Regeringsdiner in prachtvol
interieur van Rijksmuseum
Eerste maal in geschiedenis van
gebouw
POR Ol
4 Het bezoek van president Coty
Wereldrevolutie door vrouwen
Marco Graffi?
Coty's vliegers
bespeelden pierement
RESA-HILVERSUM
s vroeg gegeven
bevel
ZATERDAG 24 JULI 1954
PAGINA 8
Amsterdamse „koggetjes" voor
presidentsvrouwe
Fijnproevers j
KONINKLIJKE SLEEP
BLEEF HAKEN
De Ideale Gezinszalf
Glazen met inscripties
STIEFZOON WILDE NIET
EMIGREREN
Na autotocht toch nog mee
(Van onze correspondent).
Bewondering voor Hollandse
meesters
Culturele verbintenis
Lof voor Nederlandse
democratie
Het menu
Zet Uw zorgen aan
door J. S. FLETCHER
„Nous sommes en vacances", sprak
lachend een der vijf bemanningsleden
van de „France", het vliegtuig, waar
mee president Coty naar ons land is
gekomen. Het vijftal, dat deze vier
dagen de gast is van de Kon. Lucht
macht vertoefde gisteren in een Am
sterdams grachtenhuis, waar een oud
Nederlands sportvlieger zijn Franse
gasten, die evenals hun commandant
een Nederlandse onderscheiding heb
ben gekregen, met edel bruisend
vocht ontving. Ter opluistering van
dit samenzijn verscheen op de gracht
een pierement, dat het concert opende
met het chanson uit „Moulin Rouge".
Een muzikale geste, die de Fransen bij
zonder apprecieerden. Dat de piloten
niet alleen de stuurknuppel kunnen
hanteren, maar evengoed de zwengel
van een pierement bewezen zij toen j
met de daad.
De Amsterdamse banketbakkers i
hebben gisterochtend, ten paleize op
de Dam aan mevrouw Coty een zen- j
ding Amsterdamse koggetjesdoen
bezorgen, met een brief, waarin zij
zeggen: „De Amsterdamse banketbak
kers achten het een eer, U een trom
meltje gevuld met Amsterdamse kog
getjes te mogen aanbieden. Deze
koekjes zijn vervaardigd met Hol
landse producten, als roomboter en
eieren. Maar ook de Bourbon-vanille is
niet vergeten. Het is ons bekend, dat
de Fransen fijnproevers zijn; wij meen
den, dat ons product de toets kan door- 1
staan. Het trommeltje is uitgevoerd in
rood-zwarte kleuren, naar het wapen
van de stad Amsterdam. De Amster
damse banketbakkers hopen, dat U dit
geschenk wilt aanvaarden en mede-
nemen naar Uw mooie land. Zij wensen
U beiden een goede reis en behouden
thuiskomst."
WE HEBBEN laatst ergens gelezen,
dat er weliswaar meer vrouwen dan
mannen geboren worden, maar wat
ons land betreft, er niet gesproken kan
worden van een vrouwenoverschot-
Het is de schuld van de vrijgezellen,
indien er vrouwen ongetrouwd blijven, zo
luidde de conclusie.
Een andere keer zagen we de bewering
gelogenstraft, als zouden er speciaal na
een oorlog meer meisjes dan jongens ge
boren worden. De natuur zou automatisch
het evenwicht herstellen. Het werd ten
stelligste ontkend.
Indien een mens te veel leest, weet hij
op het laatst niet meer, wat hij nu wel ge
loven moet.
Beschouw wat nu volgt, lezer of lezeres,
niet als een teveel. Ons oog viel er op
we lazen het en ofschoon we niet kunnen
garanderen, dat het waar is, leek het ons
toch wel interessant genoeg, om het even
verder te vertellen.
Inderdaad, interessant genoeg. Want, zo
lazen we, indien de vrouwen het zouden
willen, zouden ze een wereldrevolutie
kunnen ontketenen. Immers, er zijn op
onze aardbol vijf procent meer vrouwen
dan mannen.
Een gelukkig verschijnsel is, dat ze er
blijkbaar niet veel voor voelen, alhoewel
hierbij moet worden opgemerkt, dat grote
massa's vrouwen nog niet weten, waartoe
ze gezamenlijk in staat zouden zijn.
Indien de emanicipatie voortschrijdt
wordt de bedreiging van een vrouwen
overmacht acuut.
