Hollandia verandert langzaam
in een bescheiden stad
Koningin onthult standbeeld
van ir Lely
mËÈÊÈÊ
Zoeken naar geschikte markten
en goede verkoopapparaten
De PERS over de TROONREDE
Afschaffing van schoolgeld voor
LO en eerste klassen VHMO
Van Legerdump tot Woonoord
Er blijft echter nog veel te wensen over
I mü
Is het Vietnamese
kabinet nog in tact?
Nederlandse Exportfederatie
Kleuteronderwijs wacht nog steeds
op wettelijke regeling
VERDERE CONSOLIDATIE VAN
STAATSSCHULD
Quonsetliutten en
plaatijzer
Britse bemiddeling
tussen Arabieren en
Israël
Engelse ziekte...
Stuwer en grondlegger van Zuiderzeewerken
Het begon in de oorlog
Regering houdt vast aan 1 September 1953
Ook proefscholen land
en tuinbouw eerste twee
jaar vrij
Koninklijke Shell in
eerste halfjaar 1954
van
„Mandement'
Hervormden op komst?
Minder uitgetrokken voor aflossing
buitenlandse schuld
WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1954
Ruimtegebrek
Vooruitgang
Wensen
Op honderdste verjaardag van een groot man
O
VRIJE TRIBUNE
fU'U.
Bloedige relletjes in Saigon
760.000 VOOR
VLUCHTELINGENHULP
DE RAMP VAN DE „TRITON"
Thans ook staartstuk geborgen
Coöperatie-directeur verduisterde
f 13.000.—
Interim-rapport
Het klopje op de schouder
LEIDSTERS DIOCESANE
BOND TE DEN BOSCH
BIJEEN
Gunstig beeld
Subsidiëring bijzondere
V.H.M. O. -scholen
Gezinsreductie
De middengroepen
Exportcredietgaranties
Netto resultaat f 69,2 (vorig jaar
62,5) millioen
HERVATTING OLIE
PRODUCTIE IN PERZIE
vAGINA 3
(Van onze correspondent ALFRED VAN SPRANG)
HOLLANDIA, September 1954.
De ambtenaar in de stoffige kantoorloods in de buurt van de haven
flaat na liet interview op om afscheid te nemen.
„En wat vindt U van Hollandia....?" vraagt hij nieuwsgierig.
„Tja, wat zal ik U zeggen...."
Hij wacht niet eens op bet afmaken van de zin.
„Is dit de eerste keer dat U hier bent
,,Ja, inderdaad
„Dat is eigenlijk jammer
„Waarom.
„Nou, anders bad U een vergelijking kunnen maken met vroeger. Er
is met enkele jaren geleden toch wel heel veel verbeterd...."
Dat is niet de mening van een éénling. De meerderheid van degenen
die al langer hier zijn, spieekt in die geest. En m die veest moet men
tok de huidige toestand bekijken.
Particulieren worden door dc over
heid dikwijls^ even lastig gevonden als
malariamuskieten. En veel ambtenaren
(en er zijn er meer dan drieduizend
op een inwonerstad van achtduizend)
plaatsen journalisten en atoombommen
in ongeveer dezelfde gevarenklasse.
Maar men werkt door.
Het gaat allemaal wel heel voorzichtig
en in een voor Nederlandse begrippen
onbegrijpelijk traag tempo, maar velen
vergeten dat men met dikwijls enorme
moeilijkheden te kampen heeft. En dat
men lang niet altijd beschikt over de
mensen en het materiaal, die men hier
nodig heeft, maar die Nederland niet
levert. Desondanks ontstaat er aan de
prachtige Humboldtbaai iets waar de
mensen hier terecht een beetje trots op
zijn. Velen twijfelen er overigens aan of
Hollandia ooit een werkelijk grote stad
zal worden. Het is een feit, dat er weinig
ruimte is. Het havengebied staat al bijna
vol. En de woonwijken laten ook weinig
gelegenheid voor uitbreiding toe. Mano-
kwari wordt in dit verband een veel
geschikter oord voor hoofdstad genoemd.
Maar het is niet waarschijnlijk, dat men
Hollandia in dit stadium in de steek
zal laten.
Er is inderdaad veel veranderd. Drie
jaar geleden was Hollandia eigenlijk niet
veel meer dan het trieste restant van
een enorme Amerikaanse legerdump, be
staande uit smerige Quonsethutten en
half-vergane krotten van roestig plaat
ijzer en door de witte mieren aangevre
ten planken. De wegen waren een aan
eenschakeling van kuilen en gaten. De
verkeersmiddelen bestonden uit een
handvol opgekalefaterde jeeps uit de
uï Amerikanen in het oerwoud
achtergelaten autokerkhoven. Een ste
nen huis en een Hollandse vrouw waren
een bezienswaardigheid. Er waren maar
een paar winkels en daar was meestal
Weinig in te koop. Hebben we niet was het
meest gangbare artikel. Een behoorlijk
hotel was er niet. Het electrische licht
bleef maar tot twaalf uur branden. Een
geregelde busdienst van de stad naar
de haven bestond niet. Een aansluiting
met een oude veldtelefoon op het klei
ne telefoonet was een benijdenswaar
dige luxe. Eenmaal in de maand was er
luchtpost uit Nederland. Een appel en
een vers ei waren dingen, waar men van
dromen kon. Als er een paar honderd
meter japonstof was aangekomen gin
gen de vrouwen al om vier uur 's nachts
Voor de winkel in de rij staan. Kortom
er was tekort aan alles.
Nu is dat anders.
