IATERDA VOD» OOtIG BBEUOW tiy ooo het grabbeltonnetje bicahpan^ r Een kwart eeuw Bosbranclweer FRANSE INSPIRATIE m m m„m i Gaan de Kartuizers de Grande Chartreuse wéér verlaten? „QlimM op de weg" Brid gerubriek I lil U im mm Een lastige maag m m W iü Wê n Aardrijkskunde- puzzle Met z'n twaalven Tuin-puzzle Omschrijving Tien punten ZATERDAG 26 FEBRUARI 1955 m Mevr. N. van Waning: PAGINA 6 m VOORTREFFELIJ K APPARAAT IN MIDDEN-NEDERLAND BJWB n i#s m m m o n' O 0 n o a a nrWWWA t* mm mw <4 f l*:iW L. WTM® x WM MB W WÊ, WM: m Hl ppj In Nederland geen Kartuizer klooster La Grande Chartreuse Levend geweten der wereld X X X X X X X X X X CORRESPONDENTIE-ADRES POSTBUS 8, HILVERSUM Oplossing IÉ -EVR. N. van Waning, in de I wereld van de „public re lations" een bijzonder aan trekkelijke verschijning, heeft in ons land de „glimlach op de weg" geïntroduceerd, een „glimlach" in de vorm van eenvossestaart. Op onze verkeerswegen ziet men reeds een aantal automobilisten, die een dergelijk wuivend symbool aan hun antenne of vlaggestan- daard meevoeren en lid geworden zijn van de door mevr. Van Wa ning opgerichte „Vossenclub Ne derland". Dit zijn dan ware „heren in het verkeer" geworden; zij heb ben de morele verplichting op zich genomen een sportief en correct automobilist te zijn en altijd be reid te zijn een mede-vossestaar- ter met raad en daad ter zijde te staan. Wij waren erg nieuwsgierig hoe mevr. Van Waning op dit bijzon der leuke en ook sympathieke idee gekomen is daarom hebben wij haar opgezocht in haar flat woning in een gerestaureerd pand aan de Nieuwe Herengracht 13 in Amsterdam. Mevr. Van Waning vertelde ons, dat zij dol is op automobielen en zelf ook een hartstochtelijk rijdster is. Een vriend schreef haar eens uit Scan dinavië dat hij een leuk presen tje „lang en mooi van haar" zou meebrengen en toen hij haar het geschenk „tot mijn grote verbazing bleek het een vosse staart te zijn" overhandigde, ont hulde hij, dat zeer veel Scandina vische autorijders zo'n pluim in top hebben ten teken dat zij lid zijn van de broederschap van spor tieve automobilisten, en zich zul len gedragen als „ridders van de weg". Mevr. Van Waning vond het een aardige grapje en bevestigde de vossestaart ook aan de antenne van haar auto. De mensen waar deerden het, maar begrepen niets van de symbolische betekenis. „Maar daarvan was ook ik eigen lijk nog niet goed doordrongen, totdat een moeder er haar kind op wees en het vertelde, dat de bezitter van deze auto nu een ech te „heer" in het verkeer was". Dat is het, dacht mevr. Van Wa ning, en samen met haar vriend richtte ze de „Vossenclub" op. Ongeveer vijftig leden zijn nu al ingeschreven. Zij hebben van je van handelingen, die je als niet- vossestaarter wel zou doen, zo als nog gauw ergens doorglippen. De Vossestaart moet de „glimlach van de weg" worden; misschien dat de bezitters er van op die ma nier iets kunnen doen aan de vei ligheid van het wegverkeer". Mevr. Van Waning haar mo dern geïnstalleerde woonkamer getuigt van haar smaak voor echte kunst en van haar man's schilderhobby, waarin de zee-of ficier zich uitleeft als hij thuis is heeft goede hoop, dat de idee veld zal winnen. Van alle wind streken krijgt zij aanvragen waar in automobilisten verzoeken of zij ook in de „orde van de pluim- ridder" verheven kunnen worden. Het lijkt ons. dat tie vossenkolo- nie in ons land met afgrijzen de ze ontwikkeling gadeslaat.... Vrijwilligers van de Utrechtse bos-. brandweer in actie tijdens de grote bos- cn heidebrand te Leersum in Mei 1954. Twee nauw verwante, in alle geval se dert jaren nauw