m Bekrompenheid van het katholicisme Werkelijkheid VIA DEGLI ORTI No. II weten van doortasten, ook in heilige zaken hondenpraat a De schijn LTeïïïAë »4: j U-» kcnnen niet Tg: Berichten uit Gods Kerk i I» ZATERDAG 9 OCTOBER 1954 PAGINA 7 iaSln^ .WW. cRoeP Vaak is het zo, dat wie het hardste schreeuwt, het meest zichzelf moet be schuldigen van diezelfde fout. Aan de Kerk wordt vaak verweten, dat zij be krompen is. Maar: wie zijn het die ver wijten doen? Dat zijn juist vaak men sen, die aan enkele bepaalde dogma's vasthouden, die zij daarbij nog zelf ge maakt hebben. Laten we een vrijden ker nemen: deze man mag z.g. alles denken, behalve datgene wat de Katholieke Kerk leert. Hij heeft ten minste niet het hart in zijn lijf dit te doen. Hij gaat van bepaalde sprookjes uit, die hij als zeker aanneemt en iemand moest het eens wagen het niet met hem eens te zijn: die is onmiddel lijk bekrompen. De mens, die z.g. niet bekrompen is in tegenstelling met de christen zit vaak vast aan het sprookje van het materialisme of ratio nalisme, of het moderne humanisme. Maar dat is niet bekrompen, maar modern. Al wat modern, eigentijds, mode is, is immers niet bekrompen. Maar zo iemand mag b.v. niet houden, dat wonderen kunnen geschieden, omdat wonderen niet kunnen ge schieden volgens diezelfde mens. En al hebben we nog zo sterke getuigen, hij neemt dat gewoon niet aan: omdat hij het niet aannemen wil en niet mag. Bekrompen? Neen: hij is een vrijden ker. Dat de Kerk in het verleden de wetenschap, kunst en de wijsbegeerte heeft bevorderd, ja, dat de wijsbe geerte in het Westen feitelijk zijn oor sprong heeft in het denken van de Kerk, gaat men gewoon voorbij, omdat men „vrij" mag denken, maar dit niet mag houden. Iemand is natuurlijk volkomen ge rechtigd te denken, dat de maan een lange streep is, groen van kleur, en dat er verkenners op wonen. Maar dat is onzin dat voelt u. Het denken is im mers „gebonden" aan de waarheid en slechts de waarheid zal het denken tot een waarachtig vrijdenken maken Iemand die aan wiskunde doet, is ge bonden aan het feit, dat 2 keer 2 geen zes, maar vier is: dit is geen bekrom penheid, maar waarheid. En de waarheid maakt vrij en verruimt. Als de Kerk, niet op eigen gezag, maar op gezag van God ons iet- te geloven voorhoudt, is de aanneming daarvan geen bekrompenheid, maar vrijheid en ruimheid. Wanneer het menselijk verstand in eigenzinnige hoogmoed zou zeggen, dat kan niet, omdat zijn klein verstand de grote Mysteries niet inziet, dan is dat be krompenheid. Het is integendeel juist het geloof, dat de aardse horizonten verbreedt en aan al het eindige een on eindig perspectief verleent. Altijd heeft de Kerk een beroep ge daan op't verstand van de gelovige, heef t de kerk gewild, dat de christen zelf zou doordenken: Wanneer deze zich onge ïnteresseerd afwendt, en zich later be klaagt, dat hij alleen maar te luisteren heeft, dan is dat bekrompenheid. Maar begeeft de Kerk zich met op allerlei terreinen, die haar niet aangaan en geeft ze niet allerlei soort geboden, waardoor de vrijheid van de mens be perkt wordt? Hier kan men op ant woorden, dat de Kerk nooit de vrij heid van de mens beperkt in die zin, dat zij de mens niet toelaat anders te handelen. De Kerk doet juist een be ls het niet vaak zo, dat wij ka tholieken, wanneer wij met niet- katholieken in aanraking komen de schijn hebben of althans het gevoelen, dat wij bekrompen zijn? De anderen denken zoveel ruimer en vrijer dan wij mogen doen. We zijn in alle mogelijke dingen ge bonden. Een vrijdenker heeft het nog al gemakkelijk vergeleken bij ons. Hij kan denken, wat hij wil. Niemand