PLAAT VAN DE WEEK Ook van het openbare leven is Christus Verlosser en Koning Duizenden harten klopten sneller, duizenden andere klopten helaas! niet meer Kerstening der maatschappij het kernpunt De kerstening der maatschappij Gewetensdwang Geen isolement ZATERDAG 5 JUNI 1954 PAGINA Al wie de tweede wereldoorlog heeft meegemaakt in een periode van zijn leven, waarin liij reeds tot d<> ietwat rijpere jaren des verstands was gekomen, zal zich nog levendig herinneren, welke gevoelens en indrukken de berichten op D-Day, 6 Juni 1944, over de landing van de soldaten der vrijheid op Franse me cm, in de vesting Europa dus, alom verwekten, e ooi log had reeds bijna vijf jaren geduurd. Be gonnen niet een aanval van de Duitse legers op Polen zelfs Goebbels raakte er van over tuigd, zoals hij er ook van overtuigd scheen (maar inderdaad niet was), dat de Duitsers de Engelsen weer in zee zouden drijven. Als, verkondigde hij, de Engelsen vaste voet op het Continent zouden krijgen en er zich zouden kunnen handhaven, zou Duits land de oorlog hebben verloren. Bevrijders van alle rangen Een week is nu verstreken, sinds het Nederlandse Episcopaat het Bisschoppelijk Mandement over: „De katholiek in het openbare le ven van deze tijd" voor de gelovi gen beschikbaar heeft gesteld. Dat het niet overdreven was, toen wij het een historisch document noem den, blijkt wel duidelijk uit de reacties, welke het heeft gewekt De gehele Nederlandse pers heeft er zich, wij mogen inderdaad zeg' gen grondig mee beziggehouden: het mandement is bestudeerd. Dat de katholieke pers het begroet heeft als de wegwijzer, opgesteld door het hoogste kerkelijke gezag in Nederland, in het vaak zo moei lijk ontwarbare wegennet van het maatschappelijke leven, behoeft niemand te verwonderen, die de mentaliteit van Nederlands katho lieken kent in haar eerbied voor het bisschoppelijk woord. Dat is geen slaafse volgzaamheid, maar de doelbewuste erkenning van de apostolische plaats der bisschop pen: wie u hoort, hoort Mij, wie u versmaadt, versmaadt Mij. ANDERE STEMMEN TWEEDE BRITSE LEGER [eerste amerik. leger 7° Korps] |5*Korps| it. Piwrre tfu Mont i° Korps \*uaë\ CARCNTAi C ASPl QUET CAEN WOLTOT Langs de honderden kilo meters lange weg, welke gij hebt af gelegd, liggen de graven van uw ge vallen kameraden. Ieder van deze gevallenen stierf als lid van het team, Waartoe gij behoort, samengebonden door een gemeenschappelijke vrij heidszin en de onwil om te buigen voor de slavernij. Onze gemeenschap pelijke problemen voor de onmiddel lijke en de verre toekomst kunnen het best worden opgelost in dezelfde geest van samenwerking en toewij ding aan de zaak van de menselijke vrijheid, die dit expeditieleger tot zulk een machtig werktuig van ge rechte vernietiging heeft gemaakt. Laten wij ons verre houden van de vruchteloze meningsverschillen, die anderen ongetwijfeld hebben omtrent welk land en welk wapen deze Euro pese oorlog heeft gewonnen. Iedere man, iedere vrouw van iedere natie hier vertegenwoordigd heeft gediend overeenkomstig zijn of haar be kwaamheden; en de krachtsinspan ningen van elk hunner hebben het hare bijgedragen tot het eindresul taat. Dit zullen wij onthouden; en daarmede zullen wij eer bewijzen aan elk onzer geëerde doden en zullen wij troost brengen aan de geliefden van de kameraden, die deze dag niet meer mochten beleven. (Uit de Overwinningsdagorder van generaal Eisenhower). De soldaten der vrijheid in de Vesting-Europa Generaal Eisenhower, de opperbevelhebber van het geallieerde bevrijdings leger in Europa; de man, die de zware verantwoorde- lijkheid voor de invasie droeg. li ad de strijd steeds wereldomvattende vormen aan genomen. Getrouw aan het aan Polen gegeven woord hadden Engeland en Frankrijk de strijd met de Duitse overweldiger aangebonden. In 1940 werden Noorwegen, Nederland. België en Luxemburg over vallen. In 1941 kwam de