Scherpe critiek van het Witte
Huis op McCarthy
Ivdoroohg
i Kr*
:haken
mm
m m i
I m m
BBELTCW
taiobo
HET GRABBELTONNETJE
Onze dagelijkse PUZZLE
coors
1
B
1
J
I
7
IÉ
M
fl
B
m
m
H
SS
1
B
i
i
m
B
B
m
m
B
i
80
B
B
a
m
i
1
H
B
L
ffl
ffi
B
r
B
r
VOLGBODJES
-1 mm
DAMMEN
Anti-kerkelijke bedrijvigheid te
Blaricum
DE HEILIGE VAN DE WEEK
Heilige Vader
Bridge-Rubriek
Uitspraak over de omvang van de rechten
der regering
Beschuldiging in
Oostenrijkse bestuurs
raad
a
a
a
Tien-vragen-test
Enkele vraagjes
beantwoord
Vorige vragen
beantwoord
ZATERDAG 29 MEI 1954
PAGINA 6
Tegenstrijdige verklaringen
onder ede
GETUIGEN VAN JEHOVA
IN LIMBURG
Zaalhouder kreeg ongelijk
i m m m
m m m
m
m m o
i m m m
a o oo
a o d D
a a a -
o
m m d
m m
V I
V
/•e
a
u
u
4
s
DALAI LAMA GAAT MODELN
WONEN
COMMUNISTISCH GEVAAR
OP MALAKKA BEDWONGExN?
CORRESPON DENT1 E-ADRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
De Amerikaanse minister van justitie,
Brownell, heeft Vrijdag in een namens
het Witte Huis uitgegeven verklaring, in
scherpe bewoordingen stelling genomen
tegen senator Mc Carthy, die gezegd had,
cat ambtenaren verplicht zijn om het
Congres op de hoogte te brengen van wat
zij mogelijk over communisme, verraad,
corruptie e.d. weten. In zijn scherp ge
stelde verklaring zegt Brownell, dat de
grondwet alleen het uitvoerende orgaan,
nl. de president en zijn regering verant
woordelijk stelt voor de naleving van
wetten en presidentiële voorschriften. Dit
geldt ook voor de wetten betreffende de
Ijpseherming van de veiligheid van het
land. Deze verantwoordelijkheid kan geen
enkele persoon zich wederrechtelijk toe
eigenen, ook niet als deze persoon wel
licht tracht zichzelf boven de wetten van
het land te plaatsen of bevelen vart de
president aan federale ambtenaren tracht
te niet te doen.
De naam van Mc Carthy werd door
Brownell weliswaar niet genoemd, maar
de perschef van het. Witte Huis zei later
onomwonden, dat de verklaring slaat op
de opmerkingen die Mc Carthy Donder
dag, tijdens de vergadering van de com
missie van onderzoek naar zijn geschil
met het leger, heeft gemaakt. Bij die ge
legenheid had de senator niet alleen ver
klaard dat hij de twee millioen federale
ambtenaren er op wilde wijzen, £at het
volgens hem hun plicht was om de com
missie alle inlichtingen over corruptie,
communisme en verraad te geven, doch
perieuren bestaat welke de trouw aan hun
land. te boven kan gaan.
Mc Carthy heeft onmiddellijk gerea
geerd op deze verklaring van het Witte
Huis. Hij zeide, dat hij zou voortgaan in
lichtingen uit regeringsbronnen te ver
zamelen en dat hij zijn zegslieden zou
blijven beschermen, of de president dit
nu wenste of niet. „Ik hoop in de Senaat
te blijven en vele presidenten te zien ko
men en gaan", merkte de senator, overi
gens weinig ter zake op en hij besloot
met de insinuatie: „Slechts zij, die iets
te verbergen hebben, hoeven zich zorgen
te maken over wat de commissie (van
onderzoek) aan het licht brengt.
Door deze verklaringen heeft het
Witte Huis tevens zijn standpunt be
paald in een zeer delicaat en omstreden
constitutioneel probleem, nl. hoever de
controlerende taak van het wetge
vende Amerikaanse Congres en zijn
organen zich uitstrekt ten aanzien van
de werkzaamheden van de uitvoeren
de regering. In zoverre §aa' deze
kwestie ver uit boven het incidentele
geval van Mc Carthy en zijn sub-com
missie.
een enigszins opzienbarend verloop. Mc
Carthy's eerste assistent, Roy Cohn, die
eveneens door het leger beschuldigd
wordt, ontkende nl. onder ede enkéle be
schuldigingen, welke door minister Ste
vens en twee van diens medewerkers
eveneens onder ede waren uitgebracht.
Cohn gaf slechts toe, dat hij vijf of zes
maal met een generaal van het leger de
kwestie van een officiersbenoeming voor
David Schine had besproken. „Ik was van
oordeel dat hij (Schine) recht had op een
officiersbenoeming en ik ben deze mening
nog steeds toegedaan", aldus Cohn. Maar
hij ontkende dat Mc Carthy om een der'
gelijke benoeming had gevraagd. En ook
verklaarde hij nooit gezegd te hebben
dat „hij het leger de oorlog verklaarde'
en dat hij vrije toegang had tot de dos
siers van het federale bureau van re
cherche, de F.B.I., zoals door ministers
Stevens en diens medewerkers is be
weerd.
