Regeringsdiner in prachtvol interieur van Rijksmuseum Eerste maal in geschiedenis van gebouw POR Ol 4 Het bezoek van president Coty Wereldrevolutie door vrouwen Marco Graffi? Coty's vliegers bespeelden pierement RESA-HILVERSUM s vroeg gegeven bevel ZATERDAG 24 JULI 1954 PAGINA 8 Amsterdamse „koggetjes" voor presidentsvrouwe Fijnproevers j KONINKLIJKE SLEEP BLEEF HAKEN De Ideale Gezinszalf Glazen met inscripties STIEFZOON WILDE NIET EMIGREREN Na autotocht toch nog mee (Van onze correspondent). Bewondering voor Hollandse meesters Culturele verbintenis Lof voor Nederlandse democratie Het menu Zet Uw zorgen aan door J. S. FLETCHER „Nous sommes en vacances", sprak lachend een der vijf bemanningsleden van de „France", het vliegtuig, waar mee president Coty naar ons land is gekomen. Het vijftal, dat deze vier dagen de gast is van de Kon. Lucht macht vertoefde gisteren in een Am sterdams grachtenhuis, waar een oud Nederlands sportvlieger zijn Franse gasten, die evenals hun commandant een Nederlandse onderscheiding heb ben gekregen, met edel bruisend vocht ontving. Ter opluistering van dit samenzijn verscheen op de gracht een pierement, dat het concert opende met het chanson uit „Moulin Rouge". Een muzikale geste, die de Fransen bij zonder apprecieerden. Dat de piloten niet alleen de stuurknuppel kunnen hanteren, maar evengoed de zwengel van een pierement bewezen zij toen j met de daad. De Amsterdamse banketbakkers i hebben gisterochtend, ten paleize op de Dam aan mevrouw Coty een zen- j ding Amsterdamse koggetjesdoen bezorgen, met een brief, waarin zij zeggen: „De Amsterdamse banketbak kers achten het een eer, U een trom meltje gevuld met Amsterdamse kog getjes te mogen aanbieden. Deze koekjes zijn vervaardigd met Hol landse producten, als roomboter en eieren. Maar ook de Bourbon-vanille is niet vergeten. Het is ons bekend, dat de Fransen fijnproevers zijn; wij meen den, dat ons product de toets kan door- 1 staan. Het trommeltje is uitgevoerd in rood-zwarte kleuren, naar het wapen van de stad Amsterdam. De Amster damse banketbakkers hopen, dat U dit geschenk wilt aanvaarden en mede- nemen naar Uw mooie land. Zij wensen U beiden een goede reis en behouden thuiskomst." WE HEBBEN laatst ergens gelezen, dat er weliswaar meer vrouwen dan mannen geboren worden, maar wat ons land betreft, er niet gesproken kan worden van een vrouwenoverschot- Het is de schuld van de vrijgezellen, indien er vrouwen ongetrouwd blijven, zo luidde de conclusie. Een andere keer zagen we de bewering gelogenstraft, als zouden er speciaal na een oorlog meer meisjes dan jongens ge boren worden. De natuur zou automatisch het evenwicht herstellen. Het werd ten stelligste ontkend. Indien een mens te veel leest, weet hij op het laatst niet meer, wat hij nu wel ge loven moet. Beschouw wat nu volgt, lezer of lezeres, niet als een teveel. Ons oog viel er op we lazen het en ofschoon we niet kunnen garanderen, dat het waar is, leek het ons toch wel interessant genoeg, om het even verder te vertellen. Inderdaad, interessant genoeg. Want, zo lazen we, indien de vrouwen het zouden willen, zouden ze een wereldrevolutie kunnen ontketenen. Immers, er zijn op onze aardbol vijf procent meer vrouwen dan mannen. Een gelukkig verschijnsel is, dat ze er blijkbaar niet veel voor voelen, alhoewel hierbij moet worden opgemerkt, dat grote massa's vrouwen nog niet weten, waartoe ze gezamenlijk in staat zouden zijn. Indien de emanicipatie voortschrijdt wordt de bedreiging van een vrouwen overmacht acuut. Intussen hebben de meeste vrouwen weinig interesse voor de