wilde Indonesië leren kennen
witte doek
hij sloeg belangrijke inlich-
Maar
tingenbron over
Uw wekelijkse toneelruimte
Kinderen vein „De
Aartsbisschop'"
„Encyclopedie voor
electronica"
„Sporen in het zand
„Gulliver's Reizen
Frontchirurg
Verhelderend
Haat
Vlater
Twee milliard opnamen per seconde. Blik in de toekomst
van film. „Integrale projectie in de ruimte". Cecil B. de
Mille in de woestijn. „Hoe zeg ik S-lijn in hel Arabisch.''
„Ijs, bier en limonadeEn liet einde van de Exodus
„If aarsc.hijnlijk mijn laatste, in elk geval mijn grootste film
Roy Rogers adopteert Brits weesje. Hopalan Cassidav in
het nauw. Olifanten om hem te ontzetten. Royal Film
Performance in Londen.
Het doel
Levendige vergadering
(Door Norman Collins
De Fontein, Utrecht)
Uiig.
(Door A. Strabel Uitg.
StrengholtAmsterdam)
(Door Hans erner, Richter
Uitg. De BoekerijBaarn)
door Jonathan Swift Uitg.
Wereldbibliotlieek, Amsterdam
ZATERDAG 20 NOVEMBER 1934
PAGINA 10
KARL ESKELUND
Toen ivij een jaar of tivee geleden een vraaggesprek hadden mei de,
bekende, journalist en schrijver Karl Eskelund, vertelde deze ons, dat hij
op het punt. stond een reis door India en Indonesië te gaan maken, hij
wilde gaan zien, hoe deze tivee jonge staten het stelden en hoe zij zich
ontwikkelden. Het was duidelijk, dat Eskelund zijn sympathie bij voor
baat schonk aan de jonge staten. Anderzijds is hij te eerlijk om tegen zijn
gemoed in te praten dat bewezen reeds zijn andere reisverhalen, die
hier in Nederland een groot publiek hebben gevonden, 'lerecht, want
Eskelund is een scherp opmerker en boeiend verteller.
Het uas dus geen iconder, dat wij bijzonder benieuwd waren naar de
ervaringen, die Eskelund in Indonesië op zou doen. Zijn kennismaking
met het nieuwe India is een teleurstelling voor Item geworden, die hij
zonder enige terughoudendheid uitschreef in „hen overstapje naar het
Nirwana" UitgH. J. W. Recht, Amsterdam, 1953). Het nas met hoog
gespannen verwachtingen, dat Eskelund en zijn charmante Chinese vrouw
Chi-yun de reis naar India aanvaardden. Daarom naren de desillusies des
te groter. De wantoestanden, die de Eskelunds er aantroffen, naren niet
terug te brengen tot wat men zou kunnen noemen „de geboorteweeën van
een nieuwe staat". De fundamenten deugden niet, meent de schrijver, en
hij trijst de voze plekken daarin scherp aan.
len, om met eigen ogen te zien hoe in
kleine dorpen in Borneo dertig en meer
jaren geleden reeds kleine scholen waren.
Pas na de overheersing van Java zijn
deze scholen verdwenen!
Eskelund echter rept hier met geen
woord van. Nu hij deze misschien wel
meest onpartijdige inlichtingen van men
sen, die niet door baatzucht doch offer
vaardigheid naar het verre vreemde land
waren gekomen, gedreven door mensen
liefde en niet door zelfzuchtige motieven,
doodgewoon negeerde, komt zijn gehele
verslag op nogal losse schroeven te staan.
Daardoor is dit met grote belangstelling
verbeide boek, hoe boeiend de auteur zijn
interessante reisavonturen overigens ook
heeft verteld, niet geworden wat wij er
van gehoopt hadden. Het beeld is piet vol
ledig en dus niet geheel betrouwbaar,
en men moet al te veel tussen de regels
door lezen.
Nogmaals vragen we ons af, wat de
schrijver hiermee kan hebben voorgehad.
R.
Hoe nu ziet Eskelund de situatie in
Indonesië?
Dat is de vraag, die wij ons sinds ons
gesprek met hem herhaaldelijk hebben
gesteld en waarop het langverwachte
boek „INDONESIAN ADVENTURES",
dat volgende week verschijnt bij de Lon-
dense Uitgeversmij Burke, antwoord zou
moeten geven. Het boek doet het slechts
in zoverre, als men tussen de regels door
kan lezen. Karl Eskelund haalt verklarin
gen pro en contra aan, hij schijnt daarbij
de partijen gelijke kansen te geven, maar
hij doet geen persoonlijke uitspraak.
