Ons Succes-patroon
van deze week
Hef geval LEAVENWORTH
J&
MENU VOOR EEN WEEK IN
DE MAAND JUNI
TROUW AAN CHRISTUS KONING
DOODT VLIEGEN EN MUGGEN MET
ANNA K. GREENS;
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
Wèg „ijzeren gordijn"?
Niet onverschillig tegenover de slechte film Katholieke
Studiedagen in Keulen Katholiek zij zich bewust van zijn
plicht. Groucho Marx in Londen „Jullie kunnen me de
mannelijke Greta Garbo noemen' Tegenwoordig voor de
televisie Honderd koeien in ruil voor een vrouw Re-
gisseur George Breakston in moeilijkheden Avonturen rond
avonturenfilm „Golden Ivory'' „Geen namaak of be
drogRobert Urquhart: „Bwana Cowboy" Alfred Hitch
cock filmde in Cannes Achterkleinzoon van Rin Tin Tin
op het televisiescherm „Tweetalige" Italiaanse acteurs.
Garbo
Ren gekleed meisjes jurk je
DOOR
(Van onze filmredacteur)
In Keulen zijn Zondag de Internationale
Katholieke Studiedagen van de Katho
lieke Filmbeweging (Office Catholique
International du Cinéma) geopend met
een plechtige H. Mis in de Dom, waar
onder mgr J. Leiprecht, bisschop van Rot
tenburg en zaakgelastigde van de Duitse
bisschoppenconferentie voor filmaange
legenheden. in zijn predikatie er met na
druk op heeft gewezen, dat de katholie
ken niet onverschillig mogen staan tegen
over de slechte film en dat ook de Kerk
ten aanzien daarvan niet kan zwijgen,
omdat de slechte film de geestelijke
kracht van de menselijke maatschappij
ondermijnt.
Met klem drong mgr Leiprecht, verwij
zend naar de pauselijke encycliek „Vigi-
lanti Cura", er bij priesters en leken op
aan, zich bezig te houden met de grote
taak. die voor de film is weggelegd als
middel tot ontspanning, vorming en op
voeding. „Bij de vervulling van de op
dracht, die Christus ons heeft gegeven",
vervolgde spreker, ..kunnen wij als ka
tholieken evenmin afzijdig blijven van
die invloeden der film, die het christelijke
huwelijk en het gezin aantasten".
Tijdens de Maandag gehouden zitting is
een schrijven van mgr J. B. Montini, pro
secretaris der Pauselijke Staatssecretarie
voorgelezen, waarin wordt gewezen op de
verantwoordelijke taak, die de katholiek
heeft om de menselijke waarden te be
schermen en deze te verwezenlijken in de
filmkunst.
„Iedere katholiek, die zich bewust is
van zijn plicht en zijn waardigheid", al
dus het schrijven aan de voorzitter der
Studiedagen, „moet tegenover de moderne
filmproductie een houding aannemen, die
getuigt van verantwoordelijkheidsgevoel.
Met het oog op de ver-strekkende invloed
Gino Cervi, hier in zijn rol van
burgemeester Peppone tegenover
Fernandel, hoopt in de Franse versie
van de volgende Don Camillo-film
zelf zijn Franse tekst te spreken.
van de film op het innerlijke leven van
de massa is het de wens van de Paus, dat
de deelnemers aan deze Studiedagen het
onderwerp „katholieke filmkeuring" met
de grootste zorgvuldigheid behandelen".
In zjjn schrijven wijst mgr Montini op
de noodzakelijkheid, dat katholieke lande
lijke filmbureaux worden opgericht in
landen, waar deze nog niet bestaan. Deze
bureaux moeten kunnen beschikken over
de middelen om hun taak naar behoren
te vervullen.
De gelovigen wordt gewezen op hun
plicht, zich te laten inlichten over de
films, die zij wensen te zien en naar deze
inlichtingen te handelen.
Julius Henry Marx beter bekend als
Groucho is onlangs in Londen aange
komen met een stoppelig snorretje (eigen
teelt), maar zónder sigaar. Hij sabbelde
op een lege pijp.
Handtekening-jagers zwermden op hem
aan met foto's uit zijn oude films. Aan
vankelijk weigerde hij te tekenen. Toen
smeekte iemand: ,.Ik heb een heel eind
gereisd om u te ontmoeten".
„En ik ben naar Engeland gekomen om
dit te ontlopen", gromde Groucho.
Waarom hij voor het eerst sinds 25 jaar
weer naar Londen was gekomen, vroe
gen de verslaggevers. „Om de journalisten
uit de weg te gaan", snauwde Groucho.
..Jullie kunnen me de mannelijke Greta
Garbo noemen".
Met opgeslagen kraag en een slappe
hoed diep over zijn bril wachtte hij op
zijn auto. Allengs kwam hij wat meer los.
Ik werk momenteel voor een reclamefilm
We willen een paar opnamen maken met
de Tower, Buckingham Palace en Wind
sor Castle op de achtergrond".
Hij keek neerslachtig naar de neerstro
mende regen en zei„Precies als toen ik
al die jaren geleden wegging".
