Teveel water en modder, maar
benzine in Titov
geen
zub,r,e!sfb™„' rv"-,
Prof. Gerlach Roy en O.F.M.
K.R.O. kweekt jong luisterpubliek
m
RUSSISCHE AMBASSADE IN
DEN HAAG
Journaal van een midwinter se Balkanreis (4)
Gloeilampjes
Af gronden
tussen
elite
en
massa
Steeds maagpijn?
Skolpjc: verboden
toegang!....
Op weg naar een
bangebarre nacht...
Strijder voor waarheid in het
taalgebruik
Vrij e olieliandelaren
gaan samenwerken
Aantal medewerkers sedert 1953
niet verdubbeld
ZATERDAG 5 FEBRUARI 1955
PAGINA 9
Titov-Veles, diep in Mace
donië, en slechts 120 k.m. van
de Joego-Slavisch—Griekse
grens, bleek een stad met een
teveel aan koppige mastica en
een opmerkelijk tekort aan
benzinepompen en telefoons.
Uren achtereen stonden daar
het „Strijkijzer" en de „Brul
boei" machteloos in de mod
der terwijl intussen het
Joego-Slavisch doorreisvisum
der Athene-reizigers verliep.
Er waren geen bruggen meer
over de Vardar en heel het
grensgebied bleek over
stroomd en als men goed luis
terde, kon men Zuidelijk van
Titov-Veles, ter hoogte van
Banja, een kudde onvervalste
hongerige wolven luidkeels
horen huilen. Hoe men er
niettemin in slaagde, na een
bange, nachtelijke tocht,
waarin alleen maar ongeloof
lijke dingen gebeurden, de
volgende ochtend eindelijk de
Griekse grens te bereiken,
vertelt onze reporter Dinsdag
a.s. in de laatste van deze
reeks Balkanreportages.
.«I" wij. ten
Den Bosch
Rotenhamp (Duitsland)
Washington
Avondje m Macedonië
In de KRO studio tijdens
een Ganzenbord-avond
de vraag, die in Oosterbeek eigenlijk maar terloops werd gesteld,
voor het gros van de luisteraars directer in hun persoonlijke interesse
sfeer dan de meer algemene vraagstukken van het radiobestel, die
ginds aan de orde kwamen. Het lijkt dan ook nuttig het gehouden
forumgesprek als een aanloop te beschouwen tot nieuwe gesprekken
waarin de mening van de luisteraar meer aan bod zal komen dan
bij dit eerste treffen het geval was.
snel en/j
zeker 1
Eén gezamenlijk merk voor de
markt
PROF. TOTH STERFT
IN GEVANGENIS
door MARTIN W. DUYZINGS
Wij strandden die dag in Titov-Veles.
Het stortregende ook daar, de modder van héél
Macedonië dreef er kolkend door de straten. Er was,
bij de ingang van het stadje, een houten brug ge
weest over een smalle kloof, waarin een voormalig
bergbeekje nu te keer ging als ware het de Vardal-
zélf; doch de brug was twee dagen tevoren al be
zweken onder de kracht van de stroom en het geweld
van de regen; en als men Titov-Veles niettemin per
automobiel bereiken wilde, dan moest men honke-
bonkend over een spoorbrug, in de hoop dat de
ëtaatsmachinist van de staatslocaaltrein uit Skolpje,
die even later moest arriveren, zich toevallig niet
vijf minuten in de dienstregeling had vergist. Wij
baalden dat zonder brokken, tot teleurstelling van
de omstaanders, die óók niet iedere week hun lokaal-
trein met twee wildvreemde automobielen uit de rails
zien vliegen, en vervolgens reden wij dan, met de
vrijmoedige dorpsjeugd luid loeiend tot boven op
onze spatschermen, bet stadje binnen, op zoek naai
de plaatselijke benzinepomp.