De Eskelunds bleven een half jaar in
Indonesië. Zij bezochten Sumatra, Java,
Bali, Borneo en Macassan op Celebes.
Betrekkelijk veel in zo korte tijd, maar
dat behoeft voor een scherp waarnemer
als Eskelund nog geen nadeel te zijn
de eerste indrukken zijn dikwijls het
zuiverst. Het staat voor ons vast, dat
de auteur in die tijd genoeg gezien
heeft om een persoonlijk oordeel over
de jongste staat van de wereld en des-
zelfs regering te kunnen vormen. Maar
waarom sprak hij het niet uit? Waar
om blijkt er tenslotte uit dit boek niet
eens, of Eskelund Djakarta een kans
geeft of niet?
De lezer moet zelf maar schiften: de
schrijver noteert uitbarstingen van haat
tegen de Nederlanders, soms onzinnig en
kinderlijk. Omgekeerd zijn er felle aan
klachten tegen de heerschappij van Java
en er worden in dit verband feiten aan
gehaald, die de „bevrijding" van de niet-
Javaanse eilanden niet direct tot een be
gerenswaardige zaak maken. Integendeel!
De Javanen worden er gezien als indrin
gers, met wie men niets gemeen heeft
als overheersers. Maar vreemd genoeg
Eskelund. die er anders altijd gauw ge
noeg bij is om het zijne over iets te zeg
gen, bepaalt zich, na de uitvoerige weer
gave der gesprekken, terloops tot een en
kele opmerking.
Een voorbeeld. Eskelund ondervroeg
een hoge ambtenaar (dus: een Javaani ^of
wat hij noemt „Javanese imperialism."
„Waarom nemen de Javanen op de
eilanden alle belangrijke functies in? Ik
vind dat verkeerd. De Bataks bijvoor
beeld zouden het toch best zonder u kun
nen stellen".
De Javaan dacht van niet.
„Maar waarom niet?", drong Eskelund
aan. Het antwoord luidde: „Wij zijn
anders".
,.In welk opzicht?"
„Welehpsychologisch", ant
woordde de Javaan en glimlachte, blij dit
woord te hebben gevonden. „Wij zijn
psychologisch beter geschikt om ambte
naren te zijn", vervolgde hij.
Eskelund vroeg om nadere uitleg en
toen begon de hoge ambtenaar te lachen.
„Wij zjjn niet erg energiek", zei hij.
„We zijn daarom van nature bestemd om
in een stoel te zitten en niet veel te doen
Commentaar van de auteur: „Ilij zei het
hij wjjze van grap. maar ik denk, dat hu
heel goed wist, dat er flink wat waarheid
in dit woord school".
Karl Eskelund verheelt niet, dat de
haat tegen de Nederlanders op misleiden
de wijze werd aangekweekt en wordt ge
voed. Zijn eerste zegsman, een collabora
teur uit de Japanse bezetting, geeft daar
een paar ontstellende voorbeelden van.
Voorts leze men het bijna tragi-comische
gesprek met studenten over het gebruik
van de Engelse taal op de universiteit.
Studenten en professoren kenden zeer
goed Nederlands en slechts matig Engels.
De studieboeken waren in het Nederlands
gesteld maar tóch brabbelde men En
gels om het gehate Nederlands maar niet
te hoeven gebruiken
De schrijver schildert de ontstellende
corruptie en de zorgelijke economische
toestand in dit van nature zo rijke land.
Hij beschrijft de uiterlijke tekenen van
verval en de achteruitgang van welvaart,
hygiëne en onderwijs. Ontstellend is het
te lezen, hoe bepaalde autoriteiten koste
wat kost de Nederlanders de schuld van
dit alles willen geven. Er waren er bij
voorbeeld. die klaagden over „de taktiek
van de Nederlanders om de Indonesiërs
dom te laten". Hier had de auteur een
ferm protest kunnen laten horeii.
Als hij zich tenminste terzake op de
hoogte had gesteld. Want Eskelund
heeft een belangrijke inlichtingenbron
overgeslagen. Dat hij geen feiten en
cijfers uit officiële Nederlandse bron
vermeldt, vermindert de waarde van
zijn geschrift dat hij de Missie hele
maal negeert, is echter een volledige
flater. De geschiedenis van Indonesië is
niet te schrijven met voorbijgaan van
de Missie. De missionarissen en zende
lingen hebben op alle terreinen van het
openbare leven een grote en niet weg-
denkbare invloed uitgeoefend voor
al ook op het onderwijs.