samenwerkende organi saties op cultuur-technisch gebied, wier bemoeiingen zich uitstrekken over bet aangesloten bos. en heidegebied in de Oostelijke helft van de provincie Utrecht cn de gehele Veluwe, zullen dezer dagen hun zilveren bcslaansjubilé herdenken. Het Zijn de Utrechtse Cos-brandweer en de Stichting Het Veluws Bosbrandwcer comité, die op 6 Maart a.s. zich met zil ver zullen tooien. De impuls tot ongeveer gelijktijdige op- mevr. Van Waning een vossestaart kunnen kopen cn voeren die trots met hun reizen mee. Natuurlijk zijn er mensen, die het nog een beetje gek vinden en het symbool nog niet naar buiten durven tonen, maar daar komt wel verandering in. meent de initiatiefneemster. „Als we maar eerst een stoottroep hebben, die de idee verder uitdraagt". Bin nenkort zullen de leden van de Vossenclub de „tien geboden" krijgen, waaraan ze zich moeten houden om waardige represen tanten te zijn. Op onze vraag of de pluim nu ook iets uithaalt, kregen we een overtuigend ant woord: „Je durft niet anders dan behoorlijk te rijden, het weerhoudt In 1933 won het Franse bridgeteam het Europese kampioenschap te Helsinki in een zwaar bestreden tournooi tussen 13 landen. In 1954 moesten de Fransen met de tweede plaats genoegen nemen achter Engeland, hoewel deze prestatie op zich zelf reeds zéér de moeite waard is. In Frankrijk beschikt men op 't ogen blik over een kring van tenminste twin tig voortreffelijke jongere spelers, wel ke stuk voor stuk in staat zijn hun land te vertegenwoordigen in de internatio nale wedstrijden. Eén dezer spelers is de 22-jarige Pa- rijzenaar Svarc, een bescheiden jonge man, welke tot uitzonderlijke bridge- prestaties in staat blijkt te zijn. Gedu rende het in 1954 gehouden individuele tournooi te Monte Carlo, waaraan 26 der grootsten der bridgewereld mee deden, stond Svarc lange tijd bovenaan en werd eerst op het laatst door de meer geroutineerde cracks van de ere plaats verdrongen. Wij zullen u een spel laten zien, waar uit de prestaties van deze Fransman blij ken. 6 5 <0 7 2 O B 8 3 A H B 9 6 3 A 7 3 V? A H V B 5 4 A H 4 2 I-Iet biedverloop was: Oost Zuid West 3 4 pas pas 6 pas pas Noord 6 «f» pas Het bieden is „expert-routine"; met 4 A suggereert Zuid aan Noord een mo gelijk slambod, welke uitnodiging Noord accepteert. Zuid geeft natuurlijk voorkeur aan zijn eigen kleur. West kwam uit met 4» 2, Oost de 4» 8 en Zuid nam met het Aas Zuid speelde nu troef na en bij de derde troeftrek be kende West niet meer, die een kleine O weggooide. In de vijfde slag speelde Zuid O Aas, waarop Oost niet bekende. Hoe zoudt ge nu verder gespeeld heo- ben, lezer Als ge er even over hebt nagedacht; zult ge ontdekt hebben dat Oost van huis uit vermoedelijk begonnen was m -t 7 Schoppens, 3 Hartens, geen Ruitens, dus drie Klavers. Ge denkt wellicht, dat ge alle troeven moet spelen, zodat ge op het einde twee 1 en 1 overhoudt; Oost moet in die figuur 4 kaarten vasthouden do;b hij bewaart 2 4» en 2 4> U weet nu niet, of u in moet snijden of slaan en ge hebt dus 50 pet kans het mis te raden. Svarc vond een even elegante als af doende oplossing. Nadat Ruitenaas ge speeld was, vervolgde hij met 2, nam in Noord Aas. speelde toén «f» Heer na waarop hij Ruitenheer in de hand weggooide trok een derde maal en troefde af. De Klaveren waren nu bij OW gevallen. Zuid speelde vervolgens O 4 na. West kon Ruitenvrouw maken, doch had niets anders meer over dan -O en moest die kleur dus natrekken. Zo doende kwam Noord met Ruitenboer aan slag en daar lagen alleen nog maar vrije Wij geloven, dat dit staaltje van com binatievermogen