Wij wilden die avond nog naar de Griekse grens
en wij hadden in een barre tocht tussen Nis en
Titov-Veles het belangrijkste deel onzer brandstof-
Wij hadden zeel éérder in Skolp-
je, willen tanken. Men vindt daar s(
niet alleen (twee!) benzinepompen
doch bovendien enige andere hart-
verwarmende aspecten der moder
ne beschaving zes dubbeldekse,
knalrode Londense stadsbussen, een
uitgebreide collectie fabrieken en ka
zernes en een grondig bewaakt con
centratiekamp, dat er van op een
afstand al niet naar uitzag alsof
de chef-de-cuisine er royaal om
sprong met de natuurboter. Helaas,
helaas: de stad werd die dag be
waakt alsof men er atoombommen,
in plaats van goedgeurende Macedo
nische sigaretten vervaardigde; en
een onverstaanbare militaire pa
trouille die on„ aanhield alvorens wij
de stad konden binnenrijden, stuurde
ons onverbiddellijk voort naar Titov-
Veles, meer dan vijftig K.M. verder
naar het Zuiden.
voorraden opgestookt; en nadat wij in Titov heel de
verzameling van straten en stegen hadden afgereden
zonder iets te ontdekken, dat ook maar bij benadering
op een tankstation leek, verwees men ons eindelijk
naar het plaatselijke depót van de staatsbenzinemaat-
schappij, de „Yugo-Pctrol", en dat bad men net zo
goed kunnen laten. Want bet plaatselijke depót van
de Yugo-Petrol (één hut en acht benzinevaten, zonder
enige zin voor orde en netheid uitgespreid over een
modderig weiland aan de rand van de stad), bleek
volmaakt onneembaar achter een verbijsterende hoe
veelheid roestig prikkeldraad, en de soldaat die het
met een afwezige glimlach en een knots van een ge
weer bewaakte, had op al onze vragen slechts één
antwoord: „su-stra!", en dat betekent: morgen! Wij
protesteerden in alle toonaarden, doch toen die avond
tegen twaalven ons Joegoslaviscli doorreisvisum afliep
en de plaatselijke politie-chef ons duidelijk had ge
maakt, dat men recht beeft op vijf jaren dwangarbeid,
water en maisbrood zo men met een ongeldig visum
op Joegoslaviscli grondgebied wordt aangetroffen,
zaten wij nog altijd in Titov-Veles. Temidden van de
notabelen, achter een glas onverdunde mastica in de
meest gefrequenteerde dorpskroeg. Zonder één liter
benzine. En volop vogelvrij!
pompen, voor het prikkeldraad van later keerden wij onverrichterzake
het Petrol-depot te wachten in de in Titov-Veles terug. Het stortregen-
mist die van heel de ondergelopen de daar nog steeds, de modder sloe-
Vardar-vallei een wereld van niets berde er grauw en driftig door de
dan witte watten maakte. straten. Er waren, zo hadden wij aan
De directeur der Yugo-petrol bleek den lijve ondervonden, inderdaad
een dagdief. Hij arriveerde een uur geen bruggen meer over de Vadar.
te laat: hij moet wel een héél hoge Macedonië leek geïsoleerd en geen
Partij-Piet geweest zijn om zich dat mens wist nauwkeurig of de verbin-
te kunnen permitteren. Wij spraken ding met Griekenland, morgen, over-
hem niettemin vriendelijk toe, doch m0rgen of pas volgende week Vrij-
hij verstond geen woord, en boven- dag min of meer hersteld zou zijn.
dien verkocht hij zijn benzine niet „Welkom, welkom!", zeiden vriende
per liter doch per kilogram, hetgeen [jjk en gastvrij de stamgasten in Ca-
tot ingewikkelde berekeningen met f(i Makedonia, en of de vermoeide
een stomp stukje potlood leidde, en reii.-jers voor de afwisseling niet
voor wij eindelijk op pad togen, met eens een mastica wilden proeven?
'was de mist alweer zo ver opgetrok- men wij opnieuw in onze wagens. Er
ken, dat men, behoedzaam voortkrui- waSj naar wij van een ezelsdrijver
pend in de modder, op de smalle, eer) stoppelbaard vernomen had-
met enige moeite wel van een mu- tenpad dat op geen enkele kaart
zeiman kon onderscheiden. voorkwam en dat wij daarom nog
niet beproefd hadden. „Zelfmoord!"
Lokkende lentezeiden de stamgasten van Café Ma-
Goed/, en nadat wij vervolgens in kedonia bezorgd.