Eskelund doet echter, alsof hij hier
niets van af weet. Hij vertelt in het kort
het leven en werk van de Lutherse pio
nier, zijn landgenoot Nommensen, die in
de tweede helft van de vorige eeuw on
der de Bataks zegenrijk werk heeft ver
richt. Maar verder over de Missie geen
woord!
Met hoeveel vrucht zou hij zijn licht
hebben kunnen opsteken bij de ervaren
paters en broeders, die in steden, dorpen
en kleine nederzettingen onderwijs gaven.
Wij behoeven slechts de foto's van een
goede, oude vriend te voorschijn te ha-
Een Boedha.beeld, dat Eskelunds bewondering opwekte
WERELDNIEUWS
(Van onze filmredacteur)-
Het zal niet lang meer duren, of alle
nieuwe systemen voor het projecteren van
films, zoals Cinema Scope, Cinerama,
Vista Vision, Variform en hoe ze nog
meer mogen heten, zullen ons even primi
tief en ouderwets voorkomen als de eer
ste filmpjes, waarop de gebroeders Lu-
mière op 32 Maart 1895 enige uitgelezen
gasten onthaalden.
Jcan Painlevé, voorzitter van de Inter
nationale Vereniging van de Wetenschap
pelijke Film, heeft tenminste tijdens het
congres, dat deze vereniging in Rome heeft
gehouden, een nieuw technisch procédé
aangekondigd, waarmee het mogelijk is om
twee milliard opnamen per seconde te
maken.
Dit nieuwe procédé, dat reeds in de
praktijk is toegepast, zal het in de toe
komst mogelijk maken, de atoomverschijn
selen op beelden vast te leggen, te analy
seren en te bestuderen.
De geleerde wierp vervolgens een blik
in de (wat verder liggende) toekomst en
voorspelde, dat de wetenschappelijke film
eens de „integrale projectie in de ruimte"
mogelijk zal maken.
„Op het terrein van de wetenschappe
lijke film", aldus de geleerde, „zullen we
de dingen of het nu om microben dan
wel om menselijke vormen gaat niet
meer op een scherm zien geprojecteerd.
We zullen ze zien bewegen en leven in de
ruimte. Het zullen lichtende verschijnse
len zijn, zonder materieel bestaan, reële
voorwerpen zonder dichtheid. Hun bewe
ging, hun vorm, hun kleur zullen in de
ons omringende ruimte hangen. We zullen
ze van alle kanten kunnen onderzoeken,
aangezien we er ook omheen zullen kun
nen lopen. In het duister zullen we alle
levensvormen kunnen zien oplichten met
al hun karakteristieke hoedanigheden en
wel in voor het menselijke oog waarneem
bare dimensies".
Het is jammer voor Cecil B. DeMille,
op 73-jarige leeftijd de oudste, en groot
ste, regisseur van filmspektakels, die op
het ogenblik in Egypte bezig is aan „The
Ten Commandments" (De Tien Geboden),
dat het toekomstbeéld van Jean Painlevé
nog geen werkelijkheid is geworden. An
ders zou hij zijn publiek waarschijnlijk
nóg grotere ogen doen opzetten. Niettemin
belooft zijn nieuwste Bijbel-epos alles te
overtreffen, wat op dit gebied ooit aan de
fantasie van Hollywood is ontsproten.
De Engelse filmjournalist David Lewin,
die eens is gaan kijken, hoe DeMille het
er afbrengt, geeft van zijn ervaringen het
volgende verslag: Op Dinsdag 9 November
j.l. des middags om 4.23 uur vuurde Cacil
B. DeMille zijn pistool driemaal in de
lucht af en dat was het einde van de Exo
dus.
Terwijl duizenden figuranten langs hem
stromen en Charlton Heston, die Mozes
speelt, op z'ijn staf naast hem kwam staan
leunen, zei ik tot DeMille: „En wat doet
u nu met de Rode Zee"?
„De Rode Zee?", antwoordde DeMille.
„Wel, het is dertig jaar geleden, sinds ik
de vórige maakte. („De Tien Geboden",
die hij in 1923 regisseerde kostte drie
millioen gulden en had Theodore Roberts
als Mozes). En ik hoop, dat ik in die tijd
iets heb geleerd. We krijgen het best voor
elkaar. Het enige, wat we nodig hebben
is een tsorm. Ik moet een storm heb
ben. voordat de Israëlieten kunnen over
steken".