Op wat vroeger een stortplaats van
jegermateriaal was staan nu een paar
honderd stenen huisjes en er komen er
Voortdurend bij. De veertig kilometer
Weg van het vliegveld naar de haven
heeft een glad asfaltdek. Er rijden
meer dan achthonderd auto's, groten
deels nieuwe Landrovers van het gou
vernement. Er is dag en nacht electrisch
licht. Driemaal in de week komt er
luchtpost uit Nederland. De bussen
rijden tot twaalf uur 's nachts. Practisch
iedereen is telefonisch aangesloten (al
kan men elkaar dikwijls niet bereiken).
Vt»" een hotel dat heel oneerbiedig
Hotel Crematorium genoemd wordt. Er
iijn een bloeiende jachtclub, een paar
tennisclubs, een korfbalvereniging; er
lijn café's en restaurants en aan het Sen-
tani-meer is een uitspanning. Twee voet
balbonden laten honderden sportliefheb
bers tegen elkaar spelen. Er zijn tien
tallen winkels en al kan men er dan
hog niet alles kopen, wat men wel graag
Zou willen, er is geen sprake meer van
gebrek aan de eerste levensbehoeften
Nederlandse vrouwen zijn allang geen
bezienswaardigheid meer. En overal
Wordt gebouwd en uitgebreid.
Maar men is ej, niet.
vi^probieem4 HS is veelal nog een droe"
in °hderden mensen wonen
en U °?r instorten staande hutten
en a,1 hen. Het ziekenhuis zetelt in
en droevige verzameling Quonsets, die
nun voorgeschreven levensduur al acht
Jaar overschreden hebben en meer van
een fietsenstalling dan een hospitaal heb
ben. In de buurt van de haven leven
mensen in wat oorspronkelijke koelka-
hiers van het Amerikaanse leger ge-
Weest zijn. En overal verspreid staan
brotten, die in Nederland niet eens een
bordje Onbewoonbaar Verklaard waard
Zouden zijn.
Ondanks het tropische klimaat heeft
Hollandia geen enkele ijsfabriek. En
vleeskeuring kent men er evenmin.
Sinds de enige veearts voortijdig met
bensioen is gestuurd, is er geen veearts
meer. Particuliere dokters zijn er niet
«n er is maar één advocaat. Er ver
schijnt geen particuliere krant (alleen
een gestencild nieuws-bulletin van het
gouvernement) en het programma van
he RONG (Radio Omroep Nieuw-
Guinea) is vanwege de ontoereikende
Zenderkwaliteit meestal niet te volgen.
Een machinale wasserij is er niet en als
men iets wil laten stomen moet men
het met het vliegtuig naar Singapore
of Sydney sturen.
Weliswaar grenst Hollandia aan de
One kant aan de zee en aan de andere
bant aan een vis-rijk meer zo groot
hls de hele provincie Utrecht, maar
vis is er zo schaars als zon in Neder
land. Niemand weet meer welk stads
plan men nu aan het bestuderen is.
Selwyn Lloyd, de Brits® minister van
staat voor buitenlandse zaken, heeft giste
ren met diplomatieke vertegenwoordigers
van acht Arabische staten gesproken over
de betrekkingen tussen de Arabische lan
den en Israël. Naar het „Foreign Office"
meedeelde, is Engeland bereid aan de Ara
bische landen en Israël zijn goede diensten
aan te bieden, als deze landen besprekin
gen over hun geschillen willen voeren.
Behalve aan een vergevorderde
graad van bureaucratie lijdt Hol
landia ook aan een ernstig gebrek
aan originaliteit op het gebied van
namen. Veel namen uit de dagen
van het Amerikaanse leger doen
nog steeds dienst. Zo spreekt men
van de airstrip als men het vlieg
veld bedoelt. Base G is het strand
en Skyline is de heuvel, waarop
het buitenhuisje van de gouver
neur staat. Verder heeft men het
over Signal Hill, Invasion Beach
en The Hairpin. En de nieuwe
woonwijk aan de haven draagt nog
steeds de aan een scheepswerf her
innerende naam van Dok Vijf.
Iedereen heeft hier uiteraard zijn
persoonlijke menig over Nieuw-
Guinea. De volgende bloemlezing
is een willekeurige en incomple
te greep eruit:
Een teleurgesteld zakenman-op-
bezoek: Een groot land met kleine
mensen.
Een vertwijfelde ambtenaar van
het boswezen achter zijn overla
den schrijftafel: Ik kan van de pa
pieren het bos niet meer zien.
Een huisvrouw in haar nieuwe
woning op Dok Vijf: Dit is een
paleis vergeleken met waar we
zaten.
Een ironische marine-officier: In
het begin viel het niet mee. Nu
valt het erg tegen.
Een hoofd-ambtenaar; Wat" we
nodig hebben is blijvers en niet
kortverbanders, die na drie jaar
weer verdwijnen.
Een hooggeplaatste figuur in het
klachtenboek van het gouverne-
mentshotel: Waarom wordt port.
geserveerd in een likeurglas a
raison van 1.—?
Bezoeker uit Australië: Ik dacht,
dat er niets was. In Sydney zei
den ze, dat ik mijn eigen voedsel
mee moest nemen.
Ambtenaar van Culturele Zaken:
Nu moet ik voor de douane uit
maken of een telmachine een cul
tureel apparaat is.
De gouverneur van Nieuw-
Guinea: Hier heb je nog één plek
°P de wereld, waar een jonge vent
een taak kan vinden.
Ter gelegenheid van de opening van de
tentoonstelling „Zuiderzee wordt land"
door de minister van Verkeer en Water
staat, de heer Wemmers, in het Waagge
bouw te Amsterdam op 4 April 1951, sprak
de voorzitter van het Genootschap Flevo,
mr K. Jansma, twee wensen uit. De eerste
was, dat de belangrijkste plaats in de
drooggelegde Zuiderzeepolders de naam
„Lelystad" zou ontvangen; de tweede luid
de, dat op 23 September 1954, Lely's hon
derdste geboortedag, een standbeeld voor
deze grondlegger van de Zuiderzeewerken
zou worden onthuld.
