DE VREEMDELING Macht en bekoring
OVER DE
GRENZEN
Gebed na de H. Mis
HONDENPRAAT
OM O
19 FEBRUARI 1955
C
L
Nogmaals het mandement
r
PAGINA
mms
„ff ij willen, dat men ons de kans
geeft onze stem te laten horen'
"j"
Het recht tot discussie
Een derde taak van de vrije mening»-
overheid en intellectuele leken dienen
steeds meer het besef bij de gelovigen
I te doen groeien, dat geen slaafse gehoor-
I zaamheid van hen verwacht wordt en dat
critiek binnen de hiervóór aangegeven
i grenzen niet slechts een recht doch ook
een plicht der gelovigen is. Een derge-
Hike opvoeding tot binnenkerkelijke me-
j ningsvorming is de uitdrukkelijke wil van
de Paus
Tot besluit nog git. Het is begrijpelijk
en te verwachten, dat vooral de jonge-
n"Twee wapens hebben ze die sterk ge-
thr.v •2'^n een levend' doelbewust Ka-
In d sme en 'n hechte organisatie waar-
PHesterseidenndfekenemriP V°°rbeeId moejen geven .van MaVlaaCmen
Wee J} leken de giaag te volgen oprecntheid en idealisme, door onze eigen dan bedenken dat critiek tnch altiid nnsr
baar al?onverhooDtadenrteWSdden onb^uik' tekortkomingen openlijk te behandelen en getuigt van liefde voor de Kerk en dat
onverhoopt de deugd van gehoor- trachten te verbeteren. Wel verre van men aan de vnricr» rinnrdravers méér
van dfjonee bof^wIHkteidriUtitdhet lev®n°ns aanzie" te &al«den en onze „eenheid" heeft dan aan de passieve vnhtzamen of
het zich Del-mittpron i tSin»/r t verzwakken, zal dat vele terecht on- rje lauwe ongeïnteresseerder!,
demeni Pe™itteren kan over het Man-1 tevreden gelovigen voor de Kerk kunnen Rotterdam. J M M. DE Valk.
bc„ Te discussieren dit in Godsnaam j behouden en andere voor ons winnen, i
ue«njpe!" *,J-w- - 1 - - 1
thoufkn^ntn dat. WÜ ais ka I ren jn hun critiek soms te ver zullen gaan
i ohexen aan degenen die buiten de Kerk en da(; je geestelijke overheid zich daar-
Ze waren er in geslaagd de Vreem
deling tussen zich in te nemen na af
loop van de grote meeting in het Sta
dion. Het was een merkwaardig drie
tal, dat een gehele macht vertegen
woordigde. Van Gier met zijn joviale
hartelijkheid, maar wiens ogen je op
eens koud en hard konden aankijken.
Hij stond aan het hoofd van een grote
ijzergieterij met duizenden mensen
personeel. Niemand wist in hoeveel
andere zaken hij zijn hand nog had.
Maar hij betekende iets op de beurs
en een groot deel van de welvaart
van het land lag in zijn handen. Zijn
jovialiteit was maar schijn, want als
het nodig was, kon hij over lijken gaan
om zijn aanzien of zijn kapitaal te
verrijken. Hij stak wel scherp af tegen
zijn vriend Van Leeuwen, die verschil
lende dagbladen in zijn bezit had. Een
op, alsof hij steeds naar nieuws zocht I voor bekering en boetvaardigheid,
voor zijn kranten. Sensaties! Die moest Maar daar ging het niet om. Èe voel-
hij hebben. Daarvan leefde zijn pers.
Daarvan leefde hij. Dan had je nog
de „derde man", Ieressen. Hij zag er
in tegenstelling met de twee anderen
wat gewoontjes uit, meer als een man
uit het volk. Maar, wanneer hij sprak,
dan ging er van zijn bruine ogen licht
en kracht uit. Zijn handen bewogen
fel, om zijn woorden te onderstrepen.
Een populaire politicus, een z.g. „lijst
trekker", waarop de grootste partij
in het land steunde. De avond tevoren
hadden zij in een intieme samenkomst
over deze meeting, welke zo juist ach
ter de rug was, gehoord. Hoe het zo
ruchtbaar geworden was, dat deze
Vreemdeling zou spreken, was niet
bekend. Er was maar weinig reclame
voor gemaakt, maar de faam van zijn
somber man met dikke wallen onder i fascinerende persoonlijkheid was ook
zijn ogen. Deze ogen waren meestal in den lande doorgedrongen. In alle
half gesloten, maar ze zagen alles,
wat er rondom gebeurde, namen alles
°ver"a besluit F. B. zijn artikel omdat de moderne mens vóór alles eer-
op de .l°ngc boeren, dat de vorige weeklijkheid verlangt en niets zozeer veraf-
jrg .e?e Pagma stond afgedrukt. Met de- schuwt als een zelfingenomenheid, die
dat e'e zinnen stelt hij een probleemminder fraaie toestanden moet verber-
Wnèendwa^Ste Ü3dt nu er in sommige j gen.
