Volkenhutspot in West-Indië Julien Fédon van Grenada nog steeds nationale held Begraven regel, cremeren een uitzondering S. li. S. I IHJBnMfop: 99 Zaterdagse mijmeringen KVP acht compromis bij wijziging der begrafeniswet mogelijk Het feest der 18 verschijningen PAGINA 3 ZATERDAG 5 FEBRUARI 1933 v_y - gi mm wüp West-Indië. Columbus belandde er, toen hij steeds verder Oostwaarst stevende. Maar hij meende de laatste uitlopers gevonden te hebben van wat later Oostinje werd genoemd en nu Indonesië heet. Het tand van Cipango (Japan) dacht hij te vin den en de rijke specerij-eilanden van de Indien. Hij had slechts een vaag begrip van de wijze, waarop het aardoppervlak is ingedeeld, geloofde reeds Indië bereikt te hebben. Het gebied ten Westen van Midden- en Noord-Amerika heet nog steeds West- Indië. Maar het is een nogal vergezochte en steeds minder gebruikt wordende ver- West-Indiëtelt ondertussen parels als Trinidad en Jamaica, namen, waaromheen nog het romantische waas hangt van boekaniers en zeerovers, van Spaanse zilvervloten en verzonken schatten. Hel is in menig opzicht een toeristenparadijs geworden. Naar dit loei is- tenparadijs heeft zich thans Prinses Margaret begeven, de zuster van koningin Elizabeth II, voor een officieel bezoek aan de voor naamste gedeelten, waarboven de Engelse vlag wappertZij zal kunnen constateren, dat de eilanden van West-Indië, ofschoon ze ogenschijnlijk veel op elkander lijkenbij nader toezien een grote verscheidenheid vertoneniets wat we zelf bij een bezoek aan West- Indië vóór de oorlog hebben kunnen constateren, toen we b.v. in Trinidad een waar paradijs van schoonheid vonden, elders, b.v. op ons Curasao, een hoogst modern en geïndustrialiseerd brok land, waar slechts de in oud Holland-koloniale stijl gebouwde huizen herinnerden aan een meer pittoresk tijdperk. zamelnaam voor een aantal eilanden en eilandengroepen, van Cuba tot Curagao. In de laatste tijd is de benaming West-Indië allengs beperkt tot een betrekkelijke klein gedeelte. West-Indië bleef geen afgerond geheel, zoals Indonesië nog steeds is. Het viel in eilanden en archipels uiteen, die stuk voor stuk onder een apart gezag staan of hun onafhankelijkheid wisten te verwerven. West-Indië is geen politieke eenheid en nau welijks een economische, het werd een smeltpot van volkeren van allerlei naties, terwijl de oorspronkelijke bewoners, de Indianen, vrijwel uitstierven. Prinses Margaret van Enge land maakt een reis, die een maand zal duren, naar West- Indië. Ze zal er Trinidad, Tobago, Grenada, Barbados, St Vincent, St Kitts, Antigua en Jamaica bezoeken. Over de voornaamste eilanden, waar Prinses Margaret voet aan wal zal zetten, geven we hier nevens een aantal interes sante bijzonderheden, waar onze lezers ongetwijfeld be lang in zullen stellen. En nu, enkele honderden kilo meters ten Zuid-Westen van Bar bados, naar Grenada. Dit is een vulkanisch eiland, waar hoofdza kelijk cacaocultures zijn. De haven van St George, de hoofdstad, is de krater van een uitgebluste vul kaan. Het Franse gezag duurde er tot 1763 en de bevolking is hoofd zakelijk katholiek. Nadien kwam het weer eens onder Frans gezag terug en het werd tenslotte defi nitief Engels, echter niet dan na een grote opstand der Franse plan ters en hun slaven, die op bloedige wijze onderdrukt moest worden. De naam van de leider der opstan delingen, Julien Fédon, heeft op Grenada nog steeds de klank van die van -een nationale held Back to India! Reeds een dag van te voren drongen ze de loodsen