Vm/nek ku/A fawMjk watott
DE KERK:
OVER DE GRENZEN
OPROEP
mm*-
m
zelf
De Gemeenschap tussen Hemel en aarde
kan niet buiten schoonheid
Hondenpraat
Een
eigenschap
van
het
leven
liet huis waar God woont
tot hem
tot haar:
7 T' -
Berichten
uit Gods Kerk
ZATERDAG 24 APRIL 1954
PAGINA 7
wmlm
-
npMifjg^
I mé
MET VEHA
PANEELRADIATOREN
EN VEHA
CENTRALE
VERWARMINGSKETELS
J. B. VAN HEUST EN ZONEN N.V. Cruquluskade 6 DEN HAAG
Waarom een vrije wil
do-,* w,
Er wordt van de jongeren veel
belangstelling voor de politiek
gevraagd, en zij vinden dat heel
normaal. Vinden- zij het ook heel
normaal als men hun belangstel
ling voor de kunst vraagt? Poli
tiek gaat iedereen aan, zoals
iedereen zijn brood aangaat, zijn
huis, zijn inkomen en zijn belas
ting. Maar kunst? Is dat niet iets
voor meer begenadigden en voor
de snobs die zich voor begena
digd houden? Is dat niet iets
waarvan een fatsoenlijk mens die
zijn haren laat knippen, zijn
baard iedere dag scheert en zich
elke morgen met zeep wast, be
hoort te zeggen: „daar heb ik
geen verstand van", om beschei
den en beleefd uit te drukken dat
hij niet gek is? Er mag vroeger
zo iets geweest zijn als een kunst
die iedereen begreep en waaraan
iedereen meedeed, een kunst van
heel het volk weet ik veel, ik
ben d'r niet bij geweest en ik
mag ook heei graag de Nacht
wacht of een Van Meegeren zien,
maar tegenwoordig? Appel zeker!
of Vader en zoon, en twee en een
halve ton voor een schele juf
frouw van Picasso! Dank u be
leefd meneer!
Eigenschap van hel leven
Het is niet iit orde
Schoonheid vraagt offers
Meeleven met Christelijke
kunst
Congo
Dreigend rasgevaar
DE KUNST VRAAGT IEDERS BELANGSTELUN6
Jongeren lezen de Blijde Boodschap
„Plotselingverscheen de Heer op de eerste
Zondagavond na Zijn verrijzenis.
Het verrassende zit niet alleen in Zijn verschijning,
maar ook in Zijn groet.
Voordien lezen wij steeds:
..vreest niet",
als de engel verschijnt aan Zacharias,
als de engel verschijnt aan Maria,
als de engel verschijnt aan Jozef,
als de engel verschijnt aan de herders.
„Vreest niet",
als de Heer zelf Zijn eerste opdracht geeft aan de
apostelen, Mt.10.28.
als Hij Zijn heerlijkheid toont op de Tabor, Mt.17.7.
als Hij, de levenwekker, staat voor Jaïrus, Mf.5.36.
als Hij spreekt over het eindoordeel, Mc.13.7.
als Hij Simon aanstelt tot mensenvisser, Luc.6.10.
als Hij Zijn apostelen tegemoet treedt over de zee, Jo.6.20.
„Vreest niet",
als de engel verschijnt na de verrijzenis,
als de Verrezene zelf verschijnt aan de vrouwen, Mt.28.10
Het is dg vrees voor het Heilige, voor het Goddelijke.
De vreze des Heren, die het begin der Wijsheid
wordt genoemd.
Meent echter niet dat Jesus is komen afschaffen.
doch vervolmaken.
Hij bouwt op de Vreze de Vrede!
Want als Hij voor het eerst verschijnt aan de
vergaderde Apostelen,
met wie Hij Zijn Kerk begint, het nieuwe Koninkrijk,
is Zijn eerste woord: vrede.
Dit is de Blijde Boodschap van Zijn verrijzenis,
die zij verder hebben te dragen.
Mijn vrede laat Ik u achter.
Na het lezen komt het leven.
Als wij in de Vreze des Heren Hem zijn genaderd,
zoals de vrouwen,
zal Hij zeggen: uw geloof heeft u gered, ga in vrede,
zoals Hij ook sprak tot de vrouw die aan Zijn
voeten lag. Luc.7.50.
