UITBREIDING VAN HULP AAN DE ACHTERGEBLEVEN GEBIEDEN Minister Beyen: bezwaar tegen Europese wapenproductie-pool Geen perspectief voor supra nationale gedachte Tweede Kamer op reces tot 1 Februari Kraayvanger was huiverig *n rijksrederij voor Emigrantenschip behouden langs Eerste Kamer geloodst Kerkelijke voor de Vormendienst en verhoudingen Reformatie overtreding van het celibaat m Wereldgeweten moeilijk wakker te schudden inzake reclitsscliendingen van Indonesië Rede van dr Kortenhorst ten afscheid Tweede Kamer aan vaardt verhoging loongrenzen Volle treinen Kostbare Madonna voor Kasteel De Haar Op 24 December: sluiten te 18 uur Gevaarlijke klip met twee stemmen genomen Toch opgewekt kerkelijk leven Westbrabantse bieten campagne sluit met Kerstmis DONDERDAG 23 DECEMBER 1954 Taak der W.-Europese Unie Het F ranse plan inzake een wapenproductiepool W.E.U. en Europese econ. samenwerking Inzake Indonesië niet gene raliseren 1 Nieuwe arbeid Na Kerstmis en Nieuwjaar Nieuw-Guinea Hulp aan achtergebleven gebieden Parlementaire Benelux-Raad PAGINA 3 Middenstands-advies Ministers antivoorden Conclusies Toezicht credietwezen aanvaard Minder suiker, meer tarra 's-GRAVENHAGE, 22 December 1954. In een inhoudrijke antwoordrede van ongeveer twee uur is ministoi Beyen vandaag in de Tweede Kamer uitvoerig ingegaan op het vraagstuk der Europese samenwerking, zoals dit zich heden aan bns voordoet. De ontwikkeling, die zich moeizaam, maar consequent in de richting der supra-nationale samenwerking bewoog, is door de verwerping der E.D.G. gestuit. Er heeft zich een reactie ingezet, die niet slechts een verdere out wikkeling der supra-nationale gedachte tot staan heeft gebracht, maar ook elementen bevat, die zelfs het beginsel der „multilaterale" samenwerking in gevaar zouden kunnen brengen, aldus de minister. Wat moet er nu gebeureu om de impasse, waarin het Europese integratie- streven is geraakt te doorbreken? De heer Van der Goes van Naters (P. v. d. A.) had gisteren gewezen op verdere integratie-mogelijkheden binnen het kader der op te richten West-Europese Unie (W.E.U.), nl. het sluiten van multilaterale accoorden tussen de zes „Schuman"-landen binnen de W.E.U., waarbij Engeland zich dan zou kunnen associëren. Mejuffrouw M Klompé (K V. P.) was hier tegen gisteren reeds van leer getrokken. Vandaag bleek ook min. Beyen hiervoor niets te voelen. Hij acht te het geen goe de gedachte om binnen het kader der W.E.U. tus sen die leden, die daar wel toe bereid zijn, ge meenschappen met supra-natio- MINISTER BEYEN Geen goede gedachte naai karakter te vormen of de enige bP staande gemeenschap van deze aard, de Kolen- en Staalgemeenschap in de W.E.U. te brengen. Wy moeten binnen het kader der W.E.U. geen dingen gaan doen, aldus de bewinds man, die Engeland in de W.E.U. in een uitzonderingspositie brengt- Doen we dat, dan zouden we de enige belangrijke winst, die we met dit alternatief voor de E.D.G. hebben binnengehaald, de engere band met Engeland, in gevaar brengen. Wij zouden zodoende tussen twee stoelen gaan zitten. De heer Van der Goes koesterde de ver wachting, dat Frankrijk binnen het kader der W.E.U. bereid zou zijn over zijn hui dige aarzeling om verder in supra-natio nale richting te koersen heen te stappen. Maar mr Beyen betwijfelde dit. Het gaat er de Fransen niet om, dat de Europese integratie zich voltrekt binnen het kader van een verband, waarvan Engeland deel uitmaakt, maar dat Engeland hierbij een gelijksoortige positie inneemt als Frank rijk. Hun nationale trots eist dit. Moet de taak der W.E.U. dan beperkt blijven tot de doeleinden, die in de proto collen van Parijs zijn omschreven? Dat niet. Als niet-supranationale organisatie kan de W.E.U., aldus de bewindsman, allerlei teken op