politiek. Ze voe len meer voor een goede partij via het huwelijk dan voor een politieke partij. En juist op de leeftijd van twintig tot vijf en twintig jaar, waarin de vrouwen da absolute meerderheid bezitten, worden haar rijen door huwelijksaanzoeken schrikbarend gedecimeerd. De wereldrevolutie der vrouwen zal dus wel even op zich laten wachten. Intussen is het toch wel de moeite waard, even na te gaan, in welke landen de eerste symptomen van zo'n revolutie kunnen losbreken, in een soort landelijke revolutie. Merkwaardig genoeg heeft Sovjet-Rus land, wat het Europese en belangrijkste gedeelte betreft, de meeste kans. Want daar zijn op elke 100 mannen niet minder dan 1 lb vrouwen- Engeland volgt met 108 vrouwen op de 100 mannen. Frankrijk telt eveneens 108 vrouwen op de 100 mannen. Polen 105 vrouwen op de 100 mannen; Italië idem. Nederland 101 vrouwen op de 100 mannen. Egypte heeft een evenwicht: 100 vrouwen op 100 man nen. Japan heeft slechts 99 vrouwen op 100 mannen. Verenigde Staten 98 vrouwen op 100 mannen. Brazilië idem. Nieuw- Zeeland 97 vrouwen op 100 mannen; Australië 96 vrouwen op 100 mannen; Aziatisch Rusland 95 vrouwen op 100 man nen. India 93 vrouwen op 100 mannen. Canada idem. Als men deze cijfers zo eens bekijkt, geeft men de wereldrevolutie der vrouwen niet veel kans. Want juist in de Aziatische landen, waar de vrouw nog lang niet zo geëmancipeerd is, blijkt het zwakke ge slacht in de minderheid. Naar hec schijnt, regeert de vrouw voor lopig nog liever thuis dan via de politiek. Toen Koningin Juliana en presi dent Coty bij het Rijksmuseum voorreden en na het uitstappen de chauffeur snel de wagen wilde laten optrekken, om plaats te ma ken voor de tweede auto met ma dame Coty en Prins Bernhard, klonk ineens de stem van H. M. „Rijdt u even terug, u staat op mijn sleep". Onmiddellijk schakel de de chauffeur achteruit en de sleep, die voor een deel onder het achterwiel was terecht gekomen, kon onbeschadigd door de Ko ningin worden opgenomen. Noor de eerste keer in de geschiedenis van het Rijksmuseum te Amster dam is binnen zijn muren een galadiner gehouden; een galadiner, dat de Nederlandse ministerraad aanbood aan de president van Frankrijk en mevrouw Coty. De grote en indrukwekkende ere-galerij, gelegen boven de onderdoorgang, was tot dinerzaal ingericht. Drie grote geelkoperen kroon luchters wierpen een zacht schijnsel op de lange tafel, waaraan voor 67 personen was gedekt. In het damasten 18e eeuwse tafellaken waren bloem, motieven geweven, alsmede het wapen van de Nederlandse ambassadeur aan het hof van Lodewijk XV, Cornelis Hop. Voor de aankleding van de zaal, het serviesgoed en de tafeldecoraties was ge- IjlÊÊ^MÊBKHiÊËÈSËKUËBSHIÊÊkMiÊKÊflM put uit het museumbezit. Op de tafel stonden kleine, smaakvolle bloemversie- ringen van donkerrode en rose rozen. Talrijke enkele en drie-armige zilveren kandelabers vormden de tafelverlichting. jMWjai•*ÉjWMr jtÊSfri, tL Tot de tafelversiering behoorden verder WspfófSSh. T s#™ *X.. mSStmm zes vogels van Meissener porcelein uit de V 18e eeuw, vier kelkvormige 18e-eeuwse HK "HtÈg glazen, met daarin gegraveerd de wapens 4 Tw» -ï van Middelburg, Goes, Vlissingen en Tho- len, twee grote zilveren schenkkannen op lanbiilSgMllM^ .1 h schotel, waarvan een werd gebruikt bij f\ de inwijding van het tegenwoordige Pa- Voor het couvert van president Coty, Koningin Juliana, mevrouw Coty en Prins Bernhard stonden vier 18e-eeuwse kelk vormige glazen met inscriptie. Het glas voor de president droeg allegorische voor stellingen en de inscriptie „Welkom aan onze