één der fraaiste com posities is, welke Wij ooit uit de practijk vernomen hebben. MIMTR. richting werd gegeven door een aantal grote bos- en heidebranden in 1929, w.o. die te Kootwijk als een ramp in de ge schiedenis van het Nederlandse boswezen bekend staat. Branden, die hun oorzaas vonden in de strenge winter van 1928/29, gevolgd door een droog voorjaar en een droge zomer, die ettelijke honderden hec taren bos. en heidegronden in ons land en niet het minst in Utrecht en Gel derland aan het verslindende vuur ten offer deden vallen. In het Sticht was het de Utrechtse Pro vinciale Brandweerbond, die op 1 Maart 1930 een zelfstandig orgaan voor de be teugeling van bos- en heidebranden io het leven riep, waarin behalve vertegen woordigers van de Utrechtse Prov. Brandweerbond en van de plaatselijke brandweerbonden, mede zitting hadden vertegenwoordigers van de aangesloten gemeentebesturen, ten minste zeven ver tegenwoordigers uit de bos- en heide- bezitters en de garnizoenscommandanten van het regiment genietroepen en van de luchtvaartafdeling te Soesterberg. Het is niet doenlijk in een zeer kort bestek als dit een overzicht te geven van de ontwikkeling van het bostorandwezen in beide gewesten van Midden-Neder land. Het zij voldoende te vermelden, dat beide organisaties zich op voortreffelijke wijze in de afgelopen kwarteeuw met haar doeltreffende en up to date uitrus ting van hun natuurbeschermende taak hebben gekweten en aperte rampen heb ben weten te voorkomen. Het is ook nodig en nuttig erop te wij zen, dat dit werk niet alleen de steun en medewerking verdien; van de eigenaren van bos- en heidepercelen, maar van al len, wie de schoonheid van de natuur ter harte gaat en die de betekenis van het behoud der schaarse recreatie-oorden n een bijna overbevolkt land begrijpen. Helaas zijn er nog te velen, vooral bezoekers uit de grote,steden, die hier voor geen voldoende besef tonen. Het is immers een feit, dat rond 31 pet van de bos- cn heidebranden, waar van de oorzaak bekend is, moet wor den toegeschreven aan onvoorzichtig heid, zoaïs het achteloos wegwcrpe^i van brandende lucifers of sigaren- of sigaretteneindjes en het spelen met vuur door kinderen, soms ook door groten. Terwijl tenslotte mag worden aangenomen, dat van de branden, waarvan de oorzaak onbekend blijit (ca 48 pet) veilig nog weer eens twin tig pet aan onvoorzichtigheid of roe keloosheid van toeristen of vacantie- gangers moet worden toegeschreven. Als deze cijfers het Nederlandse pu bliek iets te denken geven, zouden de Utrechtse en de Veluwse Bosforandweren dit een welkome feestgave op hun zil veren jubilé achten. 49 au sasïiir wm wss aipia No. 2046. 26 Februari 1955 Redacteur G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. IN MEMORIAM IR W. VRIJLANDT Tijdens de bezettingstijd, op 7 Juni 1943, is op de leeftijd van 53 jaar over- léden ir Willem Vrijlandt, een der groot meesters van de problematiek. Door de toen heersende droevige tijdsomstandig heden, gepaard gaande met een groot gebrek aan publicatie-mogelijkheid, is aan dit verscheiden geen aandacht gewijd. In latere jaren evenmin omdat weinigen hem goed kenden. Deze necrologie is te danken aan de gelukkige omstandigheid, dat zijn neef, Dr J. A. Picard, die zijn dam-nalaten- schap heeft geërfd, weer met mij in con tact is gekomen. Wij hadden elkaar m geen jaren ontmoet. Bij deze gelegenheid stelde hij mij die nalatenschap van zijn oom ter hand. Dr Picard overweegt van de daarin voorkomende composities een bundeltje te laten verschijnen. Aangezien de publicatie daarvan nog wel enige tijd op