wilde Indonesië leren kennen witte doek hij sloeg belangrijke inlich- Maar tingenbron over Uw wekelijkse toneelruimte Kinderen vein „De Aartsbisschop'" „Encyclopedie voor electronica" „Sporen in het zand „Gulliver's Reizen Frontchirurg Verhelderend Haat Vlater Twee milliard opnamen per seconde. Blik in de toekomst van film. „Integrale projectie in de ruimte". Cecil B. de Mille in de woestijn. „Hoe zeg ik S-lijn in hel Arabisch.'' „Ijs, bier en limonadeEn liet einde van de Exodus „If aarsc.hijnlijk mijn laatste, in elk geval mijn grootste film Roy Rogers adopteert Brits weesje. Hopalan Cassidav in het nauw. Olifanten om hem te ontzetten. Royal Film Performance in Londen. Het doel Levendige vergadering (Door Norman Collins De Fontein, Utrecht) Uiig. (Door A. Strabel Uitg. StrengholtAmsterdam) (Door Hans erner, Richter Uitg. De BoekerijBaarn) door Jonathan Swift Uitg. Wereldbibliotlieek, Amsterdam ZATERDAG 20 NOVEMBER 1934 PAGINA 10 KARL ESKELUND Toen ivij een jaar of tivee geleden een vraaggesprek hadden mei de, bekende, journalist en schrijver Karl Eskelund, vertelde deze ons, dat hij op het punt. stond een reis door India en Indonesië te gaan maken, hij wilde gaan zien, hoe deze tivee jonge staten het stelden en hoe zij zich ontwikkelden. Het was duidelijk, dat Eskelund zijn sympathie bij voor baat schonk aan de jonge staten. Anderzijds is hij te eerlijk om tegen zijn gemoed in te praten dat bewezen reeds zijn andere reisverhalen, die hier in Nederland een groot publiek hebben gevonden, 'lerecht, want Eskelund is een scherp opmerker en boeiend verteller. Het uas dus geen iconder, dat wij bijzonder benieuwd waren naar de ervaringen, die Eskelund in Indonesië op zou doen. Zijn kennismaking met het nieuwe India is een teleurstelling voor Item geworden, die hij zonder enige terughoudendheid uitschreef in „hen overstapje naar het Nirwana" UitgH. J. W. Recht, Amsterdam, 1953). Het nas met hoog gespannen verwachtingen, dat Eskelund en zijn charmante Chinese vrouw Chi-yun de reis naar India aanvaardden. Daarom naren de desillusies des te groter. De wantoestanden, die de Eskelunds er aantroffen, naren niet terug te brengen tot wat men zou kunnen noemen „de geboorteweeën van een nieuwe staat". De fundamenten deugden niet, meent de schrijver, en hij trijst de voze plekken daarin scherp aan. len, om met eigen ogen te zien hoe in kleine dorpen in Borneo dertig en meer jaren geleden reeds kleine scholen waren. Pas na de overheersing van Java zijn deze scholen verdwenen! Eskelund echter rept hier met geen woord van. Nu hij deze misschien wel meest onpartijdige inlichtingen van men sen, die niet door baatzucht doch offer vaardigheid naar het verre vreemde land waren gekomen, gedreven door mensen liefde en niet door zelfzuchtige motieven, doodgewoon negeerde, komt zijn gehele verslag op nogal losse schroeven te staan. Daardoor is dit met grote belangstelling verbeide boek, hoe boeiend de auteur zijn interessante reisavonturen overigens ook heeft verteld, niet geworden wat wij er van gehoopt hadden. Het beeld is piet vol ledig en dus niet geheel betrouwbaar, en men moet al te veel tussen de regels door lezen. Nogmaals vragen we ons af, wat de schrijver hiermee kan hebben voorgehad. R. Hoe nu ziet Eskelund de situatie in Indonesië? Dat is de vraag, die wij ons sinds ons gesprek met hem herhaaldelijk hebben gesteld en waarop het langverwachte boek „INDONESIAN ADVENTURES", dat volgende week verschijnt bij de Lon- dense Uitgeversmij Burke, antwoord zou moeten geven. Het boek doet het slechts in zoverre, als men tussen de regels door kan lezen. Karl Eskelund haalt verklarin gen pro en contra aan, hij schijnt daarbij de partijen gelijke kansen te geven, maar hij doet geen persoonlijke uitspraak. De