Versterking van het normale jeugdwerk HET HUIS DER STILTE OVER DE GRENZEN TEN GELEIDE lis: Uit de oogst van één week Berichten uit Gods Kerk IK NAAR EEN RETRAITE? lil irifiisiii KiSSf w Keu U zelf Enkele suggesties Onoverkonielij ke moeilijkheden? 2. Dc actie: «Overgang; school-werk" Programsuggesties voor de jongeren bijeenkomsten „Levensscholen" voor 14-17 jarige jongens ZATERDAG 29 MEI 1954 PAGINA 7 i ktÈÉMsMS. Het moderne industriële milieu van de jonge fabrieksarbeider. smfö&g. lis!!: DE JONGE FABRIEKSARBEIDER Stilte. Dat is nu juist iets, dat wc tegenwoordig: niet meer kennen: erger nog: niet meer waarderen. En toch blijft nog steeds waar, wat eens Adema van Scheltema schreef: Min de stilte in uw wezen Min de stilte, die bezielt. Zij. die alle stilte vrezen Hebben nooit hun hart gelezen Hebben nooit geknield. Is het misschien niet door dit gebrek aan stilte, dat God zo'n kleine plaats inneemt in het leven? Wij moderne mensen, wij gaan op in de actie, in het bruisende leven, in het rumoer. Wij gaan erin op èn onder. Velen beseffen het niet meer, hoe ze door het rumoer voortdurend als het ware uit zichzelf getrokken worden, en leven vervreemd van zichzelf. Altijd is er iets, dat hun aandacht afleidt, dat hen interesseert. Een feestje, een l'ilm, een 'uitstapje. Ze komen nooit tot rust en zouden het ook niet willen. Als 'ze een middag niets om handen hebben, worden ze onrustig en vervelend voor hun omgevinf Anderen willen eindelijk eens tot rust komen, zoeken de stilte. Maar waar t lC lo \',nden^ J,C kunt dcstede» ontvluchten, maar waar naar toe? Naar het land.' Maar dat is overstroomd door toeristen en dagjesmensen. Naar het buitenland? Maar daar schijnt er een rendez-vous van vaderlanders te zijn. „Om de jonge fabrieksarbeider" I „Het is nu 1954. Is 't dan niet vreemd, dat eerst nu, na bijna 10 jaren van vrij heid een dergelijk ontwerp kan verschij nen? Hoe zou 't staan met de jongens, die in 1945 op veertienjarige leeftijd de fa briek ingingen? „Anderen" waren in 1945 al zeer actief en wisten precies wat ze moesten doen. Dit is geen verwijt aan de kajotters, die aan hun eigen organisatie al hun handen vol hebben. Dat zij al ja ren terug het probleem als hun eigen probleem zijn gaan zien verdient alleen waardering. Maar waar blijft de over heid als 't waar is dat 35 jaar geleden een Staatscommissie al vaststelde dat aan de jeugd tussen school en fabriek zo weinig zorg besteed werd". H. M. te Hillcgom. „Om de jonge fabrieksarbeider" II „In verband met het belangwekkend stuk over jonge arbeiders moge ik U wijzen op een mooi artikel van Drs F. Mes S.C.J. in „Werkende Jeugd", dat gaat over de schuldvraag aangaande de zeden verwildering in dc fabrieken. Ik citeer daaruit: „Als men de schuldvraag gaat aansnijden, dan geloof ik, dat men moet zeggen, dat heel de West-Europese maat schappij, ja, wij allen schuldig zijn. Want wij allen zijn het, die het jarenlang dood gewoon gevonden hebben, dat duizenden kinderen in de voor hun opvoeding be langrijkste jaren als economisch slacht vee de bedrijven werden ingejaagd. Pas als wij allen meer eerbied zullen bezit ten voor de waardigheid van elke mens, pas als wij allen ons meer bewust gaan worden, dat elke mens, ook elke jonge arbeider en elk arbeidersmeisje een God delijke roeping bezit en een onvervang bare eigen waardigheid, dan kunnen we verwachten, dat ook de arbeider zelf zijn Vaardigheid zal beseffen en beleven". A. v. d. Hout, A'dam. Hondenpraat. „Al weken lang mis ik met bloedend hart die