In tussen is DeMille in de woestijn
onder een verzengende zon en de mis
troostige blikken van 375 kamelen bezig
met het opnemen van andere scènes voor
zijn film-epos. dat f 150.000.- per dag kost.
De torens van ccn Boedhistische tempel op Java
Yvonne de Carlo, vrouw van Mozes,
omdat ze „de eenvoudige waardig
heid van een boer weet te paren aan
de geest van een prinses
(Tot nog toe is het alleen nog maar ko
lossaal maar we hopen het beste, zeg
gen zijn assistenten).
DeMille heeft een merkwaardige collec
tie sterren om zich heen verzameld.
Charlton Heston, die circusbaas was in
„The Greatest Show on Earth speelt de
rol van Mozes met behulp van tien baar
den a 500 per stuk-
„Die rol van Mozes zal ik m n leven lang
niet vergeten", zegt Heston. "Mr. DeMille
wil niet, dat ik eet of drink, als ik g*gri-
meerd ben en evenmin mag ik roken of
in een stoel liggen. Trouwens, ik mag he
lemaal niet zitten tijdens de opnamen. Ik
kan alleen maar op m'n staf leunen. Maar
zo kan je ook heel goed uitrusten, als je er
eenmaal de slag van hebt".
Yvonne de Carlo is de vrouw van Mozes,
speciaal gekozen, omdat z.e ,,de eenvoudi
ge waardigheid van een boer weet te pa
ren aan de geest van een prinses".
Anne Baxter speelt koningin Nefretiti.
„Dat is die juffrouw, op wie Mozes ver
liefd wordt, als hij nog prins is aan het
hof van de Pharao", leggen de leden van
de filmgroep uit. „Iemand anders is óók
verliefd op haar en zo bestaat er een drie
hoeksverhouding, tot Mozes de woestijn
in gaat".
Het draaiboek schrijft „zesduizend die
ren en vierduizend mensen" voor, met de
toelichting: .^Gebruik zoveel mogelijk baar
den en de oudste schoenen. Ook Nubiërs
(gitzwart)-."
DeMille neemt ze persoonlijk in ogen
schouw, geholpen door zijn assistenten in
jeeps met walkie-talkies en zijn medepro
ducent Henry Wilcoxon, vermonmd als n
kameeldrijver in lompen.
Door de luidsprekers waarschuwt De
Mille de figuranten: „Denk er om, nie
mand gaat voor Mozes uit. Iedereen blijft
achter hem lopen".
Dan klinkt een trompetsignaal en de
Exodus trekt de woestijn in. DeMille
schiet z'ijn pistool af, hetgeen „stop" bete
kent. De kamelen hebben een fout ge
maakt door te dicht bij de gipsen pyra-
mide aan de horizon te komen en haar
vare proporties verraden.
DeMille laat Wilcoxon per radio weten:
Ik wil, dat de kamelen in een S-lijn
ptrekken".
Wilcoxon: „Hoe. voor de drommel, zeg
S-lijn in het Arabisch?".
Vóór iedere opname wordt het oude
and van Egypte gewassen en geborsteld
net waterstralen (daarvoor zijn speciaal
twee bronnen geboord) en troepen man
nen met bezems.
Terwijl de duizenden figuranten wach
ten om opnieuw op te trekken, glijden
jongens met dienbladen tussen hen door:
Ijs, bier en limonade". Net als in Sche-
'eni'ngen op een hete Juli-dag.
Als hij voldaan is. belegt DeMille een
conferentie. Hij is altijd omringd door
een hele serie assistenten, twee secreta-
Het is precies dertien maanden gele
den, dat wij in dit blad onze Zaterdagse
rubriek openden voor het amateurto
neel.
Dat wij hiermee voldeden aan het
verlangen van zeer vele lezers bleek
wel uit de talrijke reacties, die wij
hebben mogen ontvangen. Evenzeer
bleek uit deze reacties, dat onze ru
briek zeer gewaardeerd en veel gelezen
wordt. De rubriek bleek voor vele ver
enigingen richtinggevend te zijn voor
de geest van de club en haar ontwik
keling. Wij menen dan ook niet al te
onbescheiden te zijn, als wij beweren,
dat de rubriek een stuk gemeenschaps
goed geworden is van ons amateurto-
neelliefhebbers.
