witte doek
JONG AUTEUR OP ZOEK
naar een zuiverder werkelijkheid
Werkcongres „Ons Leekenspel
BOEKEN OVER KUNST
De Uitkijk in Amsterdam 25 jaar
I
V
Gezonde kijk een eerste vereiste
maandblad voor filmvrienden
ZATERDAG 11 DECEMBER 1934
PAGINA 10
„Vieren maaronderscheiden Diploma of Merit op Eden-
burgh Filmfestival Nieuwe opdrachten voor Herman v.d.
Horst Nederlandse filmproductie valt mee Alleen met
de speelfilms vlot het niet Royal Film Performance
Royal Film Fiasco „Veilig gelijk aan „vervelend „Ge
schikt" synoniem aan „dom" Koningin Elizabeth mishaagd
Hertog van Edinburgh beduusdLionel Barrymore's
erfenis Niet voor bloedverwanten „Filmforum" Voor
de lezeressen.
wMMmmx
Noud van den Eerenbeemt schreef een
poëtisch verhaal
V)
„Railplan 68"
Documentaire van Louis A. van
Gasteren
RIJKSCOMMISSIE
JEUGDTONEEL
BESTVERZORGDE BOEKEN
Zuiverheid
begint
De
reis
KUNSTGESCHIEDENIS DER
NEDERLANDEN HERDRUKT
EEN KWART EEUW
FILMKUNST
film>
forum
Hans van Bergen
Moderne kunst
DRIEMAAL BETJE EN AAGJE
WERELDNIEUWS
(Van onze filmredacteur).
De film „Lekko" („Vieren maar") van
de Nederlandse cineast Herman van der
Horst heeft, aldus werd verleden week
bekend gemaakt, op het enige tijd gele
den in Edinburgh gehouden Filmfestival
de hoogste onderscheiding verworven, na
melijk het „Diploma of Merit".
Tijdens dit festival zijn 30 hoofdfilms
en 200 korte films uit 38 landen vertoond
en „Lekko" was een van de vijf films, die
door het Nederlandse ministerie van O.,
K. en W. voor het Festival waren geselec
teerd.
Genoemd ministerie heeft, zoals reeds
gemeld, aan Herman van der Horst een
subsidie verleend voor de vervaardiging
van een documentaire film over Neder
land Het moet een in artistiek opzicht
verantwoorde film worden, die de toe
schouwer een indruk geeft van Nederland
in al zijn wisselende aspecten. Een film,
die niet een uitgesproken reclam'ekarak-
ter mag hebben, maar waarvan juist door
haar filmische schoonheid de propagan
distische waarde voor ons land van be
tekenis kan zijn.
Een opdracht, die bij Herman van der
Horst, onze meest geïnspireerde en be
gaafde filmer, in goede handen is.
Op het ogenblik heeft Van der Horst
twee films in productie „De Zwaan
een film met een vertoningsduur van 18
minuten, over het waterland, eveneens m
opdracht van het ministerie van O., K.
en W. en een film van 10 minuten ter
bevordering van de natuurbeschermings
gedachte in opdracht van de Contactcom-
missie voor Natuur- en Landschapbe-
scherming. Voor beide films zijn draai
boek, regie, camera en montage van Her
man v. d. Horst zelf.
En nu we toch aan de Nederlandse iil-
merij toe zijn. is het misschien niet on
dienstig eens na te gaan, wat er zoal in
Nederland aan film(pje)s wordt gepro
duceerd.
De productie van speelfilms met een
normale vertoningsduur, vlot nog steeds
niet. Met „Het Wonderlijke Leven van
Willem Parel", een Joop Geesink's fita'
productie, waarvan ieder al heeft ge
hoord is de zaak bekeken. Maar diezelfde
Katherine Hepburn (45 jaar)
Vivien Leigh (41 jaar) en
Rosalind Russell (42 jaar)
Joop Geesink kan, wat zijn korte poppen-
films in technicoloV betreft, het werk
nauwelijks aan. In „Dollywood", dat is
ondergebracht in de Cinetone Studio's te
Amsterdam, staan op het ogenblik zes
van dergelijke filmpjes met een verto
ningsduur van gemiddeld drie minuten,
voor Italiaanse opdrachtgevers op stapel.
Verder zijn er opdrachten uit Duitsland,
Engeland, Zweden. Amerika en Neder
land.
Ytzen Brusse is bezig aan twee films
van twintig minuten („Atlantic Commu
nity Nederland" en „Atlantic Community
België") in opdracht van de United Sta
tes Information Agency en aan een Ne
derlandse documentaire over de scheeps
bouw. Carillon Films (Ted de Wit en Ge
rard J. Raucamp) hebben een kleuren
film voor de K.L.M. voor hun camera's.
Deltafilm maakt een kleurenfilmpje in
opdracht van het ministerie van Land
bouw, Visserij en Voedselvoorziening.
Bert Haanstra werkt aan ,,God Shiva", 'n
documentaire van 12 minuten in opdracht
van het ministerie van voorlichting van
de republiek Indonesia in samenwerking
met de Stichting voor Culturele Samen
werking en de Marten Toonder Film N.V.
heeft „De kring om de maan" in produc
tie, een tekenfilm in kleuren van onge
veer 10 minuten.