Het nog steeds voortgaande onderzoek
door de subcommissie over het geschil
tussen Mc Carthy en de Amerikaanse le
gerleiding over de door de senator uitge
oefende druk om een voorkeursbehande-
y ling te krijgen voor zijn voormalige mede-
ook dat er daarbij geen trouw jegens su- werker, de soldaat Schine, had Vrijdag
De kantonrechter te Sittard heeft gis
teren uitspraak gedaan in de zaak, aan
hangig gemaakt door de zaalhouder S. uit
Lindenheuvel-Geleen tegen de heer B De
heer S. eiste nietigverklaring van het con
tract, dat hij met de heer B. had gesloten,
waarbij de zaal van S. was verhuurd voor
een congres, dat op 14, 15 en 16 Mei te
Lindenheuvel zou worden gehouden door
de Getuigen van Jehova.
De heer S. eiste deze nietigverklaring op
grond van bedrog of dwaling, daar bij het
verhuurcontract was opgegeven, dat de
zaal gebruikt zou worden voor een chris
telijke bijeenkomst.
De kantonrechter mr flobus, verklaarde
de eis van de heer S. niet ontvankelijk,
daar het hier wel een christelijke bij
eenkomst gold en veroordeelde S. in de
kosten van het geding, zijnde 57.50
De Amerikaanse waarnemende hoge
commissaris in Oostenrijk, Yost, heeft
Vrijdag op een bijecnkoms-t van de geal
lieerde bestuursraad voor Oostenrijk de
Russische hoge commissaris, Iljitsjef, be
schuldigd van het zich aanmatigen van
functies, die aan de raad toebehoren, en
van eenzijdige actie, welke onverenigbaar
is met het geallieerde streven naar her
stel der Oostenrijkse vrijheid.
Aanleiding tot dit op last van minister
Dulles uitgebrachte protest is het feit, dat
de Russische hoge commissaris op 17 Mj'
de Oostenrijkse kanselier Raab en vice-
kanselier Schaerf ontbood, en de Oosten
rijkse regering beschuldigde van het toe
laten van anti-Russische activiteit, neo-
nazisme, militarisme en de „anschluss-
geest".
Yost deelde Vrijdag mede, dat Iljitsjef
op de laatste bijeenkomst van de gealli
eerde bestuursraad dezelfde beschuldigin
gen tegen de Oostenrijkse regering had
geuit, doch dat hij toen weigerde een on
derzoek er naar door het politieke di
rectoraat, een orgaan van de raad voor
dergelijke aangelegenheden, toe te laten.
De Russische hoge commissaris weiger
de gisteren weer eens in te stemmen met
goedkeuring van een Oostenrijkse wet, nl.
die welke inreisvisa voor Denen, Noren,
Zweden, Turken en West-Duitsers afschaft.
De drie Westelijke mogendheden steunen
deze wet, die op 17 Mei jl. van kracht is
geworden, omdat de vier bezetters niet
binnen de vereiste tijd een eenstemmig
veto hebben uitgesproken.
Iljitsjef motiveerde zijn afwijzing met
te zeggen dat afschaffing van deze visa
een toevloed van „militaristisch en revan
chistisch" gezinde personen naar Oosten
rijk tot gevolg zou hebben. De Sovjet
autoriteiten zullen maatregelen tegen per
sonen uit genoemde landen nemen, als zij
in de Russische zóne worden aangetroffen
zonder visum, zo voegde hij hier aan toe
t/mmm
•<a mwek
Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St. Bernardus, Sassenheim.
Zaterdag 29 Mei 1954.
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK.
We komen deze keer slechts met twee
problemen voor de dag. De tweezet is van
een trouwe oplosser, die reeds heel wat
jaren zijn belangstelling voor deze rubriek
toont. Niet alleen door geregelde inzen
dingen van zijn oplossingen, maar daar
naast ook door de vele eerste plaatsingen.
Daar we zoveel mogeliik de lauweren
van landgenoten opnemen, zal de lezer het
billijken, dat we ook een eigen onderschei
ding, al is het slechts een eerv. verm.,
opnemen.
W H. HARING, SCHIPLUIDEN.
Eerste plaatsing. Mat in 2 zetten.
No. 7142.
8. a2a4
9. Rg5d2
10. g2—g4!
11. h2h4
12. h4—h5!
13. g4g5!
Er dreigde 14. h6.
14. Re2g4
Berouwvolle terugkeer. In het volgende
deel van deze mooie partij weet Aver-
bach op keurige wijze zijn stellingsvoor
deel af te wikkelen.
Dd8a5
e-7e5
Pf6—e8
f7—f5
f5—f4
T f8—f7
Da5d8
25. e5 met winnende
Kg8—f7
Pd7—f8
Ta8b8
Dc8—c7
P f8d7
Pd7—f8
K f7—f8:
Tg7—g8
Re7d8
K f8—g7
Opgegeven.
(Uit Schach-echo).
No.
2007. 29 Mei 1954.
Redacteur G. J. A. VAN DAM.
Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. post
zegel voor antwoord bijvoegen.
INSTRUCTIEVE EINDSPELEN.
De oud-wereldkampioen B. Springer,
zendt ons, speciaal voor de lezers van deze
rubriek, twee leerzame eindspelletjes uit
de practijk.
No. 2878.
F. GORDIJN.
No. 2879.
UIT DE PARTIJ.
B. SPRINGER.
Stand: Zw. 1, 6,
22 D 15; Wit 8. 26,
40. Zwart aan zet.
Stand: Zw. 15. D
49; Wit 6. 7, 11, 45.
