Duits parachutist verhaalt zijn ervaringen Internat, studieconferentie Oosterbeek Nieuw instituut beantwoordt aan reële behoefte te Met huisje-op-wielen en auto op trektocht Kampeerwagenleven vol roman tische verrassingen Maatschappelijk ueik in bedrijven Door ArdennenLuxemburg en Eif fel LOOPGRAVEN VOL WATER bs>&xsjz'£&~> «•- Caravannen is een sport, die je moet leren Laatste rustplaats van Pius X in St Pieter Goede behandeling Verschrikkelijk Het einde T erug Ontwikkeling Eigen karakter NIEUWBOUW S. K. F. TE VEENENDAAL Opening 9 Juni H.H. WIJDINGEN Ontbijt uit plastic College van achter het stuur In een hotel hoef je niet af te wassen, maar als manlief even helpt is het zo gebeurd. Als uit een sprookjesboek Even voortreffelijk als wijn ZATERDAG 5 JUNI 1954 PAGINA 10 Dien Bien Phoe was een ware vallei des doods In zijn bed in liet militaire hospitaal De Lanessan in Hanoi vertelt de Duitse sergeant Anton Albrecht wat er in Dien Bitfn Phoe met hem gebeurd is. k, (Van onze correspondent ALFRED VA1\ SPRANG) HANOI (Vietnam), Maandag. „De schemer viel. De hele dag had ik door de bergen gezworven. Er was bijna geen doorkomen aan vanwege de dichte begroeiing. Maar ik moest er door om buiten het hereik van de Vietminh te komen. Ik was doodop. Mijn kleren waren kletsnat van het zweten. Mijn tong leek een stuk leer. Maar ik wou niet rusten voor het helemaal ^donker was. Toen zag ik een eindje lager een beekje. Ik heb me er een beetje in gewassen. En liters water gedronken. Dat iraf me nieuwe moed om verder te gaan. Ineens stond ik echter tegenover een Vietminh met een machinegeweer. Een ogenblik schrokken we allebei. Toen richtte de "Viet zonder waarschuwing zijn wapen op mij en bracht zijn vinger naar de trekker. Een korte vuurstoot galmde door de hergen. Het was of mijn linkerheen plot seling verlamd was. En mijn linkerarm brandde van de pijn. Ik gaf een schreeuw en viel neer'" Met een pijnlijke trek op zijn gebruind' gezicht vertelt Anton Albrecht dit ver haal terwijl hij ongerieflijk in een van de vijftienhonderd bedden van het HiJpi- tal de Lanessan in Hanoi ligt. Anton Al brecht is een sergeant-parachutist in het Franse vreemdelingenlegioen. Zes jaar ge leden was hij een leerling radiomonteur in een klein Beiers stadje. Toen heeft hij zich aangemeld voor het vreemdelin genlegioen. Sindsdien heeft hij bijna drie jaar in Indo-China gevochten. Begin April is hij met zijn bataljon boven Dien Bien Phoe gedropt. Bijna een maand heeft hij er doorgebracht vóór de vesting tenslotte gevallen is. En hij mag van ge luk spreken, dat hij nu in dit hospitaal ligt Ook al is het dan verre van gerief lijk. Zijn linkerarm hangt namelijk bo- ven zijn hoofd in een rekverband. En ook door zijn linkerbeen is een pen gestoken waaraan een gewicht van zeven kilo be vestigd is. Het is hem onder die omstan digheden onmogelijk om te bewegen. Maar het is altijd toch nog stukken beter dan Dien Bien Phoe. Dat geeft hij direct toe. Sergeant Albrecht veegt met een hand doek het zweet wat van zijn gezicht en zijn blote bovenlichaam. Dan zet hij zijn verhaal voort: „Het was in één woord een hel. Er lagen tienduizenden Viets om de vesting heen. Er waren voortdurend felle aanvallen. De artillerie schoot dag en nacht. Er kon geen vliegtuig meer landen. Alles moest per parachute neergelaten worden. Als het slecht weer was, bleven de vliegtuigen weg. Dan was er gebrek aan ammunitie en voedsel. Dagelijks groei de het aantal gewonden in de primitieve noodhospitalen. Tot overmaat van ramp begon het toen te regenen. Het stof ver anderde in modder en de modder later in water. De loopgraven