Duits parachutist verhaalt zijn
ervaringen
Internat, studieconferentie
Oosterbeek
Nieuw instituut beantwoordt
aan reële behoefte
te
Met huisje-op-wielen en auto
op
trektocht
Kampeerwagenleven vol roman
tische verrassingen
Maatschappelijk ueik in bedrijven
Door ArdennenLuxemburg en Eif fel
LOOPGRAVEN VOL WATER
bs>&xsjz'£&~> «•-
Caravannen is een sport, die je moet leren
Laatste rustplaats van
Pius X in St Pieter
Goede behandeling
Verschrikkelijk
Het einde
T erug
Ontwikkeling
Eigen karakter
NIEUWBOUW S. K. F. TE
VEENENDAAL
Opening 9 Juni
H.H. WIJDINGEN
Ontbijt uit plastic
College van achter het stuur
In een hotel hoef je niet af te wassen, maar als manlief even helpt is
het zo gebeurd.
Als uit een sprookjesboek
Even voortreffelijk als wijn
ZATERDAG 5 JUNI 1954
PAGINA 10
Dien Bien Phoe was een ware
vallei des doods
In zijn bed in liet militaire hospitaal De
Lanessan in Hanoi vertelt de Duitse
sergeant Anton Albrecht wat er in Dien
Bitfn Phoe met hem gebeurd is.
k,
(Van onze correspondent ALFRED VA1\ SPRANG)
HANOI (Vietnam), Maandag.
„De schemer viel. De hele dag had ik door de bergen gezworven.
Er was bijna geen doorkomen aan vanwege de dichte begroeiing.
Maar ik moest er door om buiten het hereik van de Vietminh te
komen. Ik was doodop. Mijn kleren waren kletsnat van het zweten.
Mijn tong leek een stuk leer. Maar ik wou niet rusten voor het
helemaal ^donker was. Toen zag ik een eindje lager een beekje. Ik
heb me er een beetje in gewassen. En liters water gedronken. Dat
iraf me nieuwe moed om verder te gaan. Ineens stond ik echter
tegenover een Vietminh met een machinegeweer. Een ogenblik
schrokken we allebei. Toen richtte de "Viet zonder waarschuwing
zijn wapen op mij en bracht zijn vinger naar de trekker. Een korte
vuurstoot galmde door de hergen. Het was of mijn linkerheen plot
seling verlamd was. En mijn linkerarm brandde van de pijn. Ik
gaf een schreeuw en viel neer'"
Met een pijnlijke trek op zijn gebruind'
gezicht vertelt Anton Albrecht dit ver
haal terwijl hij ongerieflijk in een van
de vijftienhonderd bedden van het HiJpi-
tal de Lanessan in Hanoi ligt. Anton Al
brecht is een sergeant-parachutist in het
Franse vreemdelingenlegioen. Zes jaar ge
leden was hij een leerling radiomonteur
in een klein Beiers stadje. Toen heeft
hij zich aangemeld voor het vreemdelin
genlegioen. Sindsdien heeft hij bijna drie
jaar in Indo-China gevochten. Begin
April is hij met zijn bataljon boven Dien
Bien Phoe gedropt. Bijna een maand
heeft hij er doorgebracht vóór de vesting
tenslotte gevallen is. En hij mag van ge
luk spreken, dat hij nu in dit hospitaal
ligt Ook al is het dan verre van gerief
lijk. Zijn linkerarm hangt namelijk bo-
ven zijn hoofd in een rekverband. En ook
door zijn linkerbeen is een pen gestoken
waaraan een gewicht van zeven kilo be
vestigd is. Het is hem onder die omstan
digheden onmogelijk om te bewegen. Maar
het is altijd toch nog stukken beter dan
Dien Bien Phoe. Dat geeft hij direct toe.
Sergeant Albrecht veegt met een hand
doek het zweet wat van zijn gezicht en
zijn blote bovenlichaam. Dan zet hij zijn
verhaal voort: „Het was in één woord een
hel. Er lagen tienduizenden Viets om de
vesting heen. Er waren voortdurend felle
aanvallen. De artillerie schoot dag en
nacht. Er kon geen vliegtuig meer landen.