Zoals wij in ons eerste artikel schre
ven was het doel van deze rubriek om
Uw liefde voor het toneel te vergroten
en de verenigengen tot hogere presta
ties aan te moedigen.
Als middelen hiertoe stipten wij o.a.
aan: voorlichting omtrent nieuw ver
schenen of nog te verschijnen stukken.
Aanwijzingen omtrent spel. regie, de
cor, etcetera. Het nagaan van de invloed,
die toneel op ons leven kan hebben en
die de beoefening van deze kunst on
getwijfeld heeft op de karaktervorming
van de spelers.
Dit alles en nog vele andere on
derwerpen hebben wij besproken. Wij
hebben o.a. ook onder de loupe geno
men, hoe wij als katholieken tegenover
het toneel dienen te staan. Hoe wij als
katholieken een heel speciale taak
hebben op dit gebied. Het toneel wil
Schroom niet om het woord te nemen
wil het publiek een spiegel voorhou
den van levenskunst, van levensstijl.
Hier kunnen en mogen wij al$ katho
lieken geen neutrale houding aanne
men. Wij zullen mettertijd op dit onder
werp nog wel eens uitgebreid terugko
men, juist omdat dit onderwerp voor
ons van zo groot belang is.
een uitbeelding zijn van het leven. Het
ken altijd getracht zo uitvoerig moge
lijk het waarom uit te leggen van de al
of niet innerlijke waarde van een stuk.
Zodat men onze motieven kon zien.
Deze kon aanvaarden of verwerpen.
Wij hebben nooit proberen te dwin
gen iets op ons gezag aan te nemen.
Hiervan zou men zelf rtiets leren. En
.onze rubriek is er juist op gericht om
iets te doen leren, om iets bij te bren
gen. om zelf te leren zien.
Als men een draak verwerpt, moet
men dat niet doen op het gezag van een
ander, maar op eigen gezag omdat men
zelf is gaan inzien, dat het een draak is
en dat nien door een draak te spelen
zich zelf verlaagt. Bij dit inzicht mo
gen anderen wel geholpen hebben,
maar als men het zelf niet inziet, grijpt
men er op een of andere dag toch naar
terug, al was het alleen om het suc
ces, dat dergelijke draken verzekeren.
Een bespreking van een stuk, die
iemand niet overtuigen kan, is nutte
loos.
Wij hebben nooit geprobeerd te dwin-
te invloed die van het toneel kan uit
gaan. Vandaar de grote verantwoorde
lijkheid van de spelers. Het toneelspel
is en blijft een vrije-tijds besteding.
Maar het is niet maar zo'n vrije-tijds
besteding zonder meer, zoals dammen
en zwemmen of een fietstochtje langs
Hollands dreven. Ook deze vrije-tijds
bestedingen hebben haar nut. maar met
de beoefening van het toneelspel ne
men wij een dienende taak op ons, zoals
degenen doen. die in hun vrije tijd zich
aan sociale arbeid wijden of aan een
apostolaat. Het amateurtoneel heeft op
onze volksontwikkeling een zeer grote
invloed, zoals ook lectuur en film deze
hebben. Daarom dienen wij te streven
naar een verantwoord amateurtoneel.
Alleen verantwoorde stukken zullen
deze invloed op onze volksontwikke
ling ten goede kunnen richten.
Wij hebben ook besproken de invloed
die toneel op ons zelf. op ons beoefe
naars heeft Op de vorming van ons
karakter. Het kweekt een zekere be
wegingsvrijheid aan, een zekere flair,
die wij in het leven zo nodig kunnen
hebben.
Daarom hebben wij in deze rubriek
altijd willen ingaan op het toneel zelf.
Op het toneel in het algemeen. Op zijn
waarde, zijn karakter. Aan de voorstel
lingen zelf wordt reeds voldoende aan
dacht in de kranten door de recensen
ten besteed. Hier behoefden wij nooit
verder op in te gaan. Zo verkreeg
onze rubriek een' eigen heel speciaal
karakter.
Wij hebben het toneel gezien als een
spontane natuurlijke uiting van de
mens zoals ook de dans en de muziek
zijn. Overal ter wereld wordt toneel
gespeeld en te allen tijde. Het toneel is
zo oud als de mensheid zelf. Het is veel
ouder dan de lectuur en de film. Het
is tegelijk ontstaan met de muziek en
dans. En juist, omdat het zo een na
tuurlijke uiting van de mens was. Wij
zien de beoefening van het toneel al bij
het kleine kind. Het vadertje en moe
dertje spelen, of als zij wat groter zijn
tramconducteurtje, is niets anders, al is.
het misschien een zeer primitieve vorm
van toneel.