vrienden", in het glas voor de Ko ningin was een zeilschip met de woorden „Salus Patriae" gegraveerd. De kelk voor mevrouw Coty was gesierd met allegori sche figuren en de woorden „Pax Optima Rerum".Het glas voor Prins Bernhard was gegraveerd met een steigerend paard en de inscriptie „Aurea Libertas". Rechts van H.M. de Koningin zat president Coty en ter linkerzijde dr Drees. Madame Coty en Prins Bernhard zaten hier recht tegen over. Naast mevrouw Coty had de Franse ambassadeur plaatsgenomen en mevrouw Drees zat naast de Prins. De 17-jarige stiefzoon G. Boesenkool, van de familie K. S. uit Apeldoorn, welke familie gisteren met de Johan van Olden- barnevelt naar Canada is geëmigreerd, heeft de pleegouders, de directie van de H.A.L, en de politie heel wat last bezorgd. Toen namelijk het schip zou vertrekken, bleek de knaap afwezig. Om kwart voor vier des middags kreeg de Apeldoornse politie van haar Rotterdamse collega's het verzoek, in Apeldoorn een onderzoek in te stellen. In de nabijheid van de voor malige woning der emigrantenfamilie werd de jongeman aangetroffen Zonder veel vijven en zessen werd hij per auto naar Rotterdam gebracht; hier bleek de Johan van Oldenbarneveld echter reeds te zijn vertrokken. De autotocht werd daar om voortgezet naar Hoek van Holland, waar de knaap, die liever in ons land was gebleven, overstapte in de polltieboot en vandaar op het zeeschip, dat hem en zijn stiefouders naar Canada zal brengen. Aan het uiteinde der zaal geven twee kleine poorten toegang tot het kabinet, waar Rembrandt's meesterwerk „De Nachtwacht" hangt. Na afloop van het diner dwaalden de gasten door de vele zalen met de doeken van de Hollandse schilders. Ter zijde van de rechter op gang was een zaal met 17e-eeuwse tapisse rieën aangekleed als ontvangstsalon voor de hoge gasten. Hier gebruikten de Franse president en madame Coty, het koninklijk paar en minister-president Drees met zijn echtgenote voor het diner een aanvang nam esn aperitief. In de grote hal, die de beide opgangen verbindt, waren even eens enkele tapijten opgehangen en ston den zes Louis Seize armstoelen gereed. Hierin nam het gezelschap plaats en wer den de gasten aan hen voorgesteld. Na dat alle gasten zich achter hun stoelen hadden opgesteld, leidde de directeur van het Rijksmuseum, jhr D. C. Röell, presi dent Coty en Koningin Juliana binnen. kingen tussen de volken een even hecht en diep karakter tonen als die tussen Frankrijk en Nederland. Spr. roemde de harmonie en de schoon heid van de Nederlandse steden en dor pen en prees de Nederlandse democratie op politiek en sociaal gebied. De beproe ving van dezelfde strijd, zo merkte hij vervolgens op. heeft onze vriendschap nog sterker doen worden. De toekomst vraagt van ons om te zamen middelen te zoeken en te vinden, die onze veilig heid kunnen verzekeren. In verband hiermede memoreerde de president de totstandkoming van de NATO en het ver drag van Brussel. Om evenwel voor de vrede te werken, is het niet voldoende voorbereid te zijn op een oorlog, die ons zou kunnen worden opgelegd, maar men dient ook de vrede zelf voor te bereiden. Hiertoe dienen de gevoelens van haat en van een eng en begrensd nationalisme bestreden te worden. Wat de Nederlanders betreft, zeide de presi dent, dat zij in de loop der tijden menig maal hun land hebben moeten herbou wen. Zo hebben zij geleerd, dat een sterk realisme de noodzakelijke basis vormt voor de ontwikkeling van de toekomst. Terwijl president René Coty en Z. K. H. Prins Bernhard in Rotterdam de weder opbouw van de Maasstad in ogenschouw namen, brachten