zal het hem kwalijk ne men: hij is immers een „vrije" denker. Wij zitten onmiddellijk met de stem van de Kerk, welke ons voorhoudt, dat we alleen zo en niet anders mogen denken. Het heeft soms de schijn, dat niet wx] denken, maar dat de Kerk, de priesters voor ons denken. Wy hebben alleen maar te luisteren en aan te nemen. Is dat de houding van een ont wikkeld en volwassen mens m deze tijd, in het jaar 1954? Bleef het daar maar bij. Maar wij, katholieken, zijn ook gebon den aan allerlei bepalingen en voorschriften van de Kerk op alle mogelijk gebied. De Kerk bemoeit zich letterlijk met alles: ze heeft en getft voorschriften over het huwelijk, dat toch een intieme aangelegenheid is. De Kerk be moeit zich met kleding, uitgaan en vacant ie houden. De Kerk beperkt ie omgang der geslachten en schijnt overal kwaad en slechtheid in te zien. De Kerk zegt ons, dat wij bepaalde boeken niet mogen lezen en dat bepaalde films uit den boze zijn. Er zijn verder ver schillende verenigingen waar een katholiek geen lid van mag zijn. Hij mag niet naar alle radio-uit zendingen luisteren of naar alle televisie kijken. De Kerk bemoeit zich met de politiek en politieke partijen. Krijgen vele christenen en met name vele jongeren, die van hun vrijheid houden, soms niet het ge voel, dat zij in een nauwsluitend harnas zitten of een gevangenis of dat zij op een weg lopen, vanwacli alle mogelijke prachtige wegen uitgaan met het bordje: „verbo den toegang". Dit alles, zo meent men, kan men tegenwoordig toch niet meer toelaten. Wij zijn niet meer zulke kinderen als in de Middeleeuwen, toen de Kerk de mensheid nog moest opvoeden. Was het grootste deel toen niet analfabeet? Maar de situatie is ondertussen wel wat veranderd. Het onderwijs is algemeen gewor den. Cursussen worden overal en op alle mogelijke gebied gegeven. Boeken, tijdschriften en kranten geven regelmatig voorlichting, zo dat iedereen vrij zijn mening kan bepalen. Die bekrompen handel wijze van de Kerk moet, zo den ken velen, onderhand afgelopen zijn. Dat is volledig uit de tijd. Óok hierin moet de Kerk zich aan passen aan de gewijzigde omstan digheden. Niet veel beperkingen, verboden en verbodjes, maar iedere gelovige moest de gelegen heid gegeven worden zich van alles op de hoogte te stellen, moest de gelegenheid gegeven worden vrij te lezen, wat hij wil; vrij te doen, wat hij wil, vrij te luiste ren en te kijken naar wat hij wil, vrij lid te zijn van verenigingen, welke hij wil. Dan zou de Kerk. ook metterdaad tonen, dat zij zich aanpast aan de moderne tijd, de moderne mensen en de mo derne wensen. Maar dit zal helaas wel in de meeste gevallen een vrome wens blijven. Madonnina van (Van onze redacteur) redacteur) j- j SYRACUSE, September. f/1 1/I fj PfJ De trein, die in het spoorboekje met de weinig v toepasselijke superlatief „direttissimo" wordt aan gegeven, heeft Messina bijna 4 uur achter zich. De zon brandt op het goudgeel van de heuvelhel lingen en het stekelige groen van de citroenen- gaarden. Langs de zoutpannen en oorlogsbodems van Augusta zijn we voortgekropen in een tropische hitte en een onaangediende halte halverwege een tunnel heeft de stoomlocomotief nog de gelegen heid gegeven de algemene versuffing te vergroten. Maar plotseling komt er beroering in het holle treinlichaam. Grijze huizen schuiven traag voorbij de vensters links van ons en voor die aan de rechterzijde verdringt zich vrijwel de gehele in houd van onze coupé, kruisjes tekenend op de rui ten en het eigen voorhoofd. „Viva Maria" roept een reiziger, die zijn in interlock gestoken boven lijf buiten het venster laat hangen, „Viva