De Dr irDamme de Trit cirkelde hoven REGEN OVER ZUNDERTS BLOEMENCORSO Zondagmiddag betrad men de „Triton" weer Minister Cals bespreekt in nota de het g.l.o. en v.g.l.o toestand bij TWEE PROFESSOREN KWAMEN OM HET LEVEN Spoedcursussen voor kleuterleidster met b-diploma De omgekomenen Door bliksem gedood Voor het eerst in dertienjarig bestaan Kleurenschittering vol fantasie Steeds schoner De verongelukte inzittenden allen - op twee na - gevonden mmmmi maandag september 1954 PAGINA 3 Verkenning boven de ramp» plaats Het water begon te wassen „We hebben", aldus ging Peetoom voort, „°P Shannon gekeken hoe de organisatie J. A. Brongers De bemanningsleden lip - «Stiy spli De eerste Super' die ooit verongelukte De toekomstige behoefte aan onderwijzers Maatregelen ter vermindering en opheffing van het onder wijzerstekort En nog een uiterste noodzaak Kiezen tussen twee kwaden Trieste Zondag op Schiphol (Van was geregeld en of we nog iets konden doen. Na radiotelegrafisch contact met Schiphol kregen we opdracht de passagiers het toestel te doen verlaten en met de „Damme" boven de plaats van het wrak te gaan cirkelen. Tijdens de voorberei dingen voor deze snel geïmproviseerde vlucht, kwam de le vlieger de Engelsman Erward Parfitt op het vliegveld aan met een aantal overlevenden. Hij vertelde ons so verklaarde Peetoom, dat de overleven den zich gered hadden in twee rubber red dingboten, zgn. dinghies normaal drie onze Amsterdamse redactie) SCHIPHOL, Zonda-r. Deze trieste, zwarte Zondag in de geschiedenis van de K.L.M. was bp Schiphol, onze nationale luchthaven, zo ongeveer gelijk aan de dag, hu nog geen twee weken geleden, toen het zo jammerlijke verlies van de „Willem Bontekoe betreurd moest worden. Uit de grijze lucht, waarin de donkere wolkenmassa's door de wind werden voortgestuwd, plensde vele uren ononhoudelijk de vale regen. Het vliegveld zag met ononder broken regelmaat de grote, door het hemelwater bcspatte luchtvogels binnenkomen en uitgaan en vooral in de uren tot de middag, toen de drukte het meest intensief was en een groot gedeelte van de passagiers nog niet op de hoogte was van de slag, die de K.L.M. had ondergaan, bemerkten niet-ingewijden niets van de tragische ramp. Zoals altijd gingen alle diensten normaal door en met nog meer toewijding dan anders verrichtte het vliegveld- en douanepersoneel zijn taak. Het was nog nacht toen de Centrale Verkeersregeling op Schiphol als eerste belanghebbende instantie het bericht kreeg dat de „Triton" vermist werd. Nog geen twee minuten na de start van het toestel op de 1720 m. lange startbaan, toen gezag voerder commodore Viruly op ongeveer 200 meter hoogte moet zijn geweest en even tevoren het moment van loskomen had bericht, bleef de verkeerstoren te Shannon wachten op de hoogtemelding, een melding, welke niet binnenkwam en nooit gehoord zou worden. Toen de ochtend vorderde, had de Cen trale Verkeersregeling alle autoriteiten ge waarschuwd en begonnen zowel de tele foons als telexen op Schiphol en op het hoofdkantoor der K.L.M. in Den Haag koortsachtig te rinkelen. Een ieder betrok zi.in post en gespannen werd op nader nieuws gewacht. Langzaam druppelden de berichten binnen en kon men zich een Vorstelling maken van de catastrophe, JVlke zich aanvankelijk lang niet zo erg "ad laten aanzien, want was er in de eerste meldingen niet gesproken van een nood landing? Later begreep men echter, dat het ongeluk een calamiteit genoemd moest Worden, die opnieuw tal van slachtoffers had geëist. De autoriteiten toonden haast de smart welke hen ontegenzeglijk vervulde om de vele mensenlevens, die opnieuw als een zware tol aan de lucht vaart geofferd moesten worden, een zekere voldoening, dat ditmaal de cockpitcrew onder leiding van Viruly en 22 passagiers er het leven hadden afgebracht, zodat de verklaringen van deze geredden mogelijk nader licht op de oorzaak van het neer storten van de „Triton" zou werpen. Nog voor elven des ochtends steeg van Schiphol in de miezerige regen een Con- vair op met bestemming Shannon met aan boord een commissie van onderzoek, be staande uit 18 K.L.M.