en bunkers liepen vol. En er was geen boop op verbetering. Zo braken de laatste dagen van Dien Bien Phoe aan. „We hadden zoveel verliezen, dat er van twee bataljons niet meer dan een paar honderd man over waren. We hadden op dracht om één van de stellingen om de commandopost van generaal de Castries te verdedigen. Het was hopeloos. We ston den bjjna tot ons middel in het water. Aan alle kanten lagen lijken, zowel van onze troepen als van de Viets. Het was onn#>- gelijk om ze uit de loopgraaf te verwij deren. Zodra iemand zijn hoofd liet zien, werd erop geschoten. Dat was ook de re den, dat we geen nieuwe ammunitie kon den gaan halen. De Viets lagen vlak te genover ons. Als het even stil was, konden wc hen aan hun loopgraven horen wer ken. Soms deden ze een uitval. Het was altijd hetzelfde systeem. Eerst een goli zeifmdord-troepen met plastic bommen. Daarna een golf, uitgerust met handgra naten en grote kapmessen. En tenslotte kwamen de ervaren vechters met machi negeweren. Er werd meer dan eens man tegen man gevochten. Het was eenvoudig een slachtpartij". Toen kwam de laatste nacht. Het was de nacht van zes op zeven Mei. De vijan delijke artillerie was onophoudelijk in actie Alle punten kregen het zwaar te verduren. De laatste hooggelegen positie ging verloren. Maar ondanks de hopeloze toestand, wou men niet van opgeven we ten. „We waren stuk voor stuk doodop. Nie mand had de laatste nachten een oog dicht gedaan. Eten deden we ook bijna niet. Koffie was het enige, waar we naar om keken. Die nacht zal ik nooit vergeten. We waren nog maar met drie man over in de loopgraaf. We hadden de bajonet op het geweer gestoken en een flinke voor raad handgranaten klaar gelegd. Toen het licht werd, nam de druk wat af. Er werd gefluisterd, dat we bij het invallen van de duisternis zouden proberen «door de omsingeling te breken. We waren er al- 1 lemaal vóór. Later besloot de generaal echter om zich ter wille van de gewonden over te geven. En dat is ook om ongeveer half zes in de middag van de zevende Mei gebeurd". Albrecht pakt een Amerikaanse sigaret van het welvoorziene tafeltje naast zijn bed en tracht met één hand zijn sigaret tenaansteker te bedienen. Dan beschrijft hij hoe het einde van Dien Bien Phoe kwam. „Het was eigenlijk heel vreemd. Er werd niet tot het allerlaatste gevochten. Er was ook geen witte vlag. Het vuren stierf geleidelijk aan af, totdat het he lemaal stil was. Toen is iedereen uit de loopgraven gekomen en heeft zijn wapens neergelegd. Daarna zijn de Viets onze stellingen binnen getrokken. Eerst zijn ze naar de commandopost gegaan om gene raai de Castries gevangen te nemen. Die is meteen in een jeep vertrokken. Ver volgens hebben ze ons verzameld en in groepen van honderd verdeeld. Wij zijn in de richting China afgevoerd. De gewon den hebben ze ter plaatse gelaten, nadat ze eerst alles gecontroleerd hadden op verborgen wapens. Maar ?.l met al tra den de Viets heel correct op". Van zes uur 's avonds tot middernacht hebben Albrecht en de andere gevangenen gelopen. Toen zag hij zijn kans schoon om te ontsnappen. Hij is in het hoge gras langs de kant van de weg gaan liggen en heeft de colonne rustig laten passeren. De hele nacht heeft hij zich verborgen gehou den. Toen het licht was, is hij op pad ge gaan. Hij had een compas en wist, dat hij naar het Westen moest om weer in Frans gebied te komen. De hele dag heeft hij door de bergen gezworven, tot hij vlak vóór het invallen van de duisternis door de Vietminh schildwacht neergeschoten werd. „Ze hebben me vijftig meter verderop naar een sqort bivak gedragen. Er waren nog vijf andere Viets. Ze hadden opdracht om zonder waarschuwing op vluchtelingen te schieten. 