Ons Succes-patroon van deze week Hef geval LEAVENWORTH J& MENU VOOR EEN WEEK IN DE MAAND JUNI TROUW AAN CHRISTUS KONING DOODT VLIEGEN EN MUGGEN MET ANNA K. GREENS; HOE BESTEL IK MIJN PATROON? Wèg „ijzeren gordijn"? Niet onverschillig tegenover de slechte film Katholieke Studiedagen in Keulen Katholiek zij zich bewust van zijn plicht. Groucho Marx in Londen „Jullie kunnen me de mannelijke Greta Garbo noemen' Tegenwoordig voor de televisie Honderd koeien in ruil voor een vrouw Re- gisseur George Breakston in moeilijkheden Avonturen rond avonturenfilm „Golden Ivory'' „Geen namaak of be drogRobert Urquhart: „Bwana Cowboy" Alfred Hitch cock filmde in Cannes Achterkleinzoon van Rin Tin Tin op het televisiescherm „Tweetalige" Italiaanse acteurs. Garbo Ren gekleed meisjes jurk je DOOR (Van onze filmredacteur) In Keulen zijn Zondag de Internationale Katholieke Studiedagen van de Katho lieke Filmbeweging (Office Catholique International du Cinéma) geopend met een plechtige H. Mis in de Dom, waar onder mgr J. Leiprecht, bisschop van Rot tenburg en zaakgelastigde van de Duitse bisschoppenconferentie voor filmaange legenheden. in zijn predikatie er met na druk op heeft gewezen, dat de katholie ken niet onverschillig mogen staan tegen over de slechte film en dat ook de Kerk ten aanzien daarvan niet kan zwijgen, omdat de slechte film de geestelijke kracht van de menselijke maatschappij ondermijnt. Met klem drong mgr Leiprecht, verwij zend naar de pauselijke encycliek „Vigi- lanti Cura", er bij priesters en leken op aan, zich bezig te houden met de grote taak. die voor de film is weggelegd als middel tot ontspanning, vorming en op voeding. „Bij de vervulling van de op dracht, die Christus ons heeft gegeven", vervolgde spreker, ..kunnen wij als ka tholieken evenmin afzijdig blijven van die invloeden der film, die het christelijke huwelijk en het gezin aantasten". Tijdens de Maandag gehouden zitting is een schrijven van mgr J. B. Montini, pro secretaris der Pauselijke Staatssecretarie voorgelezen, waarin wordt gewezen op de verantwoordelijke taak, die de katholiek heeft om de menselijke waarden te be schermen en deze te verwezenlijken in de filmkunst. „Iedere katholiek, die zich bewust is van zijn plicht en zijn waardigheid", al dus het schrijven aan de voorzitter der Studiedagen, „moet tegenover de moderne filmproductie een houding aannemen, die getuigt van verantwoordelijkheidsgevoel. Met het oog op de ver-strekkende invloed Gino Cervi, hier in zijn rol van burgemeester Peppone tegenover Fernandel, hoopt in de Franse versie van de volgende Don Camillo-film zelf zijn Franse tekst te spreken. van de film op het innerlijke leven van de massa is het de wens van de Paus, dat de deelnemers aan deze Studiedagen het onderwerp „katholieke filmkeuring" met de grootste zorgvuldigheid behandelen". In zjjn schrijven wijst mgr Montini op de noodzakelijkheid, dat katholieke lande lijke filmbureaux worden opgericht in landen, waar deze nog niet bestaan. Deze bureaux moeten kunnen beschikken over de middelen om hun taak naar behoren te vervullen. De gelovigen wordt gewezen op hun plicht, zich te laten inlichten over de films, die zij wensen te zien en naar deze inlichtingen te handelen. Julius Henry Marx beter bekend als Groucho is onlangs in Londen aange komen met een stoppelig snorretje (eigen teelt), maar zónder sigaar. Hij sabbelde op een lege pijp. Handtekening-jagers zwermden op hem aan met foto's uit zijn oude films. Aan vankelijk weigerde hij te tekenen. Toen smeekte iemand: ,.Ik heb een heel eind gereisd om u te ontmoeten". „En ik ben naar Engeland gekomen om dit te ontlopen", gromde Groucho. Waarom hij voor het eerst sinds 25 jaar weer naar Londen was gekomen, vroe gen de verslaggevers. „Om de journalisten uit de weg te gaan", snauwde Groucho. ..Jullie kunnen me de mannelijke Greta Garbo noemen". Met opgeslagen kraag en een slappe hoed diep over zijn bril wachtte hij op zijn auto. Allengs kwam hij wat meer los. Ik werk momenteel voor een reclamefilm We willen een paar opnamen maken met de Tower, Buckingham Palace en Wind sor Castle op de achtergrond". Hij keek neerslachtig naar de neerstro mende regen en zei„Precies als toen ik al die jaren geleden