Scherpe critiek van het Witte Huis op McCarthy Ivdoroohg i Kr* :haken mm m m i I m m BBELTCW taiobo HET GRABBELTONNETJE Onze dagelijkse PUZZLE coors 1 B 1 J I 7 IÉ M fl B m m H SS 1 B i i m B B m m B i 80 B B a m i 1 H B L ffl ffi B r B r VOLGBODJES -1 mm DAMMEN Anti-kerkelijke bedrijvigheid te Blaricum DE HEILIGE VAN DE WEEK Heilige Vader Bridge-Rubriek Uitspraak over de omvang van de rechten der regering Beschuldiging in Oostenrijkse bestuurs raad a a a Tien-vragen-test Enkele vraagjes beantwoord Vorige vragen beantwoord ZATERDAG 29 MEI 1954 PAGINA 6 Tegenstrijdige verklaringen onder ede GETUIGEN VAN JEHOVA IN LIMBURG Zaalhouder kreeg ongelijk i m m m m m m m m m o i m m m a o oo a o d D a a a - o m m d m m V I V /•e a u u 4 s DALAI LAMA GAAT MODELN WONEN COMMUNISTISCH GEVAAR OP MALAKKA BEDWONGExN? CORRESPON DENT1 E-ADRES POSTBUS 8, HILVERSUM De Amerikaanse minister van justitie, Brownell, heeft Vrijdag in een namens het Witte Huis uitgegeven verklaring, in scherpe bewoordingen stelling genomen tegen senator Mc Carthy, die gezegd had, cat ambtenaren verplicht zijn om het Congres op de hoogte te brengen van wat zij mogelijk over communisme, verraad, corruptie e.d. weten. In zijn scherp ge stelde verklaring zegt Brownell, dat de grondwet alleen het uitvoerende orgaan, nl. de president en zijn regering verant woordelijk stelt voor de naleving van wetten en presidentiële voorschriften. Dit geldt ook voor de wetten betreffende de Ijpseherming van de veiligheid van het land. Deze verantwoordelijkheid kan geen enkele persoon zich wederrechtelijk toe eigenen, ook niet als deze persoon wel licht tracht zichzelf boven de wetten van het land te plaatsen of bevelen vart de president aan federale ambtenaren tracht te niet te doen. De naam van Mc Carthy werd door Brownell weliswaar niet genoemd, maar de perschef van het. Witte Huis zei later onomwonden, dat de verklaring slaat op de opmerkingen die Mc Carthy Donder dag, tijdens de vergadering van de com missie van onderzoek naar zijn geschil met het leger, heeft gemaakt. Bij die ge legenheid had de senator niet alleen ver klaard dat hij de twee millioen federale ambtenaren er op wilde wijzen, £at het volgens hem hun plicht was om de com missie alle inlichtingen over corruptie, communisme en verraad te geven, doch perieuren bestaat welke de trouw aan hun land. te boven kan gaan. Mc Carthy heeft onmiddellijk gerea geerd op deze verklaring van het Witte Huis. Hij zeide, dat hij zou voortgaan in lichtingen uit regeringsbronnen te ver zamelen en dat hij zijn zegslieden zou blijven beschermen, of de president dit nu wenste of niet. „Ik hoop in de Senaat te blijven en vele presidenten te zien ko men en gaan", merkte de senator, overi gens weinig ter zake op en hij besloot met de insinuatie: „Slechts zij, die iets te verbergen hebben, hoeven zich zorgen te maken over wat de commissie (van onderzoek) aan het licht brengt. Door deze verklaringen heeft het Witte Huis tevens zijn standpunt be paald in een zeer delicaat en omstreden constitutioneel probleem, nl. hoever de controlerende taak van het wetge vende Amerikaanse Congres en zijn organen zich uitstrekt ten aanzien van de werkzaamheden van de uitvoeren de regering. In zoverre §aa' deze kwestie ver uit boven het incidentele geval van Mc Carthy en zijn sub-com missie. een enigszins opzienbarend verloop. Mc Carthy's eerste assistent, Roy Cohn, die eveneens door het leger beschuldigd wordt, ontkende nl. onder ede enkéle be schuldigingen, welke door minister Ste vens en twee van diens medewerkers eveneens onder ede waren uitgebracht. Cohn gaf slechts toe, dat hij vijf of zes maal met een generaal van het leger de kwestie van een officiersbenoeming voor David Schine had besproken. „Ik was van oordeel dat hij (Schine) recht had op een officiersbenoeming en ik ben deze mening nog steeds toegedaan", aldus Cohn. Maar hij ontkende dat Mc Carthy om een der' gelijke benoeming had gevraagd. En ook verklaarde hij nooit gezegd te hebben dat „hij het leger de oorlog verklaarde' en dat hij vrije toegang had tot de dos siers van het federale bureau van re cherche, de