De eerste wens is enige tijd later door
dc regering verhoord; ook dc tweede zal
morgen in vervulling gaan, daar dan in
derdaad op 23 September de onthulling
van Lely's standbeeld zal plaats hebben.
Op Lely's negen en negentigste geboor
tedag, begon het huldigingscomité verle
den jaar zijn campagne. In het begin van
dit jaar kon aan de regering worden me
degedeeld, dat door het comité de aange
vraagde 75.000 voor het monument reeds
door vrijwillige bijdragen was bijeenge
bracht, zodat geen beroep meer op 's Rijks
kas behoefde te worden gedaan.
De beeldhouwer, Mari\Andriessen. wie
men middelerwijl had verzocht 't stand-
u vervaardigen, was toen met zijn
arbeid reeds ver gevorderd. Hij heeft
Lely afgebeeld als een forse, ruige fi
guur, gekleed in een zware, door de wind
opgewaaide, overjas met sjaal. Allen die
Lely gekend hebben en het beeld zagen,
roemen de gelijkenis. Het voetstuk werd
ontworpen door prof. Holt. Beeld en sok
kel zijn tezamen meter hoog.
Als plaats voor het standbeeld was o.a.
Lelystad genoemd, doch dit denkbetij
was niet uitvoerbaar, omdat deze stad óp
de dag van Lely's eeuwfeest nog slechts
in haar eerste begin is. Na rijpe overwe
ging werd daarom de voorkeur gegeven
aan de Afsluitdijk, het meest typische ele
ment van Lely's grote werk. Na voor
lichting, o.a. van prof. Wieger Bruin be
paalden beeldhouwer en comité de plaats
te Den Oever, bij het begin van de Af
sluitdijk.
Hier zal nu morgenmiddag om half vier
H. M. de Koningin het beeld onthullen.
Behalve de voorzitter van het comité, mr
dr baron de Vos van Steenwijk, zal daar
bij de minister-president het woord voe
ren.
Het wordt een nationale demonstratie
van dankbaarheid jegens de man, die hel
initiatief heeft genomen tot de totstand
koming van de afsluiting en inpoldering
van de Zuiderzee.
Nadat hij in 1886 was aangesteld bij de
in dat jaar opgerichte Zuiderzeeverent-
ging, bracht ir Lely successievelijk acht
nota's uit, waarin hij een volledig over
zicht gaf van de lïlogeli.ikheden tot ge
deeltelijke inpoldering van de Zuiderzee.
Hij gaf daarin zijn voorkeur te kennen
voor de bouw van een afsluitdijk, een
Project, dat in vele voorafgaande plannen
als schier onmogelijk uitvoerbaar was
verworpen. In 1891 nam Lely zitting in
het ministerie-Van Tienhoven als minis
ter van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
Hij begreep echter, dat de tijd voor z"n
inpolderingsplannen nog niet rijp was en
beperkte zich er daarom toe, een staats
commissie in te stellen, die het plan van
de Zuiderzee-vereniging (zijn eigen plan),
moest onderzoeken
*r,e meerderheid der commissie sprak
zich voor het plan uit. maar zulks had
voorlopig geen verder effect doordat het
ministerie kort daarna aftrad.
In 1897 werd Lely echter opnieuw mi-
ïan Waterstaat en 7 Mei 1901 dien
de hij bij de Tweede Kamer een wetsont
werp in tot gedeeltelijke uitvoering van
zijn plannen, n.l. de afsluitdijk en ,de in
poldering van de beide Westelijke polders.
Nog hetzelfde jaar echter kwam het mi-
nisterie-Pierson ten val en Lely's opvol
ger, mr J. C. de Marez Oyens, bleek geen
voorstander. Het wetsontwerp werd inge
trokken Lely zelf werd gouverneur van
Suriname (Lely-gebergte en Lelydorp her
inneren aan die periode). Pas in 1907
kwam de zaak weer aan het rollen, toen
weer een wetsontwerp werd ingediend,
thans voor het maken van één polder zon
der voorafgaande afsluiting. In 1909 ver
scheen het voorlopig verslag, maar toen
het ministerie in 1913 aftrad, was er nog
altijd geen memorie van antwoord.
Toen (in 1913) werd Lely opnieuw minis-
ter, doch thans stak de oorlog een snaak
in het wiel. De overstroming echter die
in 1916 een deel der Zuiderzeekust trof
deed het getij keren en op 9 September
van dat jaar werd een nieuw wetsontwerp
ingediend. Tegenstanders waren er wei
nig meer, voorstanders vele. Op 21 Maart
1 dl O nntv< /In Tl... 1 tz-
aan. op 13 Juni de Eerste. En beide keren
zonder hoofdelijke stemming. 14 Juni reeds
was de wet getekend en daarmede het
bijna dertigjarige streven van ir Lely be
kroond.
De voltooiing van het werk heeft hij
echter niet mogen beleven. In 1923 werd
begonnen met het maken van de Afsluit
dijk tussen Noord-Holland en Wieringen
maar het duurde tot 1932 eer het tweede
stuk, tussen Den Oever en Zürich was
voltooid.
Inmiddels was de initiatiefnemer op 22
Januari 1929 overleden. De wetenschap,
dat zijn plan werd uitgevoerd, had hem
echter veel voldoening gegeven.
