IATERDA
VOD» OOtIG
BBEUOW
tiy ooo
het grabbeltonnetje
bicahpan^
r
Een kwart eeuw Bosbranclweer
FRANSE INSPIRATIE
m m m„m
i
Gaan de Kartuizers de Grande
Chartreuse wéér verlaten?
„QlimM op de weg"
Brid gerubriek
I lil U
im mm
Een lastige maag
m m
W
iü Wê
n
Aardrijkskunde-
puzzle
Met z'n twaalven
Tuin-puzzle
Omschrijving
Tien punten
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1955
m
Mevr. N. van Waning:
PAGINA 6
m
VOORTREFFELIJ K APPARAAT
IN MIDDEN-NEDERLAND
BJWB
n
i#s m m m
o n'
O 0 n
o a a
nrWWWA
t* mm mw
<4 f
l*:iW
L.
WTM®
x
WM
MB W WÊ,
WM: m
Hl ppj
In Nederland geen
Kartuizer klooster
La Grande Chartreuse
Levend geweten der wereld
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
CORRESPONDENTIE-ADRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
Oplossing
IÉ
-EVR. N. van Waning, in de
I wereld van de „public re
lations" een bijzonder aan
trekkelijke verschijning, heeft in
ons land de „glimlach op de weg"
geïntroduceerd, een „glimlach" in
de vorm van eenvossestaart.
Op onze verkeerswegen ziet men
reeds een aantal automobilisten,
die een dergelijk wuivend symbool
aan hun antenne of vlaggestan-
daard meevoeren en lid geworden
zijn van de door mevr. Van Wa
ning opgerichte „Vossenclub Ne
derland". Dit zijn dan ware „heren
in het verkeer" geworden; zij heb
ben de morele verplichting op zich
genomen een sportief en correct
automobilist te zijn en altijd be
reid te zijn een mede-vossestaar-
ter met raad en daad ter zijde te
staan.
Wij waren erg nieuwsgierig hoe
mevr. Van Waning op dit bijzon
der leuke en ook sympathieke
idee gekomen is daarom hebben
wij haar opgezocht in haar flat
woning in een gerestaureerd pand
aan de Nieuwe Herengracht 13 in
Amsterdam. Mevr. Van Waning
vertelde ons, dat zij dol is op
automobielen en zelf ook een
hartstochtelijk rijdster is. Een
vriend schreef haar eens uit Scan
dinavië dat hij een leuk presen
tje „lang en mooi van haar"
zou meebrengen en toen hij haar
het geschenk „tot mijn grote
verbazing bleek het een vosse
staart te zijn" overhandigde, ont
hulde hij, dat zeer veel Scandina
vische autorijders zo'n pluim in
top hebben ten teken dat zij lid
zijn van de broederschap van spor
tieve automobilisten, en zich zul
len gedragen als „ridders van de
weg". Mevr. Van Waning vond het
een aardige grapje en bevestigde
de vossestaart ook aan de antenne
van haar auto. De mensen waar
deerden het, maar begrepen niets
van de symbolische betekenis.
„Maar daarvan was ook ik eigen
lijk nog niet goed doordrongen,
totdat een moeder er haar kind
op wees en het vertelde, dat de
bezitter van deze auto nu een ech
te „heer" in het verkeer was".
Dat is het, dacht mevr. Van Wa
ning, en samen met haar vriend
richtte ze de „Vossenclub" op.
Ongeveer vijftig leden zijn nu al
ingeschreven. Zij hebben van
je van handelingen, die je als niet-
vossestaarter wel zou doen, zo
als nog gauw ergens doorglippen.
De Vossestaart moet de „glimlach
van de weg" worden; misschien
dat de bezitters er van op die ma
nier iets kunnen doen aan de vei
ligheid van het wegverkeer".
Mevr. Van Waning haar mo
dern geïnstalleerde woonkamer
getuigt van haar smaak voor
echte kunst en van haar man's
schilderhobby, waarin de zee-of
ficier zich uitleeft als hij thuis is
heeft goede hoop, dat de idee
veld zal winnen. Van alle wind
streken krijgt zij aanvragen waar
in automobilisten verzoeken of
zij ook in de „orde van de pluim-
ridder" verheven kunnen worden.
Het lijkt ons. dat tie vossenkolo-
nie in ons land met afgrijzen de
ze ontwikkeling gadeslaat....
Vrijwilligers van de Utrechtse bos-.
brandweer in actie tijdens de grote
bos- cn heidebrand te Leersum in
Mei 1954.