Intussen hebben de meeste vrouwen
weinig interesse voor de politiek. Ze voe
len meer voor een goede partij via het
huwelijk dan voor een politieke partij.
En juist op de leeftijd van twintig tot
vijf en twintig jaar, waarin de vrouwen da
absolute meerderheid bezitten, worden
haar rijen door huwelijksaanzoeken
schrikbarend gedecimeerd.
De wereldrevolutie der vrouwen zal dus
wel even op zich laten wachten.
Intussen is het toch wel de moeite
waard, even na te gaan, in welke landen
de eerste symptomen van zo'n revolutie
kunnen losbreken, in een soort landelijke
revolutie.
Merkwaardig genoeg heeft Sovjet-Rus
land, wat het Europese en belangrijkste
gedeelte betreft, de meeste kans.
Want daar zijn op elke 100 mannen niet
minder dan 1 lb vrouwen- Engeland volgt
met 108 vrouwen op de 100 mannen.
Frankrijk telt eveneens 108 vrouwen op
de 100 mannen. Polen 105 vrouwen op de
100 mannen; Italië idem. Nederland 101
vrouwen op de 100 mannen. Egypte heeft
een evenwicht: 100 vrouwen op 100 man
nen. Japan heeft slechts 99 vrouwen op
100 mannen. Verenigde Staten 98 vrouwen
op 100 mannen. Brazilië idem. Nieuw-
Zeeland 97 vrouwen op 100 mannen;
Australië 96 vrouwen op 100 mannen;
Aziatisch Rusland 95 vrouwen op 100 man
nen. India 93 vrouwen op 100 mannen.
Canada idem.
Als men deze cijfers zo eens bekijkt,
geeft men de wereldrevolutie der vrouwen
niet veel kans. Want juist in de Aziatische
landen, waar de vrouw nog lang niet zo
geëmancipeerd is, blijkt het zwakke ge
slacht in de minderheid.
Naar hec schijnt, regeert de vrouw voor
lopig nog liever thuis dan via de politiek.
Toen Koningin Juliana en presi
dent Coty bij het Rijksmuseum
voorreden en na het uitstappen de
chauffeur snel de wagen wilde
laten optrekken, om plaats te ma
ken voor de tweede auto met ma
dame Coty en Prins Bernhard,
klonk ineens de stem van H. M.
„Rijdt u even terug, u staat op
mijn sleep". Onmiddellijk schakel
de de chauffeur achteruit en de
sleep, die voor een deel onder het
achterwiel was terecht gekomen,
kon onbeschadigd door de Ko
ningin worden opgenomen.
Noor de eerste keer in de geschiedenis van het Rijksmuseum te Amster
dam is binnen zijn muren een galadiner gehouden; een galadiner, dat de
Nederlandse ministerraad aanbood aan de president van Frankrijk en
mevrouw Coty. De grote en indrukwekkende ere-galerij, gelegen boven de
onderdoorgang, was tot dinerzaal ingericht. Drie grote geelkoperen kroon
luchters wierpen een zacht schijnsel op de lange tafel, waaraan voor 67
personen was gedekt. In het damasten 18e eeuwse tafellaken waren bloem,
motieven geweven, alsmede het wapen van de Nederlandse ambassadeur
aan het hof van Lodewijk XV, Cornelis Hop.
Voor de aankleding van de zaal, het
serviesgoed en de tafeldecoraties was ge- IjlÊÊ^MÊBKHiÊËÈSËKUËBSHIÊÊkMiÊKÊflM
put uit het museumbezit. Op de tafel
stonden kleine, smaakvolle bloemversie-
ringen van donkerrode en rose rozen.