Zijn Paasboodschap is: vrede. m
Zo gij dan met Christus verrezen zijt
laat dan Zijn Boodschap de uwe zijn.
Wanneer gij een huis binnentreedt,
zeg dan eerst: Vrede. Luc.10.5.
Misschien is uw Paasboodschap dan ook een verrassing
voor uw ouders, uw broers en zusters,
voor uw collega's op het werk en uw kennissen.
Verschijn voortaan als Jesus op die eerste
Zondagavond na Zijn verrijzenis,
met een lach op je gezicht en zeg:
Vrede.
R. BECKERS.
naam staat erop
Vr. We waren bezig met de vrije wil.
Toch een moeilijk geval. Ik zie bijv. niet,
waarom de vrije wil zo'n grote weldaad is.
Er zijn al heel wat ongelukken mee ge
beurd. Neem b.v. die eerste mensen of kijk
eens rond. Al die moeilijkheden, die oorlo
gen, heel veel leed Komt het meeste niet
voort uit het verkeerde gebruik van de
vrije wil? Me dunkt dat God de mens be
ter niet vrij had kunnen maken. Dan was
dat alles voorkomen geweest. Dunkt u
ook niet?
Antw. Het is ook hier niet zo gemak
kelijk antwoord op te geven. U geeft toch
toe, dat de vrije wil een zekere volmaakt
heid is. Daardoor is de mens zelfstandig
en bezit hij een zekere autonomie. Hier
door is hij onderscheiden van geheel de
schepping, welke wij rondom ons heen
zien. "Daardoor krijgt de mens de moge
lijkheid zijn eigen toekomst in handen te
nemen en zijn geluk zelf te bewerken. Van
het geluk dat de mens eenmaal zal krij
gen, kan hij in zekere zin ik zeg in ze
kere zin; we zullen dat later zien zeg
gen ik heb me zelt zo gemaakt. Maar ja,
hier liggen de mogelijkheden van 't falen.
Maar dan heeft de mens dat alleen aan
zichzelf te wijten. Niemand gaat verlo
ren, tenzij door eigen schuld, is een chris
telijk spreekwoord. Ik zal een voorbeeld
nemen, om dit te verduidelijken.
Veronderstel, dat Nederland een dic
tator I1c7.it, die het goed voor heeft met
het Nederlandse volk (hoe bestaat het,
zul je zeggen?) Nou die man ziet, dat
er nogal fouten gemaakt worden in
Nederland, doordat men de vrijheid ver
keerd gebruikt. Er wordt ingebroken,
onvoorzichtig gereden enz. Zo komt er
veel leed. Weet je wat, denkt hij bij zich
*e)f. Daar moet een eind aan komen. Ik
*al du» vrijheid eens flink beknotten. Hij
ami T allecn ,le vrijheid van drukpers
ii ït'inc- A'''1' ,T,aar ook van mening»-
worden, maar aJhT' T UU"nPn
zetten. Dat hel^ll™
elementen over. Vooruit, denkt hij iaat
ik van geheel Nederland maar êên grote
gevangenis maken. Ze zullen het niet
slecht hebben. Ik zal goed voor hen zorgen
Maar ik zal elke mogelijkheid van ver
keerd gebruik van vrijheid gewoon
de kop indrukken. We kennen wel lan
den, waar het inderdaad zo toegaat. Wat
zoudt u daarvan zeggen? Dat is geen
menswaardig bestaan meer. Daarom he
seffen we ,dat de vrijheid een niet genoeg
te waarderen goed is. Maar dan moeten
vi e het eventuele falen er ook maar bij
nomen. Zo gaat het ook met geheel de
mensheid.
H. B.
„De meeste mensen", aldus Hond
daags na het Paasfestijn, „hebben
geen verstand van mensen, laat staan
van honden".
