Hollandia verandert langzaam in een bescheiden stad Koningin onthult standbeeld van ir Lely mËÈÊÈÊ Zoeken naar geschikte markten en goede verkoopapparaten De PERS over de TROONREDE Afschaffing van schoolgeld voor LO en eerste klassen VHMO Van Legerdump tot Woonoord Er blijft echter nog veel te wensen over I mü Is het Vietnamese kabinet nog in tact? Nederlandse Exportfederatie Kleuteronderwijs wacht nog steeds op wettelijke regeling VERDERE CONSOLIDATIE VAN STAATSSCHULD Quonsetliutten en plaatijzer Britse bemiddeling tussen Arabieren en Israël Engelse ziekte... Stuwer en grondlegger van Zuiderzeewerken Het begon in de oorlog Regering houdt vast aan 1 September 1953 Ook proefscholen land en tuinbouw eerste twee jaar vrij Koninklijke Shell in eerste halfjaar 1954 van „Mandement' Hervormden op komst? Minder uitgetrokken voor aflossing buitenlandse schuld WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1954 Ruimtegebrek Vooruitgang Wensen Op honderdste verjaardag van een groot man O VRIJE TRIBUNE fU'U. Bloedige relletjes in Saigon 760.000 VOOR VLUCHTELINGENHULP DE RAMP VAN DE „TRITON" Thans ook staartstuk geborgen Coöperatie-directeur verduisterde f 13.000.— Interim-rapport Het klopje op de schouder LEIDSTERS DIOCESANE BOND TE DEN BOSCH BIJEEN Gunstig beeld Subsidiëring bijzondere V.H.M. O. -scholen Gezinsreductie De middengroepen Exportcredietgaranties Netto resultaat f 69,2 (vorig jaar 62,5) millioen HERVATTING OLIE PRODUCTIE IN PERZIE vAGINA 3 (Van onze correspondent ALFRED VAN SPRANG) HOLLANDIA, September 1954. De ambtenaar in de stoffige kantoorloods in de buurt van de haven flaat na liet interview op om afscheid te nemen. „En wat vindt U van Hollandia....?" vraagt hij nieuwsgierig. „Tja, wat zal ik U zeggen...." Hij wacht niet eens op bet afmaken van de zin. „Is dit de eerste keer dat U hier bent ,,Ja, inderdaad „Dat is eigenlijk jammer „Waarom. „Nou, anders bad U een vergelijking kunnen maken met vroeger. Er is met enkele jaren geleden toch wel heel veel verbeterd...." Dat is niet de mening van een éénling. De meerderheid van degenen die al langer hier zijn, spieekt in die geest. En m die veest moet men tok de huidige toestand bekijken. Particulieren worden door dc over heid dikwijls^ even lastig gevonden als malariamuskieten. En veel ambtenaren (en er zijn er meer dan drieduizend op een inwonerstad van achtduizend) plaatsen journalisten en atoombommen in ongeveer dezelfde gevarenklasse. Maar men werkt door. Het gaat allemaal wel heel voorzichtig en in een voor Nederlandse begrippen onbegrijpelijk traag tempo, maar velen vergeten dat men met dikwijls enorme moeilijkheden te kampen heeft. En dat men lang niet altijd beschikt over de mensen en het materiaal, die men hier nodig heeft, maar die Nederland niet levert. Desondanks ontstaat er aan de prachtige Humboldtbaai iets waar de mensen hier terecht een beetje trots op zijn. Velen twijfelen er overigens aan of Hollandia ooit een werkelijk grote stad zal worden. Het is een feit, dat er weinig ruimte is. Het havengebied staat al bijna vol. En de woonwijken laten ook weinig gelegenheid voor uitbreiding toe. Mano- kwari wordt in dit verband een veel geschikter oord voor hoofdstad genoemd. Maar het is niet waarschijnlijk, dat men Hollandia in dit stadium in de steek zal laten. Er is inderdaad veel veranderd. Drie jaar geleden was Hollandia eigenlijk niet veel meer dan het trieste restant van een enorme Amerikaanse legerdump, be staande uit smerige Quonsethutten en half-vergane krotten van roestig plaat ijzer en door de witte mieren aangevre ten planken. De wegen waren een aan eenschakeling van kuilen en gaten. De verkeersmiddelen bestonden uit een handvol opgekalefaterde jeeps uit de uï Amerikanen in het oerwoud achtergelaten autokerkhoven. Een ste nen huis en een Hollandse vrouw waren een bezienswaardigheid. Er waren maar een paar winkels en daar was meestal Weinig in te koop. Hebben we niet was het meest gangbare artikel. Een behoorlijk hotel was er niet. Het electrische licht bleef maar tot twaalf uur branden. Een geregelde busdienst van de stad naar de haven bestond niet. Een aansluiting met een oude veldtelefoon op het klei ne telefoonet was een benijdenswaar dige luxe. Eenmaal in de maand was er luchtpost uit Nederland. Een appel en een vers ei waren dingen, waar men van dromen kon. Als er een paar honderd meter japonstof was aangekomen gin gen de vrouwen al om vier uur 's nachts Voor de winkel in de rij staan. Kortom er was tekort aan alles. Nu is dat anders. Op wat vroeger een stortplaats van jegermateriaal was staan nu een paar honderd stenen huisjes en er komen er Voortdurend bij. De veertig kilometer Weg van het vliegveld naar de haven heeft een glad asfaltdek. Er rijden meer dan achthonderd auto's, groten deels nieuwe Landrovers van het gou vernement. Er is