binnen langs ae piei', vanwaar nun schip zou wegstomen. Mannen, vrouwen en kinderen hurkten naast hun bun deltjes, zongen en baden of sliepen enkele uren, doodop van vermoeid heid en angstig verbeiden. Eindelijk vertrok het schip met zijn meer dan duizend passagiers, nagestaard door velen, die er geen plaats op hadden kunnen verove ren. De overtocht naar India was heel stormachtig. Tientallen stier ven van uitputting. Toen de over levenden in India aan wal stapten, was er niemand om hen te verwel komen. Ze konden nergens onder dak vinden en het bleek, dat er voor hen ook geen werkgelegen- ,ieid was in het zo overbevolkte en doodarme, maar vrije vaderland. Enkelen hadden nog genoeg geld over na wekenlange omzwervin gen en keerden per vliegtuig naar Trinidad terug. De anderen gingen in de millic)0riorim3.ss3. vsn India op. Wat er met hen gebeurde, weerhield tot dusver honderddui zenden Brijs-Indiërs op Trinidad en elders van plannen voor een terugkeer naar Moeder India Zoals op Trinidad vormen de Brits-Indiërs op tal van andere West-Indische eilanden welvaren de kolonies. Hun intelligentie en werkijver stelt hen in staat, ge bruik te maken van de mogelijkhe den, welke het Britse gouverne ment voor intellectuelen biedt. Ook hun vakkennis is groot en daar door hebben ze een belangrijk aan deel in de nieuwe woningbouw, welke door de regering bevorderd wordt, teneinde de krotten en achterbuurten uit de weg te rui men. Observator Priester-.-marde En daarom VGRAVENHAGE, 4 Februari 1953 Discriminatie t.o.v. crematie Fatimn in ere Er is nog redding En morgen Compromis mogelijk Margaret naar een „Paradijs -w-M-r-r 'W "I ron nioiiiep unie. in Port of bpain Zelfs in Engeland menen velen, dat (den, eeuwen achtereen. Ofschoon de ne- West-Indië" een vrijwel eenvorming gebied is. Ze maken daarbij tevens de vergissing te veronderstellen, dat alles wat West-Indisch wordt genoemd, van Jamaica afkomstig is. Als men bedenkt dat Trinidad meer dan vijftien honderd kilometer van Jamaica verwijderd ligt, zal men zich levendig kunnen voorstellen, in welke mate er wel een verscheiden heid in tal van opzichten moet zijn Een aantal der grotere en ook der kleinere eilanden hebben afwisselend on der Spaans, Engels, Frans en Nederlands eezag gestaan. We zullen ons hier bepei- ken tot het gedeelte van West-Indie, het welk onder Engelse souvereiniteit staat. Maar ook dan treft de beschouwer tel kens een elders in die grote archipel, welke in een grote boog voor de kust van Amerika ligt uitgespreid, ontmoet men er een schrikbarende armoede, waar- aan vooral de negerbevolking ten prooi is. De verscheidenheid doet zich inmiddels ook binnen betrekkelijk korte afstanden voor Nemen we b.v. het eiland Barba- rins 'en het eiland Grenada. Het eerste was vroeger ten onzent speciaal bekend vanwege zijn mooie postzegels, het laat- Z herinnerde en herinnertmemgeen aan Snanie door de naam. Het heett eenter twee honderd jaar onder Franse heer schappij gestaan. Barbados is een l wel vlak eiland.Het werd reeds in 162b door de Engelsen gekoloniseerd, die er suikerplantages aanlegden. De arbeiders ervoor werden uit Afrika aangevoerd. Barbados, waar nu ook asfaltvelden gèxploiteerd worden, heeft een bevolking van blanken en zwarten. Tot de blanke bevolking behoort een groep afstamme lingen van voormalibe politieke en cri minele gedeporteerden. Sinds honderden jaren wonen ze in een vrijwel afgeslo ten gedeelte van het eiland: achter de rotsen", behind the cliffs en ze worden als ..Redlegs" aangeduid, roodbenen. Waarom weet niemand meer. Ze vormen een soort blanke paria's, maar ze hebben zich nooit met de negers vermengd. Hun kinderen zijn blank, blond, en dikwijls mooi, maai de „Redlegs" mannen-vrouwen, worden vroeg oud en lelijk. Barbados is bekend om zijn prachtige buitenverblijven, waarin eens de rijke planters woonden en een grote staat voer- Een nieuwe wijk in Port of Spain, de hoofdstad van het paradijselijke Trinidad, dat inmiddels al de pro blemen kent, waaraan West-Indie rijk is: vooral sociale en culturele. gers bijna anderhalve eeuw vrij zijn, wis ten ze zich tot dusver niet omhoog te werken. Ze zijn arm, schuwen het werk, maar zijn ondanks hun armoede goed ge humeurd en dus ook goedlachs. In 1951 Is er nog eens een oP^jjnd tgebroken, die het leven op het eiland .u.nmAn nnvoivcppvHp Br moesten tioe prachtige breed uitgebouwde stad, kent ook achterbuurten, waar negers en kleur lingen, Chinezen en Indiërs dicht opeen gepakt en onder schrikbarende sociale en hygiënische omstandigheden een vaak uiterst kommervol bestaan leiden. Dit Trinidad werd,'nadat het door Co lumbus ontdekt was, tot 11*97 door de Spanjaarden geregeerd, die er eenter slechts een gering aantal kolonisten heen zonden. Aldus werd het aanvankelijk door Franse immigranten bevolkt. Ze werden in de vorige eeuw door Brits-Indiërs ver drongen, wier aantal spoedig dat der af stammelingen der negerslaven nabijkwam Een derde van Trinidads bevolking is thans van Br.-Indische afkomst. Ze vormt een bevolkingsgroep van meer dan een half millioen zielen, welke tamelijk wel varend is en de oude, vaderlandse ge bruiken handhaaft. Ze bouwen nog steeds hun eigen tempels, alhoewel een aantal tot het Christendom is overgegaan. La ten we en passant nog even aanstippen, dat Trinidad groot kan gaan op een Be- nediktijner abdij. Enkele jaren geleden werd het gewoon lijk rustige bestaan op het paradijselijke eiland onderbroken door een bijna fanatie ke beweging onder de Brits Indiërs. Toen India onafhankelijk werd, zag men op Trinidad talrijke Brits-Indiërs door een nationalistische roes bevangen en meren deels juist degenen, die er geboren wa ren en India dus nooit gezien hadden Maar het onafhankelijke India leek hun een paradijs. Ze herinnerden zich, dat in de arbeidscontracten, waarmede hun ou ders of grootouders naar het eiland wa ren gekomen, een clausule stond, waarin hun gratis overtocht naar India werd ge- wan. jj!go, wanneer hun diensttijd op Ut plantages geëindigd was. Niemand had er ooit gebruik van gemaakt, want de Brits-Indiërs waren van louter armoede hun land ontvlucht, indertijd. Er werd een politieke rel van gemaakt en uiteindelijk stemde de gouverneur er in toe, dat er een bedrag beschikbaar werd gesteld, om een schip te charteren waarmede de ontevredenen naar India zou den worden teruggebracht. President Neh- roe had hun de terugkeer naar het va derland afgeraden. „Ons land is nog in opbouw, blijft daar, waar ge het goed hebt en helpt mee. er welvaart te bren gen" telegrafeerde hij. Het bracht de fa natieke dwepers niet van hun voornemen af. Dagen voordat het door het gouver nement gecharteerde schip zou vertrek ken, baden ze in hun tempels en pakten ze hun laatste bezittingen bijeen, na ver der alles te gelde te hebben gemaakt. Overal, waar in West Indië de En gelse vlag waait, wordt veel gedaan, om het sociale en culturele peil van de be volking op te heffen. Op Jamaica is zelfs een centrum van wetenschap gesticht in het University College of the West In- dies, dat