle symbolen bijeen, die Clemens van
Alexandrië als christelijke voorstellin
gen alleen geoorloofd achtte. Daar zijn
di visjes, het anker, het zeilende schip,
de duif met olijftak, maar ook de God
delijke Herder met het christenschaap
op de schouders en tegelijkertijd ook
Christus als 't Lam, dat een kruis op de
rug draagt. Dat de bisschoppelijke staf,
dikwijls nog gestyleerd als herdersstok
met zandschepje, het lammeren-sym
bool draagt, is niet anders te verwach
ten. Soms staat het lam op sarcophagen
en doet dan allerlei Goddelijke dingen;
het geeft les uit het Boek der Goddelij
ke wijsheid en wijst met zijn poot de
teksten aan of het doet wonderen.
Groots is dit alles samengevat in het
Gentse altaarstuk van Jan van Eyck.
Met op de voorgrond de paradijselijke
levensbron staat in het midden het
altaar, waarop 't Lam geslachtofferd is.
Maar het Lam leeft en is met licht ge
kroond cn in de altaarkelk stroomt Zijn
bloed uit de geopende zijde. Geheel bo
ven, in de geopende hemel, is de God
delijke Duif zichtbaar, zodat het Eucha
ristische Lam ook het Dooplam is. Op
de achtergrond, tussen de heuvels, rijst
het eeuwige Jerusalem als een schone
Vlaamse stad en in brede, kleurige stoe
ten zijn in vier groepen het Oude en het
Nieuwe Verbond genaderd, de engelen
en de Heiligen uit het Missaal in al hun
categorieën. Dit is Doop en Eucharistie,
dood en verrijzenis, lijden en overwin
ning, plaatsvervangend offer en het
milde eindoordeel van het Lam, dat hier
gans anders Rechter is dan bij Michel
Angelo op zijn Sixtijns altaarstuk.
In Van Eycks altaarstuk zijn de Bijbel
se gegevens, de oud-christelijke symbo
liek en de middeleeuwse denkwereld tot
een synthese geworden. Wat hier tot
prachtig artistiek leven kwam leeft ech
ter ook in het simpele wassen Agnus
Dei, dat een zieke op de borst draagt,
in het dorre houten lam, dat in een
Kindsheids-optocht op een Evangelie
boek wordt meegedragen, want het
ganse Evangelie heeft een lammeren-
natuur. En als de boterboer met Pasen
zijn goudgele lammeren boetseerde, was
hij op zijn beurt ook poëet en mysticus
en in ieder geval een gelovige met een
oprecht begrip van God en een zuiver
gevoel voor zijn eigen dienstbaarheid.
Zijn ziel had de plooi van de deemoed.
Mensen zoals Nietzsche hebben het
christendom verwoest, omdat ze op de
deemoed spuwden. Nu is het zo, dat
dikivfjls de autonome intellectueel, de
hard-gekookte ondernemer, de klasse-
bewuste arbeider cn dc stempelaar met
zijn vaste loket-rechten op hun stuk
staan cn slechts rechten eisen. Ze ver
afschuwen en wantrouwen een gave,
omdat ze de christelijke deemoed van
het lam missen. Een koepeiende kerk
met een kudde ervoor als vignet voor
een apologetisch boek ontmoette laatft
bezwaar, omdat het zo onmodern is en
afstotelijk werkt. Maar dan moet men
ook Ieren Pasen te vieren met de men
sen-zogende wolvin van het Capitool.
Het centrale paneel van het Gentse altaar
symbolisten het Lam, dat op de para-
dijsberg staat en het water uit zijn zijde
naar zeven zijden op de aarde stromen
laat en dan zijn het herten zowel als
lammeren, die zich lessen aan de zeven
voudige sacramentenstroom. En dan kan
het Lam natuurlijk symbool voor alle
sacramenten zijn zoals het dit bijzonder
geworden is van het doopsel. Zo werd
het Lam een aanwijzing voor de vele
kanten, die de theologie aan het Chris
tus-mysterie opmerkt.
Maar dit Christus-mysterie leeft ook
in de christen, die evenzeer lam is als
het Lam, dat hem herdert. Want het
grote Lam is al evenzeer de Goede Her-,
der, die juist zo goed herderen kan, om
dat Hij uit ervaring weet wat het is lam
en schaap te zijn. Hier ligt dezelfde
verwantschap van ideeën als in het vis-
symbool tussen de grote Christus-vis en
de kleine, spartelende doopvisjes, die
in het water geboren zijn, dat door de
Grote Vis zwanger is geworden van
eeuwig leven. Op de oude maar nog
steeds glanzende mozaieken der eerste
christelijke eeuwen wemelt het van de
lammeren en schapen om het Moeder-
lam Kerk, om Herder Christus. Dat er
tussen Christus en de zijnen gelijkheid
van leven is en een gelijkheid van ka
rakter groeit, heeft de oudheid willen
uitdrukken door Christus en de chris
ten onder hetzelfde beeld voor te stel
len.
Zo gaan de beelden de een in de an
der over: de herderende Christus wordt
Sint Jan de Apostel, leerling van de
Doper, die Christus aanwees als Lam
Gods en met deze vondst zijn profeten-
loopbaan sloot, voltooit in zijn Apoca
lyps de veelzijdigheid van het lamme
ren-symbool door de verheerlijking van
de Verrezene er mee uit te beelden. Het
is visionnaire kracht, verwant aan de
zonderlinge mogelijkheden, die in het
droomleven vanzelfsprekend zijn, als 't
Lam hier staat als geslacht en toch
levend en menselijke dingen doende zo
als het openen van het met zeven zegels
gesloten boek. Het is uiterst zonderling,
dat het Lam tegelijkertijd de Leeuw is
van Juda"s stam en ook nog de Wortel
van David en ziende horens heeft tot
'n zevental. En later weer staat 't klei
ne Lam tegenover de grote Beesten, die
uit de zee en uit de aarde oprijzen en
niets kunnen doen tegen de getekenden,
die door het Lam verdedigd worden.
Dan is er weer de stroom des Levens,
die uit de troon van het Lam vloeit en
dit wordt in de beeldtaal der latere