Zw; aan zet.
VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD.
No. 2880.
J. P. LAROSE.
Montréal (Canada).
No. 2881.
J. P LAROSE.
Montréal (Canada).
P. A. KOETSHEID.
2e Eerv. Vermelding, Springaren 1953.
Mat in 3 zetten.
No. 7143.
15. Rg4c8: 21. Th4—h8f
16. Pgl—f3 22. Dhlh6
17. Kei—e2 23. Tal—hl
18. Thlh4 Beter Dc7!
19. h5—g6:. 24. Rd2—f4:!
20. Ddl—hl
Of 24ef4
aanval.
25. Dh6h2!
26. Dh2—h3
27. Th8—f8:t!
28. Dh3e6
29. P f3—h4
30. Ph4g6:t
31. Pg6e5:!
Dd8—c8:
Rg7—f8
T f7—g7
Pb8d7
h7g6:
R f8—e7
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 7133. J. K. Blom. Opl. 1. Pe4—c5
dreiging 2. Pc5—d7tf. Na 1. Ke7 is 1
Rc4: afdoende.
No. 7134. S. Björklund. Opl. 1. g6—g7
dreiging 2. Db6h6:f enz. 7Tc6,
2. Pf4, Tc3, 3. Dd4:t. 1Rc6, 2. Pb2,
Re4, 3. Dd4:tt. Zowel 1. Pb2 als 1. Pel pa
reert zwart door 1Tc3.
No. 7135. P. Overkamp. Opl. 1. Kh2—g3
dreiging 2. Dfl-f4:t Kd5,- 3. Df4—e5ff. 1.
Pd5, 2. bc4:, Pe5, 3. Df4ff, 1
Te6, 2. Df4:f, Kd5. 3. Dd4:ff.
Deze drie problemen werden goed opge
lost door A. van Asten te Asten; ir A.
Bergstein, Geleen; F. J. Fokkelman, Hen
gelo; Paul Raschdorf, Hannover; P. Schols,
Geleen; J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d.
Weide, Rotterdam.
No. 7134, no. 7135 door F. Pils, Maas-
bracht.
No. 7133, no. 7135 door M. v. d. Burgt,
Utrecht.
No. 7133 door Th. B. M. Arends, Venlo;
mr dr R. Bromberg, Roermond; F Dek- werd door dit eindspelletje herinnerd aan
ker, Rotterdam; H. Th. v. Goor, Voorburg; i de eindstand van een partij, welke hij zelf
W. H. Haring, Schipluiden; B. Kouwen-
hoven, Rotterdam; C. Ob den Camp,
SU
Zw.
D 14;
8-10,
29,
Wit 32,
40-42. 44, 48.
Wit sp. en wint.
No. 2882.
J. "'-SER Jr.
Ade'"Jo 'ralië
Stand: Zw. 7-9,
18 19 24, 30. D 13,
D V"' 17 25, 27,
31, 33, 34, 38, 39, 41,
43, 48. 49. Wit
sp. en wint.
No. 2883.
L. W SCHOLTES.
Den Haag.
m x
j ij fj m i
M tt B 'h
j m 9 i
'Q m m
o
No. 2878 kwam voor in een vrij partijtje
Op dit moment speelde zwart 1. 15—29.
(met het oog op de volgende mogelnkheid:
2. 40—35, 22—28, 3. 8—2, 28—33, 4. 26—21,
33—39, 5. 21—17, 29-20. 6. 17~12' 39-44
en nu is het eindspel gewonnen). Veld 44
is het enige om het zwarte stuk aan een
tegenaanval van de witte dam te onJy~
trekken als in de voormelde variant na 7.
2—13, zwart 20—3 laat volgen. Gedwongen
is dus 7. 216, waarna echter volgt 44—49
met winst door de dreiging 20—38 enz.
Dit alles is ragfijn en men moet bewon
dering hebben voor de diepe berekening,
welke uit zwart's inleidende zet spreekt.
Aardig was echter het strategisch verweer
van wit met 2. 8-2!!, 29X45. 3 26—21,
22—28 4. 21—17. Een geestige sluiptocht.
45—50 5. 2-16 (op 5. 17-12, 1-7 enz. wint).
5. zw.'28-33, 6. 17-12, 33-39, 7. 16-49 en
het spel werd remise
De heer Winia van de Haagse Damver.
DIO, die bij dit partijtje toeschouwer was,
Stand: Zw. 2, 10,
12. 17, 18, 23, 26, 28;
Wit 20. 21, 27. 29,
34, 35, 39. Wit sp.
en wint.
Stand: Zw 4,
11. 15, 17, 20 31
35, 36, 40. Wit 18
22, 23, 24, 28, 32,
45, 47, Wit sp.
wint.
10,
34,
19,
43,
in
De oplossingen van deze vraagstukken
worden gaarne vóór 10 Juni a.s. tegemoet
gezien aan het boven deze rubriek ver
melde adres.
In de volgende rubriek worden de op
lossingen gepubliceerd van de vraagstuk
ken uit vorige rubrieken, alsmede vragen
van lezers behandeld.
Wie had ooit kunnen dromen, dat het Gooise dorp Blaricum, met
zijn oude boerderijen en rustige bewoners, nog eens de ogen van heel
Nederland op zich gevestigd zou zien door een anti-kerkelijke
bedrijvigheid van ontstellende omvang?
