De
Dr irDamme
de Trit
cirkelde hoven
REGEN OVER ZUNDERTS
BLOEMENCORSO
Zondagmiddag betrad men de
„Triton" weer
Minister Cals bespreekt in nota de
het g.l.o. en v.g.l.o
toestand bij
TWEE PROFESSOREN KWAMEN
OM HET LEVEN
Spoedcursussen voor kleuterleidster
met b-diploma
De omgekomenen
Door bliksem gedood
Voor het eerst in dertienjarig bestaan
Kleurenschittering vol fantasie
Steeds schoner
De verongelukte inzittenden allen - op twee
na - gevonden
mmmmi
maandag september 1954
PAGINA 3
Verkenning boven de ramp»
plaats
Het water begon te wassen
„We hebben", aldus ging Peetoom voort,
„°P Shannon gekeken hoe de organisatie
J. A. Brongers
De bemanningsleden
lip
-
«Stiy spli
De eerste Super' die ooit
verongelukte
De toekomstige behoefte
aan onderwijzers
Maatregelen ter vermindering
en opheffing van het onder
wijzerstekort
En nog een uiterste noodzaak
Kiezen tussen twee kwaden
Trieste Zondag op Schiphol
(Van
was geregeld en of we nog iets konden
doen. Na radiotelegrafisch contact met
Schiphol kregen we opdracht de passagiers
het toestel te doen verlaten en met de
„Damme" boven de plaats van het wrak
te gaan cirkelen. Tijdens de voorberei
dingen voor deze snel geïmproviseerde
vlucht, kwam de le vlieger de Engelsman
Erward Parfitt op het vliegveld aan met
een aantal overlevenden. Hij vertelde ons
so verklaarde Peetoom, dat de overleven
den zich gered hadden in twee rubber red
dingboten, zgn. dinghies
normaal drie
onze Amsterdamse redactie)
SCHIPHOL, Zonda-r.
Deze trieste, zwarte Zondag in de geschiedenis van de K.L.M. was
bp Schiphol, onze nationale luchthaven, zo ongeveer gelijk aan de dag,
hu nog geen twee weken geleden, toen het zo jammerlijke verlies van
de „Willem Bontekoe betreurd moest worden. Uit de grijze lucht, waarin
de donkere wolkenmassa's door de wind werden voortgestuwd, plensde
vele uren ononhoudelijk de vale regen. Het vliegveld zag met ononder
broken regelmaat de grote, door het hemelwater bcspatte luchtvogels
binnenkomen en uitgaan en vooral in de uren tot de middag, toen de
drukte het meest intensief was en een groot gedeelte van de passagiers
nog niet op de hoogte was van de slag, die de K.L.M. had ondergaan,
bemerkten niet-ingewijden niets van de tragische ramp. Zoals altijd gingen
alle diensten normaal door en met nog meer toewijding dan anders
verrichtte het vliegveld- en douanepersoneel zijn taak.
Het was nog nacht toen de Centrale
Verkeersregeling op Schiphol als eerste
belanghebbende instantie het bericht kreeg
dat de „Triton" vermist werd. Nog geen
twee minuten na de start van het toestel
op de 1720 m. lange startbaan, toen gezag
voerder commodore Viruly op ongeveer
200 meter hoogte moet zijn geweest en
even tevoren het moment van loskomen
had bericht, bleef de verkeerstoren te
Shannon wachten op de hoogtemelding,
een melding, welke niet binnenkwam en
nooit gehoord zou worden.
Toen de ochtend vorderde, had de Cen
trale Verkeersregeling alle autoriteiten ge
waarschuwd en begonnen zowel de tele
foons als telexen op Schiphol en op het
hoofdkantoor der K.L.M. in Den Haag
koortsachtig te rinkelen. Een ieder betrok
zi.in post en gespannen werd op nader
nieuws gewacht. Langzaam druppelden de
berichten binnen en kon men zich een
Vorstelling maken van de catastrophe,
JVlke zich aanvankelijk lang niet zo erg
"ad laten aanzien, want was er in de eerste
meldingen niet gesproken van een nood
landing? Later begreep men echter, dat het
ongeluk een calamiteit genoemd moest
Worden, die opnieuw tal van slachtoffers
had geëist. De autoriteiten toonden
haast de smart welke hen ontegenzeglijk
vervulde om de vele mensenlevens, die
opnieuw als een zware tol aan de lucht
vaart geofferd moesten worden, een zekere
voldoening, dat ditmaal de cockpitcrew
onder leiding van Viruly en 22 passagiers
er het leven hadden afgebracht, zodat de
verklaringen van deze geredden mogelijk
nader licht op de oorzaak van het neer
storten van de „Triton" zou werpen.