Eskelunds bleven een half jaar in Indonesië. Zij bezochten Sumatra, Java, Bali, Borneo en Macassan op Celebes. Betrekkelijk veel in zo korte tijd, maar dat behoeft voor een scherp waarnemer als Eskelund nog geen nadeel te zijn de eerste indrukken zijn dikwijls het zuiverst. Het staat voor ons vast, dat de auteur in die tijd genoeg gezien heeft om een persoonlijk oordeel over de jongste staat van de wereld en des- zelfs regering te kunnen vormen. Maar waarom sprak hij het niet uit? Waar om blijkt er tenslotte uit dit boek niet eens, of Eskelund Djakarta een kans geeft of niet? De lezer moet zelf maar schiften: de schrijver noteert uitbarstingen van haat tegen de Nederlanders, soms onzinnig en kinderlijk. Omgekeerd zijn er felle aan klachten tegen de heerschappij van Java en er worden in dit verband feiten aan gehaald, die de „bevrijding" van de niet- Javaanse eilanden niet direct tot een be gerenswaardige zaak maken. Integendeel! De Javanen worden er gezien als indrin gers, met wie men niets gemeen heeft als overheersers. Maar vreemd genoeg Eskelund. die er anders altijd gauw ge noeg bij is om het zijne over iets te zeg gen, bepaalt zich, na de uitvoerige weer gave der gesprekken, terloops tot een en kele opmerking. Een voorbeeld. Eskelund ondervroeg een hoge ambtenaar (dus: een Javaani ^of wat hij noemt „Javanese imperialism." „Waarom nemen de Javanen op de eilanden alle belangrijke functies in? Ik vind dat verkeerd. De Bataks bijvoor beeld zouden het toch best zonder u kun nen stellen". De Javaan dacht van niet. „Maar waarom niet?", drong Eskelund aan. Het antwoord luidde: „Wij zijn anders". ,.In welk opzicht?" „Welehpsychologisch", ant woordde de Javaan en glimlachte, blij dit woord te hebben gevonden. „Wij zijn psychologisch beter geschikt om ambte naren te zijn", vervolgde hij. Eskelund vroeg om nadere uitleg en toen begon de hoge ambtenaar te lachen. „Wij zjjn niet erg energiek", zei hij. „We zijn daarom van nature bestemd om in een stoel te zitten en niet veel te doen Commentaar van de auteur: „Ilij zei het hij wjjze van grap. maar ik denk, dat hu heel goed wist, dat er flink wat waarheid in dit woord school". Karl Eskelund verheelt niet, dat de haat tegen de Nederlanders op misleiden de wijze werd aangekweekt en wordt ge voed. Zijn eerste zegsman, een collabora teur uit de Japanse bezetting, geeft daar een paar ontstellende voorbeelden van. Voorts leze men het bijna tragi-comische gesprek met studenten over het gebruik van de Engelse taal op de universiteit. Studenten en professoren kenden zeer goed Nederlands en slechts matig Engels. De studieboeken waren in het Nederlands gesteld maar tóch brabbelde men En gels om het gehate Nederlands maar niet te hoeven gebruiken De schrijver schildert de ontstellende corruptie en de zorgelijke economische toestand in dit van nature zo rijke land. Hij beschrijft de uiterlijke tekenen van verval en de achteruitgang van welvaart, hygiëne en onderwijs. Ontstellend is het te lezen, hoe bepaalde autoriteiten koste wat kost de Nederlanders de schuld van dit alles willen geven. Er waren er bij voorbeeld. die klaagden over „de taktiek van de Nederlanders om de Indonesiërs dom te laten". Hier had de auteur een ferm protest kunnen laten horeii. Als hij zich tenminste terzake op de hoogte had gesteld. Want Eskelund heeft een belangrijke inlichtingenbron overgeslagen. Dat hij geen feiten en cijfers uit officiële Nederlandse bron vermeldt, vermindert de waarde van zijn geschrift dat hij de Missie hele maal negeert, is echter een volledige flater. De geschiedenis van Indonesië is niet te schrijven met voorbijgaan van de Missie. De missionarissen en zende lingen hebben op alle terreinen van het openbare leven een grote en niet weg- denkbare