mevr. Coty en H. M. Koningin Juliana een bezoek aan het Instituut voor Doofstommenonderwijs en het oogziekenhuis. In het oogziekenhuis Zuster J. Vos (voorgrond) overhandigt bloemen aan mevr. Germame Coty. H. M. Koningin Juliana kijkt op de achtergrond toe. Naast H. M. dr II. J. Flieringa, geneesheer-directeur Tijdens het diner, dat te half acht aan ving twee uren na de terugkeer uit Rotterdam heeft allereerst de minister president dr W. Drees gesproken. Spre ker noemde in het begin van zijn rede de culturele banden, die Frankrijk en Ne derland verenigen, omdat hij, zo zei hij, ervan overtuigd was, dat vriendschap tus sen de volkeren vooral gebaseerd moet zijn op de banden van de geest. De minister-president herinnerde er vervolgens aan, dat in Mei 1940 het Franse leger het eerste was, dat ons over weldigde land te hulp kwam; dat bij de bevrijding zich Franse eenheden onder scheidden in het Noord-Oosten van ons land en dat de wapenbroederschap zich ook verleden jaar bij de watersnood weer manifesteerde. Tenslotte zeide dr Drees ervan over tuigd te zijn, dat de opofferingen, die Frankrijk zich getroost, zullen bijdragen tot zijn grootheid en dat Frankrijk met nieuw élan door zal blijven gaan de gro te rol te spelen, die het past in Europa en in de wereld. President Coty zeide in zijn antwoord- rede, zich zeer vereerd te voelen dat H. M. de Koningin aan de dis aanzat. Alle Fransen, zo richtte hij zich vervol gens tot dr Drees, zullen u dankbaar zijn voor de gevoelens, welke gij ten opzich te van mijn vaderland hebt getoond. Bij de grote moeilijkheden, waarmee de wereld thans te kampen heeft, is het goed wanneer de vriendschappelijke betrek- Aavertentle De kortste en voordeligste opleiding: (Bekende Schriftelijke Cursus) Het menu voor dit diner was als volgt samengesteld: Homard Parisienne, Tortue clair, Coeurs de palmier, poularde farcie aux ris de veau truffés, soufflé glacé d'avelines, Café. Als wijnen werden ge serveerd: Mumm Cordon Rouge brut, Meursault Genèvrière 1952, Chateau Pal mer Margaux M C 1942; liqueurs; Crème de Menthe, Grand Marnier Cordon Rou ge, Cognac Exchaw 1916. Tijdens het diner speelde het Hongaar se Ensemble der Marinierskapel lichte dinermuziek. De Limburgse commissie Stad en Dorp van de Bond Heemschut toont zich niet alleen bezorgd over het Wilhelminabrug- plan van de Rijkswaterstaat, dat door de Maastrichtse raad in principe werd aan vaard, maar ook over de gevolgen daar van voor het karakter van de Markt van de Limburgse hoofdstad. Nadat twintig jaar geleden bij de bouw van de Wilhelminabrug reeds een door braak voor de aanleg van de Oostelijke oprit de schoonheid van de Markt geweld had aangedaan, wordt nu opnieuw een dergelijke doorbraak in het vooruitzicht gesteld. Men wil n.l. aan de Westelijke zijde van het monumentale en historische kikkert U helemaal op. Heerlijk verfrissend, zuivert m°nd en keel en is goed 'anden. De afzonderlijke terugkeer van president en madame Coty en het Koninklijke Paar, na het bezoek aan Rotterdam op het paleis in Amsterdam heeft enige verwarring gewekt bij de daar met de leiding belaste politiefunctionarissen. Kort na half zes reden een paar hofauto's voor. Uit de eerste stapte de president en uit de tweede me vrouw Coty. Toen zij het paleis waren binnengegaan werd het ver keer vrijgegeven en kreeg de com mandant van de erewacht der Grenadiers het bevel te laten in rukken. Vermoedelijk verkeerde men in de mening, dat het Ko ninklijke Paar reeds was aangeko men. Dit was niet het geval, want de Koningin en de Prins hadden de stoet verlaten