Dit sloeg op mijn vriend Koclewijn,
die eerste Paasdag plechtig op visite
kwam. Koelewijn stapte de huiska
mer binnen, opgewekt glimlachend,
schudde iedereen de hand, terwijl hij
nadrukkelijk verzekerde, dat hij al
leen maar even kwam aanwippen
voor een „Zalig Pasen" en aanstonds
weer zou opkrassen. Intussen had hij
z'n jas toch maar uitgetrokken en
over een stoel gesmeten. Koelewijn
heeft iets stormachtigs over zich,
maar dan van een storm die blijft
hangen! Nauwelijks was hij gezeten,
of hij veerde weer op. „Kijk", brulde
hij, „daar heb je waarachtig Hond!
Hoe maak jij 't beestje?" Hond lag
rustig voor de haard gedrapeerd en
keek beleefd doch gereserveerd naai
de uitbundige Koelewijn. Hond heeft
een hekel aan luidruchtigheid. Koele
wijn niet. Hij greep Hond bij een van
z'n voorpoten en begon er enthousiast
aan te trekken. Vervolgens greep hij
met twee handen de kop van Hond
neet en ving aan met een stevige, vol
gehouden massage. „Braaf beest!"
riep Koelewijn voortdurend, „hij
heeft ook n beetje feest vandaag!
Braaf beest!" Er is niets, waar Hond
zo'n onvoorwaardelijke hekel aan
heeft, dan aan 'n dergelijke intieme
en tegelijk zinloze dialoog.
Koelewijn richtte zich weer tot ons
en vertelde in détails hoeveel eieren
hij reeds had gegeten en hoeveel hij
nog dacht te eten, over de voetbal
wedstrijden van tweede Paasdag en
de politiek, over z'n tropische vissen
en z'n schoondochter, over z'n vacan-
tie-plannen voor dit' jaar en z'n
ischias van het vorig jaar. Wij luis
terden. En dachten aan het lekkere
paasdinertje, waar we om drie uur
mee zouden beginnen, maar waar de
even aanwippende Koelewijn ons tot
kwart voor vijf op liet wachten.
Hond deed of hij «sliep. Slechts nu
en dan bewoog z'n sprekende staart,
onverstaanbaar voor Koelewijn, wel
sprekend voor mij. Bij het afscheid
werd Hond weer onstuimig door el
kaar geschud. „Slaap maar door, jon
gen", zei Koelewijn, „haha! zó'n hond
maft maar lekker door alle proble
men en feestdagen heen! Braaf
beest!"
Nadat Hond de paaskluif, zorgvul
dig afgekloven, terzijde had gescho
ven, kwispelde hij nadrukkelijk:
„Merci voor déze hap! Die kluif van
daarnet was niet te verteren...."
Ja. dank U beleefd. Maar als dat al
lemaal zo is, dan moet dat toch voor
iedereen een diepe zorg zijn. Als de
kunst gek is en er niets meer van
deugt, dan is ook de maatschappij gek
en dan deugt er niets van onze samen
leving in zijn geheel! Want kunst is
geen bijkomstigheid of ballast aan de
samenleving van mensen, het maakt er
wezenlijk deel van uit. Kunst is voor de
zinvolheid, de levensvatbaarheid en de
vruchtbaarheid van de menselijke ge
meenschap een conditio sine qua non 1
Zo zo, maar waarom eigenlijk.
Omdat de mensen slechts leven via de
eigenschappen van het Leven, van het
Zijn zelf: dat is door deel te hebben aan
de Waarheid, de Goedheid en de
Schoonheid: daarom leeft de mensen
gemeenschap slechts zinvol bij gratie
van zijn wijzen als Aristpteles en
Thomas van Aquino zijn Heiligen
als Franciscus van Assisi en Benoit
Labre en zijn kunstenaars— als een
Dante, een Giotto cn een Mozart. En
omdat alle leven slechts werkelijk is
zolang het actueel leeft, daarom leeft
ook onze eigen mensengemeenschap van
1954 slechts zinvol bij de gratie van
haar eigentijdse wijsheid. b.aar eigen
tijdse liefde en haar eigentijdse kunst,
en wet in zoverre zij werkelijk deel
daaraan heeft en ieder in die wijsheid,
die liefde en die kunst weet op te
gaan. Zolang één daarvan ontbreekt,
ontbreekt het contact met iets dat eigen
is aan het Leven zelf en gaat ons leven
dus mank, is de gemeenschap verstoord
en blijven wij ergens vastgekluisterd in
onze individualiteit, onvruchtbaar en
onmachtig om met de medemens te
communiceren.