zich zal laten wachten gaf hij mij toestemming om reeds nu die construc ties te publiceren, welke hier in Neder land vrijwel onbekend zijn. Vrijlandt's werk is namelijk voor een belangrijk deel in buitenlandse bladen verschenen. Ik ben overtuigd, dat de lezers van deze rubriek Dr Picard hiervoor even dankbaar zul len zijn als ik. Vrijlandt was immers een der grote voorgangers in de wereld der probleem kunst. Hij was een zeer goed vriend van mij en in de jaren 1920—1940 heb ik veel cn nauw met hem samengewerkt om het peil der problematiek te verhogen. Wij en hiermede bedoel ik de toonaange vende persoonlijkheden van die jaren ais: Gortmans, dr M. J. Belinfante, de ver maarde blinde componist Joh. de Bree, G Mantel. S. E. v. d. Meer, Vrijlandt enz. streefden reeds toen naar verbe tering van de constructie-methoden naar rein-economische bewerkingen en wat dies meer zij. Vrijlandt, die een grote en practische toneelkennis bezat, daarnaast geschoold was in wiskundig-wijsgerig denken, wist in zijn lezingen, die hij over de proble matiek hield, op heldere en voor ieder bevattelijke wijze duidelijk te maken aan welke „wetten en normen" probleem composities dienden te gehoorzamen om constructief zowel als aesthetisch aan vaardbaar te zijn. Hij vestigde o. m. de aandacht op de overeenkomst tussen problematiek en toneelkunst. Zijn betoogtrant was even logisch als eenvoudig. Een voorbeeld daarvan vindt men o. a. in de drie artikelen, welke hij in het jaar 1929 publiceerde in „Het Dam spel", het officieel orgaan van de Kon. Ned. Dambond. In zijn eigen composities wist hij het ideaal van de echte probleemkunstenaar te verwezenlijken. Hij kon dit doen om dat hij over een groot scheppingsvermo gen beschikte, dat samenging met een rijpe ervaring in het practisch spel. Hij was o.a. kampioen van Dordrecht. Zijn werk was mij grotendeels bekend, maar ik had niets in mijn archief van het geen hij in de buitenlandse bladen heeft gepubliceerd. Ik kon dit ook onmogelijk meer uit mijn herinnering ophalen. Ge lukkig bleek hijzelf wel alles in notitie boekjes en plakboeken te hebben bewaard. En dank zij Dr Picard kan de damwe- reld nu alsnog kennis nemen van veel unieke standen, die anders onherroepe lijk verloren zouden zijn gegaan. Deze composities stellen ons in staat ir Vrijlandt en zijn werk in de herinne ring van de dammers te houden. Vele problemisten zullen er steeds opnieuw vee! leerzaams en veel van de schoonheid van het damspel in kunnen terugvinden. Hieronder volgen thans ter oplossing een zestal niet zeer moeilijke maar wel bijzondere instructieve vraagstukken van v/ijlen Ir W. Vrijlandt ter oplossing voer onze ladderwedstrijd. Zij zullen een goed beeld geven van hetgeen de damwereld in deze grootmeester der problematiek heelt verloren. (Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St Bernardus, Sassenheim). (Zaterdag 26 Februari 1955) DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK Onder de drie opgaven van deze rubriek bevinden zich twee eerste publicaties van medewerkers, die bij onze lezers goed be- No. 3063 No. 3064 S kend zijn. De driezet is er een uit de Bo heemse school. No. 7243 heeft een uiteen lopend variantenspel. Onder no 7244 bren gen we een eerste prijs. No 7244. L. Scotti. ie prüs l'Echiquier. 