-autoriteiten, o.w. de heer K. J. Rüpplin von Keffikon, hoofd Van de afdeling Vluchtuitvoering die de leiding heeft dokter J. G. Grimm en de heer Masters, Lockheedvertegenwoordiger °P Schiphol. Verder vlogen mee twee leden van de Rijksluchtvaartdienst en 8 journalisten. Binnen 21.4 uur zou dit toestel lp Ierland zijn. waarvan er in een volbezet toestel zijn. Deze reddingbotten zijn in de vleugels be vestigd en kunnen van de cockpit uit los gelaten woren, terwijl ze zich zelf met koolzuur vullen. In elke dinghy is plaats voor ongeveer 20 personen. Parfitt had contact gehad met Viruly, die hem met deze overlevenden naar de wal had gedi rigeerd. Viruly zou zelf voor de anderen zorgen, zo had hij gezegd. Dat deed hij ook, want samen met Henri Oudshoorn, de radio-telegrafist, had hij met uiterste krachtsinspanning een reddingboot met 10 personen over een modderbank ruim vier kilometer door de ondiepe delta van de zich ter plaatse sterk verbredende rivier de Shannon naar de wal gesleept. Haast was inderdaad geboden, want om vier uur zou er hoog water zijn en in de rivier is het verschil tussen eb en vloed aanzienlijk, wegens het directe contact met de Atlan tische Oceaan. Parfitt had intussen het kuststation Foynes gealarmeerd, dat met reddingboten en amphibievaartuigen er op uittrok, doch de boot noch de amphibies hadden zich door de modderbank kunnen ploegen". Nadat Peetoom dit verhaal van de be- modderde en uiterst vermoeide Parfitt had aangehoord, steeg hij met zijn Liftmaster van Shannon op. Ongeveer drie kwartier cirkelde hij boven het wrak, doch over levenden had hij niet meer gevonden. „Volgens voorlopige aanwijzingen heb- ben de motoren goed gewerkt en over de oorzaak van het ongeval weten wij nog niets", antwoordde de heer Mulder met nadruk op een vraag wat hij dacht over de verklaring van een Amerikaanse passa- giere van de „Dr Ir Damme", dat vol gens zeggen van een gered lid der be manning van de „Triton", direct na de start de twee stuurboord-motoren van de Super-Constellation waren uitgevallen. „De passagiers kunnen niet met een lid van de crew gesproken hebben", demen teerde de heer Mulder ten stelligste deze verklaring. Gevraagd werd de piloot nog, of na de ramp de overlevenden getracht hadden reddingsploegen te alarmeren. „Van de dinghies uit", zo besloot de heer Peetoom zjjn verklaring, „zjjn zg. flairs, lichtkogels, afgeschoten, maar deze zjjn niet door het vliegveld gesignaleerd. De noodradio aan boord van de rubber- reddingboten is niet in gebruik gesteld. De K.L.M. schreef vandaag een zwarte bladzijde in haar annalen vol, terwijl de inkt van de vorige pagina nog niet droog is. vt'm'ÏS uur arriveerde uit Shannon de n..Xj.M.-DC-6A-Liftmaster „Dr Ir Damme" die komend uit New York, het eerste op Schiphol aankomende toestel uit Ierland was, dat boven de plaats van de ramp een verkenningsvlucht had uitgevoerd. Direct na de landing kreeg de bemanning instruc ties op Schiphol te blijven en gezagvoer der Frans Peetoom bracht aan onder directeur Van Balkom verslag uit over zijn bevindingen. Daarna werd hem toegestaan voor de pers een uiteenzetting te geven. Bijge- hetaiVT?0r de heer J- Mulder, hoofd van kiar- hegbedrijf, die de betrokken ver- jgjj'n£.af en toe iets verduidelijkte, ver st- Piloot Peetoom met deernis in zijn Wat hij had gezien. Y „Dr Ir Damme" was op tijd uit New "rit vertrokken. Omstreeks half vier in nacht, vliegend boven de Atlantische y'ceaan, hoorde de piloot de verkeers- ;°ren in Shannon de „Triton" oproepen met de letters L.K.Y. uitgesproken als „Love King You". Peetoom, beseffend dat deze oproep een K.L.M.