Maar, zegt gij, dc mens communiceert
door élk der Zijnseigenschappcn: reeds
door de Liefde (het contact met de
Goedheid) hebben wij gemeenschap met
elkander. Dus kunnen wij eventueel
het contact met de Schoonheid missen.
Kunt gij dan ook liet contact met de
waarheid missen? Het is toch duidelijk
dat waar een gemeenschap geen con
tact heeft met de schoonheid, er ook
wel iets aan haar Liefde moet manke
ren, want het is juist de Liefde die de
schoonheid ontdekt gelijk zij zelf voort
komt uit kennis van waarheid.
Het is dus noodzakelijk dat er kunst
is, en dat ieder er deel aan heeft. Het
is noodzakelijker dan dat er geld is en
ieder zijn salaris krijgt. Als gij nu vol
houdt dat er geen kunst meer leeft dan
weet gij dus, daarmee toe te geven: het
is bij ons niet in orde, en dat gaat mil
en ieder ander aan. Maar tevens moet
gij dan bedacht zijn op de vraag: hoe
weet gij dat er geen kunst is?
Gaat gij wel eens naar een tentoon
stelling? En als gij er heen gaat, gaat
gij dan om er iets te ontvangen en te
veroveren, gaat gij dan om er leven uit
te puren, of gaat gij er heen om te gin
negappen? Het is n.l. enigszins opge
vallen bij mensen die daarop letten, dat
vrijwel iedere Nederlander die zegt: „de
kunst is gek, er is geen kunst meer",
ongeveer vier namen kent om zijn op
vattingen te illustreren: Rembrandt
(want dat is voor heel de wereld hup
Holland hup!) begreep hij op de school
banken, van Meegeren (want die heeft
de moderne kunst en ieder die er kaas
van eet in zijn hemd gezel' de „Vader en
zoon" (van Oubol of zo iets) want daar
hebben alle kranten zich slap om ge
lachen, en tenslotte Picasso want daar
gaan onze belastingcenten naar toe. En
daarme is het repertoire en heel ae
feitenkennis omtrent de eigentijdse kunst
volledig uitgeput (Ik spreek nu nog niet
eens over beeldhouwers, dichters en
toonkunst, toneel, ballet of architectuur).
Zij die zich werkelijk zorgen maken
over de kunst kunnen u dan ook ver
zekeren dat het meer aan gezonde be
langstelling voor de kunst ontbreekt dan
aan kunst.
Natuurlijk zijn daar velerlei verklarin-
gen voor. In de tijden dat het anders
was, waren de kunstenaars heel wat min
der individualistisch dan vandaag. Zij
wisten van zich zelf nauwelijks dat zij
kunstenaar waren, zij waren vaklieden,
zoals de metselaar en de bakker. Zij
maakten kunst zoals heiligen bidden:
zonder het erbij te denken. Maar het is
ook waar dat zij zich bij het dienen van
de schoonheid niet behoefden te ver
bijzonderen tegenover de anderen, omdat
ook de anderen de schoonheid liefhad
den en kenden, en met heel hun denken
konden méé-denken met de kunstenaars.
Wat zij voortbrachten wordt nu even
min begrepen als de moderne kunst: de
eigenlijke schoonheid ervan ontgaat de
gemiddelde mens van heden even vol
komen. De zaak is veeleer dat de gemid
delde mens van nu met rust gelaten wil
worden: hij vindt slechts mooi wat hij
altijd gekend heeft en wat hem niets
meer zegt; het eist dan ook niets van
hem. Schoonheid eist altijd iets. Zij vraagt
een offer, en wie het haar onthoudt, aan
hem openbaart zij zich niet.
Pas wanneer dat offer door allen ge
bracht wordt, kan de gemeenschap zo
volkomen worden dat kunst en maken
één en hetzelfde is, en dat ieders indivi
dualiteit, ook die van de kunstenaar, op
gaat in het één-zijn van allen. De breuk
kan dus niet door de kunstenaar alleen
hersteld worden: zij moet inderdaad ons
aller zorg zijn.