de doctortitels van de Univei- siteit van Londen verlenen mag Verle den jaar studeerden er 250 studenten aan deze, in 1948 opgerichte universiteit Het West Indian College" van Jamaica knjgt tot taak, West Indië te voorzien van doktoren, ingenieurs, financiële deskund- gen, etc. CHINA TELT zes millioen katholie- ken; ofschoon zij een kleine minder heid vormen, trekken zij toch de volle aandacht van de communistische lei ders. Een verbannen missionaris /reeft het geval van een Chinese communis tische officier, ex-student van de Ka tholieke universiteit van Peking, ver teld. Deze officier beweerde: „Wij taxeren de Chinese priesters als sociale waarden"welke niet mogen verdwijnen, maar bewaard moeten worden. Want zij zijn mensen, opge voed in strenge discipline en levens regelen volgens strenge principen. Zij wijden zich aan een ideaal met offers en in gehoorzaamheid jegens een hiër archie met daarenboven een verlangen het algemeen welzijn van de maat schappij, waartoe zij behoren te dienen. Dit is toch wel een mooi getuig schrift. Doch in rode open zijn die pries ters zo toch niet bruikbaar. ALDUS vervolgde genoemde offi cier: Onze communistische parij hreft nu dusdanige elem enten nod ia. juist om dat zij zeldzaam zijn in China. Na de priesters bevrijd te hebben van hun buitenlandse meesters, kunnen zij ge makkelijk voor de sociale sfeer, gewon nen en gebruikt worden. Om hun ideeën te veranderen, willen wij hen in herschoHv-t-'-amnen plaatsen: hun taak zal het z:-n de ideeën te verande ren van hen. die de verkeerde weg genomen hebben en Christus gevolgd zijn". Christus volgen is dus op de ver keerde weg zijn. Als Paul de Groot hier noa eens katholieke zielen vannen wil, wijst dan op het land van Mao Tse Toeng! „Redlegs"blanke bewoners van Trinidad, die er sinds eeuwen wonen en er een aparte gemeenschap vor men. Het zijn een soort paria's. De Engelse kolonisten bemoeien zirli niet »iet hen en zij bemoeien zicli nif>t m f*t fin rt.O0P.rS. volkomen paralyseerde. Er moesten pen aan land gezet worden. De oorzaaa was de ontevredenheid der plantagearbei ders over hun lonen en sociale positie. Nadat er slachtoffers waren gevallen, kwam men overeen, de opstand als een staking te beschouwen en nadat een soort arbeidsbemiddelaar was benoemd, keerde de rust weer. Vele bewoners van Grenada hadden gedurende de oorlog op de Amerikaanse bases op Trinidad ge werkt en toen ze terugkeerden, konden ze zich niet meer verenigen met de er heersende toestanden, ofschoon ze nood gedwongen terug gingen, omdat na het einde van de oorlog op Trinidad een grote werkloosheid ontstond en ze derhal ve weer een toevlucht op hun eigen eiland moesten zoeken. Ze voelden zich als het ware uit, een paradijs verdreven. Maar was Trinidad n paradijs? Zoals gezegd, het bezit een pa radijselijke schoonheid, doch evenals el ders in West Indië is de natuur wel weelderig, doch ook weer karig, terwijl overbevolking reeds enkele malen een noodtoestand heeft veroorzaakt. De hoofd stad het rustieke Port of Spain, een Boor de Tweede Kamer werd heden middag een begin gemaakt met het wets ontwerp betreffende de verbranding, de balseming en de schouwing van lijken, welk ontwerp nog dateert van Januari 1952. Men is namelijk reeds jaren bezig ge- menselijk lichaam, geheüigd door de doop en de sacramenten als een tempel van de H Ceest Hh kwam echter tot de vraag of hU hieruit en uU het sinds 1866 vige rende verbod voor katholieken zou^moe- ten concluderen, dat weest met de kwestie, dat het verbranden