zich nemen naast die, welke door de Parijse protocollen zijn ge geven en naast de taak op sociaal en cul tureel gebied, die de Westerse Unie nog steeds met succes vervult- Zo zal een zeer belangrijke taak voor de W.E.U. zjjn weggelegd i.v.m. de regeling van het Saarvraagstuk, een taak, waar- voor door de stagnatie in de ontwikkeling der Europese samenleving geen andere organisatie kan worden aangewezen. Qua type van organisatie is de W.E.U. voor deze taak wellicht niet ideaal. De minister dacht hierbij onwillekeurig aan de on wennigheid van een celibatair, die een weeskind adopteert. Maar de W.E.U- zal er zich gelijk de celibatair op moeten in stellen. Daarnaast wordt gedacht aan de taak, die de W.E.U. zou moeten vervullen i.v.m. de instelling van een wapenproductiepool- De bestudering van het Franse plan voor een zodanige pool begint 17 Januari a s. en minister Beyen toonde zich bereid om het Franse plan op zijn mérites te beoor delen, maar verheelde niet, dat hij voorals nog bepaalde grote bezwaren had tegen dit plan. In de eerste plaats zag hij niet, hoe men de Raad van ministers der W.E.U. aansprakelijk kan maken voor de gehele continentale wapenproductie en wapen- invoer zonder verwarring^ te stichten. Deze Raad van Ministers is niet als zodanig verantwoordelijk voor het leger en de bewapening daarvan in tegenstel ling met de E.D.G.-organen, die ook daar voor aansDrakelijk waren. Er zou dus geen coördinatie van verantwoordelijk heden en bevoegdheden zijn. De verwar ring. die daaruit zou kunnen ontstaan, kan slechts hen bevredigen, die een goede bewapening der W.-Europese troepen niet wensen. Maar er is nog een tweede moeilijk heid. De dagelijkse leiding van de be- wapeningsproductiepool zou moeten berusten bij een uitvoerend orgaan, dat beslissingen zou nemen, die voor de be wapening, maar ook voor de economie der deelnemende landen van-zeer grote betekenis zouden zijn. Dit orgaan is verantwoordelijk aan een Raad van Ministers, waarvan de leden verant woordelijk zijn aan hun eigen parle menten. Hoe zal dit in de practijk wer ken? Of men krijgt voortdurend be moeienis van die Raad met de beslissin gen van het uitvoerend orgaan, waarbij de leden van de Raad voor hun na tionale belangen opkomen en dan is niet te begrijpen, hoe men tijdig tot be slissingen zou kunnen komen of als de Raad slechts achteraf enige malen per jaar wordt ingelicht, zou het uil- voerend orgaan een zeer grote macht krijgen zonder enige werkelijke ver antwoordelijkheid, aldus spr. Afgezien hiervan zag de minister in een wapenproductiepool, die geen supra nationaal karakter heeft, evenmin een element in de ontwikkeling der economi sche integregatie van Europa in tegen stelling met de E.D.G., die in die integra tie een belangrijke rol zou hebben ge speeld. Het gaat bjj deze pool immers om een productie, die door regeringen wordt afgenomen. Kan de W.E.U. wellicht de kern worden van algemene Europese economische sa menwerking in niet-supranationaal ver band? Ook op deze vraag luidde het ant woord van mr Beyen voorshands ontken nend. In de W.E.U. ontbreekt immers het element van samenwerking in „gemeen schap", d.w.z. het gemeenschappelijk ver antwoordelijk zijn voor een gemeenschap pelijk doel, waarnaar in gemeenschappe lijke arbeid wordt gestreefd. De minister betwijfelde, of zich in de W.E.U. op eco nomisch en monetair terrein een veel inniger verband kan ontwikkelen dan in de O.E.E.S. reeds bestaat. Hoe kunnen wij de afgebroken ont wikkeling naar samenwerking in supra nationaal verband en langs deze weg alleen kan liet probleem voor Europa op den duur worden opjelost, aldus mr Beyen weer op gang brengen? In de eerste plaats is daarvoor nodiij, zo betoogde de bewindsman, dat de gedachte der supra