vertrouwde hond van ons. Waar hangt dit beest uit? Is hij op bedevaart of misschien maar doodgewoon op va- cantic? Of is hij ook al aangestoken door de congres-ziekte? Ik ben overal op speurtocht geweest: in de Keukenhof, in Scheveningen op Vlaggetjesdag, in ■Haarlem bij de fameuze Sterrit maar nee hoor, geen hond. Dat heb je natuur lijk met die honden, als 't erop aankomt zijn ze zondermeer honds en zorgen niet eens voor een behoorlijke plaats vervanger". Jan Verhaert, Den Haag. (Aan ons verzoek om reacties n.a.v. de aantekeningen door een van onze medewerkers gemaakt bij de rede van Mevrouw Romein is door velen gehoor gegeven. Het zelfde is het geval met de vraag wat de oorzaken zouden kunnen ?V.n'.dat de P.v.d.A. in sommige steden t i f laatste verkiezingen weer in kei en,41 toegenomen met name in en- riÜ™ ^"wegend katholieke steden. Al dc/.e ïeacties zullen, zo gauw de plaats ruimte het toelaat geheel of gedeelte lijk worden gepubliceerd. Al deze actie ve lezers en lezeressen onze dank. P.w.) Maar stellen we eens, dat ze werkelijk ergens de stilte vinden. Wat zoeken ze dan in de stilte? Rust? Kalmering? Maar wat dan nog? Is dit dan, om des te meer tegen het rumoer van het dagelijkse leven te kunnen? Of zoeken we iets meer? Een aloud, voor-christelijk spreekwoord zag het be gin der wijsheid in dc kennis van zich zelf. „Ken u zelf' was de grote spreuk Dit is belangrijk. We doen alsmaar aan actie, zonder vaak het doel van dat alles weten, wie Christus is". Slechts in het diepe bewustzijn van deze werkelijkheid, kunnen we ons leven leven en onze taak op ons nemen. Slechts dan kan van ons gezegd worden, dat wc niet voor niets leven, gaan er van ons een kracht en een élan uit, weldoende voor allen, die met ons in aanraking komen. Slechts dan voe len we de noodzakelijkheid, om anderen te doen delen in onze levensvisie en gaan we apostolisch werken. Van enorm belang is het dus eindelijk eens onszelf te vinden en wel onszelf te vinden als christen. We hebben het voor beeld aan de apostelen na de Hemelvaart van Christus. Zij waren terneergeslagen. Wat moesten zij doen? Alles leek hun even zinloos. Ze hadden natuurlijk kun nen doen, wat zovele tijdgenoten van ons doen, die hun verveling en hun nood, hun eenzaamheid en verdriet trachten te vluchten en verdringen in hun werk, in feesten en uitgaan, zonder daarbij tot een oplossing te komen. De apostelen heb ben het anders aangepakt. Dezen hebben zich teruggetrokken in een afgelegen huis, en hebben enkele dagen in gebed en stilte doorgebracht tezamen met Maria, de Moeder van Jesus. Dit was geen lege| maai volle stilte, waarin ze God gevonden hebben. Ze hebben hun hart gelezen en hebben geknield. Ert we weten, dat de Geest van God over hen is neergedaald. Zo was het in het verleden. Zo moet het nog steeds zijn. Wc hebben in Nederland verschillende huizen der stilte, „retraitehuizen", over het gehele land verspreid, die ons allen uitnodigen, om tot onszelf te komen, om nodig,°dat we ^ns*"zelf ^ennen^Slechts °°d -C Vinde"' °m de UaK d'e dan weten wc, hoe we ons loven moeten inrichten wat het doel van ons leven We beseffen dan pas, dat onze verlangens riaf «Vf r- g4an dan dit aardsc leven, dat we oneindige aspiraties hebben, dat aan het einde van ons verlangen God en net bezit van God voor ons oplicht. Als cnustenen gaan we nog verder. De grote wijsgeer Pascal heeft dit in één zinnetje naar voren gebracht: „we weten niet, wat God is. noch wat wijzelf zijn, als we niet God ons in het leven gegeven heeft, weer