dag en nacht electrisch licht. Driemaal in de week komt er luchtpost uit Nederland. De bussen rijden tot twaalf uur 's nachts. Practisch iedereen is telefonisch aangesloten (al kan men elkaar dikwijls niet bereiken). Vt»" een hotel dat heel oneerbiedig Hotel Crematorium genoemd wordt. Er iijn een bloeiende jachtclub, een paar tennisclubs, een korfbalvereniging; er lijn café's en restaurants en aan het Sen- tani-meer is een uitspanning. Twee voet balbonden laten honderden sportliefheb bers tegen elkaar spelen. Er zijn tien tallen winkels en al kan men er dan hog niet alles kopen, wat men wel graag Zou willen, er is geen sprake meer van gebrek aan de eerste levensbehoeften Nederlandse vrouwen zijn allang geen bezienswaardigheid meer. En overal Wordt gebouwd en uitgebreid. Maar men is ej, niet. vi^probieem4 HS is veelal nog een droe" in °hderden mensen wonen en U °?r instorten staande hutten en a,1 hen. Het ziekenhuis zetelt in en droevige verzameling Quonsets, die nun voorgeschreven levensduur al acht Jaar overschreden hebben en meer van een fietsenstalling dan een hospitaal heb ben. In de buurt van de haven leven mensen in wat oorspronkelijke koelka- hiers van het Amerikaanse leger ge- Weest zijn. En overal verspreid staan brotten, die in Nederland niet eens een bordje Onbewoonbaar Verklaard waard Zouden zijn. Ondanks het tropische klimaat heeft Hollandia geen enkele ijsfabriek. En vleeskeuring kent men er evenmin. Sinds de enige veearts voortijdig met bensioen is gestuurd, is er geen veearts meer. Particuliere dokters zijn er niet «n er is maar één advocaat. Er ver schijnt geen particuliere krant (alleen een gestencild nieuws-bulletin van het gouvernement) en het programma van he RONG (Radio Omroep Nieuw- Guinea) is vanwege de ontoereikende Zenderkwaliteit meestal niet te volgen. Een machinale wasserij is er niet en als men iets wil laten stomen moet men het met het vliegtuig naar Singapore of Sydney sturen. Weliswaar grenst Hollandia aan de One kant aan de zee en aan de andere bant aan een vis-rijk meer zo groot hls de hele provincie Utrecht, maar vis is er zo schaars als zon in Neder land. Niemand weet meer welk stads plan men nu aan het bestuderen is. Selwyn Lloyd, de Brits® minister van staat voor buitenlandse zaken, heeft giste ren met diplomatieke vertegenwoordigers van acht Arabische staten gesproken over de betrekkingen tussen de Arabische lan den en Israël. Naar het „Foreign Office" meedeelde, is Engeland bereid aan de Ara bische landen en Israël zijn goede diensten aan te bieden, als deze landen besprekin gen over hun geschillen willen voeren. Behalve aan een vergevorderde graad van bureaucratie lijdt Hol landia ook aan een ernstig gebrek aan originaliteit op het gebied van namen. Veel namen uit de dagen van het Amerikaanse leger doen nog steeds dienst. Zo spreekt men van de airstrip als men het vlieg veld bedoelt. Base G is het strand en Skyline is de heuvel, waarop het buitenhuisje van de gouver neur staat. Verder heeft men het over Signal Hill, Invasion Beach en The Hairpin. En de nieuwe woonwijk aan de haven draagt nog steeds de aan een scheepswerf her innerende naam van Dok Vijf. Iedereen heeft hier uiteraard zijn persoonlijke menig over Nieuw- Guinea. De volgende bloemlezing is een willekeurige en incomple te greep eruit: Een teleurgesteld zakenman-op- bezoek: Een groot land met kleine mensen. Een vertwijfelde ambtenaar van het boswezen achter zijn overla den schrijftafel: Ik kan van de pa pieren het bos niet meer zien. Een huisvrouw in haar nieuwe woning op Dok Vijf: Dit is een paleis vergeleken met waar we zaten. Een ironische marine-officier: In het begin viel het niet mee. Nu valt het erg tegen. Een hoofd-ambtenaar; Wat" we nodig hebben is blijvers en niet kortverbanders, die na drie jaar weer verdwijnen. Een hooggeplaatste figuur in het klachtenboek van het gouverne- mentshotel: Waarom wordt port. geserveerd in een likeurglas a raison van 1.—? Bezoeker uit Australië: Ik dacht, dat er niets was. In Sydney zei den ze, dat ik mijn eigen voedsel mee moest nemen. Ambtenaar van Culturele Zaken: Nu moet ik voor de douane uit maken of een telmachine een cul tureel apparaat is. De gouverneur van Nieuw- Guinea: Hier heb je nog één plek °P de wereld, waar een jonge vent een taak kan vinden. Ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling „Zuiderzee wordt land" door de minister van Verkeer en Water staat, de heer Wemmers, in het Waagge bouw te Amsterdam op 4 April 1951, sprak de voorzitter van het Genootschap Flevo, mr K. Jansma, twee wensen uit. De eerste was, dat de belangrijkste plaats in de drooggelegde Zuiderzeepolders de naam „Lelystad" zou ontvangen; de tweede luid de, dat op 23 September 1954, Lely's hon derdste geboortedag, een standbeeld voor deze grondlegger van de Zuiderzeewerken zou worden onthuld. De eerste wens is enige tijd later door dc regering verhoord; ook dc tweede zal morgen in vervulling gaan, daar dan in derdaad op 23 September de onthulling van Lely's standbeeld zal plaats hebben. Op Lely's negen en negentigste geboor tedag, begon het huldigingscomité verle den jaar zijn campagne. In het begin van dit jaar kon aan de regering worden me degedeeld, dat door het comité de aange vraagde 75.000 voor het monument reeds door vrijwillige bijdragen was bijeenge bracht, zodat geen beroep meer op 's Rijks kas behoefde te worden gedaan. De beeldhouwer, Mari\Andriessen. wie men middelerwijl had verzocht 't stand- u vervaardigen, was toen met zijn arbeid reeds ver gevorderd. Hij heeft Lely afgebeeld als een forse, ruige fi guur, gekleed in een zware, door de wind opgewaaide, overjas met sjaal. Allen die Lely gekend hebben en het beeld zagen, roemen de gelijkenis. Het voetstuk werd ontworpen door prof. Holt. Beeld en sok kel zijn tezamen meter hoog. Als plaats voor het standbeeld was o.a. Lelystad genoemd, doch dit denkbetij was niet uitvoerbaar, omdat deze stad óp de dag van Lely's eeuwfeest nog slechts in haar eerste begin is. Na rijpe overwe ging werd daarom de voorkeur gegeven aan de Afsluitdijk, het meest typische ele ment van Lely's grote werk. Na voor lichting, o.a. van prof. Wieger Bruin be paalden beeldhouwer en comité de plaats te Den Oever, bij het begin van de Af sluitdijk. Hier zal nu morgenmiddag om half vier H. M. de Koningin het beeld onthullen. Behalve de voorzitter van het comité, mr dr baron de Vos van Steenwijk, zal daar bij de minister-president het woord voe ren. Het wordt een nationale demonstratie van dankbaarheid jegens de man, die hel initiatief heeft genomen tot de totstand koming van de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee. Nadat hij in 1886 was aangesteld bij de in dat jaar opgerichte Zuiderzeeverent- ging, bracht ir Lely successievelijk acht nota's uit, waarin hij een volledig over zicht gaf van de lïlogeli.ikheden tot ge deeltelijke inpoldering van de Zuiderzee. Hij gaf daarin zijn voorkeur te kennen voor de bouw van een afsluitdijk, een Project, dat in vele voorafgaande plannen als schier onmogelijk uitvoerbaar was verworpen. In 1891 nam Lely zitting in het ministerie-Van Tienhoven als minis ter van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Hij begreep echter, dat de tijd voor z"n inpolderingsplannen nog niet rijp was en beperkte zich er daarom toe, een staats commissie in te stellen, die het plan van de Zuiderzee-vereniging (zijn eigen plan), moest onderzoeken *r,e meerderheid der commissie sprak zich voor het plan uit. maar zulks had voorlopig geen verder effect doordat het ministerie kort daarna aftrad. In 1897 werd Lely echter opnieuw mi- ïan Waterstaat en 7 Mei 1901 dien de hij bij de Tweede Kamer een wetsont werp in tot gedeeltelijke uitvoering van zijn plannen, n.l. de afsluitdijk en ,de in poldering van de beide Westelijke polders. Nog hetzelfde jaar echter kwam het mi- nisterie-Pierson ten val en Lely's opvol ger, mr J. C. de Marez Oyens, bleek geen voorstander. Het wetsontwerp werd inge trokken Lely zelf werd gouverneur van Suriname (Lely-gebergte en Lelydorp her inneren aan die periode). Pas in 1907 kwam de zaak weer aan het rollen, toen weer een wetsontwerp werd ingediend, thans voor het maken van één polder zon der voorafgaande afsluiting. In 1909 ver scheen het voorlopig verslag, maar toen het ministerie in 1913 aftrad, was er nog altijd geen memorie van antwoord. Toen (in 1913) werd Lely opnieuw minis- ter, doch thans stak de oorlog een snaak in het wiel. De overstroming echter die in 1916 een deel der Zuiderzeekust trof deed het getij keren en op 9 September van dat jaar werd een nieuw wetsontwerp ingediend. Tegenstanders waren er wei nig meer, voorstanders vele. Op 21 Maart 1 dl O nntv< /In Tl... 1 tz- aan. op 13 Juni de Eerste. En beide keren zonder hoofdelijke stemming. 14 Juni reeds was de wet getekend en daarmede het bijna dertigjarige streven van ir Lely be kroond. De voltooiing van het werk heeft hij echter niet mogen beleven. In 1923 werd begonnen met het maken van de Afsluit dijk tussen Noord-Holland en Wieringen maar het duurde tot 1932 eer het tweede stuk, tussen Den Oever en Zürich was voltooid. Inmiddels was de initiatiefnemer op 22 Januari 1929 overleden. De wetenschap, dat zijn plan werd uitgevoerd, had hem echter veel voldoening gegeven. Zoals bekend werd Maanda gemeld, dat negen Z.