Wanneer we Laren verlaten een
volledige scheiding tussen dit schil
dersdorp en Blaricum kwam in 1795
tot stand en de straatweg volgen,
bereiken we, aan onze linkerhand,
een prachtige, Gothische kerk, die
de moeite van 't bezichtigen meer
dan waard is. Het is, duidelijk, geen
protestantse kerkbouw, maar katho
lieke. De katholieken moesten het ge
bouw evenals dat te Laren
eeuwen geleden aan de protestanten
overdragen.
„Deze kerk staat open voor ieder,
die de stilte en wijding van het
bedehuis zoekt" staat aangekon
digd.
Wij treden binnen. Wij bewonderen
een zeer artistiek en stemmig, de
voot interieur. Alles eiken! Een door
dringende, benauwde lucht hangt in
het gebouw, die ons de ademhaling
min of meer bemoeilijkt. Op meubels
en onderdelen ligt als een witte as.
Overal glinsteren kristalletjes.
Geur en witte as en kristalletjes zijn
als op het slagveld achtergebleven
wapens. Want in dit kerkgebouw heeft
de strijd gewoed tussen bedreigers en
behouders van het bedehuis!
Men verwijst ons naar de koster, de
heer H. Tammerijn. Aan een rustige
wei» staat zijn landhuis althans, het
huis met het ons verstrekte nummer.
Maar hier woont natuurlijk geen
Hervormde koster? Want, le, plegen
deze nobele functionarissen niet in
landhuizen te wonen en 2e zullen zij
nimmer: „Agge mar leut het" boven
,hun deur zetten!
Zo bellen we dus aan en vragen,
waar de koster dan wel woont? „Hier
natuurlijk!" bevestigt mevrouw.
Helemaal geen „kosteres". Blijkt, bij
nadere, aangename kennismaking, een
wereld-reizigster. Schenkt thee in,
verrijkt met de kostelijke „spécialité
de la maison": eigengebakken cake.
De heer Tammerijn wordt geroepen.
Geen custos! Eerder een kapitein van
de Grote Vaart!
„Er is een aanslag op Uw kerkge
bouw gepleegd, mijnheer?" vragen
we.
„Een ondergrondse nog wel! Midden
door het gebouw loopt een zware
balk. Daar staan woorden op uit de
93e Psalm, de berijmde, wel te ver
staan: ,De Heer regeert". Links: „10
Mei 1940". Rechts: „6 Mei 1945". Deze
woorden vormden de tekst tot de be-
vrijdingspreek van onze dominee, 6
Mei 1945! Herhaaldelijk vond ik onder
die balk, op het podium, vóór de
preekstoel, een geelachtig poeier! Ik
waarschuwde onze kerkeraad. De
heren haalden er een deskundige bij,
uit Leiden. Wat bleek? De balk was
aangetast door boktorren dat zijn
kevers met van die lange sprieten.
Komen niet zo heel veel in Nederland
voor.
Een nader onderzoek volgde. De bal
ken van het dak bleken eveneens
aangetast. Er liepen gangen door als
lange breinaalden. Het hout verpul
verde hier en daar zoals droge turf
verpulvert. Alles veroorzaakt door
boktorren! Om precies te zijn: door
huis-boktorren".
„Maar die torren kunnen toch het
zware eikenhout niet aanvreten?"
„De torren niet. Die vliegen rond,
voorals 's avonds. Maar hun larven
wel. Het wijfje legt, juist in deze
maanden, met haar lange legboor 'n
200 tot 400 eieren in spleten van bal
ken. daksparren, palen, enz. Na 'n dag
of tien komen uit dit legsel larven te
voorschijn en die beginnen dan met
hun werk. Gangen graven, die hier en
daar een halve centimeter breed blij
ken te zijn. Maar laten we liever eens
in de kerk zelf gaan kijken!" stelde
de heer Tammerijn ons voor.
Wij hadden zoveel vriendelijkheid
van iemand, op wiens Zondagmiddag
wij inbreuk maakten, zeker niet ver
wacht. Maar zij werd zo gul en be
reidvaardig geboden, dat wij haar niet
durfden afslaan. En zo fietsten we dan
weer naar de kerk toe.
„Een Leidse firma" vertelde onze
gastvrije gids „heeft de strijd Don
derdagmiddag 20 Mei aangebonden.
Wij ik hielp ook mee! sloten het
kerkgebouw potdicht. Deden gasmas
kers voor. En begonnen toen het ver
delgingsmiddel, het chemische prepa
raat: „Pyrodée" te verstuiven. Alles
kreeg een beurt, tot in onderdelen
toe. De balk boven het podium. De
preekstoel. Het klankbord. Alles! Wij
ontwikkelden een rook als een heide
brand! Achttien uur bleef de kerk
dicht. Vrijdagmorgen begonnen we de
boel te ontluchten!"
„En daar lagen de gesneuvelde kerk-
bestormers?"
„Neen! We vonden slechts enkele
torren. Het ging dan ook om de lar
ven. En die zullen er haar bekomst
van gekregen hebben. Ik heb maar
één boktor gevonden. En die had de
veldtocht nauwelijks overleefd! Over
drie maanden wordt er weer slag ge
leverd. Tegen wat er dan misschien
nog over is? De Gemeente laat óók de
toren behandelen; die is niet van ons.
Maar daar is het evenmin pluis!"
