Teveel water en modder, maar benzine in Titov geen zub,r,e!sfb™„' rv"-, Prof. Gerlach Roy en O.F.M. K.R.O. kweekt jong luisterpubliek m RUSSISCHE AMBASSADE IN DEN HAAG Journaal van een midwinter se Balkanreis (4) Gloeilampjes Af gronden tussen elite en massa Steeds maagpijn? Skolpjc: verboden toegang!.... Op weg naar een bangebarre nacht... Strijder voor waarheid in het taalgebruik Vrij e olieliandelaren gaan samenwerken Aantal medewerkers sedert 1953 niet verdubbeld ZATERDAG 5 FEBRUARI 1955 PAGINA 9 Titov-Veles, diep in Mace donië, en slechts 120 k.m. van de Joego-Slavisch—Griekse grens, bleek een stad met een teveel aan koppige mastica en een opmerkelijk tekort aan benzinepompen en telefoons. Uren achtereen stonden daar het „Strijkijzer" en de „Brul boei" machteloos in de mod der terwijl intussen het Joego-Slavisch doorreisvisum der Athene-reizigers verliep. Er waren geen bruggen meer over de Vardar en heel het grensgebied bleek over stroomd en als men goed luis terde, kon men Zuidelijk van Titov-Veles, ter hoogte van Banja, een kudde onvervalste hongerige wolven luidkeels horen huilen. Hoe men er niettemin in slaagde, na een bange, nachtelijke tocht, waarin alleen maar ongeloof lijke dingen gebeurden, de volgende ochtend eindelijk de Griekse grens te bereiken, vertelt onze reporter Dinsdag a.s. in de laatste van deze reeks Balkanreportages. .«I" wij. ten Den Bosch Rotenhamp (Duitsland) Washington Avondje m Macedonië In de KRO studio tijdens een Ganzenbord-avond de vraag, die in Oosterbeek eigenlijk maar terloops werd gesteld, voor het gros van de luisteraars directer in hun persoonlijke interesse sfeer dan de meer algemene vraagstukken van het radiobestel, die ginds aan de orde kwamen. Het lijkt dan ook nuttig het gehouden forumgesprek als een aanloop te beschouwen tot nieuwe gesprekken waarin de mening van de luisteraar meer aan bod zal komen dan bij dit eerste treffen het geval was. snel en/j zeker 1 Eén gezamenlijk merk voor de markt PROF. TOTH STERFT IN GEVANGENIS door MARTIN W. DUYZINGS Wij strandden die dag in Titov-Veles. Het stortregende ook daar, de modder van héél Macedonië dreef er kolkend door de straten. Er was, bij de ingang van het stadje, een houten brug ge weest over een smalle kloof, waarin een voormalig bergbeekje nu te keer ging als ware het de Vardal- zélf; doch de brug was twee dagen tevoren al be zweken onder de kracht van de stroom en het geweld van de regen; en als men Titov-Veles niettemin per automobiel bereiken wilde, dan moest men honke- bonkend over een spoorbrug, in de hoop dat de ëtaatsmachinist van de staatslocaaltrein uit Skolpje, die even later moest arriveren, zich toevallig niet vijf minuten in de dienstregeling had vergist. Wij baalden dat zonder brokken, tot teleurstelling van de omstaanders, die óók niet iedere week hun lokaal- trein met twee wildvreemde automobielen uit de rails zien vliegen, en vervolgens reden wij dan, met de vrijmoedige dorpsjeugd luid loeiend tot boven op onze spatschermen, bet stadje binnen, op zoek naai de plaatselijke benzinepomp. Wij wilden die avond nog naar de Griekse grens en wij hadden in een barre tocht tussen Nis en Titov-Veles het belangrijkste deel onzer brandstof- Wij hadden zeel éérder in Skolp- je, willen tanken. Men vindt daar s( niet alleen (twee!) benzinepompen doch bovendien enige andere hart- verwarmende aspecten der moder ne beschaving zes dubbeldekse, knalrode Londense stadsbussen, een uitgebreide collectie fabrieken en ka zernes en een grondig bewaakt con centratiekamp, dat er van op een