DAGEN
het
mensdom
in een lachspiegel
H. LANDSTICHTING, VISUELE STEUN BIJ
HET VERSTAAN VAN DE H. SCHRIFT
Geen museum voor religieuze kunst
Nieuwe plannen op stapel
HET ZIT NU EEN-
MAALIN'T BLOED
Ronde langs Prinsen
In 'X Rijk van Ni lies I
Bij Maskerado IV
Oeteldonk
Me tworstrennen
Zuurkool
in wasmachien
Zotternij vooral in het Zuiden
De Blauwe Schuit
Arnhem 30012
Lötertöt
Optochten en
ontvangsten
Overal prinsen
met korte
levensduur
Vorstengalerij
Tubantius I
Hors d'oevre op
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1955
x^AGINA
Q M ELF MINUTEN OVER ELF klimt een politie-agent in een
lantaarnpaal. Men kan zich afvragen, waarom deze anders
zo rustige Maastrichtse agent dit nu ineens doet. Het Momus-kanon
is afgeschoten en de rustige pantoffelparade van het Vrijthof wordt
plots een stoet van Carnavalszotten.
Wie weet er een oplossing voor? Edmond Nicolaas heeft er zich
in verdiept in de Bredase carnavalskrant, maar hij weet zeker
dat, indien de zuidelijke mens nu niet eens de datum van vasten
avond had geweten, hij plotseling op een hepaald moment de
behoefte zou hebben gevoeld aan een oranje kiel, een pet met klep
en veel hoempamuziek.
Gemoedelijke verklaring
I t
1 4 1 i i I
Het zit er nu eenmaal in en geen
mens krijgt het er uit „Het is zo
erg", schrijft Nicolas, „dat een over
ste van een onnenklooster, die teza
men met mij haar opleiding kreeg
als raregek, elk jaar het Schwets-
kammezoal, zijnde de Carnavals
krant van haar geboortestad wil le
zen, en haar convent op Vastenavond
tracteert op wafels en jeugdherin
neringen"
Zo trekken wij dan door het land
van de leut op zoek naar Prinsen en
Raden van Elf en zullen bij tijd en
wijle omhangen worden met serpen
tines of een stortbad van confetti
over ons uitgestrooid krijgen..
„Zo éne ebbe ze nergus waar
g'ok mar in Olland komt", zeggen ze
in Bergen op Zoom van Nilles I, die
al meer dan een week het slik van
de Schelde-oever is ontstegen om een
bonte orkaan te ontketenen over het
Krabbegat
Kom in 't goeie Barrege niet aan
de ouwetjes en de kinderen, want
dan raakt ge de Krabben aan 't hart
Hebben de ouwe Krabben niet hun
eigen soos aan de Lieve Vrouwepoort
en is Jan van Overveld daar niet de
ongekroonde koning?
Zondag liep Jan al in boerenkiel
(en met konen als bellefleuren boven
zijn olijke snorrebaard) te dansen
en te zingen bij Coppenolle waar Nil
les het bal van de ouwetjes leidde
„Gij zijt ons grotste kind!" riep
Nilles „hoe oud bende nou, Jan?"
„Achtennegentig!" riep Jan.
„En hoeveul kinderen hedde gij
nou?"
„Zeven!" kreet Jan „Dèèr zitte
ze!" en hij wees naar de tribune van
de Ouden van Dagen, waar de jonge
van Overvelds zo van achter in
de zestig tot midden in de zeventig
zich juichend verhieven ter ere
van pa
Buiten door de ruiten loeren de
kleine Krabbekes, ook al in boeren
kiel. Overmorgen pas is het hun dag.
Dan is 't kindercarnaval en zijn zij
het, die de Bergse traditie krijgen
overgedragen.
Vanmiddag komt Nilles per extra
treintje aan 't Bergse station aan.
Dan is er de maaltijd van de Boe-
renploeg ten stadhuize, Zondag is
heel Bergen op z'n kop, Maandag
gaan de zotten „dweilen" en Dinsdag
is de optocht.
Daar, waar carnaval de mens niet
in 't bloed zit, schudt men bij dit al
het zorgelijk hoofd Maar léés wat
,,'n Zevereer" in de Bergse carna
valskrant schrijft: „Gebrukt'oe ver
stand mè zukke dage. Alleen di, ge
mot nie late merke dagget gebrukt".