wegging". Hoeveel sigaren hij per dag rookte? „Zoveel als de mensen me geven", ant woordde hij uit een hoek van zijn mond en reed weg naar zijn hotel. Groucho Marx, de mannelijke Greta 's Zondags wilt U natuurlijk wel eens vlug klaar zijn met het eten, want als er een 'uitstapje op het programma staat, dan is het niet leuk als de huisvrouw bij thuiskomst nog zoveel te doen heeft. Daarom stellen wij U voor om voor die Zon dag (of voor een vacantiedag) een gerecht te kiezen, dat lekker is en dat U vlug kunt klaarmaken. De pikante en lekkere smaak van dit gerecht is te danken aan de daarin verwerkte kaas. U moest eens wat vaker kaas in het middageten ver werken; ze geeft er een pittig aroma en een lekkere smaak aan. Zondag: Bloemkool met kaassaus, kleine aardappelen, varkenscarbona- de, yoghurt met fijngemaakte bana nen. Maandag: Spinaziesoep van verse spinazie, runderlappen, stoofsla en aardappelen. Dinsdag: Groentesoep, hachée van vleesresten met droge rijst. Woensdag: Kaasboterhammetje, worteltjes en peultjes, gebakken kleine aardappelen, fruit. Donderdag: Slakropjes gevuld met gehakt, aardappelpurée, flensjes. Vrijdag: Witte bonensoep met melk en gehakte peterselie, beschuit met bessensap. Zaterdag: Gebakkerf vis met kom kommersla, gekookte aardappelen, fruit. Aan ingrediënten voor het Zon- dagsmaal zijn nodig: 1 bloemkool, 3dl kaassaus, zout. De bloemkool schoonmaken, naar verkiezing in stukken verdelen en gaar koken in water met zout 20 min.) Kaassaus.' liter water met bouil lonblokjes of bouillon, 30 g (3y2 eet lepel) bloem, 40 g (2% eetlepel) bo ter of margarine, 50 g (10 eetlepels) geraspte belegen kaas, zout, (peper). De boter of de margarine smel ten. De bloem toevoegen en de massa glad roeren. Het vocht geleidelijk, onder goed roeren met een garde, toevoegen. (De bouillonblokjes in de saus oplossen). De saus even laten doorkoken. Van het vuur af de ge raspte kaas erdoor mengen. (Indien nodig 't geheel op smaak afmaken met zout en peper). Inplaats van water of bouillon kan men melk of gedeeltelijk melk gebruiken. De bloemkool uit het water halen, latep uitlekken en in een schaaltje overdoen. De kaassaus over de bloemkool gieten, zodat deze er ge heel mee bedekt is. Heeft men een oven, dan kan de bloemkool in een vuurvast schoteltje worden overge daan, voordat men de kool met de kaassaus heeft bedekt. Men houdt dan een paar lepels geraspte kaas achter, welke vervolgens over de saus worden gestrooid. Het gerecht daarna in de oven zetten en er bij bovenwarmte een lichtbruin korstje op laten komen. Groucho Marx is 58 jaar, maar ziet er jonger uit; hij is 1,70 meter lang, maar lijkt korter en hij houdt zijn gewicht rond de 70 kilo, door zijn hartstocht voor golf „Ik ben 42 (inches) rond het middel, 96 rond de golfbaan en een plaag rond het huis". Groucho Marx wijdt zijn komische ta lenten tegenwoordig aan de televisie. .,Ik heb thuis in de States een televisiepro gramma, waarmee ik al het geld verdien, dat ik wil (naar schatting een millioen gulden per jaar) en daar ik „quiz master" (soort conferencier) ben, heb ik geen tekst nodig. Ik doe het liever dan films of va riété. Ik leef graag van mijn handigheid. Dat kan je doen met zakkenrollen of met „quiz master" spelen. En zakkenrollers zijn er toch al teveel". De televisie heeft hem gedwongen zijn eigen beroemde, zwart geverfde snor, die hij altijd in zijn films droeg, op te geven. Het was een dik, zwaar geval. „Hij moest weg, omdat le te groot was voor het tele visiescherm", grauwde hij. Tot slot nog iets over de gebroeders Marx: Chico (de pianist) en Harpo (de stomme) treden nog steeds op; Zeppo, de romantische. fabriceert tegenwoordig vliegtuigonderdelen; en Gummo treedt op als agent van de gebroeders, waarvoor hij tien procent van hun verdiensten incas seert. Bent u bereid uw vrouw te ruilen voor honderd koeien? Deze vraag kreeg George Breakston cnlang3 op zeer tactvolle, negatieve wijze te beantwoorden in Kenya, Oost-Afrika, waar hij bezig was met het maken van buitenopnamen voor de technicolorfilm „Golden Ivory", die hij voor Associated British-Pathé regisseert. George, vergezeld van zijn aantrekke lijke vrouw Irene en John Bentley, die met Robert Urquhart en Susan