te zien. en op te vatten, om de verant- is. j woordelijkheid te leren dragen voor de anderen door het opwekken van de apos tolische geest. Huizen der stilte, U kent misschien de film van gelijke naam? Daar wordt de bezoeker geconfronteerd met verschillende merkwaardige figuren, die elkaar daar ontmoeten. Maar het eigen lijke geheim van dergelijke huizen is, dat men God „ontmoet" H. B Vietnam: Eerste congres van de Chris telijke Vakverenigingen. Dc Vereniging van Christelijke Arbei ders in Vietnam, de C.V.T.C. Confedera tion Vietnamienne du Travail Chretien, telt ongeveer 150.000 leden, die allen ka tholiek zijn. De C.V.T.C. heeft in Saigon 'haar eerste congres gehouden waar ongeveer 300 ge delegeerden, uit Noord-, Zuid- en Cen- traai-Vietnam, aanwezig waren. De ope ningszitting werd gepresideerd door Mgr Cassaigne, Vicaris Apostolicus van Saigon en door de Minister van Arbeid en So ciale Actie in Vietnam. M. Gaston Tessier was van Parijs overgekomen. Het voor naamste probleem dat door de 10 com missies onderstreept werd, was de drin gende noodzaak om Kaders te vormen voor de arbeidersbeweging. Het opkomen van de arbeiderswereld, wat in Vietnam onbetwistbaar is, zou tenslotte compromitterend zijn als men zich er niet actief mee bezig hield ver antwoordelijke personen te vinden en hen te vormen. In Noord-Vietnam heeft de C.V.T.C. kort geleden een werkelijk succes ge boekt in een conflict van de arbeiders met de regering, dat dreigde uit te lopen op een algemene staking. De C.V.T.C. heeft dit conflict ten gunste van de ar beiders weten op te lossen. Frankrijk: Een oud-priesterarbeider, die gewerkt heeft aan een stuwdam in Oost-Frankrijk, maakte op Paaszaterdag de volgende aantekening: Om je goede en duur verdiende geld daarvoor uit te geven! En zeker in die paar dagen vrij, die ik heb! Ik heb dan wel iets beters en gczelligers te doen. Nu is liet, dc tijd van uitgaan en vacant ie houden. En nu me zeker opsluiten in een somber huis! U hoort het n zelf al zeggen. Weet u, ivanneer u gelijk soudt hebben Als het leven geen andere horizon zou hebben dan dit aardse bestaan. Als er niets meer en niets hogers zou zijn, dan het lichamelijke leven. Als je alleen maar zorg zou moeten hebben voor je eten en drinken, voor je toekomst en zaken, voor je natje, en droogje, voor je plezier en uitgaan. Ik kan me, tenminste voorstellen, dat ik, als ik zou weten, dat uit aardse leven alles zou zijn, bij me zelf zou zeggen: jö, je leeft maar één keer, je bent maar éen keer jong. Bekommer je nergens om, maar zorg, dat je uit die paar jaartjes, die je te leven licht, ook (dies, maar dan ook alles uithaalt, wat er bij mogelijkheid maar inzit. De beroerde dingen komen vanzelf. Niet aan denken; vergeten; vluchten, verdringen. Bekommer je ook niet om anderen, Jij leeft en over enkele jaren ben je er niet meer. Alleen plezier en de rest is niet de moeite waard. Dat noemt, men dan vreugde in het leven. We kunnen liet, ook anders beschouwen en wel, als een vluchten voor de wanhoop, van het onherroepelijke einde. Maar laten we nu, eens een ander standpunt, innemen. Laten we eens zeggen, dat de mens oneindige verlangens heeft, die in fe<ie door niets te stillen zijn: dat, hij in het licht van het geloof weet, dat liij zijn leven moet richten op (xod; dat hij verantwoordelijk is voor de anderen; dat, hij voor zijn ecuwig geluk moet zorgen en dat. dit zelfs liet éne noodzakelijke, is. Dan ziet de, situatie er toch wel anders uil. Dan blijven natuurlijk ook de gewone genoegens van