debat?11 beftig over bet Mandement ge- 1
En ,,eerd wordt, actueel geworden is
nampi1'?-, su®§ereert tevens een antwoord,
sprake da* be* onverstandig is om uit-
in hp? Van kerkelijke gezagsdragers en
binnen ria'gfimeen de gang van zaken
onderw Kerk, aan openbare critiek te
heken ?.rPen. Minder ontwikkelde katho-
sen
^varriir
'ntrners worden daardoor in ver-
Wij mogen hieruit "wel de gevolgtrek
king maken dat vrije meningsuiting en het
recht van critiek in de Kerk in hoge I
mate wenselijk zijn. Daarom ook heeft I
Paus Pius XII zelfs gesproken van een
plicht der gelovigen om bij te dragen tot j
de vorming van een publieke opinie j
binnen de Kerk. Dat neemt natuurlrk niet
taa l.nS gebracht entopen gevaar de volg- weg dat er ook nadelen aan dit alles
ten te verliezen die de gelovigen
Past °Pzichl* van de gestelijke leiders
is is een reële veronderstelling en het
h duidelijk dat de katholiek die meent
n. 1 kerkelijk gezag op bepaalde punten
ui?! te kunnen volgen en daar openlijk
'Uk van geeft, zich deze consequenties
J.aU zijn optreden bewust moet zijn en
Uln verantwoordelijkheid tegenover zijn
JP'nder ontwikkelde geloofsgenoten moet
eseffen. Sommige katholieken conclude-
en hieruit dat zulke openbare discussies
hiu,r?m maar heter achterwege kunnen
peho-'i dat cl"itiek binnenskamers af-
™da?de]d,dLenlte worden. Wij willen niet
dochG ded?a f t B' Z0 ver zou willen gaan,
westelijken dele'^elhng15^^^^:11611^
^'i ec?ter geloven niet
tG oplossinff i<=
oplossinmei dit een juis-
ook aan het Uitblijvend™ld" W«nt
varen verbonden voor W iltiek ZIjn ge"
andere groenen geloof van weer
ze kwestie - lgen' Maar om de'
op te lossen moet men iets
Se onderweennemen Van het onderhavi-
beschouwln^,,!11 nJet alleen het geval
eenvoudigen van
geest.
3uwen van
wier
door critïiv gelo,°f en gehoorzaamheid
°P het gezag kunnen wor-
konTt or)hrtBVer van dit artikel
een hito- gen een passage uit
Weken f Van F B die twee
ceerd 5dcn werd gepubli-
nnno i i^ r ons achter de op-
t u sc'laren, geloven wij
toch, dat zijn opmerkingen een
aantal punten raken, die ook op
deze pagina wel eens ter over
weging mogen geponeerd worden
den ondermijnd. Laten wij vooral nog
vermelden, dat wij onder „critiek'' in dit
artikel vanzelfsprekend slechts opbouwen
de critiek verstaan. Over de gevaren van
afbrekende critiek zijn wij het allen eens
katlen- er dan van uitgaan, dat het
s '"."licisme, dat veelomvattende ver-
d hoael. in twee delen kan worden on
een ww'den. Het bestaat allereerst uit
heden rn van geoPenbaarde geloofswaar-
zag, uitspraken van het kerkelijk ge
worden atraan een absolute waarde moet
niet, da„0e.gekerid. Aanvaardt men deze
binti
ten
nerfarii ij 1T)en niet katholiek meer:
ue Kerk
U n geen is over deze geloofspun-
halve deze k®*185'6 mogelijk. Maar be-
apsolute w,okkelijk kleine kern van
Clsme ook f eden omvat het katholi-
g.pbruiken en6"- gro°t aantal meningen.
en histo'i-isnk' en Plaats, door volksaard
de he grnei nf nnlr sirPl rinnr
'ustellingen. die bepaald
verbonden kunnen zijn. Men kan misbruik
maken van critiek, evengoed als de over
heid misbruik kan maken van haar recht
om gehoorzaamheid te vragen. Voor een
vruchtbare binnenkerkelijke meningsvor
ming is het naar onze mening allereerst
noodzakelijk dat er duidelijk onderscheid
gemaakt wordt tussen de absolute ge
loofswaarheden en de veranderlijke menin
gen en instellingen binnen de Kerk. De
.scheidingslijn tussen deze twee gebieden
kan niemand precies trekken, doch er
zijn voldoende uitspraken van het ker
kelijk gezag om in de meeste gevallen
te weten, hoever men mag gaan met zijn
ritiek. Van de gelovigen mag men ver
wachten dat zij hun mening uiten met
behoud van de noodzakelijke eerbied je
gens het door God aangestelde gezag;
dat zij alleen critiek uitoefenen die voor
komt uit een waarachtige bezorgdheid
voor het heil van de zielen. Van de over
heid mag men verwachten dat zij haar
persoonlijke meningen niet als dogma
presenteert en voorts dat zij de gelovi
gen niet als onmondigen behandelt door
haar beslissingen en uitspraken ongemo
tiveerd te laten. En tenslotte moeten
beide partijen in een dergelijke openbare
gedachtenwisseling er voor de toeschou
wer geen twijfel aan laten bestaan dal
zij beiden uitgaan van dezelfde kernwaar
heden van het geloof, en dat. hun menings
verschillen over de uiterlijke vormgeving
van deze waarheden slechts voortkomen
uit beider bezorgdheid, om het deposi-
tum fidei naar beste krachten te behou
den.