Nog voor elven des ochtends steeg van
Schiphol in de miezerige regen een Con-
vair op met bestemming Shannon met aan
boord een commissie van onderzoek, be
staande uit 18 K.L.M.-autoriteiten, o.w. de
heer K. J. Rüpplin von Keffikon, hoofd
Van de afdeling Vluchtuitvoering die de
leiding heeft dokter J. G. Grimm en de
heer Masters, Lockheedvertegenwoordiger
°P Schiphol. Verder vlogen mee twee
leden van de Rijksluchtvaartdienst en 8
journalisten. Binnen 21.4 uur zou dit toestel
lp Ierland zijn.
waarvan er
in een volbezet toestel zijn.
Deze reddingbotten zijn in de vleugels be
vestigd en kunnen van de cockpit uit los
gelaten woren, terwijl ze zich zelf met
koolzuur vullen. In elke dinghy is plaats
voor ongeveer 20 personen. Parfitt had
contact gehad met Viruly, die hem met
deze overlevenden naar de wal had gedi
rigeerd. Viruly zou zelf voor de anderen
zorgen, zo had hij gezegd. Dat deed hij
ook, want samen met Henri Oudshoorn, de
radio-telegrafist, had hij met uiterste
krachtsinspanning een reddingboot met 10
personen over een modderbank ruim vier
kilometer door de ondiepe delta van de
zich ter plaatse sterk verbredende rivier de
Shannon naar de wal gesleept. Haast was
inderdaad geboden, want om vier uur zou
er hoog water zijn en in de rivier is het
verschil tussen eb en vloed aanzienlijk,
wegens het directe contact met de Atlan
tische Oceaan. Parfitt had intussen het
kuststation Foynes gealarmeerd, dat met
reddingboten en amphibievaartuigen er op
uittrok, doch de boot noch de amphibies
hadden zich door de modderbank kunnen
ploegen".
Nadat Peetoom dit verhaal van de be-
modderde en uiterst vermoeide Parfitt had
aangehoord, steeg hij met zijn Liftmaster
van Shannon op. Ongeveer drie kwartier
cirkelde hij boven het wrak, doch over
levenden had hij niet meer gevonden.
„Volgens voorlopige aanwijzingen heb-
ben de motoren goed gewerkt en over de
oorzaak van het ongeval weten wij nog
niets", antwoordde de heer Mulder met
nadruk op een vraag wat hij dacht over
de verklaring van een Amerikaanse passa-
giere van de „Dr Ir Damme", dat vol
gens zeggen van een gered lid der be
manning van de „Triton", direct na de
start de twee stuurboord-motoren van de
Super-Constellation waren uitgevallen.
„De passagiers kunnen niet met een lid
van de crew gesproken hebben", demen
teerde de heer Mulder ten stelligste deze
verklaring.
Gevraagd werd de piloot nog, of na de
ramp de overlevenden getracht hadden
reddingsploegen te alarmeren. „Van de
dinghies uit", zo besloot de heer Peetoom
zjjn verklaring, „zjjn zg. flairs, lichtkogels,
afgeschoten, maar deze zjjn niet door het
vliegveld gesignaleerd.
De noodradio aan boord van de rubber-
reddingboten is niet in gebruik gesteld.
De K.L.M. schreef vandaag een zwarte
bladzijde in haar annalen vol, terwijl de
inkt van de vorige pagina nog niet droog is.
vt'm'ÏS uur arriveerde uit Shannon de
n..Xj.M.-DC-6A-Liftmaster „Dr Ir Damme"
die komend uit New York, het eerste op
Schiphol aankomende toestel uit Ierland
was, dat boven de plaats van de ramp een
verkenningsvlucht had uitgevoerd. Direct
na de landing kreeg de bemanning instruc
ties op Schiphol te blijven en gezagvoer
der Frans Peetoom bracht aan onder
directeur Van Balkom verslag uit over
zijn bevindingen.
Daarna werd hem toegestaan voor de
pers een uiteenzetting te geven. Bijge-
hetaiVT?0r de heer J- Mulder, hoofd van
kiar- hegbedrijf, die de betrokken ver-
jgjj'n£.af en toe iets verduidelijkte, ver
st- Piloot Peetoom met deernis in zijn
Wat hij had gezien.
Y „Dr Ir Damme" was op tijd uit New
"rit vertrokken. Omstreeks half vier in
nacht, vliegend boven de Atlantische
y'ceaan, hoorde de piloot de verkeers-
;°ren in Shannon de „Triton" oproepen
met de letters L.K.Y. uitgesproken als
„Love King You".
