PLAAT VAN DE WEEK
Ook van het openbare leven is
Christus Verlosser en Koning
Duizenden harten klopten sneller, duizenden
andere klopten helaas! niet meer
Kerstening der maatschappij het kernpunt
De kerstening der
maatschappij
Gewetensdwang
Geen isolement
ZATERDAG 5 JUNI 1954
PAGINA
Al wie de tweede wereldoorlog heeft meegemaakt in
een periode van zijn leven, waarin liij reeds tot d<>
ietwat rijpere jaren des verstands was gekomen, zal
zich nog levendig herinneren, welke gevoelens en
indrukken de berichten op D-Day, 6 Juni 1944, over
de landing van de soldaten der vrijheid op Franse
me cm, in de vesting Europa dus, alom verwekten,
e ooi log had reeds bijna vijf jaren geduurd. Be
gonnen niet een aanval van de Duitse legers op Polen
zelfs Goebbels raakte er van over
tuigd, zoals hij er ook van overtuigd
scheen (maar inderdaad niet was),
dat de Duitsers de Engelsen weer in
zee zouden drijven. Als, verkondigde
hij, de Engelsen vaste voet op het
Continent zouden krijgen en er zich
zouden kunnen handhaven, zou Duits
land de oorlog hebben verloren.
Bevrijders van alle rangen
Een week is nu verstreken, sinds
het Nederlandse Episcopaat het
Bisschoppelijk Mandement over:
„De katholiek in het openbare le
ven van deze tijd" voor de gelovi
gen beschikbaar heeft gesteld. Dat
het niet overdreven was, toen wij
het een historisch document noem
den, blijkt wel duidelijk uit de
reacties, welke het heeft gewekt
De gehele Nederlandse pers heeft
er zich, wij mogen inderdaad zeg'
gen grondig mee beziggehouden:
het mandement is bestudeerd. Dat
de katholieke pers het begroet
heeft als de wegwijzer, opgesteld
door het hoogste kerkelijke gezag
in Nederland, in het vaak zo moei
lijk ontwarbare wegennet van het
maatschappelijke leven, behoeft
niemand te verwonderen, die de
mentaliteit van Nederlands katho
lieken kent in haar eerbied voor
het bisschoppelijk woord. Dat is
geen slaafse volgzaamheid, maar
de doelbewuste erkenning van de
apostolische plaats der bisschop
pen: wie u hoort, hoort Mij, wie u
versmaadt, versmaadt Mij.
ANDERE STEMMEN
TWEEDE BRITSE
LEGER
[eerste amerik. leger
7° Korps]
|5*Korps|
it. Piwrre tfu Mont
i° Korps
\*uaë\
CARCNTAi
C ASPl QUET
CAEN
WOLTOT
Langs de honderden kilo
meters lange weg, welke gij hebt af
gelegd, liggen de graven van uw ge
vallen kameraden. Ieder van deze
gevallenen stierf als lid van het team,
Waartoe gij behoort, samengebonden
door een gemeenschappelijke vrij
heidszin en de onwil om te buigen
voor de slavernij. Onze gemeenschap
pelijke problemen voor de onmiddel
lijke en de verre toekomst kunnen
het best worden opgelost in dezelfde
geest van samenwerking en toewij
ding aan de zaak van de menselijke
vrijheid, die dit expeditieleger tot
zulk een machtig werktuig van ge
rechte vernietiging heeft gemaakt.
Laten wij ons verre houden van de
vruchteloze meningsverschillen, die
anderen ongetwijfeld hebben omtrent
welk land en welk wapen deze Euro
pese oorlog heeft gewonnen. Iedere
man, iedere vrouw van iedere natie
hier vertegenwoordigd heeft gediend
overeenkomstig zijn of haar be
kwaamheden; en de krachtsinspan
ningen van elk hunner hebben het
hare bijgedragen tot het eindresul
taat. Dit zullen wij onthouden; en
daarmede zullen wij eer bewijzen aan
elk onzer geëerde doden en zullen
wij troost brengen aan de geliefden
van de kameraden, die deze dag niet
meer mochten beleven.