la Ma donnina''. We zijn in Syracuse! En zien, over de schouders van de opgedrongen kijkers heen, langs de spoorweg een pleintje, dat als een tramstation netje uit het begin van deze eeuw, is overkapt met golfplaten, steunend op dunne ijzeren poten. Ach ter in deze noodkapel is een altaar volgetast met bloemstukken rond de wonderdadige afbeelding van de Madonnina delle Lacrime, de wenende Madonna van Syracuse. Syracuse weende Massa-product als wonderbeeld De Noorderling, die zijn toch al eri- tische instelling nog extra belast voelt met de journalistische taak om zijn le zers naar waarheid over het wonder voor te lichten, staat even later wat onwennig en naar zijn gevoel met een tekort aan eerbied voor het in lichte kleuren geschilderde Madonna-relief. Het is een typisch massa-product no teert hij in zijn geest met obligate zake lijkheid dat meer voldoet aan de canonisch gestelde eis van vertrouwd heid in de vormgeving, dan aan de ar tistieke desiderata die aan elk „articolo religioso'' eveneens moeten gesteld worden. Vooral het eigen Italiaanse ka rakter van het beeld is opvallend. Het gezicht met de naar onze smaak ietwat pruilerige onderlip en de van bewogen heid geladen ronding der wangen is ken nelijk geinspireerd op het n0®a.l onstui" mige type volksmeisjes, die wij tussen Milaan en Palermo dikwijls hebben ont moet. De kleding bestaande uit sluier en tuniek is qua kleur en vorm toe te schrijven aan de post-Rafaëlitische traditie, die in heel Italië en zelfs daar buiten, nog steeds voortleeft. Het gladde, geglazuurde reliëf glimt als alle suiker zoete warenhuis-producten, waaraan de meeste Italianen hun devotie graag ver warmen en het is misschien aan het geeft is normaal, en geen enkel wel denkend mens, zal dit als een wille keurige beknotting van zijn vrijheid zien. Alleen bekrompen mensen. Zo zullen b.v. alleen bekrompen mensen kankeren op de waarschuwingsseincn voor het verkeer, op de waarschuwin gen van de onbewaakte spoorwegover wegen, op de bepalingen, dat op fles jes met vergif het woord vergif moet staan, en dat het niet iedereen toegestaan is vuurwapenen te dragen. Krachtens goddelijk gezag en eehte, liefdevolle bekommernis heeft de Kerk het recht en de plicht de gelovigen te waarschuwen voor gevaren die b.v. het huwelijksleven bedreigen, of voor de gevaren van de verkering, de gevaren, die gelegen zijn in het lezen van be paalde boeken. Met-'t zelfde recht en met dezelfde plicht kan en moet de Kerk wijzen op de gevaren voor nee heil van de mens door bepaalde ver enigingen, bepaalde uitzendingen van radio en televisie, bepaalde politieke organisaties. Wie daar tegen opkomt, is bekrompen en nog erger, is een on verantwoordelijk mens. Zeker, door alle mogelijke cursussen is de mens van tegenwoordig meei on wikkeld dan vroeger. Dat is prachtig, maar daar zit ook het gevaar in, dat men gemakkelijk met een quasi-we- tenschappelijke kennis over problemen oordeelt en denkt, die de ervaren theo- róep* op*de*vrijheid en de verantwoor- Joog ^uwelg aan kam Ook dat is houden. Dat zij bepaalde voorschiiften In de algemene beschouwingen heb ik met vreugde hier en daar een zekere bezorgdheid beluisterd over de zogenaamde „Vergeten Groepen aldus Hond in een van zijn, de laatste tijd nogal zeldzame optimistische buien. „Wat ik hier in mijn mandje niet begrijp, is dat de politici tegen woordig, als ze het hebben over een ^and, zo vaak het woord mande- ment" gebruiken. Maar dat die Ver soten Groepen nu eindelijk de nodige aandacht krijgen, kan alleen maar verblijdend zijn voor iedereen die zelf Wel ,ns oojt yan een Vergeten Groep deel heeft