„Visie", waarin Max de Haas, Prosper
Dekeukelaire en E. van Moerkerken sa
menwerken produceert onder de titel
„That is Holland" 'n dertigtal korte films
over Nederlandse onderwerpen. Triofilm
is bezig met de vervaardiging van een ze
vental propagandafilms („Wij van de
B.B.") en bedrijfsfilms en Herman Was-
senaar's Filmproductie werkt aan een
drietal propagandafilms o.a. in opdracht
van het ministerie van Landbouw en van
N. S. u
Rex Film, gevestigd in Hoensbroek, die
op het ogenblik „Sjors van de Rebellen
club", een jeugdfilm met een vertonings
duur van 87 minuten in productie heeft,
zal in het komende voorjaar beginnen
met het vervaardigen van een aantal
speelfilms voor de jeugd, die grotendeels
in Limburg zullen worden opgenomen.
Gestart wordt met de verfilming van het
sprookje van Thea Eyssen, getiteld „Van
een prinses, die niet lachen kon". De
schrijfster van dit sprookje zal zelf mee
spelen in de film.
En tenslotte heeft Polygoon-Profilti 'n
indrukwekkende productielijst, van in
totaal een twintigtal films, waarop o.a.
voorkomen „De Brug", een documentaire
over de Koninklijke Landmacht; „Het
dagelijks leven in Nederland", „Cultureel
leven in Nederland" en „De film, die zich
zelf maakte", alle in opdracht van de
Rijksvoorlichtingsdienst.
Zoals men ziet, een dorre opsomming,
maar die we onze lezers niet willen ont
houden, omdat zdj een even verrassende
als bemoedigende indruk geeft van de
filmproductie in Nederland.
In Engeland wordt druk nagekaart over
de Royal Film Performance, die door
sommige bladen is herdoopt in Royal Film
jTjasC0
De Engelse filmcritici hebben, zoals
wij toen meldden, hun banvloek over de
film „Beau Brummell", de keuze van dit
jaar, uitgesproken.
Aanvankelijk hielden de tien mannen,
die de film hielpen uitkiezen vertegen
woordigers van Britse filmproducenten,
bioscoop-exploitanten,Hollywoodse film
maatschappijen en de charitatieve instel
ling uit het filmbedrijf, die de voorstel
ling organiseert hun neus in de wind.
Hun mening luidde„De critici waren
mis niet de film. Het is een goede rol
prent, waaraan geld zal worden ver
diend".
„Natuurlijk", aldus schreef David Le-
wi'n in de „Daily Express", „meenden de
heren dat „Beau Brummell" „veilig" en
„geschikt" was. Maar in de terminologie
van de Royal Film Fiasco's staat „veilig''
gelijk met „vervelend" en is „geschikt"
synoniem aan „dom"."
Toch zijn, naar later bekend is gewor
den, de leiders van het filmbedrijf in
Londen bij elkaar geweest om een nieu
we methode te zoeken, volgens welke de
film voor de Royal Fiim Performance in
de toekomst zal worden uitgekozen.
Er is namelijk uitgelekt, dat de keuze
van de film „Beau BrummèU" de Engelse
koningin heeft mishaagd. Toen aan het
slot van de film het licht opging, keken
de koningin en de hertog van Edinburgh
strak voor zich uit en verlieten met prin
ses Margaret snel het theater, zonder veel
te zeggen. De koningin was, evenals haar
beroemde voorzaat koningin Victoria bij
een beroemd geworden gelegenheid, „niet
geamuseerd" en de hertog van Edinburgh
heeft in 'n particulier gesprek verklaard,
dat hij „beduusd" was door de „armzalige
In dé kringen, die bij de Royal Film
Performance zijn betrokken, is men zo
geschrokken van de opschudding, die de
keuze van de film heeft veroorzaakt en
over de koninklijke afkeuring, dat ze een
particulier „onderzoek" hebben gelast.
Vóór het volgende jaar zullen wijzigingen
worden gebracht in de manier, waarop de
film wordt gekozen.
Zelfs Metro-Goldwyn-Mayer. de produ
centen van de film waren verbaasd, dat
,Beau Brummell" was gekozen voor een
koninklijke voorstelling. Ze hadden een
andere film, een „musical", ingezonden
getiteld „Seven Brides for Seven Sisters",
die wellicht beter geschikt was geweest.
Dit is de eerste maal sinds deze voor
stellingen in 1940 begonnen, dat, zover be
kend, de koninklijke familie van haar
verbazing en teleurstelling over de keu
ze van film heeft doen blijken.
Sir Alexander Korda, de bekende Brit
se filmproducent, heeft voorgesteld, dat
in de toekomst iemand in de keuzecom
missie wordt opgenomen, die is benoemd
door het bureau van de Lord Chamber
lain en die moet toezien, dat de film ge
schikt is voor de gelegenheid. Dit voor
stel, dat de zwijgende instemming van de
koninklijke familie zou hebben, wordt
thans door de organisatoren van de voor
stelling overwogen.
Lionel Barrymore, de verleden maand
overleden filmster, heeft er voor gezorgd,
dat niemand van zijn bloedverwanten iets
erft van zijn vermogen, dat 100.000 dollars
(f 350.000) groot is. Zijn vrouw is dood en
hij had geen kinderen.
Niet dat hij een hekel had aan zijn zus
ter Ethel of aan zijn neven en nichten,
maar alles gaat naar zijn trouwe verpleeg
ster, Florence Wheeler. Zij heeft zijn
vrouw de actrice Irene Fenwick, tijdens
haar laatste ziekte verpleegd en jaren lang
heeft zij hemzelf in haar huis verzorgd.
In zijn testament staat dan ook uitdruk
kelijk, dat niemand, die aanspraak kan
doen gelden op de erfenis, meer dan een
dollar zal ontvangen.