Stephen de hoofdrollen in deze film speelt, bracht een bezoek aan de hoofdman van een na bijgelegen dorp van de Massai-stam om figuranten aan te werven voor een massa scène, die de volgende dag zou worden opgenomen. „We moeten een beetje te ver zijn ge gaan in onze pogingen om vriendschap pelijke betrekkingen aan te knopen, want het oude stamhoofd overlaadde ons een voudig met gunsten", schreef John Bent ley in een brief naar huls. „Mij bood hij als bewijs van zijn hoogachting één van zijn veertig vrouwen ten geschenke aan, terwijl Irene zo'n indruk op hem maakte, dat hij George probeerde over te halen in ruil voor haar honderd koeien te accep teren. Zover ik weet, bestaat er geen enkel boek over etiquette, dat in een dergelijke situatie voorziet en George en ik hadden dan ook de grootste moeite, beide aan biedingen van de hand te wijzen zonder de oude heer te beledigen, van wiens wel willendheid zoveel voor ons afhing. Ik weet zelf niet meer, hoe we het voor el kaar boksten, maar we kregen onze figu ranten voor een opwindende gevechts scène, waarin een stuk of honderd Masai- krijgers een aanval doen op een kamp van de blanken. Ze waren angstig echt". „Golden Ivory" verhaalt de avonturen van de eerste Britse kolonisten in Oost- Afrika en wordt wel eens de Britse te genhanger van ,.The Covered Wagon" plus wilde dieren genoemd. Aan avonturen heeft het de filmgroep niet ontbroken. Het parool van regisseur Breakston luidt„Geen namaak of be drog". Met het gevolg, dat alle drie de sterren terwille van de sensatie angstige ogenblikken hebben beleefd met leeuwen, buffels, neushoorns, slangen enz. Susam Stephen is het voornaamste „slachtoffer" geweest. Ze heeft een zelfde beeldven- ster moeten delen met een woedende leeuwin, twee wilde neushoorns en een veertig voet lange python, terwijl 't draai boek haar verder veroordeelde tot het ne men van een bad in een rivier vol kroko dillen en het wegzinken in een moeras, tijdens een achtervolging door een razen de buffel. Noch voor, noch.achter de camera heeft men zich een ogenblik hoeven te verve len. Tijdens de overval van honderd Ma- sai-krijgers op het kamp van de blanke kolonisten, veroorzaakte een rondslui pend luipaard een paniek onder de veer tig ossen, die werden gebruikt om de huif karren te trekken. Met hun tuigen nog aan, renden de doodsbange dieren een nauwe kloof in, artisten en technici in alle richtingen verspreidend. Blanke jagers van de safari rekenden met de „grote kat" af, terwijl Robert Urquhart. een uitstekende ruiter, die door de inboorlingen om zijn Wild-West-uitrus- ting „Bwana Cowboy" werd genoemd, een werkzaam aandeel had in het tot rust brengen en verzamelen van de ossen. Victor Young, de bekende bandleider en componist, zal voor het eerst voor de filmcamera's verschijnen in „The Country Girl", een Paramount-film met Bing Crosby, Grace Kelly en William Holden in de hoofdrollen. Hij zal zichzelf spelen, terwijl hij tevens de muziek componeert voor deze film, die door George Saton wordt geregisseerd. Voor de Paramount-film „Catch a thief" heeft regisseur Alfred Hitchcock onlangs een bezoek gebracht aan Cannes. In deze „thriller", die wordt opgenomen in Vista Vision, spelen Cary Grant en Grace Kelly de hoofdrollen. Een belangrijke rol in de f:lm wordt verder gespeeld door Jessie Royce Landis. een beroemde Broadway- en televisie-ster. Peter Ustinov, Aldo Ray en Basil Rath- bone zijn door Paramount geëngageerd om naast Humphrey Bogart en Joan Ben nett een rol te spelen in de film „We're t'.o angels". Regisseur Michael Curtiz is nog deze maand met de opnamen begon nen. Het toneelstuk „La Cuisine des anges" van Albert Husson, waarop het door Ronald MacDougall geschreven sce nario is gebaseerd, loopt thans reeds drie iaar in Parijs. Hier te lande is het door het Vrije Toneel onder regie van wijlen Cor Ruys gespeeld onder de titel ..Enge len zonder vleugels". Het is het verhaal van drie mannen, die verbannen zijn naar het Duivelseiland en zich daar bekeren tct barmhartige Samaritanen, die de fi nanciële en huiselijke problemen helpen oplossen van een plaatselijke winkelier en zijn gezin. Ook deze film zal in Vista Vision worden opgenomen. De achterkleinzoon van Rin Tin