invloed uitgeoefend voor al ook op het onderwijs. Eskelund doet echter, alsof hij hier niets van af weet. Hij vertelt in het kort het leven en werk van de Lutherse pio nier, zijn landgenoot Nommensen, die in de tweede helft van de vorige eeuw on der de Bataks zegenrijk werk heeft ver richt. Maar verder over de Missie geen woord! Met hoeveel vrucht zou hij zijn licht hebben kunnen opsteken bij de ervaren paters en broeders, die in steden, dorpen en kleine nederzettingen onderwijs gaven. Wij behoeven slechts de foto's van een goede, oude vriend te voorschijn te ha- Een Boedha.beeld, dat Eskelunds bewondering opwekte WERELDNIEUWS (Van onze filmredacteur)- Het zal niet lang meer duren, of alle nieuwe systemen voor het projecteren van films, zoals Cinema Scope, Cinerama, Vista Vision, Variform en hoe ze nog meer mogen heten, zullen ons even primi tief en ouderwets voorkomen als de eer ste filmpjes, waarop de gebroeders Lu- mière op 32 Maart 1895 enige uitgelezen gasten onthaalden. Jcan Painlevé, voorzitter van de Inter nationale Vereniging van de Wetenschap pelijke Film, heeft tenminste tijdens het congres, dat deze vereniging in Rome heeft gehouden, een nieuw technisch procédé aangekondigd, waarmee het mogelijk is om twee milliard opnamen per seconde te maken. Dit nieuwe procédé, dat reeds in de praktijk is toegepast, zal het in de toe komst mogelijk maken, de atoomverschijn selen op beelden vast te leggen, te analy seren en te bestuderen. De geleerde wierp vervolgens een blik in de (wat verder liggende) toekomst en voorspelde, dat de wetenschappelijke film eens de „integrale projectie in de ruimte" mogelijk zal maken. „Op het terrein van de wetenschappe lijke film", aldus de geleerde, „zullen we de dingen of het nu om microben dan wel om menselijke vormen gaat niet meer op een scherm zien geprojecteerd. We zullen ze zien bewegen en leven in de ruimte. Het zullen lichtende verschijnse len zijn, zonder materieel bestaan, reële voorwerpen zonder dichtheid. Hun bewe ging, hun vorm, hun kleur zullen in de ons omringende ruimte hangen. We zullen ze van alle kanten kunnen onderzoeken, aangezien we er ook omheen zullen kun nen lopen. In het duister zullen we alle levensvormen kunnen zien oplichten met al hun karakteristieke hoedanigheden en wel in voor het menselijke oog waarneem bare dimensies". Het is jammer voor Cecil B. DeMille, op 73-jarige leeftijd de oudste, en groot ste, regisseur van filmspektakels, die op het ogenblik in Egypte bezig is aan „The Ten Commandments" (De Tien Geboden), dat het toekomstbeéld van Jean Painlevé nog geen werkelijkheid is geworden. An ders zou hij zijn publiek waarschijnlijk nóg grotere ogen doen opzetten. Niettemin belooft zijn nieuwste Bijbel-epos alles te overtreffen, wat op dit gebied ooit aan de fantasie van Hollywood is ontsproten. De Engelse filmjournalist David Lewin, die eens is gaan kijken, hoe DeMille het er afbrengt, geeft van zijn ervaringen het volgende verslag: Op Dinsdag 9 November j.l. des middags om 4.23 uur vuurde Cacil B. DeMille zijn pistool driemaal in de lucht af en dat was het einde van de Exo dus. Terwijl duizenden figuranten langs hem stromen en Charlton Heston, die Mozes speelt, op z'ijn staf naast hem kwam staan leunen, zei ik tot DeMille: „En wat doet u nu met de Rode Zee"? „De Rode Zee?", antwoordde DeMille. „Wel, het is dertig jaar geleden, sinds ik de vórige maakte. („De Tien Geboden", die hij in 1923 regisseerde kostte drie millioen gulden en had Theodore Roberts als Mozes). En ik hoop, dat ik in die tijd iets heb geleerd. We krijgen het best voor elkaar. Het enige, wat we nodig hebben is een tsorm. Ik moet een storm heb ben. voordat de Israëlieten kunnen over steken". In tussen is DeMille in de woestijn onder een verzengende zon en de mis troostige blikken van 375 kamelen bezig met het opnemen van andere scènes voor zijn film-epos. dat f 150.000.