uitbreiding in Oostelijke richting: de Balkan cn Rusland. En toen einde 1941 Japan de Verenigde Staten aanviel, verklaarde Hitier aan deze de oorlog. Daarmede waren alle grote en vele kleine mogendheden in de strijd verwikkeld. HET VEPLOOP VAN DE INVASIE OP DE KUST VAN NORMANDIE IN 1944 Het G«altic<rdt front op oiddcrnecM *on» 10 Jont 1944 UJuni 1944 Gren* tutten het Brft»e en Aoerikoante leger Een strijd, welke eindeloze ellende over de volken bracht. En zo werd het verlangen naar bevrijding, naar bevrijding van de Duitse tyrannie de dag sterker. Hoe vaak hoor- en zeiden wij zelf in die benarde ■'den de typische uitdrukking: „Ko- de Engelsen nu nog niet!" We hadden het gevoel, dat de spanning ®hdraaglijk werd, met de dag on draaglijker. Reeds waren Engelsen en Canade zen enkele malen op Franse bodem geweest, maar het waren slechts com mando-raids om het terrein te ver kennen of om beperkte taken te ver vullen. Telkens als men dan hoorde, dat deze soldaten, na hun opdracht ™-SUCi'?ebben vervuld, weer maakte rinh Waren teruggekeerd, van dpho G!;!1 diepe teleurstelling ter en pp26 ^Ur°Pese volken mees- e" Goebbels wakkerde die nog maar hij slaagde er niet in het ot en het vertrouwen in de be- v lijding door de bondgenoten te schokken. Toen, rond Mei 1944, begonnen de veronderstellingen, op een op dat ogenblik zeker onverklaarbare wijze, vastere vormen aan te nemen. Het werd: „de Engelsen gaan komen." En 6 Juni 1944. Dagenlang was het stormachtig weer geweest; de zee was woelig; dat was geen gunstige tijd voor de geallieerden om dc invasie te ondernemen. De Duitsers waren gerust, maar de geknechte volken hoopten, tegen alle hoop in. Die dag, 's morgens rond tien uur, drongen de eerste geruchten tot ons door: de Engelsen zijn er! Een uur later werden de geruchten officieel bevestigd: Engelsen, Amerikanen, Ca nadezen, Fransen en soldaten van vele andere landen waren in Nor- mandië aan land gegaan. Zij hadden zich stevig in hun eerste bruggen hoofd vastgezet cn nog steeds werden door een armada van duizenden gro te en kleine schepen nieuwe troepen en oorlogsmateriaal aangevoerd- Om half zeven 's morgens was de beruchte Westwall, een door Hitier onneembaar geachte versterkte stel ling langs de gehele kust van Atlan tische Oceaan en Noordzee in het zicht gekomen, ,'s Avonds kon men met zekerheid zeggen, dat er een bres in deze muur van ijzer en beton was geslagen. Door een voorbeelde- loze samenwerking van leger, lucht macht, die in 24 uur 5309 strategische en 5276 tactische vluchten uitvoerde, waarbij 10.400.000 kg bommen op de Duitse stellingen werden gewor pen en de vloot, welke dagen- en nachtenlang in volle actie was om allen en alles te vervoeren, de trans porten te beschermen en tevens met zijn artillerie de gelande troepen bij de opmars te helpen. Vele maanden lang was hard ge''- werkt om deze invasie voor te berei den. Toen generaal Eisenhower tot opperbevelhebber van de geallieerde strijdmacht voor de bevrijding van Europa was benoemd, omringde hij zich dadelijk met de bekwaamste mi litairen om het operatie-plan met de uiterste nauwkeurigheid voor te be reiden. Daarbij mocht geen detail worden verwaarloosd: een klein ge tij verschil kon alles doen mislukken. De grote man, die met mathematische nauwkeurigheid ten slotte het ge hele plan moest coördineren, was on getwijfeld Montgomery, terwijl de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij Eisenhower berustte. Er is toen voortreffelijk -teamwerk verricht en daarbij mag ook de naam van Churchill, terecht de vader der overwinnihg genoemd, zeker niet wor den vergeten. Maar als men alle na men zou willen vermelden, die aan het slagen van de invasie, en derhalve aan de herovering en bevrijding van Europa hebben medegewerkt, dan zouden waarschijnlijk enkele kolom men van dit blad nauwelijks voldoen de zijn om alle te omvatten. Velen van hen zijn