1953. Mat in twee zetten. Wit Ka3, Dbl, Td2—f4, Re8—h8, Pa4_ c8; a3. Zwart: Kc4, Dh7, Te6h5, Re4gi p€3 g7; a7, b3, <36. Oplossingen over drie weken. Tijdige in zending stellen we zeer op prijs, kom daarom niet op het nippertje. No. 7212. P. OVERKAMP. Rotterdam Eerste plaatsing. Mat in drie zetten Stand: Zw. 7, 9, 13, 15, 19, 26, 28, 36. Wit 24, 25, 27, 29, 34, 38, 47, 50. Wit speelt en wint. (Origineel slotmotief). No. 3065 Dwangprobleem Stand:' Zw. 610, 14, 15, 17, 21, 37. Wit 24, 25, 26, 28, 29, 32, 34, 41, 43, 44. Wit speelt en wint. (Orig. slotmotief). No. 3066 Eindspel Cf D No. 3061 Minatuur No. 3062 Notedop 0 o j o r a mj 0 'O. O 9 SI 9 0 SI. 1 Stand: Zw. 1, 710, 16, 30. Wit 22, 24, 26, 29, 33, 35, 39. Wit speelt en wint. Stand: Zw. 2, 3, 5, 36, 39, 43. Wit 11, 13, 15, 24, 46, D. 35. Wit speelt en wint. W 0 'w V//, 0 'Wi Stand: Zw. 6, 11, 12, Stand: Zw. 1 schijf 16, 19, 22—25, 28. Wit 26, 32, 34, 37, 38, op 19 en 1 dam op 43, 44, 47, 43, 50. 24. Wit 3 dammen Wit speelt en for ceert de winst van op 1 een schijf of van de forceert de winst, partij. De oplossingen van deze vraagstukken worden gaarne tegemoet gezien tot 9 Maart a-.s. aan het adres van de redacteur van deze rubriek: G. J. A. van Dam, Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Zuid. Zoals in de vorige rubriek reeds is medegedeeld, wordt gezocht naar 'n oplos sing om de afdrukken van de kleine diagrammen te verbeteren. Mocht hier of daar een onduidelijke druk voorkomen, dan kan men de stelling in ieder geval verifiëren aan de onder elk diagram ver melde stand der stukken in cijfers. mm No. 7243. JAC. HARING, Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. Een persbericht meldde dezer dagen, dat de Kartuizers overwegen hun klooster „La Chartreuse" te verlaten. Op de 10 kruisjes komt, van boven naar beneden, de naam ener gemeen te, zich uitstrekkend tussen Heeren veen en de Groninger grens. Van 110 houdt met de aardrijkskunde van Ne derland verband. Wij schrijven: „wéér verlaten". In derdaad, want in 1903 verlieten zij het eveneens. Omstreekt 1900 vaardigde de anti-katholieke. Franse regering een wet uit, die het op 't voortbestaan der Kerk in Frankrijk had gemunt. De afvallige Emile Combes verklaar de zonder blikken of blozen de Kerk te zullen vervolgen tot Haar volkomen vernietiging, een plan, dat brutaal en genadeloos werd doorgezet. Als altijd moesten ,,de voorste le gioenen" het 't eerst ontgelden: tien duizenden kloosterlingen werden, gelijk dat heet. „gelaïceerd". Geldelijke steun en subsidies hielden op. Kerke lijke goederen gingen in staatshanden over. Nu zou de oudste dochter der Kerk, Frankrijk, wel spoedig de laat ste adem uitblazen! Maar de heren vervolgers hadden de bovennatuurlijke levenskracht van de Kerk over het hoofd gezien. Zij her stelde zich in volledige vrijheid: Haar Bisschoppen werden voortaan zonder inmenging van de Staat benoemd. De Kartuizers, in 1903 voor de twee de maal verdreven (de eerste maal onder de Franse Revolutie) konden weer terugkeren in 1940. In Nederland treft men tegenwoor dig géén Kartuizerklooster meer aan. Niet alsof er geen Nederlandse Kar tuizers zouden bestaan! Maar zij ver toeven buitenslands (bij Pisa) tot, te zijner tijd, hier te lande een kloos ter kan worden gebouwd - waartoe in beginsel reeds werd besloten. De grootste, Nederlandse Kartuizer was ohgetwijfeld Dionysius 1471) Monnik in het klooster Bethlehem te Roermond. Hij verkreeg om de tal rijke gezichten, waardoor hij begena digd werd de ere-naam: „doctor ex- taticus"! (Extase: visioen, gezicht). Hij was dc laatste der grote Middel eeuwse Godgeleerden. Wij vermoeden evenwel, dat het klooster Bethlehem ons Nederlanders, niet het meest bekend is. Zonder twij fel is men beter op de hoogte met dat andere klooster „een overoud en vorstelijk gesticht, verzorght in vrêe en krijgh met zegelen en brieven" - zoals Vondel zegt, wij