-Vietnamese ministers hun ont slag zouden hebben aangeboden, doch pre mier Ngo Diem ontkende gisteravond, dat h\j ontslagverzoeken ha* ontvangen. Hjj verklaarde, niet van plan te zijn de rege ring te wijzigen. Zjjn geschil met generaal Van Hinh noemde hij een „departementskwestie", die de minister van defensie, generaal Van Xuau, zou regelen. Generaal Ngyen Van Hinh, de stafchef van het Vietnamese leger, heeft gisteren het standpunt verdedigd, dat hij en zijn leger geen rebellen zijn, aangezien zij hun geschil met de premier aan het staatshoofd Bao Dai ter beslissing hebben voorgelegd. Bao Dai heeft inmiddels telegrafisch op het verzoek van de generaal geantwoord, dat hij de toestand bestudeert alvorens een besluit te nemen. Hinh zei gisteren, dat hij dit besluit vol vertrouwen afwacht. Gisteren vonden in Saigon betogingen plaats van vluchtelingen, die demon streerden voor terugkeer naar het door de Vietminh bezette Noorden. De politie opende het vuur en twee betogers wer den gedood. Ongeveer 300.000 mensen werden uit het Noorden geëvacueerd, doch slechts een klein aantal hunner is in het nor male leven in het Zuiden ingeschakeld. De meesten verblijven in kampen rond Saigon. v De Franse opperbevelhebber en com missaris-generaal in Indo-China, generaal Ely, is gistermiddag uit Saigon op het vliegveld Orly bij Parijs aangekomen. Voor 1954 heeft de regering suppletoir een bedrag van 760.000 aangevraagd als bijzondere Nederlandse bijdrage voor U-N.R.E.F.; het equivalent van 4 pet (het evenredig Nederlands aandeel) van de totaal benodigde som van 5 millioen dollar. De regering is echter bereid aan U.N.R.E.F. nog verdere steun te verlenen, indien de bijdragen van andere landen ver beneden de verwachting zouden blijven. Zij zou in dit geval alsnog haar bijdrage tot 1 millioen willen opvoeren. Of dit nodig zal zijn, zal pas blijken in de loop van 1955- Onder dit voorbehoud werd een aanvullend bedrag van 240.000 opgenomen. Naar het zich laat aanzien zal het tech nische hulpprogramma van de V.N. zich in de komende jaren geleidelijk verder uit breiden. Teneinde Nederland zijn plaats in deze hulpverleningsactie te doen behou den, wordt voorgesteld de bijdrage met 10 pet te verhogen en aldus te brengen op 2.508.000. Het staartstuk van de „Triton", het KLM-vliegtuig, dat 0p 5 September in Ierland in de Shannon is verongelukt, is Dinsdagavond bij Bingmoylan aan de Zui delijke oever van de Shannon aan land ge bracht en naar het vliegveld vervoerd. Op een motor na heeft men thans alle delen van het toestel geborgen. In hoger beroep heeft gistermiddag voor het Amsterdams gerechtshof de 45-jarige, overigens volgens alle rapporten zeer gun- tig bekend staande, voormalige directeur van een coöperatieve aankoopvereniging uit Haarlemmermeer, de heer A. C. R. uit Hoorddorp, terecht gestaan, omdat hij in de jaren 1942 tot 1947 in totaal een bedrag van 13.000 van deze vereniging had ver duisterd. „In de oorlog heb ik me niet eens goed gerealiseerd, dat ik me aan misdrijf schul dig maakte", zei hij gistermiddag. ,.Ik hab toen met dat geld talloze mensen in nood geholpen. Ik weet wel, dat dat ieders plicht was en ik vind het vervelend het hier te berde te moeten brengen, maar k kan dat toch niet nalaten, wanneer ik Wil proberen u uit te leggen hoe het zo ge groeid is". Na de oorlog waren er dus tekorten, welke tenslotte door een boekhouder wer den ontdekt. Deze ontdekte tevens, dat een ondergeschikte, de vertegenwoordiger R., buiten medeweten van de directeur, even eens gelden had verduisterd. Deze vertegenwoordiger is inmiddels tot een jaar, waarvan 2 maanden voorwaar delijk, veroordeeld. De rechtbank in Haar. lem legde de directeur een iets minder zware straf op: één jaar, waarvan 4 maan den voorwaardelijk, doch hij tekende ho ger beroep aan. De procureur-generaal, mr J. F. Hoef- felman, kantte zich met nadruk tegen een advies in een reclasseringsrapport, om de voormalige directeur een geheel voor waardelijke straf op te leggen. Hij eiste bevestiging van het rechtbankvonnis. De verdediger, mr Roggeveen, bepleitte een geheel voorwaardelijke straf Uitspraak 5 October a.s. Onder voorzitterschap van de heer J. Polak van Vollenhoven is in het Groot- handelsgebouw te Rotterdam de eerste bijeenkomst geopend van de Nederlandse Exportfederatie. In zijn openingswoord noemde de voorzitter het informele con tact een van de doelstellingen. Het moet in de vorm van vriendschap gebeuren. Mr A. C. Jas de directeur, gaf vervol gens verschillende voorbeelden van wal door samenwerking bereikt kan worden Zo heeft overleg tussen Nederlandse en Belgische industriëlen reeds geleid tot vrijwillige contingentering. Is het noodzakelijk, zo vroeg de spreker dat er ook wat onze export betreft, gera tionaliseerd wordt? Het doel is geschikte markten te vinden alsmede goede ver koopapparaten. Wij kunnen een coördine rende taak verrichten en staan klaar te adviseren, contracten te concipiëren enz De Nederlandse Exportfederatie heeft kennis van de praktijk te geven en erva ringen uit te wisselen. In October a.s. Zai er reeds een forum gehouden worden met vrije gedachtenwisseling. Er is grot* belangstelling voor