Hoeveel sigaren hij per dag rookte?
„Zoveel als de mensen me geven", ant
woordde hij uit een hoek van zijn mond
en reed weg naar zijn hotel.
Groucho Marx, de mannelijke Greta
's Zondags wilt U natuurlijk wel
eens vlug klaar zijn met het eten,
want als er een 'uitstapje op het
programma staat, dan is het niet
leuk als de huisvrouw bij thuiskomst
nog zoveel te doen heeft. Daarom
stellen wij U voor om voor die Zon
dag (of voor een vacantiedag) een
gerecht te kiezen, dat lekker is en
dat U vlug kunt klaarmaken. De
pikante en lekkere smaak van dit
gerecht is te danken aan de daarin
verwerkte kaas. U moest eens wat
vaker kaas in het middageten ver
werken; ze geeft er een pittig aroma
en een lekkere smaak aan.
Zondag: Bloemkool met kaassaus,
kleine aardappelen, varkenscarbona-
de, yoghurt met fijngemaakte bana
nen.
Maandag: Spinaziesoep van verse
spinazie, runderlappen, stoofsla en
aardappelen.
Dinsdag: Groentesoep, hachée van
vleesresten met droge rijst.
Woensdag: Kaasboterhammetje,
worteltjes en peultjes, gebakken
kleine aardappelen, fruit.
Donderdag: Slakropjes gevuld met
gehakt, aardappelpurée, flensjes.
Vrijdag: Witte bonensoep met
melk en gehakte peterselie, beschuit
met bessensap.
Zaterdag: Gebakkerf vis met kom
kommersla, gekookte aardappelen,
fruit.
Aan ingrediënten voor het Zon-
dagsmaal zijn nodig:
1 bloemkool, 3dl kaassaus, zout.
De bloemkool schoonmaken, naar
verkiezing in stukken verdelen en
gaar koken in water met zout
20 min.)
Kaassaus.' liter water met bouil
lonblokjes of bouillon, 30 g (3y2 eet
lepel) bloem, 40 g (2% eetlepel) bo
ter of margarine, 50 g (10 eetlepels)
geraspte belegen kaas, zout, (peper).
De boter of de margarine smel
ten. De bloem toevoegen en de massa
glad roeren. Het vocht geleidelijk,
onder goed roeren met een garde,
toevoegen. (De bouillonblokjes in de
saus oplossen). De saus even laten
doorkoken. Van het vuur af de ge
raspte kaas erdoor mengen. (Indien
nodig 't geheel op smaak afmaken
met zout en peper). Inplaats van
water of bouillon kan men melk of
gedeeltelijk melk gebruiken.
De bloemkool uit het water halen,
latep uitlekken en in een schaaltje
overdoen. De kaassaus over de
bloemkool gieten, zodat deze er ge
heel mee bedekt is. Heeft men een
oven, dan kan de bloemkool in een
vuurvast schoteltje worden overge
daan, voordat men de kool met de
kaassaus heeft bedekt. Men houdt
dan een paar lepels geraspte kaas
achter, welke vervolgens over de
saus worden gestrooid. Het gerecht
daarna in de oven zetten en er bij
bovenwarmte een lichtbruin korstje
op laten komen.
Groucho Marx is 58 jaar, maar ziet er
jonger uit; hij is 1,70 meter lang, maar
lijkt korter en hij houdt zijn gewicht rond
de 70 kilo, door zijn hartstocht voor golf
„Ik ben 42 (inches) rond het middel, 96
rond de golfbaan en een plaag rond het
huis".
Groucho Marx wijdt zijn komische ta
lenten tegenwoordig aan de televisie. .,Ik
heb thuis in de States een televisiepro
gramma, waarmee ik al het geld verdien,
dat ik wil (naar schatting een millioen
gulden per jaar) en daar ik „quiz master"
(soort conferencier) ben, heb ik geen tekst
nodig. Ik doe het liever dan films of va
riété. Ik leef graag van mijn handigheid.
Dat kan je doen met zakkenrollen of met
„quiz master" spelen. En zakkenrollers
zijn er toch al teveel".
De televisie heeft hem gedwongen zijn
eigen beroemde, zwart geverfde snor, die
hij altijd in zijn films droeg, op te geven.
Het was een dik, zwaar geval. „Hij moest
weg, omdat le te groot was voor het tele
visiescherm", grauwde hij.
Tot slot nog iets over de gebroeders
Marx: Chico (de pianist) en Harpo (de
stomme) treden nog steeds op; Zeppo, de
romantische. fabriceert tegenwoordig
vliegtuigonderdelen; en Gummo treedt op
als agent van de gebroeders, waarvoor hij
tien procent van hun verdiensten incas
seert.
Bent u bereid uw vrouw te ruilen voor
honderd koeien?
Deze vraag kreeg George Breakston
cnlang3 op zeer tactvolle, negatieve wijze
te beantwoorden in Kenya, Oost-Afrika,
waar hij bezig was met het maken van
buitenopnamen voor de technicolorfilm
„Golden Ivory", die hij voor Associated
British-Pathé regisseert.