Breda zegt het deftiger.
„De steun en de medewerking der
autoriteitenis een aanmoediging
geweest om op de ingeslagen weg
voort te gaan en de wens om naar
een rustige ontwikkeling van de car
navalsviering in Breda toe te wer
ken is door het bestuur niet misver
staan. In de afgelopen jaren heeft
Breda bewezen vier dagen de zor
gen op zij te kunnen zetten, zonder
dat er wanklanken gehoord zijn."
De Ginnekense dorpspomp die toch
al geen water geeft, gaat traditiege
trouw aan de ketting en Zondag komt
Prins Maskerado IV aan en maakt
hij zijn toer langs de heilige huisjes
van de Baroniestad. Daar staan dan
alweer traditiegetrouw Kiske
en Mieske, het boerenechtpaar, op
een enorme ton voor het stadhuis.
Maandagmiddag trekt de stoet met
alle groteske figuren door de bochti
ge binnenstad. De Kwakbollen, de
Blaospoepers en de Biemeewes ne
men er natuurlijk ook weer aan deel
met een eigen groep.
In de 'stoet zal een schoonheidsmo
len draaien: oud er in en jong er uit
en de zware problemen van deze
tijden als het liftverbod en het plaat
selijk gemengd zwemmen rollen en
tuimelen er in mee.
Maar wat ditmaal hét grote nieuw
tje van Breda zal zijn: de hele bur
gerij mag zich verkleden, maar men
moet ongemaskerd blijven.
„Waarde Onderdanen.
Het is nog altijd niet uitgemaakt of
met Carneval nu eindelijk de mens
eens drie dagen zichzelf kan zijn en
dat hij dus de andere 362 dagen een
ander is, of dat er meer geloof moet
worden gehecht aan het omgekeer
de."
Aldus begint een proclamatie van
Amadeiro XVII aan zijn brave Oetel-
donkers in de stad, omgeven door de
Watervrije Moerassen.
Zondag 12.11 zal de hof trein met
de Heer en Meester van Oeteldonk
aan het Bosse station arriveren en
nu reeds loopt Peer van de Muggen-
heuvel al ijsberend zijn kamer op en
neer om de „Aonspraak" te repete
ren die hij moet houdenwanneer
Prins Amadeiro zijn Troonrede zal
hebben uitgesproken. Dan begint om
2.11 uur het Circus Oeteldonk in het
Casino met 111 medespelenden, waar
onder een messenwerper die „mee
verskrikkelijke koelbloederighèd zun
vlijmscherpe .essen op nog gin haor
afstaand laangs de skone vurmen
van de lieftallige Miss Eleonora
slingert." Om 4.55 de plechtige ont
hulling van het standbeeld van boer
Knillis op de Markt en Maandag om
2.55 trekt de optocht door de Hertog
stad, nadat eerst de reclame-kara
vaan gepasseerd zal zijn. Beide stoe
ten tellen gezamenlijk 47 nummers.
Vier meer dan Breda, maar vraag
ook niet waarom. Zo bestaan de
laatste vier nummers uit: „Effekes
niks", „Pelisie", „Skrikkeluk veul
volk" en „De aachterkaant vaan ut
volk."
Dinsdag is er een laatste Oetel-
donkse circusvoorstelling in de open
lucht en 's. avonds om 11.55 wordt
Knillis op de Markt begraven.
„Boxmeer, 't Laand van de Leut,
door drieft de gein dur de geut",
ziehier het devies onder hetwelk „De
Geitenhok" van Boxmeer het carna
val wijd en zijd in den lande bekend
heid geeft.
De Boxmeerse jongens, stevige
paarden uit Brabant en zelfs van
over de grenzen tussen de benen,
bestwisten elkaar dan het jaarlijkse
Koningschap van de Metworst en dit
jaar kan dat zelfs voor de winnaar
op de Keizerstitel uitlopen en geen
ouwe Boxmeerder kan zich herinne
ren, dat dit ooit eerder is gebeurd.