-machine betrof, vroeg aan Shan non nadere inlichtingen en vernam toen, de „Triton" „uit de lucht was", direct "a de start. De gezagvoerder van de „Dr 'r Damme" begon ogenblikkelijk ook bet kermiste toestel op te roepen, doch zonder resultaat. Vlak voor de landing op het ferse vliegveld om 6.45 uur Ned. tijd drong het ook tot de „Damme"-crew door, dat de „Triton" verongelukt moest zijn, want Shannon vroeg aan de in de lucht ver blijvende toestellen gegevens over de Positie van het wrak, dat op een modder bank zou zjjn neergestort. B\j dc ramp met de ..Triton" verloren zoals ook elders gemeld, de professoren W. Kouwenaar en G O. E. Lignac het leven. Prof. dr Willem Kouwenaar werd op 28 Juli 1891 t.e Nieuwkoop geboren. Hij bezocht de_ H.B.S. te Haarlem en stu deerde medicijnen aan de universiteit van Amsterdam, alwaar hü in 1914 zijn arts examen deed. In 1924 promoveerde hü op het proefschrift „spirochaetosis febri- 11 s" tot doctor in de geneeskunde. In 1918 vertrok hij naar Ned. Indië waar hij ach tereenvolgens te Leboe Dalam. Bindjei en Medan werkzaam was bijde Deli Maatschappij. Van 1928 tot. aan 1946 was hij directeur van het pathologisch laboratorium te Medan. In 1947 keerde prof Kouwenaar naar Nederland terug, waar hij de benoeming aanvaardde van buitengewoon hoogleraar in de tropische hygiëne aan de universiteit van Amster dam. Prof. Georges Otto Emilo Lignac is geboren op 30 Augustus 1891 te Pasoe- roean. H\j bezocht de H.B.S. (Stadhou derslaan) te 's-Gravenhage in 1904 en studeerde te Leiden. Kort na zijn arts- Links: Prof. GeorgeOtto Emile Lignac die tengevolge van de ramp met de „Triton" is omgekomen. Ook. zijn echt genote was een der slachtoffers van de ramp. Foto rechts: Prof. dr Willem Kouwenaar, buitengewoon hoogleraar in de tropische hygiëne aan de universiteit van Amsterdam, die, evenals zijn echt genote, bij de ramp met de „Triton" om het leven is gekomen. examen in 1916 werd hij benoemd tot leraar in de algemene ziektekunde, ziek tekundige ontleedkunde en gerechtelijke geneeskunde aan de school tot, opleiding van Indische artsen te Batavia. In 1920 keerde de heer Lignac naar ons land terug. 1 Februari 1922 promoveerde hij te Leiden tot. doctor in de geneeskunde op het proefschrift, getiteld„vorming en afbraak van huidpigment". In 1923 werd dr Lignac toegelaten als privaat docent in de ziektekundige ontleedkunde en ge rechtelijke geneeskunde aan de Leidse universiteit. In Juli 1934 volgde hij prof. dr N. Ph. Tendeloo op als hoogleraar in de ziektekundige ontleedkunde, algemene ziektekunde en gerechtelijke genees kunde aan de Leidse universiteit op. Onder hen, die ook bij de ramp van de „Triton" het leven lieten, bevond zich de heer J. A Brongers. in leven hoofd van de persdienst van de N.V. de Bataafsche Petroleum Maatschappij. Johannes Ayolt Brongers werd op 26 December 1906 te Haarlem geboren. Op 5 Juli 1928 trad de heer Brongers in dienst bij de B.P.M. waar hij in 1946 be last werd met het voorbereiden van de oprichting van de afdeling pers en publi- «sgpit welke later werd omgezet in de afdeling public relations. De leiding van de persdienst werd de heer Brongers toe gewezen. h^Rm?11 functie bij de B-P.M. had de organism!!!rs nog in verscheidene hii vnnrziH- 0p Publiciteitsgebied. Zo was voor K®rJa,n de Ned- Genootschap het rw= Delations, bestuurslid van hiea^niaclcentrum OP Voorlichtingsge- bied en hoofdredacteur van „Golf". De volgende passagiers van het vlieg tuig „Triton' zijn bij de vliegramp om het leven gekomen: de heer A. J. L. Grond- houd te Hengelo (export-manager Kon. Weefgoederenfabriek C. T. Stork Co te Hengelo); prof. dr W. Kouwenaar en diens echtgenote mevr. C. H. Kouwenaar uit Amsterdam; prof. dr G.O.E. Lignac en mevr. H. Lignac te Oegstgeest; J. Bakker en mevrouw Bakkerde Vries, wonend te Kalamazoo (V.S.); de heer J. A. Brongers, hoofd persdienst van de B.P.M. te Den Haag; mevr. A. Schaap, wonende te Grand Rapids (V.S.). Al deze passagiers waren van Nederlandse nationaliteit Verder: H. W. Habig, Duitsland; Mevr. H. C. M. Habig Duitsland; H. K. A. Schultz, V.S.: E. Cooper. V.S.; W. Hodson, V.S.; W. H. Coultas, V.S.; Mevr. E. Ellis, V.S.; F. J. Polak. V.S.; Mej. G. D. S. Thompson, V.S.; Mevr. L. Griffith, V.S.; W. G. Tulles, V.S.; Mevr. H. Hyde, V.S.; G. Ibrahim Egypte; Bahan Birma; U Tin Pe, Birma. Mevr. C. Platz uit de V.S., die zwaar gewond was, is in de loop van de avond overleden aan de gevolgen van een bek kenfractuur. Mevr. Platz had een bezoek gebracht aan naar familie, die in de om geving van Rotterdam woonachtig is. De drie leden van het cabinepersoneel, die zijn omgekomen zijn W. van Buren, B. Weslergaard en Helga Inge Loewenstein. Willem van Buren de eerste steward, werd op 1 September 1919 te Rotterdam geboren. Gehuwd (2 kinderen) en woon achtig te Amsterdam. Hij kwam op 11 November 1946 in dienst van de K.L.M. Bob Westergaard werd op 18 Oct. 1928 te Rotterdam geboren. Hij was ongehuwd en trad op 1 Mei 1954 in dienst van de K.L.M. Helga Inge Loewenstein werd op 16 Augustus 1930 te Keulen geboren. Zij ge noot o.a. een opleiding tot kinderverzorg ster en was ook enige tijd jeugdleidster. Zij trad op 26 Mei 1951 in dienst van de K.L.M. als stewardess. De 15-jarige M. van der V. uit Oss, die met zijn 33-jarige broer A. gistermorgen op de Maas nabij Lithoflen (gem. Lith) aan het vissen was, is tijdens een kort hevig onweer door een zgn. balbliksem getroffen Hij werd uit dc roeiboot geslagen. p« oudere broer raakte enkele ogenblikken buiten bewustzijn. In de loop van de middag heeft men het stoffelijke overschot van M. van der V gevonden. Een tragische bijzonderheid is, dat de vader van het slachtoffer achttien jaar geleden eveneens door de bliksem werd getroffen en levenslang invalide bleef. Foto boven: het zus ter vlieg tuig „Proton", dat hetzelfde is als de Zondag in Ierland verongelukte Super-Constellation „Tri ton". Foto onder: de bemanning van het verongelukte toestel: v.l.n.'bovenste rij: Com. A. Viruly, le vlieger Edward Parfitt, 2c vlieger Evert. Webbink, 3e vlieger J. Ticman en radiotelegrafist H. Oudshoorn. Onder v.l.n.r. 2c boordwerk tuigkundige C. Kicvits, 1e boordwerk tuigkundige H. Rademaker, stewardess H. Loewestcin, steward W. van Buren en steward, B. Westergaard. Dc laatste I drie kwamen bij dc ramp om het leven. (Van onze correspondent). Voor het eerst sinds zijn bestaan heeft het bloemencorso te Zundert, dat gisteren voor de dertiende maal door de straten van het West-Brabantse grensdorp trok, het moeten opnemen tegen de hardnekkige aanvallen van Pluvius. Een soms druil lerige, soms gietende regen beukte onafgebroken over een schitterend corso vol kleur, vpl fantasie. Toch hebben de tienduizenden ook dit jaar Zundert niet in de steek gelaten, (n dichte rijen stonden de toeschouwers uit alle delen van het land, uit Duitsland, België, Frankrijk en Engeland langs het kilometers lange parcours.'Het valt haast niet te zeggen voor wie men meer bewondering moest hebben. Voor de tiendui zenden, die in alle mogelijke soorten van regenkledij hardnekkig bleven staan en zitten tot heel het kleurenwonder voorbij was getrokken en dat duurde enkele uren of voor de figuranten op de wagens wie de luchtige kleurige jurken als een dwangbuis op het lichaam plakten. Reeds in de vroege voormiddag begon gisteren de jaarlijkse, trek naar Zundert. Auto's, motor, fietsers, ja zelfs vele voet gangers trotseerden de dreigende wolken. De 400 Rijkspolitiemannen hadden de re geling van het verkeer stevig in handen. In Zundert lagen voor de slagerswin kels worsten en andere vleeswaren hoog opgestapeld tussen bergen broodjes. Olie bollen- en palingkramen verspreidden hun geuren door de straten, waar de vroege bezoekers rond het middaguur op de trot toirbanden hun pakjes boterhammen ver PIP Om vjjf uur gistermiddag was het water Vv°0r de eb zover gezakt, dat de „Triton" S(eer voor een groot deel droog kwam te ^jjan. De vleugels staken boven het water en in de cabine stonden nog slechts i^ele decimeters water. Dit tijdstip had ,Vef0 afgewacht voor het bergen van dc bn,"gelukte inzittenden, n'en voer Met enkele t>a'cn voer mcn uit naar dc machine. t]^ar betrad een aantal Ieren de gehaven- oy °ab'ne en ze brachten de stoffelijke Crschotten een voor een naar buiten. 