van lijken, sinds een arrest van de Hoge Raad van 1 Maart 1915 niet strafbaar is, alleen omdat de wetgever verzuimd heeft de personen aan te wijzen die met de zorg voor het begraven worden belast, zodat niemand wegens het niet naleven van de Begrafeniswet aansprakelijk kan worden gesteld. Sinds die tijd ontstond de onbe vredigende toestand, dat crematie plaats vindt zonder dat daartegen van overheids wege wordt opgetreden. De eerste poging om aan deze situatie j een einde te maken dateert van 1919 m* een wetsvoorstel, waarbij verbranding alleen mogelijk zou rijn, als de overledene aldus bij testament of codicil had beschikt. Dit ontwerp is aan een mondelinge behan deling in de Kamer nooit toegekomen; een derde poging in 1940 strandde op het uit breken van de tweede wereldoorlog. Bij dit wetsontwerp is uitgegaan van de gedachte, dal het niet wel mogelijk is een toestand, die nu reeds veertig jaar bestaat en een grote omvang heeft aan genomen, nu nog met een crematieverbod te treffen. Van de andere kant bestaan er bij grote groepen der bevolking ern stige bezwaren tegen lijkverbranding, die door deze groepen wordt gezien als een heidense gewoonte en tegen de traditie van de Kerk. Er moest dus een modus worden gevon den om lijkverbranding binnen zekere grenzen toe te staan, om aan de toestand, dat dagelijks onder hel oog van de over heid de wet wordt overtreden, een einde te maken. Dit is in dit wetsontwerp ge schied, maar zo, dat dit ontwerp niet leidt tot een algehele gelijkstelling van verassing met begraven. Begraven wordl dus als regel vooropgesteld en verassing wordt toegelaten, indien de overledene uitdrukkelijk de wens daartoe kenbaar heeft gemaakt en de overige in de wet ge noemde voorwaarden zijn vervuld. Nu begon de heer Oud (V.V.D-) met te zeggen, dat hij tegen dit ontwerp bezwaren had van zeer principiële aard. Dit wets ontwerp zou volgens hem namelijk in strijd zijn met het beginsel van de geeste lijke vrijheid en met name met de univer sele verklaring van de rechten van de mens en met de vrijheid zijn godsdientsige overtuiging le belijden, omdat daaraan geen andere beperking mag worden aan gelegd dan in een democratische staat nodig is in hel belang van de openbare orde en zedelijkheid en ter bescherming I van de rechten van anderen. Het niet gelijk stellen van cremeren en begraven werd door de heer Oud gezien als een discriminatie ten aanzien van de crematie. Hij stelde het nogal erg eenvou dig door te zeggen: het is veertig jaar lang goed gegaan en nu worden er ineens bijzondere eisen gesteld aan hen, die zich willen laten cremeren. Daartegenover stelde de heer Lemaire (K.N.P.), dat er hier alleen sprake was van een niet te handhaven verbod van crematie. Daarom vindt nu egn herziening plaats, maar dan moet men ook als uitgangspunt nemen een herziening op de basis, dat begraven regel is en crematie uitzondering. Evenals de heer Bruins Slot (A.R.) vond hij hier geen tegenstrijdigheid met de Verklaring over de rechten van de mens en met de conventie van Rome- De heer Oud brachf er ook de kwestie van recht en wet bij te pas met de stel ling: niet alleen is recht wat in de wet staat, er is nog een andere rechtsvorming, namelijk het zich aanpassen bij de rechts ontwikkeling. Bij deze rechtsontwikkeling moet de wet zich aanpassen. De crematie nu is door een rechtsontwikkeling van 40 jaar recht geworden en daarbij moet volgens de heer Oud de wet zich aan passen. Hier is echter o.i. van een normale lechtsontwikkeling geen sprake, maar