m
Bekrompenheid van het
katholicisme
Werkelijkheid
VIA DEGLI ORTI No. II
weten van doortasten,
ook in heilige zaken
hondenpraat
a
De schijn
LTeïïïAë »4: j U-» kcnnen niet Tg:
Berichten uit
Gods Kerk
i
I»
ZATERDAG 9 OCTOBER 1954
PAGINA 7
iaSln^
.WW.
cRoeP
Vaak is het zo, dat wie het hardste
schreeuwt, het meest zichzelf moet be
schuldigen van diezelfde fout. Aan de
Kerk wordt vaak verweten, dat zij be
krompen is. Maar: wie zijn het die ver
wijten doen? Dat zijn juist vaak men
sen, die aan enkele bepaalde dogma's
vasthouden, die zij daarbij nog zelf ge
maakt hebben. Laten we een vrijden
ker nemen: deze man mag z.g. alles
denken, behalve datgene wat de
Katholieke Kerk leert. Hij heeft ten
minste niet het hart in zijn lijf dit te
doen. Hij gaat van bepaalde sprookjes
uit, die hij als zeker aanneemt en
iemand moest het eens wagen het niet
met hem eens te zijn: die is onmiddel
lijk bekrompen. De mens, die z.g. niet
bekrompen is in tegenstelling met
de christen zit vaak vast aan het
sprookje van het materialisme of ratio
nalisme, of het moderne humanisme.
Maar dat is niet bekrompen, maar
modern. Al wat modern, eigentijds,
mode is, is immers niet bekrompen.
Maar zo iemand mag b.v. niet houden,
dat wonderen kunnen geschieden,
omdat wonderen niet kunnen ge
schieden volgens diezelfde mens. En
al hebben we nog zo sterke getuigen,
hij neemt dat gewoon niet aan: omdat
hij het niet aannemen wil en niet mag.
Bekrompen? Neen: hij is een vrijden
ker.
Dat de Kerk in het verleden de
wetenschap, kunst en de wijsbegeerte
heeft bevorderd, ja, dat de wijsbe
geerte in het Westen feitelijk zijn oor
sprong heeft in het denken van de
Kerk, gaat men gewoon voorbij, omdat
men „vrij" mag denken, maar dit niet
mag houden.
Iemand is natuurlijk volkomen ge
rechtigd te denken, dat de maan een
lange streep is, groen van kleur, en dat
er verkenners op wonen. Maar dat is
onzin dat voelt u. Het denken is im
mers „gebonden" aan de waarheid en
slechts de waarheid zal het denken tot
een waarachtig vrijdenken maken
Iemand die aan wiskunde doet, is ge
bonden aan het feit, dat 2 keer 2 geen
zes, maar vier is: dit is geen bekrom
penheid, maar waarheid.
En de waarheid maakt vrij en
verruimt. Als de Kerk, niet op eigen
gezag, maar op gezag van God ons iet-
te geloven voorhoudt, is de aanneming
daarvan geen bekrompenheid, maar
vrijheid en ruimheid. Wanneer het
menselijk verstand in eigenzinnige
hoogmoed zou zeggen, dat kan niet,
omdat zijn klein verstand de grote
Mysteries niet inziet, dan is dat be
krompenheid. Het is integendeel juist
het geloof, dat de aardse horizonten
verbreedt en aan al het eindige een on
eindig perspectief verleent.
Altijd heeft de Kerk een beroep ge
daan op't verstand van de gelovige, heef t
de kerk gewild, dat de christen zelf zou
doordenken: Wanneer deze zich onge
ïnteresseerd afwendt, en zich later be
klaagt, dat hij alleen maar te luisteren
heeft, dan is dat bekrompenheid. Maar
begeeft de Kerk zich met op allerlei
terreinen, die haar niet aangaan en
geeft ze niet allerlei soort geboden,
waardoor de vrijheid van de mens be
perkt wordt? Hier kan men op ant
woorden, dat de Kerk nooit de vrij
heid van de mens beperkt in die zin,
dat zij de mens niet toelaat anders te
handelen. De Kerk doet juist een be
ls het niet vaak zo, dat wij ka
tholieken, wanneer wij met niet-
katholieken in aanraking komen
de schijn hebben of althans het
gevoelen, dat wij bekrompen zijn?