Peetoom, beseffend dat deze oproep een
K.L.M.-machine betrof, vroeg aan Shan
non nadere inlichtingen en vernam toen,
de „Triton" „uit de lucht was", direct
"a de start. De gezagvoerder van de „Dr
'r Damme" begon ogenblikkelijk ook bet
kermiste toestel op te roepen, doch zonder
resultaat. Vlak voor de landing op het
ferse vliegveld om 6.45 uur Ned. tijd drong
het ook tot de „Damme"-crew door, dat de
„Triton" verongelukt moest zijn, want
Shannon vroeg aan de in de lucht ver
blijvende toestellen gegevens over de
Positie van het wrak, dat op een modder
bank zou zjjn neergestort.
B\j dc ramp met de ..Triton" verloren
zoals ook elders gemeld, de professoren
W. Kouwenaar en G O. E. Lignac het
leven.
Prof. dr Willem Kouwenaar werd op
28 Juli 1891 t.e Nieuwkoop geboren. Hij
bezocht de_ H.B.S. te Haarlem en stu
deerde medicijnen aan de universiteit van
Amsterdam, alwaar hü in 1914 zijn arts
examen deed. In 1924 promoveerde hü
op het proefschrift „spirochaetosis febri-
11 s" tot doctor in de geneeskunde. In 1918
vertrok hij naar Ned. Indië waar hij ach
tereenvolgens te Leboe Dalam. Bindjei
en Medan werkzaam was bijde Deli
Maatschappij. Van 1928 tot. aan 1946
was hij directeur van het pathologisch
laboratorium te Medan. In 1947 keerde
prof Kouwenaar naar Nederland terug,
waar hij de benoeming aanvaardde van
buitengewoon hoogleraar in de tropische
hygiëne aan de universiteit van Amster
dam.
Prof. Georges Otto Emilo Lignac is
geboren op 30 Augustus 1891 te Pasoe-
roean. H\j bezocht de H.B.S. (Stadhou
derslaan) te 's-Gravenhage in 1904 en
studeerde te Leiden. Kort na zijn arts-
Links: Prof. GeorgeOtto Emile Lignac
die tengevolge van de ramp met de
„Triton" is omgekomen. Ook. zijn echt
genote was een der slachtoffers van de
ramp. Foto rechts: Prof. dr Willem
Kouwenaar, buitengewoon hoogleraar in
de tropische hygiëne aan de universiteit
van Amsterdam, die, evenals zijn echt
genote, bij de ramp met de „Triton" om
het leven is gekomen.
examen in 1916 werd hij benoemd tot
leraar in de algemene ziektekunde, ziek
tekundige ontleedkunde en gerechtelijke
geneeskunde aan de school tot, opleiding
van Indische artsen te Batavia. In 1920
keerde de heer Lignac naar ons land
terug. 1 Februari 1922 promoveerde hij te
Leiden tot. doctor in de geneeskunde op
het proefschrift, getiteld„vorming en
afbraak van huidpigment". In 1923 werd
dr Lignac toegelaten als privaat docent
in de ziektekundige ontleedkunde en ge
rechtelijke geneeskunde aan de Leidse
universiteit. In Juli 1934 volgde hij prof.
dr N. Ph. Tendeloo op als hoogleraar in
de ziektekundige ontleedkunde, algemene
ziektekunde en gerechtelijke genees
kunde aan de Leidse universiteit op.
Onder hen, die ook bij de ramp van de
„Triton" het leven lieten, bevond zich de
heer J. A Brongers. in leven hoofd van
de persdienst van de N.V. de Bataafsche
Petroleum Maatschappij.
Johannes Ayolt Brongers werd op 26
December 1906 te Haarlem geboren. Op
5 Juli 1928 trad de heer Brongers in
dienst bij de B.P.M. waar hij in 1946 be
last werd met het voorbereiden van de
oprichting van de afdeling pers en publi-
«sgpit welke later werd omgezet in de
afdeling public relations. De leiding van
de persdienst werd de heer Brongers toe
gewezen.
h^Rm?11 functie bij de B-P.M. had de
organism!!!rs nog in verscheidene
hii vnnrziH- 0p Publiciteitsgebied. Zo was
voor K®rJa,n de Ned- Genootschap
het rw= Delations, bestuurslid van
hiea^niaclcentrum OP Voorlichtingsge-
bied en hoofdredacteur van „Golf".
De volgende passagiers van het vlieg
tuig „Triton' zijn bij de vliegramp om het
leven gekomen: de heer A. J. L. Grond-
houd te Hengelo (export-manager Kon.
Weefgoederenfabriek C. T. Stork Co
te Hengelo); prof. dr W. Kouwenaar en
diens echtgenote mevr. C. H. Kouwenaar
uit Amsterdam; prof. dr G.O.E. Lignac
en mevr. H. Lignac te Oegstgeest; J.
Bakker en mevrouw Bakkerde Vries,
wonend te Kalamazoo (V.S.); de heer J. A.