Ja, maar hoe moet dat nu?
Dat moet zó: men moet beginnen b(j
het begin. Iedere jonge mens die niet te
oud is om te leren, wiens geest nog ge
vormd en verrfjkf kan worden, moet
meer dan hij gewend is tentoonstellin
gen bezoeken het werk onzer schrijvers
en dichters in zich opnemen en luisteren
naar onze musici. Hij moet dat doen naar
de mate waarin het hem mogelijk is, be
reid er offers voor te brengen.
Uw opvoeding op de lagere school,
op de ambachtsschool, d^ H.B.S. en zelfs
het gymnasium, heeft men veelal me
nen af te handelen vrijwel zonder de
kunst. Laat dat straks niet aan uw kin
deren gebeuren!
De katholieke jongeren behoren op
deze wijze bijzonderlijk mee te leven
met het wel en wee van de Christelijke
kunst. Als die bij ons ontbreekt dan moet
ons wel de echte Katholiciteit ontbreken,
want dat is het leven in de meest vol
maakte gemeenschap. Dan vertegen
woordigen wij voorzeker het mysterie
niet, de gemeenschap tussen Hemel en
aarde. En zo ze niet geheel ontbreekt,
maar bijzonder gebrekkig is. dan blijkt
daaruit dat ons leven in de Genade wel
bijzonder gebrekkig moet zijn. Want als
wij werkelijk het Mysterie zijn, die alles
doordeesemende gist in elkander, die
heel onze omgeving doet rijzen en ver
heft, dan is geheel onze wil en die van
onze kunstenaars gericht op een Chris
telijke schoonheid, en dan zal door de
gist die wij zijn. de wil van menig kun
stenaar daar buiten zodanig verheven
worden, dat hij door de Liefde in bezit
genomen wordt en Christelijke kunst
schept al ware hij ook een heiden.
Maar over Christelijke kunst- en over
haar bijzondere toepassing: de sacrale
kunst, hopen wij ons een volgende keer
eens wat duidelijker met elkander te
verstaan.
De ingang van het Grebbe-kcrkhof in de nabijheid waar
van de Grebbe-kerk zal gebouwd worden
Tijdens de vijf jaren van de bezetting bleef Nederland toch altijd
Nederland. Onze taal bleef hetzelfde. De streken, de steden en de dor
pen behielden voor zover ze voor de verwoesting gespaard bleven hun
eigen aard en hun eigen karakter. Nederland bleef hetzelfde land: met
de heel eigen geschiedenis, eigen cultuur, eigen godsdienst; met de
eigen schoonheid. En toch was dit land niet meer ons Nederland. Het
was geen vrij, onafhankelijk land meer. De vijand hield het bezet en
heerste er.
Zo is het'gesteld met de wereld van vandaag. Heel deze aarde is *t
meesterwerk van God, uit Zijn hand voortgekomen: de aarde moest
zijn het Rijk Gods. Maar op deze akker, die wij de aarde noemen en
waar de Heer Zijn goede zaad heeft gezaaid, is de vijand gekomen en
heeft onkruid gezaaid. Lees de bekoringen van Christus na in liet
Evangelie. De Satan bood Hem aan alle koninkrijken van deze wereld.
En dit keer was het geen leugen. Denaarde behoort aan de Satan. Hij
is er de bezettende, vijandige macht.
Maar zoals er tijdens de oorlogsbezetting hoop leefde in de harten
van alle Nederlanders, zo heeft God ons een vurige verwachting
gelaten. De macht van de Satan is maar tijdelijk. Het Rijk Gods zal
overwinnen. Wij bezitten al voorposten en bruggenhoofden die op de
komende victorie wijzen. Hij heeft ons de kerken gegeven. Onze ker
ken zijn, temidden van het bezet gebied, plaatsen waar we vrij zijn.
Zij behoren aan 't Rijk Gods. God woont er als in Zijn eigen Rijk.
Engeland.
„Neem meer actief deel aan het open
bare leven", vroegen de Engelse Bisschop
pen in hun vastenbrieven aan hun gelo
vigen.