(Uit de Overwinningsdagorder
van generaal Eisenhower).
De soldaten der vrijheid
in de Vesting-Europa
Generaal Eisenhower, de
opperbevelhebber van het
geallieerde bevrijdings
leger in Europa; de man,
die de zware verantwoorde-
lijkheid voor de invasie
droeg.
li ad de strijd steeds wereldomvattende vormen aan
genomen. Getrouw aan het aan Polen gegeven woord
hadden Engeland en Frankrijk de strijd met de
Duitse overweldiger aangebonden. In 1940 werden
Noorwegen, Nederland. België en Luxemburg over
vallen. In 1941 kwam de uitbreiding in Oostelijke
richting: de Balkan cn Rusland. En toen einde 1941
Japan de Verenigde Staten aanviel, verklaarde Hitier
aan deze de oorlog. Daarmede waren alle grote en
vele kleine mogendheden in de strijd verwikkeld.
HET VEPLOOP VAN DE INVASIE OP DE KUST VAN NORMANDIE IN 1944
Het G«altic<rdt front op oiddcrnecM
*on»
10 Jont 1944
UJuni 1944
Gren* tutten het Brft»e en
Aoerikoante leger
Een strijd, welke eindeloze ellende
over de volken bracht. En zo werd
het verlangen naar bevrijding, naar
bevrijding van de Duitse tyrannie
de dag sterker. Hoe vaak hoor-
en zeiden wij zelf in die benarde
■'den de typische uitdrukking: „Ko-
de Engelsen nu nog niet!" We
hadden het gevoel, dat de spanning
®hdraaglijk werd, met de dag on
draaglijker.
Reeds waren Engelsen en Canade
zen enkele malen op Franse bodem
geweest, maar het waren slechts com
mando-raids om het terrein te ver
kennen of om beperkte taken te ver
vullen. Telkens als men dan hoorde,
dat deze soldaten, na hun opdracht
™-SUCi'?ebben vervuld, weer
maakte rinh Waren teruggekeerd,
van dpho G!;!1 diepe teleurstelling
ter en pp26 ^Ur°Pese volken mees-
e" Goebbels wakkerde die nog
maar hij slaagde er niet in het
ot en het vertrouwen in de be-
v lijding door de bondgenoten te
schokken.
Toen, rond Mei 1944, begonnen de
veronderstellingen, op een op dat
ogenblik zeker onverklaarbare wijze,
vastere vormen aan te nemen. Het
werd: „de Engelsen gaan komen." En
6 Juni 1944. Dagenlang was het
stormachtig weer geweest; de zee was
woelig; dat was geen gunstige tijd
voor de geallieerden om dc invasie
te ondernemen. De Duitsers waren
gerust, maar de geknechte volken
hoopten, tegen alle hoop in.
Die dag, 's morgens rond tien uur,
drongen de eerste geruchten tot ons
door: de Engelsen zijn er! Een uur
later werden de geruchten officieel
bevestigd: Engelsen, Amerikanen, Ca
nadezen, Fransen en soldaten van
vele andere landen waren in Nor-
mandië aan land gegaan. Zij hadden
zich stevig in hun eerste bruggen
hoofd vastgezet cn nog steeds werden
door een armada van duizenden gro
te en kleine schepen nieuwe troepen
en oorlogsmateriaal aangevoerd-
Om half zeven 's morgens was de
beruchte Westwall, een door Hitier
onneembaar geachte versterkte stel
ling langs de gehele kust van Atlan
tische Oceaan en Noordzee in het
zicht gekomen, ,'s Avonds kon men
met zekerheid zeggen, dat er een
bres in deze muur van ijzer en beton
was geslagen. Door een voorbeelde-
loze samenwerking van leger, lucht
macht, die in 24 uur 5309 strategische
en 5276 tactische vluchten uitvoerde,
waarbij 10.400.000 kg bommen op
de Duitse stellingen werden gewor
pen en de vloot, welke dagen- en
nachtenlang in volle actie was om
allen en alles te vervoeren, de trans
porten te beschermen en tevens met
zijn artillerie de gelande troepen bij
de opmars te helpen.