Brongers, hoofd persdienst van de B.P.M.
te Den Haag; mevr. A. Schaap, wonende
te Grand Rapids (V.S.). Al deze passagiers
waren van Nederlandse nationaliteit
Verder: H. W. Habig, Duitsland; Mevr.
H. C. M. Habig Duitsland; H. K. A.
Schultz, V.S.: E. Cooper. V.S.; W. Hodson,
V.S.; W. H. Coultas, V.S.; Mevr. E. Ellis,
V.S.; F. J. Polak. V.S.; Mej. G. D. S.
Thompson, V.S.; Mevr. L. Griffith, V.S.;
W. G. Tulles, V.S.; Mevr. H. Hyde, V.S.;
G. Ibrahim Egypte; Bahan Birma; U Tin
Pe, Birma.
Mevr. C. Platz uit de V.S., die zwaar
gewond was, is in de loop van de avond
overleden aan de gevolgen van een bek
kenfractuur. Mevr. Platz had een bezoek
gebracht aan naar familie, die in de om
geving van Rotterdam woonachtig is.
De drie leden van het cabinepersoneel,
die zijn omgekomen zijn W. van Buren, B.
Weslergaard en Helga Inge Loewenstein.
Willem van Buren de eerste steward,
werd op 1 September 1919 te Rotterdam
geboren. Gehuwd (2 kinderen) en woon
achtig te Amsterdam. Hij kwam op 11
November 1946 in dienst van de K.L.M.
Bob Westergaard werd op 18 Oct. 1928
te Rotterdam geboren. Hij was ongehuwd
en trad op 1 Mei 1954 in dienst van de
K.L.M.
Helga Inge Loewenstein werd op 16
Augustus 1930 te Keulen geboren. Zij ge
noot o.a. een opleiding tot kinderverzorg
ster en was ook enige tijd jeugdleidster.
Zij trad op 26 Mei 1951 in dienst van de
K.L.M. als stewardess.
De 15-jarige M. van der V. uit Oss, die
met zijn 33-jarige broer A. gistermorgen
op de Maas nabij Lithoflen (gem. Lith) aan
het vissen was, is tijdens een kort hevig
onweer door een zgn. balbliksem getroffen
Hij werd uit dc roeiboot geslagen. p«
oudere broer raakte enkele ogenblikken
buiten bewustzijn.
In de loop van de middag heeft men
het stoffelijke overschot van M. van der V
gevonden.
Een tragische bijzonderheid is, dat de
vader van het slachtoffer achttien jaar
geleden eveneens door de bliksem werd
getroffen en levenslang invalide bleef.
Foto boven: het zus ter vlieg tuig „Proton",
dat hetzelfde is als de Zondag in Ierland
verongelukte Super-Constellation „Tri
ton". Foto onder: de bemanning van het
verongelukte toestel: v.l.n.'bovenste rij:
Com. A. Viruly, le vlieger Edward
Parfitt, 2c vlieger Evert. Webbink, 3e
vlieger J. Ticman en radiotelegrafist H.
Oudshoorn. Onder v.l.n.r. 2c boordwerk
tuigkundige C. Kicvits, 1e boordwerk
tuigkundige H. Rademaker, stewardess
H. Loewestcin, steward W. van Buren
en steward, B. Westergaard. Dc laatste I
drie kwamen bij dc ramp om het leven.
(Van onze correspondent).
Voor het eerst sinds zijn bestaan heeft het bloemencorso te Zundert, dat gisteren
voor de dertiende maal door de straten van het West-Brabantse grensdorp trok,
het moeten opnemen tegen de hardnekkige aanvallen van Pluvius. Een soms druil
lerige, soms gietende regen beukte onafgebroken over een schitterend corso vol
kleur, vpl fantasie.
Toch hebben de tienduizenden ook dit jaar Zundert niet in de steek gelaten,
(n dichte rijen stonden de toeschouwers uit alle delen van het land, uit Duitsland,
België, Frankrijk en Engeland langs het kilometers lange parcours.'Het valt haast
niet te zeggen voor wie men meer bewondering moest hebben. Voor de tiendui
zenden, die in alle mogelijke soorten van regenkledij hardnekkig bleven staan en
zitten tot heel het kleurenwonder voorbij was getrokken en dat duurde enkele
uren of voor de figuranten op de wagens wie de luchtige kleurige jurken als
een dwangbuis op het lichaam plakten.
Reeds in de vroege voormiddag begon
gisteren de jaarlijkse, trek naar Zundert.
Auto's, motor, fietsers, ja zelfs vele voet
gangers trotseerden de dreigende wolken.
De 400 Rijkspolitiemannen hadden de re
geling van het verkeer stevig in handen.