Twee nauw verwante, in alle geval se
dert jaren nauw samenwerkende organi
saties op cultuur-technisch gebied, wier
bemoeiingen zich uitstrekken over bet
aangesloten bos. en heidegebied in de
Oostelijke helft van de provincie Utrecht
cn de gehele Veluwe, zullen dezer dagen
hun zilveren bcslaansjubilé herdenken.
Het Zijn de Utrechtse Cos-brandweer en
de Stichting Het Veluws Bosbrandwcer
comité, die op 6 Maart a.s. zich met zil
ver zullen tooien.
De impuls tot ongeveer gelijktijdige op-
mevr. Van Waning een vossestaart
kunnen kopen cn voeren die trots
met hun reizen mee.
Natuurlijk zijn er mensen, die
het nog een beetje gek vinden en
het symbool nog niet naar buiten
durven tonen, maar daar komt
wel verandering in. meent de
initiatiefneemster. „Als we maar
eerst een stoottroep hebben, die
de idee verder uitdraagt". Bin
nenkort zullen de leden van de
Vossenclub de „tien geboden"
krijgen, waaraan ze zich moeten
houden om waardige represen
tanten te zijn. Op onze vraag of
de pluim nu ook iets uithaalt,
kregen we een overtuigend ant
woord: „Je durft niet anders dan
behoorlijk te rijden, het weerhoudt
In 1933 won het Franse bridgeteam het
Europese kampioenschap te Helsinki in
een zwaar bestreden tournooi tussen 13
landen. In 1954 moesten de Fransen met
de tweede plaats genoegen nemen achter
Engeland, hoewel deze prestatie op zich
zelf reeds zéér de moeite waard is.
In Frankrijk beschikt men op 't ogen
blik over een kring van tenminste twin
tig voortreffelijke jongere spelers, wel
ke stuk voor stuk in staat zijn hun land
te vertegenwoordigen in de internatio
nale wedstrijden.
Eén dezer spelers is de 22-jarige Pa-
rijzenaar Svarc, een bescheiden jonge
man, welke tot uitzonderlijke bridge-
prestaties in staat blijkt te zijn. Gedu
rende het in 1954 gehouden individuele
tournooi te Monte Carlo, waaraan 26
der grootsten der bridgewereld mee
deden, stond Svarc lange tijd bovenaan
en werd eerst op het laatst door de
meer geroutineerde cracks van de ere
plaats verdrongen.
Wij zullen u een spel laten zien, waar
uit de prestaties van deze Fransman blij
ken.
6 5
<0 7 2
O B 8 3
A H B 9 6 3
A 7 3
V? A H V B 5 4
A H 4
2
I-Iet biedverloop was:
Oost Zuid West
3 4 pas
pas 6 pas
pas
Noord
6 «f»
pas
Het bieden is „expert-routine"; met
4 A suggereert Zuid aan Noord een mo
gelijk slambod, welke uitnodiging Noord
accepteert. Zuid geeft natuurlijk voorkeur
aan zijn eigen kleur.
West kwam uit met 4» 2, Oost de 4» 8
en Zuid nam met het Aas Zuid speelde
nu troef na en bij de derde troeftrek be
kende West niet meer, die een kleine
O weggooide.
In de vijfde slag speelde Zuid O Aas,
waarop Oost niet bekende.
Hoe zoudt ge nu verder gespeeld heo-
ben, lezer
Als ge er even over hebt nagedacht;
zult ge ontdekt hebben dat Oost van
huis uit vermoedelijk begonnen was m -t
7 Schoppens, 3 Hartens, geen Ruitens,
dus drie Klavers.
Ge denkt wellicht, dat ge alle troeven
moet spelen, zodat ge op het einde twee
1 en 1 overhoudt; Oost moet
in die figuur 4 kaarten vasthouden do;b
hij bewaart 2 4» en 2 4> U weet nu
niet, of u in moet snijden of slaan
en ge hebt dus 50 pet kans het mis te
raden.
Svarc vond een even elegante als af
doende oplossing. Nadat Ruitenaas ge
speeld was, vervolgde hij met 2, nam
in Noord Aas. speelde toén «f» Heer
na waarop hij Ruitenheer in de hand
weggooide trok een derde maal
en troefde af. De Klaveren waren nu bij
OW gevallen. Zuid speelde vervolgens
O 4 na. West kon Ruitenvrouw maken,
doch had niets anders meer over dan -O
en moest die kleur dus natrekken. Zo
doende kwam Noord met Ruitenboer aan
slag en daar lagen alleen nog maar
vrije
Wij geloven, dat dit staaltje van com
binatievermogen één der fraaiste com
posities is, welke Wij ooit uit de practijk
vernomen hebben.