Alles moest per parachute neergelaten
worden. Als het slecht weer was, bleven
de vliegtuigen weg. Dan was er gebrek
aan ammunitie en voedsel. Dagelijks groei
de het aantal gewonden in de primitieve
noodhospitalen. Tot overmaat van ramp
begon het toen te regenen. Het stof ver
anderde in modder en de modder later in
water. De loopgraven en bunkers liepen
vol. En er was geen boop op verbetering.
Zo braken de laatste dagen van Dien Bien
Phoe aan.
„We hadden zoveel verliezen, dat er
van twee bataljons niet meer dan een paar
honderd man over waren. We hadden op
dracht om één van de stellingen om de
commandopost van generaal de Castries
te verdedigen. Het was hopeloos. We ston
den bjjna tot ons middel in het water. Aan
alle kanten lagen lijken, zowel van onze
troepen als van de Viets. Het was onn#>-
gelijk om ze uit de loopgraaf te verwij
deren. Zodra iemand zijn hoofd liet zien,
werd erop geschoten. Dat was ook de re
den, dat we geen nieuwe ammunitie kon
den gaan halen. De Viets lagen vlak te
genover ons. Als het even stil was, konden
wc hen aan hun loopgraven horen wer
ken. Soms deden ze een uitval. Het was
altijd hetzelfde systeem. Eerst een goli
zeifmdord-troepen met plastic bommen.
Daarna een golf, uitgerust met handgra
naten en grote kapmessen. En tenslotte
kwamen de ervaren vechters met machi
negeweren. Er werd meer dan eens man
tegen man gevochten. Het was eenvoudig
een slachtpartij".
Toen kwam de laatste nacht. Het was
de nacht van zes op zeven Mei. De vijan
delijke artillerie was onophoudelijk in
actie Alle punten kregen het zwaar te
verduren. De laatste hooggelegen positie
ging verloren. Maar ondanks de hopeloze
toestand, wou men niet van opgeven we
ten.
„We waren stuk voor stuk doodop. Nie
mand had de laatste nachten een oog dicht
gedaan. Eten deden we ook bijna niet.
Koffie was het enige, waar we naar om
keken. Die nacht zal ik nooit vergeten.
We waren nog maar met drie man over
in de loopgraaf. We hadden de bajonet op
het geweer gestoken en een flinke voor
raad handgranaten klaar gelegd. Toen het
licht werd, nam de druk wat af. Er werd
gefluisterd, dat we bij het invallen van
de duisternis zouden proberen «door de
omsingeling te breken. We waren er al- 1
lemaal vóór. Later besloot de generaal
echter om zich ter wille van de gewonden
over te geven. En dat is ook om ongeveer
half zes in de middag van de zevende Mei
gebeurd".
Albrecht pakt een Amerikaanse sigaret
van het welvoorziene tafeltje naast zijn
bed en tracht met één hand zijn sigaret
tenaansteker te bedienen. Dan beschrijft
hij hoe het einde van Dien Bien Phoe
kwam.
„Het was eigenlijk heel vreemd. Er
werd niet tot het allerlaatste gevochten.
Er was ook geen witte vlag. Het vuren
stierf geleidelijk aan af, totdat het he
lemaal stil was. Toen is iedereen uit de
loopgraven gekomen en heeft zijn wapens
neergelegd. Daarna zijn de Viets onze
stellingen binnen getrokken. Eerst zijn ze
naar de commandopost gegaan om gene
raai de Castries gevangen te nemen. Die
is meteen in een jeep vertrokken. Ver
volgens hebben ze ons verzameld en in
groepen van honderd verdeeld. Wij zijn in
de richting China afgevoerd. De gewon
den hebben ze ter plaatse gelaten, nadat
ze eerst alles gecontroleerd hadden op
verborgen wapens. Maar ?.l met al tra
den de Viets heel correct op".
Van zes uur 's avonds tot middernacht
hebben Albrecht en de andere gevangenen
gelopen. Toen zag hij zijn kans schoon om
te ontsnappen. Hij is in het hoge gras
langs de kant van de weg gaan liggen en
heeft de colonne rustig laten passeren. De
hele nacht heeft hij zich verborgen gehou
den. Toen het licht was, is hij op pad ge
gaan. Hij had een compas en wist, dat hij
naar het Westen moest om weer in Frans
gebied te komen. De hele dag heeft hij
door de bergen gezworven, tot hij vlak
vóór het invallen van de duisternis door
de Vietminh schildwacht neergeschoten
werd.