Vele maanden lang was hard ge''-
werkt om deze invasie voor te berei
den. Toen generaal Eisenhower tot
opperbevelhebber van de geallieerde
strijdmacht voor de bevrijding van
Europa was benoemd, omringde hij
zich dadelijk met de bekwaamste mi
litairen om het operatie-plan met de
uiterste nauwkeurigheid voor te be
reiden. Daarbij mocht geen detail
worden verwaarloosd: een klein ge
tij verschil kon alles doen mislukken.
De grote man, die met mathematische
nauwkeurigheid ten slotte het ge
hele plan moest coördineren, was on
getwijfeld Montgomery, terwijl de
uiteindelijke verantwoordelijkheid bij
Eisenhower berustte.
Er is toen voortreffelijk -teamwerk
verricht en daarbij mag ook de naam
van Churchill, terecht de vader der
overwinnihg genoemd, zeker niet wor
den vergeten. Maar als men alle na
men zou willen vermelden, die aan
het slagen van de invasie, en derhalve
aan de herovering en bevrijding van
Europa hebben medegewerkt, dan
zouden waarschijnlijk enkele kolom
men van dit blad nauwelijks voldoen
de zijn om alle te omvatten.
Velen van hen zijn naamloos de
geschiedenis uitgegaan, precies als de
millioenen soldaten, die door hun
moed, hun opofferingsgezindheid, hun
taaie doorzettingsvermogen, vaak
door het hoogste offer van hun leven
er alles toe hebben bijgedragen om
de zo zorgvuldig voorbereide plannen
zo volkomen te doen slagen.
In ons eigen land, in België, Lu
xemburg en Frankrijk rusten vele
tienduizenden, op de met veel lielde
en dankbaarheid onderhouden kerk
hoven; vele tienduizenden, die op de
lange weg naar de onvoorwaardelijke
capitulatie van Duitsland moesten
achterblijven.
Want de weg van Normandië naar
Parijs was lang; die naar de oevers
van de Rijn nog langer; die naar
Berlijn nog veel, veel langer. Inder
daad bestond na de volkomen ge
slaagde aanval op de vesting-Europa
de practische zekerheid, dat het uur
der overwinning naderde; maar de
tegenstand van Duitsland moest nog
worden gebroken. Een verstandige
Führer zou zeker in September 1944
gepoogd hebben tot een wapenstil
stand te komen; maar Hitler was een
dwaze fantast, die aan hoogmoeds
waanzin leed; als hij ten onderging
zou hij geheel Duitsland meeslepen;
zó luidde zijn woord en hij heeft ge
daan, wat hij kon om deze „belofte"
te verwezenlijken. Dat heeft mil
lioenen mensenlevens gekost, tot ten
slotte Hitier zelf in zijn Berlijnse bun
ker eigen leven en dat van velen van
zijn naaste medewerkers door kogel
en gif vernietigde.
De morgenstond der bevrijding
D-day wekt vele herinneringen in
ons op. Hij was het 'ochtendgloren
van de bevrijding van een geheel
werelddeel. Op die dag klopten mil
lioenen harten feller, vol verwach
ting. Hij was het begin van de laatste
acte van een drama, dat, als de be
klemming over nieuwe, even ver
schrikkelijke mogelijkheden ons niet
opnieuw had aangegrepen, nog die
pere sporen zou hebben nagelaten.
Nu beleven we het verleden helaas
nog slechts als een verre nachtmer
rie en daarom is het goed op een her
denkingsdag als D-day ons even vast
te klampen aan wat toen gebeurde;
aan de offerbereidheid van zovelen,
die wisten, wat hun te wachten stond;
maar niet wisten, of zij nog ooit de
terugreis zouden kunnen aanvaarden.