Wanneer men dit in acht neemt, ver
vallen de meeste bezwaren die men te
gen openbare discussie in de Kerk kan
hebben. Er kunnen natuurlijk kwesties
rijzen die dermate ingewikkeld of spe-
cialistisch zijn, dat men z-e beter niet in
het openbaar kan behandelen. Dat komt
tenslotte ook in -de wetenschap voor waar
men overigens het principe van de vrije
menmgsuitwisseling nog veel absolutèr
kan stellen dan in de Kerk.Welnu, voor
zulke kwesties heeft men de vakbladen
en studiekringen, die slechts een beperkt
gehoor bereiken. Doch laat men vooral
niet te spoedig menen dat een vraagstuk
niet in de openbaarheid behandeld dient
te worden! Zaken als bijvoorbeeld het
binnenkerkelijk anti-clericalisme of de ri
valiteit tussen regulieren en seculieren
zijn weliswaar delicate aangelegenheden,
maar zij kunnen wanneer zij officieel
doodgezwegen worden, het geloof meer
schade doen dan wanneer zij in het open
baar eerlijk onder ogen worden gezien.
De avond in de Haagse Dierentuin, die de vorige week op deze pagina
werd aangekondigd js in vele opzichten een belangrijke avond geweest. Er
is daar gesproken door Gabriël Smit over de diepe zin van de Blijde Bood
schap en over de eigen verantwoordelijkheid; Pater S. Jelsma gaf ziin visie
op „Idealisme Pater P. Wesseling sprak over de Christelijke toekomst
verwachting Aan het slot van de avond nam Paul Beers 't woord om voor
de volle grote zaal te zeggen wat hij op 't hart had. Zjjn woorden leken
ons belangrijk genoeg om juist hier, op deze pagma, er de belangrijkste
iragmenten van weer te ^r^ven
„Een van de verwijten, die tot ons. jonge mensen, worden <*ericht, be-
staat hierin, dat wij zo weinig onze stem laten horen; 0f dat. wij zo wij
naar al laten horen alleen maar holle leuzen weten uit te kramen-"
„Vooropgesteld dient, dat onze moeilijkheden niet. precies dezelfde zijn
ais die welke jonge mensen altijd wel hebben gehad. Men kan er zich zo
maar met van af maken met. opmerkingen als: „Het zal wel over gaan"
Wat dan? Wij willen, dat men ons de kans geeft_onze stem te laten horen
in pers. in radio, op meetings e.d.. zonder dat wij van de meewarig glim
lachende ouderen te horen krijgep: „Ja, die Uld hebben wij ook gehad".
Wij weten allen dat de mens van nu geen rust vindt in het gieren van
straaljagers, geen zekerheid in het existentialisme, geen liefde op de manier
waarop die ons tegenwoordig door film enz. wordt voorgesteld De moderne
mens zoekt hoewel vaak zonder het zelf te weten rust 'zekerheid en
ware liefde in zijn bestaan. En wjj bemerken hoe juist nu 'onrust en on
zekerheid en haat heersen. Wij weten, dat de oplossing n<Tt in Christus,
onder ons tegenwoordig door de H. Kerk".