MIMTR.
richting werd gegeven door een aantal
grote bos- en heidebranden in 1929, w.o.
die te Kootwijk als een ramp in de ge
schiedenis van het Nederlandse boswezen
bekend staat. Branden, die hun oorzaas
vonden in de strenge winter van 1928/29,
gevolgd door een droog voorjaar en een
droge zomer, die ettelijke honderden hec
taren bos. en heidegronden in ons land
en niet het minst in Utrecht en Gel
derland aan het verslindende vuur ten
offer deden vallen.
In het Sticht was het de Utrechtse Pro
vinciale Brandweerbond, die op 1 Maart
1930 een zelfstandig orgaan voor de be
teugeling van bos- en heidebranden io
het leven riep, waarin behalve vertegen
woordigers van de Utrechtse Prov.
Brandweerbond en van de plaatselijke
brandweerbonden, mede zitting hadden
vertegenwoordigers van de aangesloten
gemeentebesturen, ten minste zeven ver
tegenwoordigers uit de bos- en heide-
bezitters en de garnizoenscommandanten
van het regiment genietroepen en van
de luchtvaartafdeling te Soesterberg.
Het is niet doenlijk in een zeer kort
bestek als dit een overzicht te geven van
de ontwikkeling van het bostorandwezen
in beide gewesten van Midden-Neder
land. Het zij voldoende te vermelden, dat
beide organisaties zich op voortreffelijke
wijze in de afgelopen kwarteeuw met
haar doeltreffende en up to date uitrus
ting van hun natuurbeschermende taak
hebben gekweten en aperte rampen heb
ben weten te voorkomen.
Het is ook nodig en nuttig erop te wij
zen, dat dit werk niet alleen de steun en
medewerking verdien; van de eigenaren
van bos- en heidepercelen, maar van al
len, wie de schoonheid van de natuur ter
harte gaat en die de betekenis van het
behoud der schaarse recreatie-oorden n
een bijna overbevolkt land begrijpen.
Helaas zijn er nog te velen, vooral
bezoekers uit de grote,steden, die hier
voor geen voldoende besef tonen. Het
is immers een feit, dat rond 31 pet
van de bos- cn heidebranden, waar
van de oorzaak bekend is, moet wor
den toegeschreven aan onvoorzichtig
heid, zoaïs het achteloos wegwcrpe^i
van brandende lucifers of sigaren- of
sigaretteneindjes en het spelen met
vuur door kinderen, soms ook door
groten. Terwijl tenslotte mag worden
aangenomen, dat van de branden,
waarvan de oorzaak onbekend blijit
(ca 48 pet) veilig nog weer eens twin
tig pet aan onvoorzichtigheid of roe
keloosheid van toeristen of vacantie-
gangers moet worden toegeschreven.
Als deze cijfers het Nederlandse pu
bliek iets te denken geven, zouden de
Utrechtse en de Veluwse Bosforandweren
dit een welkome feestgave op hun zil
veren jubilé achten.
49 au sasïiir wm wss aipia
No. 2046. 26 Februari 1955
Redacteur G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
IN MEMORIAM IR W. VRIJLANDT
Tijdens de bezettingstijd, op 7 Juni
1943, is op de leeftijd van 53 jaar over-
léden ir Willem Vrijlandt, een der groot
meesters van de problematiek. Door de
toen heersende droevige tijdsomstandig
heden, gepaard gaande met een groot
gebrek aan publicatie-mogelijkheid, is aan
dit verscheiden geen aandacht gewijd. In
latere jaren evenmin omdat weinigen hem
goed kenden.
Deze necrologie is te danken aan de
gelukkige omstandigheid, dat zijn neef,
Dr J. A. Picard, die zijn dam-nalaten-
schap heeft geërfd, weer met mij in con
tact is gekomen. Wij hadden elkaar m
geen jaren ontmoet. Bij deze gelegenheid
stelde hij mij die nalatenschap van zijn
oom ter hand. Dr Picard overweegt van
de daarin voorkomende composities een
bundeltje te laten verschijnen. Aangezien
de publicatie daarvan nog wel enige tijd
op zich zal laten wachten gaf hij mij
toestemming om reeds nu die construc
ties te publiceren, welke hier in Neder
land vrijwel onbekend zijn. Vrijlandt's
werk is namelijk voor een belangrijk deel
in buitenlandse bladen verschenen. Ik ben
overtuigd, dat de lezers van deze rubriek
Dr Picard hiervoor even dankbaar zul
len zijn als ik.