Zoals bekend werd Maanda gemeld, dat
negen Z.-Vietnamese ministers hun ont
slag zouden hebben aangeboden, doch pre
mier Ngo Diem ontkende gisteravond, dat
h\j ontslagverzoeken ha* ontvangen. Hjj
verklaarde, niet van plan te zijn de rege
ring te wijzigen.
Zjjn geschil met generaal Van Hinh
noemde hij een „departementskwestie", die
de minister van defensie, generaal Van
Xuau, zou regelen.
Generaal Ngyen Van Hinh, de stafchef
van het Vietnamese leger, heeft gisteren
het standpunt verdedigd, dat hij en zijn
leger geen rebellen zijn, aangezien zij hun
geschil met de premier aan het staatshoofd
Bao Dai ter beslissing hebben voorgelegd.
Bao Dai heeft inmiddels telegrafisch op
het verzoek van de generaal geantwoord,
dat hij de toestand bestudeert alvorens een
besluit te nemen. Hinh zei gisteren, dat hij
dit besluit vol vertrouwen afwacht.
Gisteren vonden in Saigon betogingen
plaats van vluchtelingen, die demon
streerden voor terugkeer naar het door
de Vietminh bezette Noorden. De politie
opende het vuur en twee betogers wer
den gedood.
Ongeveer 300.000 mensen werden uit
het Noorden geëvacueerd, doch slechts
een klein aantal hunner is in het nor
male leven in het Zuiden ingeschakeld.
De meesten verblijven in kampen rond
Saigon. v
De Franse opperbevelhebber en com
missaris-generaal in Indo-China, generaal
Ely, is gistermiddag uit Saigon op het
vliegveld Orly bij Parijs aangekomen.
Voor 1954 heeft de regering suppletoir
een bedrag van 760.000 aangevraagd als
bijzondere Nederlandse bijdrage voor
U-N.R.E.F.; het equivalent van 4 pet (het
evenredig Nederlands aandeel) van de
totaal benodigde som van 5 millioen
dollar.
De regering is echter bereid aan
U.N.R.E.F. nog verdere steun te verlenen,
indien de bijdragen van andere landen ver
beneden de verwachting zouden blijven.
Zij zou in dit geval alsnog haar bijdrage
tot 1 millioen willen opvoeren.
Of dit nodig zal zijn, zal pas blijken in
de loop van 1955- Onder dit voorbehoud
werd een aanvullend bedrag van 240.000
opgenomen.
Naar het zich laat aanzien zal het tech
nische hulpprogramma van de V.N. zich in
de komende jaren geleidelijk verder uit
breiden. Teneinde Nederland zijn plaats in
deze hulpverleningsactie te doen behou
den, wordt voorgesteld de bijdrage met 10
pet te verhogen en aldus te brengen op
2.508.000.
Het staartstuk van de „Triton", het
KLM-vliegtuig, dat 0p 5 September in
Ierland in de Shannon is verongelukt, is
Dinsdagavond bij Bingmoylan aan de Zui
delijke oever van de Shannon aan land ge
bracht en naar het vliegveld vervoerd. Op
een motor na heeft men thans alle delen
van het toestel geborgen.
In hoger beroep heeft gistermiddag voor
het Amsterdams gerechtshof de 45-jarige,
overigens volgens alle rapporten zeer gun-
tig bekend staande, voormalige directeur
van een coöperatieve aankoopvereniging
uit Haarlemmermeer, de heer A. C. R. uit
Hoorddorp, terecht gestaan, omdat hij in
de jaren 1942 tot 1947 in totaal een bedrag
van 13.000 van deze vereniging had ver
duisterd.
„In de oorlog heb ik me niet eens goed
gerealiseerd, dat ik me aan misdrijf schul
dig maakte", zei hij gistermiddag. ,.Ik hab
toen met dat geld talloze mensen in nood
geholpen. Ik weet wel, dat dat ieders
plicht was en ik vind het vervelend het
hier te berde te moeten brengen, maar k
kan dat toch niet nalaten, wanneer ik Wil
proberen u uit te leggen hoe het zo ge
groeid is".
Na de oorlog waren er dus tekorten,
welke tenslotte door een boekhouder wer
den ontdekt. Deze ontdekte tevens, dat een
ondergeschikte, de vertegenwoordiger R.,
buiten medeweten van de directeur, even
eens gelden had verduisterd.
Deze vertegenwoordiger is inmiddels tot
een jaar, waarvan 2 maanden voorwaar
delijk, veroordeeld. De rechtbank in Haar.
lem legde de directeur een iets minder
zware straf op: één jaar, waarvan 4 maan
den voorwaardelijk, doch hij tekende ho
ger beroep aan.
De procureur-generaal, mr J. F. Hoef-
felman, kantte zich met nadruk tegen een
advies in een reclasseringsrapport, om de
voormalige directeur een geheel voor
waardelijke straf op te leggen. Hij eiste
bevestiging van het rechtbankvonnis.
De verdediger, mr Roggeveen, bepleitte
een geheel voorwaardelijke straf
Uitspraak 5 October a.s.
Onder voorzitterschap van de heer J.
Polak van Vollenhoven is in het Groot-
handelsgebouw te Rotterdam de eerste
bijeenkomst geopend van de Nederlandse
Exportfederatie. In zijn openingswoord
noemde de voorzitter het informele con
tact een van de doelstellingen. Het moet
in de vorm van vriendschap gebeuren.
Mr A. C. Jas de directeur, gaf vervol
gens verschillende voorbeelden van wal
door samenwerking bereikt kan worden
Zo heeft overleg tussen Nederlandse en
Belgische industriëlen reeds geleid tot
vrijwillige contingentering.