Dit is wat prins Axel van Denemarken
onlangs tijdens een lunch met sterren en
kopstukken uit het filmbedrijf heeft ge
zegd: „Het belangrijkste van alles is, wat
u doet voor de arme man, die een lelijke
vrouw of de arme vrouw, die een ver
velende man heeft. Ze kunnen uw acteurs
en actrices zien en hun eigen moeilijkhe
den vergeten".
En dit is nu juist, wat door velen het
meest aan de Hollywoodse droomfabriek
wordt verweten
Herman van der Horst, onze meest
geïnspireerde en begaafde filmer.
In het jongste nummer van „Film
forum" komt dr J. M. L. Peters in verweer
tegen de critiek, die R. F. Bordewijk ge
leverd heeft op zijn voordracht, over film
kunde, welke hij tijdens de Utrechtse
filmstudieweek heeft gehouden. Het arti
kel wordt opgeluisterd door twee na
schriften: van de heer Bordewijk en
nog eens de heer Peters.
Naast een aantal uitvoerige en beknop
te filmcritieken bevat het nummer een
ironisch verslag en een hekeldicht over
het bezoek van Audrey Hepburn aan Ne
derland. terwijl A. G. Nieuwendijk een
aantal ook door ons reeds geopperde
bezwaren aanvoert tegen het in het
Nederlands nasynchroniseren van buiten
landse films.
De reeks artikelen van dr Ludwig Ber
ger in een vertaling van A. van Domburg
onder de titel „De Onzichtbare Film
wordt voortgezet met het hoofdstuk „Re
gie-problemen".
Tot slot nog iets, wat vooral de leze
ressen van deze rubriek zal interesseren.
John Robert Powers, leider van een der
voornaamste bureaux voor mannequins in
New York heeft uitgemaakt, dat „de
beste jaren van een vrouw" pas na de 35
komen en hij bewijst dat met voorbeelden
uit de (film)praktijk:
„Joan Crawford <46 jaar) en. Gloria
Swanson (55) verduisteren", aldus heeft
hij verklaard, „onze jonge sterretjes. Ro
salind Russell (42), Katharine Hepburn
(45) en Vivien Leigh (41) stellen zoge
naamde „glamougirls" als Marilyn Mon
roe (2') in de schaduw, omdat zij hebben,
wat de laatste nog moet verwerven: een
innerlijke gloed, die slechts met de rijp
heid komt.
De elementen, waaruit ware schoonneia
bestaat zijn pas in vrouwen boven de 35
op de meest volmaakte wijze gemengd:
karakter, diepte en essentiële finesses.
Pas de rijpe vrouw is werkelijk mooi
Wie durft nog in zijn dromen geloven? En wie van de weinigen lieeft
de moed om alles in de steek te laten en de droom dat diepe heimwee
in de ziel naar het ware geluk, dat dichtbij in de ogen van een mens,
maar ook onbereikbaar in de verte kan liggen na te jagen?
Bij dc Uitgeverij Paul Brand te Bussum verscheen een kleine roman over
een dichterlijk dromer, die op zoek gaat, bet onbekende in. Dc jonge
auteur. Noud van den Eerenbeemt, beeft met dit boek. „SEPTEMBER',
een debuut geleverd dat in alle opzichten dc aandacht verdient. Het is
een ongemeen aantrekkelijk verbaal, omdat het alle kenmerken van de
jeugd draagt. Het is romantisch en ongecompliceerd. De sfeer is zo
ongerept en natuurlijk, dat het een genot is om in deze zuivere wereld te
vertoeven. De taal is volkomen met deze sfeer in overeenstemming: heel
poëtisch en gevoelig, maar toch met moderne directheid.
Ter gelegenheid van het 20-jarig be
staan van „Ons Leekenspel" zal op 27,
en 29 December in Concordia te Bussum
een werkcongres worden gehouden. Hier
voor bestaat in de kringen van het ama
teurtoneel veel belangstelling,
,Oris Leekenspel" gaf in de loop der
jaren bjjna 700 spelen uit. Het verstrekte
in 1934, het jaar der oprichting, 87 en
vorig jaar bijna 4000 adviezen- Het stond
in 1934 in relatie met 746 en vorig jaar
met bijna 7000 toneelgroepen.
In die jaren zijn een aantal prijsvragen
uitgeschreven, voor toneelstukken van
allerlei richting. Lekenspeidagen zijn ge
houden in Amsterdam, Rotterdam en
Den Haag, Lisse en Tegelen. Bovendien
zjjn toneelweken gehouden in Amster
dam. op Drakenburgh in Baarn. een
regiécursus in Limburg en congressen in
Zeist, Utrecht en Huis ter Heide.
Op het congres te Bussum zullen ver
scheidene deskundigen op het gebied van
(Van onze Haagse redactie).
Met subsidie van het ministerie van
O. K. en W. heeft Louis A. van Gasteren
een korte film vervaardigd onder de titel
„Railpian 68". Op suggestieve wijze word!
uitgebeeld, hoe in de weinige nachtelijke
uren tussen de laatste en de eerste tram
de rails op een Amsterdams kruispunt
wordt vernieuwd. Terwijl de nachtploeg
werkt, kruipen de wijzers van de klok
onbarmhartig voort. De toeschouwer wordt
geboeid door deze wedloop met de tijd en
voelt zich opgelucht als even over zes in
de vroege morgen de eerste tram veilig
over de pas gelegde staven dendert. Het
geen 't beste compliment is, dat men de
cineast kan maken.
het amateurtoneel verschillende vraag
stukken bespreken. Een aantal toneel
groepen zullen spelen opvoeren., O.a.
driemaal op één avond de bekende een-
acter van Brochet „De patatten van Sint
Felix", nl. als poppenspel, als maskerspel
en als lekenspel. Voorts is er een leken
spelforum ook het vraagstuk van de
films voor de jeugd wordt behandeld. Tot
besluit van het congres zal de amateurs
toneelgroep „Magna Pete" uit Rotter
dam optreden.