- per dag kost. De torens van ccn Boedhistische tempel op Java Yvonne de Carlo, vrouw van Mozes, omdat ze „de eenvoudige waardig heid van een boer weet te paren aan de geest van een prinses (Tot nog toe is het alleen nog maar ko lossaal maar we hopen het beste, zeg gen zijn assistenten). DeMille heeft een merkwaardige collec tie sterren om zich heen verzameld. Charlton Heston, die circusbaas was in „The Greatest Show on Earth speelt de rol van Mozes met behulp van tien baar den a 500 per stuk- „Die rol van Mozes zal ik m n leven lang niet vergeten", zegt Heston. "Mr. DeMille wil niet, dat ik eet of drink, als ik g*gri- meerd ben en evenmin mag ik roken of in een stoel liggen. Trouwens, ik mag he lemaal niet zitten tijdens de opnamen. Ik kan alleen maar op m'n staf leunen. Maar zo kan je ook heel goed uitrusten, als je er eenmaal de slag van hebt". Yvonne de Carlo is de vrouw van Mozes, speciaal gekozen, omdat z.e ,,de eenvoudi ge waardigheid van een boer weet te pa ren aan de geest van een prinses". Anne Baxter speelt koningin Nefretiti. „Dat is die juffrouw, op wie Mozes ver liefd wordt, als hij nog prins is aan het hof van de Pharao", leggen de leden van de filmgroep uit. „Iemand anders is óók verliefd op haar en zo bestaat er een drie hoeksverhouding, tot Mozes de woestijn in gaat". Het draaiboek schrijft „zesduizend die ren en vierduizend mensen" voor, met de toelichting: .^Gebruik zoveel mogelijk baar den en de oudste schoenen. Ook Nubiërs (gitzwart)-." DeMille neemt ze persoonlijk in ogen schouw, geholpen door zijn assistenten in jeeps met walkie-talkies en zijn medepro ducent Henry Wilcoxon, vermonmd als n kameeldrijver in lompen. Door de luidsprekers waarschuwt De Mille de figuranten: „Denk er om, nie mand gaat voor Mozes uit. Iedereen blijft achter hem lopen". Dan klinkt een trompetsignaal en de Exodus trekt de woestijn in. DeMille schiet z'ijn pistool af, hetgeen „stop" bete kent. De kamelen hebben een fout ge maakt door te dicht bij de gipsen pyra- mide aan de horizon te komen en haar vare proporties verraden. DeMille laat Wilcoxon per radio weten: Ik wil, dat de kamelen in een S-lijn ptrekken". Wilcoxon: „Hoe. voor de drommel, zeg S-lijn in het Arabisch?". Vóór iedere opname wordt het oude and van Egypte gewassen en geborsteld net waterstralen (daarvoor zijn speciaal twee bronnen geboord) en troepen man nen met bezems. Terwijl de duizenden figuranten wach ten om opnieuw op te trekken, glijden jongens met dienbladen tussen hen door: Ijs, bier en limonade". Net als in Sche- 'eni'ngen op een hete Juli-dag. Als hij voldaan is. belegt DeMille een conferentie. Hij is altijd omringd door een hele serie assistenten, twee secreta- Het is precies dertien maanden gele den, dat wij in dit blad onze Zaterdagse rubriek openden voor het amateurto neel. Dat wij hiermee voldeden aan het verlangen van zeer vele lezers bleek wel uit de talrijke reacties, die wij hebben mogen ontvangen. Evenzeer bleek uit deze reacties, dat onze ru briek zeer gewaardeerd en veel gelezen wordt. De rubriek bleek voor vele ver enigingen richtinggevend te zijn voor de geest van de club en haar ontwik keling. Wij menen dan ook niet al te onbescheiden te zijn, als wij beweren, dat de rubriek een stuk gemeenschaps goed geworden is van ons amateurto- neelliefhebbers. Zoals wij in ons eerste artikel schre ven was het doel van deze rubriek om Uw liefde voor het toneel te vergroten en de verenigengen tot hogere presta ties aan te moedigen. Als middelen hiertoe stipten wij o.a. aan: voorlichting omtrent nieuw ver schenen of nog te verschijnen stukken. Aanwijzingen omtrent