Na begrip gevraagd te hebben aan allen die de Kerk nu vertegenwoor
digen. ging Paul Beers aldus voort:
,Wij vragen reële kennis aangaande het leven en dat zij ons geen schijn
wereld voortoveren, waarin iedereen katholiek is, waarin men nooit naar
fuifjes zou gaan, waarin nooit gemengd gezwommen zou worden
Wij vragen om voorlichting, eerlijk en zonder omwegen Wii vragen "dat
men ons vertrouwt dat men ons iets durft over te laten- 'ia zelfs lat 'men
ons eens even los laat, ons even de gelegenheid geeft orii zelf te' ervaren
Ervaring van de ouderen is immers vooral de som van hut «mrsfe'
hngen. Wij willen eerlijk en oprecht liefhebben: eerlijk weten wat liefde is"
Geef ons vorming in de overtuiging, dat wij het waard ziin Ta AeoVot'
toneel van 1955 niet de rol vervullen van de jeugd van "goo®?1 5 P
„Wij zouden niet reëel zijn, als we alleen maar eisen stelden zonder bii
onszelf te rane te gaan om vast te stellen wat er van onf™?",!?wordt
Wij moeten ontvankelijk zijn, open slaan, eerlijk tegenov^ anderen èn
onszelf Dat wil zeggen, dat wij niet afzijdig mogen blyv°eVner/oaifwera"
moet ook hier de hefde, ons ideaal, veroverd worden moeten u-'e onsinzettpn
en voortgaan totdat de plotseling bemerken, dat. we gevonden hlbben wat
\ve zochten. Maar hebben we het gevonden, dan moeten \VP Pr ons nipi
van af laten brengen door gebrek aan succes. Natuurlijk; wii WPten dat
ons ideaal het enig juiste is en dus is het buitengewoon onrustbarend als
S"le'V0len voor dat ideaal kunnen winnen. Maar het feit. dat wil alleen
onthecht zijn "aan Stn s'ucc^s"'°m °P t6 geVen w7moeten
grote wereldsteden was Hij reeds ver
schenen, om overal bekering en boet
vaardigheid te preken, omdat het Rijk
Gods nabij was. Wat was het geheim
van zijn macht en persoonlijkheid?
Men wist het niet. Men wist alleen,
dat Hij anders was dan alle anderen
en dat het woord, dat Hij sprak, een
ongekende invloed op de menigte had.
Weliswaar stelde het edele drietal
weinig belang in de komst van het
Rijk Gods en voelden ze. nog minder
den alle drie voor macht en aanzien.
En toen ze die middag onder het ge
hoor van de Vreemdeling waren ge
weest, hadden ze instinctief gevoeld:
dit is het. Deze man kunnen we ge
bruiken, kunnen we voor onze plan
nen spannen. De inhoud van zijn woor
den was hun voorbij gegaan. Och boe
te en vasten en bekering. Daar ging
het tenslotte niet om. Daardoor wordt
de wereld niet geregeerd, maar door
geld, sensatie en macht. En als de
Vreemdeling zich daarvoor spande,
dan zou je eens wat zien. Zo hadden
ze schijnbaar ongedwongen na afloop
van zijn spreekbeurt Hem in hun mid
den genomen, zodat niemand meer
kans kreeg hem te benaderen. De me
nigte had het ook als vanzelfsprekend
aangenomen, dat deze drie heren zijn
doen zijn. Op de plaats van bestem
ming werd er een uitgelezen souper-
tje besteld en onder het nemen van
een „apéritif", werden de eerste con
tacten gezocht. „Een massa volk! En
ze waren diep onder de indruk. Ten
minste, ik zag Ze allemaal in stilte
uit het Stadion gaan. Uw woorden
hebben diep ingegrepen". De Vreem
deling kon dit alles slechts beamen.
Erg toeschietelijk was hij in alle ge
val niet. Maar Van Gier' ging met
moed verder. Hij had wel voor hetere
vuren gestaan. „Ik geloof", zo ging
hij voorzichtig tastend verder, dat
dit juist is, wat de mensen tegenwoor
dig nodig hebben. Vooral de arbei
ders. De welvaart is hun naar het
hoofd gestegen. Ze raken aan luxe ge
wend. In mijn jonge tijd was het an
ders. Toen kenden ze hun eigen plaats
maar nu moeten ze al deel hebben
gastheren zouden zijn. Van Gier hadaan de winst en we krijgen de ene
de mooiste wagen, een nieuwste Lin
coln en daar konden ze alle vier
ruimschoots in zitten.
Het begin was veelbelovend. De
Vreemdeling liet zich gewillig meetro
nen, alsof Hij niets in de gaten had.
Eenmaal uit de menigte, nam de wa
gen vastbesloten koers naar het „Amé-
ricain". Er werd onderweg weinig ge
sproken. Men rookte wat en maakte
de gewone banale opmerkingen, om
het stilzwijgen niet te drukkend te
persoonr u groei. of ook wel door
°verheden n ®maak van gelovigen en
Van der E i dit gebied nu van bet le"
Zelfs Noodzakelijk5 dlSCUSSie mogelhk en
Uitingeen openbare menings-
eerste Z ,verschi!1ende redenen. In de
rein s orndat wij hier op een ter-
Nioet a, waar de Kerk zich voortdurend
rende rvmP,ass6? aan de steeds verande-
instellinHl gbeden> omdat verouderde
Vangen 1" en °P'n'es moeten worden ver.