De minister van O.. K. en W. heeft in
gesteld een rijkscommissie van advies in
zake toneel voor de jeugd.
In deze commissie zijn benoemd als
leden: Joh de Meester (tevens voorzitter),
B. Albach. H. Leopold, dr N. C. A. Per-
quin, H. P. Plantenga. P. Post, P. J. W.
Steinz. als secretaris is benoemd H. J.
Michaël te 's-Gravenhage.
Van 14 December tot 4 Januari za] in
het Gemeentemuseum te Arnhem een ten
toonstelling worden gehouden van de
bestverzorgde 50 boeken in 1953. Op de
openingsdag zal prof dr W. J. M. A. Assel-
bergs een inleiding houden.
Er staat geen woord te veel in dit
proza. Soms schildert de schrijver een
stemming met één enkele zin. De (vooral
in de eerste hoofdstukken talrijke) tus
senvoegsels als uitroepen van mensen,
reclames en slagzinnen, wekken aanvan
kelijk wel eens een zekere wrevel zij
zijn soms als dissonanten in een heerlijke
lentemelodie. Tot men beseft, dat ze die
nen als een felle (en geslaagde) s u g-
gestie van het chaotische leven rond
om de hoofdpersoon. Het is een (overigens
niet ongevaarlijk) middel om de eenzaam
heid van deze jongeman te accentueren.
Noud van den Eerenbeemt schildert de
barre en boze wereld, waarin de jongen
Hans moet leven, dus niet met evenveel
woorden. Hij gaat subtieler en tegelijker
tijd effectiever te werk: hij roept net
spook van deze tijd, met z'n liefdeloosheid
en onwaarachtigheid, z'n hol vermaak en
allesoverheersende techniek, op door mid
del van de flarden van gesprekken, d'e
Hans hier en daar opvangt. Soms lijken
ze nietszeggend, woorden zonder zin of
verband. Maar de moderne'mens herkent
er toch zijn „problemen" en als hij de
moed heeft om ze te zien zijn tekor
ten in.
Het is geen wonder, dat de tedere en
gevoelige Hans zich in deze wereld een
eenzame voelt. Hij is een echt, eenvoudig
natuurkind, dat gelukkig kan zijn bij het
zien van verre bossen en zilveren stromen
en bij het ruiken van de aarde en het
water. Hij heeft nog iets van de Paradij
selijke verrukking in zich. Dit wil zeggen:
een onvertroebelde blik en eerbied voor
dc natuur.
Inderdaad boven alles treft ons in
dit boek de volstrekte zuiverheid. Een
roman als deze is een weldaad, nu met
bijna algemene instemming de „riolerings.
netten" in de literatuur wijd open zijn
gezet. Wi:i hebben reeds duidelijk gemaakt,
dat Van den Eerenbeemt de „tijd" niet uit
de weg gaat, maar hij weet dat ondanks
alle verwording toch het simpele, natuur
lijke geluk mogelijk is. Hij verhaalt niet
van een desertie uit deze tijd. maar van
het zoeken naar een betere en schonere
werkelijkheid de enige werkelijkheid
die het leven uiteindelijk glans kan geven
De eenzaamheid van Hans is niet om
dat hij anders, maar omdat hij onbedor
ven is. Zijn wezen is Vreemd aan de
platvloerse zucht van de moderne mens
naar schijngeluk eri klatergoud. Hans
benadert de mens argeloos en zonder
achterdocht. Een voorbeeld: als hij een
meisje ziet. denkt hij aan haar als aan
„een onbegrijpelijk wonder, vol eigen
dromen". Het is niet alleen maar roman
tisch, dit te denken, het is bovenal na
tuurlijk en zuiver. En aan dit „wonder"
kan het meisje zélf een einde maken
door haar daden.
We leren Hans kennen op de avond van
zijn vier-en-twintigste verjaardag. Ouders
heeft hij niet meer zij zijn gestorven. De
jongen woont op kamers in een grote stad,
waar hij redacteur is bij een weekblad;
Het zien van een blond zangeresje brengt
verandering in zijn leven, dat nog geen
diepe en ware gemeenzaamheid heeft ge
kend. Zij4 brengen samen enige tedere
uren door en dan besluit Hans tot de
grote stap: hij zal met het meisje Inge
een nieuw leven gaan beginnen. Hij gaat
enkele spullen halen en keert dan terug
naar de boot, waarop hij haar heeft
achtergelaten.
Doch op zijn blijde roep: „Inge, Inge
Word wakker, Inge. We gaan weg. de
reis is begonnen krijgt hij geen ant
woord. Het meisje is weg. Waarheen? Dat
weet hij niet, maar hij gaat haar zoeken.
Een meisje zingt: „Er ging iets moois
voorbijdat gevoelige en prachtige
gedicht van C. S. Adema van Scheltema,
en Hans voelt hierin zijn eigen heimwee
en verlangen uitgezegd.
Zwervend door de stad, valt zijn oog op
de reclame van een reisbureau, waarin
een populaire reis naar het Rijnland wordt
aangeboden. Zou déze reis hem niet naar
Inge kunnen brengen? Hans kan nu zijn
gaan en staan niet meer beredeneren
Inge kan immers overal zijn Hij stapt
dus in de bus en dit geeft de auteur de
gelegenheid tot geestige typeringen van
de aan zijn hoofdfiguur opgedrongen reis
genoten, met wie Hans natuurlijk geen
geestelijk contact heeft, ai stelt hij zich
in zijn tederheid toch wel open. Heel
naief zegt hij bijvoorbeeld tegen een iet
wat zonderlinge medereiziger, de heer
Van Genezijde: „Ik ga mee om een lief
meisje terug te vinden".