Talrijke enkele en drie-armige zilveren
kandelabers vormden de tafelverlichting. jMWjai•*ÉjWMr jtÊSfri, tL
Tot de tafelversiering behoorden verder WspfófSSh. T s#™ *X.. mSStmm
zes vogels van Meissener porcelein uit de V
18e eeuw, vier kelkvormige 18e-eeuwse HK "HtÈg
glazen, met daarin gegraveerd de wapens 4 Tw» -ï
van Middelburg, Goes, Vlissingen en Tho-
len, twee grote zilveren schenkkannen op lanbiilSgMllM^ .1 h
schotel, waarvan een werd gebruikt bij f\
de inwijding van het tegenwoordige Pa-
Voor het couvert van president Coty,
Koningin Juliana, mevrouw Coty en Prins
Bernhard stonden vier 18e-eeuwse kelk
vormige glazen met inscriptie. Het glas
voor de president droeg allegorische voor
stellingen en de inscriptie „Welkom aan
onze vrienden", in het glas voor de Ko
ningin was een zeilschip met de woorden
„Salus Patriae" gegraveerd. De kelk voor
mevrouw Coty was gesierd met allegori
sche figuren en de woorden „Pax Optima
Rerum".Het glas voor Prins Bernhard was
gegraveerd met een steigerend paard en
de inscriptie „Aurea Libertas". Rechts van
H.M. de Koningin zat president Coty en
ter linkerzijde dr Drees. Madame Coty en
Prins Bernhard zaten hier recht tegen
over. Naast mevrouw Coty had de Franse
ambassadeur plaatsgenomen en mevrouw
Drees zat naast de Prins.
De 17-jarige stiefzoon G. Boesenkool,
van de familie K. S. uit Apeldoorn, welke
familie gisteren met de Johan van Olden-
barnevelt naar Canada is geëmigreerd,
heeft de pleegouders, de directie van de
H.A.L, en de politie heel wat last bezorgd.
Toen namelijk het schip zou vertrekken,
bleek de knaap afwezig. Om kwart voor
vier des middags kreeg de Apeldoornse
politie van haar Rotterdamse collega's
het verzoek, in Apeldoorn een onderzoek
in te stellen. In de nabijheid van de voor
malige woning der emigrantenfamilie
werd de jongeman aangetroffen Zonder
veel vijven en zessen werd hij per auto
naar Rotterdam gebracht; hier bleek de
Johan van Oldenbarneveld echter reeds te
zijn vertrokken. De autotocht werd daar
om voortgezet naar Hoek van Holland,
waar de knaap, die liever in ons land was
gebleven, overstapte in de polltieboot en
vandaar op het zeeschip, dat hem en zijn
stiefouders naar Canada zal brengen.
Aan het uiteinde der zaal geven twee
kleine poorten toegang tot het kabinet,
waar Rembrandt's meesterwerk „De
Nachtwacht" hangt. Na afloop van het
diner dwaalden de gasten door de vele
zalen met de doeken van de Hollandse
schilders. Ter zijde van de rechter op
gang was een zaal met 17e-eeuwse tapisse
rieën aangekleed als ontvangstsalon voor
de hoge gasten. Hier gebruikten de Franse
president en madame Coty, het koninklijk
paar en minister-president Drees met zijn
echtgenote voor het diner een aanvang
nam esn aperitief. In de grote hal, die de
beide opgangen verbindt, waren even
eens enkele tapijten opgehangen en ston
den zes Louis Seize armstoelen gereed.
Hierin nam het gezelschap plaats en wer
den de gasten aan hen voorgesteld. Na
dat alle gasten zich achter hun stoelen
hadden opgesteld, leidde de directeur van
het Rijksmuseum, jhr D. C. Röell, presi
dent Coty en Koningin Juliana binnen.
kingen tussen de volken een even hecht
en diep karakter tonen als die tussen
Frankrijk en Nederland.
Spr. roemde de harmonie en de schoon
heid van de Nederlandse steden en dor
pen en prees de Nederlandse democratie
op politiek en sociaal gebied. De beproe
ving van dezelfde strijd, zo merkte hij
vervolgens op. heeft onze vriendschap
nog sterker doen worden. De toekomst
vraagt van ons om te zamen middelen
te zoeken en te vinden, die onze veilig
heid kunnen verzekeren. In verband
hiermede memoreerde de president de
totstandkoming van de NATO en het ver
drag van Brussel. Om evenwel voor de
vrede te werken, is het niet voldoende
voorbereid te zijn op een oorlog, die
ons zou kunnen worden opgelegd, maar
men dient ook de vrede zelf voor te
bereiden. Hiertoe dienen de gevoelens
van haat en van een eng en begrensd
nationalisme bestreden te worden. Wat
de Nederlanders betreft, zeide de presi
dent, dat zij in de loop der tijden menig
maal hun land hebben moeten herbou
wen. Zo hebben zij geleerd, dat een sterk
realisme de noodzakelijke basis vormt
voor de ontwikkeling van de toekomst.
Terwijl president René Coty en Z. K. H.