Wij klimmen naar de hanebalken
van de dakstoel. Onze begeleider gaat
vóór, met een looplamp. „Kijk", wijst
hij. „Kijk" Verschillende zware bal
ken vertonen lange „ritten" van weg
gevreten, ziekelijk hout. Op kinder
lijke wijze heeft men er, hier en daar,
zijbalkjes langs gespijkerd! Alsof die
het bederf konden stuiten.
De eerste drie weken blijft alles zo
als het thans is. Een bizondere was-
soort dient voor de „na-zorg". En dan
wordt er weer geïnspecteerd.
De heer Tammerijn verzoekt ons er
op te wijzen, dat ook andere gebou
wen mogelijk inspectie behoeven.
Want boktorren zijn bedrijvige die
ren, die zich vlug verplaatsen. „Voor
komen is beter dan genezen" zegt
hij. „En bovendiengoedkoper. De
uiterste oplettendheid blijft geboden!
De eerbied voor hetgeen ons voorge
slacht ons als erfstuk naliet, vergt dit
trouwens eveneens".
Onze welwillende en vriendelijke
gids laat ons uit door een zijdeur. Het
Christus-monogram prijkt erboven. En
ter weerszijden, de beide letters uit
het Griekse alfabet, eeuwen geleden
neegeschreven in het laatste hoofdstuk
van het Boek-der-Openbaring: „Ik ben
de Alpha en de Omega, het begin en
het einde, de eerste en de laatste...."
„Heilige Vader!"
Zo noemen we de Paus. En
wij schrijven dit aan de voor
avond van de heilig-verklaring
van een Paus, Paus Pius X.
Tijdens zijn leven sprak men
hem aan als „Heilige Vader".
Wat men bedoelde, was een hei
ligheid in oneigenlijke zin.
Hoewel men toen al getroffen
werd door zijn uitdrukking van
inwendige heiligheid.
Thans komt vast te staan, dat
Pius X niet slechts „heilig" was
bij-wijze-van-spreken zoals
iemand, bij-wijze-van-spreken
„edel-achtbaar" wordt genoemd.
Maar dat hij heilig was in eigen
lijke zin. Dat er iets van Gods'
heiligheid in hem glansde. Dat
hij deel had aan de heiligheid
van Hem, Wiens Plaats hij op
aarde bekleedde. H. Paus
Pius X, bid voor ons.
„Heilige Vader."
Wij zeggen het ook tot onze
regerende Paus, Pius XII. Hei
lig omdat hij zijn gezag van
God-Zelf ontving. Omdat men
sen hem dit gezag niet schon
ken. Omdat in hem, als in zijn
opvolger, Sint Petrus voortleeft.
Omdat hij in een wereld, die
trilt in haar voegen, als een
Vader zijn kinderen wijst op
hun plicht tot wederzijdse liefde
en rechtvaardigheid.
Meer dan tweehonderdzestig
Pausen staan in de Romeinse
S. Paulus-buiten-de-Muren af
gebeeld ten teken, dat Sint Pe
trus nimmermeer sterft. Daar
waren enkele figuren onder, die
geen onberispelijk leven leid
den. Zeer veel anderen, verre
weg: de meesten, verhieven zich
boven menselijke zwakheid, die
zelfs de eerste Paus ontsierde.
Maar allen, zonder uitzondering,
waren Christus' Stedehouder,
wiens wezens-trekken getekend
staan in het Evangelie! „Heilige
Vader."
„Donderdag" is zo genoemd naar
een oude god van de Germanen, Do-
nar.
Op zekere dag bracht deze Donar
een bezoek aan een sterke visser, Hy-
mir.
„Wat ga je vandaag doen, Hymir?"
vroeg de god.
„Vissen!" zei Hymir.
PARTIJ NO. 1250.
Gespeeld in de landenwedstrijd
ArgentiniëSovjet-Unie.
Koning-Indisch.
ZwartPanno.
Pg8—f6
g7-g6
R f8—g7
d7d6
0—0
c7c5
a7a6
Maastricht.
CORRESPONDENTIE.
P. te R. De schaakregels schijnen u
niet volkomen bekend. De E. p. slag is het
en passant nemen, dat kan voorkomen als
de pion van de oorspronkelijke plaats een
dubbele schrede doet en daarbij over het
veld stapt, dat door een pion van de te
genpartij bestreken wordt. Dit komt nu
voor in no. 7132, U speelt hier 1. d2 d4.
overschrijdt het veld d3, dat ooor de zw.
pion e4 beheerst wordt. Deze mag nu
slaan; U krijgt dan ed". gedekt door Rhi
waardoor Tdl niet ongestraft hernomen
kan worden. Deze e.p. slag moet onmid
dellijk geschieden, dus daarna niet meen
WitAverbach.
1. d2d4
2. c2—c4
3 Pblc3
4. e2—e4
5 Rfl—e2
6. Rel— g5
7. d4d5
Deze zet, in aansluiting met 8. Da5,
had beter vervangen kunnen worden door
de manoeuvre Pb8a6c7.
neem
betimmeringen
verbouwingen
moderne stands
odern
winkelinterieur
ROTTERDAM
T.EL 34971
S/OORHAVEN 101
indertijd wist te winnen. Diagram 2879.
Zwart was aan zet en het spel ging als
volgt
1 zwart 49—35 2. 7—1 (op 7-2 volgt
15—20 2—7, 35—2 enz. met remise). Op
6—1 eveneens 35—2 met remise. Zwart
speelde na wit's tweede zet 35—2 waar
na volgde 3. 17, 1520, 4. 6 1, 20--24,
5. 1—6! (Nu is 24—29 belet door 7--34,
2X 16 6—11 enz.) Dus 24—30, 6. 45 -40
gedw., 2—24. A. 7 7-2 en plotseling staat
zwart verloren In de partij ging het ver
der met 30—35 B. 8, 2X30 35X44 9 30*39.