Een tragisch incident maakt, dat Hans
zich van het gezelschap los maakt en
alleen het Rijnland in trekt. En dan heeft
hij een vreemde ontmoeting: met het
meisje Monica, een zigeunerinnetje. Nog
leeft in zijn hart de roep om Inge; maar
een sprookjes-ontmoeting met Inge die
misschien wel een figuur uit een wonder
lijke overlevering is, doet hem beseffen,
dat het geen liefde was die hij voor haar
voelde.
Opnieuw begint de reis, doch nu om
Monica terug te vinden. „Hij zou met
de laatste tram mee kunnen rijden, hele
maal tot het eindpunt en dan zou hij
door kunnen lopen tot het einde van
de wereld en Babyion en Ninivé zoeken
en onder palmen slapen, maar overal zou
hem de koffer van zijn hart worden
nagezonden".
Eén ding weet Hans heel zeker: dat hij
het zigeunerinnetje zal vinden „Dan zou
hij eindelijk thuis zijn en niets meer ver
langen. want mensen vinden zichzelf niet
op reizen naar de Rijn, niet op reizen
naar de maan, maar enkel in de ogen van
de ander".
Met deze zinrijke woorden eindigt Noud
van den Eerenbeemt zijn kleine roman.
Het is een verhaal, dat zijn inspiratie
vond in de jeugd. Wij wensen het dan ook
vooral in de handen van jongeren, die
er veel van zichzelf in zullen terugvinden.
Maar ook ouderen zullen van deze roman
genieten.
„September'' is een debuut, waarmede
men de auteur èn uitgever geluk kan
wensen. Een woord 'van lof verdient net
zeer geslaagde stofomslag naar een ont
werp van Henri van den Eerenbeemt.
R.
Geen werk over de Nederlandse kunst
historie heeft zoveel kwaliteit en zo
veel gezag als het boek dat onder de
titel „Kunstgeschiedenis der Nederlan
den" voor de oorlog onder supervisie
van dr H. van Gelder tot stand kwam.
Een herdruk van dit standaardwerk is
op zichzelf af het vermeiden waard; nu
de herdruk tevens aanleiding werd tot
een reorganisatie van het boek, is de
waarde ervan o.i. nog verhoogd.
Het vroeger eendelige werk is zodanig
uitgebreid gedeeltelijk was dit reeds
het geval in de tweede druk dat de
thans verschenen derde druk drie delen
beslaat. Behalve de vergrote omvang
bestond voor deze driedeling nog een
andere reden. Het streven om in beel
dende kunst en letterkunde nauwer sa
men te werken met onze Zuiderburen en
dus ook een- standaardwerk als het
hier besprokene evenzeer voor België
als voor Nederland dienstbaar te ma
ken, heeft geleid tot een splitsing, van-
Een kwart eeuw geleden ontdekte dc
cineast Mannus Franken, dat een perceel
aan de Prinsengracht bij de Lcidsestraat
in Amsterdam leeg stond. In dit gebouw
tje was de „Cit.v Bioscope" gevestigd ge-
v eest, maai dc exploitatie stokte en het
pand werd ontruimd.
Franken wist enkele'liedcn ovci te halen
om er een film theater te vestigen, waar
het oeuvre van de avant-gardisten zou
stellen Marilyn Monroe, die 21 jaar
is in de schaduw.
Een toneelspel wil een stuk levens
werkelijkheid op de planken z^tten- £n
beantwoordt het stuk leven dat door
een schrijver op de planken wordt g -
zet, niet aan de werkelijkheid, dan noe
men wij zijn stuk een draak. Wij zo
den het ook een misbaksel kunnen noe
men. Want de schrijver is er finaal
naast.
Nu zijn de misbaksels niet gering in
aantal. Het schijnt dus nog niet zo ge
makkelijk te zijn, om het leven in zijn
juiste verhoudingen op de planken te
zetten. Hiervoor is nodig een psycholo
gisch juiste kijk op het leven van de
mensen. Laten wij het maar simpelweg
noemen: een gezonde kijk. Een schrij
ver moet over een oergezonde kijk op
het leven van de mensen beschikken,
wil hij dit leven juist en waarachtig in
een toneelspel verwerken. Daar dit
leven van de mensen echter dui
zend en één facetten heeft duizend
en één verschillende kanten, komt de
ze gezonde kijk niet vanzelf aangewaaid.
Men moet hiervoor veel om zich heen
gekeken hebben. Levenservaring heb
ben opgedaan. Men moet hiervoor ook
over een gezond verstand beschikken.
Niet dat men dan klaar is. Want om to
neelschrijver te kunnen zijn, komen ook
nog wel enkele andere dingen kijken.
Men moet over stijl beschikken; een
vlotte dialoog kunnen schrijven, scenes
kunnen opbouwen en uitwerken etc..
Maar de gezonde kijk op het leven is
toch een eerste vereiste.
OOK VOOR DE BEOORDELAARS
Ook voor de beoordelaars is deze ge
zonde kijk een eerste vereiste.
In de meeste gevallen zelfs de enige
vereiste.
Maar ook hier blijkt deze gezonde kijk
niet een vanzelfsprekende eigenschap,
anders zouden er nooit zoveel misbak
sels op het repertoire genomen worden,
e-.i_ i_rltic onoarinff pn st.udii
Ook hier blijkt dus ervaring en studie die jongen over.
nodig. Studie van de menselijke hande
lingen, van de menselijke gedragingen.