'Ik heb daar drie dagen ge legen. Het waren de drie ergste dagen van mijn leven. Mijn knie was versplin terd.. Mijn been en arm waren gebroken. En er was niemand om mij te verbinden. Ik heb een zakdoek in repen gescheurd en de stukken om mijn wonden gedaan. En verder heb ik alle sulfa-tabletten uit mijn noodrantsoen opgegeten. Ik verging van de pijn en van de kou. Het regende urefi achter elkaar en ik had niets anders dan mijn uniform. Soms dacht ik dat ik gek zou worden van ellende. Maar ik ben geen ogenblik buiten bewustzijn geweest, hoe wel mijn been langzamerhand zwart be gon te worden en de maden in mijn won den kropen. Maar ik heb steeds weer in mezelf herhaald: „Ik moet naar Hanoi... ik moet naar Hanoi". Tenslotte hebben zes koelies hem op een draagbaar van bamboe en takken naar Dien Bien Phoe teruggedragen. Het was een mars van veertien uur. Daar heett hij nog eens drie dagen gelegen, alvorens een Vietminh dokter hem behandeld heett. De behandeling bestond uit niet veel meer dan het uitwassen van zijn wonden en het in gips doen van zijn arm en been. Daarom ligt hij nu in twee rekverbanden. De beenderen zijn namelijk scheef tegen el kaar geplaatst en al gedeeltelijk aan le- kaar gegroeid. De behandeling in Dien Bien Phoe was goed. De Viets deden alles wat mogelijk was. In het begin wat dat niet veel. Er waren practisch geen medicijnen. Later hebben de Fransen grote voorraden me dicamenten en levensmiddelen boven Dien Bien Phoe afgeworpen. Toen was het beter. De Viets hebben kleine tenten voor ons gebouwd van de parachutes, die er bij duizenden lagen. Ze hebben de parachutes ook gebruikt om verband te maken en dekens. En de nylondraden deden zelfs dienst om de operatiewonden dicht te naaien. Er was altijd thee en soms ook koffie met melk en chocolademelk. En 's avonds zelfs warme wijn. Ik heb bijna niets gegeten, omdat ik last van mijn maag had. Maar er was rijst en vers vlees en verder rantsoenen". Albrecht steekt de zoveelste sigaret op. Hij heeft zolang goede sigaretten moeten ontberen, dat hij nu zijn schade tracht in te halen. En hij heeft er volop, want de gewonden worden van alle kanten ver wend. Het tafeltje naast zijn bed staat boordevol goede gaven. Toiletartikelen (waaronder niet minder dan drie scheer- apparaten), vruchten, chocolade, blikjes vruchtensap, lectuur, wijn en champagne. En om vooral te laten uitkomen, dat hij parachutist is, heeft hij zijn rode baret met het parachutisten-insigne aan een spijker in de muur gehangen. Het was nu verder wachten op de evacuatie. De Viets gaven alle gewonden een nummer. Albrecht kreeg nummer 10. Hij zou dus één van de eersten zijn om te vertrekken. Maar er verstreken verschei dene dagen voor het eindelijk zover was. In die dagen heeft hij nog heel wat gezien en gehoord. „Verreweg de meeste Viets zijn meteen uit Dien Bien Phoe vertrokken. Wat er achtergebleven is waren allemaal jongens van een jaar of zestien zeventien. Dikwijls kwamen ze een praatje met ons maken. Ook de officieren. Ze waren heel vrien delijk en vroegen naar onze familie en hoe lang we al in Indo-China waren. Soms gaven ze ons ook lectuur. Communistische kranten in het Frans. En een boekje in het Duits. „Der Hcimkehrer" heette het en het beschreef de ervaringen van een Duitse krijgsgevangene in Rusland. Op een avond was er zelfs bioscoop. Een oude film van het communistische jeugd- festival in Berlijn en een paar documen taires over de landen achter het IJzeren Gordijn. Maar de echte propaganda begon toen de helicopters ons eerst niet