exportcombinaties. De Nederlandse Exportfederatie is ge boren uit de wens versnippering te voor komen. Het is dus een overkoepelings orgaan. Voorzichtig geschat vertegen woordigt de Ned. Exportfederatie min stens 500 millioen export Tijdens de discussie werd er nog de na druk opgelegd dat de Ned. Exportfederatia geen exportcombinatie is. De bedoeling is alleen exporteurs aan te trekken. Expedi „In het algemeen", zo concludeert D e T ij d in haar beschouwing over de Troon rede, „kan men het stuk karakteriseren als een interim-rapport, nuchter en plicht matig uitgebracht door een ploeg, die be zig is met een arbeid, welke zij als' te voren wenst voort te zetten. Geen rim pel verraadt, dat de stormen van buiten tot in de regering zijn doorgedrongen. Al les gaat eigenlijk naar wens, als de inter nationale omstandigheden ons gunstig blijven. Dat ook nationale moeilijkheden de rust van de arbeid, welke uit deze Troonrede straalt, zouden kunnen beder ven, blijkt uit geen woord. Wij willen niet aannemen, dat deze houding wordt inge geven door de departemèntale wijsheid, dat de meeste zaken zichzelf afdoen. Veel eer moeten wij 't uitdrukkelijk optimisme van de Troonrede zien als een indirect pleidooi voor een gestadig voortgaan in nuchterheid en zakelijkheid. Er is immers genoeg werk aan de winkel en ook is er reeds te veel goeds bereikt om het te be derven". „Overwegend majeur", dat is de indruk, die het Alg. Handelsblad van de rede kreeg. De uitzondering bevestigt de regel. Temidden van alle druilerige, dor-nota- De geestelijke adviseur van de Diocesane Bond van kleuterleidsters in het bisdom Den Bosch, drs A. van Gerwen, heeft Dins dag op de algemene jaarvergadering van d® bond in het Bossche Casino andermaal zijh bezorgdheid moeten uiten over het uitblijven van een wettelijke regeling van het kleuteronderwijs. De ontwerpen staan nu reeds vier jaren op stapel, doch een definitieve regeling kwam nog steeds niet tot stand. De vergadering ging er daarom mee accoord, dat aan de minister van O. K. en W- een telegram zou worden verzonden, waarin met klem wordt aangedrongen de behandeling der wet te bespoedigen. Van welke betekenis het kleuteronder wijs met name voor het kinderrijke Bos sche bisdom is. bleek uit de cijfers. Op 1..IalI~a,r0' van dit J'aar senoter daar name lijk 43.289 kinderen kleuteronderwijs, dat Is ruim duizend meer dan verleden jaar. In totaal zijn er in dit diocees 1203 leer krachten bjj dit onderwijs werkzaam. De diocesane presidente van de bond, Zuster Demsia, had de bijeenkomst ge opend, nadat de ongeveer duizend deel neemsters de gezongen H. Mis in de Sint Jozefkerk hadden bijgewoond. De geeste lijke adviseur werd in verband met zijn zilveren priesterfeest in Mei van dit jaar alsnog hulde gebracht in de vorm van declamatie en een zang- en gebarenspel van kinderen. In een bijzonder boeiende lezing met als onderwerp „Ontmoetingen met mensen" betoogde de heer H. L. M. Weusten. direc teur van het Rijksopvoedingsgesticht te Amersfoort, o.m. dat de opvoeding nooit détailwerk, maar een synthese moet zijn; geen wetenschap, maar wijsheid. De op voeder, die een ware persoonlijkheid moet zijn, dient de liefde als kern te bezitten. Wetenschap zonder liefde is huiveringwek kend bedrog- Opvoeding is een voort durende roeping en een voortdurende be hoefte; als totaliteit de gehele persoon omvattend. In het kader van de Pius X-herdenking werd 's middags de film over het leven van deze heilige Paus vertoond. riële en zwaarwichtige Troonrec.es treft het Staatsstuk, dat vandaag in de Rid derzaal werd voorgelezen, door een ze kere zonnigheid. Met name in de bin nenlandse paragrafen overheerst, zonder de reeks van gebruikelijke sombere vermaningen, de majeur-klank. Het mi nisterie heeft in een tijd van hoogcon junctuur het getij met zich mee. Ten slotte komt de „gunstige ontwikkeling der bedrijvigheid" niet in de eerste plaats op het credit van de regering, maar vooral van alle Nederlanders, die in noeste arbeid hun "bijdrage tot de verhoogde welvaart hebben geleverd. De regering is zich blijkbaar hiervan wel bewust. Want zonder zichzelf op de borst te slaan, klopt zij het Nederlandse volk goedkeurend op de schouder. Blijk van gepaste bescheidenheid, die niet al leen de individuele mens, maar ook de collectiviteit van een ministerie siert. Het blad meent intussen, dat men dit maal een reeks beschouwingen zou kunnen wijden aan „hetgeen niet in de Troonrede staat". En het doelt daarbij in het bijzon der op de kwestie, welke er is gerezen tussen de grootste twee partijen. „Hoe en of deze partijen in de toekomst zullen samenwerken, is voor het Kabinet een le vensbelang. Dit alles zal blijken bij het komende politieke debat". „Gebleken is, dat de gemeenten en een aantal schoolbesturen 1 September 1953 geen schoolgeld meer hebben geheven in de