nationale gemeenschap in de betrokken landen begrepen en geassimileerd wordt. Het is onrealistisch niet te zien, dat die richten Europese parlementen ten deze kunnen vervullen. Voor het groeien van een politieke gedachte is een parlement immers een bij uitstek gunstige voedings bodem. Wat het voorstel van mej. Klompé be treft om een parlementaire studiegroep te laten nagaan, op welke wijze de ver dere Europese integratie in de huidige situatie het best kan worden nagestreefd, de minister betwijfelde, of deze zaak thans door studie verder kan worden gebracht. Bij de replieken drong de heer Van der Goes van Naters er bij de minister op aan de wapenproductiepool niet af te wijzen. De rede van minister Beyen werd ge volgd door een even lange antwoordrede van minister Luns. Wat Indonesië be treft, hoopte deze bewindsman nog steeds, dat daar het gezonde verstand uiteinde lijk zal zegevieren. Hij kon zich niet ver enigen met degenen, die Indonesië voor 't Westen reeds als verloren beschouwen. Kennisneming van de ernstige feiten, welke de arrestaties der Nederlanders aldaar zijn, mag niet leiden tot generali seren in deze zin, dat alles in Indonesië even afkeurenswaardig is. We moeten alles in het werk blijven stellen om met Indonesië tot betere betrekkingen te komen. Voor het terugroepen van de Neder landse Hoge Commissaris een suggestie van de heer Welter (K.N.P.) voelde de minister niets. We moeten ons er ook geen illusies over maken, dat we .andere mogend heden zouden kunnen interes seren voor de arrestaties in Indonesiëde infiltraties in Nieuw - Guinea en de ontvoe ring van de hoofdagent, de heer Van Krie ken. Het we reldgeweten is voor deze rcchtsschendin- gen moeilijk constateerde de be- Onze positie van •MINISTER LUNS Geen illusies. wakker te schudden, windsman met spijt, kleine natie is hieraan niet vreemd. Op de door de regering aan de buiten landse pers verstrekte communique's gedachte in Frankrijk, maar ook elders i hierover is slechts in enkele gevallen nog niet voldoende heeft postgevat. Daar-gereageerd. Over de infiltraties in Nieuw- bij achtte hjj van groot belang de taak, i Guinea is inmiddels weer zeer over- welke de reeds bestaande en nog op te i tuigend bewijsmateriaal verkregen, waar- Voor de Kamer gisterenavond op reces ,ïing heeft de voorzitter, de heer Korten horst, aan het einde der vergadering een rede gehouden. Daarin herinnerde hij eraan, dat sinds de Derde Dinsdag in September 37 dag- en 17 avondvergaderin gen zijn gehouden, tezamen dus 55 verga der-perioden tegen 32 en 14: samen 46 in het zittingsjaar 1952/1953 en 43 cn 25: sa men 68 in het zittingsjaar 1953/1954. Van het zeer grote aantal wetsontwer pen, dat behandeld is, memoreerde hij de voornaamste. Bezield met de gedachte, dat sleur een der kwaadste ondeugden is van de wer kende mens, heeft de Kamer opnieuw getracht de begrotingsbehandeling meer bevredigend te doen verlopen dan in voor afgaande jaren het geval is geweest. Zo werden de algemene beschouwingen ever de staatsbegroting zonder schriftelijke voorbereiding gehouden. Vervolgens is er dit jaar naar gestreefd de afzonder lijke hoofdstukken der begroting in dag- en avondvergaderingen ononderbro ken af te handelen. De blik richtend naar de periode, die spr. zich voorstelt op Dinsdag 1 Februari te doen aanvangen, sprak hij de hoop uit dat de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen weer geheel hersteld zal zijn om zijn begroting met de Kamer te kunnen behandelen. Op dit moment zijn o.a. de volgende onderwerpen gereed of vrijwel gereed om op de agenda te verschijnen: ontwerp- wet op het kijkgeld met televisie-nota; ifa.cktiging van de oprichting van de stichting Nederlands Instituut voor Vlieg- tmgontwikkeling; bepalingen met