Tin, de beroemde hond van de stomme films, wordt klaargemaakt voor de Amerikaanse televisie-roem. In de herfst van dit jaar zal een serie films, getiteld „De Avonturen van Rin Tin Tin" voor vertoning op het televisiescherm gereed zijn. De ster is een driejarige afstammeling van de heldhaf tige hond, die enkele tientallen jaren ge leden millioenen in vervoering bracht. De eigenaar van de nieuwe ster is Mr Lee Duncan, de man die de oorspronkelijke Rin Tin Tin vond als een door Duitse sol daten in Frankrijk achtergelaten jong hondje. Gino Cervi zal weldra kunnen doorgaan vöor een geboren Parijzenaar. Hij werkt hard aan de verbetering van zijn Franse uitspraak en hoopt, dat het publiek bij de Franse versie van de derde Don Camillo- film zijn eigen stem zal horen, als burge meester Peppone spreekt. Verscheidene Italiaanse acteurs zijn al in staat in Franse films te spelen, zonder dat hun stem hoeft te worden gedoubleerd zoals bijvoorbeeld Raf -Vallone, Paolo Stoppa, Vittorio de Sica en Massimo Ser- rato. Ook verschillende Italiaanse actri ces als Carla del Poggio, Isa Miranda, Lia Amanda en Pier Angeli, zijn „tweetalig". Wegens groot succes plaatsen wij rleze week een gekleed meisjes jurkje w^ar eveneens de garnering (kleine witte motiefjes) bij inbegrepen zijn. Dit jurkje is bijzonder mooi van een effen zijde of linnen. Op bet scbouder- pasje zijn de motiefjes verwerkt, wat bet jurkje tot iets aparts maakt. Het lijfje en het rokje zijn ruim. Dc hals is afgewerkt met een klein boordje, welke in een revertje uitloopt. Dit patroon is verkrijgbaar in maat 70, 80, 90 38 a f 0.90. C 809 Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerze" het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste model. Plak nooit meer dan f 1.— aan postzegels op een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos. Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291. Patronen worden niet geruild. Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. In heel veel gezinnen is er in deze weken een blijde feestdag. Want dan doet de jongen of het meisje, dat de lagere school gaat verlaten, de plechtige her nieuwing van de doopbeloften. Ik weet soms niet, wat er mooier is, de Eerste H. Communie of deze feestdag. Dje toch eigenlijk aan glans wint, omdat Z1J *er Z'0*1 nu volkomen van bewust zijn wat of het zeggen wil, als zij de rechter hand op het Evangelieboek houden, in de linkerhand een brandende kaars en dat zij dan zo vrijmoedig en volkomen eerlijk zeggen. „Christus, mijn God en mijn koning, wij beloven U trouw tot in den dood". Deze woorden zullen zij straks uit- Ilumphrey Bogart en Joan Bennett spelen de hoofdrollen in de film We're no angels', naar het toneelstuk „Engelen zonder vleugels", dat hier te lande onder regie van wijlen Cor Ruys door het Vrije Toneel is gespeeld. dragen de wereld in ,die zij immers gaan veroveren? Want na de lagere-schooljaren wordt voor hen een nieuwe periode ingeluid, och, dat gaat allemaal zo vanzelf ,daar staan zij niet eens bij stil. Verwachtensvol staan zij nu op de drempel van het leven, dat voor hen nog alles inhoudt. Vreugde, bit tere teleurstelling misschien, zij zullen dit alles op hun eigen manier verwerken en er zich doorheen slaan. De jeugd behoort immers de toekomst. Zij hebben een goede ondergrond gehad thuis en op school, hun vertrouwen in Hem, die ons aller leven bestuurt, is zo oneindig hecht, dat, wat er ook moge komen, zij pal staan in hun geloof De jeugdbeweging wint met de dag ter rein en aat is goed. Daar komen straks goede mensen van in onze maatschappij, mensen, waar wij op kunnen bouwen En die zich overal weten te handhaven. Ik zei u al, dat het morgen voor velen een blijde feestdag is. Moge die dag dan voor allen er een zijn, die met gouden letters in 't ontvankelijk, jonge hart staat geschreven en waarop zij later met vreug de kunnen terugzien, omdat de gelofte, toen zo plechtig en overtuigend gedaan, door alle stormen heen immer gestand is gebleven MIEKE in de tweede wereldoorlog aan de soviet- Unie hebben geleend en die thans worden teruggegeven. Bij deze gelegenheid gaf de Sovjet-ambassadeur te Istanbul, Podt- serof, een cocktail-party voor de Russische bemanningen der