afstand al niet naar uitzag alsof de chef-de-cuisine er royaal om sprong met de natuurboter. Helaas, helaas: de stad werd die dag be waakt alsof men er atoombommen, in plaats van goedgeurende Macedo nische sigaretten vervaardigde; en een onverstaanbare militaire pa trouille die on„ aanhield alvorens wij de stad konden binnenrijden, stuurde ons onverbiddellijk voort naar Titov- Veles, meer dan vijftig K.M. verder naar het Zuiden. voorraden opgestookt; en nadat wij in Titov heel de verzameling van straten en stegen hadden afgereden zonder iets te ontdekken, dat ook maar bij benadering op een tankstation leek, verwees men ons eindelijk naar het plaatselijke depót van de staatsbenzinemaat- schappij, de „Yugo-Pctrol", en dat bad men net zo goed kunnen laten. Want bet plaatselijke depót van de Yugo-Petrol (één hut en acht benzinevaten, zonder enige zin voor orde en netheid uitgespreid over een modderig weiland aan de rand van de stad), bleek volmaakt onneembaar achter een verbijsterende hoe veelheid roestig prikkeldraad, en de soldaat die het met een afwezige glimlach en een knots van een ge weer bewaakte, had op al onze vragen slechts één antwoord: „su-stra!", en dat betekent: morgen! Wij protesteerden in alle toonaarden, doch toen die avond tegen twaalven ons Joegoslaviscli doorreisvisum afliep en de plaatselijke politie-chef ons duidelijk had ge maakt, dat men recht beeft op vijf jaren dwangarbeid, water en maisbrood zo men met een ongeldig visum op Joegoslaviscli grondgebied wordt aangetroffen, zaten wij nog altijd in Titov-Veles. Temidden van de notabelen, achter een glas onverdunde mastica in de meest gefrequenteerde dorpskroeg. Zonder één liter benzine. En volop vogelvrij! pompen, voor het prikkeldraad van later keerden wij onverrichterzake het Petrol-depot te wachten in de in Titov-Veles terug. Het stortregen- mist die van heel de ondergelopen de daar nog steeds, de modder sloe- Vardar-vallei een wereld van niets berde er grauw en driftig door de dan witte watten maakte. straten. Er waren, zo hadden wij aan De directeur der Yugo-petrol bleek den lijve ondervonden, inderdaad een dagdief. Hij arriveerde een uur geen bruggen meer over de Vadar. te laat: hij moet wel een héél hoge Macedonië leek geïsoleerd en geen Partij-Piet geweest zijn om zich dat mens wist nauwkeurig of de verbin- te kunnen permitteren. Wij spraken ding met Griekenland, morgen, over- hem niettemin vriendelijk toe, doch m0rgen of pas volgende week Vrij- hij verstond geen woord, en boven- dag min of meer hersteld zou zijn. dien verkocht hij zijn benzine niet „Welkom, welkom!", zeiden vriende per liter doch per kilogram, hetgeen [jjk en gastvrij de stamgasten in Ca- tot ingewikkelde berekeningen met f(i Makedonia, en of de vermoeide een stomp stukje potlood leidde, en reii.-jers voor de afwisseling niet voor wij eindelijk op pad togen, met eens een mastica wilden proeven? 'was de mist alweer zo ver opgetrok- men wij opnieuw in onze wagens. Er ken, dat men, behoedzaam voortkrui- waSj naar wij van een ezelsdrijver pend in de modder, op de smalle, eer) stoppelbaard vernomen had- met enige moeite wel van een mu- tenpad dat op geen enkele kaart zeiman kon onderscheiden. voorkwam en dat wij daarom nog niet beproefd hadden. „Zelfmoord!" Lokkende lentezeiden de stamgasten van Café Ma- Goed/, en nadat wij vervolgens in kedonia bezorgd. Verleden week nog was er van boo" uit de bergen een rotsblok van om en nabij de twee ton met veel geraas op dat geitenpad ge- i> een ii droog tuimeld. En verleden jaar nog was daar een boer