Vaarliikp immers kan er een ge
lovigen hJ,ers.t.azring ootstaan, die de ge-
keliike w= dltzicht ontneemt op de wer-
heeft dni?5, en van het gelooof. Hoe
g€ntienrto Z1Cb biiv00rbeeld in de ne-
Ceei'd nipt r*6Uu' niet al te zeer geïdentif'-
de arbefip burgerklasse, zodat er onder
ttaan dat ïfet mening ging onl
oad? Ria hef gf lo.?.f h"n niets te zeggen
dit af e ehjke critiek heeft aan
Semaakt jke misv«stand een einde
oniie eerste functie van de publie-
loviJLnie>nnen de Kerk: zij laat de ge-
cisrne inzien dat men niet het katholi-
Pen, al Z1in geheel behoeft te verwer-
Schijnin3. men bepaalde uiterlijke ver-
RUSLAND
In het blad van de Sovjet-vakverenigin
gen. Trud. bespreekt een artikel de Gods
dienstige toestand in de Sovjet Unie'
„Het ergste is, de veelvuldigedeelname
van het volk aan de Christelijke feesten
De godsdienstige feesten zijn een vergif
voor de volksgezondheid. Deze brengen
het volk in een bedwelming waaruit een
zee van misdaden voorkomt. De activi
teit van de Kerk is er op gericht de bur
gers te vertragen in de politieke vor
ming en onverschillig te maken voor het
publieke leven (sic!)
„Hoe ongelooflijk het ook moge schij
nen men ziet,bij de godsdienstige
plechtigheden doktoren, raadslieden van
de Komsomol en actieve leden van de
vakbonden. Het is een meer en meer
voortkomend feit. dat Communisten hun
trouw tonen aan de Kerk, hun kinderen
zorgen, dat zulks over vijftig jaar wel laten dopen en hun doden laten begra-
mogelijk zal zijn! Dat wil dus zeggen: I ven door priesters
Tenslotte moet nog iets gezegd worden
over de feitelijke toestand in Nederland,
zoals bijvoorbeeld onder de jonge boeren
over wie F. B. geschreven heeft. Het kan
niet ontkend worden dat de Nederland
se katholieken onwennig staan tegenover
binnenkerkelijke opinievorming. De mees
te gelovigen weten nog haast niet be
ter of elke critiek op de Kerk doet iets
af aan hun katholicisme. De sterke nadruk
die er bij ons ten tijde van onze onmon
digheid moest vallen op de gehoorzaam
heid aan het gezag, werkt nog steeds
door; en niet altijd heilzaam. Daarom zal
men toch voorzichtigheid moeten betrach
ten bij het uitoefenen van binnenkerke
lijke critiek. ook al is deze volkomen ge
rechtvaardigd. Wat men in „Te Elfder
Ure" kan schrijven, kan daarom nog niet
steeds voor de K.R.O.-microfoon worden
gebracht. Maar men dient er voor te
Christus, de Vreemdeling in ons mid
den. Détail van een geuielfschildering
van Charles Eyclc te Heerlen.
HRISTUS, na deze Mis, die men
selijkerwijze een 'mislukking
moet heten, omdat er niemand
alles eens op mijn gemak heb kun
nen opnemen, misschien omdat we
gisterenavond hier een „personeels-
van mijn mannen aanwezig was dan avond" hebben gevierd met gezel
mijn trouwe koster-misdienaar, voel schapsspelen, luchtige muziek en
ik me toch zeer tevreden met u al- dans (ik had er zelf wel niet veel
leen. En wat ik als Katholiek zo on- aan maar het doet me altijd plezier
volmaakt heb geleerd, dat wil ik nu anderen in een huiselijke, zij het wel
doen: al biddend zoggen, wat ik op uitgelaten stemming te zien); mis-
naijn hart heb. Gewoon zoals ik denk. schien omdat ik gisteren mijn dag zo
voor 100 pet heb besteed, want tot
AAT dit week-end voor allemaal
zo kleurig en glanzend rijk zijn
als het licht, dat door de ge
brandschilderde ramen op uw altaar
valt. Laat D. nu eens niet naar dat
verkeerde adres gaan. Zorg dat S.
en van J. zich niet te buiten gaan,
dat de moeder van F. geneest, want
het zou een ramp zijn als ze stierf;
dat B. berusting krijgt in zijn lot en
de zaak van Van de K. tot ophelde-
Ik weet niet hoe het komt mis
schien omdat ik deze week een paar
'iljnirjp' ucjwdfuc Ui IC
aanvaard om>en ervan niet meer kan
met beDa??!, V°or hoeveel mensen die
er> overhfi moeilijkheden jegens Kerk
niet zeer k 'e kampen hebben, is het
ï,len dat d- ilzaam wanne?r zij leren in-
?Ua Keloo?11 Jang niet altijd rechtstreeks
elsnaaRl raakt? Laat men toch in 's he-
d kathored Iaten blijken dat men om
an rooms te zijn. niet elke uiting
aen gezonde K-en behoeft toe te juichen!