F.B.I., zoals door ministers Stevens en diens medewerkers is be weerd. Het nog steeds voortgaande onderzoek door de subcommissie over het geschil tussen Mc Carthy en de Amerikaanse le gerleiding over de door de senator uitge oefende druk om een voorkeursbehande- y ling te krijgen voor zijn voormalige mede- ook dat er daarbij geen trouw jegens su- werker, de soldaat Schine, had Vrijdag De kantonrechter te Sittard heeft gis teren uitspraak gedaan in de zaak, aan hangig gemaakt door de zaalhouder S. uit Lindenheuvel-Geleen tegen de heer B De heer S. eiste nietigverklaring van het con tract, dat hij met de heer B. had gesloten, waarbij de zaal van S. was verhuurd voor een congres, dat op 14, 15 en 16 Mei te Lindenheuvel zou worden gehouden door de Getuigen van Jehova. De heer S. eiste deze nietigverklaring op grond van bedrog of dwaling, daar bij het verhuurcontract was opgegeven, dat de zaal gebruikt zou worden voor een chris telijke bijeenkomst. De kantonrechter mr flobus, verklaarde de eis van de heer S. niet ontvankelijk, daar het hier wel een christelijke bij eenkomst gold en veroordeelde S. in de kosten van het geding, zijnde 57.50 De Amerikaanse waarnemende hoge commissaris in Oostenrijk, Yost, heeft Vrijdag op een bijecnkoms-t van de geal lieerde bestuursraad voor Oostenrijk de Russische hoge commissaris, Iljitsjef, be schuldigd van het zich aanmatigen van functies, die aan de raad toebehoren, en van eenzijdige actie, welke onverenigbaar is met het geallieerde streven naar her stel der Oostenrijkse vrijheid. Aanleiding tot dit op last van minister Dulles uitgebrachte protest is het feit, dat de Russische hoge commissaris op 17 Mj' de Oostenrijkse kanselier Raab en vice- kanselier Schaerf ontbood, en de Oosten rijkse regering beschuldigde van het toe laten van anti-Russische activiteit, neo- nazisme, militarisme en de „anschluss- geest". Yost deelde Vrijdag mede, dat Iljitsjef op de laatste bijeenkomst van de gealli eerde bestuursraad dezelfde beschuldigin gen tegen de Oostenrijkse regering had geuit, doch dat hij toen weigerde een on derzoek er naar door het politieke di rectoraat, een orgaan van de raad voor dergelijke aangelegenheden, toe te laten. De Russische hoge commissaris weiger de gisteren weer eens in te stemmen met goedkeuring van een Oostenrijkse wet, nl. die welke inreisvisa voor Denen, Noren, Zweden, Turken en West-Duitsers afschaft. De drie Westelijke mogendheden steunen deze wet, die op 17 Mei jl. van kracht is geworden, omdat de vier bezetters niet binnen de vereiste tijd een eenstemmig veto hebben uitgesproken. Iljitsjef motiveerde zijn afwijzing met te zeggen dat afschaffing van deze visa een toevloed van „militaristisch en revan chistisch" gezinde personen naar Oosten rijk tot gevolg zou hebben. De Sovjet autoriteiten zullen maatregelen tegen per sonen uit genoemde landen nemen, als zij in de Russische zóne worden aangetroffen zonder visum, zo voegde hij hier aan toe t/mmm •<a mwek Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St. Bernardus, Sassenheim. Zaterdag 29 Mei 1954. DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK. We komen deze keer slechts met twee problemen voor de dag. De tweezet is van een trouwe oplosser, die reeds heel wat jaren zijn belangstelling voor deze rubriek toont. Niet alleen door geregelde inzen dingen van zijn oplossingen, maar daar naast ook door de vele eerste plaatsingen. Daar we zoveel mogeliik de lauweren van landgenoten opnemen, zal de lezer het billijken, dat we ook een eigen onderschei ding, al is het slechts een eerv. verm., opnemen. W H. HARING, SCHIPLUIDEN. Eerste plaatsing. Mat in 2 zetten. No. 7142. 8. a2a4 9. Rg5d2 10. g2—g4! 11. h2h4 12. h4—h5! 13. g4g5! Er dreigde 14. h6. 14. Re2g4 Berouwvolle terugkeer. In het volgende deel van deze mooie partij weet Aver- bach op keurige wijze zijn stellingsvoor deel af te wikkelen. Dd8a5 e-7e5 Pf6—e8 f7—f5 f5—f4 T f8—f7 Da5d8 25. e5 met winnende Kg8—f7 Pd7—f8 Ta8b8 Dc8—c7 P f8d7 Pd7—f8 K f7—f8: Tg7—g8 Re7d8 K f8—g7 Opgegeven. (Uit Schach-echo). No. 2007. 