liet leven, Want die zijn goed en hebben hun nut. Maar dit. i,s dan niet liet belangrijkste en liet voornaamste. En er moeten ook tijden zijn voor HET BELANGRIJKSTE. Dit is des tc meer noodzakelijk, wanneer het gewone leven ons zozeer in beslag neemt. Dan wordt bet de, hoogste lijd, om nu en dan 'f belangrijkste deel van ons leven eens flink onder dc loupe te nemen en ons gewone leven weer eens tc zien onder dit licht. Waar kun je dit beter dan in een retraite, die paar dagen louter besteed voor je eigenste zelf, voor je taak en opgave, in hel levenDaarna zullen de dingen rondom je zeker niet veranderd, zijn, maar jij beziet alles, hoger en dieper. Naar een retraite„Ik zal wel gek zijn'V Je zoudt gek zijn, als je, het niet deed. Na een nacht van zwaar werk, keer ik terug naar de barak. Ik was me, zonder mijn loon te halen, breng mijn kast in orde en ga naar 't dorp. De Mis 'van Paaszaterdag begint. Daar ver weg verricht de priester zijn officie foutloos. In de Kerk, 3 oude vrouwen. Vandaag verkondigt de Kerk aan de men sen dat zij verrezen zijn met Christus, dat de Christus daar levend temidden van ben aanwezig is, dat zij slechts „ja" hoe ven te zeggen om binnen te treden in de bevrijding, het nieuwe leven, bevrijd van het kwaad en van de zonde. Zouden wij terrein verloren hebben? Zouden wij ons houvast verloren hebben? De mogelijkheid om de boodschap te doen doordringen? Hebben wij onze uit drukkingsmiddelen verloren die in het bereik liggen van de levenden? En deze Kerk waar zich de rijkdommen van dp rococo vermenden met de lelijkheid van de hedendaagse voortbrengselen, met het stof van de schilderijen, de vele beelden; niets heeft er zin: de versieringen, de zo waardige priester die hen de rug toe keert! de misdienaars, die zich on schuldig vermaken, die onbegrijpelijke taal, de verouderde en smerige meubels. IVic spreekt hier van verrijzenis, van nieuw leven, van de jeugd der Kerk? Wat van dit alles zou mijn kameraden kunnen aanspreken (ik hoor het verre ge druis van hun gigantische werkzaamhe den). die arme kerels die zich afsloven en lijden, die gekweld worden door het vlees en de dronkenschap, ver weg van hun thuis, en die elf tot 16 uur per dag werken, als in een arbeidskamp, en die toch ondanks alles vreugde zoeken; wat van dat alles zou hun dan kunnen open stellen voor de boodschap van de vreugde en de bevrijding. Het brood is er overvloedig, het le vende water stroomt als onze watervallen Zijn dan de handen van Gods priesters geboeid, dat zij dit brood niet meer kun nen breken voor hun kinderen? Zij zelf eten, en verzadigen zich...." Jongens die op hun 14de jaar al in de fabriek werken missen practisch alles, wat, kan bijdragen tot vorming en uit groei van hun persoonlijkheid. De jeugd beweging moet in staat zijn om veel van dit gemis te vergoeden. Immers de jeugdbeweging is een stuk natuurlijk milieu, waarin de jeugd in eigen club of groep haar groeiende zelfstandigheid beleeft en tot uitdrukking brengt. Be halve de veelzijdige ontwikkeling zou in dat milieu alvast een kans geschapen kunnen worden om godsdienst en leven tot een vanzelfsprekende eenheid te maken. De K.J.B. wil uitgaan van dc jongen zelf. Zij wenst dus niet maatregelen van boven af, tenzij om het eigen initiatief te stimuleren. Dit betekent dus een grote parochiële vrijheid, waar echter eenzelf de mentaliteit hij de leiding veronder steld wordt. Veruit de meeste jongens zijn niet bij de K.J.B. aangesloten. Het is daarom van belang, dat iedere parqchie behalve een