George, vergezeld van zijn aantrekke
lijke vrouw Irene en John Bentley, die
met Robert Urquhart en Susan Stephen
de hoofdrollen in deze film speelt, bracht
een bezoek aan de hoofdman van een na
bijgelegen dorp van de Massai-stam om
figuranten aan te werven voor een massa
scène, die de volgende dag zou worden
opgenomen.
„We moeten een beetje te ver zijn ge
gaan in onze pogingen om vriendschap
pelijke betrekkingen aan te knopen, want
het oude stamhoofd overlaadde ons een
voudig met gunsten", schreef John Bent
ley in een brief naar huls. „Mij bood hij
als bewijs van zijn hoogachting één van
zijn veertig vrouwen ten geschenke aan,
terwijl Irene zo'n indruk op hem maakte,
dat hij George probeerde over te halen in
ruil voor haar honderd koeien te accep
teren.
Zover ik weet, bestaat er geen enkel
boek over etiquette, dat in een dergelijke
situatie voorziet en George en ik hadden
dan ook de grootste moeite, beide aan
biedingen van de hand te wijzen zonder
de oude heer te beledigen, van wiens wel
willendheid zoveel voor ons afhing. Ik
weet zelf niet meer, hoe we het voor el
kaar boksten, maar we kregen onze figu
ranten voor een opwindende gevechts
scène, waarin een stuk of honderd Masai-
krijgers een aanval doen op een kamp
van de blanken. Ze waren angstig echt".
„Golden Ivory" verhaalt de avonturen
van de eerste Britse kolonisten in Oost-
Afrika en wordt wel eens de Britse te
genhanger van ,.The Covered Wagon"
plus wilde dieren genoemd.
Aan avonturen heeft het de filmgroep
niet ontbroken. Het parool van regisseur
Breakston luidt„Geen namaak of be
drog". Met het gevolg, dat alle drie de
sterren terwille van de sensatie angstige
ogenblikken hebben beleefd met leeuwen,
buffels, neushoorns, slangen enz. Susam
Stephen is het voornaamste „slachtoffer"
geweest. Ze heeft een zelfde beeldven-
ster moeten delen met een woedende
leeuwin, twee wilde neushoorns en een
veertig voet lange python, terwijl 't draai
boek haar verder veroordeelde tot het ne
men van een bad in een rivier vol kroko
dillen en het wegzinken in een moeras,
tijdens een achtervolging door een razen
de buffel.
Noch voor, noch.achter de camera heeft
men zich een ogenblik hoeven te verve
len. Tijdens de overval van honderd Ma-
sai-krijgers op het kamp van de blanke
kolonisten, veroorzaakte een rondslui
pend luipaard een paniek onder de veer
tig ossen, die werden gebruikt om de huif
karren te trekken. Met hun tuigen nog
aan, renden de doodsbange dieren een
nauwe kloof in, artisten en technici in alle
richtingen verspreidend.
Blanke jagers van de safari rekenden
met de „grote kat" af, terwijl Robert
Urquhart. een uitstekende ruiter, die door
de inboorlingen om zijn Wild-West-uitrus-
ting „Bwana Cowboy" werd genoemd, een
werkzaam aandeel had in het tot rust
brengen en verzamelen van de ossen.
Victor Young, de bekende bandleider
en componist, zal voor het eerst voor de
filmcamera's verschijnen in „The Country
Girl", een Paramount-film met Bing
Crosby, Grace Kelly en William Holden
in de hoofdrollen. Hij zal zichzelf spelen,
terwijl hij tevens de muziek componeert
voor deze film, die door George Saton
wordt geregisseerd.
Voor de Paramount-film „Catch a thief"
heeft regisseur Alfred Hitchcock onlangs
een bezoek gebracht aan Cannes. In deze
„thriller", die wordt opgenomen in Vista
Vision, spelen Cary Grant en Grace Kelly
de hoofdrollen. Een belangrijke rol in de
f:lm wordt verder gespeeld door Jessie
Royce Landis. een beroemde Broadway-
en televisie-ster.
Peter Ustinov, Aldo Ray en Basil Rath-
bone zijn door Paramount geëngageerd
om naast Humphrey Bogart en Joan Ben
nett een rol te spelen in de film „We're
t'.o angels". Regisseur Michael Curtiz is
nog deze maand met de opnamen begon
nen. Het toneelstuk „La Cuisine des
anges" van Albert Husson, waarop het
door Ronald MacDougall geschreven sce
nario is gebaseerd, loopt thans reeds drie
iaar in Parijs. Hier te lande is het door
het Vrije Toneel onder regie van wijlen
Cor Ruys gespeeld onder de titel ..Enge
len zonder vleugels". Het is het verhaal
van drie mannen, die verbannen zijn naar
het Duivelseiland en zich daar bekeren
tct barmhartige Samaritanen, die de fi
nanciële en huiselijke problemen helpen
oplossen van een plaatselijke winkelier
en zijn gezin. Ook deze film zal in Vista
Vision worden opgenomen.