van een voortdurende overtreding van een be staande wet, waartegen practisch door een uitspraak van dë Hoge Raad der Nedei- landen niet kon worden opgetreden- Toch zeide de heer Oud te willen trach ten door amendementen zijn bezwaren te ondervangen. Hij had er dan ook een viertal ingediend, die ten doel hebben: de legalisatie van de bestaande crematoria het doen vervallen van de wilsbeschik king waardoor alleen crematie mogelijk wordt en daarvoor in de plaats stellen het lidmaatschap van een vereniging voor lijkverbranding, het mogelijk te maken, dat ook gemeenten crematoria kunnen op richten en beheren en een wijziging voor de crematie van kinderen, welke zou moe ten stroken met de geest waarin het kind is opgevoed. Ook de heer Scheps (P.v.d.A.), die het wél met het ontwerp eens was, wenste toch enkele wijzigingen als ten aanzien van kinderen, het verplichte omschrijven van bezwaren tegen het oprichten van een crematorium, de legalisatie van de be staande crematoria en het volstaan met een eenvoudige schriftelijke verklaring van de erflater om tot crematie te kunnen overgaan. De heer Bruins Slot (A.R.) wilde de toe stemming tot het oprichten van nieuwe crematoria niet doen geschieden bij K.B., maar in ieder afzonderlijk geval bij de wet. Voor de protestantse afgevaardigden, de j het bezwaar van katholTekUziide*'tegen de lijkverbranding zó ernstig is, dat er van een compromis geen sprake zou kunnen zijn. Het voorliggende compromis achtte hij integendeel aanvaardbaar op grond van de volgende vijf punten. 1 de duideliike wijziging in de opvattingen van de voorstanders van crematie, waar door deze het anti-christelijk karakter goeddeels heeft verloren. 2 De vrijheid van de burgei en in ver- 'band daarmee een gerechtvaardigde tolerantie. 3 De noodzaak de tegenstelling tussen de 'wettelijke bepalingen en de onwettige practijk eindelijk uit de wereld te hel pen. 4 Het feit, da' dit wetsontwerp geen enkele uitspraak doet in de zedelijke orde- 5. Het standpunt van vrijheid, dat deze wet brengt zonder nochtans gelijkstel ling te brengen, omdat voor vrijheid niet per se gelijkstelling nodig is. Dr Mol voegde er echter aan toe, dat er voor de K.V.P. van een verdere ver ruiming der voorwaarden geen sprake kon zijn en dat daarvan de aanvaarding van dit wetsontwerp door de K.V-P. zou afhangen. De volgende week Dinsdag zal ministei j Beel antwoorden en zullen de amendemen- ten worden besproken. F. S. RUIM 1.000.000 pelgrims uit 24 lan den hebben in het afgelopen jaar Fatima bezocht. Onder de vooraan staande persoonlijkheden op kerkelijk en wereldlijk terrein noemen ivij de kardinalen Tedeschini en Agagianian uit Rome: kardinaal Luque uit Colum bia, de apostolische nuntii van Lissa bon en Genève: maarschalk Mont gomery en de keizerin van Vietnam. Voorts droegen 54 bisschoppen en vele priesters 2.500 H.H. Missen op in de kapel van de Verschijningen zelf en nog veel meer aan de overige altaren. 400.000 communies werden uitgereikt. Behalve het congres van Pax Romana werden in Fatima 43 retraites gehou den. waaronder die van het Portugees Episcopaat. Wat een eer voor Maria. Welk een rijkdom van innerlijk leven. En wat een gepietepeuter vaak rondom ons. MET EEN plechtige H. Mis, waaraan 800.000 gelovigen deelnamen en die ge celebreerd werd door kardinaal De Barros Camara, aartsbisschop van Rio de Janeiro, is het 36ste Eucharistische Congres geopend. Onder de hoge aan wezigen bevonden zich de pauselijke nuntius Armando Lombardi, de presi dent van Brazilië, Joao