„Ze hebben me vijftig meter verderop
naar een sqort bivak gedragen. Er waren
nog vijf andere Viets. Ze hadden opdracht
om zonder waarschuwing op vluchtelingen
te schieten. 'Ik heb daar drie dagen ge
legen. Het waren de drie ergste dagen
van mijn leven. Mijn knie was versplin
terd.. Mijn been en arm waren gebroken.
En er was niemand om mij te verbinden.
Ik heb een zakdoek in repen gescheurd
en de stukken om mijn wonden gedaan. En
verder heb ik alle sulfa-tabletten uit mijn
noodrantsoen opgegeten. Ik verging van
de pijn en van de kou. Het regende urefi
achter elkaar en ik had niets anders dan
mijn uniform. Soms dacht ik dat ik gek
zou worden van ellende. Maar ik ben geen
ogenblik buiten bewustzijn geweest, hoe
wel mijn been langzamerhand zwart be
gon te worden en de maden in mijn won
den kropen. Maar ik heb steeds weer in
mezelf herhaald: „Ik moet naar Hanoi...
ik moet naar Hanoi".
Tenslotte hebben zes koelies hem op
een draagbaar van bamboe en takken naar
Dien Bien Phoe teruggedragen. Het was
een mars van veertien uur. Daar heett hij
nog eens drie dagen gelegen, alvorens een
Vietminh dokter hem behandeld heett. De
behandeling bestond uit niet veel meer
dan het uitwassen van zijn wonden en het
in gips doen van zijn arm en been. Daarom
ligt hij nu in twee rekverbanden. De
beenderen zijn namelijk scheef tegen el
kaar geplaatst en al gedeeltelijk aan le-
kaar gegroeid.
De behandeling in Dien Bien Phoe was
goed. De Viets deden alles wat mogelijk
was. In het begin wat dat niet veel. Er
waren practisch geen medicijnen. Later
hebben de Fransen grote voorraden me
dicamenten en levensmiddelen boven Dien
Bien Phoe afgeworpen. Toen was het
beter.
De Viets hebben kleine tenten voor ons
gebouwd van de parachutes, die er bij
duizenden lagen. Ze hebben de parachutes
ook gebruikt om verband te maken en
dekens. En de nylondraden deden zelfs
dienst om de operatiewonden dicht te
naaien. Er was altijd thee en soms ook
koffie met melk en chocolademelk. En
's avonds zelfs warme wijn. Ik heb bijna
niets gegeten, omdat ik last van mijn
maag had. Maar er was rijst en vers vlees
en verder rantsoenen".
Albrecht steekt de zoveelste sigaret op.
Hij heeft zolang goede sigaretten moeten
ontberen, dat hij nu zijn schade tracht in
te halen. En hij heeft er volop, want de
gewonden worden van alle kanten ver
wend. Het tafeltje naast zijn bed staat
boordevol goede gaven. Toiletartikelen
(waaronder niet minder dan drie scheer-
apparaten), vruchten, chocolade, blikjes
vruchtensap, lectuur, wijn en champagne.
En om vooral te laten uitkomen, dat hij
parachutist is, heeft hij zijn rode baret
met het parachutisten-insigne aan een
spijker in de muur gehangen.
Het was nu verder wachten op de
evacuatie. De Viets gaven alle gewonden
een nummer. Albrecht kreeg nummer 10.
Hij zou dus één van de eersten zijn om te
vertrekken. Maar er verstreken verschei
dene dagen voor het eindelijk zover was.
In die dagen heeft hij nog heel wat gezien
en gehoord.
„Verreweg de meeste Viets zijn meteen
uit Dien Bien Phoe vertrokken. Wat er
achtergebleven is waren allemaal jongens
van een jaar of zestien zeventien. Dikwijls
kwamen ze een praatje met ons maken.
Ook de officieren. Ze waren heel vrien
delijk en vroegen naar onze familie en
hoe lang we al in Indo-China waren. Soms
gaven ze ons ook lectuur. Communistische
kranten in het Frans. En een boekje in
het Duits. „Der Hcimkehrer" heette het
en het beschreef de ervaringen van een
Duitse krijgsgevangene in Rusland. Op
een avond was er zelfs bioscoop. Een
oude film van het communistische jeugd-
festival in Berlijn en een paar documen
taires over de landen achter het IJzeren
Gordijn. Maar de echte propaganda begon
toen de helicopters ons eerst niet kwamen
halen. Toen zeiden de Viets: „Dat is nou
de behandeling van de Fransen jullie
zijn alleen maar goed om voor hen te
vechten. en als je niet langer vechten
kunt, laten ze jullie gewoon in de steek".