betrek king tot de verbranding, de balseming en schouwing van lijken; wet op de tandheelkundige inrichtingen; nota be treffende het beleid inzake de uitgifte van cultuurgrond in de IJsselmeerpolders en wet beperking cadeaustelsel. In de vergadering der Tweede Kamer is sistermiddag een aantal wetsontwer pen aan de orde gekomen, welke beogen de aannassing van de loongrenzen en uit keringsbedragen der sociale - verzeke ringswetten aan de situatie, welke door de llatsté loonronden is ontstaan, waar door de loongrenzen voor deze wetten werden gebracht van 5300 op 6000. Verder lijn de uitkeringen der sociale pruitneen korte verklaring van de heer De Kort (K.V.P.) bleek, dat de regering over enkele vraagpunten n.a.v. deze wets ontwerpen na het reces een nota zal in dienen, waarna de Kamer zonder discus sie en z.h.s. de wetsontwerpen goedkeur de. De Ned. Spoorwegen verwachten, dat op Maandagochtend 27 December en op Maandagochtend 3 Januari in de eérste uren na 7 uur de kans bestaat, dat niet in alle treinen voldoende plaats zal zijn. In die uren moet namelijk een groot aan tal militairen per trein naar de garnizoe nen worden teruggevoerd. Voor dit om vangrijke vervoer is veel spoorwegmate- rieel nodig.' zodat het aantal extra treinen voor burgervervoer op deze ochtenden slechts beperkt kan zijn. Op Vrijdag 24, Zondag 26 en in de mid dag van Maandag 27 December rijden veie extra treinen. overeenstemming ge- Niet onwaarschijnlijk kunnen aan deze lijst oa. nog worden toegevoegd', heffing van de rechten van successie, regeling van het kleuteronderwijs; wijziging van de hoger-onderwijswet, opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de ge- hmvde vrouw en ontwerp-gezondheids- wet. Namens de Kamer sprak de voorzitter een woord van waardering en dank uit aan de ministers, staatssecretarissen en departementsambtenaren. Hij dankte eveneens de medewerkers zowel in het gebouw der Kamer als daarbuiten en de dames en heren van de parlemen taire pers. Tenslotte wenste de voorzitter allen een goed en vredig Kerstfeest toe. van gebruik zal worden gemaakt in een nieuwe protestnota. welke zal wor den gepublieeerd. Bq nieuwe infiltratie- pogingen zal de regering alle nodige maatregelen nemen. Verder zal geen mid del ongebruikt worden gelaten om voor de Nederlandse arrestanten in Indonesië rechtsherstel te krijgen. Over de behandeling der kwestie-Nieuw- Guinea in de Ver. Naties heeft de minis ter ook nog uitvoerig uitgeweid. Hij was het met de heer De Graaf (K.V.P.) eens, dat wij na de verdediging van ons standpunt in de V.N. verder moeten gaan met het ontplooien van internationale activiteit op dit punt. Nauwe samenwer king met Australië is hierbij een eerste vereiste. We moeten ermee rekening houden, dat de Indonesische regering de strijd om Nieuw-Guinea voortzet zelfs me1 riskering van essentiële Indonesische belangen, zoals wij die zien. De poging om hierdoor het nationale élan weer nieuw leven in te blazen en de nationale eenheid te ver sterken zag mr Luns als een van de be langrijkste oorzaken van de anti-Neder landse agitatie. Op de vraag van de heren De Graaf en v. d. Wetering, of Nieuw-Guinea in aan merking kan komen voor internationale economische hulp, antwoordde de be windsman in bevestigende zin. Voor de vrede in de wereld is de hulp aan de minder ontwikkelde gebieden evenzeer nodig als bewapening, aldus mr Luns. Het is zaak, dat we sooedig over gaan tot een hulpverleningsactie op veel grotere schaal dan tot dusverre. We kun nen ons niet langer blijven koesteren in de sfeer van onze herwonnen welvaart. Het verschil in welvaartsniveau tussen de ontwikkelde en achtergebleven gebieden groeit nog dagelijks. Niet minder dan 60 pet der wereldbevolking leeft in kom mervolle