uitgemaakt. In de jaren dertig zat ik er nog midden in. Wiet alleen dat mijn toenmalige baas, een gewezen sergeant, me voortdu rend vergat, doch, wat het ergste was, ik behoorde toen nog noodge dwongen tot wat de mensen wel eens noemen het asbakkenras. Je moest al wat doen om aan de kost te ko men. Het was een zwervend bestaan, van bak tot bak, veel snuffelen en weinig wol. Vooral in de zomermaan den, met al die regen, kon je je lol wel op. In die tijd snakte menige hond naar 'n eigen mandementje, om nou maar in het politieke spraak gebruik te blijven, 't Was toen nog zo dat we geen rechten hadden, en iedereen die een hond wou slaan, kon gemakkelijk 'n stok vinden. Ik her inner me 'n winkeltje in de 2e Schuytstraat, waar je speciaal voor dat doel stokken kon kopen. Er wa ren geen ministers of kamerleden, die zich met ons bemoeiden, behalve als het over hondenbelasting ging: dan waren we geen Vergeten Groep meer. In de oorlogsjaren hebben de meeste van ons, zoals dat toen ging, het recht in eigen poten genomen Blaffende honden bijten niet' dachten de ba zen maar ze hebben vergeten en, met Hp nodige volharding, hun be langen zelfs.in Kamermverdendigd win'ofRomme doorbijt en wat de Burgers ervan zullen zeggen G gdg/'- A licht van de groene neonbuis boven bet beeld te danken, dat het gezicht voort durend nat lijkt alsof het betraand is. Toch heeft, dwars door alle sporen van massa-productie heen, dit relief-op-een- plank wel iets wat op een geinspireerd kunstenaarschap wijst. De ontwerper Amilcare Santini te Cecina (Livorno), zo blijkt ons, als wij inlichtingen gaan ha len bij het Comitato, dat zijn bergen bezigheden in het huis heeft onderge bracht, dat als kop van de gewijde sta tionsoverkapping fungeert, heeft de op dracht van de beeldenfabrikant twee jaar laten liggen en toen plotseling in een vlaag van begeestering binnen en kele uren het model gekneed voor de beeldenreeks waarvan één op zo won derlijke wijze op Piazza Euripide onder de kap is gekomen. „Mijn Madonna „Dat is mijn Madonna" moet Santini uitgeroepen, toen hij in* een geïllustreerd blad van het tranenwonder las. Samen met Ulisse Viviane, directeur van de Ilpa te Bagni di Lucea, die de beeldenserie had vervaardigd, is Santini nog in de eerste helft van September 1953 naar Syracuse gereisd en samen hebben ze. na onderzoek, een schriftelijke verkla ring afgelegd, dat het beeld nog in de zelfde staat verkeert, waarin het de fa briek verlaten heeft en geen enkele kunstgreep of verandering heeft onder gaan. Wie de rapporten leest, die het wonder van Syracuse moeten documen teren, komt vrijwel voortdurend en niet alleen bij het doornemen van deze ver klaring, onder de indruk van de zake lijkheid, waarmee alle betrokken instan ties en personen, in weerwil van de golf van enthousiasme, die door Syracuse ging het vraagstuk „wonder of massa suggestie, bovennatuurlijk feit of volks bedrog" terstond hebben aangepakt. De getuigenverklaringen zjjn legio en ook van sceotici afkomstig; en het on derzoek naar een mogelijk natuurlijke verklaring voor het tranen van het beeld is op alle denkbare manieren gevoerd, de tranen zijn met het pipet door chemici cn medici verzameld en in het hygië nisch en prophylactisch laboratorium te Syracuse op hun samenstelling onder zocht en vergeleken met tranen van een volwassene cn een kind; de slotsom na alle getuigenissen en rapporten van des kundigen is eenvoudig onontkoombaar: Het beeldje van 3500 lire. dat het jonge echtpaar Antonina en Angelo Giusto- Iannuso als huwelijkscadeau had gekre gen heeft met onderbrekingen, drie cn een halve dag menselijke tranen ge