Maar tenslotte zijn de helicopters toch
verschenen. Het was een onvergetelijk
ogenblik voor Albrecht. Eerst werd hij
helemaal gefouilleerd op militaire papie
ren en foto's.Daarna werd hij naar de
helicopter gedragen. De Vietminh-com-
mandant kwam persoonlijk afscheid ne
men. En daarbij sprak hij de hoop uit, dat.
er spoedig vrede in Vietnam zou heersen.
Het laatste wat Albrecht van Dien Bien
Phoe zag was een! aantal Franse krijgs
gevangenen, dat bezig was de mijnen uit
het vliegveld te verwijderen. Daarna
schoof de deur dicht en verhief het toestel
zich in de lucht. Even later was hij op weg
naar de vrijheid.
Albrecht verschuift zijn arm een beetje
om een houding te zoeken, welke de pijn
wat vermindert. Voorlopig is hij uitge
schakeld. Maar hij schijnt de ernst van
zijn toestand niet in te zien, wanneer hij
zegt te hopen, dat hij spoedig weer in staat
zal zijn om te springen. En om naar Indo-
China terug te keren.
„In de eerste plaats houd ik van het
land. Maar ik heb hier ook nog een re
kening te vereffenen met de Viets. Ik zal
nooit kunnen vergeten, hoe die Viet daar
in de bergen bü Dien Bien Phoe mij als
een hond neergeschoten heeft. In koelen
bloede, terwijl hij zag, dat ik ongewapend
was. Daar zal ik revanche voor nemen".
Maar er is nog een derde reden, waarom
sergeant Anton Albrecht naar Indo-China
terug verlangt. Aan het voeteneind van
zijn bed staat een knap Vietnamees meisje
geduldig te wachten tot het interview
klaar is. En zij is zijn vrouw.
Volgens een K. N. P.-bericht hebben
Vaticaanse kringen positief de berichten
tegengesproken, die de laatste weken door
verschillende persbureaux zijn verspreid,
als zou het stoffelijk overschot van de H.
Paus Pius X in de dom te Venetië worden
bijgezet. Het Vaticaan overweegt slechts
de mogelijkheid, de sarcophaag met het
lichaam van de Paus tijdelijk voor
verering naar Venetië over te brengen en
wel op verzoek van kardinaal Roncalli,
de huidige patriarch van Venetië. Het is
echter de uitdrukkelijke wens van de
overleden Paus zelf, dat Zijn stoffelijk
overschot zal rusten in de St. Pieter, al
dus het bericht.
Een gewonde uit Dien Bien Phoe wordt
op het militaire vliegveld Bach-Mai in
Hanoi van een vliegtuig in een ambu
lance geladen om naar het hospitaal te
worden vervoerd.
Van 1326 Juni a.s. zal op „De Pieters
berg" te Oosterbeek een internationale
studieconferentie worden gehouden over
het maatschappelijk werk in bedrijven.
De conferentie wordt georganiseerd in
opdracht van het Europese Bureau der
Verenigde Naties en de Internationale
Arbeidsorganisatie. De voorbereiding en
organisatie is in handen gelegd van de
Nederlandse Vereniging voor Maatschap
pelijk Werk en de Ministeries van Maat
schappelijk Werk en Sociale Zaken en
Volksgezondheid. Er worden deelnemers
verwacht uit Noorwegen, Zweden, Dene
marken, Finland, het Verenigd Konink
rijk, West-Duitsland, België, Frankrijk,
Zwitserland, Italië, Oostenrijk, Joego
slavië, Turkije en Israël.
Het maatschappelijk werk, zoals dat
thans in de Nederlandse bedrijven wordt
uitgevoerd, zal als uitgangspunt en voor
beeld worden genomen.
De eerste dagen zullen besteed wor
den aan algemene inleidingen op so
ciaal-economisch gebied en het terrein
van maatschappelijk werk.