6e^aar^y bevond zich dat van de stewar- aant' "^juffrouw Helga Loewenstein. Een bra der omgekomenen vertoonde lichte verndw°nden, die volgens deskundigen °cta°rzaakt raoeten zijn door het hoge £iangehalte der benzinedampen. werden 21 doden, doch later nog Matt "k1 de cab'ne geborgen en op een «aardSelegd. Zo werd de droeve last Van rf M'eghaven teruggebracht, avond 56 inzittenden werden er gister- meer ntJs twee vermist. Dat zij n-.et zich te even zijn wordt als vaststaand zich wergeefs uren aan de staart vast- tle»ide n cts uren aan de staat vast" der (jri e ander is waarschijnlijk, zon- heeft Eemler?and in de consternat.e e" verdronken "U de machine geklommen aanlegs'tp,-„b°ten die gisteravond langs de veld teriifiPi Van de rivier bij het vlieg- kwamen wprH rmu a on Crn.'it. deel van de bagage aan wal gebracht. Daaronder bevonden zich talloze koffers, tassen en jassen, die men in het toestel had aangetroffen. De Lockheed Super Constellation» weike sinds vorig jaar door de KLM wordt ge bruikt, is voorzien van vier motoren van het nieuwste type Wright Compound en is gebouwd door de Lockheed Fabrieken in Burbank (Californië) Het kan met een kruissnelheid van 500 km per uur een grote lading (ruim 80 passagiers en 2000 kg vracht) over zeer grote afstanden meer dan 4000 km zonder tussenlanding ver voeren. De KLM heeft thans elf Super Constellations in dienst. Dit aantal wordt opgevoerd tot zestien. De namen van de Constellations houden alle verband met de kernphysica. Alle passagiers in deze vliegtuigen hebben de beschikking over een zwemvest, terwijl voorts twee of drie rubberboten (dinghy) aanwezig zijn die vele mensen kunnen bergen. De „Triton" van de KLM is de eerste Super Constellation ter wereld die is ver ongelukt De bemanning van de „Triton" was als volgt samengesteld: commodore A. Viruly; amen werd nog een groot Edward Parfitt. le vlieger (Engelsman); Evert Webbink, 2e vlieger; Johan Tieman, 3e vlieger; Henri Oudshoorn, radiotelegra fist; Henrik Rademaker, le boordwerk tuigkundige; Cornells Kievits, 2e boord werktuigkundige. Zij allen werden gered. Verder maakten deel uit van de be manning de twee stewards W. van Buren en B. Westergaard en de stewardess Helgs Loewenstein. De enige geredde Nederlandse passa gier is de heer F. de Brauwer, directeur van de N.V. Part. Entrepot voor Tabaks fabrikaten A. van Herwaarden te Rotter dam. Een woordvoerder van de ..British In surance Association" heeft verklaard, dat de waarde van het verongelukte vliegtuig ongeveer anderhalf millioen dollar was, van welk bedrag een aanzienlijk deel op gebrachf0 verze!ierin§smarkt is onfl®r- Droeve lijst „„Si?ds,de oorlog is de KLM thans voor hii fïü u,m«aI door een vliegramp, waar- troffen Zijn te betreuren» ge- 14 November 1946: Dakota od Srhinho' nuariVmr7dei^k01;6'0"' 26 doden: 28 Jal nuari 1947. Dakota op Kastrup (Kopen- rinrten-' Geyssendorfer 22 doden, 20 October 1948: Constellati in „Nijmegen" te Prestwick, gezagvoerder Parmentier, 40 doden; 21 Juni 1949 Con stellation .Roermond", in zee gestort bh Bari, gezagvoerder Plesman, 23 doden- 12 Juli 1949: Constellation „Franeker" b'j Bombay, gezagvoerder Van der Vaari 45 doden; 2 Februari 1950: Dakota-post- vliegtuig in Noordzee gestort, gezagvoei- der Van der Heide, 7 doden; 22 Maart 1952: D C 6 „Koningin Juliana" bij Frank furt, gezagvorder Poutsma. 