De achterkleinzoon van Rin Tin Tin, de
beroemde hond van de stomme films,
wordt klaargemaakt voor de Amerikaanse
televisie-roem. In de herfst van dit jaar
zal een serie films, getiteld „De Avonturen
van Rin Tin Tin" voor vertoning op het
televisiescherm gereed zijn. De ster is een
driejarige afstammeling van de heldhaf
tige hond, die enkele tientallen jaren ge
leden millioenen in vervoering bracht.
De eigenaar van de nieuwe ster is Mr
Lee Duncan, de man die de oorspronkelijke
Rin Tin Tin vond als een door Duitse sol
daten in Frankrijk achtergelaten jong
hondje.
Gino Cervi zal weldra kunnen doorgaan
vöor een geboren Parijzenaar. Hij werkt
hard aan de verbetering van zijn Franse
uitspraak en hoopt, dat het publiek bij de
Franse versie van de derde Don Camillo-
film zijn eigen stem zal horen, als burge
meester Peppone spreekt.
Verscheidene Italiaanse acteurs zijn al
in staat in Franse films te spelen, zonder
dat hun stem hoeft te worden gedoubleerd
zoals bijvoorbeeld Raf -Vallone, Paolo
Stoppa, Vittorio de Sica en Massimo Ser-
rato. Ook verschillende Italiaanse actri
ces als Carla del Poggio, Isa Miranda, Lia
Amanda en Pier Angeli, zijn „tweetalig".
Wegens groot succes plaatsen wij rleze
week een gekleed meisjes jurkje w^ar
eveneens de garnering (kleine witte
motiefjes) bij inbegrepen zijn.
Dit jurkje is bijzonder mooi van een
effen zijde of linnen. Op bet scbouder-
pasje zijn de motiefjes verwerkt, wat bet
jurkje tot iets aparts maakt.
Het lijfje en het rokje zijn ruim. Dc hals
is afgewerkt met een klein boordje, welke
in een revertje uitloopt.
Dit patroon is verkrijgbaar in maat
70, 80, 90 38 a f 0.90.
C 809
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerze"
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plak nooit meer dan f 1.— aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt
wordt is waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291.
Patronen worden niet geruild.
Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd.
In heel veel gezinnen is er in deze
weken een blijde feestdag. Want dan doet
de jongen of het meisje, dat de lagere
school gaat verlaten, de plechtige her
nieuwing van de doopbeloften.
Ik weet soms niet, wat er mooier is,
de Eerste H. Communie of deze feestdag.
Dje toch eigenlijk aan glans wint, omdat
Z1J *er Z'0*1 nu volkomen van bewust zijn
wat of het zeggen wil, als zij de rechter
hand op het Evangelieboek houden, in de
linkerhand een brandende kaars en dat
zij dan zo vrijmoedig en volkomen eerlijk
zeggen. „Christus, mijn God en mijn
koning, wij beloven U trouw tot in den
dood". Deze woorden zullen zij straks uit-
Ilumphrey Bogart en Joan Bennett spelen de hoofdrollen in de film
We're no angels', naar het toneelstuk „Engelen zonder vleugels", dat
hier te lande onder regie van wijlen Cor Ruys door het Vrije Toneel is
gespeeld.
dragen de wereld in ,die zij immers gaan
veroveren?
Want na de lagere-schooljaren wordt
voor hen een nieuwe periode ingeluid, och,
dat gaat allemaal zo vanzelf ,daar staan
zij niet eens bij stil. Verwachtensvol staan
zij nu op de drempel van het leven, dat
voor hen nog alles inhoudt. Vreugde, bit
tere teleurstelling misschien, zij zullen dit
alles op hun eigen manier verwerken en
er zich doorheen slaan. De jeugd behoort
immers de toekomst. Zij hebben een goede
ondergrond gehad thuis en op school, hun
vertrouwen in Hem, die ons aller leven
bestuurt, is zo oneindig hecht, dat, wat er
ook moge komen, zij pal staan in hun
geloof
De jeugdbeweging wint met de dag ter
rein en aat is goed. Daar komen straks
goede mensen van in onze maatschappij,
mensen, waar wij op kunnen bouwen En
die zich overal weten te handhaven.
Ik zei u al, dat het morgen voor velen
een blijde feestdag is. Moge die dag dan
voor allen er een zijn, die met gouden
letters in 't ontvankelijk, jonge hart staat
geschreven en waarop zij later met vreug
de kunnen terugzien, omdat de gelofte,
toen zo plechtig en overtuigend gedaan,
door alle stormen heen immer gestand
is gebleven
MIEKE
in de tweede wereldoorlog aan de soviet-
Unie hebben geleend en die thans worden
teruggegeven. Bij deze gelegenheid gaf
de Sovjet-ambassadeur te Istanbul, Podt-
serof, een cocktail-party voor de Russische
bemanningen der schepen, die ook door
diplomaten werd bijgewoond. De ambas
sadeur hield een toespraak, waarin hij
onder meer zeide: „Het ijzeren gordijn be
staat niet"
11
Vertel mij uw droom, zei ik.