Hierna volgen excursies naar bedrij
ven. Over de tijdens deze excursies op
gedane indrukken zal de laatste dagen
van het congres gediscussieerd worden,
terwijl aan het slot getracht zal worden
de resultaten van een en ander in con
clusies vast te leggen. Om met dit con
gres een optimaal resultaat voor de
deelnemers te bereiken, zal bijzonder
aandacht besteed worden aan de discus
sietechniek en de groepsverhoudingen
tijdens de congresdagen. De Studiekring
voor Groepsarbeid zal gedurende het ge
hele congres observeren en voortdurend
adviezen verstrekken. Een initiatief, dat
alleszins toegejuicht moet worden.
Het bedrijfsmaatschappelijk werk is
nog van vrij recente datum. Pas na de
eerste wereldoorlog is het zich in toe
nemende mate gaan ontplooien als onder
deel van het streven om de menselijke
factor in het bedrijfsleven weer meer tot
zijn recht te doen komen. Tijdens en na
de tweede wereldoorlog ontwikkelde dit
aspect van het maatschappelijke werk
zich op stormachtige wijze. En nog steeds
zet deze'groei zich, zij het in langzamer
tempo, voort. Zij bewijst, dat het be-
bedrijfsmaatschappelijk werk aan een
reële behoefte beantwoordt. In 1933 had
den 355 ondernemingen één of meer
maatschappelijke werk(sters) in dienst.
In totaal bedroeg het aantal dezer nieuwe
functionnarissen in het bedrijfsleven 457.
Door gebrek aan inzicht in de eigen
lijke taak van het bedrijfsmaatschap
pelijk werk, de uiterst snelle groei
daarvan in cn na de tweede wereld
oorlog en het grote gebrek aan opge
leide krachten (slechts 41 pet had in
1952 het diploma van een school voor
maatschappelijk werk) werden in deze
nieuwe tak van maatschappelijk werk
vrij veel mensen aangesteld, die niet
voor hun taak berekend waren. Lang
zamerhand verbetert dit gelukkig, door
dat de scholen voor maatschappelijk
werk meer bevoegde krachten afleve
ren.
T.a.v. de plaats van de bedrijfsmaat
schappelijke werk (st) er in de hiërarchie
van het bedrijf bestaan in de practijk
nog vrij grote verschillen.
Overheersend is de mening, dat dit
werk een onderdeel is van liet personeels
beleid als één van de functies der direc
tie en dat de bedrijfsmaatschappelijke
werk (st) er dus direct zal moeten staan
onder degene, die de grote lijn van het
personeelsbeleid bepaalt.
Het bedrijfsmaatschappelijk werk heeft
vergeleken met het algemeen maatschap
pelijke werk een eigen karakter, daar de
aanpassingseisen door het bedrijf aan zijn
werknemers gesteld anders en veelal
zwaarder liggen dan die, welke de maat
schappij aan de mensen in het algemeen
stelt. Het gaat uiteindelijk om hulpverle
ning aan die werknemers, die ondanks
allerlei algemene maatregelen en voorzie
ningen in de bedrijven aanpassingsmoei
lijkheden ondervinden. Wat de inhoud
van deze functies betreft ziet men in de
practijk nog grote variaties.
Globaal genomen omvat zij de vol
gende aspecten:
Het geven van hulp, advies en be
middeling bij individuele moeilijk
heden;
medezorgen voor het scheppen cn
handhaven van goede verhoudingen in
het bedrijf;
medezorgen voor goede arbeidsvoor
waarden en een goede arbeidsomgeving
en een goede samenstelling van het
personeel en tenslotte het bijhouden
van een eigen administratie.
De eerste twee taken behoren meer
specifiek tot het terrein van de maat
schappelijke werk (st) er.
Naast het interne werk treedt hij
(meestal echter is het een zij) ook naar
buiten op.
In de eerste paats hebben n.l. werk
nemers soms te kampen met aanpassings
moeilijkheden buiten het bedrijf, die in
het bedrijf hun oorzaak vinden, zodat zij
het beste van daaruit kunnen worden op
gelost. Verder kunnen dergelijke proble
men hun oorsprong ook bulten het be
drijf hebben, maar aanpassingsmoeilijk
heden in het bedrijf tot gevolg hebben,
zodat de stoot tot de oplossing vaak van
de bedrijfsmaatschappelijke werk (st) er
uit zal gaan. Uiteraard bestaan er voor
deze bemoeiingen buiten het bedrijf
zekere grenzen, daar de betrokken func
tionaris dan vaak terreinen en milieu's
betreedt, waar andere personen en in
stanties een meer directe taak hebben
dan het bedrijf (b.v. het scheppen van
ontwikkelings- en ontspanningsmogelijk
heden, het oplossen van gezins- en huwe
lijksmoeilijkheden e.d.).