spel. regie, de cor, etcetera. Het nagaan van de invloed, die toneel op ons leven kan hebben en die de beoefening van deze kunst on getwijfeld heeft op de karaktervorming van de spelers. Dit alles en nog vele andere on derwerpen hebben wij besproken. Wij hebben o.a. ook onder de loupe geno men, hoe wij als katholieken tegenover het toneel dienen te staan. Hoe wij als katholieken een heel speciale taak hebben op dit gebied. Het toneel wil Schroom niet om het woord te nemen wil het publiek een spiegel voorhou den van levenskunst, van levensstijl. Hier kunnen en mogen wij al$ katho lieken geen neutrale houding aanne men. Wij zullen mettertijd op dit onder werp nog wel eens uitgebreid terugko men, juist omdat dit onderwerp voor ons van zo groot belang is. een uitbeelding zijn van het leven. Het ken altijd getracht zo uitvoerig moge lijk het waarom uit te leggen van de al of niet innerlijke waarde van een stuk. Zodat men onze motieven kon zien. Deze kon aanvaarden of verwerpen. Wij hebben nooit proberen te dwin gen iets op ons gezag aan te nemen. Hiervan zou men zelf rtiets leren. En .onze rubriek is er juist op gericht om iets te doen leren, om iets bij te bren gen. om zelf te leren zien. Als men een draak verwerpt, moet men dat niet doen op het gezag van een ander, maar op eigen gezag omdat men zelf is gaan inzien, dat het een draak is en dat nien door een draak te spelen zich zelf verlaagt. Bij dit inzicht mo gen anderen wel geholpen hebben, maar als men het zelf niet inziet, grijpt men er op een of andere dag toch naar terug, al was het alleen om het suc ces, dat dergelijke draken verzekeren. Een bespreking van een stuk, die iemand niet overtuigen kan, is nutte loos. Wij hebben nooit geprobeerd te dwin- te invloed die van het toneel kan uit gaan. Vandaar de grote verantwoorde lijkheid van de spelers. Het toneelspel is en blijft een vrije-tijds besteding. Maar het is niet maar zo'n vrije-tijds besteding zonder meer, zoals dammen en zwemmen of een fietstochtje langs Hollands dreven. Ook deze vrije-tijds bestedingen hebben haar nut. maar met de beoefening van het toneelspel ne men wij een dienende taak op ons, zoals degenen doen. die in hun vrije tijd zich aan sociale arbeid wijden of aan een apostolaat. Het amateurtoneel heeft op onze volksontwikkeling een zeer grote invloed, zoals ook lectuur en film deze hebben. Daarom dienen wij te streven naar een verantwoord amateurtoneel. Alleen verantwoorde stukken zullen deze invloed op onze volksontwikke ling ten goede kunnen richten. Wij hebben ook besproken de invloed die toneel op ons zelf. op ons beoefe naars heeft Op de vorming van ons karakter. Het kweekt een zekere be wegingsvrijheid aan, een zekere flair, die wij in het leven zo nodig kunnen hebben. Daarom hebben wij in deze rubriek altijd willen ingaan op het toneel zelf. Op het toneel in het algemeen. Op zijn waarde, zijn karakter. Aan de voorstel lingen zelf wordt reeds voldoende aan dacht in de kranten door de recensen ten besteed. Hier behoefden wij nooit verder op in te gaan. Zo verkreeg onze rubriek een' eigen heel speciaal karakter. Wij hebben het toneel gezien als een spontane natuurlijke uiting van de mens zoals ook de dans en de muziek zijn. Overal ter wereld wordt toneel gespeeld en te allen tijde. Het toneel is zo oud als de mensheid zelf. Het is veel ouder dan de lectuur en de film. Het is tegelijk ontstaan met de muziek en dans. En juist, omdat het zo een na tuurlijke uiting van de mens was. Wij zien de beoefening van het toneel al bij het kleine kind. Het vadertje en moe dertje spelen, of als zij wat groter zijn tramconducteurtje, is niets anders, al is. het misschien een zeer primitieve vorm van toneel. Onze rubriek is op deze manier in derdaad een rubriek