Prins Bernhard in Rotterdam de weder
opbouw van de Maasstad in ogenschouw
namen, brachten mevr. Coty en H. M.
Koningin Juliana een bezoek aan het
Instituut voor Doofstommenonderwijs en
het oogziekenhuis. In het oogziekenhuis
Zuster J. Vos (voorgrond) overhandigt
bloemen aan mevr. Germame Coty. H. M.
Koningin Juliana kijkt op de achtergrond
toe. Naast H. M. dr II. J. Flieringa,
geneesheer-directeur
Tijdens het diner, dat te half acht aan
ving twee uren na de terugkeer uit
Rotterdam heeft allereerst de minister
president dr W. Drees gesproken. Spre
ker noemde in het begin van zijn rede de
culturele banden, die Frankrijk en Ne
derland verenigen, omdat hij, zo zei hij,
ervan overtuigd was, dat vriendschap tus
sen de volkeren vooral gebaseerd moet
zijn op de banden van de geest.
De minister-president herinnerde er
vervolgens aan, dat in Mei 1940 het
Franse leger het eerste was, dat ons over
weldigde land te hulp kwam; dat bij de
bevrijding zich Franse eenheden onder
scheidden in het Noord-Oosten van ons
land en dat de wapenbroederschap zich
ook verleden jaar bij de watersnood weer
manifesteerde.
Tenslotte zeide dr Drees ervan over
tuigd te zijn, dat de opofferingen, die
Frankrijk zich getroost, zullen bijdragen
tot zijn grootheid en dat Frankrijk met
nieuw élan door zal blijven gaan de gro
te rol te spelen, die het past in Europa
en in de wereld.
President Coty zeide in zijn antwoord-
rede, zich zeer vereerd te voelen dat H.
M. de Koningin aan de dis aanzat.
Alle Fransen, zo richtte hij zich vervol
gens tot dr Drees, zullen u dankbaar zijn
voor de gevoelens, welke gij ten opzich
te van mijn vaderland hebt getoond. Bij
de grote moeilijkheden, waarmee de
wereld thans te kampen heeft, is het goed
wanneer de vriendschappelijke betrek-
Aavertentle
De kortste en voordeligste opleiding:
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Het menu voor dit diner was als volgt
samengesteld: Homard Parisienne, Tortue
clair, Coeurs de palmier, poularde farcie
aux ris de veau truffés, soufflé glacé
d'avelines, Café. Als wijnen werden ge
serveerd: Mumm Cordon Rouge brut,
Meursault Genèvrière 1952, Chateau Pal
mer Margaux M C 1942; liqueurs; Crème
de Menthe, Grand Marnier Cordon Rou
ge, Cognac Exchaw 1916.
Tijdens het diner speelde het Hongaar
se Ensemble der Marinierskapel lichte
dinermuziek.
De Limburgse commissie Stad en Dorp
van de Bond Heemschut toont zich niet
alleen bezorgd over het Wilhelminabrug-
plan van de Rijkswaterstaat, dat door de
Maastrichtse raad in principe werd aan
vaard, maar ook over de gevolgen daar
van voor het karakter van de Markt van
de Limburgse hoofdstad.
Nadat twintig jaar geleden bij de bouw
van de Wilhelminabrug reeds een door
braak voor de aanleg van de Oostelijke
oprit de schoonheid van de Markt geweld
had aangedaan, wordt nu opnieuw een
dergelijke doorbraak in het vooruitzicht
gesteld. Men wil n.l. aan de Westelijke
zijde van het monumentale en historische
kikkert U helemaal op.
Heerlijk verfrissend, zuivert
m°nd en keel en is goed
'anden.
De afzonderlijke terugkeer van
president en madame Coty en het
Koninklijke Paar, na het bezoek
aan Rotterdam op het paleis in
Amsterdam heeft enige verwarring
gewekt bij de daar met de leiding
belaste politiefunctionarissen.
Kort na half zes reden een paar
hofauto's voor. Uit de eerste stapte
de president en uit de tweede me
vrouw Coty. Toen zij het paleis
waren binnengegaan werd het ver
keer vrijgegeven en kreeg de com
mandant van de erewacht der
Grenadiers het bevel te laten in
rukken. Vermoedelijk verkeerde
men in de mening, dat het Ko
ninklijke Paar reeds was aangeko
men. Dit was niet het geval, want
de Koningin en de Prins hadden de
stoet verlaten en waren naar Schip
hol gegaan voor een niet tevoren
aangekondigd bezoek aan het vlieg
tuig van de Franse president en de
bemanning.