en waren naar Schip hol gegaan voor een niet tevoren aangekondigd bezoek aan het vlieg tuig van de Franse president en de bemanning. De commandant van de erewacht had de soldaten reeds rechtsom keert laten maken en het geweer was geschouderd, toen de auto met het Koninklijke Paar via de Voor burgwal naderde. Daar was het op dit spitsuur uiteraard enorm druk, zodat de wagens, voorafgegaan door motorrijders, met moeite zich een weg naar de Paleisstraat konden banen. Met veel tegenwoordigheid van geest gaf de commandant in omgekeerde volgorde zijn bevelen en toen H. M. en de Prins waren uitgestapt en het vaandel passeer den, presenteerde de erewacht het geweer.... tige gelaat sprak, was even helder en duidelijk als ze zacht en laag was. Reeds bij de eerste woorden was zijn aandacht geheel geboeid, en voelde hij intuïtief, dat hij hier op iets zeer bij zonders was gestoten. ,,Dus u komt van Scotland-Yard, mijn heer Wirlescombe?" zei de vleiende, zoetklinkende stem. „Inderdaad, mijnheer Carlatti. Hier is mijn kaartje; ik ben^ zeer blij dat u me te woord wil staan." „En u wenst me een paar vragen te stellen over een zekere Di Spada?" „Als u er niets op tegen hebt, mijn heer Carlatti." „Maar ik ken twee mensen, die Di Spada heten. Hoe is de voornaam van die Di Spada, waar u belang in stelt?" De detective haalde zijn notitieboekje voor de dag, en keek op een van de bladzijden. „Lucien." „Juist. Lucien is leraar in talen. Hij woont in het Austerlitz Flatgebouw in Maide Vald." ,,Dat is mijn man, mijnheer Carlatti. En de andere?" Carlatti glimlachte. „De andere? Die heet Stefano Di Spada." „En wie is hij?" „Hij is de broer van Lucien." Wirlescombe zweeg even. Hij wist niet goed, hoe verder te gaan, daar hij over tollige informatie zoveel mogelijk wilde vermijden. „Ik zou graag", zei hij, na een ogenblik nadenken, „zoveel moge lijk willen weten over Lucien Di Spada." (Wordt vervolgd.) waardiger, dan hij er npg ooit een was tegengekomen. HOOFDSTUK XII De gebroeders Di Spada De gestalte, die de detective niet zon der een gevoel van huivering en van ge heimzinnigheid opnam, was die van een klein mager mannetje, dat gekleed was in een lange afgedragen jas, die ver scheidene maten te groot voor hem was. 'n Rode halsdóek was nonchalant om zijn dunne vogelnek gedraaid, en op zijn hoofd, dat op 't eerste gezicht niets anders leek, dan een paar vooruitste kende beenderen, met een rimpelige huid er over, droeg hij een zwart ka lotje. De tanden waren uit dit levende doodshoofd verdwenen, en de kromme nous en de vierkante kin raakten elkaar bijna, maar het mannetje droeg geen bril, en toen Wirlescombe aan het don ker begon te wennen, zag hij, dat de kleine oogjes beweeglijk en helder wa ren. Verbaasd bleef hij staan kijken naar dit vreemde wezen, dat bedaard een dikke folio neerlei en zich toen tot zijn bezoekers wendde. Wirlescombe had Aldobrandini ver lof gegeven om Carlatti te vertellen wie hij was, en wat hij wilde; hij bleef, ter wijl de beide Italianen in hun eigen taal met elkaar spraken, zwijgend staan luis teren. Ten laatste ving hij het woord Di Spada op, en zag hij de glinsterende zwarte oogjes van het vreemde manne tje zich van de café-eigenaar naar hem zelf toewenden. En toen keek Wirlescombe verrast op Want de stem, die uit dit doodskopach- „Carlatti is een oude kerel, die hier vlakbij een boekwinkeltje heeft, waar je allerlei buitenlandse boeken kunt kopen antwoordde Aldobrandini. „Van alles, Frans, Italiaans. Spaans. Russisch. Ie dereen die geen Engelsman is, koopt bij Carlatti ziet u. en zodoende kent