gelovigpn bnenkerkelijke critiek kan
jjgmwr:.'.'-'
C*
'Vl'Ppr* UHUVcI RtHjAC vl LH-
mina dat .Yerlossen van het valse di-
?ebben tussA1,1. hechts te kiezen zouden
p el, met al11 -et katholicisme in zijn ge-
ande instii,ziin bijmengsels en voorbij-
t„ ilmgqn, en het ongeloof.
cbsSie£eed'
}ot Ware^ü?11 de Km'k is dat zij opvoedt
Opzjpu, 00rzaamhetd en volgzaamheid
k vraaet Vfn h?t kerkelÜk gezag. De
*b^nQr»*._ immers PPPm anfomationho
toT^bin^ S™** v«» openbare dis-
ten llara gehoorzai
Ker]t Pzichte van
,gehoorY5aagt immers geen automatische
nZe aanval0' geen P^ieve critiek-
Past de chaJdlng v.an haar leiding. Dat
y«rantwoorrt D P met: hij moet zedelijk
het t. ord geloven, en mag vragen dat
hn
^ord^nitl11 waar™ van het' beleid 'hem
bikkelde katholfeki*?6!?'831 de meer ont"
g«n en h„„ I a kunnen dit verlan-
W0rd hun nroet de gelegenheid geboden
°Penhi |Ym binnenkerkelijke toestanden
ke n,!i u g te bespreken met dc geestehi-
kunnen i f B';' onrtl°5elijikheid van critiek
Voor Zict,1 ze&sentimenten vormen, die
slotte hf,e groepen katholieken ten-
de Kr,?£nlteiding, kunilen worden om met
discus. te brcken- B'J t'-Wige openbare!
ging Was xvellrcl-it gebleken dat het
in de avond ben ik bezig geweest
met lessen in S. en 't ging gesmeerd
ziek °P bed heb gelegen en al zeg ik het zelf - na dat alles
bevind ik me heel best. 't Kan ook
zijn, dat de Carnavalssfeer, die reeds
over een deel van Katholiek Neder
land hangt, me bij voorbaat vrolijk
maakt, al lijkt het me, dat ik daar
weinig aan mee zal doen.
ring komt.
O Heer Jesus, onzichtbaare ko- i deL.reden geen wonderen vragen".
loonsverhoging na de andere. Waar
moet dat heen? Het is toch veel be
ter, dat het kapitaal in enkele handen
blijft. Dan kan men er iets mee doen.
Zou u niet eens een paar spreek
beurten in mijn fabriek willen houden:
over bekering, boetvaardigheid, vasten,
soberheid enz. Nee, natuurlijk niet voor
niets. Dat begrijp ik ook wel. Ik ken
verschillende werkgevers, die er pre
cies zo over denken als ik het doe.
We zouden de handen in elkaar kun
nen slaan en u in vaste dienst nemen.
Dan behoeft u niet meer heen en weer
te trekken en kunt u hier zonder veel
moeite veel geld verdienen en er wat
gemakkelijker van leven. Want de we
reld afreizen is ook niet alles. Waar
om u niet hier gesetteld? Wij staan
U met alle middelen ten dienste. En
U kunt er goed van leven. Daar zullen
wij wel voor zorgen". De Vreemde
ling reageerde weinig. Hij antwoordde
rustig; „Er staat in de Bijbel geschre
ven: de mens heeft voor zijn levens
onderhoud niet alleen brood nodig,
maar ook het Woord van God".
Dat was blijkbaar een zachte afwij
zing. Maar je moet handig zijn, dacht
de persmagnaat Van Leeuwen. Hij is
zelf met de Bijbel, gekomen. Op dat
motief ga ik door. „Laten we de zaak
eens anders stellen. Ik begrijp, het is
u niet om geld te doen, maar om de
mensen. U wilt de mensen bekeren.
Maar dan zult u ffet toch anders moe
ten aanleggen. Op de een of andere
wijze hebben de mensen lucht van uw
komst gekregen, maar er hadden er
toch veel meer kunnen komen, als er
eens behoorlijke reclame voor ge
maakt was. Nee, val me even niet in
de rede. Het gaat me niet om aan
plakbiljetten of advertenties in de
kranten. We moeten een stunt uitha
len, iets geweldigs en dan zal ik wel
voor de nodige publiciteit zorgen. Van
de andere kant verwacht ik exclusie
ve interviews van U voor mijn bla
den. Voor wat, hoort wat! U heeft zo
juist een tekst aangehaald uit de Bij
bel. Uit uw redevoering van vanmid
dag waarvoor ik alle respect heb
meende ik op te maken, dat U zich
de Zoon van God noemt. Laten we
er nu niet over twisten, wat U er pre-
dies mee bedoelt. Ik lees ook wel eens
de H. Schrift, ik ben een gelovige, al
laat ik dat ook niet altijd duidelijk
merken. Dat zijn immers juist vaak
de besten. Laten we zo doen: U gaat
boven op het paleis staan en werpt
U naar beneden. Ik kan me nog een
tekst herinneren uit de Bijbel, waarin
staat; dat de engelen U zullen onder
steunen, opdat U er zonder kleerscheu
ren afkomt. In alle geval iets derge
lijks is het. Zo precies kan ik de tekst
niet meer voor me halen. Nu, wat
denkt U ervan. U doet dit voor mij.