In de practiijk is er door de sterke wis
selwerking tussen het arbeidsmilieu en
de andere milieu's geen scherpe scheiding
te maken tussen het interne en externe
werk. Het eerste vormt wel het meest
omvangrijke en specifieke element ervan,
maar ook het tweede is zeker een nood
zakelijk onderdeel.
De nieuwe gebouwen van de kogella-
gerfabrieken „S. K. F." van de Ned. Mij.
van Kogellagers te Veenendaal zullen
Woensdag 9 Juni officieel worden geopend
en in dienst gesteld. Bij deze plechtigheid
zullen o.m. aanwezig zijn Z. K. H. Prins
Bernhard, Z. K. H. prins Bertil van Zwe
den en de minister Zonder Portefeuille
mr J. M. A. H. Luns. De openings/ade
zal worden uitgesproken door de minister
van Economische Zaken, prof. dr J.
Zijlstra.
Op Zaterdag 12 Juni zal Z.H. Exc. mgr
Jos. Baeten, Bisschop van Breda, de vol
gende H.H. Wijdingen toedienen in de
kapel van het Gr. Seminarie te Hoeven;
dc tonsuur aan: E. P. A. Bouwmans. A.
P. J. Hendriks, J. J. H. Hoevenaars, Chr.
C. de Jong, A. A. J. Magnus, H. J. A. Pitt;
het cxorcistaat en acolythaat aan: Chr.
J. M. Don, E. A. M. Fischer, A. J. van
Haperen, J. C. Jespers, A. A. M. Matthijs-
sen, H. J. Mulder, A. P. C. Verheijdon,
J. J. M. A. Vos, B. A. de Vos; het sub
diaconaat aan: G. A. M. Baeten, P. J. M.
Berende, J. C. M. van Dongen, A. C.
Janssen, F. H. A. M. Leygraaf, H. J. M.
Vaarten, J. A. M. van der Veeken, fr. Ar-
noldus van Gerwen O.C.S.O.het pries
terschap aan: J. C. Dekkers, J. G. M.
Geerts, R. J. C. Jansen, C. P. jvi. Rom_
bouts, A. L. M. Wouters, fr. Walterus
Schumacher O.C.S.O.
O
(Van onze speciale
Als je voor Jv eerste maal van je
leven met een kampeerwagen er op
uit trekt cn dan nog wel vier
dagen door de grillige Ardenucn, liet
lieflijke Luxemburg en liet weidse
Eiffcl-gebergte beleef je allerlei
wonderlijke, romantische en poëti
sche dingen en onderga je geneugten
waarvan de kostelijke smaak tot nog
toe volslagen onbekend voor je was.
Thuis krijg je wellicht eens thee op bed.
Maar zo'n geurig kopje Chinees vocht
plus een paar beschuiten met suiker na
een heerlijke nachtrust in een caravan,
terwijl je met je nog slaperige ogen door
het openstaande raam boven je schuim-
rubberbed en zelf nog gewikkeld in een
voortreffelijke slaapzak de zon haar
wijde boog van Oost naar West ziet be
ginnen over de golvende Eiffel-bossen en
-dalen ergens bij Blankenheim, heeft toch
een bijzondere charme en is een onver
getelijke gewaarwording.
Thuis zouden de buren er schande van
spreken, als je zo maar in je overigens
keurige nachtgewaad een morgenwande
ling zou maken. Doch daar in de Eiffel,
op die stralende Mei-morgen, boven op
een lente-groene weide, kon je dat doen
zonder te blozen en in alle fatsoen. En
al gauw zat je na je thee-op-bed bij buur-
man-caravanner te genieten van een ont
wakend en dampend berglandschap, waar
boven de leeuweriken kringelend en zin
gend omhoog fladderden.
