witte doek JONG AUTEUR OP ZOEK naar een zuiverder werkelijkheid Werkcongres „Ons Leekenspel BOEKEN OVER KUNST De Uitkijk in Amsterdam 25 jaar I V Gezonde kijk een eerste vereiste maandblad voor filmvrienden ZATERDAG 11 DECEMBER 1934 PAGINA 10 „Vieren maaronderscheiden Diploma of Merit op Eden- burgh Filmfestival Nieuwe opdrachten voor Herman v.d. Horst Nederlandse filmproductie valt mee Alleen met de speelfilms vlot het niet Royal Film Performance Royal Film Fiasco „Veilig gelijk aan „vervelend „Ge schikt" synoniem aan „dom" Koningin Elizabeth mishaagd Hertog van Edinburgh beduusdLionel Barrymore's erfenis Niet voor bloedverwanten „Filmforum" Voor de lezeressen. wMMmmx Noud van den Eerenbeemt schreef een poëtisch verhaal V) „Railplan 68" Documentaire van Louis A. van Gasteren RIJKSCOMMISSIE JEUGDTONEEL BESTVERZORGDE BOEKEN Zuiverheid begint De reis KUNSTGESCHIEDENIS DER NEDERLANDEN HERDRUKT EEN KWART EEUW FILMKUNST film> forum Hans van Bergen Moderne kunst DRIEMAAL BETJE EN AAGJE WERELDNIEUWS (Van onze filmredacteur). De film „Lekko" („Vieren maar") van de Nederlandse cineast Herman van der Horst heeft, aldus werd verleden week bekend gemaakt, op het enige tijd gele den in Edinburgh gehouden Filmfestival de hoogste onderscheiding verworven, na melijk het „Diploma of Merit". Tijdens dit festival zijn 30 hoofdfilms en 200 korte films uit 38 landen vertoond en „Lekko" was een van de vijf films, die door het Nederlandse ministerie van O., K. en W. voor het Festival waren geselec teerd. Genoemd ministerie heeft, zoals reeds gemeld, aan Herman van der Horst een subsidie verleend voor de vervaardiging van een documentaire film over Neder land Het moet een in artistiek opzicht verantwoorde film worden, die de toe schouwer een indruk geeft van Nederland in al zijn wisselende aspecten. Een film, die niet een uitgesproken reclam'ekarak- ter mag hebben, maar waarvan juist door haar filmische schoonheid de propagan distische waarde voor ons land van be tekenis kan zijn. Een opdracht, die bij Herman van der Horst, onze meest geïnspireerde en be gaafde filmer, in goede handen is. Op het ogenblik heeft Van der Horst twee films in productie „De Zwaan een film met een vertoningsduur van 18 minuten, over het waterland, eveneens m opdracht van het ministerie van O., K. en W. en een film van 10 minuten ter bevordering van de natuurbeschermings gedachte in opdracht van de Contactcom- missie voor Natuur- en Landschapbe- scherming. Voor beide films zijn draai boek, regie, camera en montage van Her man v. d. Horst zelf. En nu we toch aan de Nederlandse iil- merij toe zijn. is het misschien niet on dienstig eens na te gaan, wat er zoal in Nederland aan film(pje)s wordt gepro duceerd. De productie van speelfilms met een normale vertoningsduur, vlot nog steeds niet. Met „Het Wonderlijke Leven van Willem Parel", een Joop Geesink's fita' productie, waarvan ieder al heeft ge hoord is de zaak bekeken. Maar diezelfde Katherine Hepburn (45 jaar) Vivien Leigh (41 jaar) en Rosalind Russell (42 jaar) Joop Geesink kan, wat zijn korte poppen- films in technicoloV betreft, het werk nauwelijks aan. In „Dollywood", dat is ondergebracht in de Cinetone Studio's te Amsterdam, staan op het ogenblik zes van dergelijke filmpjes met een verto ningsduur van gemiddeld drie minuten, voor Italiaanse opdrachtgevers op stapel. Verder zijn er opdrachten uit Duitsland, Engeland, Zweden. Amerika en Neder land. Ytzen Brusse is bezig aan twee films van twintig minuten („Atlantic Commu nity Nederland" en „Atlantic Community België") in opdracht van de United Sta tes Information Agency en aan een Ne derlandse documentaire over de scheeps bouw. Carillon Films (Ted de Wit en Ge rard J. Raucamp) hebben een kleuren film voor de K.L.M. voor hun camera's. Deltafilm maakt een kleurenfilmpje in opdracht van het ministerie van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening. Bert Haanstra werkt aan ,,God Shiva", 'n documentaire van 12 minuten in opdracht van het ministerie van voorlichting van de republiek Indonesia in samenwerking met de Stichting voor Culturele Samen werking en de Marten Toonder Film N.V. heeft „De kring om de maan" in produc tie, een tekenfilm in kleuren van onge veer 10 minuten. „Visie", waarin Max de Haas, Prosper Dekeukelaire en E. van Moerkerken sa menwerken produceert onder de titel „That is Holland" 'n dertigtal korte films over Nederlandse onderwerpen. Triofilm is bezig met de vervaardiging van een ze vental propagandafilms („Wij van de B.B.") en bedrijfsfilms en Herman Was- senaar's Filmproductie werkt aan een drietal propagandafilms o.a. in opdracht van het ministerie van Landbouw en van N. S. u Rex