weend uit de binnenhoeken van de ogen. Het wonder zo valt uit de rapporten op te maken, begon op 29 Augustus 1953. Antonina, die al geruime tijd aan ern stige zwangerschapskrampen leed, was na een onrustige nacht in bed gebleven, met het hoofd aan het voeteneinde, om dat ze dan beter van de binnenkomende frisse lucht kon profiteren en gemak kelijker in haar kleine kamer kon ge holpen worden. Haar man Angelo was 's morgens naar zijn werk gegaan, on bewust van de vrij ernstige toestand waarin hij zijn vrouw, in gezelschap van zijn moeder en zijn zuster, Grazia, ach terliet. Antonina had zelfs in het ver loop van de nacht het vezichtsvermogen tijdelijk verloren, maar herkreeg dat bij een nieuwe aanval, half negen in de morgen. Zij opende de ogen en zag druppels glijden over de wangen van net beeldje, dat tegenover haar boven het hoofdeinde hing. Eerst meende ze dat het reliefje „zweette", maar Grazia, die op Antonina's geroep toe was geschoten en het van naderbij bekeek, zag dadelijk dat de druppels alleen uit beide ogen kwamen. In uiterste opwinding en schrik liep Antonina de kamer uit en toen zij een kwartier later terugkwam, drupten de tranen al op het ledikant. De rest van de wondergeschiedenis is even karakteristiek voor de luidruch tigheid als voor de doortastendheid, waarmee in Italië heilige zaken worden aangepakt. Buren en politie worden prompt bij het beeld gehaald, met doek jes wordt het drooggewreven en als het druppelen der tranen aanhoudt, staat binnen, enkele uren he huisje vol met belangstellenden en nog enkele uren later is een complete volksoploop in Via degli Arti voor no. 11 ontstaan. Angelo kan als hij tegen de avond van zijn werk komt zelfs met bijstand van de politie, nauwelijks tot zijn huis doordringen. Aan een complete chaos van opdrin gende mensen, die tot op het bed klim men, kan slechts een eind gemaakt wor den, door het beeldje naar het politie bureau te brengen, waar het wenen op gehouden blijkt. Als het na veertig mi nuten wordt vrijgegeven, beleeft Angelo een wonderlijke zwerftocht. Op de vlucht voor de volksmassa's wil hij zijn schoon zuster opzoeken, maar ze is niet thuis. Met de Madonna in een krant gewikkeld stuit hij onderweg naar Via degli Arti al bij Piazza Euripide weer op de me nigte, zodat hij haastig wegfietst naar zijn broer, die in de Via Carso woont. Daar wordt het beeld in een kist ge sloten en waagt Angelo zich voor de zoveelste maal op pad. Maar het. volk in Via degli Arti neemt geen genoegen met zijn verklaring, dat het beeld op het politiebureau is vastgehouden en de toe stand wordt voor Angelo gevaarlijk, zo dat zijn broer Giuseppe de Madonna ^aat halen en tentoonstelt op no. 1. Met tussenpozen moet het verplaatst worden om het tegen de opdringende massa's te beschermen en pas om 2 uur 's nachts is de rust in zoverre hersteld, dat het beeld op kussens in Angelo's kuis kan worden neergevleid. De tranen druppe- Het bas-relief van Maria's H. Hart dat in Syracuse drie en een halve dag weende. len opnieuw. Roerige dagen Het zou tever voeren de roerige twee en een halve dag te beschrijven, die An gelo en zijn vrouw daarna nog beleef den. Het bleek tenslotte noodzakelijk het Madonna-beeld aan de deurpost tegen een doek te hangen en vanaf dat moment trok een stroom van nieuwsgierigen, van sceptici van fotografen en wat men de eerste pelgrims zou mogen noemen, aan de met tussenpozen wenende Madonnina voorbij. Er werd opgewonden geroepen in het smalle straatje, er werd stil ge ileden en hier en daar ingehouden ge snikt Het beeld werd het voorwerp van tumulteuse discussies in Syracuse tus sen hen die