schepen, die ook door diplomaten werd bijgewoond. De ambas sadeur hield een toespraak, waarin hij onder meer zeide: „Het ijzeren gordijn be staat niet" 11 Vertel mij uw droom, zei ik. Luister, begon de secretaris met een stem die van angst beefde: Het was in de nacht voordat mijnheer Leavenworth ver moord werd; ik was rustig en kalm inge slapen, toen ik plotseling vol schrik wak ker schoot. In de duisternis weerklonk een kreet, een kreet die niets menselijks meer had, en een stem die ik niet kende gilde driemaal achter elkaar mijn naam: True- man! Trueman! Trueman! Ik richtte mij op en hoorde, zoals dat soms in een droom gebeurt, een geluid in de hall.Het vol gende ogenblik sloop er een man van hoge gestalte de studeerkamer binnen. Toen leek het alsof ik een ander werd; ik was geen derde die als toeschouwer een ge beurtenis bijwoont; ik was mijnheer Lea venworth zelf, die voor zijn bureau zat en het onheil voelde naderen, zonder een ge luid te kunnen geven of een beweging te kunnen maken. Ik wist precies wat die man deed; hij ging achter mij langs, de slaapkamer binnen, naar de lade waarin de revolver lag, greep het wapen met ge oefende hand en ging vlak achter mu staan.... met zijn vinger aan de trekker- Ik zag in mijn droom het gezicht van die man zo duidelijk, dat zijn trekken onuit wisbaar in mijn geheugen zijn geprent. Het was dat van de man, die gisteren, na afscheid van juffrouw Mary Leavenworth te hebben genomen, voor onze ogen de hall door liep. ACHTSTE HOOFDSTUK Een vooroordeel Een ogenblik was ik in de ban van een bijgelovige vrees, maar mijn gewone scep tische natuur nam de overhand: ik hief het hoofd op en zei: U beweert, dat dit alles op de dag vóór de misdaad gebeurde? Harwell knikte en zei: Het was een waarschuwing. Waar u dan toch geen rekening mee gehouden hebt! Neen; ik heb vaak nachtmerrie? en ik dacht er pas weer aan, toen ik mijn heer Leavenworth's lijk zag. Nu verbaast uw vreemde houding bij het onderzoek mij niet meer. O mijnheer, antwoordde hij met een bedroefde glimlach, niemand kan besef fen, hoeveel inspanning het mij gekost heeft, om toen niets los te laten over de moord en over de manier, waarop hij was gepleegd. U gelooft dus, dat uw droorn ook pre cies de omstandigheden waergaf waar onder hij plaats greep? Ja. Het is jammer, dat hij niet vollediger was en ons getoond heeft, hoe de moorde naar is gevlucht of hoe hij het huis heeft kunnen verlaten en hoe hij het is binnen gekomen. Harwell kreeg een kleur en sprak: Dat is inderdaad jammer: ik zou ook wel willen weten hoe Hannah is verdwe nen en waarom een heer, een vreemde, zich tot zulk een misdaa-d heeft verlaagd. Ik merkte, dat ik hem geërgerd had en hield mijn spottende opmerkingen voor mij. Ik vroeg hem: Waarom noemt u hem een vreemde. Kent u iedereen die bij de familie Lea venworth komt, zo goed, dat u kunt zeg gen, wie er vreemd is en wie niet? Ik ken alle vrienden van het huis, mijnheer Raymond, en daar hoorde mijn heer Clavering niet toe. Vergezelde u mijnheer Leavenworth op zijn reizen? vroeg ik. Neen. Hij was toch zeker wel eens uit de stad? Ja zeker. Zou 'u mij kunnen vertellen, waar hij met de dames in Juli van het vorige jaar is geweest? Ja, zij waren toen in R„ de bekende badplaats! O! riep hij uit, toen hij merkte dat ik mijn wenkbrauwen fronste. Hij heeft hen daar zeker leren kennen! Mijnheer Harwell, vervolgde ik „u verbergt mij iets omtrent Clavering. Ik weet niets meer, dan ik u reeds verteld heb; maar als u besloten bent over dit onderwerp door te gaan. Hij zweeg en keek mij vragend aan. Ik antwoordde: Ik ben Vast besloten, zoveel mogelijk omtrent Clavering te weten te komen. Harwell hief het hoofd op en vervolgde: Dan zal ik u nog dit vertellen. Enige dagen voor de moord schreef Clavering een brief aan mijnheer Leavenworth, die, naar ik geloof, grote beroering verwekte J in het gezin. Hoe weet u dat? Ik opende hem bij ongeluk. Ik las namelijk alle zakenbrieven van mijnheer Leavenworth en deze, die verstuurd was door iemand, die de gewoonten van mijn heer niet kende, droeg niet het tekentje, dat steeds op zijn particuliere correspon dentie voorkwam. Was hij getekend door Clavering? Ja, Henry Ritchie Clavering. Hebt u hem