44 doden 23 Augustus 1954: DC 6 B Willem Bonte koe" Noordzee bij Egmond, gezagvoerder Harman, 21 doden; 5 September 1954. Super Constellation .Triton" bij Shannon, gezagvoerder Viruly, 28 doden. *88BBBBm3 orberden Ondertussen deden de luid sprekers het verhaal van het corso en trachtten de aanwezigen het dreigende wolkendek te doen vergeten met de schil dering van het schone corso, dat ze te verwachten Hadden. Rond half twee brak de regen los en zochten velen een toe vlucht in café's, garages, schuren enz., waarin men in allerijl tafels had opge steld. Temidden van een zware bui arriveer den de meeste genodigden, onder wie de Commissaris der Koningin in Brabant, prof. dr J. de Quay, vele militaire en rech terlijke autoriteiten en de burgemeesters uit tal van omliggende gemeenten. Om 3 uur trok het corso het Margeriet van- Laerplein op, waar de autoriteiten op het bordes van het gemeentehuis had den plaats genomen. Vooraf ging de drum band van het Markiezenhof van Bergen op Zoom. gevolgd door de Philips Har monie. Als eerste kwam dan de wagen •.Welkom', een erepoort in witte bloemen ter verwelkoming van binnen- en buiten landers. Dan begon het sprookje van Zun dert weer in stijgende lijn te groeien. Want ondanks regen en ondanks de moei lijkheden tengevolge van schaarste aan bloemen, heeft Zundert zich opnieuw overtroffen. Enthousiast juichte de me nigte en men vergat de natte kiliigheid, die overal doordrong. Steeds opnieuw ge loofde men de schoonste wagen gezien te hebben, maar evenzo dikwijls veranderde men van mening naarmate de stoet vor derde. Tenslotte kan men dan ook niet anders dan berusten in het lot van de jury, die de eerste prijs en daarmede ook de eremedaille van de stad Antwerpen, toe kende aan de wagen „Ochtend in de Des- sa". Ongetwijfeld een schitterende wagen van meer dan 20 m.2 oppervlakte, uit lich te» overwegend goudgele dahlia's samen gesteld, waarop de kampongmeisjes in originele Indische kledij <j© rijst stampten voor de ochtendmaaltijd. Ongetwijfeld een prachtige wagen maar wij als leken en met ons de tienduizenden, zagen er tal van andere, even fantastisch en nog veel rij ker en warmer van tint, die we met even veel enthousiasme als prijswinnaar zou den aanvaard hebben. Een bijzondere prijs kreeg de wagen „Kon-Tikifleet", een nabootsing van het Incavlot, waarmede de Noor Thor Hey- derdahl in 1947 van Peru naar Tahiti voer om te bewijzen, dat de Inca's vroeger deze tocht hadden geïnaakt. Als erkentelijkheid voor dit idee kreeg deze wagen van de Noorse gezant een wimpel. Het zou ondoenlijk zijn alle wagens op te sommen: er waren er 35 en ze wedijver den met elkaar in pracht. Meer dan ooit was dit jaar ook de muzikale omlijsting verzorgd en de 13 muziekcorpsen uit Ne derland en België, alle in kleurig uniform, hielden er de stemming in. De tweede rondtocht van het corso ver regende even jammerlijk en zeer vele toe schouwers zochten dan ook reeds aanstonds na de eerste tocht de kortste weg naar huis. Oorzaken van en maatregelen ter opheffing onderwijzerstekort In de Memorie van Antwoord op liet voorlopig verslag van de Eerste Kamer betreffende de begroting 1954 van bet departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen beeft de minister toegezegd aan de Staten- Generaal een overzicht te zullen voorleggen betreffende de toekomstige behoefte aan onderwijskrachten bij bet l.o., v.h.m.o. en n.o. en in lat overzicht tevens te zullen aangeven, welke maatregelen ter voorziening in die behoefte zouden kunnen worden genomen. Deze nota is thans verschenen. De minister zegt daarin zijn toezeggin niet geheel gestand te kunnen doen. De nota beperkt zich tot de behoeft bij bet g.l.o. en het v.g.l.o. Een prognose betreffende liet voortgezet onder wijs, waaraan ten departemente wordt gewerkt, zal zo spoedig mogelijk volgen. Geconstateerd wordt in de nota, dat in dc jaren 19451953 het aantal onderwijzers bij bet gehele lager onderwijs (dus met inbegrip van b.l.o. en u.J.o.) met ruim 20 procent is toegenomen en dat niettemin bet aantal vacatures in het verplichte personeel in de laatste