het wenen gezien hadden en de overigen. Heeft het beeld ge schreid? En zo ja, waarom?, waren de vragen, die dagenlang het gesprek ble ven beheersen. Intussen was de geestelijkheid gealar meerd, werden tranen niet meer alleen met doekjes en watten opgevangen, maar ook met het pipet verzameld voor het in te stellen onderzoek. En al op 9 sep tember hier blijkt weer de doortas tende zakelijkheid, waarmede het won der is tegemoet getreden wordt in een rapport van een sPeciale. desJl""tn gen commissie omschreven, hoe van het volkomen onbeschadigde en dicht-geglazuurde beeld zijn opgevan gen en naar het laboratorium gebracht. En ook komt een compleet rapport om trent het onderzoek gereed, waaruit Extatische taferelen speel den zich in Via degli Orti tijdens het wonder af. (Foto Carrera, Siracusa) blijkt, dat de chemische samenstelling der tranen volkomen overeenstemt met die van menselijke. Het rapport is onder ede getekend door dr Michele Cassola. directeur van de Micrografische afdeling van het Provinciaal Laboratorium, door zijn assistent dr F. Cotzia, door dr L. La Rosa, professor in de Chemische Ge zondheidsleer en dr M. Marietta, chirurg. Sedert het wonder, dat inmiddels door het gehele Episcopaat van Sicilië is er kend, is in de kale arbeiderswijk rond Piazza Euripide heel wat veranderd. De familie Giusto-Iannuso heeft haar huis in een stemmige kapel zien veranderen en is naar een andere woning vertrok ken. Aan het plein zelf heeft zich een comité gevestigd, dat de bouw van een sanctuarium voor de Madonnina bevor dert en het wonderbeeld troont hoog onder de weinig aantrekkelijke nood- overkapping, waar duizenden pelgrims. geleid door ijzeren hekken, naar voren drentelen in een mengeling van eerbied en nieuwsgierigheid. Wanneer 's avonds om zeven uur een baardige pater zich boven de Madonnina voor het venster van het Comitato-gebouw vertoont en het rozenhoedje voorbidt, wordt het ook de Nederlander plotseling mogelijk alle wansmakelijke ex-voto s, de hele uitstalling van lelijke devotionalien m kraampjes en inderhaast geopende win keltjes voorbij te zien. De rozenkrans in de avondschemering bij het knetteren van kaarsen reikt over de grenzen, be halve van de tanden, ook van de reli gieuze gevoelens in de verschillende cultuurgebieden van de christenwereld. Dan is het tumult om het wonder ver stild tot een murmelen, dat alle katho lieken, waar ook samensnoert. Ook de vroegere sympatisant van het commu nisme, Angelo Iannuso en zijn jonge vrouw. IT alle delen van de wereld stromen dagelijks honderden brieven naar het Comitato op Piazza Euripide te Syracuse; smeekbeden, vermeldingen van genezingen en dankbetuigingen voor verkregen gunsten, giften voor de aankoop van het weidse bouwterrein en de kosten van de basiliek zelf. De verantwoording van oe ontvangen giften in geld of juwe len geeft een nog steeds stijgen de lijn te zien evenals trouwens de opsomming der genezingen, die in Syracuse zijn geregistreerd, maar nog niet officieel erkend. Bijzon der druk is het Comitato geweest bij de voorbereidingen van de eerste verjaardag van het wonder, die met zuidelijk luister is ge- vierd. Het nevenstaande artikel be perkt zich tot de feitelijkheden, die rechtstreeks op het wonder betrekking hebben, doch een vol gend zal het feestelijk klimaat, waarin het „Miracolo di Siracusa" viel. nader beschrijven en een overzicht geven van de reacties die het gebeuren, op het aloude eiland, Sicilië, en ver daarbuiten teweeg bracht. OVER DE GRENZEN INDO-CHINA Alvorens te sterven heeft Mgr Benar- dini, secretaris van de Congregatie tot voortplanting van het. Geloof, zijn