bedoelen het Sint-Andries-klooster, en zijn „vader": Willebrord. die een rol' speelt in het drama: „Gijsbreght van Aemstel!". Hoe dan ook - de Nederlanden tel den vroeger jaren niet minder Öan twintig Karthuizer kloosters, elf in ..België" en negen in „Holland". Het klooster te Roermond overleefde zelfs de godsdienstige troebelen. Tegen het einde der 18e eeuw ver dwenen de Kartuizers uit deze ge westen. Vondels vermaning: „Het klooster is Gods erf, en Jezus' eigen goed. Wie kloosters raeckt, die raeckt den appel van Gods ogen" was, blijkbaar volkomen in het vergeet boek geraakt. Pieter v.d. Meer de Walcheren beeft over het leven der monniken een in drukwekkend boek geschreven: „Het Witte Paradijs". Het gaat over een klooster in Zwitserland. In Spanje za gen wij, voor het eerst van ons leven, een „Cartuja" bij Burgos (Mirallores). Later bezochten wij, bij Grenoble, het geweldige bouwwerk: „La Grande Chartreuse". Het eerste Moederhuis! Gesticht door de H. Bruno van Keuien in het woeste en ontoegankelijke bergland dertig km. Noordelijk van Grenoble, op een hoogte van bijna duizend me ter (1084). Voorportaal der Eeuwig heid! Gods' eigen retraitehuis in een luidruchtige wereld. Zes jaar heeft Bruno van Keulen, uit het edele geslacht der familie Hardevust, in deze streek vertoefd. Bij de eerste zes leden - vier priesters en twee leken - voegden zich al spoe dig vele anderen. In het midden der XlVe eeuw stond deze H. Orde op haar hoogtepunt. Zij telde toen^ hon derd zeventig kloosters met omstreeks drie duizend kloosterlingen, die de oude geest uitnemend wisten te be- waren De 'h. Regel heeft die van de H. Benedictus tot grondslag maar is belangrijk strenger. Kartuizers zijn grotendeels kluizenaars, die een kluis bewonen, een „hutje" waar de mon nik het grootste deel van de dag in gebed, studie en arbeid doorbrengt. De kluizen rijen zich aaneen rond een centraal gebouw; langs een kruis gang bereiken de monniken de kerk. Zij zijn in een witte soutane gekleed, dragen een wit lederen gordel, een wit scapulier en een witte kap. t „De regel" - schrijft Zijne Eminen tie de Kardinaal - „eist strenge boe tedoeningen, en altijddurend stilzwij gen". Eenmaal in de week maken de kloosterlingen gezamenlijk een wande ling. Het is het eenzame leven m de kluis, dat tot de zwaarste beproevin gen gerekend wordt. Alleen zeer ster ke naturen kunnen zich daar handha ven. De eisen van toelating zijn be grijpelijkerwijze dan ook streng, heel streng. Wij hopen voor het zwaarbeproefde Frankrijk, dat de Kartuizers in de Chartreuse zullen blijven. Is ieder klooster reeds een gewijde plaats, waar Hemel en aarde elkaar ontmoe ten, bron van bovennatuurlijk Licht het Kartuizerklooster met zijn strengste zeden en gebruiken in hoge mate. Het getuigt als levend geweten der wereld van waarden, die geen enkele maatschappij op den duur ont beren kan. 1. In deze rubriek van vandaag komt de uitdrukking „blinde vlek" voor. We léren onze aardrijkskunde vaak van een blinde kaart. Maar hebt u wel eens blinde hutspot gegeten? 2. Wij hebben nu de Zondagen: Quin quagesima, Sexagesima, en Septuage sima herdacht. Moet het eigenlijk met „Septuaginta" wezen? 3. Men besteedt tegenwoordig vee] aandacht aan vitamines in het voed sel; wij denken aan vitamine A in roomboter e.a. Welke vitamines ko men in de „energiebronnen" reuze] en spek voor? 4. Maïzena. Uit welke „grondstof be reid? 5. Waarom ziet nien in de tropen 'oij voorkeur kleding van lichte kleuien dragen? 