Thuis is het vrijwel geen enkel stads
mens gegeven zo uit bed een duik in een
zwembassin te nemen. Maar. toen we met
onze kampeerwagen we spreken reeds
van ónze caravan, zó thuis voelden we
óns al na één dag toeren met onze gast
vrouw en gastheer in hun gezellige en
gerieflijke wagen in een van die vele
kronkelende, groene reuzengreppels de.r
Ardennen, waarin de Amblève over een
bodem van puur keien springt, schoten
we 's morgens direct ons zwemgoed aan
om even later krijgertje te spelen met de
forellen. Een spel, dat we prompt ver
loren.
Onze immer zorgvolle gastvrouw had
intussen de beide tweepersoonsslaapplaat
sen hertoverd in twee tafeltjes met aan
weerszijden elk een comfortabele bank,
waarop de schuimrubberkussens we
Viandcn ligt ook in een van die vele groene reuzen greppels der Ardennen en
dorp de kamp plaats aan de Our
met spijt verlaat het rolU'
nan
hadden er prima op geslapen precies
bleken te passen. Hoe listig cn hoe prac
tisch! Daarna zorgde zij voor het ontbijt,
waarvoor de diverse ingrediënten uit de
talloze kastjes en laatjes te voorschijn
werden gehaald. En voor de deur van
de kampeerwagen gebruikten we toen op
wel heel poëtische wijze ons morgenmaal
van plastic-bordjes en uit plastic-kopjes.
Dan was het inpakken geblazen. De
lichte, op- en inklapbare meubeltjes ver
dwenen met het zonnescherm en de
scheerlijnen in een van de vele en noo't
vermoede bergruimten van de caravan;
het neuswiel was in een wip opgeschroefd,
alsook de beide ondersteuningspootjes aan
de achterzijde, zodat de wagen weer ge
heel vrij op zijn twee wielen stond. On
derwijl had onze gastvrouw afgewassen,
het onbreekbare servies veilig opgebor
gen, het gascomfoor in de caravan
kookt men veelal op een tweepits-buta-
gasstel alsook het aanrecht ja heus,
compleet met afvoer en een kraan met
stromend water er boven schoonge
maakt. En na een laatste algehele inspec
tie werd ingestapt en koers gezet naar de
volgende pleisterplaats, weer ergens in
de vrije*, om deze tijd van het jaar on
gelooflijk groene natuur, ver weg van la
waai en mensen, ver weg van het proza-
ische rumoer van een stad in avondstem
ming.
Dc eerste dag op onze trektocht hebben
we nu en dan wel eens angstig omgeke
ken naar de caravan. Maar deze rolde
rustig en heel volgzaam achter ons aan,
wipte gezellig op en neer als de weg niet
zo heel best was cn spoedig waren we
gerustgesteld: ons huisje-op-wielen kon
helemaal geen kwaad, ook niet in haar
speldbochten, bij sterke afdalingen of
wanneer dc kilometerteller (bij uitzonde
ring, want een goed caravanner jaagt
niet) van onze Ford 80 tot 100 wees. De
kampeerwagen volgde gedwee en zonder
kantelneigingen te vertonen.
Dat laatste heeft de caravanner overi
gens voor een groot deel zelf in de hand.
Uit hoofde van zijn constructie ligt het
zwaartepunt van een kampeerwagen
(meestal éénassig) hoog, zodat de eigenaar
er voor dient te zorgen, dat het in elk
geval niet veel hoger komt te liggen.
Daarom is het zaak de zwaarste inventa
risstukken zo veel mogelijk in de laagste
kastjes en b.v. het plastic-servies e.d- t
de bovenste laatjes op 'te bergen. Dait a -
dan ook'een ware caravanner, zona
vrees voor kantelen totaal overbo g
Bovendien zijn de door de drie in
bestaande fabrieken geboiwde ,,vas
kampeerwagens van bekantelgcvaar
degelijke constructie, dat kantelgcvaar
'X'enno^ellmier over caravanning,
hetgeen een sport is, die moet worden ge
léérd, hebben we van onze gastheer-
achter-het-stuur gehoord, alsook van de
A.N.W.B.-deskundigen, die deze tocht voor
een aantal journalisten hadden georgani
seerd om hen zodoende de vele aantrek
kelijkheden van het caravannen in de
practijk te doen leren kennen. Deze trek
tocht had de A.N.W.B. juist door het berg
land van België, Luxemburg en de Eiffel
uitgestippeld om de deelnemers op die
manier te tonen de mogelijkheden van
een auto met kampeerwagen ook in een
sterk geaccidenteerd terrein'. De vier
daagse trip, waaraan een tiental caravan-
bezitters met £un echtgenoten bereidwil
lig met hun wagens deelnamen, was in
Den Haag begonnen en leidde via
Luik,
Remouchamps, Echternach en Aken naar
Arnhem, waar de mannen van de pe -
scheid namen van hun „pleego^rs cue
hen verre van stiefmoederlijk nc,..u„„r
behandeld. De *»»»»«„-*,' Z'S
kregen.