naamloos de geschiedenis uitgegaan, precies als de millioenen soldaten, die door hun moed, hun opofferingsgezindheid, hun taaie doorzettingsvermogen, vaak door het hoogste offer van hun leven er alles toe hebben bijgedragen om de zo zorgvuldig voorbereide plannen zo volkomen te doen slagen. In ons eigen land, in België, Lu xemburg en Frankrijk rusten vele tienduizenden, op de met veel lielde en dankbaarheid onderhouden kerk hoven; vele tienduizenden, die op de lange weg naar de onvoorwaardelijke capitulatie van Duitsland moesten achterblijven. Want de weg van Normandië naar Parijs was lang; die naar de oevers van de Rijn nog langer; die naar Berlijn nog veel, veel langer. Inder daad bestond na de volkomen ge slaagde aanval op de vesting-Europa de practische zekerheid, dat het uur der overwinning naderde; maar de tegenstand van Duitsland moest nog worden gebroken. Een verstandige Führer zou zeker in September 1944 gepoogd hebben tot een wapenstil stand te komen; maar Hitler was een dwaze fantast, die aan hoogmoeds waanzin leed; als hij ten onderging zou hij geheel Duitsland meeslepen; zó luidde zijn woord en hij heeft ge daan, wat hij kon om deze „belofte" te verwezenlijken. Dat heeft mil lioenen mensenlevens gekost, tot ten slotte Hitier zelf in zijn Berlijnse bun ker eigen leven en dat van velen van zijn naaste medewerkers door kogel en gif vernietigde. De morgenstond der bevrijding D-day wekt vele herinneringen in ons op. Hij was het 'ochtendgloren van de bevrijding van een geheel werelddeel. Op die dag klopten mil lioenen harten feller, vol verwach ting. Hij was het begin van de laatste acte van een drama, dat, als de be klemming over nieuwe, even ver schrikkelijke mogelijkheden ons niet opnieuw had aangegrepen, nog die pere sporen zou hebben nagelaten. Nu beleven we het verleden helaas nog slechts als een verre nachtmer rie en daarom is het goed op een her denkingsdag als D-day ons even vast te klampen aan wat toen gebeurde; aan de offerbereidheid van zovelen, die wisten, wat hun te wachten stond; maar niet wisten, of zij nog ooit de terugreis zouden kunnen aanvaarden. Reeds die eerste dag klopten in Nor mandië vele duizenden harten niet meer. En het waren toch ook harten van mensen, die het leven lief hadden. Tussen 6 Juni 1944 en 8 Mei 1945, welke de totale overgave der Duit sers zag, is onnoemelijk veel geleden, op de fronten, in de hospitalen, onder de burgerlijke bevolking der bezette landen men denke slechts aan de hongerwinter in Noord-Nederland in Duitsland zelf, in de gezinnen die dierbaren verloren hadden. Nu, tien jaar later, is veel leed in de vergetel heid weggezonken; de tijd heelt vele wonden. Maar toch is alle lijden niet gestild. Ook daaraan denken wij op D-day; een dag van zeer gemengde gevoelens, waarin toen de vreugde over de naderende bevrijding over heerste. Een vreugde, welke ons nog kan bezielen in ons streven om te behouden, wat toen in zware strijd heroverd moest worden: de vrede. Zó landden de soldaten der vrijheid op D-Day op het strand ran A ormandië. Lit de landingsboten wadende, zwaar beladen, een bijna boven- menselijke taalt vol levensgevaar tegemoet. Zij waren echter bezield met de vastberaden wil om te overwinnen. En zij overwonnen. Deze foto's werden door oorlogscorrespondenten genomen. Boven cn beneden; da eerste stoottroepen gaan aan land; in het middcu een breder overzicht: soldaten, strand, zee, schepen en een ontploffende granaat. Jtu&UÏ&iuU- Begrip en onbegrip omtrent Bisschoppelijk Mandement Wat ons in de commentaren van de niet-Katholiekepers sterk heeft ge troffen, was, dat zelfs daar waar een eer lijke en ernstige poging werd gedaan om het Mandement te begrijpen, toch zoveel misverstand zich openbaarde omtrent de ware betekenis van het Bisschoppelijk document. Er wordt gesproken van „be perking der menselijke vrijheid", van „gewetensdwang", van