gelezen? vroeg ik vol spanning. De secretaris zweeg. Ik drong aan' Mijnheer Harwell, nu geen mis plaatste fijngevoeligheid alstublieft! Hebt u de brief gelezen? Ja, maar oppervlakkig. De schrijver beklaagde zich over het gedrag van een van de nichten van mijnheer Leaven worth. Meer herinner ik mij niet. Welke nicht? In de brief werd geen naam genoemd. Wat dacht u er van? Niets, mijnheer. Ik trachtte het voor val te vergeten. Maar u beweert, dat hij grote beroe ring verwekte in het gezin? Dat merkte ik later, door de veran dering in hun houding. Waarom antwoordde u ontkennend, mijnheer Harwell, toen de coroner u vroeg of mijnheer Leavenworth een brief had ontvangen, die in verband gebracht kon worden met de misdaad? Zou u in mijn plaats over deze brief hebben gesproken, waarin men in de gegeven omstandigheden ernstige verden kingen zou hebben gevonden tegen een van de dames Leavenworth? Ik moest toegeven dat de moeilijkheid groot was. Hij ging voort: Hoe kon ik weten, dat die brief zo belangrijk was, ik wist helemaal niet, wie Henry Ritchie Clavering was! Toch hechtte u er waarde aan, want ik herinner mij, dat u aarzelde voordat u de coroner antwoordde. Dat is zo; maar nu zou ik niet meer aarzelen als men mij nog eens dezelfde vraag stelde. Er volgde een stilte. Ik liep op en neer door mijn kantoor. Eindelijk, lachend om de vrees die het zonderlinge verhaal bij mij had gewekt, sprak ik: Dat is allemaal pure verbeelding. Dat kan wel, antwoordde Harwell. Overdag ben ik een heel normaal mens, weinig onder de invloed van fantasieën of voorgevoelens. Bovendien besef ik evengoed als u, hoe zwak een beschuldi ging is, die gebaseerd is op een droom van een arme secretaris. Daarom heb ik ook gezwegen. Met dromen vangt men geen moordenaars. Maar denk hier wel aan, mijnheer Raymond: als men ooit de moor denaar van mijnheer Leavenworth ont dekt, dan zal het de man blijken te zijn, die ik in mijn droom heb gezien. Ik haalde diep adem. Op dit ogenblik was ik het met Harwell eens. Een gevoel van verlichting en smart tegelijk, maakte zich van mij meester bij de gedachte, dat Eleonore bevrijd zou worden van de ver denking die op haar rustte, om in een nog afschuwelijker toestand te geraken. Dé secretaris vervolgde als bij zichzelf: Hij loopt vrij rond en durft zelfs het huis te betreden, waar hij zijn afschuwe lijk misdrijf heeft gepleegd. Maar de ge rechtigheid zal zegevieren en vroeg of laat zal men het bewijs krijgen, dat mijn aanwijzing juist was. De stem die True man Trueman! riep, was niet louter ver beelding! Door deze stem heeft de gerech tigheid mij de schuldige aangewezen. Ik keek hem verbaasd aan; wist hij dan al, dat de politie Clavering op de hielen zat? Ik geloofde het niet, maar wilde mij er toch van overtuigen. Ik zei dus: U schijnt nogal zeker van uw zaak te zijn; maar zeer waarschijnlijk zult u moe ten inzien, dat u zich vergist heeft. Wat wij van Clavering weten, wijst er op, dat hij iemand is, waar niets op te zeggen valt. Ik zal hem dan ook niet beschuldi gen. Zijn naam zal nooit meer over mijn lippen komen. Ik ben niet gek, mijnheer Raymond! Ik ben tegen u slechts zo open hartig geweest, om mijn vreemd gedrag van gisterenavond te verklaren; ik heb u dit alles alleen medegedeeld, qmdat de omstandigheden mij er toe dwongen. Hij drukte mij de hand en wilde heen gaan. Ik moest hem nog vertellen, dat ik niet meer bij hem kon komen en daarom zei ik: Ik kan vanavond niet bij u komen; ik weet zelfs niet, wanneer ik weer bij juffrouw Mary aan huis zal kunnen ko men. Persoonlijke overwegingen zullen mij een poosje van haar vandaan houden. U zult zonder mij het werk moeten voort zetten, tenzij u hier zou willen komen. Dat kan heel goed. Dan verwacht ik u morgenavond. Prachtig. Hij stond op het punt te vertrekken, toen er plotseling een idee bij hem op kwam. Hij 6prak: Ik was van plan, dit onderwerp niet meer aan te roeren, maar ik wilde nog wel iets over die Clavering weten. Zoudt u mij willen vertellen wat u van hem weet? Kent u hem, mijnheer Raymond? Ik weet alleen, hoe hij heet en waar hij woont. Waar woont hij? Te Londen. Hij is Engelsman. O zo! mompelde hij met een vreemde nadruk, beet zich op de lippen en zei ein delijk, terwijl hij