De anderen denken zoveel ruimer
en vrijer dan wij mogen doen. We
zijn in alle mogelijke dingen ge
bonden. Een vrijdenker heeft het
nog al gemakkelijk vergeleken bij
ons. Hij kan denken, wat hij wil.
Niemand zal het hem kwalijk ne
men: hij is immers een „vrije"
denker. Wij zitten onmiddellijk
met de stem van de Kerk, welke
ons voorhoudt, dat we alleen zo
en niet anders mogen denken. Het
heeft soms de schijn, dat niet wx]
denken, maar dat de Kerk, de
priesters voor ons denken. Wy
hebben alleen maar te luisteren en
aan te nemen.
Is dat de houding van een ont
wikkeld en volwassen mens m
deze tijd, in het jaar 1954?
Bleef het daar maar bij. Maar
wij, katholieken, zijn ook gebon
den aan allerlei bepalingen en
voorschriften van de Kerk op alle
mogelijk gebied. De Kerk bemoeit
zich letterlijk met alles: ze heeft
en getft voorschriften over het
huwelijk, dat toch een intieme
aangelegenheid is. De Kerk be
moeit zich met kleding, uitgaan en
vacant ie houden. De Kerk beperkt
ie omgang der geslachten en
schijnt overal kwaad en slechtheid
in te zien. De Kerk zegt ons, dat
wij bepaalde boeken niet mogen
lezen en dat bepaalde films uit
den boze zijn. Er zijn verder ver
schillende verenigingen waar een
katholiek geen lid van mag zijn.
Hij mag niet naar alle radio-uit
zendingen luisteren of naar alle
televisie kijken. De Kerk bemoeit
zich met de politiek en politieke
partijen.
Krijgen vele christenen en met
name vele jongeren, die van hun
vrijheid houden, soms niet het ge
voel, dat zij in een nauwsluitend
harnas zitten of een gevangenis of
dat zij op een weg lopen, vanwacli
alle mogelijke prachtige wegen
uitgaan met het bordje: „verbo
den toegang".
Dit alles, zo meent men, kan
men tegenwoordig toch niet
meer toelaten. Wij zijn niet
meer zulke kinderen als in de
Middeleeuwen, toen de Kerk de
mensheid nog moest opvoeden.
Was het grootste deel toen
niet analfabeet? Maar de situatie
is ondertussen wel wat veranderd.
Het onderwijs is algemeen gewor
den. Cursussen worden overal en
op alle mogelijke gebied gegeven.
Boeken, tijdschriften en kranten
geven regelmatig voorlichting, zo
dat iedereen vrij zijn mening kan
bepalen. Die bekrompen handel
wijze van de Kerk moet, zo den
ken velen, onderhand afgelopen
zijn. Dat is volledig uit de tijd.
Óok hierin moet de Kerk zich aan
passen aan de gewijzigde omstan
digheden. Niet veel beperkingen,
verboden en verbodjes, maar
iedere gelovige moest de gelegen
heid gegeven worden zich van
alles op de hoogte te stellen, moest
de gelegenheid gegeven worden
vrij te lezen, wat hij wil; vrij te
doen, wat hij wil, vrij te luiste
ren en te kijken naar wat hij wil,
vrij lid te zijn van verenigingen,
welke hij wil. Dan zou de Kerk.
ook metterdaad tonen, dat zij
zich aanpast aan de moderne tijd,
de moderne mensen en de mo
derne wensen. Maar dit zal helaas
wel in de meeste gevallen een
vrome wens blijven.
Madonnina van
(Van onze redacteur)
redacteur) j- j
SYRACUSE, September. f/1 1/I fj PfJ
De trein, die in het spoorboekje met de weinig v
toepasselijke superlatief „direttissimo" wordt aan
gegeven, heeft Messina bijna 4 uur achter zich.
De zon brandt op het goudgeel van de heuvelhel
lingen en het stekelige groen van de citroenen-
gaarden. Langs de zoutpannen en oorlogsbodems
van Augusta zijn we voortgekropen in een tropische
hitte en een onaangediende halte halverwege een
tunnel heeft de stoomlocomotief nog de gelegen
heid gegeven de algemene versuffing te vergroten.