44X33, 10. 11—7, 33—38, 11. 6—33, 38x29,
12. 7—1 en wint.
Op zw. B. 7. 24—29 zou zijn gevolgd 8.
2X35 29X45, 9. 6—1 45—50. 10. 11—6 50—28,
11 35—44 28X50, 12. 1—12 en wint.
Ook zw. A. 6. 30—35 helpt niet wegens
7. 40—34 2—19. 8. 7—2 19 23 (ook 8. 19-14
of 32 is kansloos). 9. 6—1 2 '45. 10. 11—6
en weer is het klassieke „tric-trac -net
ontstaan.
Deze fragmenten uit het practische spel
bewijzen wel hoe mooi het eindspel in het
dammen is, mits men het sterkste spel
weet te vinden
j
f I
6
9
A>
lb
/M
/6
A
Jv
ft
30
A
Jt
ji
J//
Js
Ji
JS
<7/
VJ
</v
Vi
#9
So
Si
Jy
34
ft
6c
6/
6j
tv
-
/v
1"
99
At
„Mag ik met je mee?"
„Ga je gang, als je zelf maar voor
het aas zorgt."
„Best" antwoordde Donar. Slacht
te een stier uit de kudde van Hymir.
En nam de kop mee in de boot. Samen
roeiden Donar en Hymir nu naar de
visgronden.
„Trek je riemen maar in, we zijn
er" zei de visser, toen ze een tijd
op zee waren.
„Nee, ik wil nog verder" sprak
Donar.
„Dan kom je in de buurt van de
grote Midgard-slang, die op de bodem
van de zee ligt."
„Laat ze maar gerust opkomen, ik
ben helemaal niet bang" spotte
Donar. Wierp de haak met de stieren
kop uit en... kreeg dadelijk beet. Mid-
gard zat aan de haak! Zo geweldig
trok Donar het monster omhoog, dat
hij haast met zijn voeten door de vloer
van de schuit heenzakte.
Daar kwam de slang boven water.
De god werd voor de eerste keer in
zijn lange leven dodelijk bleek. Ook
Hymir wist niet waar hij blijven zou
van schrik. Greep zijn mes. En sneed
het hengelsnoer stuk: de slang plofte
naar de diepte van de zee terug. Jam
mer!
Donar was woedend op Hymir.
Greep zijn hamer Mjulnir, die na
iedere gooi weer vanzelf terugkwam.
En smeet die naar het hoofd van de
visser. De arme man sprong gauw in
zee en zwom naar de oever. Do
nar kwam, al wadende, aan land
terug.
slecbte v.1.^,1, b«1I
een minder goede speler
heeft ons geleerd, dat bï. B 9 6
onder bepaalde omstandigheden voor een
openingsbod als „biedbare kleur be
schouwd mag worden. Let wel, voor een
openingsbod Spelers, die de klok
hebben horen lutden denken nu dat der
gelijke kleuren in allerlei andere "i™51»"1:
digheden óók biedbaar zijn. Zo kan het
gebeuren, dat men iemand, na een
openingsbod van 1 der tegenpartij rus
tig 1 ziet bieden met V 8 6 3 of 2 O
op A B 5 2. Men denkt daarbij dan te
steunen op de theorie van de „biedbare
kleur" en men is zeer verbaasd a's men
hoort, dat experts dergelijke biedingen
ontstellend achten.
De practijk van het spel heeft geleerd,
cat volgbiedingen op dubieuze kleuren
géén zuden aan de dijk zetten Moet de
partner met een dergelijke dubieuze k eur
rekening houden, dan is 't hem onmogelijk
om redelijk bij te bieden of om bij het
tegenspelen de juiste actie te ondernemen
Dubieuze volgbiedingen staan dus serieus
tegenbieden en tegenspelen in de weg. de
partnercombinatie komt in de lucht te
hangen en zal vele malen met een zéér
harde klap op de grond terecht komen
dë'haren te berge deed rijzen. De debacle
die er door ontstond, is de moeite van het
vertellen waard:
A B 9 3
B 10 6 2
O 9 4
V 9 3
v io 5
V> H 4
O V 7 3
•f. H 9 7 5
H 7 2
p V 9 5 3
O H 10 2
4» 10 8 6
#864
O A 8 7
o A B 8 6 5
A B
Zuid gever, allen kwetsbaar
Zuid opende met 1 een normaal ge
zond openingsbod.
West deed nu alle bridgetheorie geweld
aan en lanceerde het onvergefelijke bod
van 2 4* Om talrijke redenen deugt dat
bod niet. Ten eerste is de troefkleur veel
ie zwak waardoor er te veel troefslagen
verloren dreigen te gaan als Oost geen
zeer sterke 4*-steun meebrengt. Ten twee
de is het aantal honneurtrekken_te gering
In een wedstrijd, waarin hoofd- en eer- om iets te bieden op 2-hoogte. Ten derde
heeft West defensief een aardig spel,
waarmede hij 2 a 3 slagen za kunnen ma
ken tégen ieder bod van NZ: heeft West
dus een weinig kracht, dan kunnen NZ
nimmer een manche maken. Ten vierde
deugt het bod niet, omdat als Noord het
spel ergens in zou gaan spelen, een 4» uit
komst door Oost helemaal geen voordelen
behoeft te geven en Oost misschien af
houdt van een veel betere uitkomst. Ten
vijfde waarschuwt het, zonder enig voor
deel, de tegenstanders waar of de ontbre
kende plaatjes zich bevinden; zou Oost
dus vrijwel niets hebben en zouden NZ
een hoog contract gaan spelen, dan weten
zij precies waar de ontbrekende kaarten
geplaatst moeten worden. Ten zesde be
schikt West over niet meer dan ongeveer
3 5 4 speelslagen, zodat een verhes van
500 1800 punten in de lucht hangt.