„De Kerk ziet altijd vooruit", schrijft
Kardinaal Griffi'1' „zij is nooit voldaan
en zij berust nooit bij hetgeen in het ver
leden reeds bereikt is, Haar Goddelijke
zending'is nooit voltooid
„Iedere engheid van blik of sympathie
is vreemd aan de geest van het echte
Katholicisme...- De katholieken moeten
zich onophoudelijk en werkzaam interes
seren voor de loop der gebeurtenissen en
zich volop bewust zijn van de noden en
problemen van het ogenblik".
De brieven van de andere Bisschoppen
handelden in het algemeen over hetzelfde
onderwerp, zij insisteren ieder op ver
schillende concrete punten, met name op
de schoolkwestie cn de hulpverlening aan
de wezen en ongelukkige kinderen.
De Katholieken in Engeland zijn een na-
Voordat je hersens verschrompelen,
je handen zijn vereelt,
je tanden vergeeld,
je ogen moe,
ga naar de mensen.
Sta, en zeg je eerlijk verlangen,
niets van hen te willen ontvangen,
floch slechts te geven.
Sla dan een nieuw firmament,
strooi nieuwe sterren,
en voor ons een nieuwe planeet.
Waag wat geen sterveling heeft gewaagd
iii'i? wat no2 nooit werd uitgezongen:
k breng u de Liefde,
toon,u haar macht
in ""L'Hf-the-lcops, in luchtcapriolen
n llfnen der techniek,
m lijnen, beelden, klanken, woorden,
in bedwelming van muziek
Straks lig je verstijfd,
een schim, bleek op de baar,
en draait de aardbol verder;'
niets heeft er dan nog waarde,
alleen je liefde blijft.
wees een lieve heilige, die niemand kent,
vergeten in het dwaas rumoer
van dit lawaaierig geslacht.
Het zijn de lokkende wimpers niet,
de glimmende nagels, de schaterlach.
O neen,
blijf die je was.
Breng ons 't evangelie van je eenvoud
als geurig fruit in een boodschappentas
als kersenbonbons voor een zieke vriend
als een bloembouquet daar waar men treurt.
De vingers van je ontferming
over elk ding dat lijdt;
in je blik geen trots
maar bevende compassie;
je lichaam zonder leugen
bekroning van Gods scheppingsdaad,
begin van die der mensen.
Ji.i bent de wereld,
jij bent moeder, jij bent vrouw:
bij tirannie, terreur, ontzetting,
zien we op naar jou,
of waarheid nog van schijn
liefde nog van haat
bevalligheid van moordlust
te on.dcrscheidcn zijn.
Dsn jij tevree, dan is de wereld mooi,
zijn jouw gebaren hard en schraal,
dan kwijnt ons ideaal
van nobele offerzin.
Blijf die je was:
het fleurig, frisse meisje
van de vierde, vijfde klas.
Wel vlogen de jaren over je heen,
de wisseling der seizoenen:
blijf als de lente.
Wel zijn er de duizend weeën
van het rusteloze vrouwenhart:
blijf die je bent,
ongeschokt screen,
diep als de diepzee,
wie zal je doorgronden?
Een vrouw draagt haar leed alleen,
dit is haar heilig geheim,
de pracht van haar oude gegroefde voorhoofd.
Het zijn de lokkende wimpers niet,
het zijn de galmende stemmen niet,
het zijn de daverende daden niet,
o neen,
o neen.
tionale propaganda begonnen ter verdie
ping en verdere verspreiding van het ge
loof. Drie millioen Engelse Katholieken
worden nu bij het openvouwen van hun
avondblad verrast door een advertentie
voor Godsdienst en geloofskennis. Deze
vorm van propaganda, ondernomen door
de „Catholic Missionary Society" heeft
zo'n groot succes gehad dat men een cen
trum voor Katholieke inlichtingen heeft
moeten oprichten, van waaruit alle vragen
beantwoord worden. Ook zeer veel niet-
Katholiekcn zoeken langs deze weg contact
met de Godsdienst.
Dit alles is gebeurd in navolging van het
Katholieke inlichtingen-centrum van Co
lumbia- in de Verenigde Staten, waar niet
minder dan 1.500.000 niet-Katholieken om
inlichtingen vroegen over 't Katholicisme,
terwijl in het begin van 1954 meer dan
132.000 personen zich lieten inschrijven
voor een volledige Godsdienst-cursus.