6. Koude voeten. Hoe komt 't, dat de temperatuur bij de vloer zo dikwijls te laag is? 7. Bij de aardrijkskunde hoorde u iets over de „Hondsrug" in Drenthe. Hoe hoog schat u het hoogste punt van die fameuze rug? Waar ligt 't? 8. Ook hoorde u iets over de ,Mid- dachter allee" langs de Rijksstraat weg van De Steeg naar Ellecom. Hoe hoog schat u die bomen? Hoe oud? 9. Welke provincie is. naar sterkte der bevolking, de tweede provincie van ons land? Welke de volkrijkste? 10. Welke vlinder draagt het waar- schuwingsmerk der apothekers op zijn rug? Is die vlinder, ol zijn rups, dan zo gevaarlijk? 11. Nu we het toch over vlinders heb ben: welke vlinder is de enige onder zijn verwanten, die een geluid kan maken? 12. Hoe noemt men een afkeurenswaar dige razzia tegen de Joden, gepaard gaande met schandelijke onbetamelijk heden? (Oplossing de volgende keer) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Oplossing Oostenwind. 1. De letter O duidt het element: „oxygenium" aan, zuurstof, onafschei delijk aan het leven der planten ver bonden. 2. Het mos bedekt vaak oude boomstammen. 3. Besje. 4. Erwties bevatten veel eiwit en zetmeel voor de jonge plantjes. 5. Worteltje. 5. het kroonblad van een boterbloem is glan zend geel gekleurd. 7. In het polder landschap ontbreken zelden de knot wilgen, ook wel: kopwilgen genaamd. 8. De vlierstruik, ol vlierboom, groeit snel, heeft zacht merg, witte bloamen en zwarte bessen. 9. Oudtijds was de eng, enk, of es de verdeelde grond romdom een dorp of gehucht in Dren the en elders. 10. Als Romeins cijfer duidt D het getal 500 aan. 1. Duidt de kompasstreek aan, 'a elke 90 graden rechts van het Noorden ver wijderd is. 2. Gemeente in Gelderland, in 't mid den van de weg Apeldoorn—Hattem. 3. Stadje gelegen aan de Drentse Hoofdvaart. 4. Stad gelegen ten N.O. van Euro pa's grootste mijn: de Maurits. 5. De grote havenstad van de daor- voer. of transito-handel. 6. Landstreek genoemd naar Sabina van Beieren, gehuwd met de bekende Graaf Egmond. 7. Eiland door Jan Willem Friso ge kocht en bij Friesland gevoegd. 8. In deze Utrechtse gemeente staat een Naald, herinnerend aan de slag bij Waterloo. 9. Verdeelde grond rondom een dorp of gehucht in Drenthe, enz. 10. Duidt dikwijls op: Drenthe. (Oplossing volgende keer) 1. Velen schrijven 74 psalmen aan Da- vid toe, 10 aan de zonen van Koraeh, 1 aan Moses en 2 aan Salomon e.a. 2. Het Vaticaan werd na de terugkeer der Pausen uit de Babylonische bal lingschap (Avignon) hun vaste resi dentie (pl.m. 1380). Sinds Constantijn woonden de Pausen in het Paleis van Lateranen, toen: Patriarchium gehe ten. 3. Naar oppervlakte is Utrecht onze kleinste provincie. Naar haar inwoner tal komt Utrecht op de zevende plaats. 4. De laagst-denkbare temperatuur wordt het absolute nulpunt genoemd. Al kan men het zeer dicht benaderen, het blijft: onbereikbaar. 5. Het Wilhelminakanaal, inderdaad, maar ook:de Wilhelmina-top, onge veer 4800 m., in de centrale bergketen van hét Nassaugebergte (N. Guinea). 6. Er zijn in alle landen meer man nelijke doofstommen dan vrouwelijke Wanneer een kind bij zijn geboorte doof is, of wanneer het doof wordt voordat het heeft leren spreken, blijft het stom; het kan de spraakklanken niet voldoende nabootsen. 7. De „blinde vlek" van het oog ig de plaats waar de gezichtszenuw in het oog treedt, ongevoelig voor het zien. De gele vlek in het oog is daar entegen het gevoeligste gedeelte van het netvlies. k Eenmastvaartuigen zijn o.a. tjalk, boeier, kotter, botter, sloep, e.a. 9. Het sterfhuis van een overledene wordt geacht daar te zijn. alwaar de overledene zijn woonplaats heeft ge had en is dus niet altijd het huis waar hij stierf. 