Een wijsheid, die men zich eigen kan
maken in het leven zelf. Door goed om
zich heen te zien. Door critisch te le
zen en niet alles maar te slikken wi:t
men krijgt voorgekauwd
Laatst las ik een stuk. Er werd een
vader in getekend, die een bruut van
een man was voor zijn kinderen. Al
z'n kinderen waren getrouwd op één na,
een jongen van een jaar of 22. Zijn vp-
rigste wens was nu, dat deze jongen
ook maar zo gauw mogelijk trouwde.
Niet om het geluk van die jongen, maar
om zijn eigen rust. Hij hield niet van
die jongen; hij hield alleen van zichzelf.
Voor die jongen was hij volkomen on
genaakbaar, ontoegankelijk, zoals hij
dit immer voor al zijn kinderen was
geweest.
Goed, laten wij aannemen, dat der
gelijke typen werkelijkheid kunnen zijn;
dus kunnen voorkomen in het werke
lijke leven. Maar als wij dan ook zo n
type op de planken zetten, dan moeten
al zijn gedragingen beantwoorden aan
het eenmaal gekozen karakter. Anders
tekenen wij weer verwrongen karakters,
onbestaanbare typen.
Zijn vrouw nu wordt ons voorgesteld
als het type van een bezorgd moeder
tje. De kinderen betekenen alles voor
haar. Dag en nacht staat zij voor bon
klaar en leeft in alles met hen mee.
Hun enig ongetrouwde zoon schijnt in
moeilijkheden te verkeren. Wat er pre
cies gaande is, weten de ouders niet.
Waarschijnlijk staat het in verband met
zijn meisje. De jongen wil niets uitla
ten. Moeder kan er niet van slapen.
Zij maakt zich verschrikkelijk nerveus.
Ze praat er met haar man over. Haai
man lacht haar uit. Wat kan hem die
jongen schelen. Die redt zichzelf wel.
Die jongen heeft nog nooit wat voor hem
over gehad, dan heeft hij ook niets voor
We nemen nog maar steeds aan, dat
zo'n vaderfiguur bij wijze van uitzonde
ring aanvaardbaar is, hoewel men hem
allang uit zijn ouderlijke macht had
moeten ontzetten. Maar wat volkomen
onmogelijk is, volgt: de moeder vraagt
aan de vader, of hij niet eens met zijn
jongen wil praten. Misschien wil de jon
gen HEM wel zeggen, wat er aan de
hand is. Hoewel de vader er niets voor
voelt, omdat het hem niet interesseert,
belooft hij de moeder toch om met zijn
jongen te praten, want misschien heef!
zij gelijk, misschien wil de jongen hel
hem wel zeggen.
Dit is natuurlijk een volkomen onm< -
gelijkheid. Want als de jongen het zijl
bezorgde lieve moeder niet wil zeggen,
zal hij zeker niet open staan voor zijn
vader, met wien hij absoluut niet kan
opschieten. Dit moet zowel de moeder
als de vader begrijpen. Dit weten zij
beiden van tevoren uit ervaring. Hier
naar is hun gedrag geweest al jaren
lang. De jongen is vanzelfsprekend
nooit met zijn moeilijkheden bij zijn va
der aangekomen. Dan moet men dit ook
nu niet verwachten. Een dergelijke
voorstelling haalt een streep door het
hele getekende karakter van de ouders
Dat wordt een misvormd, een onbe
staanbaar karakter. Dit getuigt niel
van een gezonde kijk op het leven var
de zijde van de schrijver.
Twee regels verder begaat de schrii
ver een bijna nog grotere domheid
waar hij de vader laat zeggen: „Vrouw
als jij niet weet wat er met die jonger
aan de hand is, dan is deze houding
van jou geen zenuwachtigheid, maar
nieuwsgierigheid niets dan vrouwelijke
nieuwsgierigheid." Dit wordt gezegd te
gen een moeder die zich zorgen maakt
over haar jongen. Haar jongen, die niet
meer eet, omdat hem iets dwars zit.
Haar zorgen zouden niets anders zijn
als vrouwelijke nieuwsgierigheid. Een
veronderstelling, die natuurlijk te dwaas
is, om er over te praten. Zelfs een
bruut van een man, die haar toch door
aan DE TOP DOOR TEKST EN FOTO'S
PER JAAR 12 NUMMERS F 10,-
Leden filmliga's en K.F.A. genieten f 2,- reductie
Gratis proefnummer bij
ADMINISTRATIE FILMFORUM VOORHOUT
en door kent en haar toch al meer
dan dertig jaar heeft meegemaakt, kan
zulk een veronderstelling niet zijn toe
gedaan.
Het is volkomen onzin. Raakschrijve-
rij van een auteur. Met volkomen ge
mis aan werkelijkheidszin. Ik heb dan
ook dit stuk na het lezen van drie pa
gina's terzijde geschoven. Als een mis
baksel, een draak, een klungel van een
stuk.
Dergelijke onwaarschijnlijkheden moe
ten wij onmiddellijk onderkennen. En
dergelijke stukken moeten wij ook niet
WILLEN brengen. Want, zo'n stuk doet
het misschien nog best bij het publiek-
Och, het grote publiek onderscheidt tij
dens het aanschouwen van een derge
lijk stuk misschien zo gauw de onmo
gelijkheden van de mogelijkheden niet.