De commandant van de erewacht
had de soldaten reeds rechtsom
keert laten maken en het geweer
was geschouderd, toen de auto met
het Koninklijke Paar via de Voor
burgwal naderde. Daar was het op
dit spitsuur uiteraard enorm druk,
zodat de wagens, voorafgegaan door
motorrijders, met moeite zich een
weg naar de Paleisstraat konden
banen. Met veel tegenwoordigheid
van geest gaf de commandant in
omgekeerde volgorde zijn bevelen
en toen H. M. en de Prins waren
uitgestapt en het vaandel passeer
den, presenteerde de erewacht het
geweer....
tige gelaat sprak, was even helder en
duidelijk als ze zacht en laag was.
Reeds bij de eerste woorden was zijn
aandacht geheel geboeid, en voelde hij
intuïtief, dat hij hier op iets zeer bij
zonders was gestoten.
,,Dus u komt van Scotland-Yard, mijn
heer Wirlescombe?" zei de vleiende,
zoetklinkende stem.
„Inderdaad, mijnheer Carlatti. Hier is
mijn kaartje; ik ben^ zeer blij dat u me
te woord wil staan."
„En u wenst me een paar vragen te
stellen over een zekere Di Spada?"
„Als u er niets op tegen hebt, mijn
heer Carlatti."
„Maar ik ken twee mensen, die Di
Spada heten. Hoe is de voornaam van
die Di Spada, waar u belang in stelt?"
De detective haalde zijn notitieboekje
voor de dag, en keek op een van de
bladzijden. „Lucien."
„Juist. Lucien is leraar in talen. Hij
woont in het Austerlitz Flatgebouw in
Maide Vald."
,,Dat is mijn man, mijnheer Carlatti.
En de andere?"
Carlatti glimlachte. „De andere? Die
heet Stefano Di Spada."
„En wie is hij?"
„Hij is de broer van Lucien."
Wirlescombe zweeg even. Hij wist niet
goed, hoe verder te gaan, daar hij over
tollige informatie zoveel mogelijk wilde
vermijden. „Ik zou graag", zei hij, na
een ogenblik nadenken, „zoveel moge
lijk willen weten over Lucien Di Spada."
(Wordt vervolgd.)
waardiger, dan hij er npg ooit een was
tegengekomen.
HOOFDSTUK XII
De gebroeders Di Spada
De gestalte, die de detective niet zon
der een gevoel van huivering en van ge
heimzinnigheid opnam, was die van een
klein mager mannetje, dat gekleed was
in een lange afgedragen jas, die ver
scheidene maten te groot voor hem
was. 'n Rode halsdóek was nonchalant
om zijn dunne vogelnek gedraaid, en op
zijn hoofd, dat op 't eerste gezicht niets
anders leek, dan een paar vooruitste
kende beenderen, met een rimpelige
huid er over, droeg hij een zwart ka
lotje. De tanden waren uit dit levende
doodshoofd verdwenen, en de kromme
nous en de vierkante kin raakten elkaar
bijna, maar het mannetje droeg geen
bril, en toen Wirlescombe aan het don
ker begon te wennen, zag hij, dat de
kleine oogjes beweeglijk en helder wa
ren. Verbaasd bleef hij staan kijken naar
dit vreemde wezen, dat bedaard een
dikke folio neerlei en zich toen tot zijn
bezoekers wendde.
Wirlescombe had Aldobrandini ver
lof gegeven om Carlatti te vertellen wie
hij was, en wat hij wilde; hij bleef, ter
wijl de beide Italianen in hun eigen taal
met elkaar spraken, zwijgend staan luis
teren. Ten laatste ving hij het woord
Di Spada op, en zag hij de glinsterende
zwarte oogjes van het vreemde manne
tje zich van de café-eigenaar naar hem
zelf toewenden.
En toen keek Wirlescombe verrast op
Want de stem, die uit dit doodskopach-
„Carlatti is een oude kerel, die hier
vlakbij een boekwinkeltje heeft, waar je
allerlei buitenlandse boeken kunt kopen
antwoordde Aldobrandini. „Van alles,
Frans, Italiaans. Spaans. Russisch. Ie
dereen die geen Engelsman is, koopt
bij Carlatti ziet u. en zodoende kent hij
heel wat vreemdelingen. En als die man
leraar in talen is, dan is er des te meer
kans, dat hij hem kent, niet?"