Maar plotseling komt er beroering in het holle
treinlichaam. Grijze huizen schuiven traag voorbij
de vensters links van ons en voor die aan de
rechterzijde verdringt zich vrijwel de gehele in
houd van onze coupé, kruisjes tekenend op de rui
ten en het eigen voorhoofd. „Viva Maria" roept
een reiziger, die zijn in interlock gestoken boven
lijf buiten het venster laat hangen, „Viva la Ma
donnina''. We zijn in Syracuse! En zien, over de
schouders van de opgedrongen kijkers heen, langs
de spoorweg een pleintje, dat als een tramstation
netje uit het begin van deze eeuw, is overkapt met
golfplaten, steunend op dunne ijzeren poten. Ach
ter in deze noodkapel is een altaar volgetast met
bloemstukken rond de wonderdadige afbeelding
van de Madonnina delle Lacrime, de wenende
Madonna van Syracuse.
Syracuse weende
Massa-product als wonderbeeld
De Noorderling, die zijn toch al eri-
tische instelling nog extra belast voelt
met de journalistische taak om zijn le
zers naar waarheid over het wonder
voor te lichten, staat even later wat
onwennig en naar zijn gevoel met een
tekort aan eerbied voor het in lichte
kleuren geschilderde Madonna-relief.
Het is een typisch massa-product no
teert hij in zijn geest met obligate zake
lijkheid dat meer voldoet aan de
canonisch gestelde eis van vertrouwd
heid in de vormgeving, dan aan de ar
tistieke desiderata die aan elk „articolo
religioso'' eveneens moeten gesteld
worden. Vooral het eigen Italiaanse ka
rakter van het beeld is opvallend. Het
gezicht met de naar onze smaak ietwat
pruilerige onderlip en de van bewogen
heid geladen ronding der wangen is ken
nelijk geinspireerd op het n0®a.l onstui"
mige type volksmeisjes, die wij tussen
Milaan en Palermo dikwijls hebben ont
moet. De kleding bestaande uit sluier en
tuniek is qua kleur en vorm toe te
schrijven aan de post-Rafaëlitische
traditie, die in heel Italië en zelfs daar
buiten, nog steeds voortleeft. Het gladde,
geglazuurde reliëf glimt als alle suiker
zoete warenhuis-producten, waaraan de
meeste Italianen hun devotie graag ver
warmen en het is misschien aan het
geeft is normaal, en geen enkel wel
denkend mens, zal dit als een wille
keurige beknotting van zijn vrijheid
zien. Alleen bekrompen mensen. Zo
zullen b.v. alleen bekrompen mensen
kankeren op de waarschuwingsseincn
voor het verkeer, op de waarschuwin
gen van de onbewaakte spoorwegover
wegen, op de bepalingen, dat op fles
jes met vergif het woord vergif
moet staan, en dat het niet iedereen
toegestaan is vuurwapenen te dragen.
Krachtens goddelijk gezag en eehte,
liefdevolle bekommernis heeft de Kerk
het recht en de plicht de gelovigen te
waarschuwen voor gevaren die b.v. het
huwelijksleven bedreigen, of voor de
gevaren van de verkering, de gevaren,
die gelegen zijn in het lezen van be
paalde boeken. Met-'t zelfde recht en
met dezelfde plicht kan en moet de
Kerk wijzen op de gevaren voor nee
heil van de mens door bepaalde ver
enigingen, bepaalde uitzendingen van
radio en televisie, bepaalde politieke
organisaties. Wie daar tegen opkomt, is
bekrompen en nog erger, is een on
verantwoordelijk mens.
Zeker, door alle mogelijke cursussen
is de mens van tegenwoordig meei on
wikkeld dan vroeger. Dat is prachtig,
maar daar zit ook het gevaar in, dat
men gemakkelijk met een quasi-we-
tenschappelijke kennis over problemen
oordeelt en denkt, die de ervaren theo-
róep* op*de*vrijheid en de verantwoor- Joog ^uwelg aan kam Ook dat is
houden. Dat zij bepaalde voorschiiften
In de algemene beschouwingen
heb ik met vreugde hier en daar een
zekere bezorgdheid beluisterd over
de zogenaamde „Vergeten Groepen
aldus Hond in een van zijn, de laatste
tijd nogal zeldzame optimistische
buien. „Wat ik hier in mijn mandje
niet begrijp, is dat de politici tegen
woordig, als ze het hebben over een
^and, zo vaak het woord mande-
ment" gebruiken. Maar dat die Ver
soten Groepen nu eindelijk de nodige
aandacht krijgen, kan alleen maar
verblijdend zijn voor iedereen die
zelf Wel ,ns oojt yan een Vergeten
Groep deel heeft uitgemaakt. In de
jaren dertig zat ik er nog midden in.