Is het noodzakelijk, zo vroeg de spreker
dat er ook wat onze export betreft, gera
tionaliseerd wordt? Het doel is geschikte
markten te vinden alsmede goede ver
koopapparaten. Wij kunnen een coördine
rende taak verrichten en staan klaar te
adviseren, contracten te concipiëren enz
De Nederlandse Exportfederatie heeft
kennis van de praktijk te geven en erva
ringen uit te wisselen. In October a.s. Zai
er reeds een forum gehouden worden met
vrije gedachtenwisseling. Er is grot*
belangstelling voor exportcombinaties.
De Nederlandse Exportfederatie is ge
boren uit de wens versnippering te voor
komen. Het is dus een overkoepelings
orgaan. Voorzichtig geschat vertegen
woordigt de Ned. Exportfederatie min
stens 500 millioen export
Tijdens de discussie werd er nog de na
druk opgelegd dat de Ned. Exportfederatia
geen exportcombinatie is. De bedoeling is
alleen exporteurs aan te trekken. Expedi
„In het algemeen", zo concludeert D e
T ij d in haar beschouwing over de Troon
rede, „kan men het stuk karakteriseren
als een interim-rapport, nuchter en plicht
matig uitgebracht door een ploeg, die be
zig is met een arbeid, welke zij als' te
voren wenst voort te zetten. Geen rim
pel verraadt, dat de stormen van buiten
tot in de regering zijn doorgedrongen. Al
les gaat eigenlijk naar wens, als de inter
nationale omstandigheden ons gunstig
blijven. Dat ook nationale moeilijkheden
de rust van de arbeid, welke uit deze
Troonrede straalt, zouden kunnen beder
ven, blijkt uit geen woord. Wij willen niet
aannemen, dat deze houding wordt inge
geven door de departemèntale wijsheid,
dat de meeste zaken zichzelf afdoen. Veel
eer moeten wij 't uitdrukkelijk optimisme
van de Troonrede zien als een indirect
pleidooi voor een gestadig voortgaan in
nuchterheid en zakelijkheid. Er is immers
genoeg werk aan de winkel en ook is er
reeds te veel goeds bereikt om het te be
derven".
„Overwegend majeur", dat is de indruk,
die het Alg. Handelsblad van de
rede kreeg.
De uitzondering bevestigt de regel.
Temidden van alle druilerige, dor-nota-
De geestelijke adviseur van de Diocesane
Bond van kleuterleidsters in het bisdom
Den Bosch, drs A. van Gerwen, heeft Dins
dag op de algemene jaarvergadering van
d® bond in het Bossche Casino andermaal
zijh bezorgdheid moeten uiten over het
uitblijven van een wettelijke regeling van
het kleuteronderwijs. De ontwerpen staan
nu reeds vier jaren op stapel, doch een
definitieve regeling kwam nog steeds niet
tot stand. De vergadering ging er daarom
mee accoord, dat aan de minister van O. K.
en W- een telegram zou worden verzonden,
waarin met klem wordt aangedrongen de
behandeling der wet te bespoedigen.
Van welke betekenis het kleuteronder
wijs met name voor het kinderrijke Bos
sche bisdom is. bleek uit de cijfers. Op
1..IalI~a,r0' van dit J'aar senoter daar name
lijk 43.289 kinderen kleuteronderwijs, dat
Is ruim duizend meer dan verleden jaar.
In totaal zijn er in dit diocees 1203 leer
krachten bjj dit onderwijs werkzaam.
De diocesane presidente van de bond,
Zuster Demsia, had de bijeenkomst ge
opend, nadat de ongeveer duizend deel
neemsters de gezongen H. Mis in de Sint
Jozefkerk hadden bijgewoond. De geeste
lijke adviseur werd in verband met zijn
zilveren priesterfeest in Mei van dit jaar
alsnog hulde gebracht in de vorm van
declamatie en een zang- en gebarenspel
van kinderen.
In een bijzonder boeiende lezing met als
onderwerp „Ontmoetingen met mensen"
betoogde de heer H. L. M. Weusten. direc
teur van het Rijksopvoedingsgesticht te
Amersfoort, o.m. dat de opvoeding nooit
détailwerk, maar een synthese moet zijn;
geen wetenschap, maar wijsheid. De op
voeder, die een ware persoonlijkheid moet
zijn, dient de liefde als kern te bezitten.
Wetenschap zonder liefde is huiveringwek
kend bedrog- Opvoeding is een voort
durende roeping en een voortdurende be
hoefte; als totaliteit de gehele persoon
omvattend.
In het kader van de Pius X-herdenking
werd 's middags de film over het leven
van deze heilige Paus vertoond.
riële en zwaarwichtige Troonrec.es treft
het Staatsstuk, dat vandaag in de Rid
derzaal werd voorgelezen, door een ze
kere zonnigheid. Met name in de bin
nenlandse paragrafen overheerst, zonder
de reeks van gebruikelijke sombere
vermaningen, de majeur-klank. Het mi
nisterie heeft in een tijd van hoogcon
junctuur het getij met zich mee. Ten
slotte komt de „gunstige ontwikkeling
der bedrijvigheid" niet in de eerste
plaats op het credit van de regering,
maar vooral van alle Nederlanders, die
in noeste arbeid hun "bijdrage tot de
verhoogde welvaart hebben geleverd.
De regering is zich blijkbaar hiervan
wel bewust. Want zonder zichzelf op de
borst te slaan, klopt zij het Nederlandse
volk goedkeurend op de schouder. Blijk
van gepaste bescheidenheid, die niet al
leen de individuele mens, maar ook de
collectiviteit van een ministerie siert.