afdelingsaalmoezenier, óok een afdelings leider kent, verantwoordelijk voor het hele gebied der parochie. Zij zorgen er voor, dat alle groeperingen rustig hun werk kunnen doen en verzorgen daarom de contacten met de officiële instanties. Zij houden ook contact met de ouders van de jongens die nergens bij aan gesloten zijn en zij bekijken de algemene jeugdproblemen die telkens aan de orde zijn. In veel parochies is de situatie goed en stevig gevestigd. Maar zo dit niet het geval is, hoe moet er dan begonnen worden? Hij, die aan een eerste opzet toe is, moet beginnen met de situatie te leren kennen, waarin deze jongens leven èn: ze „in hun wezen te laten", wat niet wil zeggen „aan hun lot overlaten", maar veel meer hun langzamerhand een kans geven een eigen milieu te scheppen. Het is zeker waar, dat momenteel veel jongens menen door bezoek aan bioscoop, dancing en kroeg zich t>ïj de volwassenen te kunnen rekenen. Maar heimelijk ligt hun dit niet. 't Kan hun niet liggen om dat het onnatuurlijk is. Zij hebben een eigen milieu nodig. Dit kan op vele ma nieren zonder forcering langzaamaan groeien. Ergens schreef een kapelaan een brief aan alle jongens tussen de 1417 jaar die nergens bij waren, in deze geest: „Kom eens een avond praten, ik heb jul lie nodig, maar je moet zelf maar eens zien of het wat is"; 99% kwam op. De kapelaan vertelde, dat het parochiehuis moest worden opgeknapt en vroeg om vrijwilligers. Hij had nieuwe acolythen nodig. Hij wilde een toneelstuk opvoeren. Voor alle dingen boden zich vrijwilligers aan. die samen een bestuur kozen. Nu is er een toneelclub, een sportclub, een debatingclub en nog wat losse diensten. Een ander begint met een grote wandeltocht uit te schrijven en houdt er een wandelclub uit over. Een goedkoop zwemuur ensceneren kan een eerste contact zijn. Het parochiehuis kan op bepaalde tijden tot „instuif" verklaard worden. Anderen zijn begonnen met een grote zolder en hebben er een heel jeugdleven omheen gebouwd. Maar wanneer we staan voor een muur van onvermogen, wanneer er alleen maar wanbegrip is en apathie? Ineens zullen de kansen niet keren, maar op de duur wint ook hier de aan houder. Het is goed om te beginnen bij de ouders om hun de overtuiging bij te brengen, dat zij zelf de verantwoorde lijkheid hebben. En verder blijft 't waar, dat de moeilijkst bereikbare jongens nog gevoelig zijn voor een persoonlijk con tact. De ware leider zal er in slagen de jongens geleidelijk aan de kansen te doen benutten. Onnodig op te merken, dat de jongens, naarmate zij ouder worden, tot een ster ker contact moeten komen met de Kajot- tersbeweging. Ook de leiders die niet tot de K.A.J. behoren, maar aangetrokken werden uit de K.J.B., zullen dit natuur lijk niet moeten vergeten. O o Overzicht van de actie: 1. Vorming van een werkgroep door enkele ouders, de leidingen van K.J.B., K.A.J. en eventueel L.T.J., een ver tegenwoordiging van het onderwijs en de standsorganisaties. 2. Het verzamelen van namen en adres sen van alle jongens die voor de actie in aanmerking komen. de geestelijkheid der 3. Contact met parochies. 