geworden, die wij niet meer missen kunnen Toch zouden wij haar in de toekomst graag een an der aanzien geven. Het moet meer een rubriek worden van ons allen. Niet een rubriek, waarin wij alleen maar schrij ven ter voorlichting van U maar waar in U ook schrijft. Waarin U ook Uw me ning kunt laten horen, Uw zienswijze ten beste kunt geven. Waarin U Uw Een genoeglijk boek, dat zonder al te grote spanningen, zellig ideeën naar voren kunt brengen. Waar in wij elkaar kunnen bereiken. Tot nu toe liet U het alleen maar bij reacties, waaruit Uw instemming met onze ar tikelen bleek. Van enkele zeldzame reacties, waayuit het tegendeel bleek, hebben wij altijd gauw een dankbaar gebruik gemaakt. Shroom niet om het woord te nemen in onze levendige vergadering, die wij zo graag van onze rubriek willen ma- kem Wij of Uw medelezers zullen U het antwoord niet schuldig blijven. HANS VAN BERGEN. de lezer zo echt ge- bezig houdt, omdat het vertelt van kleine zielsconflicten en sommige mensenfiguren zo diep doorschouwd wor den. Bepaald slecht is geen enkel be schreven karakter en als er toch han delingen zijn, die een drama tengevolge hebben, komen die meer uit zwakheid en ijdelheid voort. Wij worden in kennis gebracht met de leiding en pupillen van een Engels weeshuis dat naar de stichter 'De Aarts bisschop' wordt genoemd en met een verkwikkelijke humor worden allerlei situaties verteld. Verwikkelingen, die zich voordoen tussen regenten, maar ook conflicten door het wangedrag van enke le kinderen. De grote verrassing komt pas aan het einde, waardoor de houding van bepaalde personen eerst duidelijk worden. De toestanden in het weeshuis doen zo nu en dan aan beschrijving van Dickens denken en men voelt dezelfde kille ge- stichts-atmosfeer, die deze meester-ver- teller wist te scheppen. Men geniet voor al van de grappige antwoorden, die het meisje Sweetie in de mond worden ge legd als zij bij de directeur op het mat je moet komen. Een andere interessante figuur is haar jong vriendje Ginger, die er nog al eens uitbreekt en wie zij trouw blijft, ook wanneer zij later een betere partij kan doen. Kostelijk is ook een der leraren Mr. Prevarius met zijn zucht naar mondain avontuur getekend. Een zeer sympa thieke persoonlijkheid is het dienstmeis je Margaret, die bij haar eigen leed door de gaafheid van haar karakter in de vrij sinistere omgeving van het wees huis een stukje zonneschijn brengt. Hoe geniet men ook van het optreden van dr. Trump, de rechtzinnige, maar eer zuchtige geestelijke en directeur, voor wie overigens deugdzaamheid uitsluitend fatsoen betekent. In de Nederlandse taal is dit het eerste en enige werk op het gebied van de radio televisie* radar, electronica en het ver dient alvast een goede noot omdat het tracht bij het rangschikken der n-euw« begrippen, termen en uitdrukkingen met de"belangen van het Nederlands rekening te houden. Voor technici, studerenden, radio-ama teurs en andere belangstellenden om zijn rijke inhoud van gegevens op electronisch terrein zo goed als onmisbaar Hoofdpersoon in deze roman, die een herschepping is van de eigen jeugdjaren van de schrijver, doorgebracht aan de Oostzee tussen de steile kust en de beu kenwouden, de badgasten en vissers, is een jongen die tot zijn negentiende jaar kind blijft en wiens jonge leven in het bijzonder wordt beheert door twee mensen, de geliefde Meta en de frivole Kathie. Met veel talent geeft Richter gestalte aan de jeudg van deze jongen, een jeugd die verweven is met het leven op een vissersdorp, dat zomers een drukke bad plaats is. Op de voet volgt hij de eerste levensjaren van deze knaap, die lang zaam naar een grotere zelfstandigheid groeit, totdat hij de beslissende stap zet en het ouderhuis verlaat, om zich in Berlijn