Film, gevestigd in Hoensbroek, die op het ogenblik „Sjors van de Rebellen club", een jeugdfilm met een vertonings duur van 87 minuten in productie heeft, zal in het komende voorjaar beginnen met het vervaardigen van een aantal speelfilms voor de jeugd, die grotendeels in Limburg zullen worden opgenomen. Gestart wordt met de verfilming van het sprookje van Thea Eyssen, getiteld „Van een prinses, die niet lachen kon". De schrijfster van dit sprookje zal zelf mee spelen in de film. En tenslotte heeft Polygoon-Profilti 'n indrukwekkende productielijst, van in totaal een twintigtal films, waarop o.a. voorkomen „De Brug", een documentaire over de Koninklijke Landmacht; „Het dagelijks leven in Nederland", „Cultureel leven in Nederland" en „De film, die zich zelf maakte", alle in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst. Zoals men ziet, een dorre opsomming, maar die we onze lezers niet willen ont houden, omdat zdj een even verrassende als bemoedigende indruk geeft van de filmproductie in Nederland. In Engeland wordt druk nagekaart over de Royal Film Performance, die door sommige bladen is herdoopt in Royal Film jTjasC0 De Engelse filmcritici hebben, zoals wij toen meldden, hun banvloek over de film „Beau Brummell", de keuze van dit jaar, uitgesproken. Aanvankelijk hielden de tien mannen, die de film hielpen uitkiezen vertegen woordigers van Britse filmproducenten, bioscoop-exploitanten,Hollywoodse film maatschappijen en de charitatieve instel ling uit het filmbedrijf, die de voorstel ling organiseert hun neus in de wind. Hun mening luidde„De critici waren mis niet de film. Het is een goede rol prent, waaraan geld zal worden ver diend". „Natuurlijk", aldus schreef David Le- wi'n in de „Daily Express", „meenden de heren dat „Beau Brummell" „veilig" en „geschikt" was. Maar in de terminologie van de Royal Film Fiasco's staat „veilig'' gelijk met „vervelend" en is „geschikt" synoniem aan „dom"." Toch zijn, naar later bekend is gewor den, de leiders van het filmbedrijf in Londen bij elkaar geweest om een nieu we methode te zoeken, volgens welke de film voor de Royal Fiim Performance in de toekomst zal worden uitgekozen. Er is namelijk uitgelekt, dat de keuze van de film „Beau BrummèU" de Engelse koningin heeft mishaagd. Toen aan het slot van de film het licht opging, keken de koningin en de hertog van Edinburgh strak voor zich uit en verlieten met prin ses Margaret snel het theater, zonder veel te zeggen. De koningin was, evenals haar beroemde voorzaat koningin Victoria bij een beroemd geworden gelegenheid, „niet geamuseerd" en de hertog van Edinburgh heeft in 'n particulier gesprek verklaard, dat hij „beduusd" was door de „armzalige In dé kringen, die bij de Royal Film Performance zijn betrokken, is men zo geschrokken van de opschudding, die de keuze van de film heeft veroorzaakt en over de koninklijke afkeuring, dat ze een particulier „onderzoek" hebben gelast. Vóór het volgende jaar zullen wijzigingen worden gebracht in de manier, waarop de film wordt gekozen. Zelfs Metro-Goldwyn-Mayer. de produ centen van de film waren verbaasd, dat ,Beau Brummell" was gekozen voor een koninklijke voorstelling. Ze hadden een andere film, een „musical", ingezonden getiteld „Seven Brides for Seven Sisters", die wellicht beter geschikt was geweest. Dit is de eerste maal sinds deze voor stellingen in 1940 begonnen, dat, zover be kend, de koninklijke familie van haar verbazing en teleurstelling over de keu ze van film heeft doen blijken. Sir Alexander Korda, de bekende Brit se filmproducent, heeft voorgesteld, dat in de toekomst iemand in de keuzecom missie wordt opgenomen, die is benoemd door het bureau van de Lord Chamber lain en die moet toezien, dat de film ge schikt is voor de gelegenheid. Dit voor stel, dat de zwijgende instemming van de koninklijke familie zou hebben, wordt thans door de organisatoren van de voor stelling overwogen. Lionel Barrymore, de verleden maand overleden filmster, heeft er voor gezorgd, dat niemand van zijn bloedverwanten iets erft van zijn vermogen, dat 100.000 dollars (f 350.000) groot is. Zijn vrouw is dood en hij had geen kinderen. Niet dat hij een hekel had aan zijn zus ter Ethel of aan zijn neven en nichten, maar alles gaat naar zijn trouwe verpleeg ster, Florence Wheeler. Zij heeft zijn vrouw de actrice Irene Fenwick, tijdens haar laatste ziekte verpleegd en jaren lang heeft zij hemzelf in haar huis verzorgd. In zijn testament staat dan ook uitdruk kelijk, dat niemand, die aanspraak kan doen gelden op de erfenis, meer dan een dollar zal ontvangen. Dit is wat prins Axel van Denemarken onlangs tijdens een lunch met sterren en kopstukken uit het