4. Een ouderavond als startpunt: bespre king van de moeilijkheden in en rond om deze jongens bij hun overgang van school naar werk. Uiteenzetten van het doel der actie. Bespreken van data, financiën, kosten enz. 5. Jongensbijee.nkomsten. In de Paasvacanlie in vormingscen trum of studiehuis. In schooltijd met gebruikmaking van de school. Op weekse avonden met een slot weekend. Als zomerkamp in de grote vacantie. De aantallen varieerden van 25 tot 150. (Boven de 50 werd tot splitsing over gegaan in meer groepen). In een prettige sfeer die kan ver kregen worden door gemeenschappelijk spel, handenarbeid, zwemmen e.d. wor den de inleidingen afgewisseld door be sprekingen, door film, zang e.d. De onderwerpen die besproken worden zijn onder meer: Vier projecten komen ter behandeling in aanmerking: 1) Godsdienstige vorming; 2) Algemene ontwikkeling; 3) Culturele vorming; 4) Spel en sport. Het moeilijkste probleem bij deze hele opzet is het vinden en vormen van docenten en leiders. Godsdienstige vorming: Centraal punt van deze vorming moet zijn: de vanzelfsprekende (1 red.) eenheid tussen godsdienst en leven. Geen schei ding, maar ons geloof de bezielende kracht van alles. De docent zal geen dorre katechismus hanteren, maar beslist uit moeten gaan van de levende actualiteit waarin deze jongens verkeren. 6. Ouderavond. Verslag van de ervarin gen. Bespreking nazorg. 7. Bespreking van de werkgroep met. de directies en vertrouwensmannen (jon gere en oudere) uit de bedrijven. Ge sprek over de moeilijkheden, die de jongens van binnenuit en van buitenaf doormaken. Bespreking van mogelijk heden tot bedrijfsapostolaat. Nazorg: 1. Incidenteel zullen alle deelnemers aan de actie: overgang schoolwerk nog eens bij elkander geroepen worden om ervaringen te vertellen en van gedach ten te wisselen. 2. Een parochieel steunpunt lijkt onont beerlijk te zijn. Zo'n steunpunt heet in menige par'/zhie: Ouderraad of Ouder commissie, waarin ouders en leiding van het jeugdwerk elkander regel matig treffen. 3. Bij het zoeken naar concrete mogelijk heden voor Nazorg moet de vrije keuze van de jongens voldoende tot haar recht komen. (Het is dringend nodig om in deze tijd nu de vrijheid en zelf standigheid zo vaak in het gedrang komen door allerlei maatregelen, er op te wijzen, dat ook aan de jongens tus sen 14—17 jaar de eigen vrijheid ge laten wordt om tot de vele openstaande mogelijkheden toe te treden). 't Vorige jaar konden de volgende vor men genoteerd worden: Betekenis van de godsdienst en godsdienstige practijken. Verhoudingen thuis. Betekenis van de arbeid. Vrije-lijdsbesteding en zakgeld. Leeftijdsvoorlichting. (Het diocesaan hoofdkwartier van de K.J.B. beschikt over namen van perso nen, die geschikt zijn over deze onder werpen te spreken). Financiering: Als de ouders het belang van de actie inzien, zullen ze naar vermogen in de onkosten willen bijdragen. Voor de jon gens, wier ouders niet of niet voldoende kunnen betalen, trachte men een bijdrage te ontvangen van de parochie. Ter dek king van de algemene onkosten kunnen andere instanties te hulp geroepen wor den. We denken hierbij ook aan de ge meentelijke overheid. Doel van de „Levensschool" is tiet geven van levensvorming aan jongens op die plaatsen en in die gevallen waarin deze noodzakelijkerwijze aanvulling be hoeft tengevolge van het ontbreken van goede gezinsopvoeding of onderwijs. De Levensschool is dus te zien als een tijdelijke noodmaatregel. Wil zij op de juiste wijze worden opgezet, dan dient dit te gebeuren in samenwerking met onderwijs en standsorganisaties. Algemene ontwikkeling: Hier is natuurlijk geen sprake van veelweterij. Het gaat niet om de kwan titeit, maar om de kwaliteit. Zij heeft ten doel de jongens te helpen een goed mens te worden, dus een persoonlijkheid die in staat is zelfstandig een oordeel te vormen in de belangrijke kwesties van het leven. Culturele vorming: Men wil het woord „cultuur" hier in