Wiet alleen dat mijn toenmalige baas,
een gewezen sergeant, me voortdu
rend vergat, doch, wat het ergste
was, ik behoorde toen nog noodge
dwongen tot wat de mensen wel eens
noemen het asbakkenras. Je moest
al wat doen om aan de kost te ko
men. Het was een zwervend bestaan,
van bak tot bak, veel snuffelen en
weinig wol. Vooral in de zomermaan
den, met al die regen, kon je je lol
wel op. In die tijd snakte menige
hond naar 'n eigen mandementje, om
nou maar in het politieke spraak
gebruik te blijven, 't Was toen nog
zo dat we geen rechten hadden, en
iedereen die een hond wou slaan, kon
gemakkelijk 'n stok vinden. Ik her
inner me 'n winkeltje in de 2e
Schuytstraat, waar je speciaal voor
dat doel stokken kon kopen. Er wa
ren geen ministers of kamerleden, die
zich met ons bemoeiden, behalve als
het over hondenbelasting ging: dan
waren we geen Vergeten Groep meer.
In de oorlogsjaren hebben de meeste
van ons, zoals dat toen ging, het recht
in eigen poten genomen Blaffende
honden bijten niet' dachten de ba
zen maar ze hebben vergeten en,
met Hp nodige volharding, hun be
langen zelfs.in Kamermverdendigd
win'ofRomme doorbijt en wat de
Burgers ervan zullen zeggen
G
gdg/'-
A
licht van de groene neonbuis boven bet
beeld te danken, dat het gezicht voort
durend nat lijkt alsof het betraand is.
Toch heeft, dwars door alle sporen van
massa-productie heen, dit relief-op-een-
plank wel iets wat op een geinspireerd
kunstenaarschap wijst. De ontwerper
Amilcare Santini te Cecina (Livorno), zo
blijkt ons, als wij inlichtingen gaan ha
len bij het Comitato, dat zijn bergen
bezigheden in het huis heeft onderge
bracht, dat als kop van de gewijde sta
tionsoverkapping fungeert, heeft de op
dracht van de beeldenfabrikant twee
jaar laten liggen en toen plotseling in
een vlaag van begeestering binnen en
kele uren het model gekneed voor de
beeldenreeks waarvan één op zo won
derlijke wijze op Piazza Euripide onder
de kap is gekomen.
„Mijn Madonna
„Dat is mijn Madonna" moet Santini
uitgeroepen, toen hij in* een geïllustreerd
blad van het tranenwonder las. Samen
met Ulisse Viviane, directeur van de Ilpa
te Bagni di Lucea, die de beeldenserie
had vervaardigd, is Santini nog in de
eerste helft van September 1953 naar
Syracuse gereisd en samen hebben ze.
na onderzoek, een schriftelijke verkla
ring afgelegd, dat het beeld nog in de
zelfde staat verkeert, waarin het de fa
briek verlaten heeft en geen enkele
kunstgreep of verandering heeft onder
gaan. Wie de rapporten leest, die het
wonder van Syracuse moeten documen
teren, komt vrijwel voortdurend en niet
alleen bij het doornemen van deze ver
klaring, onder de indruk van de zake
lijkheid, waarmee alle betrokken instan
ties en personen, in weerwil van de golf
van enthousiasme, die door Syracuse
ging het vraagstuk „wonder of massa
suggestie, bovennatuurlijk feit of volks
bedrog" terstond hebben aangepakt.
De getuigenverklaringen zjjn legio en
ook van sceotici afkomstig; en het on
derzoek naar een mogelijk natuurlijke
verklaring voor het tranen van het beeld
is op alle denkbare manieren gevoerd,
de tranen zijn met het pipet door chemici
cn medici verzameld en in het hygië
nisch en prophylactisch laboratorium te
Syracuse op hun samenstelling onder
zocht en vergeleken met tranen van een
volwassene cn een kind; de slotsom na
alle getuigenissen en rapporten van des
kundigen is eenvoudig onontkoombaar:
Het beeldje van 3500 lire. dat het jonge
echtpaar Antonina en Angelo Giusto-
Iannuso als huwelijkscadeau had gekre
gen heeft met onderbrekingen, drie cn
een halve dag menselijke tranen ge
weend uit de binnenhoeken van de ogen.