uit Negotino met was een zangeres die boven het ge rinkel van het glaswerk en het goed moedige getier der stamgasten uit, bijzonder droevige liederen van op zijn minst een dozijn coupletten zong en toen die textiel-directeur eindelijk 's avonds om half twaalf arriveer de, in gezelschap van de politie-com- missaris, de commandant van de brandweer en enige andere, duiste re notabelen, hadden wij de hoop, de Griekse ens diezelfde avond nog te bereiken, al lang en breed opgegeven. „Uitstekend!", juichte de textiel- directeur, en bovendien had hij geen benzine, want die twee vracht wagens liepen (als zij liepen) op Die selolie, en voor het overige kon hij ons wel melden, dat wij zelfs met w honderd liters benzine van de aller- Zo kwam het dan, dat wij, laat \.j0(lder, modder!de Bridboei ploegt dartel door de hoofdverkeers- beste kwaliteit niet geholpen waren, die middag, in Titov-Veles naar ben zine zochten, zo kwam het voorts Café Makedonia, waar het leek als of ze er de avond tevoren na ons heengaan nog even een beeldenstorm hadden opgevoerd, een typisch Ma- cedonisch ontbijt, bestaande uit een kop camillenthee en een snee ■maisbrood verorberd hadden, start- ten uit) dan eindelijk welgemoed in een kar, een span beste ossen en de richting van de Griekse grens, zijn echtgenote in een der rav.jnen Honderd-twintig schamele küome- gestort en men had zich met een* ters nog slechts!, en als de Joego-Sla- de moeite genomen, om de stolt- vische grens-autoriteiten ons verlo- lijke overschotten er uit te halen, pen visum door de vingers wilden en of wij voor het overige wisten, zien, zouden wij 's middags nog in dat er nog altijd wolven rondlopen Saloniki kunnen zijn, en dan is het in deze streken en dat de beesten nog maar vijfhonderd K.M. naar zo halverwege Januari doorgaans Athene. Wij reden toen al bijna een knappen van de honger\V ij week. Wij konden een automobiel gingen niettemin. Na vier etmalen niet meer zien.', en wij wilden onder- schapenkaas en Serviseh Macedo- hand wel weer eens wat anders snui- nische modder trotseert men zo ven dan alleen maar ezelsmest en nodig zelfs een horde hongerige schapenkaas en uien en modder, en wolven. Veel later pas, toen wij voor het overige hadden ze, dwars or)g ,jjep jn nacj1t volkomen door alle storingen heen, in de boord- vastgereden hadden in een einde radio van het Strijkijzer" een ]oog moeras_ zouden wij ontdek- Atheens weerbericht opgevangen ken, dat de inboorlingen van Titov dat een effen blauwe hemel en wat _yeleg me{ jlun bezorgdheid voor lente-temperatuur en niets dan luie ]let |0( gn de toekonlst „nzer bot zonovergoten café-terrasje voorspel- ten nauwe|jjk5 overdreven hadden de. Helaas, helaas: toen konden wij Jawel!, wij hadden haast opeens, niet meer terug!.... ook al in verband met dat verlopen ,gjo{ y0]gt) visum. Doch ziet: acht volle uren Onder de vreemdsoortige jubilea mag zeker wel gerekend worden, dat van de heer Jan Mangé in de Hertogstad, die Maandag a.s. een halve eeuw notarissen, deurwaarders en advocaten trouw ter zijde heeft gestaan bij beslagleggingen op roerend en onroerend goed, bij openbare venduties en/of uitzettingen na exploiten van deurwaarders. In de volksmond heeft de jubilaris de veel zeggende, hoewel niet vleiende naam van „Jan de Uitsmijter" maar des ondanks is hij een fidele man, die koste lijke verhalen weet te vertellen. Want niet altijd verliepen de uitzettingen even idyllisch en Brabants-gemoedelijk. Wat zeggen wij? Moord en doodslag heeft er soms gedreigd bij die executoriale ver kopingen op gerechielijke