eenzijdige be- zorgdheid voor het zieleheil van on heilspellende splitsing van het Nederland se volk", van terugwerpen in het isole ment" enz. enz. Deze woorden vallen te midden van overigens al te beperkte erkenningen, dat „zeker niet de po litiek vrijzinnige aan de geestelijke leidslieden van het r. k. volksdeel ook maar het recht (zal) ontzeggen de aan hun leergezag onderworpen gelovigen voor te houden, wat zij voor het zieleheil van deze noodzakelijk oordelen". (N.R.C.). Echter, het gaat in dit Mandement niet primair om het zieleheil der gelovigen. Het gaat primair om de taak van de ka tholiek in het openbare leven van onze t\)d; en die taak is, zó gezien, mede te werken aan de kerstening van het open bare leven. Duidelijk zeggen de bisschop pen het reeds op pag. 4: „De mens is ech ter niet enkel individu, hij is tevens so ciaal wezen en levend lidmaat van dc menselijke gemeenschap. Voor het aardse cn tijdelijke welzijn is hjj verbonden in de levende gemeenschap van de burger lijke maatschappij; voor het geestelijke en eeuwige heil maakt de christen deel uit van de levende gemeenschap der Kerk Uit de samenleving cn samenwerking van de mensen ontstaat het openbare leven. Ook dit openbare leven moet gekerstend worden" En enige regels verder: „Ook van het openbare leven is Christus ver losser cn koning". Het verbaas! ons eigenlijk, dat de bis schoppen en met hen de katholieken zo fel worden aangevallen, omdat zij de maatschappij willen kerstenen en daar voor de richtlijnen vaststellen. Wat willen en doen de anderen? De P. v. d. A. poogt wat zij zelf noemt een socialistische maat schappij te vestigen; de communisten een communistische; de vrijzinnigen een libe rale. Wie heeft dan het recht het ons kwa lijk te nemen, dat wij naar een samen leving, gegrondvest op onze diepste over tuiging, op onze katholieke beginselen, streven. Men kan het met die beginselen niet eens zijn, gelijk wij het niet eens zijn met de liberale, de socialistische en de communistische beginselen. We ont zeggen niemand het recht zijn beginselen te verdedigen en de onze op eerlijke wijze te bestrijden; maar wij eisen voor ons, katholieken, datzelfde recht op. En het s wel zonderling, dat over de meeste pers stemmen, welke wij onder de ogen kre gen, het verwijt zweefde, dat wij eigen denkbeelden en beginselen hebben, welke wij bovendien dan nog in het openbare leven willen doen doordringen. Voor de katholiek vormt het particu liere en openbare leven een onverbreke lijke eenheid. Daarom rust op hem de plicht niet alleen zijn eigen particuliere leven te heiligen, maar ook, voor zover dat in zijn vermogen ligt, de maatschap pij te kerstenen. De liberaal, die wel de scheiding maakt, klinkt dit ongetwijfeld vreemd; maar alle andere groeperingen zullen het beter begrijpen, want zij passen practisch hetzelfde beginsel toe; zij allen aanvaarden de totaliteit van het leven en streven er naar deze ook in de gemeen schap te verwezenlijken. Daarom is in het Bisschoppelijk Mandement ook het eer ste, het doctrinaire gedeelte, het belang rijkst; wat in de twee andere, maar voor al in het derde deel wordt behandeld i' slechts de volkomen logische consequen tie uit het eerste; al wordt, omdat men daarmede in het practische leven terecht komt, de aandacht wel sterk, o. i. te sterk, juist naar dat derde deel overgehaald! Maar principieel is het eerste het beslis sende; wie de daar aangegeven grond gedachten aanvaardt, kan en moet zelf de conclusies trekken. Natuurlijk ligt dit alles ook in het vlak van het zieleheil, de bisschoppen wijzen er herhaaldelijk op: de kerstening van de maatschappij eist de waarachtige kerste ning van iedere mens persoonlijk. Maar als document richt het Mandement zich tot de mens als gemeenschapsmens. Dit ge zichtspunt kan ook de niet-katholickp mens een juistere kflk op het gehele Man dement geven. Het liberale „Handelsblad" zegt