Het wonder zo valt uit de rapporten
op te maken, begon op 29 Augustus 1953.
Antonina, die al geruime tijd aan ern
stige zwangerschapskrampen leed, was
na een onrustige nacht in bed gebleven,
met het hoofd aan het voeteneinde, om
dat ze dan beter van de binnenkomende
frisse lucht kon profiteren en gemak
kelijker in haar kleine kamer kon ge
holpen worden. Haar man Angelo was
's morgens naar zijn werk gegaan, on
bewust van de vrij ernstige toestand
waarin hij zijn vrouw, in gezelschap van
zijn moeder en zijn zuster, Grazia, ach
terliet. Antonina had zelfs in het ver
loop van de nacht het vezichtsvermogen
tijdelijk verloren, maar herkreeg dat bij
een nieuwe aanval, half negen in de
morgen. Zij opende de ogen en zag
druppels glijden over de wangen van net
beeldje, dat tegenover haar boven het
hoofdeinde hing. Eerst meende ze dat
het reliefje „zweette", maar Grazia, die
op Antonina's geroep toe was geschoten
en het van naderbij bekeek, zag dadelijk
dat de druppels alleen uit beide ogen
kwamen. In uiterste opwinding en schrik
liep Antonina de kamer uit en toen zij
een kwartier later terugkwam, drupten
de tranen al op het ledikant.
De rest van de wondergeschiedenis is
even karakteristiek voor de luidruch
tigheid als voor de doortastendheid,
waarmee in Italië heilige zaken worden
aangepakt. Buren en politie worden
prompt bij het beeld gehaald, met doek
jes wordt het drooggewreven en als het
druppelen der tranen aanhoudt, staat
binnen, enkele uren he huisje vol met
belangstellenden en nog enkele uren
later is een complete volksoploop in Via
degli Arti voor no. 11 ontstaan. Angelo
kan als hij tegen de avond van zijn werk
komt zelfs met bijstand van de politie,
nauwelijks tot zijn huis doordringen.
Aan een complete chaos van opdrin
gende mensen, die tot op het bed klim
men, kan slechts een eind gemaakt wor
den, door het beeldje naar het politie
bureau te brengen, waar het wenen op
gehouden blijkt. Als het na veertig mi
nuten wordt vrijgegeven, beleeft Angelo
een wonderlijke zwerftocht. Op de vlucht
voor de volksmassa's wil hij zijn schoon
zuster opzoeken, maar ze is niet thuis.
Met de Madonna in een krant gewikkeld
stuit hij onderweg naar Via degli Arti
al bij Piazza Euripide weer op de me
nigte, zodat hij haastig wegfietst naar
zijn broer, die in de Via Carso woont.
Daar wordt het beeld in een kist ge
sloten en waagt Angelo zich voor de
zoveelste maal op pad. Maar het. volk
in Via degli Arti neemt geen genoegen
met zijn verklaring, dat het beeld op het
politiebureau is vastgehouden en de toe
stand wordt voor Angelo gevaarlijk, zo
dat zijn broer Giuseppe de Madonna
^aat halen en tentoonstelt op no. 1. Met
tussenpozen moet het verplaatst worden
om het tegen de opdringende massa's te
beschermen en pas om 2 uur 's nachts
is de rust in zoverre hersteld, dat het
beeld op kussens in Angelo's kuis kan
worden neergevleid. De tranen druppe-
Het bas-relief van Maria's
H. Hart dat in Syracuse
drie en een halve dag
weende.
len opnieuw.
Roerige dagen
Het zou tever voeren de roerige twee
en een halve dag te beschrijven, die An
gelo en zijn vrouw daarna nog beleef
den. Het bleek tenslotte noodzakelijk het
Madonna-beeld aan de deurpost tegen
een doek te hangen en vanaf dat moment
trok een stroom van nieuwsgierigen, van
sceptici van fotografen en wat men de
eerste pelgrims zou mogen noemen, aan
de met tussenpozen wenende Madonnina
voorbij. Er werd opgewonden geroepen
in het smalle straatje, er werd stil ge
ileden en hier en daar ingehouden ge
snikt Het beeld werd het voorwerp van
tumulteuse discussies in Syracuse tus
sen hen die het wenen gezien hadden
en de overigen. Heeft het beeld ge
schreid? En zo ja, waarom?, waren de
vragen, die dagenlang het gesprek ble
ven beheersen.