ontruimingen. Maar „Jan de Uitsmijter" stond steeds als een rots in de branding; hij heeft er zelfs zijn gouden bruiloft, die hl] vandaag viert en Maandag zijn gouden uitsmijtersjubileum" op zijn slofjes bij kunnen halen. Het zal ongetwijfeld een heel gedrang worden in de feestwomng, gedrang dan van de collegiale deur waarders, notarissen en advocaten, mis schien zelfs nog wel een enkele dank bare schuldeiser; maai dat de „uitver kochten" en „uitgesmetenen" het zo ver zullen brengen, neen, dat wagen we te betwijfelen. De dorpsbrandweer hield veel van de wekelijkse oefening en niemand der le den van het corps, die deze nuttige bezigheid, tot heil van het dorp, oo.t miste. Na al dat spuiten en al dat nat, werden de brandweerlieden natuurlijk wat dorstig en na afloop rustte de brandweer meestal wel een ogenblikje uit in de plaatselijke herberg. Een ogen blikje? Van de week, het was al heel laat, hoorden de rustende brandweer lieden plotseling harmomeamuziek bui ten. Zij stonden, sommigen wat moeilijk, op van hun stoelen en wat ze toen zagen, deed hun dorst plotseling ver gaan: al de echtgenoten van de nijvere brandweerlieden liepen in optocht ach ter een harmonicaspeler en zo. laat m de nacht, werden de heren brandweer lieden door hun echtgenoten naar huis begeleid. Bij de volgende oefening zullen ze het niet zo laat maken. Het oudste schip van de Amerikaanse vloot, het fregat „Constellationis uit de dienst genomen. Het heeft dan ook zijn deuntje wel meegeblazen want het is 157 jaar oud en had o.a. op zijn ereliist staan: gevechten m West-Indie in 1799. in 1800 kruistocht tegen de zee rovers van Tripolis en in 1815 een heibeltje met Algerijnse boekaniers. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog beschermde de „Constellation" con- vooien. dat wij, met een op sterven liggend visum en slechts 120 K-M. van de Griekse grens, die dag in Titov-Ve les strandden. .Sustra 1", zei de krijger die het depot van de Yugo-Petrol bewaakte, doch nadat wij hem in ons beste Ma- cedonisch hadden uitgelegd, dat wij sedert mensenheugenis geen bom aanslag op de Maarschalk en zijn Kornuiten meer hadden gepleegd, begon hij ons langzaamaan voor ach tenswaardige vreemdelingen te hou den en verwees hij ons naar een heer wiens naam wij vijf minuten later alweer vergeten waren. De heer, zo verduidelijkte ons de krijger, fun geerde (van 's morgens zes tot 's middags twee) als directeur van weg die TiaovVeles naar het Zuiden leidt, op weg naar de onbereikbare want er was tussen Titov Veles en Grieksegrens de Griekse grens geen brug meer heel, en alle wegen stonden onder water, en bovendien gingen de Joe goslavische grensbeambten na zons ondergang toch naar huis zodat de grens gesloten was, en of de achtens waardige vreemdelingen intussen niet een mastica proeven wilden? trol-directie er niet van hield ia kan- bovendien kende hij toevallig de di- toortijd lastig gevallen te worden, recteur van de plaatselijke textiel- zèlfs niet door achtenswaardige fabrjek; en (jaar hadden ze niet min- vreemdelingen. Wij kochten het ^an j-wee vrachtwagens, en dus mannetje nog drie mastica s, toen benzine, en hij verwachtte zijn zond het met een breed gebaar twee t,extiel-kennis over een half uur in der verweerde stamgasten de stad Ca{é Makedonia, en of de achtens- en de modder binnen teneinde de Pe- waardige vreemdelingen in afwach- trol-directie op te sporen, en pas na- ting daarvan niet een mastica proe dat wij twee uren geduldig doch ver- ven wilden' geefs op de terugkeer der herauten hadden gewacht en het