Ik zorg voor de publiciteit. Grote kop
pen en zo. Met een slag bent U be
roemd, zodat U bij een volgende
spreekbeurt wel over de hoofden kunt
lopen. U van Uw kant schrijft b.v.
mémoires voor mijn blad over men
sen, die U ontmoet hebt of iets der
gelijks. Het wordt nog goed betaald
ook".
De Vreemdeling begon te glimla
chen, als zag Hij het humoristische
van de situatie in. Ik kan U er alleen
op antwoorden met een woord uit die
zelfde Bijbel; Ge moogt aan God zon-
Van J zaken die het eigenlijke wezen
beid H- gel°of niet raken. Maar een over-
haar geen critiek toelaat, identificeert
Héla», p' vhuck luciaut, ïUCUliHt
denofi, gen Persoonlijke opinies met
üi.. Atum fidei en laat het vnnrko
alsof
- het
fidei en laat het voorkomen
te Mn, ?ok deze in hun geheel heeft
Kp far Zo vei"laten soms mensen
Er zhn ,om zaken van gering belang
gevallea bekend" ge"°eB tri6Ste
„Tct was voor mij een bizondcre
elevenis", aldus Hond, de laatste
ïme-restanten van een vro'.iike
vSJsT?'* "dit iaar a!s mens
navalf» t" 'Je, "emen aan het Car-
alfestijn. Het rechtop lopen viel
mee en was minder vermoeiend dan
ik mij had voorgesteld/Terwijl ik 'ot
het einde der bonte avond rechtstan
dig bleef volharden, kon ik verschil
lende menselijke feestgenoten waar
nemen, die neigingen begonnen te
vertonen om zich op handen en voe
ten voort te bewegen of althans hun
verticale houding in een horizontale
te veranderen. Ongedwongen bewoog
ik mij tussen de hossende menigte
links en rechts kwinkslagen uitde
lend, een extra lange ton uitstekend
tegen agenten en notabelen, zodat
iedereen Zou zweren, dat ik een echt
mens was, bezig zichzeif jn eni-ele
verdrongen gevoelens r.o volmaakt
mogelijk uit te leven. Vooral mijn
tong deed het bizonder goed. „Die
meneer heeft net een tong als een
hond", merkten enige uitgelaten kin
deren op. „Steek Uw tong nog eer.s
uit, meneer", dreinden ,veer andere
dreumessen. Al spoedig trok ik meer
dan normale aandacht en rondom
mij als middelpunt begon het feest
een uitbundig karakter aan tc- ne
men. Ik deed mijn staart te voor
schijn springen en vond daarmee een
massale, oorverdovende bijval. „Wat
een kerel! Een kerel met een staart"
juichte de menigte. Ik verzocht om
enige stilte en sprak: „Burgers en
buitenlui, geachte feestgenoten, ,k
zal thans voor U imiteren het blaf
fen van een hond, natuurgetrouw
weergegeven, zoals dit tot heden ten
dage nog nimmer door een mensen
kind is geschied!" Het nummertje
blaffen, dat ik toen weggaf, werd
gevolgd door slechts enkele blijken
van hulde. Het overige geroezemoes
was uitgesproken critisch. „Zo blaft
'n echte hond niet!" verzekerde een
als lentegod verklede slager, die mij
gisteren nog twee afgekloven benen
had toegeworpen. Zijn oordeel vond
vrij algemene instemming. Die
staart was aardig, zo dachten miin
feestgenoten erover, maar wat cat
blaffen betreft kon ik beter nog ee'-st
eens een jaartje gaan oefenen. Men
wendde zich van mij af en ik bleef
voor de rest van de avond eenzaam.
Mijn conclusie uit dit Carnaval is
dan ook: als je je niet als hond
weet te gedragen, wordt je door som
mige mensen als een hond behan
deld
O, ik heb wel eens buien, waarin
ik me kwaad maak over het gebrek
aan godsdienstige belangstelling bij
de „troep". Waarom ko'men de lui
zo zelden naar deze prachtkapel, die
we hebben, naar de ochtendmis en
het avondgebed? Overigens, met' le
Vrijdag heb ik geen klagen en ook
de Maandagse praatavond onder
vindt tegenwoordig ruime belangstel
ling (zal wel mede komen door de
aanwezige dames). U moet mij mijn
verontwaardiging maar niet kwalijk
nemen, 't is heus eerlijk gemeend.