Verleden week nog was er van
boo" uit de bergen een rotsblok
van om en nabij de twee ton met
veel geraas op dat geitenpad ge-
i> een ii
droog tuimeld. En verleden jaar nog was
daar een boer uit Negotino met
was een zangeres die boven het ge
rinkel van het glaswerk en het goed
moedige getier der stamgasten uit,
bijzonder droevige liederen van op
zijn minst een dozijn coupletten zong
en toen die textiel-directeur eindelijk
's avonds om half twaalf arriveer
de, in gezelschap van de politie-com-
missaris, de commandant van de
brandweer en enige andere, duiste
re notabelen, hadden wij de hoop,
de Griekse ens diezelfde avond
nog te bereiken, al lang en breed
opgegeven.
„Uitstekend!", juichte de textiel-
directeur, en bovendien had hij
geen benzine, want die twee vracht
wagens liepen (als zij liepen) op Die
selolie, en voor het overige kon hij
ons wel melden, dat wij zelfs met
w honderd liters benzine van de aller-
Zo kwam het dan, dat wij, laat \.j0(lder, modder!de Bridboei ploegt dartel door de hoofdverkeers- beste kwaliteit niet geholpen waren,
die middag, in Titov-Veles naar ben
zine zochten, zo kwam het voorts
Café Makedonia, waar het leek als
of ze er de avond tevoren na ons
heengaan nog even een beeldenstorm
hadden opgevoerd, een typisch Ma-
cedonisch ontbijt, bestaande uit een
kop camillenthee en een snee
■maisbrood verorberd hadden, start-
ten uit) dan eindelijk welgemoed in een kar, een span beste ossen en
de richting van de Griekse grens, zijn echtgenote in een der rav.jnen
Honderd-twintig schamele küome- gestort en men had zich met een*
ters nog slechts!, en als de Joego-Sla- de moeite genomen, om de stolt-
vische grens-autoriteiten ons verlo- lijke overschotten er uit te halen,
pen visum door de vingers wilden en of wij voor het overige wisten,
zien, zouden wij 's middags nog in dat er nog altijd wolven rondlopen
Saloniki kunnen zijn, en dan is het in deze streken en dat de beesten
nog maar vijfhonderd K.M. naar zo halverwege Januari doorgaans
Athene. Wij reden toen al bijna een knappen van de honger\V ij
week. Wij konden een automobiel gingen niettemin. Na vier etmalen
niet meer zien.', en wij wilden onder- schapenkaas en Serviseh Macedo-
hand wel weer eens wat anders snui- nische modder trotseert men zo
ven dan alleen maar ezelsmest en nodig zelfs een horde hongerige
schapenkaas en uien en modder, en wolven. Veel later pas, toen wij
voor het overige hadden ze, dwars or)g ,jjep jn nacj1t volkomen
door alle storingen heen, in de boord- vastgereden hadden in een einde
radio van het Strijkijzer" een ]oog moeras_ zouden wij ontdek-
Atheens weerbericht opgevangen ken, dat de inboorlingen van Titov
dat een effen blauwe hemel en wat _yeleg me{ jlun bezorgdheid voor
lente-temperatuur en niets dan luie ]let |0( gn de toekonlst „nzer bot
zonovergoten café-terrasje voorspel- ten nauwe|jjk5 overdreven hadden
de. Helaas, helaas: toen konden wij
Jawel!, wij hadden haast opeens, niet meer terug!....
ook al in verband met dat verlopen ,gjo{ y0]gt)
visum. Doch ziet: acht volle uren
Onder de vreemdsoortige jubilea mag
zeker wel gerekend worden, dat van de
heer Jan Mangé in de Hertogstad, die
Maandag a.s. een halve eeuw notarissen,
deurwaarders en advocaten trouw ter
zijde heeft gestaan bij beslagleggingen
op roerend en onroerend goed, bij
openbare venduties en/of uitzettingen na
exploiten van deurwaarders. In de
volksmond heeft de jubilaris de veel
zeggende, hoewel niet vleiende naam
van „Jan de Uitsmijter" maar des
ondanks is hij een fidele man, die koste
lijke verhalen weet te vertellen. Want
niet altijd verliepen de uitzettingen even
idyllisch en Brabants-gemoedelijk. Wat
zeggen wij? Moord en doodslag heeft er
soms gedreigd bij die executoriale ver
kopingen op gerechielijke ontruimingen.