in zijn commentaar: „Wanneer het hoofdbestuur van de K.V.P. met een manifest zou zijn gekomen, waarin duidelijk, zonder om wegen, zou zijn uiteengezet, dat en waar om zij als politieke partij het socialisme afwijst, zou dit onze instemming hebben gehad. Het mandement der R. K. bisschop, pen is echter geen manifest ener politie ke partij, maar is een dwingende uit spraak van geestelijke gezagsdragers met betrekking lot de politieke houding van hun gelovigen. Waarlijk niet alleen voor de liberaal is dat een ernstige zaak. Het is een poging, de politieke organisatie- en bewegingsvrijheid van een niet onbe langrijk deel van het Nederlandse volk door indirecte gewetensdwang te beper ken". Het „Vaderland" commentarieert: „Er zullen er in ons land maar zeer weinigen zijn, die verheugd zijn over het mande ment. Tenslotte wordt hiermede een die pe ingreep gedaan op de menselijke vrij heid, die ook in katholieke kring we zeggen het zonder voorbehoud zo hoog vrij >s om te doen wat hij wil, goed of kwaad; de echte vrijheid is, dat men mei de vrije wil vrijwillig het goede kiest, of- schoon men physiek ook het kwade zou kunnen kiezen; vrijheid geeft niet het recht om het kwade te doen, maar ver onderstelt dc plicht om het goede te kie zen. Wat nu is het goede? Daarover moet het geweten, het juist gevormde geweten be slissen. Maar onder de motieven, welke bij de beslissing de doorslag geven, beho ren de richtlijnen, welke het door God Zelf gestelde en voorgelichte kerkelijke gezag geeft. Zij kunnen in vele gevallen de belangrijkste, soms de enige factor zijn tot vorming van het juiste geweten. De katholiek ziet dan ook in de richtlijnen, door Paus en bisschoppen gegeven geen dwang, geen vrijheidsbeperking, maar een gave 'van onschatbare waarde voor de richtinggeving in zijn leven. Hij aanvaardt ze niet met tegenzin, maar met liefdevolle dankbaarheid. Er is bijna geen niet-katholieke pers stem, die niet verklaart, dat het Bis schoppelijk Mandement de katholieken in een sterker isolement terugdringt. De z.g. „rooms-katholieke zijde", het aftandse geschat wordt. Nemen we als voorbeeld een katholieke en een socialistische vak organisatie. Voor de katholiek staat dus per se alleen de eerstgenoemde open, ook al betekent deze organisatie niets en is zij onmachtig, onbekwaam of onwelwil lend voor haar leden verbetering van ar beidsvoorwaarden te bereiken. Het moet duidelijk zijn, dat dit ook voor de katho lieke organisaties zelf een groot gevaar betekent, omdat voor haar het concurren tiebeding niet bestaat". En de „Telegraaf": „Het niet-katholieke volksdeel van Nederland zal hier onge twijfeld van dwang spreken, het katho lieke volksdeel zal niet willen ontkennen dat hier sprake is van vrijheidsbeper king". Wij voelen ons, als we dergelijke pas sages lezen (en we zouden ze kunrien vermenigvuldigen, gelijk ze ook bij an dere gelegenheden telkens opgeld doen) geneigd en genoopt de vraag te stellen: of de liberaal, de socialist, de communist en ook de gelovige protestant niet in zijn onbeperkte vrijheid van handelen wordt beperkt juist door de eigen beginselen, alleen volkomen beginselloze mensen ken nen die beperking niet; maar daardoor is dan ook hun vrijheid geen echte, ware vrijheid, maar bandeloosheid. We zouden met deze vraag kunnen vol staan als antwoord op de nict-katholick» bezwaren tegen deze z.g. gewetensdwang Vrijheid betekent echter niet, dat de mens van,N-R-C., overigens in het gun- o» i een volkomen verliberali- seerde r. k., maakt het al erg bont door m®hen, dat het Mandement „een ern stige bedreiging vormt voor de eendracht ^3n a R^erlandse volk op een tijdstip van de wereldgeschiedenis, waarin het voor. ..e"t niet-eendrachtig volk uiterst moeilijk wordt zich te handhaven. Het vormt ook een ernstige bedreiging voor het geloofsleven van de rooms-katholie- ken en voor de inwendige gesteltenis van de