Luister, begon de secretaris met een
stem die van angst beefde: Het was in de
nacht voordat mijnheer Leavenworth ver
moord werd; ik was rustig en kalm inge
slapen, toen ik plotseling vol schrik wak
ker schoot. In de duisternis weerklonk een
kreet, een kreet die niets menselijks meer
had, en een stem die ik niet kende gilde
driemaal achter elkaar mijn naam: True-
man! Trueman! Trueman! Ik richtte mij
op en hoorde, zoals dat soms in een droom
gebeurt, een geluid in de hall.Het vol
gende ogenblik sloop er een man van hoge
gestalte de studeerkamer binnen. Toen
leek het alsof ik een ander werd; ik was
geen derde die als toeschouwer een ge
beurtenis bijwoont; ik was mijnheer Lea
venworth zelf, die voor zijn bureau zat en
het onheil voelde naderen, zonder een ge
luid te kunnen geven of een beweging te
kunnen maken. Ik wist precies wat die
man deed; hij ging achter mij langs, de
slaapkamer binnen, naar de lade waarin
de revolver lag, greep het wapen met ge
oefende hand en ging vlak achter mu
staan.... met zijn vinger aan de trekker-
Ik zag in mijn droom het gezicht van die
man zo duidelijk, dat zijn trekken onuit
wisbaar in mijn geheugen zijn geprent.
Het was dat van de man, die gisteren, na
afscheid van juffrouw Mary Leavenworth
te hebben genomen, voor onze ogen de
hall door liep.
ACHTSTE HOOFDSTUK
Een vooroordeel
Een ogenblik was ik in de ban van een
bijgelovige vrees, maar mijn gewone scep
tische natuur nam de overhand: ik hief
het hoofd op en zei:
U beweert, dat dit alles op de dag
vóór de misdaad gebeurde?
Harwell knikte en zei:
Het was een waarschuwing.
Waar u dan toch geen rekening mee
gehouden hebt!
Neen; ik heb vaak nachtmerrie? en
ik dacht er pas weer aan, toen ik mijn
heer Leavenworth's lijk zag.
Nu verbaast uw vreemde houding bij
het onderzoek mij niet meer.
O mijnheer, antwoordde hij met een
bedroefde glimlach, niemand kan besef
fen, hoeveel inspanning het mij gekost
heeft, om toen niets los te laten over de
moord en over de manier, waarop hij was
gepleegd.
U gelooft dus, dat uw droorn ook pre
cies de omstandigheden waergaf waar
onder hij plaats greep?
Ja.
Het is jammer, dat hij niet vollediger
was en ons getoond heeft, hoe de moorde
naar is gevlucht of hoe hij het huis heeft
kunnen verlaten en hoe hij het is binnen
gekomen.
Harwell kreeg een kleur en sprak:
Dat is inderdaad jammer: ik zou ook
wel willen weten hoe Hannah is verdwe
nen en waarom een heer, een vreemde,
zich tot zulk een misdaa-d heeft verlaagd.
Ik merkte, dat ik hem geërgerd had en
hield mijn spottende opmerkingen voor
mij. Ik vroeg hem:
Waarom noemt u hem een vreemde.
Kent u iedereen die bij de familie Lea
venworth komt, zo goed, dat u kunt zeg
gen, wie er vreemd is en wie niet?
Ik ken alle vrienden van het huis,
mijnheer Raymond, en daar hoorde mijn
heer Clavering niet toe.
Vergezelde u mijnheer Leavenworth
op zijn reizen? vroeg ik.
Neen.
Hij was toch zeker wel eens uit de
stad?
Ja zeker.
Zou 'u mij kunnen vertellen, waar
hij met de dames in Juli van het vorige
jaar is geweest?
Ja, zij waren toen in R„ de bekende
badplaats! O! riep hij uit, toen hij merkte
dat ik mijn wenkbrauwen fronste. Hij
heeft hen daar zeker leren kennen!
Mijnheer Harwell, vervolgde ik „u
verbergt mij iets omtrent Clavering.
Ik weet niets meer, dan ik u reeds
verteld heb; maar als u besloten bent
over dit onderwerp door te gaan.
Hij zweeg en keek mij vragend aan. Ik
antwoordde:
Ik ben Vast besloten, zoveel mogelijk
omtrent Clavering te weten te komen.
Harwell hief het hoofd op en vervolgde:
Dan zal ik u nog dit vertellen. Enige
dagen voor de moord schreef Clavering
een brief aan mijnheer Leavenworth, die,
naar ik geloof, grote beroering verwekte
J in het gezin.
Hoe weet u dat?
Ik opende hem bij ongeluk. Ik las
namelijk alle zakenbrieven van mijnheer
Leavenworth en deze, die verstuurd was
door iemand, die de gewoonten van mijn
heer niet kende, droeg niet het tekentje,
dat steeds op zijn particuliere correspon
dentie voorkwam.
Was hij getekend door Clavering?
Ja, Henry Ritchie Clavering.
Hebt u hem gelezen? vroeg ik vol
spanning.
De secretaris zweeg. Ik drong aan'
Mijnheer Harwell, nu geen mis
plaatste fijngevoeligheid alstublieft! Hebt
u de brief gelezen?
Ja, maar oppervlakkig. De schrijver
beklaagde zich over het gedrag van een
van de nichten van mijnheer Leaven
worth. Meer herinner ik mij niet.