Maar „Jan de Uitsmijter" stond steeds
als een rots in de branding; hij heeft
er zelfs zijn gouden bruiloft, die hl]
vandaag viert en Maandag zijn gouden
uitsmijtersjubileum" op zijn slofjes bij
kunnen halen. Het zal ongetwijfeld een
heel gedrang worden in de feestwomng,
gedrang dan van de collegiale deur
waarders, notarissen en advocaten, mis
schien zelfs nog wel een enkele dank
bare schuldeiser; maai dat de „uitver
kochten" en „uitgesmetenen" het zo ver
zullen brengen, neen, dat wagen we te
betwijfelen.
De dorpsbrandweer hield veel van de
wekelijkse oefening en niemand der le
den van het corps, die deze nuttige
bezigheid, tot heil van het dorp, oo.t
miste. Na al dat spuiten en al dat nat,
werden de brandweerlieden natuurlijk
wat dorstig en na afloop rustte de
brandweer meestal wel een ogenblikje
uit in de plaatselijke herberg. Een ogen
blikje? Van de week, het was al heel
laat, hoorden de rustende brandweer
lieden plotseling harmomeamuziek bui
ten. Zij stonden, sommigen wat moeilijk,
op van hun stoelen en wat ze toen
zagen, deed hun dorst plotseling ver
gaan: al de echtgenoten van de nijvere
brandweerlieden liepen in optocht ach
ter een harmonicaspeler en zo. laat m
de nacht, werden de heren brandweer
lieden door hun echtgenoten naar huis
begeleid. Bij de volgende oefening zullen
ze het niet zo laat maken.
Het oudste schip van de Amerikaanse
vloot, het fregat „Constellationis
uit de dienst genomen. Het heeft dan
ook zijn deuntje wel meegeblazen want
het is 157 jaar oud en had o.a. op zijn
ereliist staan: gevechten m West-Indie
in 1799. in 1800 kruistocht tegen de zee
rovers van Tripolis en in 1815 een
heibeltje met Algerijnse boekaniers.
Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog
beschermde de „Constellation" con-
vooien.
dat wij, met een op sterven liggend
visum en slechts 120 K-M. van de
Griekse grens, die dag in Titov-Ve
les strandden.
.Sustra 1", zei de krijger die het
depot van de Yugo-Petrol bewaakte,
doch nadat wij hem in ons beste Ma-
cedonisch hadden uitgelegd, dat wij
sedert mensenheugenis geen bom
aanslag op de Maarschalk en zijn
Kornuiten meer hadden gepleegd,
begon hij ons langzaamaan voor ach
tenswaardige vreemdelingen te hou
den en verwees hij ons naar een heer
wiens naam wij vijf minuten later
alweer vergeten waren. De heer, zo
verduidelijkte ons de krijger, fun
geerde (van 's morgens zes tot
's middags twee) als directeur van
weg die TiaovVeles naar het Zuiden leidt, op weg naar de onbereikbare want er was tussen Titov Veles en
Grieksegrens
de Griekse grens geen brug meer
heel, en alle wegen stonden onder
water, en bovendien gingen de Joe
goslavische grensbeambten na zons
ondergang toch naar huis zodat de
grens gesloten was, en of de achtens
waardige vreemdelingen intussen
niet een mastica proeven wilden?
trol-directie er niet van hield ia kan- bovendien kende hij toevallig de di-
toortijd lastig gevallen te worden, recteur van de plaatselijke textiel-
zèlfs niet door achtenswaardige fabrjek; en (jaar hadden ze niet min-
vreemdelingen. Wij kochten het ^an j-wee vrachtwagens, en dus
mannetje nog drie mastica s, toen benzine, en hij verwachtte zijn
zond het met een breed gebaar twee t,extiel-kennis over een half uur in
der verweerde stamgasten de stad Ca{é Makedonia, en of de achtens-
en de modder binnen teneinde de Pe- waardige vreemdelingen in afwach-
trol-directie op te sporen, en pas na- ting daarvan niet een mastica proe
dat wij twee uren geduldig doch ver- ven wilden'
geefs op de terugkeer der herauten
hadden gewacht en het mannetje met
in de nacht verdwenen was, kregen „De Brulboei" liep vast en het visum af
wij argwaan. Wij wendden ons I
daarom tot een glad geschoren heer, 7
Benzine per kilo!