mannetje met in de nacht verdwenen was, kregen „De Brulboei" liep vast en het visum af wij argwaan. Wij wendden ons I daarom tot een glad geschoren heer, 7 Benzine per kilo! Wij proefden mastica totdat wij hem nooit meer proeven wilden, en de Yugo-Petrol, en zo wij hem op- die moederziel alleen aan een tafel- spoorden zou hij wellicht bereid zijn, tje zat en die er uitzag alsof hij van Enfin: het werd daar in Café Make ons naar zijn modderpoel en zijn zijn jeven wel eens wat beters oe- dQnia qezelliae boel Er bleef benzinevaten te vergezellen, doch zijn zichtigd had dan de modder van T J jezemge boel. Er bleet adres bleek een zorgvuldig bewaakt tov Veles en het interieur van Cafe geen stoel onbezet, en er was een geheim en dat kwam, naar ons la- Makedonia. Wij vergisten ons met. dnemansork.est dat met oud-Mace- ter bleek, omdat hij tot de Hoogste de heer met het glad geschoren ge- donische deuntjes en een orkaan- Partij Pieten ter plaatse behoorde. jaat kwam vers uit Belgrado en hij van.een-slagwerk de kalk -onder s en hij naa alle begrip voor onze moeilijkheden en moeite van de muren speelde, en er sprak perfect Duits en Amusement hèt radioprobleem Nu wisten wij op dat ogenblik nog niet zoveel van het doen en het laten van Hoge Partij-Pieten in kleine Ma cedonische moddersteden, en daar om begaven wij ons opgewekt en met al onze zakwoordenboeken naar de gendarmerie in het centrum van de stad en informeerden wij vriende lijk en argeloos of wij de directie van de Yugo-Petrol niet even konden opbellen. Het mannetje en zijn herauten. De chef der gendarmerie persoon lijk hielp ons uit de droom. Er be- vonden zich, zo meldde hij ons neer- Op de Pietersberg in Oosterbeek heeft het afgelopen weekend een slachtig, in héél Titov-Veles slechts forumgesprek over radioproblemen plaats gehad. Er is daar o.a. ge- sproken over de vraag of de luisteraars een belangrijke niet tot de gelukkigen, doch als wij de programma's dienen te hebben. Erg diep is men op de - ïetersberg ons haastten, dan vonden wij de di- niet 0p ^eze Vraag ingegaan. Andere noem ze radio-poiitieke hart'versterkfng^'ln ^en^tablri^m^nt kwesties hadden biJ het genoemde gesprek de voorrang. Toj* ligt dat Café Makedonia heette. vervolgens begaven wij ons naar het enige, propvolle hotel ter plaatse, waar de ons bevriende notabelen met al hun invloed vier minder be langrijke gasten uit bun bedden had den laten schoppen, en 's morgens om zes reeds stonden wij met bar stende hoofdpijn en een brandend soort van heimwee naar een wereld zonder ongedierte en met benzine- In 't St Antonius Ziekenhuis te Utrecht is Vrijdagavond in de ouderdom van 74 Jaar overleden prof. dr Gerlach N. J H. Royen O.F.M. Prof. Royen was sinds enkele weken in het ziekenhuis opgeno men wegens longontsteking, waarvan hij evenwel herstellende was. Wie prof. Royen in zijn studeerkamer opzocht ontmoette een gemoedelijke Fran- ciscanerpater. Velen hebben hem ook anders gekend. Hij kón anders zijn wan neer hij zich in het harnas stak voor he. spellingtournooi. Dan werd die vriende lijke monnik een felle strijder voor zijn overtuiging: voor zuiver gebruik der voor naamwoorden, tegen de „sexuele -n" en tegen de willekeur der sch s en dubbele o's. Een strijder met open vizier, wiens kracht niet de schijnkracht was van de baters-handigheid, maar die op zijn rijke, rijpe taalkennis gebaseerde argumenten op tafel legde. In zo'n steekspel werd zijn pen met de logge, dodende lans, maar een wapen van fijnere allure, een rapier waarmee hij kunstig en elegant diverse spellingrid- ders