filmbedrijf heeft ge zegd: „Het belangrijkste van alles is, wat u doet voor de arme man, die een lelijke vrouw of de arme vrouw, die een ver velende man heeft. Ze kunnen uw acteurs en actrices zien en hun eigen moeilijkhe den vergeten". En dit is nu juist, wat door velen het meest aan de Hollywoodse droomfabriek wordt verweten Herman van der Horst, onze meest geïnspireerde en begaafde filmer. In het jongste nummer van „Film forum" komt dr J. M. L. Peters in verweer tegen de critiek, die R. F. Bordewijk ge leverd heeft op zijn voordracht, over film kunde, welke hij tijdens de Utrechtse filmstudieweek heeft gehouden. Het arti kel wordt opgeluisterd door twee na schriften: van de heer Bordewijk en nog eens de heer Peters. Naast een aantal uitvoerige en beknop te filmcritieken bevat het nummer een ironisch verslag en een hekeldicht over het bezoek van Audrey Hepburn aan Ne derland. terwijl A. G. Nieuwendijk een aantal ook door ons reeds geopperde bezwaren aanvoert tegen het in het Nederlands nasynchroniseren van buiten landse films. De reeks artikelen van dr Ludwig Ber ger in een vertaling van A. van Domburg onder de titel „De Onzichtbare Film wordt voortgezet met het hoofdstuk „Re gie-problemen". Tot slot nog iets, wat vooral de leze ressen van deze rubriek zal interesseren. John Robert Powers, leider van een der voornaamste bureaux voor mannequins in New York heeft uitgemaakt, dat „de beste jaren van een vrouw" pas na de 35 komen en hij bewijst dat met voorbeelden uit de (film)praktijk: „Joan Crawford <46 jaar) en. Gloria Swanson (55) verduisteren", aldus heeft hij verklaard, „onze jonge sterretjes. Ro salind Russell (42), Katharine Hepburn (45) en Vivien Leigh (41) stellen zoge naamde „glamougirls" als Marilyn Mon roe (2') in de schaduw, omdat zij hebben, wat de laatste nog moet verwerven: een innerlijke gloed, die slechts met de rijp heid komt. De elementen, waaruit ware schoonneia bestaat zijn pas in vrouwen boven de 35 op de meest volmaakte wijze gemengd: karakter, diepte en essentiële finesses. Pas de rijpe vrouw is werkelijk mooi Wie durft nog in zijn dromen geloven? En wie van de weinigen lieeft de moed om alles in de steek te laten en de droom dat diepe heimwee in de ziel naar het ware geluk, dat dichtbij in de ogen van een mens, maar ook onbereikbaar in de verte kan liggen na te jagen? Bij dc Uitgeverij Paul Brand te Bussum verscheen een kleine roman over een dichterlijk dromer, die op zoek gaat, bet onbekende in. Dc jonge auteur. Noud van den Eerenbeemt, beeft met dit boek. „SEPTEMBER', een debuut geleverd dat in alle opzichten dc aandacht verdient. Het is een ongemeen aantrekkelijk verbaal, omdat het alle kenmerken van de jeugd draagt. Het is romantisch en ongecompliceerd. De sfeer is zo ongerept en natuurlijk, dat het een genot is om in deze zuivere wereld te vertoeven. De taal is volkomen met deze sfeer in overeenstemming: heel poëtisch en gevoelig, maar toch met moderne directheid. Ter gelegenheid van het 20-jarig be staan van „Ons Leekenspel" zal op 27, en 29 December in Concordia te Bussum een werkcongres worden gehouden. Hier voor bestaat in de kringen van het ama teurtoneel veel belangstelling, ,Oris Leekenspel" gaf in de loop der jaren bjjna 700 spelen uit. Het verstrekte in 1934, het jaar der oprichting, 87 en vorig jaar bijna 4000 adviezen- Het stond in 1934 in relatie met 746 en vorig jaar met bijna 7000 toneelgroepen. In die jaren zijn een aantal prijsvragen uitgeschreven, voor toneelstukken van allerlei richting. Lekenspeidagen zijn ge houden in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, Lisse en Tegelen. Bovendien zjjn toneelweken gehouden in Amster dam. op Drakenburgh in Baarn. een regiécursus in Limburg en congressen in Zeist, Utrecht en Huis ter Heide. Op het congres te Bussum zullen ver scheidene deskundigen op het gebied van (Van onze Haagse redactie). Met subsidie van het ministerie van O. K. en W. heeft Louis A. van Gasteren een korte film vervaardigd onder de titel „Railpian 68". Op suggestieve wijze word! uitgebeeld, hoe in de weinige nachtelijke uren tussen de laatste en de eerste tram de rails op een Amsterdams kruispunt wordt vernieuwd. Terwijl de nachtploeg werkt, kruipen de wijzers van de klok onbarmhartig voort. De toeschouwer wordt geboeid door deze wedloop met de tijd en voelt zich opgelucht als even over zes in de vroege morgen de eerste tram veilig over de pas gelegde staven dendert. Het geen 't beste compliment is, dat men de cineast kan maken. het amateurtoneel verschillende vraag stukken bespreken. Een aantal toneel groepen zullen spelen opvoeren., O.a. driemaal op één avond de bekende een- acter van Brochet „De patatten