29 Mei 1954. Redacteur G. J. A. VAN DAM. Vossiusstraat 18 B, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. post zegel voor antwoord bijvoegen. INSTRUCTIEVE EINDSPELEN. De oud-wereldkampioen B. Springer, zendt ons, speciaal voor de lezers van deze rubriek, twee leerzame eindspelletjes uit de practijk. No. 2878. F. GORDIJN. No. 2879. UIT DE PARTIJ. B. SPRINGER. Stand: Zw. 1, 6, 22 D 15; Wit 8. 26, 40. Zwart aan zet. Stand: Zw. 15. D 49; Wit 6. 7, 11, 45. Zw; aan zet. VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD. No. 2880. J. P. LAROSE. Montréal (Canada). No. 2881. J. P LAROSE. Montréal (Canada). P. A. KOETSHEID. 2e Eerv. Vermelding, Springaren 1953. Mat in 3 zetten. No. 7143. 15. Rg4c8: 21. Th4—h8f 16. Pgl—f3 22. Dhlh6 17. Kei—e2 23. Tal—hl 18. Thlh4 Beter Dc7! 19. h5—g6:. 24. Rd2—f4:! 20. Ddl—hl Of 24ef4 aanval. 25. Dh6h2! 26. Dh2—h3 27. Th8—f8:t! 28. Dh3e6 29. P f3—h4 30. Ph4g6:t 31. Pg6e5:! Dd8—c8: Rg7—f8 T f7—g7 Pb8d7 h7g6: R f8—e7 PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 7133. J. K. Blom. Opl. 1. Pe4—c5 dreiging 2. Pc5—d7tf. Na 1. Ke7 is 1 Rc4: afdoende. No. 7134. S. Björklund. Opl. 1. g6—g7 dreiging 2. Db6h6:f enz. 7Tc6, 2. Pf4, Tc3, 3. Dd4:t. 1Rc6, 2. Pb2, Re4, 3. Dd4:tt. Zowel 1. Pb2 als 1. Pel pa reert zwart door 1Tc3. No. 7135. P. Overkamp. Opl. 1. Kh2—g3 dreiging 2. Dfl-f4:t Kd5,- 3. Df4—e5ff. 1. Pd5, 2. bc4:, Pe5, 3. Df4ff, 1 Te6, 2. Df4:f, Kd5. 3. Dd4:ff. Deze drie problemen werden goed opge lost door A. van Asten te Asten; ir A. Bergstein, Geleen; F. J. Fokkelman, Hen gelo; Paul Raschdorf, Hannover; P. Schols, Geleen; J. G. M. Vos, Rijswijk; C. v. d. Weide, Rotterdam. No. 7134, no. 7135 door F. Pils, Maas- bracht. No. 7133, no. 7135 door M. v. d. Burgt, Utrecht. No. 7133 door Th. B. M. Arends, Venlo; mr dr R. Bromberg, Roermond; F Dek- werd door dit eindspelletje herinnerd aan ker, Rotterdam; H. Th. v. Goor, Voorburg; i de eindstand van een partij, welke hij zelf W. H. Haring, Schipluiden; B. Kouwen- hoven, Rotterdam; C. Ob den Camp, SU Zw. D 14; 8-10, 29, Wit 32, 40-42. 44, 48. Wit sp. en wint. No. 2882. J. "'-SER Jr. Ade'"Jo 'ralië Stand: Zw. 7-9, 18 19 24, 30. D 13, D V"' 17 25, 27, 31, 33, 34, 38, 39, 41, 43, 48. 49. Wit sp. en wint. No. 2883. L. W SCHOLTES. Den Haag. m x j ij fj m i M tt B 'h j m 9 i 'Q m m o No. 2878 kwam voor in een vrij partijtje Op dit moment speelde zwart 1. 15—29. (met het oog op de volgende mogelnkheid: 2. 40—35, 22—28, 3. 8—2, 28—33, 4. 26—21, 33—39, 5. 21—17, 29-20. 6. 17~12' 39-44 en nu is het eindspel gewonnen). Veld 44 is het enige om het zwarte stuk aan een tegenaanval van de witte dam te onJy~ trekken als in de voormelde variant na 7. 2—13, zwart 20—3 laat volgen. Gedwongen is dus 7. 216, waarna echter volgt 44—49 met winst door de dreiging 20—38 enz. Dit alles is ragfijn en men moet bewon dering hebben voor de diepe berekening, welke uit zwart's inleidende zet spreekt. Aardig was echter het strategisch verweer van wit met 2. 8-2!!, 29X45. 3 26—21, 22—28 4. 21—17. Een geestige sluiptocht. 45—50 5. 2-16 (op 5. 17-12, 1-7 enz. wint). 5. zw.'28-33, 6. 17-12, 33-39, 7. 16-49 en het spel werd remise De heer Winia van de Haagse Damver. DIO, die bij dit partijtje toeschouwer was, Stand: Zw. 2, 10, 12. 17, 18, 23, 26, 28; Wit 20. 21, 27. 29, 34, 35, 39. Wit sp. en wint. Stand: Zw 4, 11. 15, 17, 20 31 35, 36, 40. Wit 18 22, 23, 24, 28, 32, 45, 47, Wit sp. wint. 10, 34, 19, 43, in De oplossingen van deze vraagstukken worden gaarne vóór 10 Juni a.s. tegemoet gezien aan het boven deze rubriek ver melde adres. In de volgende rubriek worden de op lossingen gepubliceerd van de vraagstuk ken uit vorige rubrieken, alsmede vragen van lezers behandeld. Wie had ooit kunnen dromen, dat het Gooise dorp Blaricum, met zijn oude boerderijen en rustige bewoners, nog eens de ogen van heel Nederland op zich gevestigd zou zien door een anti-kerkelijke bedrijvigheid van ontstellende omvang? Wanneer we Laren verlaten een volledige scheiding tussen dit schil dersdorp en Blaricum kwam in 1795 tot stand en de straatweg volgen, bereiken we, aan onze linkerhand, een prachtige, Gothische kerk, die de moeite van 't bezichtigen meer dan waard