hij heel wat vreemdelingen. En als die man leraar in talen is, dan is er des te meer kans, dat hij hem kent, niet?" „Juist", zei Wirlescombe. „Goed, dan zal ik daar maar ffns Saan vragen. Waar is het ergens?" „Ik zal zelf met u meegaan", zei Al dobrandini. „Wacht u een ogenblik, dan knap ik me wat op voor dit wandelin getje. Even later kwam hij terug met een deftige zwarte jas aan, een hoge hoed op, gele glacé's aan, en met een keurige paraplu bij zich. Hij geleidde zijn met gezel met veel plechtigheid het restau rant uit. de straat doipr, en sloeg ten slotte af in een steegje, dat van voor tot achter volgepropt scheen met oude meubelen Te midden van al deze rom mel hield hij stil voor een winkeltje, waarvan de étalages, die al in jaren niet schenen te zijn schoongemaakt, vol stonden met rijen boeken en geschrif ten, die er allemaal een beetje oud en vies uitzagen. Ook de gang lag vol met stapels boeken, en met moeite slechts konden Wirlescombe en Aldobrandini hun weg vinden in de duisternis, die er heerste. En de detective moest zijn ogen inspannen, vóórdat het tot hem doordrong, dat temidden van die chaos een gestalte stond, vreemder en merk-, len. U hebt altijd een heleboel van uw landgenoten gekend? Aldobrandini haalde de schouders op Nogal wat, antwoordde hij. Maar er zijn er ook nogal wat, die ik niet ken. ,,Ja, natuurlijk", zei Wirlescombe. „Maar ik dacht nu aan mensen, die nogal bekend zijn. Kent u bijvoorbeeld iemand die zich Di Spada noemt?" „Di Spada", herhaalde Aldobrandini. „Wat is dat voor iemand?" „Hij is leraar in talen", antwoordde de detective, 'n Man van in de dertig, zou ik zeggen goed figuur, maar ma ger, zwarte ogen en haar, een snor en een puntbaardje, en chic gekleed." Aldobrandini schudde het hoofd. Er zijn er veel, die er zo uitzien", zei hij. „Neen, ik ken niemand van die naam. Maar wacht, ik zal mijn vrouw eens vragen. Zoals alle vrouwen, weet zij veel meer van mannen af." Madame was met haar boekhouding klaar gekomen, en was, met een bui ging en een glimlach naar dc detective, verdwenen door de deur, die naar het hotel leidde. Aldobrandini ging haar achterna. Na een paar minuten kwam hij terug, schudde het hoofd en haalde de schouders op. „Neen, dat is een van de weinige din gen, die mijn vrouw niet weet", zei hij. „Di Spada, neen. En toch komen er hier veel met zwarte haren en ogen, en die snorren en puntbaarden hebben ook! Maar mijn vrouw raadt u aan eens naar Signor Carlatti te gaan hier om de hoek, die kent iedereen." „En wie is die Signor Carlatti?" vroeg Wirlescombe, Hij nam met een beleefde buiging voor madame zijn hoed af, en stak joviaal zijn hand uit naar heer en meester. Wel, mijnheer Aldobrandini, zei hij, hebt u me nog niet vergeten? Neen, neen, riep de Italiaan uit. Ik onthoud ieder gezicht. U bent mijnheer Wirlescombe natuurlijk! Wat wilt u drin ken, mijnheer Wirlescombe. En wilt u een sigaar opsteken? Zeker en dat geval herinner ik me ook nog best. Maar dat is zeker al lang in de doofpot, niet? Zullen we hier gaan zitten en het ons gemakke lijk maken? Wirlescombe nam Aldobrandini's uitno- diging aan en ging in een rustig hoekje zitten. Hij stak een sigaar op, nam eeu teugje van de likeur, die hij had uitge kozen. Ik zou zo maar niet durven beweren, dat dat allemaal al lang in de doofpot is, begon hij vertrouwelijk. Soms komen die dingen weer van zelf voor de dag. Ja, een moordenaar wordt op de duur toch wel gevonden, hè? Soms wel en soms niet, gaf de detec tive toe. Maar ik wilde u een vraag stel-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 8