van Sint Felix", nl. als poppenspel, als maskerspel en als lekenspel. Voorts is er een leken spelforum ook het vraagstuk van de films voor de jeugd wordt behandeld. Tot besluit van het congres zal de amateurs toneelgroep „Magna Pete" uit Rotter dam optreden. De minister van O.. K. en W. heeft in gesteld een rijkscommissie van advies in zake toneel voor de jeugd. In deze commissie zijn benoemd als leden: Joh de Meester (tevens voorzitter), B. Albach. H. Leopold, dr N. C. A. Per- quin, H. P. Plantenga. P. Post, P. J. W. Steinz. als secretaris is benoemd H. J. Michaël te 's-Gravenhage. Van 14 December tot 4 Januari za] in het Gemeentemuseum te Arnhem een ten toonstelling worden gehouden van de bestverzorgde 50 boeken in 1953. Op de openingsdag zal prof dr W. J. M. A. Assel- bergs een inleiding houden. Er staat geen woord te veel in dit proza. Soms schildert de schrijver een stemming met één enkele zin. De (vooral in de eerste hoofdstukken talrijke) tus senvoegsels als uitroepen van mensen, reclames en slagzinnen, wekken aanvan kelijk wel eens een zekere wrevel zij zijn soms als dissonanten in een heerlijke lentemelodie. Tot men beseft, dat ze die nen als een felle (en geslaagde) s u g- gestie van het chaotische leven rond om de hoofdpersoon. Het is een (overigens niet ongevaarlijk) middel om de eenzaam heid van deze jongeman te accentueren. Noud van den Eerenbeemt schildert de barre en boze wereld, waarin de jongen Hans moet leven, dus niet met evenveel woorden. Hij gaat subtieler en tegelijker tijd effectiever te werk: hij roept net spook van deze tijd, met z'n liefdeloosheid en onwaarachtigheid, z'n hol vermaak en allesoverheersende techniek, op door mid del van de flarden van gesprekken, d'e Hans hier en daar opvangt. Soms lijken ze nietszeggend, woorden zonder zin of verband. Maar de moderne'mens herkent er toch zijn „problemen" en als hij de moed heeft om ze te zien zijn tekor ten in. Het is geen wonder, dat de tedere en gevoelige Hans zich in deze wereld een eenzame voelt. Hij is een echt, eenvoudig natuurkind, dat gelukkig kan zijn bij het zien van verre bossen en zilveren stromen en bij het ruiken van de aarde en het water. Hij heeft nog iets van de Paradij selijke verrukking in zich. Dit wil zeggen: een onvertroebelde blik en eerbied voor dc natuur. Inderdaad boven alles treft ons in dit boek de volstrekte zuiverheid. Een roman als deze is een weldaad, nu met bijna algemene instemming de „riolerings. netten" in de literatuur wijd open zijn gezet. Wi:i hebben reeds duidelijk gemaakt, dat Van den Eerenbeemt de „tijd" niet uit de weg gaat, maar hij weet dat ondanks alle verwording toch het simpele, natuur lijke geluk mogelijk is. Hij verhaalt niet van een desertie uit deze tijd. maar van het zoeken naar een betere en schonere werkelijkheid de enige werkelijkheid die het leven uiteindelijk glans kan geven De eenzaamheid van Hans is niet om dat hij anders, maar omdat hij onbedor ven is. Zijn wezen is Vreemd aan de platvloerse zucht van de moderne mens naar schijngeluk eri klatergoud. Hans benadert de mens argeloos en zonder achterdocht. Een voorbeeld: als hij een meisje ziet. denkt hij aan haar als aan „een onbegrijpelijk wonder, vol eigen dromen". Het is niet alleen maar roman tisch, dit te denken, het is bovenal na tuurlijk en zuiver. En aan dit „wonder" kan het meisje zélf een einde maken door haar daden. We leren Hans kennen op de avond van zijn vier-en-twintigste verjaardag. Ouders heeft hij niet meer zij zijn gestorven. De jongen woont op kamers in een grote stad, waar hij redacteur is bij een weekblad; Het zien van een blond zangeresje brengt verandering in zijn leven, dat nog geen diepe en ware gemeenzaamheid heeft ge kend. Zij4 brengen samen enige tedere uren door en dan besluit Hans tot de grote stap: hij zal met het meisje Inge een nieuw leven gaan beginnen. Hij gaat enkele spullen halen en keert dan terug naar de boot, waarop hij haar heeft achtergelaten. Doch op zijn blijde roep: „Inge, Inge Word wakker, Inge. We gaan weg. de reis is begonnen krijgt hij geen ant woord. Het meisje is weg. Waarheen? Dat weet hij niet, maar hij gaat haar zoeken. Een meisje zingt: „Er ging iets moois voorbijdat gevoelige en prachtige gedicht van C. S. Adema van Scheltema, en Hans voelt hierin zijn eigen heimwee en verlangen uitgezegd. Zwervend door de stad, valt zijn oog op de reclame van een reisbureau, waarin een populaire reis naar het Rijnland wordt aangeboden. Zou déze reis hem niet naar Inge kunnen brengen? Hans kan nu zijn gaan en staan niet meer beredeneren Inge kan immers overal zijn Hij stapt dus in de bus en dit geeft de auteur de gelegenheid tot geestige typeringen