oude omvang. Aan het alsnog opleggen van aanslagen en het innen van school geld zouden grotere organisatorische en practische bezwaren verbonden zijn dan de restitutie van reeds betaald schoolgeld, met zich medebrengt. In verband hier mede menen de ministers de datum van inwerkingtreding van het wetsontwerp op 1 September 1953 te moeten handhaven". Aldus zeggen de ministers van Onder wijs, K. en W„ van Buitenlandse Zaken, van Financiën en van Landbouw in hun memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende de „Schoolgeidwet". t Verscheidene Kamerleden hadden ver klaard, dat zij aan deze afschaffing van schoolgelden slechts wilden meewerken, indien zij de zekerheid zouden verkrij gen, dat de schoolbesturen bij de verho ging van de subsidiepercentages voor de derving van inkomsten een volledige com pensatie zullen ontvangen. Gezien de uit komsten van een ingesteld onderz'oek menen de ministers te mogen aannemen, dat de verlaging van inkomsten uit schoolgelden op de voorgestelde wijze volledig voor de schoolbesturen zal wor den gecompenseerd. Dezelfde leden hadden in verband hier mede een punt aangeroerd, dat formeel buiten de in dit wetsvoorstel geregelde materie valt: nl. de subsidiëring van de kapitaalsuitgaven der bijzondere scholen voor V.H.M.O. De ministers zouden noch tans geen bezwaren hebben ook dit punt bij het onderhavige wetsvoorstel alsnog die door de Kamer kennelijk niet wordt gewenst. We) kan de minister van Onderwijs, K. en W. nadrukkelijk verklaren, dat ook naar zijn mening de huidige subsi- aienngsregeling ten deze ernstige gebre ken vertoont. Een wijziging daarvan is te zijnen departemente reeds voorbereid, doch over de concrete uitwerking moet nog met verschillende instanties overleg plaats vinden. Anders dan enige leden achten de mi nisters de vrees ongegrond, dat de inge diende voorstellen een eerste stap zouden zijn op de weg naar volledige afschaffing van school- en collegegelden met als con sequenties een selectiesysteem van over heidswege en het toekennen van studie- loon. De ministers hebben duidelijk in het ontwerp aangegeven hoever zij willen gaan en het komt hun minder juist voor, dat men uit vrees voor consequenties, die de regering niet wenst en die de Staten- Generaal zelf kunnen voorkomen, de thans aanhangige voorstellen zou afwij zen. Met betrekking tot de aan de gemeen ten te verlenen compensatie wegens der ving van schoolgeldopbrengst merken de ministers op, dat zij het bij nader inzien wenselijk achten, de regeling, welke ter zake dient te worden getroffen, alsnog in de onderhavige wet op te nemen. Het aandeel in de opbrengst der rijks, belastingen, benodigd voor de financie ring van de belastinguitkering, zal daar toe met ingang van 1954 moeten worden verhoogd met het bedrag, dat de gemeen ten in totaal als gevolg van de voorgestel de maatregelen derven en te haren laste krijgen en met de kosten van de reeds be staande compensatieregelingen (tezamen rond 30 millioen). dergaande tegemoetkoming in de vorm van afschaffing van alle schoolgelden uit dien hoofde zeker niet noodzakelijk is. I De consequenties van het voorstel zijn terdege overwogen. Daarbij is, zoals in de memorie van toelichting is aangegeven, het kosteloze onderwijs in beginsel met opzet beperkt tot hen, die door de staat verplicht worden onderwijs te volgen. De regeling, dat leerlingen, die een of meermalen hebben gedoubleerd en daar na een school voor voortgezet onderwijs bezoeken, nog na de leerplichtige leeftijd van het betalen van schoolgeld zijn vrij gesteld, is ook door de ministers uitslui- tend om practische redenen aanvaard. Het ligt in de bedoeling, dat zowel voor het eerste als voor het tweede leerjaar van de proefscholen voor land- en tuin- bouwonderwijs, vrijstelling van school- geld wordt verleend. 1QÏR nam rif. T,„e„ri0"ïrY*" te regelen, ware het niet, dat daarmede 1918 nam de Tweede Kamer het ontwerp een aanzienlijke vertraging zou ontstaan, De overblijvende schoolgelden zullen ook naar de verwachting van de ministers inderdaad in belangrijke mate worden op gebracht door de zg. middengroepen. De aanzienlijke verlaging van de tarieven Het ligt in de bedoeling, dat met toe passing van artikel 44 (nieuw) van het ontwerp uitvoeringsvoorschriften zullen worden gegeven omtrent het indienen van verzoeken tot het bekomen van gezins reductie. Hierbij zal o.a. een termijn wor den gesteld, waarbinnen een zodanig ver zoek moet worden ingezonden. De be staande regeling, waarbij de reductie niet van een verzoek afhankelijk is, betekent een zware belasting van de administratie, die voor ieder kind moet nagaan óf er termen zjjn voor het verlenen van gezins reductie. De ministers zouden deze rege ling daarom niet willen handhaven en zien hier ook geen bezwaar tegen, daar de belangen van de schoolgeldplichtigen