omstandigheden. De Verenigde Staten zijn thans van plan een groot scheepse hulpactie voor de Aziatische lan den (een soort Marshall-plan voor Azië) op te stellen. Met betrekking tot het uitblijven van een parlementaire Benelux-Raad ver klaarde minister Luns, dat snel en naarstig naar een oplossing wordt ge streefd. Bij de replieken diende de heer Van der Goes van Naters te dezer zake een motie in, waarin de Kamer haar com missie van Buitenlandse Zaken uitnodigt ter voorbereiding van een nader overleg met de regering over deze aangelegenheid een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop de in te stellen Benelux-Raad de onderwerpen van gemeenschappelijk be lang op zijn agenda kan plaatsen en om trent die onderwerpen aanbevelingen kan doen, hieromtrent overleg te plegen met de bevoegde commissies der andere Benelux-landen en op korte termijn hier over verslag aan de K^mer uit te brengen. Deze motie werd later z.h.s. aanvaard. Over de kanalenkwestie kan de rege ring nog steeds niet veel mededelen. Zij is er zich, zo verklaarde mr Luns, ten volle van bewust, dat de waterstaatkun dige toestand in West-Brabant het treffen van spoedige voorzieningen nodig maakt. Dit staat echter naast de kanalenkwestie en kan buiten deze kwestie om geregeld worden. Grote hilariteit verwekte minister Luns, toen hij de Kamer enige passages voorlas uit een boekje over Nederland, dat onder auspiciën der Sovjetregering is uitge geven. O.a. wordt hierin de P.v.d.A. als de grote vijand van de arbeidersklasse bestempeld 1 De begroting van Buitenlandse Zaken werd tenslotte z.h.s. goedgekeurd. Ad Int. (Van onze Utrechtse redacteur). De eigenaar van het kasteel De Haar in Haarzuilens, nabij Vleuten, E. baron van Zuylen van Nyevelt is voor 10 millioen Franse francs eigenaar geworden van een zeldzaam Madonna-beeld, de z.g. Virgo Lactans, waarbij de Moedermaagd is voorgesteld, 'terwijl zij het Goddelijk Kind zoogt. Het is een gepolychromeerd stenen beeld van ongeveer 2 M. hoog, ver moedelijk gemaakt in de veertiende eeuw. Overwegend zijn de kleuren rood, blauw en grijs, terwijl de kroon en de zoom van de wijde mantel met kleine stukjes glas, voorzien van gouden schijfjes, versierd zijn. Op de tentoonstelling van Franse en buitenlandse antiquairs, in November te Parijs gehouden, werd het kunstwerk ontdekt. Voorlopig is het beeld tentoongesteld in de grote zaal van het kasteel, dat om zijn overdaad van kunstschatten en curiosa volkomen het karakter van een museum heeft. Later krijgt het waarschijnlijk een plaats in de slotkapel. De commissie van overleg der mid- denstandsvakcentralen waarin samen werken de Christelijke Middenstands bond. de Koninklijke Ned. Middenstands bond en de Ned. Kath. Middenstandsbond heeft tot de bij deze drie organisaties aangesloten bedrijven het verzoek ge richt, indien dit geen al te grote bezwa ren ontmoet, geen gebruik te maken van de mogelijkheid om op 24 December a.s. de winkels langer dan tot 18 uur open te houden. Dit verzoek is gedaan mede om de voorbereiding van de viering van het Kerstfeest voor het personeel te verge makkelijken. De Eerste Kamer heeft gisteren met 19 tegen 17 stemmen aangenomen het wets ontwerp tot wijziging der begroting 1954 van het scheepvaartfonds, waarbij 6.5 millioen wordt aangevraagd voor de aan koop van een emigrantenschip- Tegen stemden C.H., V.V.D., C.P.N. en enige K.V.P.