van de aan zijn hoofdfiguur opgedrongen reis genoten, met wie Hans natuurlijk geen geestelijk contact heeft, ai stelt hij zich in zijn tederheid toch wel open. Heel naief zegt hij bijvoorbeeld tegen een iet wat zonderlinge medereiziger, de heer Van Genezijde: „Ik ga mee om een lief meisje terug te vinden". Een tragisch incident maakt, dat Hans zich van het gezelschap los maakt en alleen het Rijnland in trekt. En dan heeft hij een vreemde ontmoeting: met het meisje Monica, een zigeunerinnetje. Nog leeft in zijn hart de roep om Inge; maar een sprookjes-ontmoeting met Inge die misschien wel een figuur uit een wonder lijke overlevering is, doet hem beseffen, dat het geen liefde was die hij voor haar voelde. Opnieuw begint de reis, doch nu om Monica terug te vinden. „Hij zou met de laatste tram mee kunnen rijden, hele maal tot het eindpunt en dan zou hij door kunnen lopen tot het einde van de wereld en Babyion en Ninivé zoeken en onder palmen slapen, maar overal zou hem de koffer van zijn hart worden nagezonden". Eén ding weet Hans heel zeker: dat hij het zigeunerinnetje zal vinden „Dan zou hij eindelijk thuis zijn en niets meer ver langen. want mensen vinden zichzelf niet op reizen naar de Rijn, niet op reizen naar de maan, maar enkel in de ogen van de ander". Met deze zinrijke woorden eindigt Noud van den Eerenbeemt zijn kleine roman. Het is een verhaal, dat zijn inspiratie vond in de jeugd. Wij wensen het dan ook vooral in de handen van jongeren, die er veel van zichzelf in zullen terugvinden. Maar ook ouderen zullen van deze roman genieten. „September'' is een debuut, waarmede men de auteur èn uitgever geluk kan wensen. Een woord 'van lof verdient net zeer geslaagde stofomslag naar een ont werp van Henri van den Eerenbeemt. R. Geen werk over de Nederlandse kunst historie heeft zoveel kwaliteit en zo veel gezag als het boek dat onder de titel „Kunstgeschiedenis der Nederlan den" voor de oorlog onder supervisie van dr H. van Gelder tot stand kwam. Een herdruk van dit standaardwerk is op zichzelf af het vermeiden waard; nu de herdruk tevens aanleiding werd tot een reorganisatie van het boek, is de waarde ervan o.i. nog verhoogd. Het vroeger eendelige werk is zodanig uitgebreid gedeeltelijk was dit reeds het geval in de tweede druk dat de thans verschenen derde druk drie delen beslaat. Behalve de vergrote omvang bestond voor deze driedeling nog een andere reden. Het streven om in beel dende kunst en letterkunde nauwer sa men te werken met onze Zuiderburen en dus ook een- standaardwerk als het hier besprokene evenzeer voor België als voor Nederland dienstbaar te ma ken, heeft geleid tot een splitsing, van- Een kwart eeuw geleden ontdekte dc cineast Mannus Franken, dat een perceel aan de Prinsengracht bij de Lcidsestraat in Amsterdam leeg stond. In dit gebouw tje was de „Cit.v Bioscope" gevestigd ge- v eest, maai dc exploitatie stokte en het pand werd ontruimd. Franken wist enkele'liedcn ovci te halen om er een film theater te vestigen, waar het oeuvre van de avant-gardisten zou stellen Marilyn Monroe, die 21 jaar is in de schaduw. Een toneelspel wil een stuk levens werkelijkheid op de planken z^tten- £n beantwoordt het stuk leven dat door een schrijver op de planken wordt g - zet, niet aan de werkelijkheid, dan noe men wij zijn stuk een draak. Wij zo den het ook een misbaksel kunnen noe men. Want de schrijver is er finaal naast. Nu zijn de misbaksels niet gering in aantal. Het schijnt dus nog niet zo ge makkelijk te zijn, om het leven in zijn juiste verhoudingen op de planken te zetten. Hiervoor is nodig een psycholo gisch juiste kijk op het leven van de mensen. Laten wij het maar simpelweg noemen: een gezonde kijk. Een schrij ver moet over een oergezonde kijk op het leven van de mensen beschikken, wil hij dit leven juist en waarachtig in een toneelspel verwerken. Daar dit leven van de mensen echter dui zend en één facetten heeft duizend en één verschillende kanten, komt de ze gezonde kijk niet vanzelf aangewaaid. Men moet hiervoor veel om zich heen gekeken hebben. Levenservaring heb ben opgedaan. Men moet hiervoor ook over een gezond verstand beschikken. Niet dat men dan klaar is. Want om to neelschrijver te kunnen zijn, komen ook nog wel enkele andere dingen kijken. Men moet over stijl beschikken; een vlotte dialoog kunnen schrijven, scenes kunnen opbouwen en uitwerken etc.. Maar de gezonde kijk op het leven is toch een eerste vereiste. OOK VOOR DE BEOORDELAARS Ook voor de beoordelaars is deze ge zonde kijk een eerste vereiste. In de meeste gevallen zelfs de enige vereiste. Maar ook hier blijkt deze gezonde kijk niet een vanzelfsprekende eigenschap, anders zouden er