Want ook bij het publiek is een gezonde
kijk een eerste vereiste. Vooral wan
neer het iets in een snelle vaart wordt
voorgetoverd. Is het dan niet een van
onze'eerste plichten: het publiek in ge
zonde smaak, in gezonde kijk voor te
gaan? Mogen wij van de redenering
uitgaan, dat wij dit of dat het publiek
gerust mogen voorschotelen, omdat het
toch niet in de gaten heeft, hoe onge
zond het is, hoe onwaarschijnlijk en
vals? Dit moet ons voor de geest staan
bij het bestrijden van de draken! Wij
mogen het publiek niets ongezonds vooi-
zetten! Wij hebben juist een taak: de
smaak te veredelen. En daarom moet
het ons allen ernst zijn met de bestrij
ding van de draak. WIJ MOETEN GEEN
DRAAK, GEEN MISBAKSEL MEER
WILLEN SPELEN!
PASSIESPEL ZUIDERTONEELKRING
Ons artikel van vorige Zaterdag,
waarin sprake was van het initiatief
van de R.K. Zuider Toneel-Kring te Rot
terdam tot het opvoeren van een Pas
siespel behoeft een rectificatie. De pas
sage waarin gesuggereerd werd dat
een verzoek, gericht tot het W.K.A.-be
stuur Kring Rotterdam, om het plan
verder ter hand te nemen, negatief re
sultaat had, behoeft correctie in die
zin, dat het W.K.A. nimmer een soort
gelijk verzoek betreffende het Passie
spel heeft ontvangen. Van de zijde van
het W.K.A. stelt men het zeer op prijs
deze rectificatie onder de ogen van de
lezers te brengen.
worden getoond. Dit lukte en op 9 Novcm
ber 1929 werd het eerste programma ge
draaid, bestaande uit „Jeanne d'Arc" van
Carl Th. Dreyer, voorafgegaan door een
filmpj'e uit 1900 „Amsterdam vóór 31
jaar", „Heien" van Joris fvens. „Le Jar
din du Luxembourg" van Mannus Fran
ken en „Een visioen van rijkdom" een
met de hand gekleurd filmpje van 10 mi
nuten uit het jaar 1906.
Dit eerste programma is beslissend ge
weest voor De Uitkijk. Nu na 25 jaar is
nog geen wezenlijke wijziging aangebracht
in de programma-samenstelling: steeds
een goede hoofdfilm, voorafgegaan door
een documentaire en geen zakelijk ele
ment. Dus geen projectieplaatjes of ge
vent met ijsco's e.d. De Uitkijk is wezen
lijk een filmtheater en geen bioscoop
Men komt er voor de film en voor niets
anders.
Dc 25 jaar, gedurende welke dit film
theater thans bestaat, zijn interessant,
vanwege de ontwikkeling van de film
kunst. Zoals overal te zien is, heeft de
jongste Muze. Cinemagia, een groep voor
vechters gehad om haar op te nemen in
het gezelschap van haar eerbiedwaardige
zusters.' een groep, die uitmuntte niet
alleen door een fijn intuïtief aanvoelen
van het nieuwe medium, dat zij gingen
bespelen, maar die ook verantwoordelijk
is, dat het bestijgen door Cinemagia van
de Parnassus verantwoord is geweest.
Als men het programma bekijkt, dat
25 jaar na de Opening wordt gedraaid,
dan kan men enerzijds bemerken, dat er
nog avant-gardisten bestaan, anderziids.
dat de vorming van verscheidenheid in
stijl bij de cinematografie geen onverdeel
de winst is.
De tekenfilms van Stephan Bostusow en
John Hubley wijken zeer af van het ge
bruikelijke genre. Deze tekenfilmers heb
ben een sfeer in de tekening gebracht,
die niet alleen met kleur en geestige cari-
caturen wordt bereikt, maar waarbij men
de natuur deformeert om af te wijken
van het genre „net. echt". Juist deze ont
wikkeling in de filmkunst is bijzonder in
teressant vertegenwoordigd in het tb"'"
leumprogramma van De Uitkijk- van
Norman McLaren is er het experimente-
le filmpje „Neighbours", dat eveneens
spot met iedere realiteit en ten slotte is
de hoofdfilm ook een poging om de wer
kelijkheid weg te schuiven voor de sur
realistische droomwereld. Maar deze
hoofdfilm „Vijfduizend vingers is al een
product, waarbij men de niveileringswals
van de industrie niet heeft kunnen ont
lopen.
Men vraagt zich, na 25 jaar, af of
het werl. van de avant-garde, met zijn
eigen uitdrukkingswijze, die niet in de
eerste plaats een zo natuui getrouwe co-
pie van de realiteit wenste te geven, door
de reaiiteits-cuitus a la Cavalcanti niet
een doodsteek heeft eekregen.
In de laren, dat De Uitkijk de bijzonde
re films draaide,.is steeds naar voren ge
treden de onwrikbare wil van sommigen
om het onderste uit de -kan te halen;
om de filmkunst autonoom te maken
Maar óók heeft men kunnen ervaren, dat
het symbolisme, expressionisme en sur-
realisme die dus in de ontwikkelings
gang van de film kunst noodzakelijke
doorgangsstadia zijn nog nauwelijks
aanvaardbare stijlen zijn. Juist door een
filmtheater als De Uitkijk kan gaandeweg
inzicht groeien voor dit probleem. De
snelle technische perfectie, die de toe
schouwers reeds optisch blasé heeft ge
maakt. is de grootste tegenstander Vir
tuositeit is de aartsvijand van kunst.