mij strak aankeek: Dat is een grote verrassing. Een verrassing? Ja, mijnheer Leavenworth kon geen Engelsen zien. Dat was een van zijn eigen aardigheden. Hij liet zich nooit met een van hen in, als hij er niet toe genoodzaakt was. Dit stemde mij tot nadenken. Harwell vervolgde: Zijn haat tegen de Engelsen grensde aan waanzin. Als hij geweten had, dat een Engelsman die brief geschreven had, zou hij hem zeker niet gelezen hebben Hij placht te zeggen, dat, als hij een dochter had, hij liever zou zien, dat zij dood was, dan gehuwd met een Engelsman. U denkt misschien dat ik overdrijf? Maar u kunt het aan mijnheer Veeley vragen. Dat is niet nodig, ik geloof u vol komen. Niemand kende de oorzaak van die afkeer. In zijn jeugd was hij enige tijd in Liverpool geweest en daar heeft hij onge twijfeld gelegenheid gehad, het karakter en de gewoonten der Engelsen te ler'en kennen. Opnieuw deed de secretaris alsof hij wilde weggaan, maar ik hield hem terug en zei: U hebt vrij lang met mijnheer Lea venworth omgegaan en kende hem dus goed; gelooft u, dat dit vooroordeel hem belet zou hebben om toe te stemmen in een huwelijk van een van zijn nichten met een Engelsman? Zeker, dat geloof ik vast! Ik wist nu, wat ik weten wilde; er was geen reden om dit onderhoud voort te zetten. NEGENDE HOOFDSTUK De brief Ik was er van overtuigd, dat Clavering mij die ochtend ongeveer had verteld, in welke verhouding hij tot Eleonore Leaven worth stond. Daarom ging ik bij mijzelf na, welke feiten ik moest bewijzen om mijn overtuiging te staven. Ik noteerde het volgende: 1. Ik moest bewijzen, niet alleen, dat Clavering gedurende de maand Juli van het vorige jaar in de Verenigde Staten was geweest, maar ook, dat hij een bad plaats in de staat New York had bezocht. 2. Dat deze badplaats dezelfde was als die waar ook Eleonore de maand Juli had doorgebracht. 3. Dat men iets van gemeenschappe lijke omgang had gemerkt. 4. Dat zij lang genoeg weg waren ge weest om hun huwelijk te doen Inzegenen. 5. Dat er een Methodistisch predikant, die sedertdien overleden was, binnen een Rfstand van twintig mijl woonde. Ik vroeg mij af, hoe ik aan deze bewij- zij moest komen. Als ik de levensloop van Clavering had gekend, zou dat mij veel hebben kunnen helpen; maar ik wist bijna niets van hem. Ik wist alleen, dat Eleo nore in R. was geweest met haar oom. Als mijn theorie juist was, moest hij daar ook geweest zijn. Ik besloot dus, de vol gende dag naar R. te vertrekken. Maar alvorens zulk een belangrijke taak te ondernemen, wilde ik de weinige uren die mij nog restten, benutten om zoveel moge lijk gegevens te verzamelen. Allereerst ging ik naar Gryce. Hij had een hevige aanval van jicht en ontving mij uitgestrekt op een canapé en zijn voeten In een oude deken gewikkeld. Hij knikte even en dit knikje kon men even goed houden voor een welkomstgroet als voor een manier oip zich te verontschuldigen. Hij vroeg mij of ik erg verbaasd was geweest toen Ik in het Hoffman Hotel hoorde, dat de vogel gevlogen was. Ja, het verbaasde mij zeer, dat u hem hebt laten ontsnappen. Gezien het gewicht, dat u er aan scheen te hechten, dat ik met hem in aanraking kwam, dacht ik, dat u hem een belangrijke rol had toe bedacht in het drama dat ons bezighoudt Waarom zou ik dat ook niet doen? Omdat ik hem zo gemakkelijk heb laten ontsnappen? Dat zegt niets. Heeft Clave-1 ring zich nog blootgegeven voor hij weg ging? Dat is een moeilijke vraag, antwoord de ik. Volgens mij heeft hij zich vanoch tend een beetje in de kaart laten kijken. Maar het was allemaal zo vaag, dat ik liever zelf even op onderzoek uitga, voor ik het u vertel. Toch geloof ik, dat hij nieuwe gezichtspunten voor ons heeft geopend. Wacht even! zei Gryce. Deed hij dat met opzet of onbewust en te goeder trouw? Volkomen onbewust, dat geloof ik zeker. Gedurende een ogenblik bewaarde Gryce het stilzwijgen; toen vervolgde hij: Het is jammer, dat u zelf op onder zoek uitgaat. U kent dat werk niet, u zult tijd verspillen, verkeerde sporen volgen en uw energie verknoeien aan allerlei bijkomstigheden. Daar had u aan moeten denken, voordat u aannam, met mij samen te werken. Goed! Goed! Maar de tijd verstrijkt en er moet iets gebeuren en gauw ook. Het