nooit zoveel misbak sels op het repertoire genomen worden, e-.i_ i_rltic onoarinff pn st.udii Ook hier blijkt dus ervaring en studie die jongen over. nodig. Studie van de menselijke hande lingen, van de menselijke gedragingen. Een wijsheid, die men zich eigen kan maken in het leven zelf. Door goed om zich heen te zien. Door critisch te le zen en niet alles maar te slikken wi:t men krijgt voorgekauwd Laatst las ik een stuk. Er werd een vader in getekend, die een bruut van een man was voor zijn kinderen. Al z'n kinderen waren getrouwd op één na, een jongen van een jaar of 22. Zijn vp- rigste wens was nu, dat deze jongen ook maar zo gauw mogelijk trouwde. Niet om het geluk van die jongen, maar om zijn eigen rust. Hij hield niet van die jongen; hij hield alleen van zichzelf. Voor die jongen was hij volkomen on genaakbaar, ontoegankelijk, zoals hij dit immer voor al zijn kinderen was geweest. Goed, laten wij aannemen, dat der gelijke typen werkelijkheid kunnen zijn; dus kunnen voorkomen in het werke lijke leven. Maar als wij dan ook zo n type op de planken zetten, dan moeten al zijn gedragingen beantwoorden aan het eenmaal gekozen karakter. Anders tekenen wij weer verwrongen karakters, onbestaanbare typen. Zijn vrouw nu wordt ons voorgesteld als het type van een bezorgd moeder tje. De kinderen betekenen alles voor haar. Dag en nacht staat zij voor bon klaar en leeft in alles met hen mee. Hun enig ongetrouwde zoon schijnt in moeilijkheden te verkeren. Wat er pre cies gaande is, weten de ouders niet. Waarschijnlijk staat het in verband met zijn meisje. De jongen wil niets uitla ten. Moeder kan er niet van slapen. Zij maakt zich verschrikkelijk nerveus. Ze praat er met haar man over. Haai man lacht haar uit. Wat kan hem die jongen schelen. Die redt zichzelf wel. Die jongen heeft nog nooit wat voor hem over gehad, dan heeft hij ook niets voor We nemen nog maar steeds aan, dat zo'n vaderfiguur bij wijze van uitzonde ring aanvaardbaar is, hoewel men hem allang uit zijn ouderlijke macht had moeten ontzetten. Maar wat volkomen onmogelijk is, volgt: de moeder vraagt aan de vader, of hij niet eens met zijn jongen wil praten. Misschien wil de jon gen HEM wel zeggen, wat er aan de hand is. Hoewel de vader er niets voor voelt, omdat het hem niet interesseert, belooft hij de moeder toch om met zijn jongen te praten, want misschien heef! zij gelijk, misschien wil de jongen hel hem wel zeggen. Dit is natuurlijk een volkomen onm< - gelijkheid. Want als de jongen het zijl bezorgde lieve moeder niet wil zeggen, zal hij zeker niet open staan voor zijn vader, met wien hij absoluut niet kan opschieten. Dit moet zowel de moeder als de vader begrijpen. Dit weten zij beiden van tevoren uit ervaring. Hier naar is hun gedrag geweest al jaren lang. De jongen is vanzelfsprekend nooit met zijn moeilijkheden bij zijn va der aangekomen. Dan moet men dit ook nu niet verwachten. Een dergelijke voorstelling haalt een streep door het hele getekende karakter van de ouders Dat wordt een misvormd, een onbe staanbaar karakter. Dit getuigt niel van een gezonde kijk op het leven var de zijde van de schrijver. Twee regels verder begaat de schrii ver een bijna nog grotere domheid waar hij de vader laat zeggen: „Vrouw als jij niet weet wat er met die jonger aan de hand is, dan is deze houding van jou geen zenuwachtigheid, maar nieuwsgierigheid niets dan vrouwelijke nieuwsgierigheid." Dit wordt gezegd te gen een moeder die zich zorgen maakt over haar jongen. Haar jongen, die niet meer eet, omdat hem iets dwars zit. Haar zorgen zouden niets anders zijn als vrouwelijke nieuwsgierigheid. Een veronderstelling, die natuurlijk te dwaas is, om er over te praten. Zelfs een bruut van een man, die haar toch door aan DE TOP DOOR TEKST EN FOTO'S PER JAAR 12 NUMMERS F 10,- Leden filmliga's en K.F.A. genieten f 2,- reductie Gratis proefnummer bij ADMINISTRATIE FILMFORUM VOORHOUT en door kent en haar toch al meer dan dertig jaar heeft meegemaakt, kan zulk een veronderstelling niet zijn toe gedaan. Het is volkomen onzin. Raakschrijve- rij van een auteur. Met volkomen ge mis aan werkelijkheidszin. Ik heb dan ook dit stuk na het lezen van drie pa gina's terzijde geschoven. Als een mis baksel, een draak, een klungel van een stuk. Dergelijke onwaarschijnlijkheden moe ten wij onmiddellijk onderkennen. En dergelijke stukken moeten wij ook niet WILLEN brengen. Want, zo'n stuk doet het misschien nog best bij het publiek- Och, het grote publiek onderscheidt tij dens het aanschouwen van een derge lijk stuk misschien zo gauw de onmo gelijkheden van de mogelijkheden niet. Want ook bij het publiek is een gezonde kijk een eerste vereiste. Vooral wan