be zorgdheid geuit over de Kerk in Tonkin. - Nu de vijandelijkheden in Indo-China tot een einde zijn gekomen zou men menen reden te hebben tot vreugde. En toch, zo schrijft Mgr Benardini, is ons hart gevuld met een diepe droefheid: een donkere toekomst wacht het heerlijke Tonkin, strijdperk van zoveel martelaren, die met, hun heldhaftige deugd de ge schiedenis van de Kerk sieren, centrum van groeiend Christelijk leven. GEEN VREDE VOOR GOD Zeker, wij hopen, dat er in Tonkin geen bloed meer zal vloeien, maar daar tegenover staat, dat de hoogste mense lijke waarden, de godsdienstige en bur gerlijke vrijheid, in gevaar zijn. Geen vrede zal er zijn voor Gods-ge- trouwen, voor Gods-Kerk, voor Gods- werken en Indo-China zal nu samen met Korea, China en Mansjoerije zijn kruis weg beginnen of vervolgen. De Kerk echter, die steeds staande is gebleven temidden van de ruïnes van alle beschavingen, gewikkeld in de strijd voor het behoud der menselijke en Goddelijke waarden, z.al haar plicht blijven doen, zelfs als zij bloedig wordt bestreden of door leugen cn corruptie. Men zal speciaal de jonge mensen en de kinderen trachten te beïnvloeden, maar de Kerk zal altijd het sterkst staan met de belofte van haar Stichter, dat de poorten der hel haar niet zullen over weldigen en dat de zon der waarheid en der gerechtigheid weer zal doorbreken. Zonder politieke, economische of com merciële preoccupaties luistert zij alleen naar het woord van haar Goddelijke stichter: „Heb vertrouweq, Ik heb over wonnen". Laten wij aan de bisschoppen, missio narissen en da Inlandse geestelijkheid, aan alle gelovigen van de Zwijgende Kerk, onze fiere bewondering tonen en hun de verzekering geven van onze soli dariteit in het gebed, in de actie, in begrip, edelmoedigheid en hoop; de Bisschoppen, tnissionarissen en de In landse geestelijkheid, die op de bres staan ter verdediging en uitbreiding van de waarheid tegen de leugen, de vrijheid tegen de slavernij, de geest tegen de materie, moeten weten, dat een half- milliavd Katholieken zich, bewust van hun lijden ,met hen verenigd in geloof en iiefde, voortdurend aan hen denken en met hen medelijden. Men is geen Christen als men geen Apostel is en niet alleen de missionarissen zijn Apostel, maar ook de Christenen, die bidden en medewerken door hun offer. Dit moge voor ieder een aansporing zijn, de zekerheid dat: „Hij, die de Apostel helpt, de beloning ontvangt van de Apcrstel". DUITSLAND: FULDA Adenauer heeft op de Katholiekendag van Fulda enige ernstige woorden ge sproken over de toekomst van Europa. „Als de wervelstorm uit het Oosten over de Bonds-Republiek en over Europa komt zullen wij niet lang meer kunnen spreken van een Christelijk Europa. Vergis u hierin niet: de grondslagen van ons geestelijk bestaan liggen niet vast. In deze tijd is de Christen direct geïnteresseerd in het politieke leven. De Sovjet overheersing betekent de vernie tiging van iedere vrije gemeenschap, de vernietiging van de menselijke broeder schap. Meer dan ooit moet de Christen waak zaam zijn tegen het Communisme. Een al te onbezorgd geloof, een al te grote kortzichtigheid in de toestand,, een ge brek aan critiek en oordeel vanwege een zekere naïviteit, hebben reeds heel wat kwaad gesticht. Het lot van vele van onze medegelovi gen moet ons een waarschuwing zijn. Hel is mijn diepste en vurigste wens, dat ei een machtig Christelijk élan zal voortkomen uit het verenigde Westen... De eenzaamheid de begenadigdeAnto nina Giusto in gebed '>ij de geïmproviseerde openluchtkapel. iFolo Carrei Siracusa) van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 7