als bediende in een boekhandel te vestigen. En op de achtergrond schetst hij de politieke ontwikkeling in Duits land tot de opkomst van het Duitse natio nalisme. waarvan met reserve en ironie verhaald wordt. Een roman die verrast door de warme sfeer en de humor die er uit spreekt. Dra M.J.Schenk zorgde voor een uit stekende vertaling. Wie Gulliver's reizen naar verschil?en- de landen der wereld in allerlei kinder boeken heeft zien verminken, moet het als een verkwikking voelen, dat hij deze onvergankelijke satire uit het jaar 1726 weer eens in een voortreffelijke vertaling kan lezen. Swift heeft de mensen van zijn tijd met ai hun fouten en gebreken vaak met sarcastische ironie getekend. Maar het diepste wezen van zijn meesterwerk was echte mensenliefde. Hij schreef, op dat vooral de machtigen, die het lot van de kleine man in handen hadden, tot be ter inzicht zouden komen; opdat zij de ook toen wrede oorlogen zouden vermij den en een betere maatschappij zouden instellen. Ook in onze dagen kan men er nog zeer veel van leren. Een verslag door Peter Bamni, vertaling F. Herkes Uitg. Het Spectrum, Utrecht „De operatiezaal is ook een slagveld. Het is dezelfde wetenschap, die hier met de hoogste graad van technische verfij ning levens tracht te redden, dat zes kilo meter verder met de hoogste graad van technische verfijning wordt vernietigd. Voor de succesvolle toepassing van de wetenschap van de vernietiging zowel als in de redding van levens verleent men dezelfde onderscheidingen". Dat is een der Ironische opmerkingen in het verslag van de Duitse veldtocht in Rusland, door een chirurg, die in beide wereldoorlogen aan de fronten heeft ge werkt. Een boek, uit de Prisma-serie, dat de indruk van echtheid en ook van menselijkheid geeft midden in de waan zin van Hitiers oorlogsonderneming. Een boek, dat de gruwel van de oorlog be schrijft, zonder in griezelige details te verzinken. Het is het werk van de mens, die zijn gewonde medemens poogt te red den. Omdat deze mens is, niet omdat hij een vechter is. Daarom is het zo'n sym pathiek boek. ressen (een derde thuis), een stoelenjon- gen, die niets anders te doen heeft dan een'stoel achter zijn meester aan te dra gen zodat deze zonder op- of omzien kan gaan zitten en een microfoonjongen, die kilometers draad achter zich aansleept en behendig manoeuvreert met een waaier om dé^vliegen van DeMille te verjagen. DeMille werkt al twee jaar aan „The Ten Commandments, maar zijn taak zal niet voltooid zijn, alvorens het volgende jaar èn 8.000.000 dollars 28.500.000) aan hun eind zijn gekomen. Tegen het vallen van de avond, als de Exodus is ontslagen, leunt DeMille in zijn stoel achterover en zegt peinzend: „Dit zal waarschijnlijk mijn laatste film, maar in elk geyal mijn grootste zijn". Roy Rogers, Amerika's zingende cow boy en zijn vrouw wensen een 13-jarig Brits meisje te adopteren, dat vijf maan den geledén voor vacantie op hun ranch kwam. Het meisje is Marion Flemming en Mr. Mrs. Rogers leerden haar kennen tijdens een bezoek aan het Dunford-wees- huis in Edinburgh. „Het zou ons hart breken, haar te moe ten verliezen", verklaarde Roy Rogers, VoLgens de regels van het weeshuis moet Marion tot haar zestiende jaar daar blijven. De autoriteiten hebben echter intussen verklaard, dat Marions vader wenst, dat ze in Amerika blijft en dat de nodige schikkingen zouden worden ge troffen om aan deze wens te voldoen. Een andere Amerikaanse (film)cowboy, Hopalong Cassidy, is door een persoon lijk optreden oorzaak geweest, dat in Mel bourne Australië) tal van kinderen onder de voet werden gelopen, toen 15.000 hy sterische mensen een circus probeerden binnen te dringen, dat hoogstens 5000 personen kon bevatten. De voorstelling moest binnen vijf minu ten