U bekijkt dat natuurlijk anders. U
zult meer voelen voor de uitspraak
van de pastoor van Ars: eerst heili
ge priesters, dan volgen de gelovi
gen vanzelf.
O, vandaag wil ik eens niet kla
gen. Ik wil de goede bedoeling ver
onderstellen bij de jongens (al komen
er wel eens laat dronken thuis en
al doen ze lamlendig), ook bij de on
derofficieren (al tref je er nietsnut
ten aan) en bij de officieren (al kon
den die vaak een beter voorbeeld
geven en al rieken de woorden van
sommigen teveel naar jenever).
ning van het heelal, wanneer zal ik,
kapitein-reserve-aalmoezenier, er in
slagen iets van uw majesteit en
heerschappij te doen uitstralen in het
leger? Er krioelt van alles door el
kaar, gereformeerden volgens art.
31, neo-heidenen, katholieken, hier en
daar een jood, vrijzinnigen, humanis
ten met en zonder een persoonlijke
God, tot mohammedanen toe. Ver
wacht u iets van art. la van het
Reglement betreffende de Krijgs
tucht, waarin wordt vastgesteld, dat
de godsdienst de bron is van alle ge
luk en ware moed en dat derhalve
eenieder in de krijgsstand zich tot
het hooghouden hiervan alsmede tot
een zedige levenswijze behoort te be
vlijtigen?
Hebt u fiducie in het aalmoeze
nierscorps, die kleine honderd man,
die uitstekende optimisten zijn, maar
die soms ook niet weten langs welke
kant ze het moeten zoeken? (Ik trof
er een tijd geleden een aan, die in
overall in zijn tuintje stond te spit
ten).
O, zeker, u voltooit uw heilsplan
ook (en juist) al hebben wij er geen
flauw idee van. Doe me dan gelo
ven, dat uw Rijk zal komen ook door
het minste woord, dat ik vandaag
zeg („goeje morgen", „eet smakelijk
„hoe maakt u het?"), ook door de
parafen, die ik vandaag zet, ook' door
de legerorders die ik lees, de giro
biljetten, die ik invul, de kilometers,
die ik verrijd.
O Christus, neem me niet kwalijk
-dat ik hier afbreek, 't Is me een tik
je duidelijker geworden. Maar we
praten er nog over. Ik moet nu weg
anders haal ik het qntbijt niet.
PH.S.
Het werd een beetje kritiek en de
toestand scheen gespannen te worden,
maar toch begon de „Dritte im Bunde"
Ieressen zijn aanval. „Die voorstellen
waren goed, maar alles tezamen ge
nomen, gezien Uw capaciteiten en Uw
mogelijkheden, nog te klein. Wij moe
ten het anders en grootser aanpak
ken. Ik ben het hoofd van een grote
politieke partij. We hebben weliswaar
nog niet de absolute meerderheid,
maar wanneer het bekend zou worden
dat U onze partij zou steunen, dan zie
ik kans binnen een jaar toch zover
te komen. Goed, laten we het zo dan
doen. Ik geef U alle reclame van de
partijmachine. U zorgt ervoor, dat U
duidelijk Uw voorkeur uitspreekt. Wij
zullen de rest van het werk dan wel
doen. En, nu moet U goed luisteren,
we doen /dan dit: ik zal zorgen dat U
aan het hoofd van, de partij komt te
staan. Wij zullen het werk wel doen.
Dan heeft U practisch het land in Uw
macht. U kunt dan de mensen krij
gen, waar U ze hebben wilt. Maar dit
is slecht^ het begin". Zijn bruine ogen
begonnen te schitteren. „Van Neder
land uit begint de Victorie. Langza
merhand zullen we proberen overal
onze volgelingen te krijgen, zodat op
den duur heel Europa aan Uw voeten
ligt. Zo gaan we dan langzamerhand
steeds, steeds verder". In het vuur
van zijn rede was hij opgestaan als
zag hij de verwezenlijking van zijn
plannen nabij. Zoals ik zeide: ik zal
het werk wel doen. U staat in mijn
dienst en in die van de partij, maar
van de andere kant zal ik zorgen, dat
U slagen zult. Nu, wat zegt U hierop?
Groots nietwaar?"
De reactie van de Vreemdeling was
onverwachteen enkele blik, maar
die was ook vernietigend: „Bah! Houd
op. Want God heeft bevolen Gij zult
slechts één God dienen en Hem vol
maakt liefhebben".
Dat was het einde van hun dromen.
Geld en moeite waren weggesmeten.
Zij duwden vol woedende teleurstel
ling hun stoelen achteruit, stonden op
en gingen heen. De Vreemdeling bleef
alleen achter.
H.B.