Vrijlandt was immers een der grote
voorgangers in de wereld der probleem
kunst. Hij was een zeer goed vriend van
mij en in de jaren 1920—1940 heb ik veel
cn nauw met hem samengewerkt om het
peil der problematiek te verhogen. Wij
en hiermede bedoel ik de toonaange
vende persoonlijkheden van die jaren ais:
Gortmans, dr M. J. Belinfante, de ver
maarde blinde componist Joh. de Bree,
G Mantel. S. E. v. d. Meer, Vrijlandt
enz. streefden reeds toen naar verbe
tering van de constructie-methoden naar
rein-economische bewerkingen en wat dies
meer zij.
Vrijlandt, die een grote en practische
toneelkennis bezat, daarnaast geschoold
was in wiskundig-wijsgerig denken, wist
in zijn lezingen, die hij over de proble
matiek hield, op heldere en voor ieder
bevattelijke wijze duidelijk te maken aan
welke „wetten en normen" probleem
composities dienden te gehoorzamen om
constructief zowel als aesthetisch aan
vaardbaar te zijn. Hij vestigde o. m.
de aandacht op de overeenkomst tussen
problematiek en toneelkunst.
Zijn betoogtrant was even logisch als
eenvoudig. Een voorbeeld daarvan vindt
men o. a. in de drie artikelen, welke hij
in het jaar 1929 publiceerde in „Het Dam
spel", het officieel orgaan van de Kon.
Ned. Dambond.
In zijn eigen composities wist hij het
ideaal van de echte probleemkunstenaar
te verwezenlijken. Hij kon dit doen om
dat hij over een groot scheppingsvermo
gen beschikte, dat samenging met een
rijpe ervaring in het practisch spel. Hij
was o.a. kampioen van Dordrecht.
Zijn werk was mij grotendeels bekend,
maar ik had niets in mijn archief van het
geen hij in de buitenlandse bladen heeft
gepubliceerd. Ik kon dit ook onmogelijk
meer uit mijn herinnering ophalen. Ge
lukkig bleek hijzelf wel alles in notitie
boekjes en plakboeken te hebben bewaard.
En dank zij Dr Picard kan de damwe-
reld nu alsnog kennis nemen van veel
unieke standen, die anders onherroepe
lijk verloren zouden zijn gegaan.
Deze composities stellen ons in staat
ir Vrijlandt en zijn werk in de herinne
ring van de dammers te houden. Vele
problemisten zullen er steeds opnieuw vee!
leerzaams en veel van de schoonheid van
het damspel in kunnen terugvinden.
Hieronder volgen thans ter oplossing
een zestal niet zeer moeilijke maar wel
bijzondere instructieve vraagstukken van
v/ijlen Ir W. Vrijlandt ter oplossing voer
onze ladderwedstrijd. Zij zullen een goed
beeld geven van hetgeen de damwereld
in deze grootmeester der problematiek
heelt verloren.
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St Bernardus, Sassenheim).
(Zaterdag 26 Februari 1955)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
Onder de drie opgaven van deze rubriek
bevinden zich twee eerste publicaties van
medewerkers, die bij onze lezers goed be-
No. 3063
No. 3064
S
kend zijn. De driezet is er een uit de Bo
heemse school. No. 7243 heeft een uiteen
lopend variantenspel. Onder no 7244 bren
gen we een eerste prijs.
No 7244. L. Scotti. ie prüs l'Echiquier.
1953. Mat in twee zetten.
Wit Ka3, Dbl, Td2—f4, Re8—h8, Pa4_
c8; a3.
Zwart: Kc4, Dh7, Te6h5, Re4gi p€3
g7; a7, b3, <36.
Oplossingen over drie weken. Tijdige in
zending stellen we zeer op prijs, kom
daarom niet op het nippertje.
No. 7212. P. OVERKAMP. Rotterdam
Eerste plaatsing. Mat in drie zetten
Stand: Zw. 7, 9, 13,
15, 19, 26, 28, 36. Wit
24, 25, 27, 29, 34, 38,
47, 50. Wit speelt en
wint. (Origineel
slotmotief).
No. 3065
Dwangprobleem
Stand:' Zw. 610,
14, 15, 17, 21, 37. Wit
24, 25, 26, 28, 29, 32,
34, 41, 43, 44. Wit
speelt en wint.
(Orig. slotmotief).