Reeds die eerste dag klopten in Nor
mandië vele duizenden harten niet
meer. En het waren toch ook harten
van mensen, die het leven lief
hadden.
Tussen 6 Juni 1944 en 8 Mei 1945,
welke de totale overgave der Duit
sers zag, is onnoemelijk veel geleden,
op de fronten, in de hospitalen, onder
de burgerlijke bevolking der bezette
landen men denke slechts aan de
hongerwinter in Noord-Nederland
in Duitsland zelf, in de gezinnen die
dierbaren verloren hadden. Nu, tien
jaar later, is veel leed in de vergetel
heid weggezonken; de tijd heelt vele
wonden. Maar toch is alle lijden niet
gestild. Ook daaraan denken wij op
D-day; een dag van zeer gemengde
gevoelens, waarin toen de vreugde
over de naderende bevrijding over
heerste. Een vreugde, welke ons nog
kan bezielen in ons streven om te
behouden, wat toen in zware strijd
heroverd moest worden: de vrede.
Zó landden de soldaten der vrijheid op D-Day op het strand ran
A ormandië. Lit de landingsboten wadende, zwaar beladen, een bijna boven-
menselijke taalt vol levensgevaar tegemoet. Zij waren echter bezield met
de vastberaden wil om te overwinnen. En zij overwonnen. Deze foto's
werden door oorlogscorrespondenten genomen. Boven cn beneden; da
eerste stoottroepen gaan aan land; in het middcu een breder overzicht:
soldaten, strand, zee, schepen en een ontploffende granaat.
Jtu&UÏ&iuU-
Begrip en onbegrip omtrent Bisschoppelijk Mandement
Wat ons in de commentaren van
de niet-Katholiekepers sterk heeft ge
troffen, was, dat zelfs daar waar een eer
lijke en ernstige poging werd gedaan om
het Mandement te begrijpen, toch zoveel
misverstand zich openbaarde omtrent de
ware betekenis van het Bisschoppelijk
document. Er wordt gesproken van „be
perking der menselijke vrijheid", van
„gewetensdwang", van eenzijdige be-
zorgdheid voor het zieleheil van on
heilspellende splitsing van het Nederland
se volk", van terugwerpen in het isole
ment" enz. enz. Deze woorden vallen te
midden van overigens al te beperkte
erkenningen, dat „zeker niet de po
litiek vrijzinnige aan de geestelijke
leidslieden van het r. k. volksdeel ook
maar het recht (zal) ontzeggen de aan
hun leergezag onderworpen gelovigen voor
te houden, wat zij voor het zieleheil van
deze noodzakelijk oordelen". (N.R.C.).
Echter, het gaat in dit Mandement niet
primair om het zieleheil der gelovigen.
Het gaat primair om de taak van de ka
tholiek in het openbare leven van onze
t\)d; en die taak is, zó gezien, mede te
werken aan de kerstening van het open
bare leven. Duidelijk zeggen de bisschop
pen het reeds op pag. 4: „De mens is ech
ter niet enkel individu, hij is tevens so
ciaal wezen en levend lidmaat van dc
menselijke gemeenschap. Voor het aardse
cn tijdelijke welzijn is hjj verbonden in
de levende gemeenschap van de burger
lijke maatschappij; voor het geestelijke en
eeuwige heil maakt de christen deel uit
van de levende gemeenschap der Kerk
Uit de samenleving cn samenwerking van
de mensen ontstaat het openbare leven.
Ook dit openbare leven moet gekerstend
worden" En enige regels verder: „Ook
van het openbare leven is Christus ver
losser cn koning".