Frankrjjk.
30 Jaar K.A. hebben in de Kerk een
onweerspreekbare verandering gebracht.
Vooreerst wat de levendige belangstel
ling betreft bij vele vooraanstaande Ka
tholieken, en dit niet alleen in haar actie
naar buiten en in de politieke uitlopers
van het Katholicisme, maar ook naar bin
nen in een persoonlijke bekommernis en
een levendig begaan zijn met het lot der
Kerk. Er is een meer zelfstandig en juis
ter ondergeschiktheidsbesef gegroeid te
genover de Hiërarchie en de Priester.
Er is een sterker verantwoordelijk
heidsbesef gegroeid voor de eer en de
goede naam van de Kerk, waarvan zij
bewuster en meer overtuigd lid zijn.
Zij hebben definitief de gevolgen van
het Jansenisme weggevaagd en ook de
aarzelende, slappe en negatieve instelling
tegenover de wereld omgezet in een posi
tieve apostolische houding.
In het licht van de bovennatuurlijke
werkelijkheden hebben zij de menselijke
deugden van oprechtheid, kortdaatheid,
Ptl, S.
loyaliteit en saamhorigheid weer ontdekt
en bevrijd, zij hebben de „genade be
vrijd".
De leken staan als het ware nog in de
adolescentie van hun Katholieke ontwik
keling, zij worden zich van hun kracht
bewust Onder de leiding van de Hiërar
chie zullen zij uitgroeien tot de volwas
sen maat van Christus.
Oostenrijk.
Pater Leppich maakt veel indruk door
zijn predicaties: „op een andere golf
lengte", zoals hij zelf zegt.
Deze nieuwe golflengte is voor Pater
Leppich die waarop de eisen van het ge
loof samen te horen zijn met de eisen van
de sociale rechtvaardigheid. Hij is eerlijk
en zelfs fel in zijn spreken tegen middel
matige Christenen: „Misschien bent u het,
voldane christen, die er verantwoordelijk
voor bent, dat anderen niet meer bidden"
Duitsland.
Opleving van het Katholicisme in Ber
lijn. Ondanks de zware slagen die het
Diocees Berlijn te verduren heeft gehad
is er nu toch een opleving merkbaar.
Berlijn heeft 425.000 katholieken; dat is
11 procent van alle inwoners van Berlijn.
Er is echter gemiddeld slechts één pries
ter voor 3000 gelovigen. De oorzaak hier
van ligt. vooral in het feit dat het Theo-
logicum en enkele andere instituten voor
de opleiding der clerus in de Sovjet-zone
liggen. Carl Sonnenschein, Bernard,Lich
tenberg en Erich Klausener, beide' laat-
sten slachtoffers van het Nazisme, zijn le
ken die zeer veel gedaan hebben voor het
behoud en de groei van de Kerk in Ber
lijn. Op het ogenblik is het godsdienstig
leven er zeer intens. Het feit dat ze in de
minderheid zijn en ook de politieke si-
■lilatie geven de Berlijnse katholieken een
zeer realistisch verantwoordelijkheids
besef.
Pater Craeynest, lid van de Missie
propaganda der Witte Paters, heeft na
zijn terugkeer uit het zwarte Afrika een
verslag geschreven voor de pers. Hij be
handelt hierin vooral het groeiende ras
sen-vraagstuk.
Wie ook maar zeer kort in de Congo
verblijft, moet noodzakelijk getroffen wor
den door het probleem van de verhouding
tussen blanken en zwarten. De toestand
van de zwarten lijkt wel iets op die van de
Joden onder het Nat. Socialisme in Duits
land.
Pater Craeynest haalt hiervoor enkele
zeer sterke voorbeelden aan. Het is b.v.
aan inboorlingen verboden hotels of res
taurants binnen te gaan die gereserveerd
zijn voor blanken.
Het is aan de inboorlingen verboden om
eerste klas te reizen in de trein of op de
boot of om een cinema te bezoeken.
„Ik heb het zelf meegemaakt', schrijft
Pater Craeynest, „dat inlanders niet aan
wezig mochten zijn bij een eenvoudige
wielerwedstrijd voor blanken!"