No. 3066
Eindspel
Cf D
No. 3061
Minatuur
No. 3062
Notedop
0 o j
o r a mj
0 'O. O
9 SI 9 0 SI. 1
Stand: Zw. 1, 710,
16, 30. Wit 22, 24,
26, 29, 33, 35, 39.
Wit speelt en wint.
Stand: Zw. 2, 3, 5,
36, 39, 43. Wit 11, 13,
15, 24, 46, D. 35.
Wit speelt en wint.
W
0 'w
V//,
0
'Wi
Stand: Zw. 6, 11, 12, Stand: Zw. 1 schijf
16, 19, 22—25, 28.
Wit 26, 32, 34, 37, 38, op 19 en 1 dam op
43, 44, 47, 43, 50. 24. Wit 3 dammen
Wit speelt en for
ceert de winst van op 1
een schijf of van de forceert de winst,
partij.
De oplossingen van deze vraagstukken
worden gaarne tegemoet gezien tot 9
Maart a-.s. aan het adres van de redacteur
van deze rubriek: G. J. A. van Dam,
Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Zuid.
Zoals in de vorige rubriek reeds is
medegedeeld, wordt gezocht naar 'n oplos
sing om de afdrukken van de kleine
diagrammen te verbeteren. Mocht hier of
daar een onduidelijke druk voorkomen,
dan kan men de stelling in ieder geval
verifiëren aan de onder elk diagram ver
melde stand der stukken in cijfers.
mm
No. 7243. JAC. HARING,
Eerste plaatsing. Mat in twee zetten.
Een persbericht meldde dezer dagen, dat de Kartuizers overwegen
hun klooster „La Chartreuse" te verlaten.
Op de 10 kruisjes komt, van boven
naar beneden, de naam ener gemeen
te, zich uitstrekkend tussen Heeren
veen en de Groninger grens. Van 110
houdt met de aardrijkskunde van Ne
derland verband.
Wij schrijven: „wéér verlaten". In
derdaad, want in 1903 verlieten zij het
eveneens. Omstreekt 1900 vaardigde
de anti-katholieke. Franse regering
een wet uit, die het op 't voortbestaan
der Kerk in Frankrijk had gemunt.
De afvallige Emile Combes verklaar
de zonder blikken of blozen de Kerk
te zullen vervolgen tot Haar volkomen
vernietiging, een plan, dat brutaal
en genadeloos werd doorgezet.
Als altijd moesten ,,de voorste le
gioenen" het 't eerst ontgelden: tien
duizenden kloosterlingen werden, gelijk
dat heet. „gelaïceerd". Geldelijke
steun en subsidies hielden op. Kerke
lijke goederen gingen in staatshanden
over. Nu zou de oudste dochter der
Kerk, Frankrijk, wel spoedig de laat
ste adem uitblazen!
Maar de heren vervolgers hadden de
bovennatuurlijke levenskracht van de
Kerk over het hoofd gezien. Zij her
stelde zich in volledige vrijheid: Haar
Bisschoppen werden voortaan zonder
inmenging van de Staat benoemd.
De Kartuizers, in 1903 voor de twee
de maal verdreven (de eerste maal
onder de Franse Revolutie) konden
weer terugkeren in 1940.
In Nederland treft men tegenwoor
dig géén Kartuizerklooster meer aan.
Niet alsof er geen Nederlandse Kar
tuizers zouden bestaan! Maar zij ver
toeven buitenslands (bij Pisa) tot, te
zijner tijd, hier te lande een kloos
ter kan worden gebouwd - waartoe in
beginsel reeds werd besloten.
De grootste, Nederlandse Kartuizer
was ohgetwijfeld Dionysius 1471)
Monnik in het klooster Bethlehem te
Roermond. Hij verkreeg om de tal
rijke gezichten, waardoor hij begena
digd werd de ere-naam: „doctor ex-
taticus"! (Extase: visioen, gezicht).
Hij was dc laatste der grote Middel
eeuwse Godgeleerden.
Wij vermoeden evenwel, dat het
klooster Bethlehem ons Nederlanders,
niet het meest bekend is. Zonder twij
fel is men beter op de hoogte met
dat andere klooster „een overoud en
vorstelijk gesticht, verzorght in vrêe
en krijgh met zegelen en brieven" -
zoals Vondel zegt, wij bedoelen het
Sint-Andries-klooster, en zijn „vader":
Willebrord. die een rol' speelt in het
drama: „Gijsbreght van Aemstel!".