Gelukkig voor West, Geschikte Noord
met over een goede strafdouble maar daar
Noord geen beter voor de hand liggend
bod kon doen, paste Noord, evenals Oost
en Zuid.
West mocht dus zijn «p-contract gaan
spelen. 9 was de uitkomst, die West
foutief naar de vrouw het lopen.
Zuid signaleerde de O 8. West speelde
4« 4 na, Zuid 4» Boer. Nu kwam West
de 10 Noord de boer, Oost de heer. Weer
4* genomen door Zuid. Hierna maakten
NZ 2 -slagen, vervolgens nog 2 «^-sla
gen, aas en tot slot werd weer ge-
cjieeld, waardoor Noord de 4» Vrouw nog
kreeg. Het „volgbodje" had OW dus de
luttele som van 300 punten gekost - met
een risico van 800. En dat alles om NZ
epn contract van 1 SA of 2 ne~
men....
horizontaal: 1 zeedier, 3 kloosterzuster, ma
5 plotseling, 10 meisjesnaam, 12 aanzien
13 vierhandig zoogdier, 14 pers. vnw„ 15
meer in Amerika, 18 militaire opleidings
school, 19 soort voedsel, 21 deel v. h. oor,
23 wondje, 25 verdriet, 26 bloem, 28 primi
tief vaartuig, 30 elasticiteit, 32 jongens
naam, 34 toespraak, 36 vorm van krijgen.
39 gang, 41 reus, 43 kledingstuk, 45 breek
bare, 47 zonder inhoud, 49 vriendin, 41
voorzetsel, 54 doelpunt, 56 godheid, 58
jongensnaam, 60 truc, 62 bestuurder, 63
meisjesnaam, 66 deel v. e. kachel, 68
Eng. bier, 69 pl. in Brabant. 70 keurig, 71
meisjesnaam, 73 zangnoot, 75 vermoeid,
77 telwoord. 78 Europeaan. 80 vogel, 81
noodsein, 82 nauw
Verticaal: 1 deel v. h. lichaam, 2 pers
vnw., 3 dwaas, 4 ontkenning, 5 zout water,
6 pl. in Overijssel, 7 kindergroet, 8 te
berde brengen, 9 vruchtennat, 11 fiets,
15 bijb. naam. 17 zijrivier v. d. Donau, 23
groet 22 vogel, 24 zwijn. 26 drinkgerei,
27 bindmiddel, 29 regel, 31 etenbereider
33 hetzelfde, 35 Europeaan, 37 meisjes
naam, 38 dus (Lat.), 40 gast, 42 vlaktemaat,
44 eiland in de Ind. archipel, 46 kleur, 47
pret, 48 ik zucht, 50 beetje, 52 part, 53
bedorven 55 gedeelte van een gedrukt
stuk, 57 pl. in Afrika, 59 pl. in Duitsland.
61 bosgod, 63 dun weefsel, 64 meisjesnaam,
67 wapen. 69 bid (Lat.), 72 aanslibbing, 74
waterplant, 76 geogr. aanduiding, 79 voor
zetsel.
Oplossing van gisteren
Horizontaal: 1 t.a., 3 aks, 6 ik, 8 o.k..
9 stoom, 10 da, 11 kom, 13 ems, 14 los,
15 es, 17 l.o., 18 optima forma, 23 Po, '14
eb, 25 onoplosbaar, 30 le, 31 ed, 32 dom.
34 Eva, 36 eng, 38 e.o., 39 apart. 40 o.e
41 rim., 42 ere. 43 n.n.
5 sos, 6 ido, 7 kassa,
12 met, 14 lor.
16 sippe, 17 lobbe, 19 pon, 20 mol, 21 fes,
22 mia, 25 onder, 26 olm, 27 oever, 28 ade,
29 regen, 33 oom, 34 Epe, 35 are, 37 non.
i Verticaal: 1 Tokio, 2 ako, 3 ate, 4 kom- 1 te redden",
De geestelijke leider van Tibet, de Dalai
Lama, heeft besloten in het park van
Lhasa de Tibetaanse hoofdstad, een nieuw
paleis te laten bouwen, voorzien van aller
lei modern comfort, zoals electrisch licht
en centrale verwarming.
De Chinese bezettingstroepen in Lhasa
zijn begonnen voor eigen gebruik gebou
wen op te richten in de nabijheid van de
hoofdstad. De communisten moeten dit
werk zelf verrichten, aangezien de nbela-
nen. ondanks de aangeboden gunstige
lonen, niets voor gerégeld werk schijnen
te voelen, aldus meldt A.F.P. uit Lhasa.
„De communistische partij heeft op
M?lakka niet meer dan 4,400 tot 6.000 man
onder de wapenen" aldus verklaarde de
Britse hoge commissaris voor dit gebied,
sir Gerald Templer, niet zonder tevreden
heid te Koeala Loempoer, voor zijn ver
trek naar Groot-Brittannië.