10. De stormenrijkste gebieden op zee heten de „roaring forties". Ze liggen tussen 40 graden en 65 graden. Bericht aan alle dames cn heren en anderen: Zo juist aangekomen uit I rankrfjk en te bezichtingen in „De Maaier" een reus, geboren in Saksen, bijna acht voet (2,5 m.) lang. De reus kan bekeken worden van tien uur 's morgens tot acht uur 's avonds want hij verblijft slechts korte tijd in Londen, daar hij naar Nederland vertrekt. Aldus luidde een strooibiljet, dat omstreeks 1730 veel Londenaars ont vingen. Het ging over zekere Maximi- liaan Miller, een Leipziger van ge boorte, die zelfs door het Franse' Hef werd „bezichtigd"! Door de koning nog wel! Half Londen vereerde hem :net 'n bezoek. Zijn hand was „12 inches" lang (3 dm) en zijn langste vinger „ruim 2 dm." Miller kleedde zich op z'n Hongaars. De rechterhand omvatte een gouden staf en de linker rustte op het gevest van een kolossaal kromzwaard. Met koninklijke waardigheid en vorstelijke staatsie schreed de reus over het to neel. Hij is op zestigjarige leeftijd te Londen overleden. Nu waren de Londenaars op dit ge bied wel het een en ander gewoon Enige jaren tevoren vergaapten zé zich aan een Ierse reus, Edmund Ma- loon, die nog enkele koppen groter was dan MUler erf de drie meter ruim haalde. Zijn uitgëbreide armen omva demden een staaf van ruim 2.5 m. en onder een van die arrhen speelde de Engelse koning in eigen persoon; kruip door sluip door! Koning-Stadhouder Willem III ont ving in November 1699 in zijn pa'.eis te Londen de reus Willem Joyce. Bui tengewoon lang, maar tevens buiten gewoon sterk. Hij bond een koord om zijn middel. Aan het andere eind van het koord zat een „boom" met twee armen, waar een paard in gespannen werd en geen veulentje. Maar hoe het dier ook trok, het kreeg Joyce niet van zijn plaats, zelfs niet toen de koning het 'n tikje met de zweep gaf. Aan 't eind van de voorstelling, trok de heer Joyce een flink uit de kluiten gewassen boom met wortels en al uit de grond. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7233. A. P. Eerkes. Opl. 1. a5—a6 dreigt 2. Pa5t enz. 1.'Dg7 2. Pc5f, Kd4 3. Pe6tt. 1 Pd5 2. Pd2t, Kd4: 3. Pf3tt. Hier wordt 1. Df6 weerlegd door 1Td8: No. 7234. J. Breuer. Opl. 1. Dh5 dreigt 2. Rf3 en 3. Dg4tf. 1Re2 2. De2: enz. 1Rc8 2. De2, Rb7 3. Rb7: en 4. Rg2ft. 1Rd3 2. Rhl!, Re4 3. Re4: enz. 2. Rf5, 3. Df3 enz. Dit vierzetje bleek lastiger te zijn dan we veronderstellen. Enkele lezers hebben gepoogd het op te lossen, doch slechts feen is hierin geslaagd. Op 1. Del of 1 Df3 volgt 1Rc4, om met 2d5 wits plannen te dwarsbomen en na 1. Db3 is het antwoord l.ê Re2! zeer hinder lijk voor wit. No. 7235. P. Overkamp. Opl. 1. Reö—d6 dreigt 2. Pg2—f4ft. Speelt wit onmidddel- lijk 1. fe8: (P) dan c5—c4! Deze drie problemen werden goed opge lost door J. Dickhaut, Nijmegen No. 7233 en no. 7235 door C. A. v. Arn hem, R'dam; P. M. Bakker, R'dam; F Pyls, Maasbracht; C. v. d. Weide, R'dam Ir A. Bergstein, Geleen; Paul Raschdori Hannover. No. 7235 door J. K. Blom. Rotterdam: mr dr R. Bromberg, Roermond; W. H. Haring, Schipluiden. Wij kunnen u mededelen dat het 4e deel van de boekenserie „Het Middenspel" door M. Euwe en H. Kramer bij G. B. v. Goor en zonen te Den Haag is versche nen. Dit deel behandelt de strijd om de open lijnen. De prijs bedraagt 1.75. Advertentie. Dat is gauw bekeken met-rXrok Rune bezit thans een metro! Het eerste traject werd een dezer dagen door pre sident Einaudi plechtig ingewijd. Onze foto toont het beginpunt van de onder grondse onder het centraal station van Termini. 1 W W&

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 6