Hoe dan ook - de Nederlanden tel
den vroeger jaren niet minder Öan
twintig Karthuizer kloosters, elf in
..België" en negen in „Holland". Het
klooster te Roermond overleefde zelfs
de godsdienstige troebelen.
Tegen het einde der 18e eeuw ver
dwenen de Kartuizers uit deze ge
westen. Vondels vermaning: „Het
klooster is Gods erf, en Jezus' eigen
goed. Wie kloosters raeckt, die raeckt
den appel van Gods ogen" was,
blijkbaar volkomen in het vergeet
boek geraakt.
Pieter v.d. Meer de Walcheren beeft
over het leven der monniken een in
drukwekkend boek geschreven: „Het
Witte Paradijs". Het gaat over een
klooster in Zwitserland. In Spanje za
gen wij, voor het eerst van ons leven,
een „Cartuja" bij Burgos (Mirallores).
Later bezochten wij, bij Grenoble, het
geweldige bouwwerk: „La Grande
Chartreuse".
Het eerste Moederhuis! Gesticht
door de H. Bruno van Keuien in het
woeste en ontoegankelijke bergland
dertig km. Noordelijk van Grenoble,
op een hoogte van bijna duizend me
ter (1084). Voorportaal der Eeuwig
heid! Gods' eigen retraitehuis in een
luidruchtige wereld.
Zes jaar heeft Bruno van Keulen,
uit het edele geslacht der familie
Hardevust, in deze streek vertoefd.
Bij de eerste zes leden - vier priesters
en twee leken - voegden zich al spoe
dig vele anderen. In het midden der
XlVe eeuw stond deze H. Orde op
haar hoogtepunt. Zij telde toen^ hon
derd zeventig kloosters met omstreeks
drie duizend kloosterlingen, die de
oude geest uitnemend wisten te be-
waren
De 'h. Regel heeft die van de H.
Benedictus tot grondslag maar is
belangrijk strenger. Kartuizers zijn
grotendeels kluizenaars, die een kluis
bewonen, een „hutje" waar de mon
nik het grootste deel van de dag in
gebed, studie en arbeid doorbrengt.
De kluizen rijen zich aaneen rond een
centraal gebouw; langs een kruis
gang bereiken de monniken de kerk.
Zij zijn in een witte soutane gekleed,
dragen een wit lederen gordel, een
wit scapulier en een witte kap. t
„De regel" - schrijft Zijne Eminen
tie de Kardinaal - „eist strenge boe
tedoeningen, en altijddurend stilzwij
gen". Eenmaal in de week maken de
kloosterlingen gezamenlijk een wande
ling. Het is het eenzame leven m de
kluis, dat tot de zwaarste beproevin
gen gerekend wordt. Alleen zeer ster
ke naturen kunnen zich daar handha
ven. De eisen van toelating zijn be
grijpelijkerwijze dan ook streng, heel
streng.
Wij hopen voor het zwaarbeproefde
Frankrijk, dat de Kartuizers in de
Chartreuse zullen blijven. Is ieder
klooster reeds een gewijde plaats,
waar Hemel en aarde elkaar ontmoe
ten, bron van bovennatuurlijk Licht
het Kartuizerklooster met zijn
strengste zeden en gebruiken in hoge
mate. Het getuigt als levend geweten
der wereld van waarden, die geen
enkele maatschappij op den duur ont
beren kan.
1. In deze rubriek van vandaag komt
de uitdrukking „blinde vlek" voor. We
léren onze aardrijkskunde vaak van
een blinde kaart. Maar hebt u wel
eens blinde hutspot gegeten?
2. Wij hebben nu de Zondagen: Quin
quagesima, Sexagesima, en Septuage
sima herdacht. Moet het eigenlijk met
„Septuaginta" wezen?
3. Men besteedt tegenwoordig vee]
aandacht aan vitamines in het voed
sel; wij denken aan vitamine A in
roomboter e.a. Welke vitamines ko
men in de „energiebronnen" reuze] en
spek voor?
4. Maïzena. Uit welke „grondstof be
reid?
5. Waarom ziet nien in de tropen 'oij
voorkeur kleding van lichte kleuien
dragen?
6. Koude voeten. Hoe komt 't, dat de
temperatuur bij de vloer zo dikwijls te
laag is?
7. Bij de aardrijkskunde hoorde u iets
over de „Hondsrug" in Drenthe. Hoe
hoog schat u het hoogste punt van
die fameuze rug? Waar ligt 't?
8. Ook hoorde u iets over de ,Mid-
dachter allee" langs de Rijksstraat
weg van De Steeg naar Ellecom. Hoe
hoog schat u die bomen? Hoe oud?