Wij proefden mastica totdat
wij
hem nooit meer proeven wilden, en
de Yugo-Petrol, en zo wij hem op- die moederziel alleen aan een tafel-
spoorden zou hij wellicht bereid zijn, tje zat en die er uitzag alsof hij van Enfin: het werd daar in Café Make
ons naar zijn modderpoel en zijn zijn jeven wel eens wat beters oe- dQnia qezelliae boel Er bleef
benzinevaten te vergezellen, doch zijn zichtigd had dan de modder van T J jezemge boel. Er bleet
adres bleek een zorgvuldig bewaakt tov Veles en het interieur van Cafe geen stoel onbezet, en er was een
geheim en dat kwam, naar ons la- Makedonia. Wij vergisten ons met. dnemansork.est dat met oud-Mace-
ter bleek, omdat hij tot de Hoogste de heer met het glad geschoren ge- donische deuntjes en een orkaan-
Partij Pieten ter plaatse behoorde. jaat kwam vers uit Belgrado en hij van.een-slagwerk de kalk -onder
s en hij naa alle
begrip voor onze moeilijkheden en moeite van de muren speelde, en er
sprak perfect Duits en
Amusement hèt radioprobleem
Nu wisten wij op dat ogenblik nog
niet zoveel van het doen en het laten
van Hoge Partij-Pieten in kleine Ma
cedonische moddersteden, en daar
om begaven wij ons opgewekt en
met al onze zakwoordenboeken naar
de gendarmerie in het centrum van
de stad en informeerden wij vriende
lijk en argeloos of wij de directie
van de Yugo-Petrol niet even konden
opbellen.
Het mannetje en zijn
herauten.
De chef der gendarmerie persoon
lijk hielp ons uit de droom. Er be-
vonden zich, zo meldde hij ons neer- Op de Pietersberg in Oosterbeek heeft het afgelopen weekend een
slachtig, in héél Titov-Veles slechts forumgesprek over radioproblemen plaats gehad. Er is daar o.a. ge-
sproken over de vraag of de luisteraars een belangrijke
niet tot de gelukkigen, doch als wij de programma's dienen te hebben. Erg diep is men op de - ïetersberg
ons haastten, dan vonden wij de di- niet 0p ^eze Vraag ingegaan. Andere noem ze radio-poiitieke
hart'versterkfng^'ln ^en^tablri^m^nt kwesties hadden biJ het genoemde gesprek de voorrang. Toj* ligt
dat Café Makedonia heette.
vervolgens begaven wij ons naar het
enige, propvolle hotel ter plaatse,
waar de ons bevriende notabelen
met al hun invloed vier minder be
langrijke gasten uit bun bedden had
den laten schoppen, en 's morgens
om zes reeds stonden wij met bar
stende hoofdpijn en een brandend
soort van heimwee naar een wereld
zonder ongedierte en met benzine-
In 't St Antonius Ziekenhuis te Utrecht
is Vrijdagavond in de ouderdom van 74
Jaar overleden prof. dr Gerlach N. J H.
Royen O.F.M. Prof. Royen was sinds
enkele weken in het ziekenhuis opgeno
men wegens longontsteking, waarvan hij
evenwel herstellende was.
Wie prof. Royen in zijn studeerkamer
opzocht ontmoette een gemoedelijke Fran-
ciscanerpater. Velen hebben hem ook
anders gekend. Hij kón anders zijn wan
neer hij zich in het harnas stak voor he.
spellingtournooi. Dan werd die vriende
lijke monnik een felle strijder voor zijn
overtuiging: voor zuiver gebruik der voor
naamwoorden, tegen de „sexuele -n" en
tegen de willekeur der sch s en dubbele
o's. Een strijder met open vizier, wiens
kracht niet de schijnkracht was van de
baters-handigheid, maar die op zijn rijke,
rijpe taalkennis gebaseerde argumenten
op tafel legde.