Het blad meent intussen, dat men dit
maal een reeks beschouwingen zou kunnen
wijden aan „hetgeen niet in de Troonrede
staat". En het doelt daarbij in het bijzon
der op de kwestie, welke er is gerezen
tussen de grootste twee partijen. „Hoe en
of deze partijen in de toekomst zullen
samenwerken, is voor het Kabinet een le
vensbelang. Dit alles zal blijken bij het
komende politieke debat".
„Gebleken is, dat de gemeenten en een
aantal schoolbesturen 1 September 1953
geen schoolgeld meer hebben geheven in
de oude omvang. Aan het alsnog opleggen
van aanslagen en het innen van school
geld zouden grotere organisatorische en
practische bezwaren verbonden zijn dan
de restitutie van reeds betaald schoolgeld,
met zich medebrengt. In verband hier
mede menen de ministers de datum van
inwerkingtreding van het wetsontwerp op
1 September 1953 te moeten handhaven".
Aldus zeggen de ministers van Onder
wijs, K. en W„ van Buitenlandse Zaken,
van Financiën en van Landbouw in hun
memorie van Antwoord aan de Tweede
Kamer betreffende de „Schoolgeidwet".
t
Verscheidene Kamerleden hadden ver
klaard, dat zij aan deze afschaffing van
schoolgelden slechts wilden meewerken,
indien zij de zekerheid zouden verkrij
gen, dat de schoolbesturen bij de verho
ging van de subsidiepercentages voor de
derving van inkomsten een volledige com
pensatie zullen ontvangen. Gezien de uit
komsten van een ingesteld onderz'oek
menen de ministers te mogen aannemen,
dat de verlaging van inkomsten uit
schoolgelden op de voorgestelde wijze
volledig voor de schoolbesturen zal wor
den gecompenseerd.
Dezelfde leden hadden in verband hier
mede een punt aangeroerd, dat formeel
buiten de in dit wetsvoorstel geregelde
materie valt: nl. de subsidiëring van de
kapitaalsuitgaven der bijzondere scholen
voor V.H.M.O. De ministers zouden noch
tans geen bezwaren hebben ook dit punt
bij het onderhavige wetsvoorstel alsnog
die door de Kamer kennelijk niet wordt
gewenst.
We) kan de minister van Onderwijs, K.
en W. nadrukkelijk verklaren, dat ook
naar zijn mening de huidige subsi-
aienngsregeling ten deze ernstige gebre
ken vertoont. Een wijziging daarvan is te
zijnen departemente reeds voorbereid,
doch over de concrete uitwerking moet
nog met verschillende instanties overleg
plaats vinden.
Anders dan enige leden achten de mi
nisters de vrees ongegrond, dat de inge
diende voorstellen een eerste stap zouden
zijn op de weg naar volledige afschaffing
van school- en collegegelden met als con
sequenties een selectiesysteem van over
heidswege en het toekennen van studie-
loon. De ministers hebben duidelijk in het
ontwerp aangegeven hoever zij willen
gaan en het komt hun minder juist voor,
dat men uit vrees voor consequenties, die
de regering niet wenst en die de Staten-
Generaal zelf kunnen voorkomen, de
thans aanhangige voorstellen zou afwij
zen.
Met betrekking tot de aan de gemeen
ten te verlenen compensatie wegens der
ving van schoolgeldopbrengst merken de
ministers op, dat zij het bij nader inzien
wenselijk achten, de regeling, welke ter
zake dient te worden getroffen, alsnog in
de onderhavige wet op te nemen.
Het aandeel in de opbrengst der rijks,
belastingen, benodigd voor de financie
ring van de belastinguitkering, zal daar
toe met ingang van 1954 moeten worden
verhoogd met het bedrag, dat de gemeen
ten in totaal als gevolg van de voorgestel
de maatregelen derven en te haren laste
krijgen en met de kosten van de reeds be
staande compensatieregelingen (tezamen
rond 30 millioen).
dergaande tegemoetkoming in de vorm
van afschaffing van alle schoolgelden uit
dien hoofde zeker niet noodzakelijk is.
I De consequenties van het voorstel zijn
terdege overwogen. Daarbij is, zoals in de
memorie van toelichting is aangegeven,
het kosteloze onderwijs in beginsel met
opzet beperkt tot hen, die door de staat
verplicht worden onderwijs te volgen.
De regeling, dat leerlingen, die een of
meermalen hebben gedoubleerd en daar
na een school voor voortgezet onderwijs
bezoeken, nog na de leerplichtige leeftijd
van het betalen van schoolgeld zijn vrij
gesteld, is ook door de ministers uitslui-
tend om practische redenen aanvaard.
Het ligt in de bedoeling, dat zowel voor
het eerste als voor het tweede leerjaar
van de proefscholen voor land- en tuin-
bouwonderwijs, vrijstelling van school-
geld wordt verleend.
1QÏR nam rif. T,„e„ri0"ïrY*" te regelen, ware het niet, dat daarmede
1918 nam de Tweede Kamer het ontwerp een aanzienlijke vertraging zou ontstaan,
De overblijvende schoolgelden zullen
ook naar de verwachting van de ministers
inderdaad in belangrijke mate worden op
gebracht door de zg. middengroepen. De
aanzienlijke verlaging van de tarieven
Het ligt in de bedoeling, dat met toe
passing van artikel 44 (nieuw) van het
ontwerp uitvoeringsvoorschriften zullen
worden gegeven omtrent het indienen van
verzoeken tot het bekomen van gezins
reductie. Hierbij zal o.a. een termijn wor
den gesteld, waarbinnen een zodanig ver
zoek moet worden ingezonden. De be
staande regeling, waarbij de reductie niet
van een verzoek afhankelijk is, betekent
een zware belasting van de administratie,
die voor ieder kind moet nagaan óf er
termen zjjn voor het verlenen van gezins
reductie. De ministers zouden deze rege
ling daarom niet willen handhaven en
zien hier ook geen bezwaar tegen, daar
de belangen van de schoolgeldplichtigen
voldoende worden gewaarborgd. De re
ductie wordt slechts verleend, wanneer
een of meer kinderen uit hetzelfde gezin
een „niet-kosteloZe" school of leergang
bezoeken. Mede gezien de aanzienlijke
verlaging van de schoolgelden komt dit
de ministers niet onredelijk voor.