Het verbaas! ons eigenlijk, dat de bis
schoppen en met hen de katholieken zo
fel worden aangevallen, omdat zij de
maatschappij willen kerstenen en daar
voor de richtlijnen vaststellen. Wat willen
en doen de anderen? De P. v. d. A. poogt
wat zij zelf noemt een socialistische maat
schappij te vestigen; de communisten een
communistische; de vrijzinnigen een libe
rale. Wie heeft dan het recht het ons kwa
lijk te nemen, dat wij naar een samen
leving, gegrondvest op onze diepste over
tuiging, op onze katholieke beginselen,
streven. Men kan het met die beginselen
niet eens zijn, gelijk wij het niet eens
zijn met de liberale, de socialistische en
de communistische beginselen. We ont
zeggen niemand het recht zijn beginselen
te verdedigen en de onze op eerlijke wijze
te bestrijden; maar wij eisen voor ons,
katholieken, datzelfde recht op. En het s
wel zonderling, dat over de meeste pers
stemmen, welke wij onder de ogen kre
gen, het verwijt zweefde, dat wij eigen
denkbeelden en beginselen hebben, welke
wij bovendien dan nog in het openbare
leven willen doen doordringen.
Voor de katholiek vormt het particu
liere en openbare leven een onverbreke
lijke eenheid. Daarom rust op hem de
plicht niet alleen zijn eigen particuliere
leven te heiligen, maar ook, voor zover
dat in zijn vermogen ligt, de maatschap
pij te kerstenen. De liberaal, die wel de
scheiding maakt, klinkt dit ongetwijfeld
vreemd; maar alle andere groeperingen
zullen het beter begrijpen, want zij passen
practisch hetzelfde beginsel toe; zij allen
aanvaarden de totaliteit van het leven en
streven er naar deze ook in de gemeen
schap te verwezenlijken. Daarom is in het
Bisschoppelijk Mandement ook het eer
ste, het doctrinaire gedeelte, het belang
rijkst; wat in de twee andere, maar voor
al in het derde deel wordt behandeld i'
slechts de volkomen logische consequen
tie uit het eerste; al wordt, omdat men
daarmede in het practische leven terecht
komt, de aandacht wel sterk, o. i. te sterk,
juist naar dat derde deel overgehaald!
Maar principieel is het eerste het beslis
sende; wie de daar aangegeven grond
gedachten aanvaardt, kan en moet zelf
de conclusies trekken.
Natuurlijk ligt dit alles ook in het vlak
van het zieleheil, de bisschoppen wijzen
er herhaaldelijk op: de kerstening van de
maatschappij eist de waarachtige kerste
ning van iedere mens persoonlijk. Maar
als document richt het Mandement zich tot
de mens als gemeenschapsmens. Dit ge
zichtspunt kan ook de niet-katholickp
mens een juistere kflk op het gehele Man
dement geven.
Het liberale „Handelsblad" zegt in zijn
commentaar: „Wanneer het hoofdbestuur
van de K.V.P. met een manifest zou zijn
gekomen, waarin duidelijk, zonder om
wegen, zou zijn uiteengezet, dat en waar
om zij als politieke partij het socialisme
afwijst, zou dit onze instemming hebben
gehad. Het mandement der R. K. bisschop,
pen is echter geen manifest ener politie
ke partij, maar is een dwingende uit
spraak van geestelijke gezagsdragers met
betrekking lot de politieke houding van
hun gelovigen. Waarlijk niet alleen voor
de liberaal is dat een ernstige zaak. Het
is een poging, de politieke organisatie-
en bewegingsvrijheid van een niet onbe
langrijk deel van het Nederlandse volk
door indirecte gewetensdwang te beper
ken".
Het „Vaderland" commentarieert: „Er
zullen er in ons land maar zeer weinigen
zijn, die verheugd zijn over het mande
ment. Tenslotte wordt hiermede een die
pe ingreep gedaan op de menselijke vrij
heid, die ook in katholieke kring we
zeggen het zonder voorbehoud zo hoog
vrij >s om te doen wat hij wil, goed of
kwaad; de echte vrijheid is, dat men mei
de vrije wil vrijwillig het goede kiest, of-
schoon men physiek ook het kwade zou
kunnen kiezen; vrijheid geeft niet het
recht om het kwade te doen, maar ver
onderstelt dc plicht om het goede te kie
zen.