Onze rubriek is op deze manier in
derdaad een rubriek geworden, die wij
niet meer missen kunnen Toch zouden
wij haar in de toekomst graag een an
der aanzien geven. Het moet meer een
rubriek worden van ons allen. Niet een
rubriek, waarin wij alleen maar schrij
ven ter voorlichting van U maar waar
in U ook schrijft. Waarin U ook Uw me
ning kunt laten horen, Uw zienswijze
ten beste kunt geven. Waarin U Uw
Een genoeglijk boek, dat zonder al te
grote spanningen,
zellig
ideeën naar voren kunt brengen. Waar
in wij elkaar kunnen bereiken. Tot nu
toe liet U het alleen maar bij reacties,
waaruit Uw instemming met onze ar
tikelen bleek. Van enkele zeldzame
reacties, waayuit het tegendeel bleek,
hebben wij altijd gauw een dankbaar
gebruik gemaakt.
Shroom niet om het woord te nemen
in onze levendige vergadering, die wij
zo graag van onze rubriek willen ma-
kem Wij of Uw medelezers zullen U
het antwoord niet schuldig blijven.
HANS VAN BERGEN.
de lezer zo echt ge-
bezig houdt, omdat het vertelt
van kleine zielsconflicten en sommige
mensenfiguren zo diep doorschouwd wor
den. Bepaald slecht is geen enkel be
schreven karakter en als er toch han
delingen zijn, die een drama tengevolge
hebben, komen die meer uit zwakheid
en ijdelheid voort.
Wij worden in kennis gebracht met
de leiding en pupillen van een Engels
weeshuis dat naar de stichter 'De Aarts
bisschop' wordt genoemd en met een
verkwikkelijke humor worden allerlei
situaties verteld. Verwikkelingen, die
zich voordoen tussen regenten, maar ook
conflicten door het wangedrag van enke
le kinderen. De grote verrassing komt
pas aan het einde, waardoor de houding
van bepaalde personen eerst duidelijk
worden.
De toestanden in het weeshuis doen zo
nu en dan aan beschrijving van Dickens
denken en men voelt dezelfde kille ge-
stichts-atmosfeer, die deze meester-ver-
teller wist te scheppen. Men geniet voor
al van de grappige antwoorden, die het
meisje Sweetie in de mond worden ge
legd als zij bij de directeur op het mat
je moet komen. Een andere interessante
figuur is haar jong vriendje Ginger, die
er nog al eens uitbreekt en wie zij
trouw blijft, ook wanneer zij later een
betere partij kan doen.
Kostelijk is ook een der leraren Mr.
Prevarius met zijn zucht naar mondain
avontuur getekend. Een zeer sympa
thieke persoonlijkheid is het dienstmeis
je Margaret, die bij haar eigen leed
door de gaafheid van haar karakter in
de vrij sinistere omgeving van het wees
huis een stukje zonneschijn brengt. Hoe
geniet men ook van het optreden van
dr. Trump, de rechtzinnige, maar eer
zuchtige geestelijke en directeur, voor
wie overigens deugdzaamheid uitsluitend
fatsoen betekent.
In de Nederlandse taal is dit het eerste
en enige werk op het gebied van de radio
televisie* radar, electronica en het ver
dient alvast een goede noot omdat het
tracht bij het rangschikken der n-euw«
begrippen, termen en uitdrukkingen met
de"belangen van het Nederlands rekening
te houden.
Voor technici, studerenden, radio-ama
teurs en andere belangstellenden om zijn
rijke inhoud van gegevens op electronisch
terrein zo goed als onmisbaar
Hoofdpersoon in deze roman, die een
herschepping is van de eigen jeugdjaren
van de schrijver, doorgebracht aan de
Oostzee tussen de steile kust en de beu
kenwouden, de badgasten en vissers,
is een jongen die tot zijn negentiende
jaar kind blijft en wiens jonge leven in
het bijzonder wordt beheert door twee
mensen, de geliefde Meta en de frivole
Kathie.