is. Het is, duidelijk, geen protestantse kerkbouw, maar katho lieke. De katholieken moesten het ge bouw evenals dat te Laren eeuwen geleden aan de protestanten overdragen. „Deze kerk staat open voor ieder, die de stilte en wijding van het bedehuis zoekt" staat aangekon digd. Wij treden binnen. Wij bewonderen een zeer artistiek en stemmig, de voot interieur. Alles eiken! Een door dringende, benauwde lucht hangt in het gebouw, die ons de ademhaling min of meer bemoeilijkt. Op meubels en onderdelen ligt als een witte as. Overal glinsteren kristalletjes. Geur en witte as en kristalletjes zijn als op het slagveld achtergebleven wapens. Want in dit kerkgebouw heeft de strijd gewoed tussen bedreigers en behouders van het bedehuis! Men verwijst ons naar de koster, de heer H. Tammerijn. Aan een rustige wei» staat zijn landhuis althans, het huis met het ons verstrekte nummer. Maar hier woont natuurlijk geen Hervormde koster? Want, le, plegen deze nobele functionarissen niet in landhuizen te wonen en 2e zullen zij nimmer: „Agge mar leut het" boven ,hun deur zetten! Zo bellen we dus aan en vragen, waar de koster dan wel woont? „Hier natuurlijk!" bevestigt mevrouw. Helemaal geen „kosteres". Blijkt, bij nadere, aangename kennismaking, een wereld-reizigster. Schenkt thee in, verrijkt met de kostelijke „spécialité de la maison": eigengebakken cake. De heer Tammerijn wordt geroepen. Geen custos! Eerder een kapitein van de Grote Vaart! „Er is een aanslag op Uw kerkge bouw gepleegd, mijnheer?" vragen we. „Een ondergrondse nog wel! Midden door het gebouw loopt een zware balk. Daar staan woorden op uit de 93e Psalm, de berijmde, wel te ver staan: ,De Heer regeert". Links: „10 Mei 1940". Rechts: „6 Mei 1945". Deze woorden vormden de tekst tot de be- vrijdingspreek van onze dominee, 6 Mei 1945! Herhaaldelijk vond ik onder die balk, op het podium, vóór de preekstoel, een geelachtig poeier! Ik waarschuwde onze kerkeraad. De heren haalden er een deskundige bij, uit Leiden. Wat bleek? De balk was aangetast door boktorren dat zijn kevers met van die lange sprieten. Komen niet zo heel veel in Nederland voor. Een nader onderzoek volgde. De bal ken van het dak bleken eveneens aangetast. Er liepen gangen door als lange breinaalden. Het hout verpul verde hier en daar zoals droge turf verpulvert. Alles veroorzaakt door boktorren! Om precies te zijn: door huis-boktorren". „Maar die torren kunnen toch het zware eikenhout niet aanvreten?" „De torren niet. Die vliegen rond, voorals 's avonds. Maar hun larven wel. Het wijfje legt, juist in deze maanden, met haar lange legboor 'n 200 tot 400 eieren in spleten van bal ken. daksparren, palen, enz. Na 'n dag of tien komen uit dit legsel larven te voorschijn en die beginnen dan met hun werk. Gangen graven, die hier en daar een halve centimeter breed blij ken te zijn. Maar laten we liever eens in de kerk zelf gaan kijken!" stelde de heer Tammerijn ons voor. Wij hadden zoveel vriendelijkheid van iemand, op wiens Zondagmiddag wij inbreuk maakten, zeker niet ver wacht. Maar zij werd zo gul en be reidvaardig geboden, dat wij haar niet durfden afslaan. En zo fietsten we dan weer naar de kerk toe. „Een Leidse firma" vertelde onze gastvrije gids „heeft de strijd Don derdagmiddag 20 Mei aangebonden. Wij ik hielp ook mee! sloten het kerkgebouw potdicht. Deden gasmas kers voor. En begonnen toen het ver delgingsmiddel, het chemische prepa raat: „Pyrodée" te verstuiven. Alles kreeg een beurt, tot in onderdelen toe. De balk boven het podium. De preekstoel. Het klankbord. Alles! Wij ontwikkelden een rook als een heide brand! Achttien uur bleef de kerk dicht. Vrijdagmorgen begonnen we de boel te ontluchten!" „En daar lagen de gesneuvelde kerk- bestormers?" „Neen! We vonden slechts enkele torren. Het ging dan ook om de lar ven. En die zullen er haar bekomst van gekregen hebben. Ik heb maar één boktor gevonden. En die had de veldtocht nauwelijks overleefd! Over drie maanden wordt er weer slag ge leverd. Tegen wat er dan misschien nog over is? De Gemeente laat óók de toren behandelen; die is niet van ons. Maar daar is het evenmin pluis!" Wij