kwamen halen. Toen zeiden de Viets: „Dat is nou de behandeling van de Fransen jullie zijn alleen maar goed om voor hen te vechten. en als je niet langer vechten kunt, laten ze jullie gewoon in de steek". Maar tenslotte zijn de helicopters toch verschenen. Het was een onvergetelijk ogenblik voor Albrecht. Eerst werd hij helemaal gefouilleerd op militaire papie ren en foto's.Daarna werd hij naar de helicopter gedragen. De Vietminh-com- mandant kwam persoonlijk afscheid ne men. En daarbij sprak hij de hoop uit, dat. er spoedig vrede in Vietnam zou heersen. Het laatste wat Albrecht van Dien Bien Phoe zag was een! aantal Franse krijgs gevangenen, dat bezig was de mijnen uit het vliegveld te verwijderen. Daarna schoof de deur dicht en verhief het toestel zich in de lucht. Even later was hij op weg naar de vrijheid. Albrecht verschuift zijn arm een beetje om een houding te zoeken, welke de pijn wat vermindert. Voorlopig is hij uitge schakeld. Maar hij schijnt de ernst van zijn toestand niet in te zien, wanneer hij zegt te hopen, dat hij spoedig weer in staat zal zijn om te springen. En om naar Indo- China terug te keren. „In de eerste plaats houd ik van het land. Maar ik heb hier ook nog een re kening te vereffenen met de Viets. Ik zal nooit kunnen vergeten, hoe die Viet daar in de bergen bü Dien Bien Phoe mij als een hond neergeschoten heeft. In koelen bloede, terwijl hij zag, dat ik ongewapend was. Daar zal ik revanche voor nemen". Maar er is nog een derde reden, waarom sergeant Anton Albrecht naar Indo-China terug verlangt. Aan het voeteneind van zijn bed staat een knap Vietnamees meisje geduldig te wachten tot het interview klaar is. En zij is zijn vrouw. Volgens een K. N. P.-bericht hebben Vaticaanse kringen positief de berichten tegengesproken, die de laatste weken door verschillende persbureaux zijn verspreid, als zou het stoffelijk overschot van de H. Paus Pius X in de dom te Venetië worden bijgezet. Het Vaticaan overweegt slechts de mogelijkheid, de sarcophaag met het lichaam van de Paus tijdelijk voor verering naar Venetië over te brengen en wel op verzoek van kardinaal Roncalli, de huidige patriarch van Venetië. Het is echter de uitdrukkelijke wens van de overleden Paus zelf, dat Zijn stoffelijk overschot zal rusten in de St. Pieter, al dus het bericht. Een gewonde uit Dien Bien Phoe wordt op het militaire vliegveld Bach-Mai in Hanoi van een vliegtuig in een ambu lance geladen om naar het hospitaal te worden vervoerd. Van 1326 Juni a.s. zal op „De Pieters berg" te Oosterbeek een internationale studieconferentie worden gehouden over het maatschappelijk werk in bedrijven. De conferentie wordt georganiseerd in opdracht van het Europese Bureau der Verenigde Naties en de Internationale Arbeidsorganisatie. De voorbereiding en organisatie is in handen gelegd van de Nederlandse Vereniging voor Maatschap pelijk Werk en de Ministeries van Maat schappelijk Werk en Sociale Zaken en Volksgezondheid. Er worden deelnemers verwacht uit Noorwegen, Zweden, Dene marken, Finland, het Verenigd Konink rijk, West-Duitsland, België, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Oostenrijk, Joego slavië, Turkije en Israël. Het maatschappelijk werk, zoals dat thans in de Nederlandse bedrijven wordt uitgevoerd, zal als uitgangspunt en voor beeld worden genomen. De eerste dagen zullen besteed wor den aan algemene inleidingen op so ciaal-economisch gebied en het terrein van maatschappelijk werk. Hierna volgen excursies naar bedrij ven. Over de tijdens deze excursies op gedane indrukken zal de laatste dagen van het congres gediscussieerd worden, terwijl