van de droeve figuur in het zand I deed bijten. „Men kan op een speelse Wij haastten ons dus naar Café Makedonia en daar vonden wij tus sen de verweerde stamgasten een muisachtig mannetje met een gleuf- hoed en wel acht woorden goed ver staanbaar Frans en nadat wij dat mannetje in snel tempo drie. volop brandende mastica's achter elkaar in zijn schrale keelgat gegoten had den, bleek hij bereid ons te helpen. Né!, zei het mannetje, hij was tot zijn spijt de Petrol-directie niet, doch hij kende de Petrol-directie van zéér nabij en hij kon ons bij voorbaat al wel melden, dat de Pe- Dat hieraan behoefte bestaat blijkt uit de intensieve belangstelling, die juist de laatste tijd door de luisteren de gemeente wordt getoond op het stuk der programmasamenstelling. De K.R.O. kan daarvan meepraten. Het enorme leger van 400.000 Radio- gids-lezers en het veelvoud daarvan dat „luisteraar" is, houdt zich niet bepaald stil aangaande hun wensen en verlangens. Het regent er prijzen de of lakende brieven. Critiek op programma's zal er trouwens altijd zijn. Er is geeen omroep ter wereld, die het een paar millioen abonnés tegelijk naar de zin kan maken. Al leen al het verschil van dagindeling op het platteland of in de stad, ver oorzaakt een kloof, die de belangen van twee grote groeperingen onover brugbaar gescheiden houdt. En wel ke afgrondelijke verschillen er lig gen tussen de smaak van een gees telijke elite en de voorkeur van een ontzaglijke meerderheid, kan men zich nauwelijks voorstellen. Wie cri tiek levert moet deze realiteiten voor ogen houden. Een luisteraarsoordeel dat alleen de eigen dagindeling of de eigen voorkeuren tot maatstaf ver heft, houdt met deze werkelijkheden geen rekening. Zondagavond-kolder Welke uitzendingen de briefschrij vers vooral intresseren? Het ant woord kan nauwelijks een verrassing worden: natuurlijk trekt het amuse ment veruit de meeste aandacht. De Zaterdagavond-vrolijkheid blijkt het draaipunt van de publieke waarde ring te zijn. De K.R.O. heet „goed" of „slecht" naarmate het amuse mentsprogramma gewaardeerd of becritiseerd wordt. „Jp kunt in je verdere programma de voortreffe lijkste dingen doen, wanneer je Zon dagavond-kolder niet in de smaak valt, is er geen hond, die deze goede dingen als een factor op de weeg schaal wil leggen", zei de program machef Toon Rammelt ons. Het is verheugend, dat bij de K. R.O. juist de laatste tijd in het lichte genre een verfrissing valt op te mer ken. Na een tijd, waarin op dit ge bied een bedenkelijk dieptepunt werd bereikt, is men nu met programma's als „Caroussel" en „Kro-tje half om" op de goede weg. Niet meer dan „op de goede weg' want er is op het stuk van de radio-cabaret kunst heus nog wel meeer bereikbaar dan in de Zondagavondprogramma's te beluisteren valt. Met name lijkt het ons niet onmogelijk dat de zui ver auditieve middelen, die men met zoveel succes in hoorspelen toe weet te passen, ook in de cabaretsfeer een grotere functie krijgen. Zoals er een autonome filmkunst bestaat, zo is er ook een autonome radio-kunst en wie weet komt er eerlang voor de microfoon een kleinkunst-man, die, :oals een Buziau met het stille ge baar deed, met het gebaar-loze-ge- luid een geheel eigen vorm van hu mor schept. In ieder geval zou men, dunkt ons, kunnen proberen een meer specifiek hoor-technisch as ceet aan het radio-cabaret te geven dan met het procédé van een liedje, voorafgegaan door wat flarden dia loog thans bereikt wordt. De practijk Maar zo iets is gemakkelijker gezegd dlan gedaan. De moeilijkheid ligt niet in