Met veel talent geeft Richter gestalte
aan de jeudg van deze jongen, een jeugd
die verweven is met het leven op een
vissersdorp, dat zomers een drukke bad
plaats is. Op de voet volgt hij de eerste
levensjaren van deze knaap, die lang
zaam naar een grotere zelfstandigheid
groeit, totdat hij de beslissende stap zet
en het ouderhuis verlaat, om zich in
Berlijn als bediende in een boekhandel
te vestigen. En op de achtergrond schetst
hij de politieke ontwikkeling in Duits
land tot de opkomst van het Duitse natio
nalisme. waarvan met reserve en ironie
verhaald wordt. Een roman die verrast
door de warme sfeer en de humor die er
uit spreekt.
Dra M.J.Schenk zorgde voor een uit
stekende vertaling.
Wie Gulliver's reizen naar verschil?en-
de landen der wereld in allerlei kinder
boeken heeft zien verminken, moet het
als een verkwikking voelen, dat hij deze
onvergankelijke satire uit het jaar 1726
weer eens in een voortreffelijke vertaling
kan lezen. Swift heeft de mensen van zijn
tijd met ai hun fouten en gebreken vaak
met sarcastische ironie getekend. Maar
het diepste wezen van zijn meesterwerk
was echte mensenliefde. Hij schreef, op
dat vooral de machtigen, die het lot van
de kleine man in handen hadden, tot be
ter inzicht zouden komen; opdat zij de
ook toen wrede oorlogen zouden vermij
den en een betere maatschappij zouden
instellen.
Ook in onze dagen kan men er nog
zeer veel van leren.
Een verslag door Peter Bamni,
vertaling F. Herkes Uitg.
Het Spectrum, Utrecht
„De operatiezaal is ook een slagveld.
Het is dezelfde wetenschap, die hier met
de hoogste graad van technische verfij
ning levens tracht te redden, dat zes kilo
meter verder met de hoogste graad van
technische verfijning wordt vernietigd.
Voor de succesvolle toepassing van de
wetenschap van de vernietiging zowel als
in de redding van levens verleent men
dezelfde onderscheidingen".
Dat is een der Ironische opmerkingen
in het verslag van de Duitse veldtocht
in Rusland, door een chirurg, die in beide
wereldoorlogen aan de fronten heeft ge
werkt. Een boek, uit de Prisma-serie,
dat de indruk van echtheid en ook van
menselijkheid geeft midden in de waan
zin van Hitiers oorlogsonderneming. Een
boek, dat de gruwel van de oorlog be
schrijft, zonder in griezelige details te
verzinken. Het is het werk van de mens,
die zijn gewonde medemens poogt te red
den. Omdat deze mens is, niet omdat hij
een vechter is. Daarom is het zo'n sym
pathiek boek.
ressen (een derde thuis), een stoelenjon-
gen, die niets anders te doen heeft dan
een'stoel achter zijn meester aan te dra
gen zodat deze zonder op- of omzien kan
gaan zitten en een microfoonjongen, die
kilometers draad achter zich aansleept en
behendig manoeuvreert met een waaier
om dé^vliegen van DeMille te verjagen.
DeMille werkt al twee jaar aan „The
Ten Commandments, maar zijn taak zal
niet voltooid zijn, alvorens het volgende
jaar èn 8.000.000 dollars 28.500.000) aan
hun eind zijn gekomen.
Tegen het vallen van de avond, als de
Exodus is ontslagen, leunt DeMille in zijn
stoel achterover en zegt peinzend: „Dit
zal waarschijnlijk mijn laatste film, maar
in elk geyal mijn grootste zijn".
Roy Rogers, Amerika's zingende cow
boy en zijn vrouw wensen een 13-jarig
Brits meisje te adopteren, dat vijf maan
den geledén voor vacantie op hun ranch
kwam. Het meisje is Marion Flemming
en Mr. Mrs. Rogers leerden haar kennen
tijdens een bezoek aan het Dunford-wees-
huis in Edinburgh.
„Het zou ons hart breken, haar te moe
ten verliezen", verklaarde Roy Rogers,
VoLgens de regels van het weeshuis
moet Marion tot haar zestiende jaar daar
blijven. De autoriteiten hebben echter
intussen verklaard, dat Marions vader
wenst, dat ze in Amerika blijft en dat de
nodige schikkingen zouden worden ge
troffen om aan deze wens te voldoen.
Een andere Amerikaanse (film)cowboy,
Hopalong Cassidy, is door een persoon
lijk optreden oorzaak geweest, dat in Mel
bourne Australië) tal van kinderen onder
de voet werden gelopen, toen 15.000 hy
sterische mensen een circus probeerden
binnen te dringen, dat hoogstens 5000
personen kon bevatten.