Terwijl de zwarten in lange rijen staan
te wachten voor het Postkantoor God
weet hoe lang nog! moeten zij en bloc-
Prof. dr Ch.
P. Hupman van
Je universiteit
van Lügensö te
Zweden heeft 'n
instrument uit
gevonden, waar
mee men op
vergaderingen het ge
luid van de spreker voor
zichzelf volkomen kan
uitschakelen. „Het ver
enigingsleven in Zwe
den en over heel de we
reld zal er aanzienlijk
door bevorderd wor
den", meent prof. Hup
man.
Er wordt een nieuwe
langspeelplaat gemaakt,
waarop het Nonnenkoor
van Casanova zal wor
den gecombineerd met
een trompet-solo van
Harry James en een toe
spraak van Johan Lü-
ger. Deze plaat zal op
vouwbaar worden ge
maakt en geperforeerd,
zodat men er gewenste
stukken uit kan halen.
De Communistische
Partij Nederland heeft
in een vergadering van
het dagelijks bestuur
besloten bij de volgende
verkiezingen propagan
da te voeren onder het
motto: „Een heitje tegen
Romme".
De commissaris van
politie te Siebeveen ver
zoekt opsporing en
voorgeleiding van zijn
18-jarige zoon, Dirk
Kostemeyer, die sinds
drie dagen spoorloos is.
De jongeman gaat waar
schijnlijk gekleed in het
officiële feest-
uniform van
rijn vader. Men
late zich hier
door niet mis
leiden.
Er is 'n nieuw
blad samenge
steld voor hen die
nauwkeurig en gere
geld op de hoogte
wensen te worden ge
steld van de weersom
standigheden in Neder
land. Het blad zal een
maal per uur verschij
nen.
In Amerika heeft een
tuinman een stof ont
dekt, waarmee alle le
vende wezens binnen
tien tellen kunnen wor
den opgeblazen. Voorlo
pig zal hij deze stof
slechts toepassen op
oorwurmen, slakken en
Mac Carthy.
KARAKTEROLOOG
plaats maken voor een blanke die een
postzegel komt kopen.
Zij mogen na een bepaald uur niet
meer In de blankenwijken komen. Zelfs in
de kerken nemen zij nog plaatsen in ge
scheiden van die der blanken.
Zij kunnen geen eigenaar worden zelfs
niet van het kleinste stukje grond! En zo
gaat deze betreurenswaardige lijst nog
door!
Het klinkt als een aanklacht voor het
openbaar ministerie!
Men zegt dat al deze situaties moeilijk
veranderd kunnen worden omdat velen op
de tekst van de wet steunen!
Het merendeel der blanken beschouwt de
zwarten als een minder soort mensen. Als
dit al opgaat van hen die nog in de bossen
wonen, zeker gaat het niet op van degenen
die in de grote steden wonen.
Het is hong tijd om hierin verandering
te brengen.
Tot nu toe is het nog wel niet tot een
gemeenschappelijke bewustwording ge
komen onder de zwarten of tot een be
weging van wraak en verzet, maar dit kan
spoedig komen, vooral ook onder invloed
van de gehele wereldsituatie.
De zwarten worden zich steeds meer be
wust van hun menselijke waardigheid en
van hun rechten en capaciteiten. Ook
komen er reeds sociale bewegingen naar
voren vanuit verschillende klassen.
Wij vergeten maar al te dikwijls, dat de
blanken zelf de ambitie en ook de ontevre
denheid van de zwarten gaande maken
door hun persoonlijke levenswijze. Dit is
trouwens de normale gang van ontwik
keling in de beschavingsgeschiedenis.
Het eindresultaat van de koloniale poli
tiek moet. zijn de zwarten zelfstandig te
laten zijn in hun eigen land.
De katholieken hebben hierin een
ernstige plicht te vervullen. Als de richt
lijnen van Rome er steeds zo scherp op
gericht zijn een eigen zwarte clerus te
vormen in de Missielanden dan moeten
ook de leken in die landen tot zelfstandig
heid gevormd worden. De Staat heeft de
dure plicht hieraan mede te werken.