Wat nu is het goede? Daarover moet het
geweten, het juist gevormde geweten be
slissen. Maar onder de motieven, welke
bij de beslissing de doorslag geven, beho
ren de richtlijnen, welke het door God
Zelf gestelde en voorgelichte kerkelijke
gezag geeft. Zij kunnen in vele gevallen
de belangrijkste, soms de enige factor zijn
tot vorming van het juiste geweten. De
katholiek ziet dan ook in de richtlijnen,
door Paus en bisschoppen gegeven geen
dwang, geen vrijheidsbeperking, maar een
gave 'van onschatbare waarde voor de
richtinggeving in zijn leven. Hij aanvaardt
ze niet met tegenzin, maar met liefdevolle
dankbaarheid.
Er is bijna geen niet-katholieke pers
stem, die niet verklaart, dat het Bis
schoppelijk Mandement de katholieken in
een sterker isolement terugdringt. De z.g.
„rooms-katholieke zijde", het aftandse
geschat wordt. Nemen we als voorbeeld
een katholieke en een socialistische vak
organisatie. Voor de katholiek staat dus
per se alleen de eerstgenoemde open, ook
al betekent deze organisatie niets en is
zij onmachtig, onbekwaam of onwelwil
lend voor haar leden verbetering van ar
beidsvoorwaarden te bereiken. Het moet
duidelijk zijn, dat dit ook voor de katho
lieke organisaties zelf een groot gevaar
betekent, omdat voor haar het concurren
tiebeding niet bestaat".
En de „Telegraaf": „Het niet-katholieke
volksdeel van Nederland zal hier onge
twijfeld van dwang spreken, het katho
lieke volksdeel zal niet willen ontkennen
dat hier sprake is van vrijheidsbeper
king".
Wij voelen ons, als we dergelijke pas
sages lezen (en we zouden ze kunrien
vermenigvuldigen, gelijk ze ook bij an
dere gelegenheden telkens opgeld doen)
geneigd en genoopt de vraag te stellen:
of de liberaal, de socialist, de communist
en ook de gelovige protestant niet in zijn
onbeperkte vrijheid van handelen wordt
beperkt juist door de eigen beginselen,
alleen volkomen beginselloze mensen ken
nen die beperking niet; maar daardoor is
dan ook hun vrijheid geen echte, ware
vrijheid, maar bandeloosheid.
We zouden met deze vraag kunnen vol
staan als antwoord op de nict-katholick»
bezwaren tegen deze z.g. gewetensdwang
Vrijheid betekent echter niet, dat de mens
van,N-R-C., overigens in het gun-
o» i een volkomen verliberali-
seerde r. k., maakt het al erg bont door
m®hen, dat het Mandement „een ern
stige bedreiging vormt voor de eendracht
^3n a R^erlandse volk op een tijdstip
van de wereldgeschiedenis, waarin het
voor. ..e"t niet-eendrachtig volk uiterst
moeilijk wordt zich te handhaven. Het
vormt ook een ernstige bedreiging voor
het geloofsleven van de rooms-katholie-
ken en voor de inwendige gesteltenis van
de rooms-katholieke gemeenschapDie
aantasting van onze volkseenheid gaat
iedere Nederlander aan".
Wc willen niet op het zonderlinge van
het in katholieke kring zeer ongaarne
gehoorde woord rooms-katholiek wijzen.