klimmen naar de hanebalken van de dakstoel. Onze begeleider gaat vóór, met een looplamp. „Kijk", wijst hij. „Kijk" Verschillende zware bal ken vertonen lange „ritten" van weg gevreten, ziekelijk hout. Op kinder lijke wijze heeft men er, hier en daar, zijbalkjes langs gespijkerd! Alsof die het bederf konden stuiten. De eerste drie weken blijft alles zo als het thans is. Een bizondere was- soort dient voor de „na-zorg". En dan wordt er weer geïnspecteerd. De heer Tammerijn verzoekt ons er op te wijzen, dat ook andere gebou wen mogelijk inspectie behoeven. Want boktorren zijn bedrijvige die ren, die zich vlug verplaatsen. „Voor komen is beter dan genezen" zegt hij. „En bovendiengoedkoper. De uiterste oplettendheid blijft geboden! De eerbied voor hetgeen ons voorge slacht ons als erfstuk naliet, vergt dit trouwens eveneens". Onze welwillende en vriendelijke gids laat ons uit door een zijdeur. Het Christus-monogram prijkt erboven. En ter weerszijden, de beide letters uit het Griekse alfabet, eeuwen geleden neegeschreven in het laatste hoofdstuk van het Boek-der-Openbaring: „Ik ben de Alpha en de Omega, het begin en het einde, de eerste en de laatste...." „Heilige Vader!" Zo noemen we de Paus. En wij schrijven dit aan de voor avond van de heilig-verklaring van een Paus, Paus Pius X. Tijdens zijn leven sprak men hem aan als „Heilige Vader". Wat men bedoelde, was een hei ligheid in oneigenlijke zin. Hoewel men toen al getroffen werd door zijn uitdrukking van inwendige heiligheid. Thans komt vast te staan, dat Pius X niet slechts „heilig" was bij-wijze-van-spreken zoals iemand, bij-wijze-van-spreken „edel-achtbaar" wordt genoemd. Maar dat hij heilig was in eigen lijke zin. Dat er iets van Gods' heiligheid in hem glansde. Dat hij deel had aan de heiligheid van Hem, Wiens Plaats hij op aarde bekleedde. H. Paus Pius X, bid voor ons. „Heilige Vader." Wij zeggen het ook tot onze regerende Paus, Pius XII. Hei lig omdat hij zijn gezag van God-Zelf ontving. Omdat men sen hem dit gezag niet schon ken. Omdat in hem, als in zijn opvolger, Sint Petrus voortleeft. Omdat hij in een wereld, die trilt in haar voegen, als een Vader zijn kinderen wijst op hun plicht tot wederzijdse liefde en rechtvaardigheid. Meer dan tweehonderdzestig Pausen staan in de Romeinse S. Paulus-buiten-de-Muren af gebeeld ten teken, dat Sint Pe trus nimmermeer sterft. Daar waren enkele figuren onder, die geen onberispelijk leven leid den. Zeer veel anderen, verre weg: de meesten, verhieven zich boven menselijke zwakheid, die zelfs de eerste Paus ontsierde. Maar allen, zonder uitzondering, waren Christus' Stedehouder, wiens wezens-trekken getekend staan in het Evangelie! „Heilige Vader." „Donderdag" is zo genoemd naar een oude god van de Germanen, Do- nar. Op zekere dag bracht deze Donar een bezoek aan een sterke visser, Hy- mir. „Wat ga je vandaag doen, Hymir?" vroeg de god. „Vissen!" zei Hymir. PARTIJ NO. 1250. Gespeeld in de landenwedstrijd ArgentiniëSovjet-Unie. Koning-Indisch. ZwartPanno. Pg8—f6 g7-g6 R f8—g7 d7d6 0—0 c7c5 a7a6 Maastricht. CORRESPONDENTIE. P. te R. De schaakregels schijnen u niet volkomen bekend. De E. p. slag is het en passant nemen, dat kan voorkomen als de pion van de oorspronkelijke plaats een dubbele schrede doet en daarbij over het veld stapt, dat door een pion van de te genpartij bestreken wordt. Dit komt nu voor in no. 7132, U speelt hier 1. d2 d4. overschrijdt het veld d3, dat ooor de zw. pion e4 beheerst wordt. Deze mag nu slaan; U krijgt dan ed". gedekt door Rhi waardoor Tdl niet ongestraft hernomen kan worden. Deze e.p. slag moet onmid dellijk geschieden, dus daarna niet meen WitAverbach. 1. d2d4 2. c2—c4 3 Pblc3 4. e2—e4 5 Rfl—e2 6. Rel— g5 7. d4d5 Deze zet, in aansluiting met 8. Da5, had beter vervangen kunnen worden door de manoeuvre Pb8a6c7. neem betimmeringen verbouwingen moderne stands odern winkelinterieur ROTTERDAM T.EL 34971 S/OORHAVEN 101 indertijd wist te winnen. Diagram 2879. Zwart was aan zet en het spel ging als volgt 1 zwart 49—35 2. 7—1 (op 7-2 volgt 15—20 2—7, 35—2 enz. met remise). Op 6—1 eveneens 35—2 met remise. Zwart speelde na wit's tweede zet 35—2 waar na volgde 3. 