In Zundert lagen voor de slagerswin
kels worsten en andere vleeswaren hoog
opgestapeld tussen bergen broodjes. Olie
bollen- en palingkramen verspreidden hun
geuren door de straten, waar de vroege
bezoekers rond het middaguur op de trot
toirbanden hun pakjes boterhammen ver
PIP
Om vjjf uur gistermiddag was het water
Vv°0r de eb zover gezakt, dat de „Triton"
S(eer voor een groot deel droog kwam te
^jjan. De vleugels staken boven het water
en in de cabine stonden nog slechts
i^ele decimeters water. Dit tijdstip had
,Vef0
afgewacht voor het bergen van dc
bn,"gelukte inzittenden,
n'en voer
Met enkele
t>a'cn voer mcn uit naar dc machine.
t]^ar betrad een aantal Ieren de gehaven-
oy °ab'ne en ze brachten de stoffelijke
Crschotten een voor een naar buiten.
6e^aar^y bevond zich dat van de stewar-
aant' "^juffrouw Helga Loewenstein. Een
bra der omgekomenen vertoonde lichte
verndw°nden, die volgens deskundigen
°cta°rzaakt raoeten zijn door het hoge
£iangehalte der benzinedampen.
werden 21 doden, doch later nog
Matt "k1 de cab'ne geborgen en op een
«aardSelegd. Zo werd de droeve last
Van rf M'eghaven teruggebracht,
avond 56 inzittenden werden er gister-
meer ntJs twee vermist. Dat zij n-.et
zich te even zijn wordt als vaststaand
zich wergeefs uren aan de staart vast-
tle»ide n cts uren aan de staat vast"
der (jri e ander is waarschijnlijk, zon-
heeft Eemler?and in de consternat.e
e" verdronken "U de machine geklommen
aanlegs'tp,-„b°ten die gisteravond langs de
veld teriifiPi Van de rivier bij het vlieg-
kwamen wprH rmu a on Crn.'it.
deel van de bagage aan wal gebracht.
Daaronder bevonden zich talloze koffers,
tassen en jassen, die men in het toestel
had aangetroffen.
De Lockheed Super Constellation» weike
sinds vorig jaar door de KLM wordt ge
bruikt, is voorzien van vier motoren van
het nieuwste type Wright Compound en
is gebouwd door de Lockheed Fabrieken
in Burbank (Californië) Het kan met een
kruissnelheid van 500 km per uur een
grote lading (ruim 80 passagiers en 2000 kg
vracht) over zeer grote afstanden meer
dan 4000 km zonder tussenlanding ver
voeren. De KLM heeft thans elf Super
Constellations in dienst. Dit aantal wordt
opgevoerd tot zestien. De namen van de
Constellations houden alle verband met
de kernphysica. Alle passagiers in deze
vliegtuigen hebben de beschikking over
een zwemvest, terwijl voorts twee of drie
rubberboten (dinghy) aanwezig zijn die
vele mensen kunnen bergen.
De „Triton" van de KLM is de eerste
Super Constellation ter wereld die is ver
ongelukt
De bemanning van de „Triton" was als
volgt samengesteld: commodore A. Viruly;
amen werd nog een groot Edward Parfitt. le vlieger (Engelsman);
Evert Webbink, 2e vlieger; Johan Tieman,
3e vlieger; Henri Oudshoorn, radiotelegra
fist; Henrik Rademaker, le boordwerk
tuigkundige; Cornells Kievits, 2e boord
werktuigkundige. Zij allen werden gered.
Verder maakten deel uit van de be
manning de twee stewards W. van Buren
en B. Westergaard en de stewardess Helgs
Loewenstein.
De enige geredde Nederlandse passa
gier is de heer F. de Brauwer, directeur
van de N.V. Part. Entrepot voor Tabaks
fabrikaten A. van Herwaarden te Rotter
dam.
Een woordvoerder van de ..British In
surance Association" heeft verklaard, dat
de waarde van het verongelukte vliegtuig
ongeveer anderhalf millioen dollar was,
van welk bedrag een aanzienlijk deel op
gebrachf0 verze!ierin§smarkt is onfl®r-
Droeve lijst
„„Si?ds,de oorlog is de KLM thans voor
hii fïü u,m«aI door een vliegramp, waar-
troffen Zijn te betreuren» ge-
14 November 1946: Dakota od Srhinho'
nuariVmr7dei^k01;6'0"' 26 doden: 28 Jal
nuari 1947. Dakota op Kastrup (Kopen-
rinrten-' Geyssendorfer 22
doden, 20 October 1948: Constellati in
„Nijmegen" te Prestwick, gezagvoerder
Parmentier, 40 doden; 21 Juni 1949 Con
stellation .Roermond", in zee gestort bh
Bari, gezagvoerder Plesman, 23 doden-
12 Juli 1949: Constellation „Franeker" b'j
Bombay, gezagvoerder Van der Vaari
45 doden; 2 Februari 1950: Dakota-post-
vliegtuig in Noordzee gestort, gezagvoei-
der Van der Heide, 7 doden; 22 Maart
1952: D C 6 „Koningin Juliana" bij Frank
furt, gezagvorder Poutsma. 44 doden
23 Augustus 1954: DC 6 B Willem Bonte
koe" Noordzee bij Egmond, gezagvoerder
Harman, 21 doden; 5 September 1954.