Welke nicht?
In de brief werd geen naam genoemd.
Wat dacht u er van?
Niets, mijnheer. Ik trachtte het voor
val te vergeten.
Maar u beweert, dat hij grote beroe
ring verwekte in het gezin?
Dat merkte ik later, door de veran
dering in hun houding.
Waarom antwoordde u ontkennend,
mijnheer Harwell, toen de coroner u vroeg
of mijnheer Leavenworth een brief had
ontvangen, die in verband gebracht kon
worden met de misdaad?
Zou u in mijn plaats over deze
brief hebben gesproken, waarin men in de
gegeven omstandigheden ernstige verden
kingen zou hebben gevonden tegen een
van de dames Leavenworth?
Ik moest toegeven dat de moeilijkheid
groot was. Hij ging voort:
Hoe kon ik weten, dat die brief zo
belangrijk was, ik wist helemaal niet, wie
Henry Ritchie Clavering was!
Toch hechtte u er waarde aan, want
ik herinner mij, dat u aarzelde voordat
u de coroner antwoordde.
Dat is zo; maar nu zou ik niet meer
aarzelen als men mij nog eens dezelfde
vraag stelde.
Er volgde een stilte. Ik liep op en neer
door mijn kantoor. Eindelijk, lachend om
de vrees die het zonderlinge verhaal bij
mij had gewekt, sprak ik:
Dat is allemaal pure verbeelding.
Dat kan wel, antwoordde Harwell.
Overdag ben ik een heel normaal mens,
weinig onder de invloed van fantasieën
of voorgevoelens. Bovendien besef ik
evengoed als u, hoe zwak een beschuldi
ging is, die gebaseerd is op een droom van
een arme secretaris. Daarom heb ik ook
gezwegen. Met dromen vangt men geen
moordenaars. Maar denk hier wel aan,
mijnheer Raymond: als men ooit de moor
denaar van mijnheer Leavenworth ont
dekt, dan zal het de man blijken te zijn,
die ik in mijn droom heb gezien.
Ik haalde diep adem. Op dit ogenblik
was ik het met Harwell eens. Een gevoel
van verlichting en smart tegelijk, maakte
zich van mij meester bij de gedachte, dat
Eleonore bevrijd zou worden van de ver
denking die op haar rustte, om in een nog
afschuwelijker toestand te geraken.
Dé secretaris vervolgde als bij zichzelf:
Hij loopt vrij rond en durft zelfs het
huis te betreden, waar hij zijn afschuwe
lijk misdrijf heeft gepleegd. Maar de ge
rechtigheid zal zegevieren en vroeg of
laat zal men het bewijs krijgen, dat mijn
aanwijzing juist was. De stem die True
man Trueman! riep, was niet louter ver
beelding! Door deze stem heeft de gerech
tigheid mij de schuldige aangewezen.
Ik keek hem verbaasd aan; wist hij dan
al, dat de politie Clavering op de hielen
zat? Ik geloofde het niet, maar wilde mij
er toch van overtuigen. Ik zei dus:
U schijnt nogal zeker van uw zaak te
zijn; maar zeer waarschijnlijk zult u moe
ten inzien, dat u zich vergist heeft. Wat
wij van Clavering weten, wijst er op, dat
hij iemand is, waar niets op te zeggen
valt.
Ik zal hem dan ook niet beschuldi
gen. Zijn naam zal nooit meer over mijn
lippen komen. Ik ben niet gek, mijnheer
Raymond! Ik ben tegen u slechts zo open
hartig geweest, om mijn vreemd gedrag
van gisterenavond te verklaren; ik heb
u dit alles alleen medegedeeld, qmdat de
omstandigheden mij er toe dwongen.
Hij drukte mij de hand en wilde heen
gaan. Ik moest hem nog vertellen, dat ik
niet meer bij hem kon komen en daarom
zei ik:
Ik kan vanavond niet bij u komen;
ik weet zelfs niet, wanneer ik weer bij
juffrouw Mary aan huis zal kunnen ko
men. Persoonlijke overwegingen zullen mij
een poosje van haar vandaan houden. U
zult zonder mij het werk moeten voort
zetten, tenzij u hier zou willen komen.
Dat kan heel goed.
Dan verwacht ik u morgenavond.
Prachtig.
Hij stond op het punt te vertrekken,
toen er plotseling een idee bij hem op
kwam. Hij 6prak:
Ik was van plan, dit onderwerp niet
meer aan te roeren, maar ik wilde nog
wel iets over die Clavering weten. Zoudt
u mij willen vertellen wat u van hem
weet? Kent u hem, mijnheer Raymond?
Ik weet alleen, hoe hij heet en waar
hij woont.
Waar woont hij?
Te Londen. Hij is Engelsman.
O zo! mompelde hij met een vreemde
nadruk, beet zich op de lippen en zei ein
delijk, terwijl hij mij strak aankeek:
Dat is een grote verrassing.
Een verrassing?
Ja, mijnheer Leavenworth kon geen
Engelsen zien. Dat was een van zijn eigen
aardigheden. Hij liet zich nooit met een
van hen in, als hij er niet toe genoodzaakt
was.