17, 1520, 4. 6 1, 20--24, 5. 1—6! (Nu is 24—29 belet door 7--34, 2X 16 6—11 enz.) Dus 24—30, 6. 45 -40 gedw., 2—24. A. 7 7-2 en plotseling staat zwart verloren In de partij ging het ver der met 30—35 B. 8, 2X30 35X44 9 30*39. 44X33, 10. 11—7, 33—38, 11. 6—33, 38x29, 12. 7—1 en wint. Op zw. B. 7. 24—29 zou zijn gevolgd 8. 2X35 29X45, 9. 6—1 45—50. 10. 11—6 50—28, 11 35—44 28X50, 12. 1—12 en wint. Ook zw. A. 6. 30—35 helpt niet wegens 7. 40—34 2—19. 8. 7—2 19 23 (ook 8. 19-14 of 32 is kansloos). 9. 6—1 2 '45. 10. 11—6 en weer is het klassieke „tric-trac -net ontstaan. Deze fragmenten uit het practische spel bewijzen wel hoe mooi het eindspel in het dammen is, mits men het sterkste spel weet te vinden j f I 6 9 A> lb /M /6 A Jv ft 30 A Jt ji J// Js Ji JS <7/ VJ </v Vi #9 So Si Jy 34 ft 6c 6/ 6j tv - /v 1" 99 At „Mag ik met je mee?" „Ga je gang, als je zelf maar voor het aas zorgt." „Best" antwoordde Donar. Slacht te een stier uit de kudde van Hymir. En nam de kop mee in de boot. Samen roeiden Donar en Hymir nu naar de visgronden. „Trek je riemen maar in, we zijn er" zei de visser, toen ze een tijd op zee waren. „Nee, ik wil nog verder" sprak Donar. „Dan kom je in de buurt van de grote Midgard-slang, die op de bodem van de zee ligt." „Laat ze maar gerust opkomen, ik ben helemaal niet bang" spotte Donar. Wierp de haak met de stieren kop uit en... kreeg dadelijk beet. Mid- gard zat aan de haak! Zo geweldig trok Donar het monster omhoog, dat hij haast met zijn voeten door de vloer van de schuit heenzakte. Daar kwam de slang boven water. De god werd voor de eerste keer in zijn lange leven dodelijk bleek. Ook Hymir wist niet waar hij blijven zou van schrik. Greep zijn mes. En sneed het hengelsnoer stuk: de slang plofte naar de diepte van de zee terug. Jam mer! Donar was woedend op Hymir. Greep zijn hamer Mjulnir, die na iedere gooi weer vanzelf terugkwam. En smeet die naar het hoofd van de visser. De arme man sprong gauw in zee en zwom naar de oever. Do nar kwam, al wadende, aan land terug. slecbte v.1.^,1, b«1I een minder goede speler heeft ons geleerd, dat bï. B 9 6 onder bepaalde omstandigheden voor een openingsbod als „biedbare kleur be schouwd mag worden. Let wel, voor een openingsbod Spelers, die de klok hebben horen lutden denken nu dat der gelijke kleuren in allerlei andere "i™51»"1: digheden óók biedbaar zijn. Zo kan het gebeuren, dat men iemand, na een openingsbod van 1 der tegenpartij rus tig 1 ziet bieden met V 8 6 3 of 2 O op A B 5 2. Men denkt daarbij dan te steunen op de theorie van de „biedbare kleur" en men is zeer verbaasd a's men hoort, dat experts dergelijke biedingen ontstellend achten. De practijk van het spel heeft geleerd, cat volgbiedingen op dubieuze kleuren géén zuden aan de dijk zetten Moet de partner met een dergelijke dubieuze k eur rekening houden, dan is 't hem onmogelijk om redelijk bij te bieden of om bij het tegenspelen de juiste actie te ondernemen Dubieuze volgbiedingen staan dus serieus tegenbieden en tegenspelen in de weg. de partnercombinatie komt in de lucht te hangen en zal vele malen met een zéér harde klap op de grond terecht komen dë'haren te berge deed rijzen. De debacle die er door ontstond, is de moeite van het vertellen waard: A B 9 3 B 10 6 2 O 9 4 V 9 3 v io 5 V> H 4 O V 7 3 •f. H 9 7 5 H 7 2 p V 9 5 3 O H 10 2 4» 10 8 6 #864 O A 8 7 o A B 8 6 5 A B Zuid gever, allen kwetsbaar Zuid opende met 1 een normaal ge zond openingsbod. West deed nu alle bridgetheorie geweld aan en lanceerde het onvergefelijke bod van 2 4* Om talrijke redenen deugt dat bod niet. Ten eerste is de troefkleur veel ie zwak waardoor er te veel troefslagen verloren dreigen te gaan als Oost geen zeer sterke 4*-steun meebrengt. Ten twee de is het aantal honneurtrekken_te gering In een wedstrijd, waarin hoofd- en eer- om iets te bieden op 2-hoogte. Ten derde heeft West defensief een aardig spel, waarmede hij 2 a 3 slagen za kunnen ma ken tégen ieder bod van NZ: heeft West dus een weinig kracht, dan kunnen NZ nimmer een manche maken. Ten vierde deugt het bod niet, omdat als