Na een bewogen avond zal het
Maandag opnieuw hard werken zijn,
want Nico I zal al 's morgens om
10 uur op de feestelijke veemarkt de
carnavalskoe moeten bekronen en
zich in het ditmaal zeer bonte gezel
schap op de feestelijke groentenmarkt
moeten bewegen. Om half 3 's mid
dags begint de grote boerenoptocht
bij de veehallen die eindigen zal voor
het Waaggebouw, waar een boeren
bruiloft zal worden gehouden. De
avond is volbezet met carnavalsbals
en dan valt een diepe stilte, want
Dinsdag voor elf jaren werd een groot
deel van de Keizer Karelstad door
bommen verwoest en daarin past geen
vorst van de jool.
den kleine voorpretjes plaats, die
niet zelden de geneugten van het ech
te Vastenavondfeest tot op zeer dicht
benaderen. Zo opk dit jaar nu in
tal van plaatsen weer Prinsen moes
ten worden gecreëerd, een plechtig
heid die niet overal even geruisloos
pleegt te geschieden.
Maastricht heeft zich op dit komen
de Carnavalsfeest terdege voorgereid.
Niet alleen tijdens de vele „trainings
bals", welke door allerlei verenigin
gen in de weken vóór het feest wor
den gegeven of tijdens het reneteren
van het nieuwe Carnavalslied, dat dit
maal gaat over een zekere tante
Katrien, die haar zuurkool in een
„wasmachien" kookt, maar ook
bij het bespreken van de plannen voor
de grote optocht, die Zondagmiddag
vijftig praalwagens zullen in deze
door de stad zal trekken. Zeker
vijftig praalwagens zullen in deze
feeststoet meerijden. Het parade
paard van de stoet zal ook dit jaar
Maandagmorgen om kwart voor 9
worden die fameuze rennen gehou
den.
Is dit dan het sportieve hoogtepunt
voor de Boxmeerse jongens, daags
tevoren is de hele jeugd al in carna
valsoptocht door de plaats getrokken
en 's middags na de rennen gaat de
grote carnavalsstoet met wagens en
groepen door de hele Vrijheerlijk-
heid!
Vanmiddag om vijf uur meert de
Blauwe Schit aan de Waalkade te Nij
megen. Prins Nico I stapt aan wal
en gaat naar burgemeester Hustinx
om van hem de stadssleutels in ont
vangst te nemen. Dan geeft de Prins
het sein en, Nijmegen staat op
zijn kop.
Maar morgen bereikt het feest het
hoogtepunt, wanneer de carnavals
stoet van bijna twee kilometer met
veertig groepen en volop in de mu
ziek (zeven corpsen) door de stad
zal trékken vanaf de Wedren. Nico I
zal na afloop de moede leden strek
ken in zijn residentie, restaurant
Normandie aan het Keizer Karei-
plein en daar tecipiëren. Het wordt
er bovendien een ontmoeting van
vorsten, want Prins Joop de Deftige
uit de aangrenzende heerlijkheid
Kleef is van plan, met gevolg op be
zoek te komen.
Dinsdag was het in Arnhem al be
gonnen
Ofschoon de gemeentelijke over
heid nog ietwat gereserveerd staat
tegenover initiatieven om die oerech-
te feest van het Zuiden boven de
Moerdijk te halen en zij haar goed
keuring voorlopig slechts wil schen
ken aan Carnavalsfeesten in de be
slotenheid van gebouwen, kon de be
zoekende Sittarders met ruiterij, ka
rossen en landauers, omgeven door
muziekkorpsen Dinsdag toch nog een
grootse rijtoer door het avondlijk Arn
hem worden bereid.
Het Carnavalsfeest in Musis Sa
crum was een groot succes. Zowel
de burgemeester van Arnhem als
de burgemeester van Sittard waren
aanwezig.
Burgemeester Coenders van Sit
tard was zelfs zo opgetogen over dit
Arnhems carnavalsfestijn, dat hij tij
dens het hoogtepunt 'van de avond,
toen hij door de Onganse Raad van
Elf werd onderscheiden met de hal
ve gans in koper-relief, spontaan ach
ter de microfoon plaats nam en al
lerlei lieve dingen over Gelre's hoofd
stad naar voren bracht.
Na dit Carnavalsfeest wordt heden,
„Samaritaanse vrouween
der beelden voor de nieuwe
plannen van de H. Land
stichting.
weer worden gevormd door de prin
senwagen, waaraan verscheidene
jonge kunstenaars met uitbundige
fantasie hebben gewerkt. Maandag
middag wordt een grote kinderop
tocht gehouden met duizenden gecos-
tumeerde kinderen, waarvan er ve
len Dinsdag zullen deelnemen aan de
grote costuumwedstrijd op het Vrijt
hof.