-leden. De heer De Vos van Steenwijk vraagt zich af of dit schip nodig is. Er wordt in de industrie nu al gebrek aan arbeiders gevoeld. Zal de regering de emigratie blijven steunen en is het aantal bestaan de schepen niet voldoende? Het aan te kopen schip zal 21 millioen kosten. Als de regering er later mee in haar maag zal zitten, zal niemand er meer veel voor geven. Men kan aannemen, dat dit bedrag verloren zal zijn. Sprekers fractie heeft zeer ernstige bezwaren tegen het ontwerp- De heer Tjalma (A.R.) constateert, dat Wynand Fockink de memorie van antwoord veel heeft op gehelderd omtrent de late indiening van het ontwerp. De koopsom lijkt niet te hoog. Aankoop van het schip zal de regering in staat stellen de Indische Nederlanders spoediger te vervoeren dan anders. Dat is de voornaamste reden waarom sprekers fractie het ontwerp zal aanvaarden. De heer Kraayvanger (K.V.P.) zegt, dat de heer Tjalma zijn stem aan het ontwerp zal geven om een motief, waarom het niet is ingediend. Spreker aanvaardt het emigratiebeleid, zoals het thans voerd wordt. Er zijn echter factoren, die spr. huiverig maken. Hij vertrouwt deze minister ten volle, maar vreest toch, dat hier op den duur een rijksrederij zal ontstaan. De noodzaak om op dit ogenblik te kopen ziet spreker bovendien niet in. Wanneer deze koop doorgaat, weerhoudt de minister niets meer straks te komen met de aankoop van een of nog meer schepen. De bespre kingen met de rederijen zijn niet grondia geweest. De heer Kolff (C.H-) heeft bijna on overkomelijke bezwaren. Hij spreekt daar bij namens zijn fractie en betwijfelt of wij met het huidige emigratiebeleid wel op het goede spoor zijn. Nadat de heer Kramer (P.v.d.A.) had verklaard geen bezwaar tegen het ontwerp Die kritieke periode in onze Nederlandse Kerkgeschiedenis, het eerste driekwart van de zestiende eeuw, is nog nimmer het onderwerp geweest van een systematische studie. Uit de voorhanden gegevens kunnen de nodige gissingen worden gemaakt; maar een werkelijk inzicht in de toenmalige situatie krijgt men niet. Met een halve mensenleeftijd minu tieuze en voortgezette bestudering heeft prof. Post allen die thans een nagenoeg volledig en voortreffelijk geordend overzicht terzake de oude Kerk in de eeuw der Hervorming, zich in een boekdeel van 550 bladzijden zien voorgelegd, bovenmenselijk aan zich verplicht. Wat hij hier aan data en inzicht gevende commentaar bijeen gebracht heeft zal voor de hele Nederlandse historiografie van het grootste belang blijken. De godsdien stige kwestie immers beheerst de geschiedenis der 16e eeuw voor ons land. Vooral de Kerkhistorie zal dit hoek, in alle stilte bij Het Spectrum te Utrecht van de pers gegleden, begroeten als een onschatbaar werk. Het bestrijkt het volledig terrein van kerkelijke organisatie en kerkelijk leven; behandelt de werkwijze van bisschop en bisdom; de seculiere clerus; de. in- en uitwendige ontwikkeling van alle regulieren in Noord-Nederland; een en ander aan de hand van concrete cijfers; en voorts de gehele geloofspraktijk van priesters en leken. Aldus in het kort samengevat de rijke inhoud van dit zeldzame boek, dat over een bleed front een kostelijk panorama ontwerpt, waaraan veler ogen te gast zul len gaan. Want wie onzer zou zich niet interesse ren voor deze vergeten hoek onzer kerk geschiedenis, waarover wij aldoor maar kwaad hebben horen spreken, zonder er veel aan te kunnen veranderen? De Nijmeegse hoogleraar zal het ons ten oede houden, dat wij uit de rijke schat kamer, die hij voor ons heeft geopend, niet zo maar voor de vuist weg een of ander* onderwerp kiezen ter nadere toe lichting, doch liever de geest volgend die het ganse werk beheerst, alle nadruk leg gen op dat wat vóór alles het zwaarte punt vormt in het erudiete betoog, dat zelfs voor eigen twijfels angst schijnt te hebben en als de dood is dat deze Dij anderen zouden worden gewekt. Telken^ weer formuleert dr Post zijn conclusies en voortdurend spreekt de vrees te wor den misverstaan. Terwijl wij terloops langs de weg het bloempje plukken dat het bisdom Roer mond tot zekere hoogte gelden mocht als het klassieke