9. Welke provincie is. naar sterkte der
bevolking, de tweede provincie van
ons land? Welke de volkrijkste?
10. Welke vlinder draagt het waar-
schuwingsmerk der apothekers op zijn
rug? Is die vlinder, ol zijn rups, dan
zo gevaarlijk?
11. Nu we het toch over vlinders heb
ben: welke vlinder is de enige onder
zijn verwanten, die een geluid kan
maken?
12. Hoe noemt men een afkeurenswaar
dige razzia tegen de Joden, gepaard
gaande met schandelijke onbetamelijk
heden?
(Oplossing de volgende keer)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Oplossing
Oostenwind.
1. De letter O duidt het element:
„oxygenium" aan, zuurstof, onafschei
delijk aan het leven der planten ver
bonden. 2. Het mos bedekt vaak oude
boomstammen. 3. Besje. 4. Erwties
bevatten veel eiwit en zetmeel voor
de jonge plantjes. 5. Worteltje. 5. het
kroonblad van een boterbloem is glan
zend geel gekleurd. 7. In het polder
landschap ontbreken zelden de knot
wilgen, ook wel: kopwilgen genaamd.
8. De vlierstruik, ol vlierboom, groeit
snel, heeft zacht merg, witte bloamen
en zwarte bessen. 9. Oudtijds was de
eng, enk, of es de verdeelde grond
romdom een dorp of gehucht in Dren
the en elders. 10. Als Romeins cijfer
duidt D het getal 500 aan.
1. Duidt de kompasstreek aan, 'a elke
90 graden rechts van het Noorden ver
wijderd is.
2. Gemeente in Gelderland, in 't mid
den van de weg Apeldoorn—Hattem.
3. Stadje gelegen aan de Drentse
Hoofdvaart.
4. Stad gelegen ten N.O. van Euro
pa's grootste mijn: de Maurits.
5. De grote havenstad van de daor-
voer. of transito-handel.
6. Landstreek genoemd naar Sabina
van Beieren, gehuwd met de bekende
Graaf Egmond.
7. Eiland door Jan Willem Friso ge
kocht en bij Friesland gevoegd.
8. In deze Utrechtse gemeente staat
een Naald, herinnerend aan de slag
bij Waterloo.
9. Verdeelde grond rondom een dorp
of gehucht in Drenthe, enz.
10. Duidt dikwijls op: Drenthe.
(Oplossing volgende keer)
1. Velen schrijven 74 psalmen aan Da-
vid toe, 10 aan de zonen van Koraeh,
1 aan Moses en 2 aan Salomon e.a.
2. Het Vaticaan werd na de terugkeer
der Pausen uit de Babylonische bal
lingschap (Avignon) hun vaste resi
dentie (pl.m. 1380). Sinds Constantijn
woonden de Pausen in het Paleis van
Lateranen, toen: Patriarchium gehe
ten.
3. Naar oppervlakte is Utrecht onze
kleinste provincie. Naar haar inwoner
tal komt Utrecht op de zevende plaats.
4. De laagst-denkbare temperatuur
wordt het absolute nulpunt genoemd.
Al kan men het zeer dicht benaderen,
het blijft: onbereikbaar.
5. Het Wilhelminakanaal, inderdaad,
maar ook:de Wilhelmina-top, onge
veer 4800 m., in de centrale bergketen
van hét Nassaugebergte (N. Guinea).
6. Er zijn in alle landen meer man
nelijke doofstommen dan vrouwelijke
Wanneer een kind bij zijn geboorte
doof is, of wanneer het doof wordt
voordat het heeft leren spreken, blijft
het stom; het kan de spraakklanken
niet voldoende nabootsen.
7. De „blinde vlek" van het oog ig
de plaats waar de gezichtszenuw in
het oog treedt, ongevoelig voor het
zien. De gele vlek in het oog is daar
entegen het gevoeligste gedeelte van
het netvlies.
k Eenmastvaartuigen zijn o.a. tjalk,
boeier, kotter, botter, sloep, e.a.
9. Het sterfhuis van een overledene
wordt geacht daar te zijn. alwaar de
overledene zijn woonplaats heeft ge
had en is dus niet altijd het huis
waar hij stierf.
10. De stormenrijkste gebieden op zee
heten de „roaring forties". Ze liggen
tussen 40 graden en 65 graden.