aan het slot getracht zal worden de resultaten van een en ander in con clusies vast te leggen. Om met dit con gres een optimaal resultaat voor de deelnemers te bereiken, zal bijzonder aandacht besteed worden aan de discus sietechniek en de groepsverhoudingen tijdens de congresdagen. De Studiekring voor Groepsarbeid zal gedurende het ge hele congres observeren en voortdurend adviezen verstrekken. Een initiatief, dat alleszins toegejuicht moet worden. Het bedrijfsmaatschappelijk werk is nog van vrij recente datum. Pas na de eerste wereldoorlog is het zich in toe nemende mate gaan ontplooien als onder deel van het streven om de menselijke factor in het bedrijfsleven weer meer tot zijn recht te doen komen. Tijdens en na de tweede wereldoorlog ontwikkelde dit aspect van het maatschappelijke werk zich op stormachtige wijze. En nog steeds zet deze'groei zich, zij het in langzamer tempo, voort. Zij bewijst, dat het be- bedrijfsmaatschappelijk werk aan een reële behoefte beantwoordt. In 1933 had den 355 ondernemingen één of meer maatschappelijke werk(sters) in dienst. In totaal bedroeg het aantal dezer nieuwe functionnarissen in het bedrijfsleven 457. Door gebrek aan inzicht in de eigen lijke taak van het bedrijfsmaatschap pelijk werk, de uiterst snelle groei daarvan in cn na de tweede wereld oorlog en het grote gebrek aan opge leide krachten (slechts 41 pet had in 1952 het diploma van een school voor maatschappelijk werk) werden in deze nieuwe tak van maatschappelijk werk vrij veel mensen aangesteld, die niet voor hun taak berekend waren. Lang zamerhand verbetert dit gelukkig, door dat de scholen voor maatschappelijk werk meer bevoegde krachten afleve ren. T.a.v. de plaats van de bedrijfsmaat schappelijke werk (st) er in de hiërarchie van het bedrijf bestaan in de practijk nog vrij grote verschillen. Overheersend is de mening, dat dit werk een onderdeel is van liet personeels beleid als één van de functies der direc tie en dat de bedrijfsmaatschappelijke werk (st) er dus direct zal moeten staan onder degene, die de grote lijn van het personeelsbeleid bepaalt. Het bedrijfsmaatschappelijk werk heeft vergeleken met het algemeen maatschap pelijke werk een eigen karakter, daar de aanpassingseisen door het bedrijf aan zijn werknemers gesteld anders en veelal zwaarder liggen dan die, welke de maat schappij aan de mensen in het algemeen stelt. Het gaat uiteindelijk om hulpverle ning aan die werknemers, die ondanks allerlei algemene maatregelen en voorzie ningen in de bedrijven aanpassingsmoei lijkheden ondervinden. Wat de inhoud van deze functies betreft ziet men in de practijk nog grote variaties. Globaal genomen omvat zij de vol gende aspecten: Het geven van hulp, advies en be middeling bij individuele moeilijk heden; medezorgen voor het scheppen cn handhaven van goede verhoudingen in het bedrijf; medezorgen voor goede arbeidsvoor waarden en een goede arbeidsomgeving en een goede samenstelling van het personeel en tenslotte het bijhouden van een eigen administratie. De eerste twee taken behoren meer specifiek tot het terrein van de maat schappelijke werk (st) er. Naast het interne werk treedt hij (meestal echter is het een zij) ook naar buiten op. In de eerste paats hebben n.l. werk nemers soms te kampen met aanpassings moeilijkheden buiten het bedrijf, die in het bedrijf hun oorzaak vinden, zodat zij het beste van daaruit kunnen worden op gelost. Verder kunnen dergelijke proble men hun oorsprong ook bulten het be drijf hebben, maar aanpassingsmoeilijk heden in het bedrijf tot gevolg hebben, zodat de stoot tot de oplossing vaak van de bedrijfsmaatschappelijke