Wat echter een grote verworvenheid
van het oeuvre van de avant-gardisten is.
mag niet worden onderschat. De montage
methoden van deze vroege filmkunste
naars worden nog heden toegepast en
vaak goed ook.
af de 16e eeuw, in een Noord Neder
landse en een Zuid Nederlandse kunst
historie resp. behandeld in het tweede
en derde deel die nog moeten verschij
nen.
Vóór de 16e eeuw was zulk een split
sing vaak onmogelijk, vandaar dat het
nu voor ons liggend eerste deel de
kunst van Noord en Zuid vanaf het
begin tot aan de Gouden Eeuw sa
menvat. Het aantal hoofdstukken is daar
bij uitgebreid. O.a. werd meer aandacht
geschonken aan de Maaslandse beeld
houwkunst, aan de tapijtkunst en de
Kunstnijverheid, Ook het aantal illustra
ties werd sterk vermeerderd. De schrij
vers der verschillende hoofdstukken zijn
er in geslaagd de eenheid en de door
lopende lijn in het boek grotendeels te
handhaven.
De uitvoering, geheel op Kunstdrukpa
pier, is bijzonder verzorgd; een uitste
kende prestatie van de Utrechtse Uit
geverij W. de Haan N.V.
Een andere herdruk die de kunst
liefhebbers zal interesseren is „De
Europese schilderkunst na 1850" door
W. Jos de Gruyter. (Uitg. Daamen, den
Haag). De katholiek die dit werk in
handen krijgt zal zich, ondanks de bijna
virtuoze bekwaamheid van de schrij
ver om duidelijk en beeldend te schrij-
ven over de moeilijke materie der tno-
deme kunst, minder en minder bevre
digd voelen. Het uitgangspunt van de
schrijver zuiver „diesseitig" en zui
ver picturaal is niet dat van de Ka
tholiek voor wie alle kunst op de eer
ste plaats een afstraling is van de
Schepper van al het Schone. Wie niet
van deze praemisse uitgaat, verengt
zijn visie op een wijze die voor ons niet
verantwoord is en die ten aanzien van de
abstracte kunst tot onvoorwaardelijker
bewondering komt dan de katholieke
hunkering naar christelijk gehalte van
het kunstwerk mogelijk maakt.
Op het aldus beperkte vlak, waarbij
onthullenderwijs de religieuze kunst
van b.v. Rouault nauwelijks wordt
vermeld, verricht W Jos de Gruyter
echter bewonderenswaardige dingen.
Het wezenlijke in de elkaar opvolgende
-ismen weet hij op een heldere en tref
fende wijze ook voor de gewone lezer
te verduidelijken. Het boek dat na de
eerste druk aanzienlijk werd uitgebreid,
is geïllustreerd met tal van verhelderen
de illustraties, moest in de vorm van
kleine reproducties boven aan de pa
gina geplaatst.
In de serie der jaarlijkse Agenda s
van Museum Boymans is ditmaal een
zeer geslaagde "uitgave verschenen. Zij
is getiteld „Vier eeuwen dagelijks le
ven" en bevat tegenover ieder blad van
de week-kalender een reproductie van
een tafreel uit het dagelijks leven zoals
dat op schilderijen uit het kunstbezit
van museum Boymans voorkomt. Doordat
meestal een (goedgekozen) fragment
uit schilderijen of prenten werd geno-
men wordt de aandacht van de be
schouwer vanzelf naar details getrok
ken. Op menig fragment kan men zo
interessante ontdekkingen doen over 4
eeuwen schilderkunst, die men bij
het beschouwen van het hele schilderij
wellicht, voorbij zou zijn gegaan. De
uitvoering, als steeds in een ring-band
is zeer fraai.
De redevoeringen die bij de Haagse
Wolff, en Dekenberdenking zijn gehouden
vormen het eerste deei van „Boeket voor
Betje en Aagje" het gedenkboek dat in
smaakvolle uitvoering bij de W B. (Am
sterdam) verscheen. Vooral de rede van
mevr Rnrrfein-Verschoor ..Met de tijd en
tegen dc tijd" is bijzonder lezenswaardig.
In het boeket zijn ook bijdragen geschikt
o.a van dr A v d Boom over de portret
ten van Wolff en Deken Dit artikel is
geïllustreerd Het tweede deel. een bloem
lezing uit minder bekend werk der on
sterfelijke vriendinnen, opent niet frag
menten uit het onuitgegeven deel van het
„Geschrift enei bejaarde vrouw" (1802).
Verder brieffragmenten in Betje Wolffs
beste stijl, en enkele gedichten waarbij
twee van .Aagje Deken die men niet dik
wijls tegenkomt.
Een andere bloemlezing „Letterlust op
Kippenrust" 'Uitg. Kosmos. A'dam) be-»
vat gerijmd en ongerijmd proza van Betje
Wolff uit haar Beemster-periode. Wie
anders dan Jan Mens zou de samensteller
van deze bloemlezing zijn? Hij is de man
die over de jonge Betje een oman schreef
en die sinds jaren ijvert voor de restaura
tie van de Beemsterpastorie in haar oor
spronkelijke staat. Dat hij Betje's werk
verstaat blijkt uit zijn keuze di? behalve
enkele der befaamde geestige brieven ook
vrolijk moraliserende gedichten bevat,
waarin zij de spot drijft met de „fijnen"
en de „zoo-zoo's".
Tenslotte verscheen de elfde druk van
het meesterwerk der beide schrijfsters:
„De Historie van mejuffrouw Sara Bur
gerhart" (Uitg. Wereldbibliotheek, A'dam)
dat vooral nu de aandacht weer zo op het
tweetal is gericht, ongetwijfeld haar nog
steeds durende populariteit bewijzen zal.