Super Constellation .Triton" bij Shannon,
gezagvoerder Viruly, 28 doden.
*88BBBBm3
orberden Ondertussen deden de luid
sprekers het verhaal van het corso en
trachtten de aanwezigen het dreigende
wolkendek te doen vergeten met de schil
dering van het schone corso, dat ze te
verwachten Hadden. Rond half twee brak
de regen los en zochten velen een toe
vlucht in café's, garages, schuren enz.,
waarin men in allerijl tafels had opge
steld.
Temidden van een zware bui arriveer
den de meeste genodigden, onder wie de
Commissaris der Koningin in Brabant,
prof. dr J. de Quay, vele militaire en rech
terlijke autoriteiten en de burgemeesters
uit tal van omliggende gemeenten.
Om 3 uur trok het corso het Margeriet
van- Laerplein op, waar de autoriteiten
op het bordes van het gemeentehuis had
den plaats genomen. Vooraf ging de drum
band van het Markiezenhof van Bergen
op Zoom. gevolgd door de Philips Har
monie. Als eerste kwam dan de wagen
•.Welkom', een erepoort in witte bloemen
ter verwelkoming van binnen- en buiten
landers. Dan begon het sprookje van Zun
dert weer in stijgende lijn te groeien.
Want ondanks regen en ondanks de moei
lijkheden tengevolge van schaarste aan
bloemen, heeft Zundert zich opnieuw
overtroffen. Enthousiast juichte de me
nigte en men vergat de natte kiliigheid,
die overal doordrong. Steeds opnieuw ge
loofde men de schoonste wagen gezien te
hebben, maar evenzo dikwijls veranderde
men van mening naarmate de stoet vor
derde. Tenslotte kan men dan ook niet
anders dan berusten in het lot van de
jury, die de eerste prijs en daarmede ook
de eremedaille van de stad Antwerpen, toe
kende aan de wagen „Ochtend in de Des-
sa". Ongetwijfeld een schitterende wagen
van meer dan 20 m.2 oppervlakte, uit lich
te» overwegend goudgele dahlia's samen
gesteld, waarop de kampongmeisjes in
originele Indische kledij <j© rijst stampten
voor de ochtendmaaltijd. Ongetwijfeld een
prachtige wagen maar wij als leken en
met ons de tienduizenden, zagen er tal van
andere, even fantastisch en nog veel rij
ker en warmer van tint, die we met even
veel enthousiasme als prijswinnaar zou
den aanvaard hebben.
Een bijzondere prijs kreeg de wagen
„Kon-Tikifleet", een nabootsing van het
Incavlot, waarmede de Noor Thor Hey-
derdahl in 1947 van Peru naar Tahiti voer
om te bewijzen, dat de Inca's vroeger deze
tocht hadden geïnaakt. Als erkentelijkheid
voor dit idee kreeg deze wagen van de
Noorse gezant een wimpel.
Het zou ondoenlijk zijn alle wagens op
te sommen: er waren er 35 en ze wedijver
den met elkaar in pracht. Meer dan ooit
was dit jaar ook de muzikale omlijsting
verzorgd en de 13 muziekcorpsen uit Ne
derland en België, alle in kleurig uniform,
hielden er de stemming in.
De tweede rondtocht van het corso ver
regende even jammerlijk en zeer vele toe
schouwers zochten dan ook reeds aanstonds
na de eerste tocht de kortste weg naar
huis.
Oorzaken van en maatregelen ter
opheffing onderwijzerstekort
In de Memorie van Antwoord op liet voorlopig verslag van de Eerste
Kamer betreffende de begroting 1954 van bet departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen beeft de minister toegezegd aan de Staten-
Generaal een overzicht te zullen voorleggen betreffende de toekomstige
behoefte aan onderwijskrachten bij bet l.o., v.h.m.o. en n.o. en in lat
overzicht tevens te zullen aangeven, welke maatregelen ter voorziening in
die behoefte zouden kunnen worden genomen.
Deze nota is thans verschenen. De minister zegt daarin zijn toezeggin
niet geheel gestand te kunnen doen. De nota beperkt zich tot de behoeft
bij bet g.l.o. en het v.g.l.o. Een prognose betreffende liet voortgezet onder
wijs, waaraan ten departemente wordt gewerkt, zal zo spoedig mogelijk
volgen.