Dit stemde mij tot nadenken. Harwell
vervolgde:
Zijn haat tegen de Engelsen grensde
aan waanzin. Als hij geweten had, dat een
Engelsman die brief geschreven had, zou
hij hem zeker niet gelezen hebben Hij
placht te zeggen, dat, als hij een dochter
had, hij liever zou zien, dat zij dood was,
dan gehuwd met een Engelsman. U denkt
misschien dat ik overdrijf? Maar u kunt
het aan mijnheer Veeley vragen.
Dat is niet nodig, ik geloof u vol
komen.
Niemand kende de oorzaak van die
afkeer. In zijn jeugd was hij enige tijd in
Liverpool geweest en daar heeft hij onge
twijfeld gelegenheid gehad, het karakter
en de gewoonten der Engelsen te ler'en
kennen.
Opnieuw deed de secretaris alsof hij
wilde weggaan, maar ik hield hem terug
en zei:
U hebt vrij lang met mijnheer Lea
venworth omgegaan en kende hem dus
goed; gelooft u, dat dit vooroordeel hem
belet zou hebben om toe te stemmen in
een huwelijk van een van zijn nichten met
een Engelsman?
Zeker, dat geloof ik vast!
Ik wist nu, wat ik weten wilde; er was
geen reden om dit onderhoud voort te
zetten.
NEGENDE HOOFDSTUK
De brief
Ik was er van overtuigd, dat Clavering
mij die ochtend ongeveer had verteld, in
welke verhouding hij tot Eleonore Leaven
worth stond. Daarom ging ik bij mijzelf
na, welke feiten ik moest bewijzen om
mijn overtuiging te staven. Ik noteerde het
volgende:
1. Ik moest bewijzen, niet alleen, dat
Clavering gedurende de maand Juli van
het vorige jaar in de Verenigde Staten
was geweest, maar ook, dat hij een bad
plaats in de staat New York had bezocht.
2. Dat deze badplaats dezelfde was als
die waar ook Eleonore de maand Juli had
doorgebracht.
3. Dat men iets van gemeenschappe
lijke omgang had gemerkt.
4. Dat zij lang genoeg weg waren ge
weest om hun huwelijk te doen Inzegenen.
5. Dat er een Methodistisch predikant,
die sedertdien overleden was, binnen een
Rfstand van twintig mijl woonde.
Ik vroeg mij af, hoe ik aan deze bewij-
zij moest komen. Als ik de levensloop van
Clavering had gekend, zou dat mij veel
hebben kunnen helpen; maar ik wist bijna
niets van hem. Ik wist alleen, dat Eleo
nore in R. was geweest met haar oom.
Als mijn theorie juist was, moest hij daar
ook geweest zijn. Ik besloot dus, de vol
gende dag naar R. te vertrekken. Maar
alvorens zulk een belangrijke taak te
ondernemen, wilde ik de weinige uren die
mij nog restten, benutten om zoveel moge
lijk gegevens te verzamelen. Allereerst
ging ik naar Gryce. Hij had een hevige
aanval van jicht en ontving mij uitgestrekt
op een canapé en zijn voeten In een oude
deken gewikkeld. Hij knikte even en dit
knikje kon men even goed houden voor
een welkomstgroet als voor een manier
oip zich te verontschuldigen. Hij vroeg
mij of ik erg verbaasd was geweest toen
Ik in het Hoffman Hotel hoorde, dat de
vogel gevlogen was.
Ja, het verbaasde mij zeer, dat u
hem hebt laten ontsnappen. Gezien het
gewicht, dat u er aan scheen te hechten,
dat ik met hem in aanraking kwam, dacht
ik, dat u hem een belangrijke rol had toe
bedacht in het drama dat ons bezighoudt
Waarom zou ik dat ook niet doen?
Omdat ik hem zo gemakkelijk heb laten
ontsnappen? Dat zegt niets. Heeft Clave-1
ring zich nog blootgegeven voor hij weg
ging?
Dat is een moeilijke vraag, antwoord
de ik. Volgens mij heeft hij zich vanoch
tend een beetje in de kaart laten kijken.
Maar het was allemaal zo vaag, dat ik
liever zelf even op onderzoek uitga, voor
ik het u vertel. Toch geloof ik, dat hij
nieuwe gezichtspunten voor ons heeft
geopend.
Wacht even! zei Gryce. Deed hij dat
met opzet of onbewust en te goeder
trouw?
Volkomen onbewust, dat geloof ik
zeker.
Gedurende een ogenblik bewaarde
Gryce het stilzwijgen; toen vervolgde hij:
Het is jammer, dat u zelf op onder
zoek uitgaat. U kent dat werk niet, u
zult tijd verspillen, verkeerde sporen
volgen en uw energie verknoeien aan
allerlei bijkomstigheden.
Daar had u aan moeten denken,
voordat u aannam, met mij samen te
werken.
Goed! Goed! Maar de tijd verstrijkt
en er moet iets gebeuren en gauw ook.
Het publiek begint ongeduldig te wor
den.