voldoende worden gewaarborgd. De re ductie wordt slechts verleend, wanneer een of meer kinderen uit hetzelfde gezin een „niet-kosteloZe" school of leergang bezoeken. Mede gezien de aanzienlijke verlaging van de schoolgelden komt dit de ministers niet onredelijk voor. De schoolgelden voor het lager land en tuinbouwonderwijs zijn niet wettelijk geregeld. In verband hiermede is het bezwaarlijk de schadeloosstelling wegens gemis van schoolgelden in de wet op te nemen. Het ligt echter in de bedoeling Het beeld van 's lands toestand, dat de Troonrede ons schetst, is onmiskenbaar gunstig, constateert de N.R.C. Terecht blijkt de regering echter te beseffen, dat een hausse niet duurzaam kan zijn en dat zij paraat moet blijven om de gevolgen van een terugslag, met name ten aanzien van de werkgelegen heid, door een actieve politiek zoveel mogelijk op te vangen. In deze zelfde alinea stelt zij evenwel de iet ..t ge vaarlijke richtlijn het op economische expansie gerichte beeld niet te doen verslappen; in het licht van de krapte van de arbeidsmarkt is het duidelijk, dat deze expansie zich hoofdzakelijk op eigen kracht voltrekt, zodat prikkels van staatswege niet alleen onnodig, doch zelfs ongewenst zijn. De aangekondigde terughouding t.a.v. andere publieke bouw dan de woningvoorziening, moet daarom tot algemene stelregel van eco nomisch beleid worden verheven. Eenzelfde terughouding wordt verder bepleit op het sociale terrein en t.a.v. de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Dat de regering geen algehele herzie ning van de Grondwet op stapel wil zet ten, noemt het liberale orgaan alleen reeds begrijpelijk door de „wat geprikkeld geraakte betrekkingen tussen de twee grootste partijen, gevolg van het bisschop pelijke mandement". Natuurlijk zal op het komende parle mentaire menu het mandement een hoofdschotel vormen; van de uitslag van het debat tussen de partijen zal het af hangen, welke consequenties het kabinet daaraan eventueel wil verbinden. Nie mand kan in dit opzicht voorspellingen doen; het kan vriezen en het kan dooien. De door het mandement geschapen situa tie vereist echter opheldering. Zou deze uitblijven, dan zou voortzeurend politiek geharrewar afbreuk kunnen doen aan de doelbewuste politiek, welke de als zo gunstig geschetste algemene toestanj des lands én de internationale situatie vereisen. Het a.r. „Trouw" is van oordeel dat behalve hetgeen wordt gezegd ten aan zien van de financieel-economische situa tie en de internationale verhoudingen, de Troonrede weinig nieuws bevat, dat men niet reeds vermoeden kon. Over tal van onderwerpen zwijgt zij, omdat ze reeds aan de orde zijn. En het blad concludeert Wij kunnen slechts constateren, dat het voor het ogenblik niet slecht gaat en dat de regering doet wat haar hand vindt om te doen, voor nu en voor de naaste toekomst. En daarom kunnen wij ons in grote lijnen met het geprojec teerde beleid verenigen. teurs, vervoer, en scheepvaartmaatschap pijen, banken e.d. kunnen slechts donateur zijn. Na de lunchpauze hield de heer H. J Eerbeek van de Ned. Credietverzekerings Mij een causerie over „exportcrediet garanties, een daadwerkelijke steun voor exporteurs". Bij de verovering van nieuwe afzet markten buiten Europa stuit men vaak op de moeilijkheid, dat de ongunstige be- talingsbalanspolitiek in verschillende lan den en hun zeer wisselvallige invoerpoJi- tiek dikwijls oorzaak zijn van verliezen bij het overmaken van de koopsom. Zou de particuliere credietverzekeraai besluiten, aldus spr., politieke en transfer risico's te dekken, dan betekent dit, dat zelfs indien in slechts één land een der gelijk risico zich voordoet, al zijn uit staande risico's op dat land aanleiding tot schade geven. Het is volgens »pr. alleen de Staat, die in het kader van export bevordering dergelijke cumulatieve risico's kan dragen. In 1946 werd deze overeenkomst her zien en zodanig uitgebreid, dat herverze kering van vrijwel elke buitenlandse handelstransactie mogelijk werd gemaakt. Het systeem, zoals dit in Nederland functionneert, aldus spr., is het meest doeltreffend, want Nederlandse exporteurs ontvangen van één instituut complete dekking. De premiën, meende hij, zijn in ons land zeker niet hoger dan in het buitenland. Wat de overheid betreft, deze moet, meende de heer Eerbeek, noch direct noch indirect de plaats van het exporterend bedrijfsleven trachten in te nemen. Over heidshulp wordt slechts verstrekt in die gevallen, waar commerciële faciliteiten ophouden of ontbreken. De N.V. Kon. Nederlandsche Petro leum Maatschappij en The „Shell' Trans port and Trading Company, Limited, delen mede dat de resultaten van de maatschappijen der Koninklijke Shell Groep over het eerste halfjaar 1954, ver geleken met die over de overeenkomstige periode van 1953, als volgt zijn: Nettó-ink. voor aftrek geraam de bel. en aan deel van der den Geraamde be lastingen Aandeel van derden in het inkomen Eerste halfj. 