„Juist", zei Wirlescombe. „Goed, dan
zal ik daar maar ffns Saan vragen.
Waar is het ergens?"
„Ik zal zelf met u meegaan", zei Al
dobrandini. „Wacht u een ogenblik, dan
knap ik me wat op voor dit wandelin
getje.
Even later kwam hij terug met een
deftige zwarte jas aan, een hoge hoed
op, gele glacé's aan, en met een keurige
paraplu bij zich. Hij geleidde zijn met
gezel met veel plechtigheid het restau
rant uit. de straat doipr, en sloeg ten
slotte af in een steegje, dat van voor
tot achter volgepropt scheen met oude
meubelen Te midden van al deze rom
mel hield hij stil voor een winkeltje,
waarvan de étalages, die al in jaren
niet schenen te zijn schoongemaakt, vol
stonden met rijen boeken en geschrif
ten, die er allemaal een beetje oud en
vies uitzagen. Ook de gang lag vol met
stapels boeken, en met moeite slechts
konden Wirlescombe en Aldobrandini
hun weg vinden in de duisternis, die er
heerste. En de detective moest zijn
ogen inspannen, vóórdat het tot hem
doordrong, dat temidden van die chaos
een gestalte stond, vreemder en merk-,
len. U hebt altijd een heleboel van uw
landgenoten gekend?
Aldobrandini haalde de schouders op
Nogal wat, antwoordde hij. Maar er
zijn er ook nogal wat, die ik niet ken.
,,Ja, natuurlijk", zei Wirlescombe.
„Maar ik dacht nu aan mensen, die
nogal bekend zijn. Kent u bijvoorbeeld
iemand die zich Di Spada noemt?"
„Di Spada", herhaalde Aldobrandini.
„Wat is dat voor iemand?"
„Hij is leraar in talen", antwoordde
de detective, 'n Man van in de dertig,
zou ik zeggen goed figuur, maar ma
ger, zwarte ogen en haar, een snor en
een puntbaardje, en chic gekleed."
Aldobrandini schudde het hoofd.
Er zijn er veel, die er zo uitzien",
zei hij. „Neen, ik ken niemand van die
naam. Maar wacht, ik zal mijn vrouw
eens vragen. Zoals alle vrouwen, weet
zij veel meer van mannen af."
Madame was met haar boekhouding
klaar gekomen, en was, met een bui
ging en een glimlach naar dc detective,
verdwenen door de deur, die naar het
hotel leidde. Aldobrandini ging haar
achterna. Na een paar minuten kwam
hij terug, schudde het hoofd en haalde
de schouders op.
„Neen, dat is een van de weinige din
gen, die mijn vrouw niet weet", zei hij.
„Di Spada, neen. En toch komen er
hier veel met zwarte haren en ogen, en
die snorren en puntbaarden hebben ook!
Maar mijn vrouw raadt u aan eens naar
Signor Carlatti te gaan hier om de hoek,
die kent iedereen."
„En wie is die Signor Carlatti?"
vroeg Wirlescombe,
Hij nam met een beleefde buiging voor
madame zijn hoed af, en stak joviaal zijn
hand uit naar heer en meester. Wel,
mijnheer Aldobrandini, zei hij, hebt u me
nog niet vergeten?
Neen, neen, riep de Italiaan uit. Ik
onthoud ieder gezicht. U bent mijnheer
Wirlescombe natuurlijk! Wat wilt u drin
ken, mijnheer Wirlescombe. En wilt u een
sigaar opsteken? Zeker en dat geval
herinner ik me ook nog best. Maar dat
is zeker al lang in de doofpot, niet? Zullen
we hier gaan zitten en het ons gemakke
lijk maken?
Wirlescombe nam Aldobrandini's uitno-
diging aan en ging in een rustig hoekje
zitten. Hij stak een sigaar op, nam eeu
teugje van de likeur, die hij had uitge
kozen.
Ik zou zo maar niet durven beweren,
dat dat allemaal al lang in de doofpot is,
begon hij vertrouwelijk. Soms komen die
dingen weer van zelf voor de dag.
Ja, een moordenaar wordt op de duur
toch wel gevonden, hè?
Soms wel en soms niet, gaf de detec
tive toe. Maar ik wilde u een vraag stel-