In zo'n steekspel werd zijn pen met de
logge, dodende lans, maar een wapen van
fijnere allure, een rapier waarmee hij
kunstig en elegant diverse spellingrid-
ders van de droeve figuur in het zand
I deed bijten. „Men kan op een speelse
Wij haastten ons dus naar Café
Makedonia en daar vonden wij tus
sen de verweerde stamgasten een
muisachtig mannetje met een gleuf-
hoed en wel acht woorden goed ver
staanbaar Frans en nadat wij dat
mannetje in snel tempo drie. volop
brandende mastica's achter elkaar in
zijn schrale keelgat gegoten had
den, bleek hij bereid ons te helpen.
Né!, zei het mannetje, hij was tot
zijn spijt de Petrol-directie niet,
doch hij kende de Petrol-directie
van zéér nabij en hij kon ons bij
voorbaat al wel melden, dat de Pe-
Dat hieraan behoefte bestaat blijkt
uit de intensieve belangstelling, die
juist de laatste tijd door de luisteren
de gemeente wordt getoond op het
stuk der programmasamenstelling.
De K.R.O. kan daarvan meepraten.
Het enorme leger van 400.000 Radio-
gids-lezers en het veelvoud daarvan
dat „luisteraar" is, houdt zich niet
bepaald stil aangaande hun wensen
en verlangens. Het regent er prijzen
de of lakende brieven. Critiek op
programma's zal er trouwens altijd
zijn. Er is geeen omroep ter wereld,
die het een paar millioen abonnés
tegelijk naar de zin kan maken. Al
leen al het verschil van dagindeling
op het platteland of in de stad, ver
oorzaakt een kloof, die de belangen
van twee grote groeperingen onover
brugbaar gescheiden houdt. En wel
ke afgrondelijke verschillen er lig
gen tussen de smaak van een gees
telijke elite en de voorkeur van een
ontzaglijke meerderheid, kan men
zich nauwelijks voorstellen. Wie cri
tiek levert moet deze realiteiten voor
ogen houden. Een luisteraarsoordeel
dat alleen de eigen dagindeling of de
eigen voorkeuren tot maatstaf ver
heft, houdt met deze werkelijkheden
geen rekening.
Zondagavond-kolder
Welke uitzendingen de briefschrij
vers vooral intresseren? Het ant
woord kan nauwelijks een verrassing
worden: natuurlijk trekt het amuse
ment veruit de meeste aandacht. De
Zaterdagavond-vrolijkheid blijkt het
draaipunt van de publieke waarde
ring te zijn. De K.R.O. heet „goed"
of „slecht" naarmate het amuse
mentsprogramma gewaardeerd of
becritiseerd wordt. „Jp kunt in je
verdere programma de voortreffe
lijkste dingen doen, wanneer je Zon
dagavond-kolder niet in de smaak
valt, is er geen hond, die deze goede
dingen als een factor op de weeg
schaal wil leggen", zei de program
machef Toon Rammelt ons.
Het is verheugend, dat bij de K.
R.O. juist de laatste tijd in het lichte
genre een verfrissing valt op te mer
ken. Na een tijd, waarin op dit ge
bied een bedenkelijk dieptepunt werd
bereikt, is men nu met programma's
als „Caroussel" en „Kro-tje half
om" op de goede weg. Niet meer
dan „op de goede weg' want er is
op het stuk van de radio-cabaret
kunst heus nog wel meeer bereikbaar
dan in de Zondagavondprogramma's
te beluisteren valt. Met name lijkt
het ons niet onmogelijk dat de zui
ver auditieve middelen, die men met
zoveel succes in hoorspelen toe weet
te passen, ook in de cabaretsfeer een
grotere functie krijgen. Zoals er een
autonome filmkunst bestaat, zo is er
ook een autonome radio-kunst en
wie weet komt er eerlang voor de
microfoon een kleinkunst-man, die,
:oals een Buziau met het stille ge
baar deed, met het gebaar-loze-ge-
luid een geheel eigen vorm van hu
mor schept. In ieder geval zou men,
dunkt ons, kunnen proberen een
meer specifiek hoor-technisch as
ceet aan het radio-cabaret te geven
dan met het procédé van een liedje,
voorafgegaan door wat flarden dia
loog thans bereikt wordt.