het lanceren van algemene theo- riëen. Zij ligt in de practijk. In de vraag waar haal je de teksten en de uitvoerende krachten vandaan die week in week uit aardig en origineel zijn. In de vraag ook in hoeverre de smaak van de massa richtinggevend moet zijn in deze inderdaad voor de massa bedoelde uitzendingen. Toch geloven wij dat juist de K.R.O. het aan zijn geestelijke roeping verplicht is, ook in de allerlichtste sector het niveau zo hoog te houden als voor een massaal publiek ook maar enigs zins mogelijk is. Het is waarachtig niet strijdig met deze roeping om uit bundige vrolijkheid de aether in te zenden, maar het is op zichzelf ook niet strijdig met humor om deze, waar mogelijk, in dienst te stellen van de katholieke idee, waarvan de K.R.O. het belangrijkste propagan- da-instituut in ons land vormt. Over het algemeen moet men be wondering hebben voor hetgeen de K.R.O. in zijn programs aan catho- lica uitzendt, al lijkt een veelzijdiger voorlichting van de luisteraars om trent de rijkdom der gewijde muziek soms geen overbodige wens. Een door de meeste luisteraars daarbij vergeten aspect is de schoolradio, een juist bij de K.R.O. op bijzonder hoog peil staande rubriek die de be wondering en zelfs de afgunst van buitenlandse specialisten wekt Door middel van de schoolradio bereikt de K.R O het publiek van de toe komst. De schoolradio leert de jeugd het ontvangtoestel te zien als een in strument dat méér kan dan amuse ren alleen. Wellicht groeit deze jeugd tegen de verdrukking in, op tot een radio-publiek, waarvoor de K.R.O. programs kan geven die over de he le lijn het gehalte en de vormende waarde hebben die een katholieke radio-omroep passen. wijze ernstig zijn", zei prof Royen als hij over zijn schermutselingen rond de spellingkwestie sprak. Waarheid in de taal. Daarvoor heeft prof. Royen zijn hele leven gevochten. En hij deed. dit, zonder aan de gedegen heid van het betoog te kort te doen, met een zwier en een luchtigheid die ook niet-vakmensen boeide. Hoe smakelijk kon hij de taalverknoeiers en taaimis bruikers aan de kaak stellen als hij weer eens de fouten-o-ogst had binnen gehaald uit een stapeltje kranten van enkele weken. Zo sterk sprak deze strijd bare Charivariaanse activiteit, waarvan de bundel ..Taaipanopticum" een bloem lezing geeft, tot het publiek, dat 't velen ontging dat prof. Royen op de eerste plaats man van wetenschap was. Als jong Franciscaan stond hij in 1905 voor de klas in het seminarie te Venray. Daarna studeerde hij enige jaren in Lei den en werd na zijn candidaatsexamen als leraar in Nederlands en aardrijks kunde aan het gymnasium te Heerlen verbonden. Na een 6 jarig leraarschap zette hij zijn studie te Leiden voort: hi) was daar de eerste die Indo-Germaanse Taalvergelijking als hoofdvak koos. In 1926 promoveerde hij op een proef schrift „Die nominalen Klassifikations- systeme in den Sprachen der Erde". In 1931 werden de wetenschappelijke ver diensten van pater Royen erkend door zijn benoeming tot lid van de Kon. Ned. Academie, terwijl in 1932 zijn benoeming tot hoogleraar in de alg. taalwetenschap en taalvergelijking aan de Utrechtse Uni versiteit volgde. Sinds 1950 was hij emeritus. Van zijn hand verschenen verschillende publicaties als „Het seksuele n-komplex *'934) „Buigingsverschijnselen in de Nederland se taal" (1947—1953) en „Die nommalen Klassifikations-systeme in den Sprachen der Erde". Het stoffelijk overschot van de over ledene zal Woensdag a.s. te Heerlen op de R.K.