publiek begint ongeduldig te wor den. —Dat weet ik wel. Ik kom dan ook uw hulp inroepen. U moet allerlei dingen van Clavering weten, anders begrijp ik uw houding niet. Vertel mij nu alles, wat u van hem weet, zonder daar nu direct inlichtingen van mijn kant voor m ruil te verlangen. U stelt wel zeer zware eisen. Dat geef ik toe, en in andere om standigheden zou ik lang geaarzeld heb ben om u zo'n verzoek te doen. Maar zoals de zaken er nu voor staan, kan ik niet opschieten als u mij niet in uw ver trouwen neemt. Wacht eens even! onderbrak Gryce mij. Maakt Clavering misschien een van de dames Leavenworth het hof? Hoewel ik wilde verbergen, waarom ik zo'n belang stelde in Clavering. kon ik niet verhinderen, dat een diepe blos mij naar het gelaat steeg. Dat zou mij niets verbazen, ver- volgde de detective. Hij is geen verwant en geen vriend van de familie Leaven worth. Daarom geloof ik vast, dat hij een van de meisjes het hof maakt. Ik begrijp niet hoe u daarbij komt. zei ik. in de hoop hem aan het spreken te krijgen. Clavering is geen Amerikaan; hij is maar kort in New York geweest: hoe zouden zij elkaar hebben leren ken nen? Clavering is nog eens hier geweest, het vorig jaar. Wist u dat? Ja. Weet u nog meer? U weet al die dingen al, terwijl ik nog in den blinde rondtast! Ik smeek u, vertel mij alles wat u ontdekt hebt. U zult er geen spijt van hebben. Het is niet voor mijzelf. Als ik slaag, krijgt u de eer en in het andere geval neem ik alles op mij. Dat zijn prachtige voorwaarden! mompelde de detective. Maar wat is dan uw beloning? Mijn beloning zal zijn, dat ik de eer van een vrouw heb gered. Dit antwoord scheen hem te bevallen, want hij wijzigde zijn houding. Nu dan, wat wilt u weten? Hoe bent u er toegekomen, Clave ring te verdenken? Dat had u mij niet hoeven te vra gen. Waarom niet? Omdat u dat beter kunt weten dan ik. Hoe dan? Herinnert u zich niet, dat juffrouw Mary een brief op de bus heeft gedaan, toen u haar naar haar vriendin bracht? Op de dag van het onderzoek? J a. Dat herinner ik mij, maar U hebt niet naar het adres gekeken? Daar had ik geen gelegenheid voor, bovendien ging het mij niet aan; maar hoe bent u er achter gekomen? Toen bedacht ik in eens, dat hij ons een rijtuig had bezorgd en ik riep uit: De koetsier heeft het u natuurlijk gerapporteerd! Ik wist dat men om zo en zo laat een brief op de post had gedaan, die mij waarschijnlijk zou interesseren. Ik waar schuwde de postdirecteur dat hij een verdathte brief moest achter houden en een poosje later had ik een zonderling epistel in mijn bezit; het was met een postzegel gesloten en geadreseerd aan.... Aan wie? t7~ ^an de heer Ritchie Clavering. Hoffman Hotel. Daarom wijdde u dus zoveel aan dacht aan die man! riep ik uit en zuchtte diep. Juist. Wonderlijk.en wat gebeurde er verder? Ik was vastbesloten dit spoor te vol gen en ging om inlichtingen naar het Hoffman Hotel, Daar vernam ik, dat Clavering een geregeld bezoeker is van het hotel; dat hij drie maanden geleden uit Liverpool was gekomen en er sedert dien onafgebroken een mooie suite be woonde. Men zei ook nog, dat hij alleen met respectabele lieden omging, die hem met achting behandelden. Toen ik dit vernomen had ging ik naar de hal van het hotel om hem af te wachten en op te letten hoe hij reageerde op de vreem de brief van Mary Leavenworth. En het lukte u? Neen, een of andere idioot stond net vóór hem, toen hi) de brief ontving; maar daar de bedienden mij zeiden dat hij zeer opgewonden was toen hij 'hem gelezen had, dacht ik wel, dat ik op het goede spoor was. Ik zette mijn mannen aan het werk en liet hem twee dagen volgen; dit had niet veel succes. Het leek wel of hij geen belang stelde in de moord, want hoewel hij aandachtig de p-«v. a en vaak in de buurt van de Fifth Avenue wandelde, probeerde hij nooit, met een van de inwoners van het huis in aanraking te komen. Toen kwam u nuj opzoeken, spoorde mij aan om mijn pogingen voort te zetten. Ik stuurde toen u er op af en. Dn ik bleek van niet veel nut te zijn! Gryce glimlachte zuinig, maar zei mets. Ik ging voort: Hebt u nagegaan, hoe Clavering de avond, waarop de moord is gepleegd, heeft doorgebracht? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 4