De practijk
Maar zo iets is gemakkelijker gezegd
dlan gedaan. De moeilijkheid ligt niet
in het lanceren van algemene theo-
riëen. Zij ligt in de practijk. In de
vraag waar haal je de teksten en de
uitvoerende krachten vandaan die
week in week uit aardig en origineel
zijn.
In de vraag ook in hoeverre de
smaak van de massa richtinggevend
moet zijn in deze inderdaad voor de
massa bedoelde uitzendingen. Toch
geloven wij dat juist de K.R.O. het
aan zijn geestelijke roeping verplicht
is, ook in de allerlichtste sector het
niveau zo hoog te houden als voor
een massaal publiek ook maar enigs
zins mogelijk is. Het is waarachtig
niet strijdig met deze roeping om uit
bundige vrolijkheid de aether in te
zenden, maar het is op zichzelf ook
niet strijdig met humor om deze,
waar mogelijk, in dienst te stellen
van de katholieke idee, waarvan de
K.R.O. het belangrijkste propagan-
da-instituut in ons land vormt.
Over het algemeen moet men be
wondering hebben voor hetgeen de
K.R.O. in zijn programs aan catho-
lica uitzendt, al lijkt een veelzijdiger
voorlichting van de luisteraars om
trent de rijkdom der gewijde muziek
soms geen overbodige wens. Een
door de meeste luisteraars daarbij
vergeten aspect is de schoolradio,
een juist bij de K.R.O. op bijzonder
hoog peil staande rubriek die de be
wondering en zelfs de afgunst van
buitenlandse specialisten wekt Door
middel van de schoolradio bereikt
de K.R O het publiek van de toe
komst. De schoolradio leert de jeugd
het ontvangtoestel te zien als een in
strument dat méér kan dan amuse
ren alleen. Wellicht groeit deze jeugd
tegen de verdrukking in, op tot een
radio-publiek, waarvoor de K.R.O.
programs kan geven die over de he
le lijn het gehalte en de vormende
waarde hebben die een katholieke
radio-omroep passen.
wijze ernstig zijn", zei prof Royen als
hij over zijn schermutselingen rond de
spellingkwestie sprak.
Waarheid in de taal. Daarvoor heeft
prof. Royen zijn hele leven gevochten.
En hij deed. dit, zonder aan de gedegen
heid van het betoog te kort te doen, met
een zwier en een luchtigheid die ook
niet-vakmensen boeide. Hoe smakelijk
kon hij de taalverknoeiers en taaimis
bruikers aan de kaak stellen als hij
weer eens de fouten-o-ogst had binnen
gehaald uit een stapeltje kranten van
enkele weken. Zo sterk sprak deze strijd
bare Charivariaanse activiteit, waarvan
de bundel ..Taaipanopticum" een bloem
lezing geeft, tot het publiek, dat 't velen
ontging dat prof. Royen op de eerste
plaats man van wetenschap was.
Als jong Franciscaan stond hij in 1905
voor de klas in het seminarie te Venray.
Daarna studeerde hij enige jaren in Lei
den en werd na zijn candidaatsexamen
als leraar in Nederlands en aardrijks
kunde aan het gymnasium te Heerlen
verbonden. Na een 6 jarig leraarschap
zette hij zijn studie te Leiden voort: hi)
was daar de eerste die Indo-Germaanse
Taalvergelijking als hoofdvak koos.
In 1926 promoveerde hij op een proef
schrift „Die nominalen Klassifikations-
systeme in den Sprachen der Erde". In
1931 werden de wetenschappelijke ver
diensten van pater Royen erkend door
zijn benoeming tot lid van de Kon. Ned.
Academie, terwijl in 1932 zijn benoeming
tot hoogleraar in de alg. taalwetenschap
en taalvergelijking aan de Utrechtse Uni
versiteit volgde.
Sinds 1950 was hij emeritus. Van zijn
hand verschenen verschillende publicaties
als „Het seksuele n-komplex *'934)
„Buigingsverschijnselen in de Nederland
se taal" (1947—1953) en „Die nommalen
Klassifikations-systeme in den Sprachen
der Erde".
Het stoffelijk overschot van de over
ledene zal Woensdag a.s. te Heerlen op
de R.K.-begraafplaats aan de Akerstraat
worden begraven.