jaren minder dan een half procent van bet totale corps uitmaakte. Wel zijn dc aantallen ge huwde vrouwen en gepensionneerden onder de leerkrachten sterk gestegen. Bedroegen deze op 16 September 1947 resp. 597 en 137, op 16 Mei 1954 waren deze aantallen 2263 en 309. Mede met het oog op de laatstgenoemde cijfers moet in feite van een tekort aan leerkrachten worden gesproken. Ten aanzien van de oorzaken van het tekort moet worden bedacht, dat vlak na de oorlog de scholen voor G.L.O. voor een groot deel bevolkt werden door kin deren, die in de jaren met de laagste ge boortecijfers (19331937) het levenslicht zagen, zodat de totale schoolbevolking niet uitzonderlijk hoog was. Daar komt bij, dat in de jaren 1947—1949 de acht jarige leerplicht tot een zevenjarige was teruggebracht. Van 1950 af bestond de schoolbevolking geheel uit generaties met geboortecijfers, die vergeleken met het vooroorlogse normale cijfer van circa 180.000 als normaal of boven-normaal zijn te beschouwen. Bovendien werd in laatst genoemd jaar het achtste leerjaar weder om verplicht, zodat toen een „schok" moest optreden. Door het mogelijk maken van het vol gen van een één-jarige opleidingscursus slaagde in 1948 een extra-aantal van ruim 1400 onderwijzers, dat de eerste schok mede heeft kunnen opvangen. Bovendien is sinds 1950 jaarlijks een voortdurend toenemend aantal onderwijzers geslaagd: (1950: 1751; 1954: 3561). Dat ten departe mente de ontwikkeling der schoolbevol- king en de daarmede verband houdende voorziening in de behoefte aan onderwij zers bij voortduring grote aandacht heeft gehad en dat-de ramingen in het ver leden gedaantot nu toe zeer reëel zijn gebleken, wordt aan de hand van cijfer materiaal aangetoond. De ramingen over de voorziening in de toekomstige behoefte aan onderwij zers, welke de nota geeft, strekken zich uit over de periode 19541970. Bij de ramingen worden een minimum- en een maximumraming onderscheiden. Deze houden verband met een verorder- stelde minimum- en maximumvervan- gingsbehoefte. Teneinde een zeker werk- gemiddelde te verkrijgen, is aangenomen, dat de werkelijke toestand ongeveer zal worden weergegeven door het gemiddel de der minimum- en maximumramingen. Uit dit werkgemiddelde blijkt, dat af gezien van het aanbod van oudere akte- bezitters de aantallen niet te bezetten plaatsen in de periode 19541962 zullen zijn: 1954—570; 1955—1250; 1956—3160- 1957— 2880; 1958—2920: 1959—2780; 1960—2455- 1961-1385; 1962—90 De gemiddelde overschotten in de jaren 1963—1970 zouden bedragen; 1963—975; 1964—2110; 1965—2935; 1966—3920; 1967— 4970; 1968—6075; 1969—7090; 1970—8065. Verder is berekend, dat indien zich in een thans aanvangend tijdvak van 914 jaar jaarlijks een extra-aantal van circa 500 onderwijzers zou beschikbaar stellen in ieder geval (dus zowel volgens de gunstige als volgens de ongunstige prog nose) een verlaging van de leerlingen- schaal, in een zodanige mate dat het klassegemiddelde 30 zou bedragen als mede verlenging van de leerplicht tot de leeftijd van 15 jaar, gerealiseerd zouden kunnen worden. Verder bespreekt de minister in de nota de maatregelen tot vermindering en opheffing van het onderwijzers tekort. Hij constateert daarbij eerst, dat behoudens voor de jaren 1955 en 1956 het geraamde jaarlijks aanbod van nieuwe onderwijzers zodanig is. dat het de totale jaarlijkse behoefte niet veel ontloopt en al spoedig overtreft. De naaste oorzaak van het tekort is ge legen in het feit, dat in 1956 naar schat ting slechts een betrekkelijk klein aan tal onderwijzers beschikbaar zal komen, nl. circa 1225 tegen circa 3100 in vol gende jaren, dat is circa 1900 onder wijzers minder dan het geval zou zijn geweest, indien in de onderwijzersop leiding geen wijziging zou zijn ..aange bracht. Na een opsomming te hebben gegeven van de reeds getroffen maatregelen komt de minister dan tot verder te treffen maatregelen. Daar de invoering