—Dat weet ik wel. Ik kom dan ook
uw hulp inroepen. U moet allerlei dingen
van Clavering weten, anders begrijp ik
uw houding niet. Vertel mij nu alles,
wat u van hem weet, zonder daar nu
direct inlichtingen van mijn kant voor m
ruil te verlangen.
U stelt wel zeer zware eisen.
Dat geef ik toe, en in andere om
standigheden zou ik lang geaarzeld heb
ben om u zo'n verzoek te doen. Maar
zoals de zaken er nu voor staan, kan ik
niet opschieten als u mij niet in uw ver
trouwen neemt.
Wacht eens even! onderbrak Gryce
mij. Maakt Clavering misschien een van
de dames Leavenworth het hof?
Hoewel ik wilde verbergen, waarom ik
zo'n belang stelde in Clavering. kon ik
niet verhinderen, dat een diepe blos mij
naar het gelaat steeg.
Dat zou mij niets verbazen, ver-
volgde de detective. Hij is geen verwant
en geen vriend van de familie Leaven
worth. Daarom geloof ik vast, dat hij
een van de meisjes het hof maakt.
Ik begrijp niet hoe u daarbij komt.
zei ik. in de hoop hem aan het spreken
te krijgen. Clavering is geen Amerikaan;
hij is maar kort in New York geweest:
hoe zouden zij elkaar hebben leren ken
nen?
Clavering is nog eens hier geweest,
het vorig jaar.
Wist u dat?
Ja.
Weet u nog meer? U weet al die
dingen al, terwijl ik nog in den blinde
rondtast! Ik smeek u, vertel mij alles
wat u ontdekt hebt. U zult er geen spijt
van hebben. Het is niet voor mijzelf. Als
ik slaag, krijgt u de eer en in het andere
geval neem ik alles op mij.
Dat zijn prachtige voorwaarden!
mompelde de detective. Maar wat is dan
uw beloning?
Mijn beloning zal zijn, dat ik de eer
van een vrouw heb gered.
Dit antwoord scheen hem te bevallen,
want hij wijzigde zijn houding.
Nu dan, wat wilt u weten?
Hoe bent u er toegekomen, Clave
ring te verdenken?
Dat had u mij niet hoeven te vra
gen.
Waarom niet?
Omdat u dat beter kunt weten dan
ik.
Hoe dan?
Herinnert u zich niet, dat juffrouw
Mary een brief op de bus heeft gedaan,
toen u haar naar haar vriendin bracht?
Op de dag van het onderzoek?
J a.
Dat herinner ik mij, maar
U hebt niet naar het adres gekeken?
Daar had ik geen gelegenheid voor,
bovendien ging het mij niet aan; maar
hoe bent u er achter gekomen?
Toen bedacht ik in eens, dat hij ons
een rijtuig had bezorgd en ik riep uit:
De koetsier heeft het u natuurlijk
gerapporteerd!
Ik wist dat men om zo en zo laat
een brief op de post had gedaan, die mij
waarschijnlijk zou interesseren. Ik waar
schuwde de postdirecteur dat hij een
verdathte brief moest achter houden en
een poosje later had ik een zonderling
epistel in mijn bezit; het was met een
postzegel gesloten en geadreseerd aan....
Aan wie?
t7~ ^an de heer Ritchie Clavering.
Hoffman Hotel.
Daarom wijdde u dus zoveel aan
dacht aan die man! riep ik uit en zuchtte
diep.
Juist.
Wonderlijk.en wat gebeurde er
verder?
Ik was vastbesloten dit spoor te vol
gen en ging om inlichtingen naar het
Hoffman Hotel, Daar vernam ik, dat
Clavering een geregeld bezoeker is van
het hotel; dat hij drie maanden geleden
uit Liverpool was gekomen en er sedert
dien onafgebroken een mooie suite be
woonde. Men zei ook nog, dat hij alleen
met respectabele lieden omging, die hem
met achting behandelden. Toen ik dit
vernomen had ging ik naar de hal van
het hotel om hem af te wachten en op
te letten hoe hij reageerde op de vreem
de brief van Mary Leavenworth.
En het lukte u?
Neen, een of andere idioot stond net
vóór hem, toen hi) de brief ontving;
maar daar de bedienden mij zeiden dat
hij zeer opgewonden was toen hij 'hem
gelezen had, dacht ik wel, dat ik op het
goede spoor was. Ik zette mijn mannen
aan het werk en liet hem twee dagen
volgen; dit had niet veel succes. Het
leek wel of hij geen belang stelde in de
moord, want hoewel hij aandachtig de
p-«v. a en vaak in de buurt van de
Fifth Avenue wandelde, probeerde hij
nooit, met een van de inwoners van het
huis in aanraking te komen. Toen kwam
u nuj opzoeken, spoorde mij aan om mijn
pogingen voort te zetten. Ik stuurde toen
u er op af en.
Dn ik bleek van niet veel nut te
zijn!
Gryce glimlachte zuinig, maar zei
mets. Ik ging voort:
Hebt u nagegaan, hoe Clavering de
avond, waarop de moord is gepleegd,
heeft doorgebracht?
(Wordt vervolgd).