Noord het spel ergens in zou gaan spelen, een 4» uit komst door Oost helemaal geen voordelen behoeft te geven en Oost misschien af houdt van een veel betere uitkomst. Ten vijfde waarschuwt het, zonder enig voor deel, de tegenstanders waar of de ontbre kende plaatjes zich bevinden; zou Oost dus vrijwel niets hebben en zouden NZ een hoog contract gaan spelen, dan weten zij precies waar de ontbrekende kaarten geplaatst moeten worden. Ten zesde be schikt West over niet meer dan ongeveer 3 5 4 speelslagen, zodat een verhes van 500 1800 punten in de lucht hangt. Gelukkig voor West, Geschikte Noord met over een goede strafdouble maar daar Noord geen beter voor de hand liggend bod kon doen, paste Noord, evenals Oost en Zuid. West mocht dus zijn «p-contract gaan spelen. 9 was de uitkomst, die West foutief naar de vrouw het lopen. Zuid signaleerde de O 8. West speelde 4« 4 na, Zuid 4» Boer. Nu kwam West de 10 Noord de boer, Oost de heer. Weer 4* genomen door Zuid. Hierna maakten NZ 2 -slagen, vervolgens nog 2 «^-sla gen, aas en tot slot werd weer ge- cjieeld, waardoor Noord de 4» Vrouw nog kreeg. Het „volgbodje" had OW dus de luttele som van 300 punten gekost - met een risico van 800. En dat alles om NZ epn contract van 1 SA of 2 ne~ men.... horizontaal: 1 zeedier, 3 kloosterzuster, ma 5 plotseling, 10 meisjesnaam, 12 aanzien 13 vierhandig zoogdier, 14 pers. vnw„ 15 meer in Amerika, 18 militaire opleidings school, 19 soort voedsel, 21 deel v. h. oor, 23 wondje, 25 verdriet, 26 bloem, 28 primi tief vaartuig, 30 elasticiteit, 32 jongens naam, 34 toespraak, 36 vorm van krijgen. 39 gang, 41 reus, 43 kledingstuk, 45 breek bare, 47 zonder inhoud, 49 vriendin, 41 voorzetsel, 54 doelpunt, 56 godheid, 58 jongensnaam, 60 truc, 62 bestuurder, 63 meisjesnaam, 66 deel v. e. kachel, 68 Eng. bier, 69 pl. in Brabant. 70 keurig, 71 meisjesnaam, 73 zangnoot, 75 vermoeid, 77 telwoord. 78 Europeaan. 80 vogel, 81 noodsein, 82 nauw Verticaal: 1 deel v. h. lichaam, 2 pers vnw., 3 dwaas, 4 ontkenning, 5 zout water, 6 pl. in Overijssel, 7 kindergroet, 8 te berde brengen, 9 vruchtennat, 11 fiets, 15 bijb. naam. 17 zijrivier v. d. Donau, 23 groet 22 vogel, 24 zwijn. 26 drinkgerei, 27 bindmiddel, 29 regel, 31 etenbereider 33 hetzelfde, 35 Europeaan, 37 meisjes naam, 38 dus (Lat.), 40 gast, 42 vlaktemaat, 44 eiland in de Ind. archipel, 46 kleur, 47 pret, 48 ik zucht, 50 beetje, 52 part, 53 bedorven 55 gedeelte van een gedrukt stuk, 57 pl. in Afrika, 59 pl. in Duitsland. 61 bosgod, 63 dun weefsel, 64 meisjesnaam, 67 wapen. 69 bid (Lat.), 72 aanslibbing, 74 waterplant, 76 geogr. aanduiding, 79 voor zetsel. Oplossing van gisteren Horizontaal: 1 t.a., 3 aks, 6 ik, 8 o.k.. 9 stoom, 10 da, 11 kom, 13 ems, 14 los, 15 es, 17 l.o., 18 optima forma, 23 Po, '14 eb, 25 onoplosbaar, 30 le, 31 ed, 32 dom. 34 Eva, 36 eng, 38 e.o., 39 apart. 40 o.e 41 rim., 42 ere. 43 n.n. 5 sos, 6 ido, 7 kassa, 12 met, 14 lor. 16 sippe, 17 lobbe, 19 pon, 20 mol, 21 fes, 22 mia, 25 onder, 26 olm, 27 oever, 28 ade, 29 regen, 33 oom, 34 Epe, 35 are, 37 non. i Verticaal: 1 Tokio, 2 ako, 3 ate, 4 kom- 1 te redden", De geestelijke leider van Tibet, de Dalai Lama, heeft besloten in het park van Lhasa de Tibetaanse hoofdstad, een nieuw paleis te laten bouwen, voorzien van aller lei modern comfort, zoals electrisch licht en centrale verwarming. De Chinese bezettingstroepen in Lhasa zijn begonnen voor eigen gebruik gebou wen op te richten in de nabijheid van de hoofdstad. De communisten moeten dit werk zelf verrichten, aangezien de nbela- nen. ondanks de aangeboden gunstige lonen, niets voor gerégeld werk schijnen te voelen, aldus meldt A.F.P. uit Lhasa. „De communistische partij heeft op M?lakka niet meer dan 4,400 tot 6.000 man onder de wapenen" aldus verklaarde de Britse hoge commissaris voor dit gebied, sir Gerald Templer, niet zonder tevreden heid te Koeala Loempoer, voor zijn ver trek naar Groot-Brittannië. „De communisten hebben zich thans In het oerwoud teruggetrokken", vervolgde hij. „Ze hebben te weinig levensmidde*en en geld en zij ontvangen haast geen wapens meer uit het buitenland. Zij j streven er thans nog slechts naar hun huid 1. Een schildering, tekening, waar mee een handschift verlucht is, noemt men: een miniatuur. Welke verf stof speelt door dit woord heen? 2. Een muur bestaat uit verschillen de lagen van gerangschikte stenen. Waarop moet de metselaar vooral let ten bij het plaatsen van de stenen, zal het geheel zo hecht mogelijk zijn? 3. Bij een muziekstuk staat de vol gende aanduiding: „M.M. J 120". Dus: 2 keer M; een kwartnoot; en; 120. Wat betekent dat allemaal? 