Intussen was de geestelijkheid gealar
meerd, werden tranen niet meer alleen
met doekjes en watten opgevangen, maar
ook met het pipet verzameld voor het
in te stellen onderzoek. En al op 9 sep
tember hier blijkt weer de doortas
tende zakelijkheid, waarmede het won
der is tegemoet getreden wordt in
een rapport van een sPeciale. desJl""tn
gen commissie omschreven, hoe
van het volkomen onbeschadigde en
dicht-geglazuurde beeld zijn opgevan
gen en naar het laboratorium gebracht.
En ook komt een compleet rapport om
trent het onderzoek gereed, waaruit
Extatische taferelen speel
den zich in Via degli Orti
tijdens het wonder af.
(Foto Carrera, Siracusa)
blijkt, dat de chemische samenstelling
der tranen volkomen overeenstemt met
die van menselijke. Het rapport is onder
ede getekend door dr Michele Cassola.
directeur van de Micrografische afdeling
van het Provinciaal Laboratorium, door
zijn assistent dr F. Cotzia, door dr L.
La Rosa, professor in de Chemische Ge
zondheidsleer en dr M. Marietta, chirurg.
Sedert het wonder, dat inmiddels door
het gehele Episcopaat van Sicilië is er
kend, is in de kale arbeiderswijk rond
Piazza Euripide heel wat veranderd. De
familie Giusto-Iannuso heeft haar huis
in een stemmige kapel zien veranderen
en is naar een andere woning vertrok
ken. Aan het plein zelf heeft zich een
comité gevestigd, dat de bouw van een
sanctuarium voor de Madonnina bevor
dert en het wonderbeeld troont hoog
onder de weinig aantrekkelijke nood-
overkapping, waar duizenden pelgrims.
geleid door ijzeren hekken, naar voren
drentelen in een mengeling van eerbied
en nieuwsgierigheid. Wanneer 's avonds
om zeven uur een baardige pater zich
boven de Madonnina voor het venster
van het Comitato-gebouw vertoont en
het rozenhoedje voorbidt, wordt het
ook de Nederlander plotseling mogelijk
alle wansmakelijke ex-voto s, de hele
uitstalling van lelijke devotionalien m
kraampjes en inderhaast geopende win
keltjes voorbij te zien. De rozenkrans in
de avondschemering bij het knetteren
van kaarsen reikt over de grenzen, be
halve van de tanden, ook van de reli
gieuze gevoelens in de verschillende
cultuurgebieden van de christenwereld.
Dan is het tumult om het wonder ver
stild tot een murmelen, dat alle katho
lieken, waar ook samensnoert. Ook de
vroegere sympatisant van het commu
nisme, Angelo Iannuso en zijn jonge
vrouw.
IT alle delen van de
wereld
stromen dagelijks honderden
brieven naar het Comitato op
Piazza Euripide te Syracuse;
smeekbeden, vermeldingen van
genezingen en dankbetuigingen
voor verkregen gunsten, giften
voor de aankoop van het weidse
bouwterrein en de kosten van de
basiliek zelf.
De verantwoording van oe
ontvangen giften in geld of juwe
len geeft een nog steeds stijgen
de lijn te zien evenals trouwens de
opsomming der genezingen, die in
Syracuse zijn geregistreerd, maar
nog niet officieel erkend. Bijzon
der druk is het Comitato geweest
bij de voorbereidingen van de
eerste verjaardag van het wonder,
die met zuidelijk luister is ge-
vierd.
Het nevenstaande artikel be
perkt zich tot de feitelijkheden,
die rechtstreeks op het wonder
betrekking hebben, doch een vol
gend zal het feestelijk klimaat,
waarin het „Miracolo di Siracusa"
viel. nader beschrijven en een
overzicht geven van de reacties
die het gebeuren, op het aloude
eiland, Sicilië, en ver daarbuiten
teweeg bracht.
OVER DE GRENZEN
INDO-CHINA
Alvorens te sterven heeft Mgr Benar-
dini, secretaris van de Congregatie tot
voortplanting van het. Geloof, zijn be
zorgdheid geuit over de Kerk in Tonkin.