rooms-katholieke gemeenschapDie aantasting van onze volkseenheid gaat iedere Nederlander aan". Wc willen niet op het zonderlinge van het in katholieke kring zeer ongaarne gehoorde woord rooms-katholiek wijzen. Wel eel .er deze „r. k. zijde" (cn we kun nen het ook anderen, die een soortgelijke bezorgdheid koesteren, zeggen) er op at tent maken, ten eerste, dat de bisschop pen een isolement, zoals boven bedoeld, uitdrukkelijk en absoluut afwijzen. „Daar om, schrijven zij, is de grote richtlijn, die wij u geven: één in eigen verband cn van daaruit samenwerking met anderen, met behoud van eigen zelfstandigheid. Niet in nivellering ligt het welzijn van ons volk maar wel in samenwerking van alle posi tief gerichte krachten, ieder ons volk die nend volgens eigen overtuiging" Werke lijk, hadden dc bisschoppen duidelijker kunnen zeggen, wat zjj wensen, we gelo ven het niet. En dan, onze volkseenheid, en de kan sen van de Europese integratie (daarvoor vreest het „Haags Dagblad") zijn na de publicatie van het Mandement heus niet kleiner geworden dan ze de vorige week waren. Ons volk, alle volken van Europa vaïi de gehele wereld zijn religieus en naar wereldbeschouwing verdeeld; maar niettegenstaande die geestelijke verdeeld heid blijkt de nationale eenheid, zoals b.v, in ons eigen land, zeer hecht 'te kunnen zijn. Zou die nationale eenheid, of in een verdere toekomst de Europese eenheid be dreigd kunnen worden, als de katholieken zich innerlijk nog hechter dan toch reeds het geval is, aaneensluiten? Het is re dwaas om het zelfs te veronderstellen. Wij wilien geen ouderwets isolement, maar een nieuwe innerlijke verbondenheid. Wij willen in ons eigen huis met onze eigen meubelen en ons eigen comfort wonen. Wij maken van ons huis echter geen ge- panlseide vesting, de deur staat voor ieder opqn om met ons te komen praten; en wij kunnen door de deur naar buiten gaan om met anderen te praten. Maar, en dat is onze kracht; my house is my castle: woning, bescherming en centrum - n. maatschappelijk verkeer. Met waardering hebben wij de pro testantse persstemmen gelezen; zo schrijft „Trouw": „Wij zouden wensen, dat de kerken der reformatie op dit punt (de P v. d. A. als voornaamste draagster van de doorbraakgedachte) een even duidelijk en even beslist geluid gaven. Want het gevaar, dat de R. K Kerk ziet, moeten toch ook de belijdende protestantse ker ken zien en daarvan op haar wijze ge tuigen". „Het Vrije Volk" heeft tot dusverre zich van breder commentaar onthouden en zich beperkt tot de mededeling, „dat dit mandement ernstig bestudeerd moet wor den, voordat een verantwoord oordeH over de thans ontstane toestand mogelijk is. Ook de slotsom van het beraad in de P. v. d. A. en haar Katholieke werk gemeenschap zal daarvoor bekend moe ten zijn. Dat beraad is in volle gang". Intussen heeft de voorzitter van deze werkgemeenschap voor de Vara zijn eer ste indrukken" weergegeven. Wij kregen bij het luisteren het gevoel, dat een ten dode benauwde mens met zijn geweten worstelde. En wij kunnen het bij Joan «Villems begrijpen. Hij heeft alleen en uit sluitend uit innerlijke overtuiging aan de vorming van de P. v. d. A. medegewerkt en voor de doorbraak gezwoegd. Het Man dement is, daaraan kan hij niet twijfelen, een veroordeling van zijn activiteit. Gro ter geesten hebben in het verleden de in nerlijke strijd, die hij thans moet voeren gekend. Wjj zullen hier geen bijzondere nadruk leggen op de misvattingen, welke wij in zijn diepbewogen betoog waarnamen. Slechts de hoop uitspreken, dat hfj de toch bewonderenswaardige moed moge vinden om tegen zijn verleden in dc weg van 't Mandement in te slaan. De katholie ken van deze Werkgemeenschap helpen wij in de Pinksterdagen het meest door een vurig gebed tot dc H. Geest. Waarom Willcms in zijn toespraak ook dringend heeft gevraagd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 5