Ook de „Winkbule" van Heerlen
hebben op „Vet-Donnestjieg" j.i.
Donderdag al een voorproefje van
het Vastenavondfeest genomen. Tra
ditiegetrouw trok het narrenschip
„De Blauwe Schuit" vanuit het Duit
se plaatsje Kornelismunster bij Aken
via Vaals, Gulpen, Valkenburg en
Brunssum naar Heerlen, waar de
carnavalsvereniging op die dag voor
een laatste zitting bijeen kwam. Van
avond wordt Prins Eugène de Eer
ste ten stadhuize door de stedemaagd
ontvangen, bij welke gelegenheid hij
de sleutel van de stad in ontvangst
zal mogen nemen. Zondag trekt hier
de grote optocht, terwijl in Heerier-
heide de „Bokkeriejers" Maandag
door de stad zullen trekken.
In Kerkrade beleefde men als in
zet al enkele mooie „Zietsonge" door
de „Kirchroatsjer Vasteloavends ve-
rain." Prins Peter de Tweede zal
Zondag officieel door de burgemees
ter worden ontvangen, terwijl er
's middags een kinderoptocht zal
trekken. De eigenlijke carnavalsop
tocht trekt Maandag 21 Februari en
zal weer route kiezen over de paral
lel aan de grens lopende Nieuwstraat,
zodat ook de bewoners van de Duit
se grensplaats Herzogenrath zullen
kunnen meegenieten. Ook andere ste
den, zoals b.v. Hoensbroek en Bruns
sum blijven met een optocht niet
achter en in Roermond, waar men
op dit punt zeer lang in twijfel heeft
gestaan, werd zowaar de vorige
week nog besloten toch óók maar
iets dergelijks te organiseren
In Venray zal Prins Henk I van
het Peëlhazenrijk op het gemeente
huis worden ontvangen om er de
stadssleutels uit handen van de bur
gemeester over te nemen Maandag
trekt de carnavalsstoet met veer
tig wagens door Venray en Dinsdag
is er een enorme boerenbruiloft waar
bij alle Peelhazen als boer en boerin
verkleed tegenwoordig zullen zijn
Ook Weert laat het niet bij de
vlaatjes alleen Zondag trekt daar
een grote carnavalsoptocht met ruim
veertig wagens en groepen door de
plaats
En zo zal dan Zondag de bom bars
ten!
De macht over alle gekken en gek
kinnen zal komen te berusten bij
Prins Niel d'n Ierste van Roermond,
Prins Berry d'n Ierste van Buchten,
Prins Hub d'n Ierste van Heer, Prins
Frans d'n Ierste van Simpelveld,
Prins Sjef d'n Ierste van Geulle,
Prins Leo d'n Ierste van Brunssum,
Prins Sjer d'n Ierste van Nieuwen-
hage. Prins Jan d'n Ierste van Meers-
sen, Prins Jo d'n Ierste van Houthem
en al die andere Hooglustigheden. die
drie dagen lang de narrenscepter zul
len hanteren
Na de smakelijk verorberde hors
d'oeuvre van voorbereidingen ko
men nog vele carnavaleske gangen
en het is een kenmerk van de Zui
derling dat hij, als goed gastronoom,
tijdens het eten nooit over de reke
ning spreekt. Zelfs niet als deze be
staat uit veertig lange boetedagen
Zondag en Maandag a.s. in alle za
len van National een driedaags fes
tijn gehouden onder titel „Lötertöt."
Heel Arnhem is thans in de ban
van „Lötertöt" en belt men 's avonds
tijdens deze drie dagen 30012 in Arn
hem, dan klinkt op verzoek de Car
navalschlager van Lötertöt langs de
lijn.
Even maken wij nu een uitschieter
naar Oldenzaal, dat voor deze dagen
het rijk is van Prins Tubantius I.
Oldenzaal heeft dit jaar voor het
eerst zijn officieel carnaval met een
echte carnavals-optocht die morgen
zal voorbijtrekken aan hotel Muller
op de Markt, gedurende deze dagen
de residentie van Tubantius
Maar in de verte, diep in het Zui
den, staat het Momus-kanon op los
branden en daarom spoeden wij ons
naar het goede Limburg.