land van de bestrijding van het concubinaat, zamelen wij hier uit het algemeen besluit (bijna 8 bladzijden om vattend) enkele conclusies bijeen: Zonder twijfel waren er in de zestiende- eeuwse Nederlandse Kerk grote tekort komingen en ergerlijke misstanden. Op de eerste plaats was het met het bestuur niet in orde. Het centrale kerkelijke be stuur bezat bovendien veel te weinig gr- zag over de geestelijkheid, omdat het niet zorgde voor haar opleiding, noch haar uit koos, noch haar benoeming, verplaatsing en afzetting in handen had. Door het patronaatsrecht beschikten vooral de leken en ook vele kloosters over de kerkelijke beneficies met of zonder zielzorg. Hier openbaarde zich nog de eeuwenoude grote macht der leken (voi- investituurstrijd en het beteugelen van het eigenkerken slechts weing was verrpinderd en voor de algehele situaee noodlottig is geworden. Ook de beslissende macht van de kerkmeesters over de kerk fabriek en over alles wat tot de eredienst nodig was, belemmerde de activiteit van de pastoor en doodde zijn interesse voor het kerkgebouw, de kerkversiering, de vasa sacra en de paramenten. Vormde al dus de machteloosheid van de bisschop een der voornaamste oorzaken van vele verkeerde verhoudingen, men moet toe geven dat de vorstelijke positie der bis schoppen en hun politieke taak in Utrecht tot aan 1529 hen voor het gewone kerk bestuur weinig geschikt maakten. Wat de geesteiyken betreft, waren er veel te veel, zowel by de Seculieren als Regulieren. Onvoldoende waren opleiding en vorming van de meeste hunner: ruw en onbeschaafd, sommigen zelfs bruut en los van zeden, ongeletterd en te weinig theologisch geschoold, bleek onder hen de verplichting tot het celibataire leven danig verzwakt, zodat ongeveer een vier de gedeelte als gehuwd leefde, hetgeen door de gelovigen en lange tijd ook door de kerkelijke autoriteiten werd geduld, ofschoon elke bisschop in het begin van zqn regering de oude strenge bepalingen tegen dit euvel afkondigde. Aan een der gelijke openlijke overtreding van de kuis heid maakten de Regulieren als groep zich niet schuldig. Het kerkelijk-religieuze leven was in het algemeen te weinig theologisch ge fundeerd. omdat hierbij slechts een kleine élite was betrokken. Gevolg: onvoldoende begrip voor de betekenis der liturgische plechtigheden- voor velen ontaardend m vormendienst. Vandaar zocht men van de ené kant naar een onredelijke vermenigvuldiging van missen en plechtigheden en ander zijds naar een aanvulling en bevrediging die men vond in talrijke particuliere de voties, processies en bedevaarten Ook het overdreven verlangen naar aflaten had zijn grond in onvoldoende theologi sche voorlichting Gevaarlijk werd d'.t streven, toen het financieel werd uit gebuit voor doeleinden ten algemenen nut te, als Turkenoorlog, kerk-bouw of dijk- aanleg. Maar van een algemene ontevre denheid over dergelijke praktijken, waar uit Luthers eerste optreden en een deel van zijn succes kunnen worden verklaard, is hjer niets gebleken. Nochtans vergist men zich als men denkt dat ondanks de corruptie die aan de wortel vrat, er geen sprake was van gehele land waren de aldoor weer her stelde parochiekerken verspreid, die de liefde van de parochianen tot het einde toe hebben bewaar^ en van waaruit de pastoors of vice-cureyten (huurlingen) een behoorlijke, naar de begrippen van uie tijd voldoende zielzorg beoefenden. Er was geen kwestie van leegstaan van ker ken of moeite om een pastoor te krijgen De roeping tot het priesterschap was min stens tot het midden der eeuw zeer bevre digend en wat het meest opviel: alle stan den stelden hun kinderen disponibel, wat bewijst dat de geestelijke stand in ere stond ondanks het schimpen der littera toren en het schenden van het