neer het iets in een snelle vaart wordt voorgetoverd. Is het dan niet een van onze'eerste plichten: het publiek in ge zonde smaak, in gezonde kijk voor te gaan? Mogen wij van de redenering uitgaan, dat wij dit of dat het publiek gerust mogen voorschotelen, omdat het toch niet in de gaten heeft, hoe onge zond het is, hoe onwaarschijnlijk en vals? Dit moet ons voor de geest staan bij het bestrijden van de draken! Wij mogen het publiek niets ongezonds vooi- zetten! Wij hebben juist een taak: de smaak te veredelen. En daarom moet het ons allen ernst zijn met de bestrij ding van de draak. WIJ MOETEN GEEN DRAAK, GEEN MISBAKSEL MEER WILLEN SPELEN! PASSIESPEL ZUIDERTONEELKRING Ons artikel van vorige Zaterdag, waarin sprake was van het initiatief van de R.K. Zuider Toneel-Kring te Rot terdam tot het opvoeren van een Pas siespel behoeft een rectificatie. De pas sage waarin gesuggereerd werd dat een verzoek, gericht tot het W.K.A.-be stuur Kring Rotterdam, om het plan verder ter hand te nemen, negatief re sultaat had, behoeft correctie in die zin, dat het W.K.A. nimmer een soort gelijk verzoek betreffende het Passie spel heeft ontvangen. Van de zijde van het W.K.A. stelt men het zeer op prijs deze rectificatie onder de ogen van de lezers te brengen. worden getoond. Dit lukte en op 9 Novcm ber 1929 werd het eerste programma ge draaid, bestaande uit „Jeanne d'Arc" van Carl Th. Dreyer, voorafgegaan door een filmpj'e uit 1900 „Amsterdam vóór 31 jaar", „Heien" van Joris fvens. „Le Jar din du Luxembourg" van Mannus Fran ken en „Een visioen van rijkdom" een met de hand gekleurd filmpje van 10 mi nuten uit het jaar 1906. Dit eerste programma is beslissend ge weest voor De Uitkijk. Nu na 25 jaar is nog geen wezenlijke wijziging aangebracht in de programma-samenstelling: steeds een goede hoofdfilm, voorafgegaan door een documentaire en geen zakelijk ele ment. Dus geen projectieplaatjes of ge vent met ijsco's e.d. De Uitkijk is wezen lijk een filmtheater en geen bioscoop Men komt er voor de film en voor niets anders. Dc 25 jaar, gedurende welke dit film theater thans bestaat, zijn interessant, vanwege de ontwikkeling van de film kunst. Zoals overal te zien is, heeft de jongste Muze. Cinemagia, een groep voor vechters gehad om haar op te nemen in het gezelschap van haar eerbiedwaardige zusters.' een groep, die uitmuntte niet alleen door een fijn intuïtief aanvoelen van het nieuwe medium, dat zij gingen bespelen, maar die ook verantwoordelijk is, dat het bestijgen door Cinemagia van de Parnassus verantwoord is geweest. Als men het programma bekijkt, dat 25 jaar na de Opening wordt gedraaid, dan kan men enerzijds bemerken, dat er nog avant-gardisten bestaan, anderziids. dat de vorming van verscheidenheid in stijl bij de cinematografie geen onverdeel de winst is. De tekenfilms van Stephan Bostusow en John Hubley wijken zeer af van het ge bruikelijke genre. Deze tekenfilmers heb ben een sfeer in de tekening gebracht, die niet alleen met kleur en geestige cari- caturen wordt bereikt, maar waarbij men de natuur deformeert om af te wijken van het genre „net. echt". Juist deze ont wikkeling in de filmkunst is bijzonder in teressant vertegenwoordigd in het tb"'" leumprogramma van De Uitkijk- van Norman McLaren is er het experimente- le filmpje „Neighbours", dat eveneens spot met iedere realiteit en ten slotte is de hoofdfilm ook een poging om de wer kelijkheid weg te schuiven voor de sur realistische droomwereld. Maar deze hoofdfilm „Vijfduizend vingers is al een product, waarbij men de niveileringswals van de industrie niet heeft kunnen ont lopen. Men vraagt zich, na 25 jaar, af of het werl. van de avant-garde, met zijn eigen uitdrukkingswijze, die niet in de eerste plaats een zo natuui getrouwe co- pie van de realiteit wenste te geven, door de reaiiteits-cuitus a la Cavalcanti niet een doodsteek heeft eekregen. In de laren, dat De Uitkijk de bijzonde re films draaide,.is steeds naar voren ge treden de onwrikbare wil van sommigen om het onderste uit de -kan te halen; om de filmkunst autonoom te maken Maar óók heeft men kunnen ervaren, dat het symbolisme, expressionisme en sur- realisme die dus in de ontwikkelings gang van de film kunst noodzakelijke doorgangsstadia zijn nog nauwelijks aanvaardbare stijlen zijn. Juist door een filmtheater als De Uitkijk kan gaandeweg inzicht groeien voor dit probleem. De snelle technische perfectie, die de toe schouwers reeds optisch blasé heeft ge maakt. is de grootste tegenstander Vir tuositeit is de aartsvijand van kunst. Wat echter een grote verworvenheid van het oeuvre van de avant-gardisten is. mag niet worden onderschat. De montage methoden van deze vroege