Geconstateerd wordt in de nota, dat in dc jaren 19451953 het aantal
onderwijzers bij bet gehele lager onderwijs (dus met inbegrip van b.l.o. en
u.J.o.) met ruim 20 procent is toegenomen en dat niettemin bet aantal
vacatures in het verplichte personeel in de laatste jaren minder dan een
half procent van bet totale corps uitmaakte. Wel zijn dc aantallen ge
huwde vrouwen en gepensionneerden onder de leerkrachten sterk gestegen.
Bedroegen deze op 16 September 1947 resp. 597 en 137, op 16 Mei 1954
waren deze aantallen 2263 en 309. Mede met het oog op de laatstgenoemde
cijfers moet in feite van een tekort aan leerkrachten worden gesproken.
Ten aanzien van de oorzaken van het
tekort moet worden bedacht, dat vlak
na de oorlog de scholen voor G.L.O. voor
een groot deel bevolkt werden door kin
deren, die in de jaren met de laagste ge
boortecijfers (19331937) het levenslicht
zagen, zodat de totale schoolbevolking
niet uitzonderlijk hoog was. Daar komt
bij, dat in de jaren 1947—1949 de acht
jarige leerplicht tot een zevenjarige was
teruggebracht. Van 1950 af bestond de
schoolbevolking geheel uit generaties met
geboortecijfers, die vergeleken met het
vooroorlogse normale cijfer van circa
180.000 als normaal of boven-normaal zijn
te beschouwen. Bovendien werd in laatst
genoemd jaar het achtste leerjaar weder
om verplicht, zodat toen een „schok"
moest optreden.
Door het mogelijk maken van het vol
gen van een één-jarige opleidingscursus
slaagde in 1948 een extra-aantal van ruim
1400 onderwijzers, dat de eerste schok
mede heeft kunnen opvangen. Bovendien
is sinds 1950 jaarlijks een voortdurend
toenemend aantal onderwijzers geslaagd:
(1950: 1751; 1954: 3561). Dat ten departe
mente de ontwikkeling der schoolbevol-
king en de daarmede verband houdende
voorziening in de behoefte aan onderwij
zers bij voortduring grote aandacht heeft
gehad en dat-de ramingen in het ver
leden gedaantot nu toe zeer reëel zijn
gebleken, wordt aan de hand van cijfer
materiaal aangetoond.
De ramingen over de voorziening in
de toekomstige behoefte aan onderwij
zers, welke de nota geeft, strekken zich
uit over de periode 19541970.
Bij de ramingen worden een minimum-
en een maximumraming onderscheiden.
Deze houden verband met een verorder-
stelde minimum- en maximumvervan-
gingsbehoefte. Teneinde een zeker werk-
gemiddelde te verkrijgen, is aangenomen,
dat de werkelijke toestand ongeveer zal
worden weergegeven door het gemiddel
de der minimum- en maximumramingen.
Uit dit werkgemiddelde blijkt, dat af
gezien van het aanbod van oudere akte-
bezitters de aantallen niet te bezetten
plaatsen in de periode 19541962 zullen
zijn:
1954—570; 1955—1250; 1956—3160- 1957—
2880; 1958—2920: 1959—2780; 1960—2455-
1961-1385; 1962—90
De gemiddelde overschotten in de jaren
1963—1970 zouden bedragen; 1963—975;
1964—2110; 1965—2935; 1966—3920; 1967—
4970; 1968—6075; 1969—7090; 1970—8065.
Verder is berekend, dat indien zich
in een thans aanvangend tijdvak van 914
jaar jaarlijks een extra-aantal van circa
500 onderwijzers zou beschikbaar stellen
in ieder geval (dus zowel volgens de
gunstige als volgens de ongunstige prog
nose) een verlaging van de leerlingen-
schaal, in een zodanige mate dat het
klassegemiddelde 30 zou bedragen als
mede verlenging van de leerplicht tot de
leeftijd van 15 jaar, gerealiseerd zouden
kunnen worden.
Verder bespreekt de minister in de
nota de maatregelen tot vermindering
en opheffing van het onderwijzers
tekort. Hij constateert daarbij eerst,
dat behoudens voor de jaren 1955 en
1956 het geraamde jaarlijks aanbod van
nieuwe onderwijzers zodanig is. dat het
de totale jaarlijkse behoefte niet veel
ontloopt en al spoedig overtreft. De
naaste oorzaak van het tekort is ge
legen in het feit, dat in 1956 naar schat
ting slechts een betrekkelijk klein aan
tal onderwijzers beschikbaar zal komen,
nl. circa 1225 tegen circa 3100 in vol
gende jaren, dat is circa 1900 onder
wijzers minder dan het geval zou zijn
geweest, indien in de onderwijzersop
leiding geen wijziging zou zijn ..aange
bracht.