zéér brede zin nemen. Zo kunnen onder dit project een plaatsvinden: a) handvaardigheid; hierbij denken we meer aan het leren van vaardig heid in de betekenis van handigheid; b) handenarbeid: naast de vroegere huis vlijt. De bedoeling is: de vervaardiging van een werkstuk vanaf het ontwerp; c) toneel en zang; d) lectuur; e) hygiëne verzorging van lichaam en kleding; f) wellevendheid. Sport en spel: Met dit project is uiteraard niet be doeld: gymnastiek-onderwijs. Een jongen wil regelmatig zijn spel: wel, dit moet hem vanuit oen zuivere goedgerichte mentaliteit geboden worden. Bij de ver schillende spelvormen kan het accent de ene keer liggen op het sociale vlak de andere keer op de fantasie, andermaal op uitgesproken lichamelijk terrein hou ding. goede bewegingsvormen, behendig- neid, kracht en uithoudingsvermogen. j v*er Pr°jccten houden sterk ver band met elkaar. Zo zal het team docen ten en leiders regelmatig en intensief onderling contact houden; zodat ieder van hen vanuit eenzelfde visie werkt. Van het totale aantal 15-jarige jongens gaat in ons land 37 pet na het lager of voortgezet lager onder wijs, zonder enige verdere vormin" het bedrijfsleven in. Voor de pro vincie Noord-Brabant ligt het per centage nog 6 pet hoger. Dit is be- kend gemaakt in een rapport van .j ^roYinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant. Deze situatie heeft natuurlijk zeer noodlottige gevol gen in het hele verdere leven van deze jongens en evenzeer voor de gemeenschap van de Kerk en de maatschappij, waar wij een belang rijk deel van uitmaken. De jongste publicaties hebben direct in de hele pers weerklank gevonden. Maar reeds lange tijd hielden de leidende mensen van jeugdstandsorganisatie en K.J.B. zich met het probleem be zig. Een van de uitingen van hun bezorgdheid was de besproken afle vering van „Christus Lux". Na de behandeling van de funda mentele gedachten waarvan men bij de aanpak van dit probleem dient uit te gaan, geeft de redactie enkele concrete richtlijnen en sug gesties: zij is van mening dat het bestaande jeugdwerk versterkt moet worden; zij geeft een over zicht van de Actie: Overgang van school naar werk; en tenslotte geeft mr H. J. M. Megens een idee van de „levensscholen". Nu wij dit twee de gedeelte volgens belofte weer kort samengevat hebben, moeten wij bekennen, dat deze scheiding in twee gedeelten ons pen bijzonder hachelij ke onderneming is gebleken. Zonder de mentaliteit die naar een synthese streeft verliezen de afzonderlijke ac tiviteiten veel, zo niet alles, van haar waarde. Het maakt een groot verschil in de wijze van ondernemen of men de „levensschool" ziet als een activiteit op zich of als een noodmaatregel. Waar zal nu de grootste moeilijk heid blijken te liggen? Bij het tekort aan goede en beschik bare docenten en leiders? Of zullen het de financiële tekorten zijn, die deze zaak slepend gaan houden? Of zal zich ook hier weer een gebrek aan samenwerking en wederzijds begrip manifesteren? De redactie van „Christus Lux" krijgt, naar wij menen, nogal eens het verwijt te horen, dat zij de din gen te donker ziet, aan scherpslijperij doet en te diep graaft. Onze indruk na bestudering van het o.i. belangrijke stuk over de ar beidende jeugd is deze: de dingen zó te zien en dan op zulk een wijze naar de eenvoudigste oplossing te zoeken getuigt van een groot idealisme en tegelijk een diep gefundeerd vertrou wen in de leiding van de H. Geest in de Kerk. P. WESSELING C.s.s.R.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 7