worden gestaakt. Toen was Cassidy s cowboy-uitrusting van zijn lichaam ge rukt en moest hij zich door een woest dringende menigte naar zijn outo worste len, Vier invalide kinderen, onder wie één op een draagbaar, moesten door de politie over de hoofden van de menigte heen in veiligheid worden gebracht. Tenslotte maakte het circuspersoneel gebruik van twee olifanten om de schreeuwende mannen, vrouwen en kin deren, die probeerden dichter bij hun cowboy-afgod te komen, op een afstand te houden. Cassidy's eigenlijke naam is Williom Boyd. Hij is 59 jaar en heeft wit haar. Hij bevindt zich op het ogenblik in Austra lië op een tournee van elf dagen ten bate van de Vereniging tot hulp aan Invalide Kinderen in New South Wales. 106,1 Cassidy zich per auto naar het centrum van Melbourne begaf tot bijwoning van twee kindervoorstellingen, schatte de po litie de menigte van zijn bewondeiaars in de straten op 100.000 personen. De ontvangst, die Willi301 Boyd in Australië ten deel is §eX_a ;e^L' 6t on" willekeurig denken aan het bezoek dat Audrey Hepburn onlangs hier te lande heeft gebracht. Dit is eveneens het geval met het vol- CTende bericht* Ferrer en Hepburn zijn aangezocht om de hoofdrollen te vertolken m De Ge temde Feeks" waarmee het Shakespeare- theater In Stratford (on-the-Housatomc in Amerika) zal openen. Maar hier gaat het om José Ferrer en Katharine Hepburn en met om Mel Fer rer en Audrey Hepbuin. Cecil B. De Mille filmt ..De Tien Geboden" in Egypte. Dp Roval Film Performance, die Maan- in de Londense Empirtbioscoop is gehouden, is dit jaar geen onverdeeld succes geworden. Zeker met wat het oor deel van de Engelse filmcritici betreft. De eer om te worden vertoond in tegen woordigheid van de Britse koninklijke familie was ditmaal te beurt gevallen aan de film „Beau Brummell" van Metro Gold- wyn Mayer, waarin met veel Hollywoodse fantasie en met Stewart Granger tn de titelrol de levensloop wordt geschetst van één der merkwaardigste figuren uit de Engelse historie rond het einde van de achttiende eeuw. Patrick Gibbs besluit zijn beschouwing in „The Daily Telegraph" over de film met de opmerking: „Als de figuren even rijk waren geweest als de kleuren, zou de Stewart Granger speelt de titelrol in de M.G.M.-film „Beau Brummell" die (volgens de Britse critici ten on rechte) werd uitverkoren voor de Royal Film Performance in Londen. indruk van de film heel anders zijn ge weest". De criticus van „The Times" komt tot de conclusie, dat de rolprent de eer van een Royal Film Performance onwaardig is. Het scherpst in zijn vonnis Is Leonard Mosley in de „Daily Express", die zijn be spreking begint met de vraag: „Waarom zijn de organisatoren van de Royal Film Performance niet tevreden met hun jaar lijkse prestatie, de Koningin met hun keus te vervelen. Waarom moet zij nu ook nog in verlegenheid worden gebracht. Want „Beau Brummell" is één der meest gênante films, die ze maar bij mogelijkheid hadden kunnen uitkiezen. De film handelt over voorouders van de koninklijke familie, die nog niet zo lang geleden hebben geleefd en ze maakt die belachelijk. Stel u voor een filmvoorstelling te moe ten bijwonen, waarin 1. één van uw voorouders. Georg III, gek wordt in de St George-kapel van Windsor en op een krankzinnige manier verstoppertje speelt in de gangen van het kasteel, 2. de prins van Wales in tranen uitbarst, omdat een eerste minister hem niet toe staat te trouwen met „de vrouw, die hij liefheeft" en 3. de éne scène na de andere de leden van de koninklijke familie belachelijk maakt en de draak steekt met de monar chie"- De organisatoren van Engelands meest grandioze filmfestijn van het jaar hebben ditmaal kennelijk geen goede beurt ge maakt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 10