4. Bij kamertemperatuur zijn alle metalen vaste stoffen. Met uitzonde ring van één. Hoe heet dit metaal? 5. Bij een bepaalde dans maakten Franse dansers „menus pas", „kleine passen". Hoe heet zo een dans? 6. Iemand die de fout begaat een valse eed te zweren, maakt zich schul dig aan: meineed. Moet dit niet zijn: mijneed? 7. Hier volgen enkele oude namen, die thans niet altijd gebruikt mogen worden: 'n Bunder 'n Wisse 'n Mud 'n Lood 'n Schepel. Kent U de moderne namen? 8. Achter de Amerikaanse plaats naam: Boston, staat wel: Mass. Waar van is dit Mass. een afkorting? Wat betekent het woord? 9. Hoe noemt men verschillende variëteiten van kalksteen, die gepolijst kunnen worden? 10. Vondel heeft het in een van zijn treurspelen over: „Een laegh en vis- schers eiland, het welck een klooster draeght genoemt Mariengaerd". Be staat dat eiland nog? En hoe zit dat met dat klooster? Vraag I. Onlangs las ik iets over een Ierse dankbestrijder, die „Theo bald" heette. Wat betekent deze voornaam? Antwoord. Dit is geen gekke vraag. Immers: met namen als „Theodoor" komen we hier niet verder. „Theo door" heeft een Griekse inslag: „Ge schenk van God". „Theobald" wil zo veel zeggen als: „Prins van het volk" het Franse Thibaut en het Duitse: Dietbold. Vraag II. In een zeer oud meubel hoorden we: tikken, kloppen! Toen zei men: dat is een voorteken, dat er iemand doodgaat. Gelooft U dat? Antwoord. Ik? Hoe kom je daar nou bij, Wouter! Het is puur bijge loof. Die doodskloppertjes zijn zwart bruine kevertjes in wrak hout, 5 6 m.m. lang. Voorhoofd en voorrand van het halsschild stoten tegen het hout: kloppen! Het zijn loktonen voor an dere kevers. Klop maar eens terug, voor de aardigheid. Dan geven ze nog antwoord ook. Vraag III. Medicus medici; poli ticus politici; prospectus pros- pecti? Antwoord. De twee eerste voor beelden zijn onberispelijk. De „poli tici" zijn personen, die zieh met de „polis", „de staat, stad" bemoeien. Maar het derde meervoud is., beris pelijk. Het klinkt wel niet erg vlot, maar we behoren te schrijven: „pros pectussen". De oude Romeinen schre ven ook niet: „prospecti!" Waarom zouden wij het dan wel doen? „Van Dale" geeft zowel „catalogi" als „cata logussen". 1. Het zou nog zo gek niet zijn, als de fruitteler de imker betaalde voor het plaatsen der korven in zijn boom gaard. Bijen immers zorgen voor kruisbestuiving. Zelfbestuiving levert minder gunstige resultaten. 2. Het bittervoprntje kent ook broedzorg. Het wijfje deponeert met haar legboor de eitjes in de kieuwen van de zoetwatermossel. Deze „list" schaadt de mossel niet. 3. De vroomste leden der valken familie zijn de „biddende" torenval ken. 4. Gierzwaluw en koekoek verlaten ons reeds tegen Augustus, als er nog volop voedsel te vinden is. In volières waar de vogels goed verzorgd worden, willen ze toch meedoen aan de „trek". 5. Inderdaad is een vochtige neus voor koeien, herten, enz. niet zonder belang. Vochtige slijmvliezen vermo gen beter te ruiken dan harde, droge. 6. Beren zijn inderdaad zoolgangers, evenals dassen. Onder telgangers ver staan we paarden, die in de telgang lopen: tegelijk rechtervoorbeen en -achterbeen; daarna linkervoorbeen en -achterbeen optillen. Hoefdieren lopen op de toppen der laatste teen kootjes: topgangers! Teengangers lopen op de tenen: katten, vogels. 7. De spitsmuis is geen schadelijke knager, maar een nuttige insecten eter. 8. Ver-zienden gebruiken bolle, bij zienden holle glazen. 9. en 10. Een volwassene 6 L. bloed) beschikt over 30.000.000.000.000 rode bloedlichaampjes; het aantal der witte is niet zo groot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 6