Wel eel .er deze „r. k. zijde" (cn we kun
nen het ook anderen, die een soortgelijke
bezorgdheid koesteren, zeggen) er op at
tent maken, ten eerste, dat de bisschop
pen een isolement, zoals boven bedoeld,
uitdrukkelijk en absoluut afwijzen. „Daar
om, schrijven zij, is de grote richtlijn, die
wij u geven: één in eigen verband cn van
daaruit samenwerking met anderen, met
behoud van eigen zelfstandigheid. Niet in
nivellering ligt het welzijn van ons volk
maar wel in samenwerking van alle posi
tief gerichte krachten, ieder ons volk die
nend volgens eigen overtuiging" Werke
lijk, hadden dc bisschoppen duidelijker
kunnen zeggen, wat zjj wensen, we gelo
ven het niet.
En dan, onze volkseenheid, en de kan
sen van de Europese integratie (daarvoor
vreest het „Haags Dagblad") zijn na de
publicatie van het Mandement heus niet
kleiner geworden dan ze de vorige week
waren. Ons volk, alle volken van Europa
vaïi de gehele wereld zijn religieus en
naar wereldbeschouwing verdeeld; maar
niettegenstaande die geestelijke verdeeld
heid blijkt de nationale eenheid, zoals b.v,
in ons eigen land, zeer hecht 'te kunnen
zijn. Zou die nationale eenheid, of in een
verdere toekomst de Europese eenheid be
dreigd kunnen worden, als de katholieken
zich innerlijk nog hechter dan toch reeds
het geval is, aaneensluiten? Het is re
dwaas om het zelfs te veronderstellen. Wij
wilien geen ouderwets isolement, maar
een nieuwe innerlijke verbondenheid. Wij
willen in ons eigen huis met onze eigen
meubelen en ons eigen comfort wonen.
Wij maken van ons huis echter geen ge-
panlseide vesting, de deur staat voor ieder
opqn om met ons te komen praten; en wij
kunnen door de deur naar buiten gaan
om met anderen te praten. Maar, en dat
is onze kracht; my house is my castle:
woning, bescherming en centrum - n.
maatschappelijk verkeer.
Met waardering hebben wij de pro
testantse persstemmen gelezen; zo schrijft
„Trouw": „Wij zouden wensen, dat de
kerken der reformatie op dit punt (de P
v. d. A. als voornaamste draagster van
de doorbraakgedachte) een even duidelijk
en even beslist geluid gaven. Want het
gevaar, dat de R. K Kerk ziet, moeten
toch ook de belijdende protestantse ker
ken zien en daarvan op haar wijze ge
tuigen".
„Het Vrije Volk" heeft tot dusverre zich
van breder commentaar onthouden en
zich beperkt tot de mededeling, „dat dit
mandement ernstig bestudeerd moet wor
den, voordat een verantwoord oordeH
over de thans ontstane toestand mogelijk
is. Ook de slotsom van het beraad in de
P. v. d. A. en haar Katholieke werk
gemeenschap zal daarvoor bekend moe
ten zijn. Dat beraad is in volle gang".
Intussen heeft de voorzitter van deze
werkgemeenschap voor de Vara zijn eer
ste indrukken" weergegeven. Wij kregen
bij het luisteren het gevoel, dat een ten
dode benauwde mens met zijn geweten
worstelde. En wij kunnen het bij Joan
«Villems begrijpen. Hij heeft alleen en uit
sluitend uit innerlijke overtuiging aan de
vorming van de P. v. d. A. medegewerkt
en voor de doorbraak gezwoegd. Het Man
dement is, daaraan kan hij niet twijfelen,
een veroordeling van zijn activiteit. Gro
ter geesten hebben in het verleden de in
nerlijke strijd, die hij thans moet voeren
gekend.
Wjj zullen hier geen bijzondere nadruk
leggen op de misvattingen, welke wij in
zijn diepbewogen betoog waarnamen.
Slechts de hoop uitspreken, dat hfj de
toch bewonderenswaardige moed moge
vinden om tegen zijn verleden in dc weg
van 't Mandement in te slaan. De katholie
ken van deze Werkgemeenschap helpen
wij in de Pinksterdagen het meest door
een vurig gebed tot dc H. Geest. Waarom
Willcms in zijn toespraak ook dringend
heeft gevraagd.