Na die tocht van vele uren, berg op
here af d°or rustlge stadjes en dorpjes
aan snelvlietende stromen, waarin de fo
rellen bij duizenden flitsen, langs koele
bossen en hei-groene weiden, waarin de
paardenbloem brutaal-geel tierde, arri
veerden *6 tenslotte op de volgende over
nachtingsplaats. Daar voltrok zich even
als de vorige avond opnieuw dat koste
lijke schouwspel van uitpakken, uitklap
pen en ontvouwen van de diverse kam
peerwagens. Want behalve de „vaste" ca
ravan, zijn er de laatste jaren in ons land
ook enkele opvouwbare wagens op de
markt gekomen.
Dit waarschijnlijk vanwege de toe
nemende vraag naar goedkope (over de
aansohaffingskosten en dergelijke ook de
volgende keer meer) caravans, die door
kleine personenauto's kunnen worden ge
trokken. Het kleine wagentje verschijnt
immers meer en meer op de straat en voor
deze is de gesloten kampeerwagen veelal
'te log en te zwaar.
Zo bleek dan b.v. de langwerpige keu
rig gelakte „kist" op twee wieltjes, die
trouw een Ford Taunus had gevolgd, een
volledige ter.t met keukeninventaris en
een bed te bevatten. In een oogwenk stond
het hele tentenhuisje overeind.
Een'verdraaid veel op een Romeinse ren-
wagc'n lijkend aanhangsel, dat vrolijk
achter een volkswagentje had gehuppeld,
ontpopte zich eveneens als een flinke tent,
waarifi 's avonds tegen het witte doek
wanneer de bewoners hun slaapzakken
opzochten, onder luide bijval van de „me
nigte" een schimmenspel werd gegeven.
Dan waren er verder ook enkele zij
waarts uitklappende dozen, waarvan er
èèn een verrassend grote ruimte bleek te
bevatten.
En gelijk een sprookjesdorp plots
rechtop springt, als het kind zijn
vertelselboek openslaat, zo v:as in een
minimum van tijd dit hele rollende dorp
opgebouwd. Nadat de diverse gast
vrouwen met enkele handige manoeu
vres het salonnetje van de caravan
hadden veranderd in een keuken-eetka
mer, waar de butagaslampjes gezellig
en helder snorden, en een kort uurtje
achter het gasstel hadden gestaan
de mannen hielpen ijverig mee en zo
doende waren de piepers gauw gejast
genoten we van een maaltijd, be
sproeid met koele Luxemburgse wijn.
De avond viel snel en boven het
ruisen van de Our bij Vianden, trots
bekroond door de ruïne van het kasteel,
dat drie eeuwen eigendom was van het
geslacht Nassau-Dillenburg. klonk van
heel ver de roep van de koekoek. Een
voor een doofden de lichten in de ca
ravans en strekte men z'n moede leden
uit op het met een handomdraai uitge
klapte bed.
Via Monschau een plaatsje als van
een plaatje met zijn gele, witte en vuur
rode gevels leiendaken en de zich ener
giek herstellende stad Aken zijn we met
moegekeken ogen, maar tevens overvol
ervaringen we hadden een nieuwe
sport Ieren kennen: caravanning! in
Limburg teruggekeerd. Het was er broeie
rig warm en de halve liter Up smaakte
bijzonder. Daarna zijn we snel naar ons
alter ego gereisd om haar te zeggen, dat
indien zij er geen bezwaar tegen heeft
ook tijdens onze vacantie te moeten ko
ken, afwassen en bedden opmaken man
lief zal heus wel wat helpen en er kan
een kampeerwagen van af, we dan toch
maar eens caravannend de bergen
van onze nabuurlanden moesten intrek
ken. We hadden de smaak van het kam
peerwagen-kamperen te pakken gekregen.
En die smaak was even voortreffelijk a]«
de wijn