- Nu de vijandelijkheden in Indo-China
tot een einde zijn gekomen zou men
menen reden te hebben tot vreugde. En
toch, zo schrijft Mgr Benardini, is ons
hart gevuld met een diepe droefheid:
een donkere toekomst wacht het heerlijke
Tonkin, strijdperk van zoveel martelaren,
die met, hun heldhaftige deugd de ge
schiedenis van de Kerk sieren, centrum
van groeiend Christelijk leven.
GEEN VREDE VOOR GOD
Zeker, wij hopen, dat er in Tonkin
geen bloed meer zal vloeien, maar daar
tegenover staat, dat de hoogste mense
lijke waarden, de godsdienstige en bur
gerlijke vrijheid, in gevaar zijn.
Geen vrede zal er zijn voor Gods-ge-
trouwen, voor Gods-Kerk, voor Gods-
werken en Indo-China zal nu samen met
Korea, China en Mansjoerije zijn kruis
weg beginnen of vervolgen.
De Kerk echter, die steeds staande
is gebleven temidden van de ruïnes van
alle beschavingen, gewikkeld in de strijd
voor het behoud der menselijke en
Goddelijke waarden, z.al haar plicht
blijven doen, zelfs als zij bloedig wordt
bestreden of door leugen cn corruptie.
Men zal speciaal de jonge mensen en
de kinderen trachten te beïnvloeden,
maar de Kerk zal altijd het sterkst staan
met de belofte van haar Stichter, dat de
poorten der hel haar niet zullen over
weldigen en dat de zon der waarheid en
der gerechtigheid weer zal doorbreken.
Zonder politieke, economische of com
merciële preoccupaties luistert zij alleen
naar het woord van haar Goddelijke
stichter: „Heb vertrouweq, Ik heb over
wonnen".
Laten wij aan de bisschoppen, missio
narissen en da Inlandse geestelijkheid,
aan alle gelovigen van de Zwijgende
Kerk, onze fiere bewondering tonen en
hun de verzekering geven van onze soli
dariteit in het gebed, in de actie, in
begrip, edelmoedigheid en hoop; de
Bisschoppen, tnissionarissen en de In
landse geestelijkheid, die op de bres
staan ter verdediging en uitbreiding van
de waarheid tegen de leugen, de vrijheid
tegen de slavernij, de geest tegen de
materie, moeten weten, dat een half-
milliavd Katholieken zich, bewust van
hun lijden ,met hen verenigd in geloof
en iiefde, voortdurend aan hen denken
en met hen medelijden.
Men is geen Christen als
men geen Apostel is en niet
alleen de missionarissen zijn Apostel,
maar ook de Christenen, die bidden en
medewerken door hun offer.
Dit moge voor ieder een aansporing
zijn, de zekerheid dat: „Hij, die de
Apostel helpt, de beloning ontvangt van
de Apcrstel".
DUITSLAND: FULDA
Adenauer heeft op de Katholiekendag
van Fulda enige ernstige woorden ge
sproken over de toekomst van Europa.
„Als de wervelstorm uit het Oosten over
de Bonds-Republiek en over Europa komt
zullen wij niet lang meer kunnen spreken
van een Christelijk Europa.
Vergis u hierin niet: de grondslagen
van ons geestelijk bestaan liggen niet
vast. In deze tijd is de Christen direct
geïnteresseerd in het politieke leven. De
Sovjet overheersing betekent de vernie
tiging van iedere vrije gemeenschap, de
vernietiging van de menselijke broeder
schap.
Meer dan ooit moet de Christen waak
zaam zijn tegen het Communisme. Een
al te onbezorgd geloof, een al te grote
kortzichtigheid in de toestand,, een ge
brek aan critiek en oordeel vanwege een
zekere naïviteit, hebben reeds heel wat
kwaad gesticht.
Het lot van vele van onze medegelovi
gen moet ons een waarschuwing zijn.
Hel is mijn diepste en vurigste wens,
dat ei een machtig Christelijk élan zal
voortkomen uit het verenigde Westen...
De eenzaamheid
de begenadigdeAnto
nina Giusto in gebed
'>ij de geïmproviseerde
openluchtkapel.
iFolo Carrei
Siracusa)
van