De voorstelling moest binnen vijf minu
ten worden gestaakt. Toen was Cassidy s
cowboy-uitrusting van zijn lichaam ge
rukt en moest hij zich door een woest
dringende menigte naar zijn outo worste
len, Vier invalide kinderen, onder wie
één op een draagbaar, moesten door de
politie over de hoofden van de menigte
heen in veiligheid worden gebracht.
Tenslotte maakte het circuspersoneel
gebruik van twee olifanten om de
schreeuwende mannen, vrouwen en kin
deren, die probeerden dichter bij hun
cowboy-afgod te komen, op een afstand
te houden.
Cassidy's eigenlijke naam is Williom
Boyd. Hij is 59 jaar en heeft wit haar. Hij
bevindt zich op het ogenblik in Austra
lië op een tournee van elf dagen ten bate
van de Vereniging tot hulp aan Invalide
Kinderen in New South Wales. 106,1
Cassidy zich per auto naar het centrum
van Melbourne begaf tot bijwoning van
twee kindervoorstellingen, schatte de po
litie de menigte van zijn bewondeiaars in
de straten op 100.000 personen.
De ontvangst, die Willi301 Boyd in
Australië ten deel is §eX_a ;e^L' 6t on"
willekeurig denken aan het bezoek dat
Audrey Hepburn onlangs hier te lande
heeft gebracht.
Dit is eveneens het geval met het vol-
CTende bericht*
Ferrer en Hepburn zijn aangezocht om
de hoofdrollen te vertolken m De Ge
temde Feeks" waarmee het Shakespeare-
theater In Stratford (on-the-Housatomc
in Amerika) zal openen.
Maar hier gaat het om José Ferrer en
Katharine Hepburn en met om Mel Fer
rer en Audrey Hepbuin.
Cecil B. De Mille filmt ..De Tien
Geboden" in Egypte.
Dp Roval Film Performance, die Maan-
in de Londense Empirtbioscoop is
gehouden, is dit jaar geen onverdeeld
succes geworden. Zeker met wat het oor
deel van de Engelse filmcritici betreft.
De eer om te worden vertoond in tegen
woordigheid van de Britse koninklijke
familie was ditmaal te beurt gevallen aan
de film „Beau Brummell" van Metro Gold-
wyn Mayer, waarin met veel Hollywoodse
fantasie en met Stewart Granger tn de
titelrol de levensloop wordt geschetst van
één der merkwaardigste figuren uit de
Engelse historie rond het einde van de
achttiende eeuw.
Patrick Gibbs besluit zijn beschouwing
in „The Daily Telegraph" over de film
met de opmerking: „Als de figuren even
rijk waren geweest als de kleuren, zou de
Stewart Granger speelt de titelrol
in de M.G.M.-film „Beau Brummell"
die (volgens de Britse critici ten on
rechte) werd uitverkoren voor de
Royal Film Performance in Londen.
indruk van de film heel anders zijn ge
weest". De criticus van „The Times" komt
tot de conclusie, dat de rolprent de eer van
een Royal Film Performance onwaardig is.
Het scherpst in zijn vonnis Is Leonard
Mosley in de „Daily Express", die zijn be
spreking begint met de vraag: „Waarom
zijn de organisatoren van de Royal Film
Performance niet tevreden met hun jaar
lijkse prestatie, de Koningin met hun keus
te vervelen. Waarom moet zij nu ook nog
in verlegenheid worden gebracht. Want
„Beau Brummell" is één der meest gênante
films, die ze maar bij mogelijkheid hadden
kunnen uitkiezen.
De film handelt over voorouders van de
koninklijke familie, die nog niet zo lang
geleden hebben geleefd en ze maakt die
belachelijk.
Stel u voor een filmvoorstelling te moe
ten bijwonen, waarin
1. één van uw voorouders. Georg III,
gek wordt in de St George-kapel van
Windsor en op een krankzinnige manier
verstoppertje speelt in de gangen van het
kasteel,
2. de prins van Wales in tranen uitbarst,
omdat een eerste minister hem niet toe
staat te trouwen met „de vrouw, die hij
liefheeft" en
3. de éne scène na de andere de leden
van de koninklijke familie belachelijk
maakt en de draak steekt met de monar
chie"-
De organisatoren van Engelands meest
grandioze filmfestijn van het jaar hebben
ditmaal kennelijk geen goede beurt ge
maakt.