Na een opsomming te hebben gegeven
van de reeds getroffen maatregelen komt
de minister dan tot verder te treffen
maatregelen. Daar de invoering van de
nieuwe kweekschoolwet een zeer nadelige
invloed heeft op het aantal onderwijzers
dat in 1956 ter beschikking zal komen'
heeft de minister zich afgevraagd of het
tot een later tijdstip opschorten van de
inwerkingtreding van de derde leerkring
kweekschoolopleiding, waardoor de
moeilijkheden zouden verdwijnen, verant
woord is. Hij heeft echter tegen zulk een
maatregel ernstige bezwaren, die hij uit
voerig opsomt. Op grond van deze bezwa
ren heeft hij besloten, aan de ontwikke
ling der nieuwe onderwijzersopleiding
geen enkele moeilijkheid in de weg te
leggen.
Naar de mening van de minister komt
er slechts één maatregel in aanmerking,
welke de zo noodzakelijke verruiming in
het aanbod aan onderwijskrachten, in het
bijzonder voor het jaar 1956, zou kunnen
geven. Deze is de volgende: bezitsters
van een B-diploma van een opleiding voor
kleuterleidster, welk diploma is verkre
gen na een ten overstaan van een rijks
gecommitteerde afgelegd examen, wor-i
den na een te creëren opleiding in de
geest van de spoedcursussen van 1947
in de gelegenheid gesteld, de oude onder
wijzersakte te behalen. Bij de samenstel
ling van het leerprogramma van deze op
leiding zal met de stadie, die de kleuter
leidsters reeds hebben volbracht, reke
ning worden gehouden.
Mocht deze maatregel onverhoopt geen
voldoende resultaat opleveren dan zou
overwogen kunnen worden, aan kleuter
leidsters in het bezit van een boven
omschreven B-diploma tijdelijk het recht
te geven in de laagste twee klassen van
lagere scholen werkzaam te zijn. De mi
nister wil echter slechts in uiterste nood
zaak tot zulk een maatregel overgaan.
Wel wil de minister het verlenen van
studietoelagen, inrichten c.q. subsidiëren
van parailelklassen en het subsidiëren
van avondkweekscholen handhaven en
waar mogelijk uitbreiden. Ook zal hij in
overleg treden met zijn ambtgenoot van
Oorlog en van Marine om na te gaan of
het mogelijk is de voor dienstplichtige
onderwijzers getroffen vrijstellingsrege
ling voor 1954 ook in komende jaren in
enigerlei vorm toe te passen.
Vervolgens wijst de minister in ver
band met aanvullende maatregelen op
een noodoplossing, waarbij aan leerlingen
van het eerste leerjaar der lagere school
gedurende halve dagen door een onder
wijzer van het l.o. onderwijs kan worden
gegeven en de rest van de schooltijd met
kleuteronderwijs zal worden aangevuld.
In dit verband geeft hij ook aan. dat
in ruimere rrjate dan thans het geval is
de mogelijkheid zou kunnen worden ver
leend tot het verkrijgen van een vaste
aanstelling door de gehuwde onderwijze
res. De minister gelooft echter niet, dat
deze maatregel het aantal leerkrachten
aanmerkelijk zal doen toenemen.
Tijdens een persconferentie heeft minis
ter Cals o.m. verklaard, dat de nota be
treffende het m.o. in het komende parle
mentaire jaar kan worden tegemoet ge
zien. Wat het aantal schoollokalen aan
gaat gaf hij te kennen, dat er een zoda
nig bouwvolume beschikbaar zal zijn,
dat voor het l.o. voldoende gebouwd kan
worden om in urgente gevallen te voor
zien.
Zoals in de nota wordt medegedeeld
zullen bezitsters van een B-diploma voor
kleuterleidster via een spoedcursus in de
gelegenheid worden gesteld de oude
onderwijzersakte te behalen. De minis
ter erkende, dat hieraan voor het kleu
teronderwijs bezwaren zijn verbonden,
omdat goede leidsters aan dit onderwijs
onttrokken zullen worden. Het was hier
echter een kwestie van kiezen tussen
twee moeilijkheden.
Thans zijn er 9215 hoofden en leidsters
werkzaam, alsmede 1123 helpsters. Er zijn
veel leerlingen in opleiding In 1946 was
dit aantal 1395; het is geleidelijk opge
lopen tot 5713 in 1953. Op de vraag of de
kleuterleidsters, die de onderwijzersakte
hebben behaald bij terugkeer tot het
kleuteronderwijs haar salaris als onder
wijzeres bij het l.o. zullen behouden,
zeide de minister geen positief antwoord
te kunnen geven.