Bericht aan alle dames cn heren
en anderen: Zo juist aangekomen uit
I rankrfjk en te bezichtingen in „De
Maaier" een reus, geboren in Saksen,
bijna acht voet (2,5 m.) lang. De reus
kan bekeken worden van tien uur
's morgens tot acht uur 's avonds
want hij verblijft slechts korte tijd
in Londen, daar hij naar Nederland
vertrekt.
Aldus luidde een strooibiljet, dat
omstreeks 1730 veel Londenaars ont
vingen. Het ging over zekere Maximi-
liaan Miller, een Leipziger van ge
boorte, die zelfs door het Franse' Hef
werd „bezichtigd"! Door de koning
nog wel!
Half Londen vereerde hem :net 'n
bezoek. Zijn hand was „12 inches"
lang (3 dm) en zijn langste vinger
„ruim 2 dm."
Miller kleedde zich op z'n Hongaars.
De rechterhand omvatte een gouden
staf en de linker rustte op het gevest
van een kolossaal kromzwaard. Met
koninklijke waardigheid en vorstelijke
staatsie schreed de reus over het to
neel. Hij is op zestigjarige leeftijd te
Londen overleden.
Nu waren de Londenaars op dit ge
bied wel het een en ander gewoon
Enige jaren tevoren vergaapten zé
zich aan een Ierse reus, Edmund Ma-
loon, die nog enkele koppen groter
was dan MUler erf de drie meter ruim
haalde. Zijn uitgëbreide armen omva
demden een staaf van ruim 2.5 m.
en onder een van die arrhen speelde
de Engelse koning in eigen persoon;
kruip door sluip door!
Koning-Stadhouder Willem III ont
ving in November 1699 in zijn pa'.eis
te Londen de reus Willem Joyce. Bui
tengewoon lang, maar tevens buiten
gewoon sterk.
Hij bond een koord om zijn middel.
Aan het andere eind van het koord
zat een „boom" met twee armen,
waar een paard in gespannen werd
en geen veulentje. Maar hoe het dier
ook trok, het kreeg Joyce niet van
zijn plaats, zelfs niet toen de koning
het 'n tikje met de zweep gaf. Aan
't eind van de voorstelling, trok de
heer Joyce een flink uit de kluiten
gewassen boom met wortels en al uit
de grond.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7233. A. P. Eerkes. Opl. 1. a5—a6
dreigt 2. Pa5t enz.
1.'Dg7 2. Pc5f, Kd4 3. Pe6tt. 1
Pd5 2. Pd2t, Kd4: 3. Pf3tt. Hier wordt 1.
Df6 weerlegd door 1Td8:
No. 7234. J. Breuer. Opl. 1. Dh5 dreigt
2. Rf3 en 3. Dg4tf. 1Re2 2. De2: enz.
1Rc8 2. De2, Rb7 3. Rb7: en 4.
Rg2ft.
1Rd3 2. Rhl!, Re4 3. Re4: enz. 2.
Rf5, 3. Df3 enz.
Dit vierzetje bleek lastiger te zijn dan
we veronderstellen. Enkele lezers hebben
gepoogd het op te lossen, doch slechts feen
is hierin geslaagd. Op 1. Del of 1 Df3
volgt 1Rc4, om met 2d5 wits
plannen te dwarsbomen en na 1. Db3 is
het antwoord l.ê Re2! zeer hinder
lijk voor wit.
No. 7235. P. Overkamp. Opl. 1. Reö—d6
dreigt 2. Pg2—f4ft. Speelt wit onmidddel-
lijk 1. fe8: (P) dan c5—c4!
Deze drie problemen werden goed opge
lost door J. Dickhaut, Nijmegen
No. 7233 en no. 7235 door C. A. v. Arn
hem, R'dam; P. M. Bakker, R'dam; F
Pyls, Maasbracht; C. v. d. Weide, R'dam
Ir A. Bergstein, Geleen; Paul Raschdori
Hannover.
No. 7235 door J. K. Blom. Rotterdam:
mr dr R. Bromberg, Roermond; W. H.
Haring, Schipluiden.
Wij kunnen u mededelen dat het 4e deel
van de boekenserie „Het Middenspel"
door M. Euwe en H. Kramer bij G. B. v.
Goor en zonen te Den Haag is versche
nen. Dit deel behandelt de strijd om de
open lijnen. De prijs bedraagt 1.75.
Advertentie.
Dat is gauw bekeken met-rXrok
Rune bezit thans een metro! Het eerste
traject werd een dezer dagen door pre
sident Einaudi plechtig ingewijd. Onze
foto toont het beginpunt van de onder
grondse onder het centraal station van
Termini.
1 W W&