„De communisten hebben zich thans In
het oerwoud teruggetrokken", vervolgde
hij. „Ze hebben te weinig levensmidde*en
en geld en zij ontvangen haast geen
wapens meer uit het buitenland. Zij
j streven er thans nog slechts naar hun huid
1. Een schildering, tekening, waar
mee een handschift verlucht is, noemt
men: een miniatuur. Welke verf
stof speelt door dit woord heen?
2. Een muur bestaat uit verschillen
de lagen van gerangschikte stenen.
Waarop moet de metselaar vooral let
ten bij het plaatsen van de stenen, zal
het geheel zo hecht mogelijk zijn?
3. Bij een muziekstuk staat de vol
gende aanduiding: „M.M. J 120".
Dus: 2 keer M; een kwartnoot; en;
120. Wat betekent dat allemaal?
4. Bij kamertemperatuur zijn alle
metalen vaste stoffen. Met uitzonde
ring van één. Hoe heet dit metaal?
5. Bij een bepaalde dans maakten
Franse dansers „menus pas", „kleine
passen". Hoe heet zo een dans?
6. Iemand die de fout begaat een
valse eed te zweren, maakt zich schul
dig aan: meineed. Moet dit niet zijn:
mijneed?
7. Hier volgen enkele oude namen,
die thans niet altijd gebruikt mogen
worden: 'n Bunder 'n Wisse 'n
Mud 'n Lood 'n Schepel. Kent
U de moderne namen?
8. Achter de Amerikaanse plaats
naam: Boston, staat wel: Mass. Waar
van is dit Mass. een afkorting? Wat
betekent het woord?
9. Hoe noemt men verschillende
variëteiten van kalksteen, die gepolijst
kunnen worden?
10. Vondel heeft het in een van zijn
treurspelen over: „Een laegh en vis-
schers eiland, het welck een klooster
draeght genoemt Mariengaerd". Be
staat dat eiland nog? En hoe zit dat
met dat klooster?
Vraag I. Onlangs las ik iets over
een Ierse dankbestrijder, die „Theo
bald" heette. Wat betekent deze
voornaam?
Antwoord. Dit is geen gekke vraag.
Immers: met namen als „Theodoor"
komen we hier niet verder. „Theo
door" heeft een Griekse inslag: „Ge
schenk van God". „Theobald" wil zo
veel zeggen als: „Prins van het volk"
het Franse Thibaut en het Duitse:
Dietbold.
Vraag II. In een zeer oud meubel
hoorden we: tikken, kloppen! Toen zei
men: dat is een voorteken, dat er
iemand doodgaat. Gelooft U dat?
Antwoord. Ik? Hoe kom je daar
nou bij, Wouter! Het is puur bijge
loof. Die doodskloppertjes zijn zwart
bruine kevertjes in wrak hout, 5 6
m.m. lang. Voorhoofd en voorrand van
het halsschild stoten tegen het hout:
kloppen! Het zijn loktonen voor an
dere kevers. Klop maar eens terug,
voor de aardigheid. Dan geven ze nog
antwoord ook.
Vraag III. Medicus medici; poli
ticus politici; prospectus pros-
pecti?
Antwoord. De twee eerste voor
beelden zijn onberispelijk. De „poli
tici" zijn personen, die zieh met de
„polis", „de staat, stad" bemoeien.
Maar het derde meervoud is., beris
pelijk. Het klinkt wel niet erg vlot,
maar we behoren te schrijven: „pros
pectussen". De oude Romeinen schre
ven ook niet: „prospecti!" Waarom
zouden wij het dan wel doen? „Van
Dale" geeft zowel „catalogi" als „cata
logussen".
1. Het zou nog zo gek niet zijn, als
de fruitteler de imker betaalde voor
het plaatsen der korven in zijn boom
gaard. Bijen immers zorgen voor
kruisbestuiving. Zelfbestuiving levert
minder gunstige resultaten.
2. Het bittervoprntje kent ook
broedzorg. Het wijfje deponeert met
haar legboor de eitjes in de kieuwen
van de zoetwatermossel. Deze „list"
schaadt de mossel niet.
3. De vroomste leden der valken
familie zijn de „biddende" torenval
ken.
4. Gierzwaluw en koekoek verlaten
ons reeds tegen Augustus, als er nog
volop voedsel te vinden is. In volières
waar de vogels goed verzorgd worden,
willen ze toch meedoen aan de „trek".
5. Inderdaad is een vochtige neus
voor koeien, herten, enz. niet zonder
belang. Vochtige slijmvliezen vermo
gen beter te ruiken dan harde, droge.
6. Beren zijn inderdaad zoolgangers,
evenals dassen. Onder telgangers ver
staan we paarden, die in de telgang
lopen: tegelijk rechtervoorbeen en
-achterbeen; daarna linkervoorbeen
en -achterbeen optillen. Hoefdieren
lopen op de toppen der laatste teen
kootjes: topgangers! Teengangers
lopen op de tenen: katten, vogels.
7. De spitsmuis is geen schadelijke
knager, maar een nuttige insecten
eter.
8. Ver-zienden gebruiken bolle, bij
zienden holle glazen.
9. en 10. Een volwassene 6 L.
bloed) beschikt over 30.000.000.000.000
rode bloedlichaampjes; het aantal der
witte is niet zo groot.