Maar Limburg heeft de hors d'oeu
vre van de rijkgevarieerde carnu-
valsmaaltijd traditiegetrouw al reeds
geconsumeerd. Lang voordat het
feest der dwazen officieel wordt in
geschoten vinden immers in practisch
alle steden en dorpen van het Zui-
In de winterzon is de Karavan
serai zichzelf niet. Deze pseudo-
Oosterse pleisterplaats, tussen de
sparrenbonien en de hei van de
H. Landstichting verborgen, heeft
de genadeloze hitte nodig van een
zonnige zomerdag en felle slag
schaduwen onder de bogengalerijen
rond de binnenplaats om werkelijk
op een uitspanning voor kameel
drijvers te lijken.
Op zo'n zomerdag, jaren ge
leden, stonden we daar midden op
die vierkante binnenplaats in de
zon. Temidden van de tientallen
toeristen pelgrims noemt men ze
daar liever die hij liet luiden der
klokken van de Cenakelkerk hun
rondgang waren begonnen.
Pater Jean Eyckeler, de Mont-
fortaan, wiens stem nog wekelijks
door de luidspreker klinkt, maakte
toen nog deel uit van het kleine
corps Montfortanenpaters die de
bezoekers in het openluchtmuseum
van het H. Land wegwijs maken.
Hij stond daar bruingebrand door
vele rondgangen, geleund op zijn
bergstok, te vertellen. Over de koop
lui van Egypte en Syrië, die, belust
op een pauze voor de karavaan, hun
bepakte kamelen onder het witte
boogpoortje van de Karavanserai
doorjoegen, ze laafden aan de put, en
zich te rusten legden op de stenen
banken onder de gaanderijen. Zie
daar een Oosterse herberg. Geen
lokaal waar borreltjes geserveerd
worden, maar een ommuurde hof met
een put en een drinkbak. Dat vertel
de pater Eyckeler daar allemaal, wij
zend met zijn stok naar de open al
koofjes onder de bogen, waar de zon
in speelde. En toen zei de pater iets
dat ons na twintig jaar nog bijgeble
ven is. Hij sprak over de tekst „Er
was geen plaats in de herberg". De
herberg waarvan hier sprake is, zo
zei hij, moet een plaats zijn geweest
als de Karavanserai, op wier binnen
plaats u zich nu bevindt. Dus niet be
paald een geschikt onder komen voor
een vrouw, die een kind verwacht. Is
het dan niet duidelijk dat men de
tekst anders moet verstaan dan, zoals
gewoonlijk gedaan wordt, als een me
dedeling dat de herberg was volge
boekt Moet de verklaring niet veel
eer luiden dat „de herberg voor hen
(in deze omstandigheden) de plaats
niet was?"
Dit stukje gemoedelijke bijbelver
klaring van pater Eyckeler met zijn
bergstok is sindsdien misschien ge
meengoed geworden. Voor ons was
het toen nieuw. Het gaf opeens een
andere kijk op het gebeuren van de
Kerstnacht.
Het voorstellingsvermogen werd
verrijkt met een onverwacht motief
uit de werkelijkheid, dat bij de tra
ditionele -Kerstkaarten en -stalletjes
nimmer aan de dag was getreden.
Maar er was nog iets anders duidelijk
geworden. Opeens zag je ook de grote
kansen die zo'n H. Landstichting in
zich heeft. Zó het bijbelverhaal te
illustreren dat het voor de mensen
tastbaar en werkelijk wordt, dat kon
een apostolaat zijn van belang.
Het fantastische plan dat wijlen
pastoor Suys deze maand juist veer
tig jaar geleden op het heuvelige bos-
terrein tussen Nijmegen en Groes-
beek ten uitvoer begon te leggen, is
overigens eerst langzaam naar het
illustreren van Jesus leven geëvo
lueerd.