werk (st) er uit zal gaan. Uiteraard bestaan er voor deze bemoeiingen buiten het bedrijf zekere grenzen, daar de betrokken func tionaris dan vaak terreinen en milieu's betreedt, waar andere personen en in stanties een meer directe taak hebben dan het bedrijf (b.v. het scheppen van ontwikkelings- en ontspanningsmogelijk heden, het oplossen van gezins- en huwe lijksmoeilijkheden e.d.). In de practiijk is er door de sterke wis selwerking tussen het arbeidsmilieu en de andere milieu's geen scherpe scheiding te maken tussen het interne en externe werk. Het eerste vormt wel het meest omvangrijke en specifieke element ervan, maar ook het tweede is zeker een nood zakelijk onderdeel. De nieuwe gebouwen van de kogella- gerfabrieken „S. K. F." van de Ned. Mij. van Kogellagers te Veenendaal zullen Woensdag 9 Juni officieel worden geopend en in dienst gesteld. Bij deze plechtigheid zullen o.m. aanwezig zijn Z. K. H. Prins Bernhard, Z. K. H. prins Bertil van Zwe den en de minister Zonder Portefeuille mr J. M. A. H. Luns. De openings/ade zal worden uitgesproken door de minister van Economische Zaken, prof. dr J. Zijlstra. Op Zaterdag 12 Juni zal Z.H. Exc. mgr Jos. Baeten, Bisschop van Breda, de vol gende H.H. Wijdingen toedienen in de kapel van het Gr. Seminarie te Hoeven; dc tonsuur aan: E. P. A. Bouwmans. A. P. J. Hendriks, J. J. H. Hoevenaars, Chr. C. de Jong, A. A. J. Magnus, H. J. A. Pitt; het cxorcistaat en acolythaat aan: Chr. J. M. Don, E. A. M. Fischer, A. J. van Haperen, J. C. Jespers, A. A. M. Matthijs- sen, H. J. Mulder, A. P. C. Verheijdon, J. J. M. A. Vos, B. A. de Vos; het sub diaconaat aan: G. A. M. Baeten, P. J. M. Berende, J. C. M. van Dongen, A. C. Janssen, F. H. A. M. Leygraaf, H. J. M. Vaarten, J. A. M. van der Veeken, fr. Ar- noldus van Gerwen O.C.S.O.het pries terschap aan: J. C. Dekkers, J. G. M. Geerts, R. J. C. Jansen, C. P. jvi. Rom_ bouts, A. L. M. Wouters, fr. Walterus Schumacher O.C.S.O. O (Van onze speciale Als je voor Jv eerste maal van je leven met een kampeerwagen er op uit trekt cn dan nog wel vier dagen door de grillige Ardenucn, liet lieflijke Luxemburg en liet weidse Eiffcl-gebergte beleef je allerlei wonderlijke, romantische en poëti sche dingen en onderga je geneugten waarvan de kostelijke smaak tot nog toe volslagen onbekend voor je was. Thuis krijg je wellicht eens thee op bed. Maar zo'n geurig kopje Chinees vocht plus een paar beschuiten met suiker na een heerlijke nachtrust in een caravan, terwijl je met je nog slaperige ogen door het openstaande raam boven je schuim- rubberbed en zelf nog gewikkeld in een voortreffelijke slaapzak de zon haar wijde boog van Oost naar West ziet be ginnen over de golvende Eiffel-bossen en -dalen ergens bij Blankenheim, heeft toch een bijzondere charme en is een onver getelijke gewaarwording. Thuis zouden de buren er schande van spreken, als je zo maar in je overigens keurige nachtgewaad een morgenwande ling zou maken. Doch daar in de Eiffel, op die stralende Mei-morgen, boven op een lente-groene weide, kon je dat doen zonder te blozen en in alle fatsoen. En al gauw zat je na je thee-op-bed bij buur- man-caravanner te genieten van een ont wakend en dampend berglandschap, waar boven de leeuweriken kringelend en zin gend omhoog fladderden. Thuis is het vrijwel geen enkel stads mens gegeven zo uit bed een duik in een zwembassin te nemen. Maar. toen we met onze kampeerwagen we spreken reeds van ónze caravan, zó thuis voelden we óns al na één dag toeren met onze gast vrouw en gastheer in hun gezellige en gerieflijke wagen in een van die vele kronkelende, groene reuzengreppels