De schoolgelden voor het lager land
en tuinbouwonderwijs zijn niet wettelijk
geregeld. In verband hiermede is het
bezwaarlijk de schadeloosstelling wegens
gemis van schoolgelden in de wet op te
nemen. Het ligt echter in de bedoeling
Het beeld van 's lands toestand, dat de
Troonrede ons schetst, is onmiskenbaar
gunstig, constateert de N.R.C.
Terecht blijkt de regering echter te
beseffen, dat een hausse niet duurzaam
kan zijn en dat zij paraat moet blijven
om de gevolgen van een terugslag, met
name ten aanzien van de werkgelegen
heid, door een actieve politiek zoveel
mogelijk op te vangen. In deze zelfde
alinea stelt zij evenwel de iet ..t ge
vaarlijke richtlijn het op economische
expansie gerichte beeld niet te doen
verslappen; in het licht van de krapte
van de arbeidsmarkt is het duidelijk,
dat deze expansie zich hoofdzakelijk op
eigen kracht voltrekt, zodat prikkels van
staatswege niet alleen onnodig, doch
zelfs ongewenst zijn. De aangekondigde
terughouding t.a.v. andere publieke
bouw dan de woningvoorziening, moet
daarom tot algemene stelregel van eco
nomisch beleid worden verheven.
Eenzelfde terughouding wordt verder
bepleit op het sociale terrein en t.a.v. de
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie.
Dat de regering geen algehele herzie
ning van de Grondwet op stapel wil zet
ten, noemt het liberale orgaan alleen
reeds begrijpelijk door de „wat geprikkeld
geraakte betrekkingen tussen de twee
grootste partijen, gevolg van het bisschop
pelijke mandement".
Natuurlijk zal op het komende parle
mentaire menu het mandement een
hoofdschotel vormen; van de uitslag van
het debat tussen de partijen zal het af
hangen, welke consequenties het kabinet
daaraan eventueel wil verbinden. Nie
mand kan in dit opzicht voorspellingen
doen; het kan vriezen en het kan dooien.
De door het mandement geschapen situa
tie vereist echter opheldering. Zou deze
uitblijven, dan zou voortzeurend politiek
geharrewar afbreuk kunnen doen aan de
doelbewuste politiek, welke de als zo
gunstig geschetste algemene toestanj
des lands én de internationale situatie
vereisen.
Het a.r. „Trouw" is van oordeel dat
behalve hetgeen wordt gezegd ten aan
zien van de financieel-economische situa
tie en de internationale verhoudingen, de
Troonrede weinig nieuws bevat, dat men
niet reeds vermoeden kon. Over tal van
onderwerpen zwijgt zij, omdat ze reeds
aan de orde zijn. En het blad concludeert
Wij kunnen slechts constateren, dat
het voor het ogenblik niet slecht gaat
en dat de regering doet wat haar hand
vindt om te doen, voor nu en voor de
naaste toekomst. En daarom kunnen wij
ons in grote lijnen met het geprojec
teerde beleid verenigen.
teurs, vervoer, en scheepvaartmaatschap
pijen, banken e.d. kunnen slechts donateur
zijn.
Na de lunchpauze hield de heer H. J
Eerbeek van de Ned. Credietverzekerings
Mij een causerie over „exportcrediet
garanties, een daadwerkelijke steun voor
exporteurs".
Bij de verovering van nieuwe afzet
markten buiten Europa stuit men vaak
op de moeilijkheid, dat de ongunstige be-
talingsbalanspolitiek in verschillende lan
den en hun zeer wisselvallige invoerpoJi-
tiek dikwijls oorzaak zijn van verliezen
bij het overmaken van de koopsom.
Zou de particuliere credietverzekeraai
besluiten, aldus spr., politieke en transfer
risico's te dekken, dan betekent dit, dat
zelfs indien in slechts één land een der
gelijk risico zich voordoet, al zijn uit
staande risico's op dat land aanleiding tot
schade geven. Het is volgens »pr. alleen
de Staat, die in het kader van export
bevordering dergelijke cumulatieve risico's
kan dragen.
In 1946 werd deze overeenkomst her
zien en zodanig uitgebreid, dat herverze
kering van vrijwel elke buitenlandse
handelstransactie mogelijk werd gemaakt.
Het systeem, zoals dit in Nederland
functionneert, aldus spr., is het meest
doeltreffend, want Nederlandse exporteurs
ontvangen van één instituut complete
dekking. De premiën, meende hij, zijn
in ons land zeker niet hoger dan in het
buitenland.
Wat de overheid betreft, deze moet,
meende de heer Eerbeek, noch direct noch
indirect de plaats van het exporterend
bedrijfsleven trachten in te nemen. Over
heidshulp wordt slechts verstrekt in die
gevallen, waar commerciële faciliteiten
ophouden of ontbreken.
De N.V. Kon. Nederlandsche Petro
leum Maatschappij en The „Shell' Trans
port and Trading Company, Limited,
delen mede dat de resultaten van de
maatschappijen der Koninklijke Shell
Groep over het eerste halfjaar 1954, ver
geleken met die over de overeenkomstige
periode van 1953, als volgt zijn:
Nettó-ink. voor
aftrek geraam
de bel. en aan
deel van der
den
Geraamde be
lastingen
Aandeel van
derden in het
inkomen
Eerste
halfj.