Cafe Filhio, en de minister voor Luchtvaart, Eduardo Gomes. Van de dageraad af hebben 200 priesters biecht gehoord. Na de consecratie hebben 200 andere priesters de communie uitgereikt. Bij zulke cijfers constateert, men. dat toch nog niet de hele wereld door ont kerstening is aangetast.. Laten we van daag een kleine lofzang aanheffen. MORGEN is het weer Zondag-Sep- tuagesima, d.w.z.: de Voorvastentijd neemt een aanvang. De inkeer gaat be ginnen. Offer alvast eens extra voor de nieuwe kerken. Want de nood be tekent voor uw Bisschop een wedloop tegen de tijd. Zal hij met onze hulp de zegeprijs kunnen behalen? Het evangelie gaat over de ongelijke loon- ronde. Zweters en laatkomers, allemaal hetzelfde volgens de c.a.o Voor de rest een geestelijk-gezonde Zondag met het ronde gelaat van iemand, die niet kijkt op een uurtje langer werken. (Advertentie) 5 Trekkingslijsten - 5000 prijzen EHBO - Postbus 634 - Rotterdam Giro 4028 Briefkaart: 60 ct. postzegels plakken Brief: 60 ct postzegels bijsluiten. Afhalen: Heerr.raadsslngel 303 R'dam (afzendadres in blokletters) ALS eerste heilige van de volgende week de H. Titus, leerling van St. Paulus en bisschop van Kreta. Hij wordt gevolgd door St. Dorothea, te Caesarea, voor het geloof onthoofd. De marteldood onderging eveneens de H. Apollonia, de bekende patrones tegen tandpijn. Nog een kei, de H. Cyrillus, de krachtpatser tegen de Nestorianen. Naast deze heiligen treffen we een ga lerij van Ordestichters. Allereerst de H Romualdus, de vader van de Calmadu- lenzers. Dan St. Joannes van Matha, van de Trinitariërs, tot vrijkoop van Christen slaven. Benevens de Zeven Stichters der Servieten, die vooral de smarten van heren Krol (C.H.), Bruins Slot (A R.) en Maria overwegen. Tenslotte nog de zus- Van Dis (S.G.P.) hing het oordeel over de j ler van st Benedictus, de H. Scholastica crematie ten nauwste samen met hun dje een klooster stichtte bij de berg Cas- religieuze overtuiging en wel met de Hei lige Schrift en de traditie. Voor de heer Van Dis zelfs zo, dat hij zich beslist tegen dit wetsontwerp ver klaarde Die christelijke traditie was ook het uitgangspunt tér beoordeling van de heer Mol (K.V.P.) namelijk de eerbied voor het sino. We zoeken naar voorbeelden van kracht, moed en naastenliefde. De Katho lieke Kerk telt dergelijke figuren bij hon derdtallen. Maar ja Een van de grote feesten is op 11 Fe bruari, de herdenking van de 18 ver schijningen van Maria aan Bernadette. Van welke taferelen zeer velen een zoet „Ave, ave" hebben overgehouden. Maar de strenge en uiterst dringende eis „Boetvaardigheid, boetvaardigheid", is men vergeten, of uit de weg gegaan. Welk een rechtstreeks indringen van de Kerk met haar liturgie in het geheim der Onbevlekte Ontvangenis. Uit het hart der Kerk wellen heerlijke woorden op, een vragen naar heil voor ziel en lichaam. Er is immers een groot teken aan de hemel verschenen Een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Maria werd de roem van Jeruzalem, de vreugde van Israël, de eer van het volk. Telkens volgen nieuwe eroe'en en nieuw eerbetoon, om te besluiten met de bede, dat de rechterhand der Onbevlekte Moe der ons oprich'e. opda' wij met Haar hulp tot het vaderland dienen te gera ken. Het leven kan zo zorgelijk zijn, zo uit zichtloos soms, zo zwaar, zo bijna on gelijks in haar liturgie en u zullen onge- overkomelijk moeilijk. Volg de Kerk da- twijfeld zoetheid en sterkte, moed en be rusting tegemoet treden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 3