de.r Ardennen, waarin de Amblève over een bodem van puur keien springt, schoten we 's morgens direct ons zwemgoed aan om even later krijgertje te spelen met de forellen. Een spel, dat we prompt ver loren. Onze immer zorgvolle gastvrouw had intussen de beide tweepersoonsslaapplaat sen hertoverd in twee tafeltjes met aan weerszijden elk een comfortabele bank, waarop de schuimrubberkussens we Viandcn ligt ook in een van die vele groene reuzen greppels der Ardennen en dorp de kamp plaats aan de Our met spijt verlaat het rolU' nan hadden er prima op geslapen precies bleken te passen. Hoe listig cn hoe prac tisch! Daarna zorgde zij voor het ontbijt, waarvoor de diverse ingrediënten uit de talloze kastjes en laatjes te voorschijn werden gehaald. En voor de deur van de kampeerwagen gebruikten we toen op wel heel poëtische wijze ons morgenmaal van plastic-bordjes en uit plastic-kopjes. Dan was het inpakken geblazen. De lichte, op- en inklapbare meubeltjes ver dwenen met het zonnescherm en de scheerlijnen in een van de vele en noo't vermoede bergruimten van de caravan; het neuswiel was in een wip opgeschroefd, alsook de beide ondersteuningspootjes aan de achterzijde, zodat de wagen weer ge heel vrij op zijn twee wielen stond. On derwijl had onze gastvrouw afgewassen, het onbreekbare servies veilig opgebor gen, het gascomfoor in de caravan kookt men veelal op een tweepits-buta- gasstel alsook het aanrecht ja heus, compleet met afvoer en een kraan met stromend water er boven schoonge maakt. En na een laatste algehele inspec tie werd ingestapt en koers gezet naar de volgende pleisterplaats, weer ergens in de vrije*, om deze tijd van het jaar on gelooflijk groene natuur, ver weg van la waai en mensen, ver weg van het proza- ische rumoer van een stad in avondstem ming. Dc eerste dag op onze trektocht hebben we nu en dan wel eens angstig omgeke ken naar de caravan. Maar deze rolde rustig en heel volgzaam achter ons aan, wipte gezellig op en neer als de weg niet zo heel best was cn spoedig waren we gerustgesteld: ons huisje-op-wielen kon helemaal geen kwaad, ook niet in haar speldbochten, bij sterke afdalingen of wanneer dc kilometerteller (bij uitzonde ring, want een goed caravanner jaagt niet) van onze Ford 80 tot 100 wees. De kampeerwagen volgde gedwee en zonder kantelneigingen te vertonen. Dat laatste heeft de caravanner overi gens voor een groot deel zelf in de hand. Uit hoofde van zijn constructie ligt het zwaartepunt van een kampeerwagen (meestal éénassig) hoog, zodat de eigenaar er voor dient te zorgen, dat het in elk geval niet veel hoger komt te liggen. Daarom is het zaak de zwaarste inventa risstukken zo veel mogelijk in de laagste kastjes en b.v. het plastic-servies e.d- t de bovenste laatjes op 'te bergen. Dait a - dan ook'een ware caravanner, zona vrees voor kantelen totaal overbo g Bovendien zijn de door de drie in bestaande fabrieken geboiwde ,,vas kampeerwagens van bekantelgcvaar degelijke constructie, dat kantelgcvaar 'X'enno^ellmier over caravanning, hetgeen een sport is, die moet worden ge léérd, hebben we van onze gastheer- achter-het-stuur gehoord, alsook van de A.N.W.B.