1954 Eerste halfj. 1953 124,716,009 112,749,729 46.646,194 43,124,758 78,069,815 69,624,971 8,876,525 7,083,134 Netto resultaat £69,193,290 £62,541,837 Volledigheidshalve zij vermeld, dat deze cijfers niet door de accountants zijn gecontroleerd. Uit dit resultaat is nog geen uitkering geschied aan de moeder-maatschappijen, nl. de N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en The „Shell" Transport and Trading Company, Limi ted, wier belangen in de groep zich ver houden als 60 tot 40. Van Hervormde zijde wordt overwo gen een gelijksoortig document te doen opstellen zoals het onlangs verschenen Bisschoppelijk Mandement. Met het oog hierop wordt thans een commissie samen gesteld, die zich op deze aangelegenheid zal bezinnen. Hoewel de commissie nog niet voltallig is en dus de samenstelling nog niet kan worden bekend gemaakt, is het zeker, dat prof. dr G. C. van Niftrik en prof. dr K. H. Miskotte in de commis sie zitting zullen hebben. Prof. dr Van Niftrik heeft verklaard dat, indien de commissie zou besluiten een herderlijk schrijven op te stellen, dit zeker niet zal ingaan op hetgeen in het Mandement wordt uiteengezet. Het zou alleen de bedoeling zijn van Hervormd standpunt uit richtlijnen voor het politie ke en maatschappelijke leven te geven. Perzië heeft Zondag de overeenkomst met het consortium van acht grote Wes terse oliemaatschappijen over de hervat ting van de productie door de Perzische olie-industrie getekend. Deze overeen komst zou Dinsdag ter ratificatie aan het Perzische parlement worden voorgelegd. Wanneer de overeenkomst op of om streeks 1 October in werking treedt, zal het productiedoel voor 1955, dat 15 mil lioen ton ruwe olie en 6.500.000 ton olie producten voor export bedraagt, kunnen worden bereikt. Voor 1956 is het produc tiedoel 23 millioen ton ruwe olie en 10.5 millioen ton producten voor export en voor 1957 resp. 30 millioen en 13 millioen ton. Een groep van 12 vertegenwoordigers van het internationale olieconsortium is per vliegtuig van Londen naar Perzië vertrokken om te onderzoeken, welke voorbereidende werkzaamheden nodig zullen zijn om de productie op de olie velden in Zuid-Perzië en in de raffina derij te Abadan te hervatten. De groep staat onder leiding van de heer L. E. J. Brouwer van de Koninklijke Shell. Met de consolidatie van de staatsschuld is verdere voortgang gemaakt. Sedert de indiening van de begroting voor 't dienst jaar 1954 heeft de uitgifte plaats gevon den van de 3Vt pct. leningen 1954, eerste en tweede uitgifte, gezamenlijk groot 450 millioen en de 3ü pct. onderhandse lening gesloten met 't bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij, groot ƒ70.3 millioen Voorts zijn ter consolidatie van vlottende schuld in handen van het bankwezen uit gegeven 398,4 millioen Z% pct 8-jarige, ƒ403.2 millioen 2pct. 10-jarige en f398.4 millioen 2% pct. 12-jarige schatkisieerti- ficaten De rentelast voorvloeiende uit voornoemde consolidaties bedraagt voor het jaar 1955 rond 50 millioen. Tegenover de voormelde aanwas van de gevestigde schuld ondergaat deze schuld een vermindering door de verplichte del ging en door het in betaling geven van staatsschuld ter voldoening van belasting aanslagen. In de periode 1 Juli 1953 tot en met 30 Juni 1954 is de schuld uit dezen hoofde verminderd met een bedrag van rnORff n nenlandse schuld hebben de consolidaties invloed uitgeoefend. Voornamelijk door deze consolidaties, alsmede doordat slechts in beperkte mate tot afgifte van schatkist papier werd overgegaan, is de rentelast v,a" dezf. schuld voor het dienstjaar 1955 40 milhoen lager geraamd dan voor het dienstjaar 1954, In verband met de in de genoemde uit gifte van de 3-4 pct. leningen 1954 en de 3-2 pct. onderhandse lening 1954, alsmede door de wisselende aflossingspercentages van de 3 -2 pct. leningen 1953 belopen de verplichte aflossingen op de binnenlandse gevestigde schuld in 1955 17.7 millioen meer dan voor 1954. Daarentegen is voor aflossing op de bui tenlandse gevestigde schuld 93.7 millioen minder uitgetrokken, voornamelijk tenge volge van de vervroegde aflossing in 1954 van de eerstkomende zes annuïteiten ver- ,U„ïïgd op het Britse Settlement zodat in 1955 geen aflossing hierop verschuldigd is terwijl in het voor het dienstjaar 1954 betekent"reeds ee"n"grote' vérii'chtimTvan ,ecmer ln de bedoeling, hoofde verminderd met een bedrag van be<lraS 's opgenomen de ver lasten voor dez'e ernenen ™rii+ f schoolbesturen compensatie voor rond 256 millioen. sterkte aflossing van het crediet afgesloten voor deze gioepen, zodat een ver-1 de gederfde inkomsten te verlenen. J Ook op da omvang vaa de vlottende bin- fïs.t^Uen^ t6n bedrage van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 5