In Utrecht zal Woensdag in de St. An-
toniusparochie in de Kanaalstraat voor
zijn zielerust een mis van Requiem wor
den opgedragen.
(Advertentie)
Laat U niet kwellen. Neem
Een vijftien-tal vrije oliehandelaren
heeft besloten in het vervolg te gaan
samenwerken en met een gezamenlijk
oliemerk aan de markt te komen. Dit is
het gevolg van het feit, dat de verkoop
van maatschappij olie-merken toeneemt en
de vrije groothandel terrein verliest.
Men verwacht, dat nog meer vrije olie
handelaren tot deze nieuwe combinatie
zullen toetreden. Nederland kent ongeveer
60 vrije oliehandelaren, die hun terrein
zienderogen verliezen, doordat de grote
maatschappijen in staat zijn op grote
schaal reclame te maken voor hun pro
ducten en technische voorlichting te geven,
die bij de afnemer vertrouwen wekt.
De vrije handel levert een gelijkwaar
dig product, komende uit dezelfde bron
nen als die van de maatschappijen, doch
zag tot nu toe geen kans met een ge
zamenlijk merk aan de markt te komen.
Dit werd medegedeeld op een perscon
ferentie van de N.V. Aardolie Belangen
gemeenschap, waarbij zich inmiddels vijf
tien vrije oliehandelaren hebben aan
gesloten.
Men komt met eigen fust aan de markt,
zowel voor het bedrijfsleven, de scheep
vaart als voor de particuliere verbruiker.
Een laboratorium controleert de olie die
aan de markt wordt gebracht, waardoor
men kan instaan voor een constante kwa
liteit- Gezamenlijk zal thans ook reclame
voor het gezamenlijke merk olie worden
gevoerd.
Het katholieke nieuwsagentschap „Kath-
press" heeft gisteren gemeld, dat professor
Laszlo Toth, een van de beklaagden in het
proces van kardinaal Mindszenty, in een
gevangenis in Hongarije is overleden.
Toth was bij het proces, dat in Februari
1949 begon, veroordeeld tot 10 jaar gevan
genisstraf wegens spionnage. Al zijn be
zittingen werden in beslag genomen en zijn
politieke rechten werden hem ontnomen.
In de memorie van antwoord op het
vóorlopig verslag nopens de begrotir.e van
Buitenlandse Zaken voor het dienstjaar
1955 is een mededeling gedaan inzake de
sterkte van bet personeel van de am
bassade van 'de U.S.S.R. in Nederland,
aldus wordt van de zijde van het deoarte-
ment van Buitenlandse Zaken meege
deeld. Naar aanleiding hiervan heeft de
Sovjet-ambassadeur op 4 Januari een
demarche gedaan bij de Nederlandse
minister van Buitenlandse Zaken. Giste
ren heeft minister Luns de Ruas'sche
ambassadeur ontvangen en hem mondeling
het antwoord van de Nederlandse rege
ring verstrekt onder overhandiging van
een aide-memoire.
Hierin wordt o.a. gezegd, dat de minis
ter is gebleken, dat het blijkens een nader
ingesteld onderzoek juist is, dat het aan
tal medewerkers van de Russische ambas
sade sedert Maart 1953 niet is verduobeid.
Voor wat de opmerking oetreft. dat de
Russische ambassade verwacht drt hot
ministerie van B.Z. de nodige maatregelen
zal treffen, opdat in de toekomst geen
belemmeringen in de weg zullen worden
gelegd aan de normale aanvulling en ie
normale werkzaamheden van de ambas
sade der U.S.S.R. en de Sovjet-handeus-
vertegenwoordiging in Nederland moge
er op worden gewezen, dat in hel ver
leden dergelijke belemmeringen nimmer
hebben plaats gehad, aldus de mededeling.
De Nederlandse regering is ook in de
toekomst niet voornemens bezwaren te
maken tegen al hetgeen dat overeen
komstig internationaal gebruik en in over
eenstemming met de wederzijdse belan
gen. als normale aanvulling en normale
werkzaamheden der ambassade der USSR
en de Sovjet-handelsvertegenwoordiging
kan gelden.