filmkunste naars worden nog heden toegepast en vaak goed ook. af de 16e eeuw, in een Noord Neder landse en een Zuid Nederlandse kunst historie resp. behandeld in het tweede en derde deel die nog moeten verschij nen. Vóór de 16e eeuw was zulk een split sing vaak onmogelijk, vandaar dat het nu voor ons liggend eerste deel de kunst van Noord en Zuid vanaf het begin tot aan de Gouden Eeuw sa menvat. Het aantal hoofdstukken is daar bij uitgebreid. O.a. werd meer aandacht geschonken aan de Maaslandse beeld houwkunst, aan de tapijtkunst en de Kunstnijverheid, Ook het aantal illustra ties werd sterk vermeerderd. De schrij vers der verschillende hoofdstukken zijn er in geslaagd de eenheid en de door lopende lijn in het boek grotendeels te handhaven. De uitvoering, geheel op Kunstdrukpa pier, is bijzonder verzorgd; een uitste kende prestatie van de Utrechtse Uit geverij W. de Haan N.V. Een andere herdruk die de kunst liefhebbers zal interesseren is „De Europese schilderkunst na 1850" door W. Jos de Gruyter. (Uitg. Daamen, den Haag). De katholiek die dit werk in handen krijgt zal zich, ondanks de bijna virtuoze bekwaamheid van de schrij ver om duidelijk en beeldend te schrij- ven over de moeilijke materie der tno- deme kunst, minder en minder bevre digd voelen. Het uitgangspunt van de schrijver zuiver „diesseitig" en zui ver picturaal is niet dat van de Ka tholiek voor wie alle kunst op de eer ste plaats een afstraling is van de Schepper van al het Schone. Wie niet van deze praemisse uitgaat, verengt zijn visie op een wijze die voor ons niet verantwoord is en die ten aanzien van de abstracte kunst tot onvoorwaardelijker bewondering komt dan de katholieke hunkering naar christelijk gehalte van het kunstwerk mogelijk maakt. Op het aldus beperkte vlak, waarbij onthullenderwijs de religieuze kunst van b.v. Rouault nauwelijks wordt vermeld, verricht W Jos de Gruyter echter bewonderenswaardige dingen. Het wezenlijke in de elkaar opvolgende -ismen weet hij op een heldere en tref fende wijze ook voor de gewone lezer te verduidelijken. Het boek dat na de eerste druk aanzienlijk werd uitgebreid, is geïllustreerd met tal van verhelderen de illustraties, moest in de vorm van kleine reproducties boven aan de pa gina geplaatst. In de serie der jaarlijkse Agenda s van Museum Boymans is ditmaal een zeer geslaagde "uitgave verschenen. Zij is getiteld „Vier eeuwen dagelijks le ven" en bevat tegenover ieder blad van de week-kalender een reproductie van een tafreel uit het dagelijks leven zoals dat op schilderijen uit het kunstbezit van museum Boymans voorkomt. Doordat meestal een (goedgekozen) fragment uit schilderijen of prenten werd geno- men wordt de aandacht van de be schouwer vanzelf naar details getrok ken. Op menig fragment kan men zo interessante ontdekkingen doen over 4 eeuwen schilderkunst, die men bij het beschouwen van het hele schilderij wellicht, voorbij zou zijn gegaan. De uitvoering, als steeds in een ring-band is zeer fraai. De redevoeringen die bij de Haagse Wolff, en Dekenberdenking zijn gehouden vormen het eerste deei van „Boeket voor Betje en Aagje" het gedenkboek dat in smaakvolle uitvoering bij de W B. (Am sterdam) verscheen. Vooral de rede van mevr Rnrrfein-Verschoor ..Met de tijd en tegen dc tijd" is bijzonder lezenswaardig. In het boeket zijn ook bijdragen geschikt o.a van dr A v d Boom over de portret ten van Wolff en Deken Dit artikel is geïllustreerd Het tweede deel. een bloem lezing uit minder bekend werk der on sterfelijke vriendinnen, opent niet frag menten uit het onuitgegeven deel van het „Geschrift enei bejaarde vrouw" (1802). Verder brieffragmenten in Betje Wolffs beste stijl, en enkele gedichten waarbij twee van .Aagje Deken die men niet dik wijls tegenkomt. Een andere bloemlezing „Letterlust op Kippenrust" 'Uitg. Kosmos. A'dam) be-» vat gerijmd en ongerijmd proza van Betje Wolff uit haar Beemster-periode. Wie anders dan Jan Mens zou de samensteller van deze bloemlezing zijn? Hij is de man die over de jonge Betje een oman schreef en die sinds jaren ijvert voor de restaura tie van de Beemsterpastorie in haar oor spronkelijke staat. Dat hij Betje's werk verstaat blijkt uit zijn keuze di? behalve enkele der befaamde geestige brieven ook vrolijk moraliserende gedichten bevat, waarin zij de spot drijft met de „fijnen" en de „zoo-zoo's". Tenslotte verscheen de elfde druk van het meesterwerk der beide schrijfsters: „De Historie van mejuffrouw Sara Bur gerhart" (Uitg. Wereldbibliotheek, A'dam) dat vooral nu de aandacht weer zo op het tweetal is gericht, ongetwijfeld haar nog steeds durende populariteit bewijzen zal.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 10