1954
Eerste
halfj.
1953
124,716,009 112,749,729
46.646,194 43,124,758
78,069,815 69,624,971
8,876,525 7,083,134
Netto resultaat £69,193,290 £62,541,837
Volledigheidshalve zij vermeld, dat
deze cijfers niet door de accountants zijn
gecontroleerd.
Uit dit resultaat is nog geen uitkering
geschied aan de moeder-maatschappijen,
nl. de N.V. Koninklijke Nederlandsche
Petroleum Maatschappij en The „Shell"
Transport and Trading Company, Limi
ted, wier belangen in de groep zich ver
houden als 60 tot 40.
Van Hervormde zijde wordt overwo
gen een gelijksoortig document te doen
opstellen zoals het onlangs verschenen
Bisschoppelijk Mandement. Met het oog
hierop wordt thans een commissie samen
gesteld, die zich op deze aangelegenheid
zal bezinnen. Hoewel de commissie nog
niet voltallig is en dus de samenstelling
nog niet kan worden bekend gemaakt, is
het zeker, dat prof. dr G. C. van Niftrik
en prof. dr K. H. Miskotte in de commis
sie zitting zullen hebben.
Prof. dr Van Niftrik heeft verklaard
dat, indien de commissie zou besluiten
een herderlijk schrijven op te stellen, dit
zeker niet zal ingaan op hetgeen in het
Mandement wordt uiteengezet. Het zou
alleen de bedoeling zijn van Hervormd
standpunt uit richtlijnen voor het politie
ke en maatschappelijke leven te geven.
Perzië heeft Zondag de overeenkomst
met het consortium van acht grote Wes
terse oliemaatschappijen over de hervat
ting van de productie door de Perzische
olie-industrie getekend. Deze overeen
komst zou Dinsdag ter ratificatie aan het
Perzische parlement worden voorgelegd.
Wanneer de overeenkomst op of om
streeks 1 October in werking treedt, zal
het productiedoel voor 1955, dat 15 mil
lioen ton ruwe olie en 6.500.000 ton olie
producten voor export bedraagt, kunnen
worden bereikt. Voor 1956 is het produc
tiedoel 23 millioen ton ruwe olie en 10.5
millioen ton producten voor export en
voor 1957 resp. 30 millioen en 13 millioen
ton.
Een groep van 12 vertegenwoordigers
van het internationale olieconsortium is
per vliegtuig van Londen naar Perzië
vertrokken om te onderzoeken, welke
voorbereidende werkzaamheden nodig
zullen zijn om de productie op de olie
velden in Zuid-Perzië en in de raffina
derij te Abadan te hervatten. De groep
staat onder leiding van de heer L. E. J.
Brouwer van de Koninklijke Shell.
Met de consolidatie van de staatsschuld
is verdere voortgang gemaakt. Sedert de
indiening van de begroting voor 't dienst
jaar 1954 heeft de uitgifte plaats gevon
den van de 3Vt pct. leningen 1954, eerste
en tweede uitgifte, gezamenlijk groot 450
millioen en de 3ü pct. onderhandse lening
gesloten met 't bedrijfspensioenfonds voor
de Koopvaardij, groot ƒ70.3 millioen
Voorts zijn ter consolidatie van vlottende
schuld in handen van het bankwezen uit
gegeven 398,4 millioen Z% pct 8-jarige,
ƒ403.2 millioen 2pct. 10-jarige en f398.4
millioen 2% pct. 12-jarige schatkisieerti-
ficaten De rentelast voorvloeiende uit
voornoemde consolidaties bedraagt voor
het jaar 1955 rond 50 millioen.
Tegenover de voormelde aanwas van de
gevestigde schuld ondergaat deze schuld
een vermindering door de verplichte del
ging en door het in betaling geven van
staatsschuld ter voldoening van belasting
aanslagen. In de periode 1 Juli 1953 tot en
met 30 Juni 1954 is de schuld uit dezen
hoofde verminderd met een bedrag van
rnORff n
nenlandse schuld hebben de consolidaties
invloed uitgeoefend. Voornamelijk door
deze consolidaties, alsmede doordat slechts
in beperkte mate tot afgifte van schatkist
papier werd overgegaan, is de rentelast
v,a" dezf. schuld voor het dienstjaar 1955
40 milhoen lager geraamd dan voor het
dienstjaar 1954,
In verband met de in de genoemde uit
gifte van de 3-4 pct. leningen 1954 en de
3-2 pct. onderhandse lening 1954, alsmede
door de wisselende aflossingspercentages
van de 3 -2 pct. leningen 1953 belopen de
verplichte aflossingen op de binnenlandse
gevestigde schuld in 1955 17.7 millioen
meer dan voor 1954.
Daarentegen is voor aflossing op de bui
tenlandse gevestigde schuld 93.7 millioen
minder uitgetrokken, voornamelijk tenge
volge van de vervroegde aflossing in 1954
van de eerstkomende zes annuïteiten ver-
,U„ïïgd op het Britse Settlement zodat
in 1955 geen aflossing hierop verschuldigd
is terwijl in het voor het dienstjaar 1954
betekent"reeds ee"n"grote' vérii'chtimTvan ,ecmer ln de bedoeling, hoofde verminderd met een bedrag van be<lraS 's opgenomen de ver
lasten voor dez'e ernenen ™rii+ f schoolbesturen compensatie voor rond 256 millioen. sterkte aflossing van het crediet afgesloten
voor deze gioepen, zodat een ver-1 de gederfde inkomsten te verlenen. J Ook op da omvang vaa de vlottende bin- fïs.t^Uen^ t6n bedrage van