van de nieuwe kweekschoolwet een zeer nadelige invloed heeft op het aantal onderwijzers dat in 1956 ter beschikking zal komen' heeft de minister zich afgevraagd of het tot een later tijdstip opschorten van de inwerkingtreding van de derde leerkring kweekschoolopleiding, waardoor de moeilijkheden zouden verdwijnen, verant woord is. Hij heeft echter tegen zulk een maatregel ernstige bezwaren, die hij uit voerig opsomt. Op grond van deze bezwa ren heeft hij besloten, aan de ontwikke ling der nieuwe onderwijzersopleiding geen enkele moeilijkheid in de weg te leggen. Naar de mening van de minister komt er slechts één maatregel in aanmerking, welke de zo noodzakelijke verruiming in het aanbod aan onderwijskrachten, in het bijzonder voor het jaar 1956, zou kunnen geven. Deze is de volgende: bezitsters van een B-diploma van een opleiding voor kleuterleidster, welk diploma is verkre gen na een ten overstaan van een rijks gecommitteerde afgelegd examen, wor-i den na een te creëren opleiding in de geest van de spoedcursussen van 1947 in de gelegenheid gesteld, de oude onder wijzersakte te behalen. Bij de samenstel ling van het leerprogramma van deze op leiding zal met de stadie, die de kleuter leidsters reeds hebben volbracht, reke ning worden gehouden. Mocht deze maatregel onverhoopt geen voldoende resultaat opleveren dan zou overwogen kunnen worden, aan kleuter leidsters in het bezit van een boven omschreven B-diploma tijdelijk het recht te geven in de laagste twee klassen van lagere scholen werkzaam te zijn. De mi nister wil echter slechts in uiterste nood zaak tot zulk een maatregel overgaan. Wel wil de minister het verlenen van studietoelagen, inrichten c.q. subsidiëren van parailelklassen en het subsidiëren van avondkweekscholen handhaven en waar mogelijk uitbreiden. Ook zal hij in overleg treden met zijn ambtgenoot van Oorlog en van Marine om na te gaan of het mogelijk is de voor dienstplichtige onderwijzers getroffen vrijstellingsrege ling voor 1954 ook in komende jaren in enigerlei vorm toe te passen. Vervolgens wijst de minister in ver band met aanvullende maatregelen op een noodoplossing, waarbij aan leerlingen van het eerste leerjaar der lagere school gedurende halve dagen door een onder wijzer van het l.o. onderwijs kan worden gegeven en de rest van de schooltijd met kleuteronderwijs zal worden aangevuld. In dit verband geeft hij ook aan. dat in ruimere rrjate dan thans het geval is de mogelijkheid zou kunnen worden ver leend tot het verkrijgen van een vaste aanstelling door de gehuwde onderwijze res. De minister gelooft echter niet, dat deze maatregel het aantal leerkrachten aanmerkelijk zal doen toenemen. Tijdens een persconferentie heeft minis ter Cals o.m. verklaard, dat de nota be treffende het m.o. in het komende parle mentaire jaar kan worden tegemoet ge zien. Wat het aantal schoollokalen aan gaat gaf hij te kennen, dat er een zoda nig bouwvolume beschikbaar zal zijn, dat voor het l.o. voldoende gebouwd kan worden om in urgente gevallen te voor zien. Zoals in de nota wordt medegedeeld zullen bezitsters van een B-diploma voor kleuterleidster via een spoedcursus in de gelegenheid worden gesteld de oude onderwijzersakte te behalen. De minis ter erkende, dat hieraan voor het kleu teronderwijs bezwaren zijn verbonden, omdat goede leidsters aan dit onderwijs onttrokken zullen worden. Het was hier echter een kwestie van kiezen tussen twee moeilijkheden. Thans zijn er 9215 hoofden en leidsters werkzaam, alsmede 1123 helpsters. Er zijn veel leerlingen in opleiding In 1946 was dit aantal 1395; het is geleidelijk opge lopen tot 5713 in 1953. Op de vraag of de kleuterleidsters, die de onderwijzersakte hebben behaald bij terugkeer tot het kleuteronderwijs haar salaris als onder wijzeres bij het l.o. zullen behouden, zeide de minister geen positief antwoord te kunnen geven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 3