-deskundigen, die deze tocht voor een aantal journalisten hadden georgani seerd om hen zodoende de vele aantrek kelijkheden van het caravannen in de practijk te doen leren kennen. Deze trek tocht had de A.N.W.B. juist door het berg land van België, Luxemburg en de Eiffel uitgestippeld om de deelnemers op die manier te tonen de mogelijkheden van een auto met kampeerwagen ook in een sterk geaccidenteerd terrein'. De vier daagse trip, waaraan een tiental caravan- bezitters met £un echtgenoten bereidwil lig met hun wagens deelnamen, was in Den Haag begonnen en leidde via Luik, Remouchamps, Echternach en Aken naar Arnhem, waar de mannen van de pe - scheid namen van hun „pleego^rs cue hen verre van stiefmoederlijk nc,..u„„r behandeld. De *»»»»«„-*,' Z'S kregen. Na die tocht van vele uren, berg op here af d°or rustlge stadjes en dorpjes aan snelvlietende stromen, waarin de fo rellen bij duizenden flitsen, langs koele bossen en hei-groene weiden, waarin de paardenbloem brutaal-geel tierde, arri veerden *6 tenslotte op de volgende over nachtingsplaats. Daar voltrok zich even als de vorige avond opnieuw dat koste lijke schouwspel van uitpakken, uitklap pen en ontvouwen van de diverse kam peerwagens. Want behalve de „vaste" ca ravan, zijn er de laatste jaren in ons land ook enkele opvouwbare wagens op de markt gekomen. Dit waarschijnlijk vanwege de toe nemende vraag naar goedkope (over de aansohaffingskosten en dergelijke ook de volgende keer meer) caravans, die door kleine personenauto's kunnen worden ge trokken. Het kleine wagentje verschijnt immers meer en meer op de straat en voor deze is de gesloten kampeerwagen veelal 'te log en te zwaar. Zo bleek dan b.v. de langwerpige keu rig gelakte „kist" op twee wieltjes, die trouw een Ford Taunus had gevolgd, een volledige ter.t met keukeninventaris en een bed te bevatten. In een oogwenk stond het hele tentenhuisje overeind. Een'verdraaid veel op een Romeinse ren- wagc'n lijkend aanhangsel, dat vrolijk achter een volkswagentje had gehuppeld, ontpopte zich eveneens als een flinke tent, waarifi 's avonds tegen het witte doek wanneer de bewoners hun slaapzakken opzochten, onder luide bijval van de „me nigte" een schimmenspel werd gegeven. Dan waren er verder ook enkele zij waarts uitklappende dozen, waarvan er èèn een verrassend grote ruimte bleek te bevatten. En gelijk een sprookjesdorp plots rechtop springt, als het kind zijn vertelselboek openslaat, zo v:as in een minimum van tijd dit hele rollende dorp opgebouwd. Nadat de diverse gast vrouwen met enkele handige manoeu vres het salonnetje van de caravan hadden veranderd in een keuken-eetka mer, waar de butagaslampjes gezellig en helder snorden, en een kort uurtje achter het gasstel hadden gestaan de mannen hielpen ijverig mee en zo doende waren de piepers gauw gejast genoten we van een maaltijd, be sproeid met koele Luxemburgse wijn. De avond viel snel en boven het ruisen van de Our bij Vianden, trots bekroond door de ruïne van het kasteel, dat drie eeuwen eigendom was van het geslacht Nassau-Dillenburg. klonk van heel ver de roep van de koekoek. Een voor een doofden de lichten in de ca ravans en strekte men z'n moede leden uit op het met een handomdraai uitge klapte bed. Via Monschau een plaatsje als van een plaatje met zijn gele, witte en vuur rode gevels leiendaken en de zich ener giek herstellende stad Aken zijn we met moegekeken ogen, maar tevens overvol ervaringen we hadden een nieuwe sport Ieren kennen: caravanning! in Limburg teruggekeerd. Het was er broeie rig warm en de halve liter Up smaakte bijzonder. Daarna zijn we snel naar ons alter ego gereisd om haar te zeggen, dat indien zij er geen bezwaar tegen heeft ook tijdens onze vacantie te moeten ko ken, afwassen en bedden opmaken man lief zal heus wel wat helpen en er kan een kampeerwagen van af, we dan toch maar eens caravannend de bergen van onze nabuurlanden moesten intrek ken. We hadden de smaak van het kam peerwagen-kamperen te pakken gekregen. En die smaak was even voortreffelijk a]« de wijn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 10