celibaat door velen. Wij die zo pas een Amerikaanse Luther- film haastig hebben zien mislukken, mochten in dit machtige boekwerk vócr alles kennis nemen van de impulsen waar uit de Contra-Reformatie tot veelbeoven- de bloei zich ging ontwikkelen. L. H, Tijdens een eenvoudige plechtigheid op de werf van de N.V. Zaanlandse Scheeps bouwmaatschappij te Zaandam is Woens dagmorgen de kiel gelegd van het nieu we Hospitaal-Kerkschip „De Hoop" in tegenwoordigheid van vele bestuursleden der Nederlandse Vereniging ten behoeve van zeelieden van elke nationaliteit, di rectie en personeel van de werf en andere belangstellenden. De eerste kiel- sectie van „De Hoop" wordt gelegd; vol belangstelling volgen twee Scheveningse vrouwtjes dit gebeuren. te hebben, zette minister Algera uiteen, dat hij het ontwerp niet vroeger had kun nen indienen. In het begin stond spreker zelf vreemd tegenover deze aankoop, maar bij dieper indringen in de zaak is hij er voorstander van geworden. Spreker is ook tegen een staatsrederij, maar dat zegt niets ten aanzien van dit wetsont werp. De Kamer heeft wel het Scheep vaartfonds voor 1954 goedgekeurd. Dit brengt toch ook mede, dat de overheid schepen exploiteert. Het vaartprogramma is overspannen en daarom is dit vierde schip nodig. Voordat het contract gesloten wer<) is een schrijven gegaan naar enige rederijen, waarna een onderhoud plaats had. Alleen de Rott. Lloyd deed een offerte, die echter veel te duur uitkram. Men heeft gezegd, dat het hier een oud schip betreft, maar de leeftijd is acht jaar, terwijl de gemid delde leeftijd van een schip tussen 20 en 30 jaar ligt. Spr. is overtuigd van de noodzaak van deze aankoop- Minister Suurhoff zegt, dat de vraag of de actieve emigratiepolitiek zal moeten worden voortgezet, hier geen rol mag spelen. Het kabinet is van mening, dat deze politiek thans dient te worden voort gezet. Ook in de komende jaren dient wel met een omvangrijke emigrantenstroom rekening te worden gehouden. Na re- en dupliek werd het wetsontwerp tenslotte aangenomen met de in de aanhef vermelde stemverhouding. Bij de aanvang van de zitting van giste ren werd allereerst gestemd over het wetsontwerp verlenging van de duur der wet toezicht credietwezen, hetwelk werd aangenomen 29 tegen 3 (V.V.D.) stemmen. Vervolgens kwam in behandeling de wijziging van de bepalingen betreffende de voogdijraden, voorkomende in het Bur gerlijk Wetboek. Het ontwerp vond alge meen instemming en het werd, nadat minister Donker enkele vragen had be antwoord, z.h.st. goedgekeurd. Hierna werd de laatste zitting in 1954 van de Eerste Kamer gesloten. (Van onze correspondent) West-Brabants suikercampagne sluit al rond Kerstmis, wanneer de grootste fa briek van de Ver. Coöp. Suikerfabrieken, de Dinteloord, te Stampersgat, de poor ten sluit. Roosendaal en Zevenbergen, zusterfabrieken van de Dinteloord, deden dat dezer dagen al. De totale aanvoer van de suikerbieten is geen record en ook werd er per dag geen recordaanvoer verwerkt. Het vorige record was een'dl9Ega kilo bieten per dag. De recordloze campagne is voorname lijk te wijten aan de slechte zomer, waar door de aardappeloogst nog binnen ge haald moest worden terwijl de suikerbie ten al rijp waren voor het rooien. Ten slotte bleken de bieten in West-Brabant 'n maximum aan tarra te bevatten. Met een gemiddelde van 27 percent lag dit name lijk ongeveer drie percent hoger dan het moyenne van alle bietenverbouwende streken in ons land. Het suikergehalte blijkt ook al minder dan vorig jaar en blijft met een gemiddelde van ca vijftien ongeveer twee percent beneden normaal. sten. edellieden, gelovigen) die door de een opgewekt kerkelijk leven. Over het i«'m»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1954 | | pagina 3