-begraafplaats aan de Akerstraat worden begraven. In Utrecht zal Woensdag in de St. An- toniusparochie in de Kanaalstraat voor zijn zielerust een mis van Requiem wor den opgedragen. (Advertentie) Laat U niet kwellen. Neem Een vijftien-tal vrije oliehandelaren heeft besloten in het vervolg te gaan samenwerken en met een gezamenlijk oliemerk aan de markt te komen. Dit is het gevolg van het feit, dat de verkoop van maatschappij olie-merken toeneemt en de vrije groothandel terrein verliest. Men verwacht, dat nog meer vrije olie handelaren tot deze nieuwe combinatie zullen toetreden. Nederland kent ongeveer 60 vrije oliehandelaren, die hun terrein zienderogen verliezen, doordat de grote maatschappijen in staat zijn op grote schaal reclame te maken voor hun pro ducten en technische voorlichting te geven, die bij de afnemer vertrouwen wekt. De vrije handel levert een gelijkwaar dig product, komende uit dezelfde bron nen als die van de maatschappijen, doch zag tot nu toe geen kans met een ge zamenlijk merk aan de markt te komen. Dit werd medegedeeld op een perscon ferentie van de N.V. Aardolie Belangen gemeenschap, waarbij zich inmiddels vijf tien vrije oliehandelaren hebben aan gesloten. Men komt met eigen fust aan de markt, zowel voor het bedrijfsleven, de scheep vaart als voor de particuliere verbruiker. Een laboratorium controleert de olie die aan de markt wordt gebracht, waardoor men kan instaan voor een constante kwa liteit- Gezamenlijk zal thans ook reclame voor het gezamenlijke merk olie worden gevoerd. Het katholieke nieuwsagentschap „Kath- press" heeft gisteren gemeld, dat professor Laszlo Toth, een van de beklaagden in het proces van kardinaal Mindszenty, in een gevangenis in Hongarije is overleden. Toth was bij het proces, dat in Februari 1949 begon, veroordeeld tot 10 jaar gevan genisstraf wegens spionnage. Al zijn be zittingen werden in beslag genomen en zijn politieke rechten werden hem ontnomen. In de memorie van antwoord op het vóorlopig verslag nopens de begrotir.e van Buitenlandse Zaken voor het dienstjaar 1955 is een mededeling gedaan inzake de sterkte van bet personeel van de am bassade van 'de U.S.S.R. in Nederland, aldus wordt van de zijde van het deoarte- ment van Buitenlandse Zaken meege deeld. Naar aanleiding hiervan heeft de Sovjet-ambassadeur op 4 Januari een demarche gedaan bij de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken. Giste ren heeft minister Luns de Ruas'sche ambassadeur ontvangen en hem mondeling het antwoord van de Nederlandse rege ring verstrekt onder overhandiging van een aide-memoire. Hierin wordt o.a. gezegd, dat de minis ter is gebleken, dat het blijkens een nader ingesteld onderzoek juist is, dat het aan tal medewerkers van de Russische ambas sade sedert Maart 1953 niet is verduobeid. Voor wat de opmerking oetreft. dat de Russische ambassade verwacht drt hot ministerie van B.Z. de nodige maatregelen zal treffen, opdat in de toekomst geen belemmeringen in de weg zullen worden gelegd aan de normale aanvulling en ie normale werkzaamheden van de ambas sade der U.S.S.R. en de Sovjet-handeus- vertegenwoordiging in Nederland moge er op worden gewezen, dat in hel ver leden dergelijke belemmeringen nimmer hebben plaats gehad, aldus de mededeling. De Nederlandse regering is ook in de toekomst niet voornemens bezwaren te maken tegen al hetgeen dat overeen komstig internationaal gebruik en in over eenstemming met de wederzijdse belan gen. als normale aanvulling en normale werkzaamheden der ambassade der USSR en de Sovjet-handelsvertegenwoordiging kan gelden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 9