Aanvankelijk wilde pastoor Suys
in dit mooie landschap alleen een
grote basiliek zetten, een enorme
kerk voor iedereen. Toen deze oecu
menische opzet geen weerklank vond,
omdat het, zoals pastoor Suys zei de
mensen ontbrak aan liefde tot God,
gooide de onverbeterlijke idealist het
langs een andere boeg: hij hoopte de
mensen tot deze liefde te brengen
over een andere boeg: hij hoopte de
idee van de realistische bijbelillustra-'
tie was geboren. Piet Gerrits, een
jonge schilder in Amsterdam die met
plannen voor bijbelplaten rondliep,
en die als geen tweede bekend was
met de teksten en met de Palestijnse
werkelijkheid, werd zijn trouwe
helper. En nu, veertig jaar later, zijn
wij langs besneeuwde paden naar het
Oosterse huis op het Stichtingsterrein
gegaan waar deze zelfde Piet Ger
rits, een eind in de zeventig nu. maar
nog vitaal als in de bloei van zijn
jaren, al weer met nieuwe dingen
bezig is.
Ook het openbare leven
Het mag eigenlijk nog niet in de
krant, maar het zal niet lang meer
duren dan krijgt de H. Landstichting,
tot dusver voornamelijk een uitbeel
ding van het verborgen leven van
Jesus en van de Passie, haar vervolg
met een reeks reliefs en beelden uit
Jesus' openbare leven. De wonderen
en parabels zullen er worden geïllus
treerd met dezelfde eenvoud, met
dezelfde directheid waarmee tot dus
ver alles op de H. Landstichting vorm
kreeg. „Kijk eens", zegt Gerrits, „als
je de bijbel wilt illustreren met pla
ten als „Maria Magdalena wast Jesus
de voeten" dan breng je de mensen
niet dichter bij de historische werke
lijkheid. Wil je ze leren hoe het in
Jesus' tijd in het H. Land is geweest,
beeld dan voor hen uit „Gij zult een
dorsende os niet muilbanden".
Madurodam van hel Oosten
In dit voorbeeld ligt de hele grond
slag van de H. Landstichting ver
ankerd. Ga langs de kronkelige dool
hofpaden, die veel meer ruimte sug
gereren dan het terrein in werkelijk
heid omvat naar de grot van Bethle
hem. Gij ziet er geen romantisch
Taf reel vanaf de trappen
van het paleis van Pilatus
op de H. Landstichting.
kersttafereel, maar een graasweide,
ommuurd met dezelfde grove keien
die Spaanse herders op hun vlakten
gebruiken en een smalle spelonk als
een onderaardse gang. In zulke grot
ten schuilen de herders van Bethle
hem. Of ga naar het kleine Nazareth-
straatje, dat als een Madurodam van
het Oosten ergens tussen de sparren
ligt. Men heeft er geen braaf timme
rende Jo?ef gebeeldhouwd maar er is
een Palestijns huis langs een traps
gewijs stijgende slop. In de donkere
slaapkamer staat de korenmaat, waar
het licht niet onder geplaatst moet
worden en een kandelaar en een
geitenzak voor de wijn en een olie
lampje. En er is ook nog een timmer
manswerkplaats, waar het gereed
schap van de Joodse boeren als op
aflevering wacht: een gaffel en een
ossenprikkel sla hem niet tegen
de verzenen een dorsplank, een
wan en een ploeg. Of reed de
kleine Synagoge binnen, waar de
sfeer van het oude Joodse volk u ver
van de Groesbeekse dennenbossen
wegvoert naar het H. Land. Of de
overdekte stadsstraat, kronkelend,
smal, vuil en aan weerszijden de
karakteristieke „souks'" vertonend
waar men zodra de sneeuw weg
zal zijp kooplieden met sieraden,
waterkruiken en kostbare kleden zou
verwachten. Of het paleis van Pila
tus, een kille Romeinse vesting mid
den in de pittoreske rommeligheid
van Oosterse bouwseltjes. Dat is de
H. Landstichting: een illustratie hoe
het geweest kan zijn.
Geen museum voor religieuze kunst,
maar een visuele steun voor het ver
staan van de Schrift. Dat is minstens
evenzeer „voor iedereen als pastoor
Suys aanvankelijk zijn basiliek had
bedoeld. Oecumenischer kan 't haast
niet. Is het niet verbazingwekkend,
dat zulk een apostolaat reeds veertig
jaar geleden kon worden verwezen
lijkt?
MASKEKAUU IV OP ÜE KUVS J
„Agge mar veul leut et!" t